'Daar stond ik dan als net afgestudeerde verloskundige, zo dat is nummer één' Iets minder eten om geld over te houden voor Burkina Faso Tranen Joyce van Leeuwen (23) uit Sint-Annaland meteen in het diepe na beëdiging Wim en Maat van Vossen uit Tholen voegen de daad bij het woord Woensdag 24 december 2008 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 17 Het is de tijd dat veel mensen erbij stil staan dat 'het kin- deke' is geboren. Maar er zijn ook mensen die zich dage lijks met allerlei geboortes bezig houden. Zo heeft Joyce van Leeuwen (23) uit Sint-Annaland al haar leven lang een fascinatie voor 'dikke buiken'. Ze heeft sinds juli haar diploma voor verloskundige op zak. Op zoek naar een vaste baan heeft ze al diverse kinderen ter wereld gehol pen. De praktijk is anders dan ze dacht toen ze nog aan haar studie moest beginnen. „Ik ga een beetje aan buiken voelen en bevallingen doen. Dat ik er ook 's nachts op al lerlei rare tijden uit moet, had ik niet over nagedacht." Toch is het haar roeping. „Het is een prachtig beroep." Vuurdoop Steunpilaar Kaarsje uit Met verbazing keek Maat van Vossen uit Tholen naar de volgeladen winkelwagentjes bij de supermarkt. „Ik zag wat mensen in huis haalden en dacht, wanneer moeten ze dat allemaal opeten?" De verbazing volgde na een emotio neel bezoek aan Burkina Faso. Het Afrikaanse land waar veel kinderen van de honger geen ontlasting hebben. Kip Kerst Joyce is enig kind. Haar vader Wim is technisch monteur in Bergen op Zoom en haar moeder is administra tief medewerkster bij een admini stratiekantoor in Stavenisse. Altijd al als Joyce een zwangere vrouw zag, verwonderde ze zich erover dat daarbij een kindje in de buik groei de. „Dat vond ik zo bijzonder." En als de baby eenmaal geboren was, kon Joyce niet wachten om het te mogen zien. Maar toen wist ze nog niet dat er zoiets als verloskundige bestond. Pas toen op een informatie avond voor bcrocpcnkcuze op haar middelbare school, het Roncalli in Bergen op Zoom, kwam ze daar achter. „Marlien van Kempen van Sifra in Tholen kwam vertellen over verloskunde. Toen wist ik. dat is het gewoon. Dat wil ik worden." Zo is ze in Rotterdam aan de verloskun- deacademie gaan studeren. De dag na haar beëdiging draaide ze haar eerste dienst. Ze heeft een paar .maanden invalwerk mogen doen bij een praktijk in Vlissingen. Daarvoor huurde ze een kamer in die stad. waar ze verbleef tijdens diensturen. Gelijk in de eerste nacht moest een vrouw bevallen. Het was vijf uur 's morgens toen ze gebeld werd. Ze ging erheen en de vrouw had al bij na volledige ontsluiting. „Ik dacht, o jeetje, nu moet ik het écht hele maal zelf gaan doen. Ze had al pers- drang, maar de kraamverzorgster was er nog niet. Die miste ik toen, want haar heb ik nodig voor de praktische dingen, zoals doeken aangeven en het kindje warm hou den met kruiken." Joyce stond er alleen voor, bij een mevrouw die ze nog niet eerder had ontmoet. „Ik heb haar gecoacht en ervoor gezorgd dat ze niet in paniek raakte. En ik heb naar het hartje van de baby geluisterd en gekeken of het goed lag. Ze perste hel kind in vier persweeën eruit. Dat is echt heel snel. Het was in vijf minuten geboren, terwijl een uur persen vrij normaal is." Het was gelijk de vuur doop voor Joyce. „Normaal kan ik op het gemakje mijn spullen klaar leggen. Nu was het haasten, haas ten, haasten." Toch is het allemaal gelukt. „Maar ik denk niet dat ik die bevalling snel zal vergeten. Daar stond ik dan als net afgestudeerde verloskundige." Ze was niet in pa niek. „Ik zat daarna wel met trillen de handen in de auto." Wel vol trots. „Ik dacht: zo, dat is nummer écn." Wat haar karakter betreft, voldoet ze misschien wel aan het beeld van ideale verloskundige. Ze is oerrus- tig. Dat beaamt ze ook. „Ik ben geen paniekerig persoon." Tijdens haar studie heeft ze wel al het nodi ge meegemaakt. „Als het spannend werd, dacht ik wel altijd, o jee, daar moet ik even extra op letten. Maar ik wist altijd wat ik moest doen." El ke twee maanden heeft ze stage ge lopen tijdens haar opleiding. Dan liep ze met een verloskundige mee als assistente. Eén keer werd er bij een zwangerschap ontdekt dat het niet goed zat bij een kindje. Dan komt bij Joyce de professionaliteit bovendrijven. „Het raakt je wel, maar het is je vak. Ik kan gelukkig y Joyce is heel nuchter, maar er is één bevalling geweest waarbij ze het zelf toch niet droog kon houden. Haar jeugdvriendin Eve lien Bolier-Kodde (23) uit Sint-Annaland is dit jaar bevallen van haar eerste kindje, een meisje genaamd Rhodé. Joyce is bij alle controles bij de verloskundige geweest en was ook bij de beval ling. ,,Niet als verloskundige, maar als ondersteuning. Dat was heel bijzonder om daarbij te zijn. Je bent op dat moment verlos kundige, maar tegelijkertijd ook vriendin. Ik heb nog nooit ge huild bij een bevalling, maar toen heb ik een traantje wegge pinkt. De geboorte van Rhodé Bolier was een bijzonder moment voor Joyce. Het is het eerste kindje van haar goede vriendin Evelien Kodde en Colin Bolier. die afstand wel bewaren. Ik heb trai ningen gehad om te leren hoe je zoiets het beste naar mensen kunt verwoorden. Natuurlijk denk ik er nog wel over na. Het gaat wel een poosje door je hoofd, maar als ik daar met een collega over praat, kan ik het wel van me afzetten." Als verloskundige heeft ze geleerd met mensen om te gaan en vooral, om ze gerust te stellen. „Sommige mensen zijn heel onzeker", weet ze. Het is haar rol om ze goed te bege leiden. „Jij bent degene die weet hoe het moet. De steunpilaar waar mensen op bouwen. Ik zie dal ze rustiger worden als ik er ben. Ik heb hun vertrouwen, ook al ben ik nog maar 23 jaar." Een verloskundige ziel een cliënt vanaf het begin van de zwanger schap, soms zelfs al daarvoor om ad viezen te geven over voeding en le vensstijl bij een kinderwens, tot aan de bevalling. „Als het kind geboren is, moet je iemand loslaten. Dan is het afgelopen, klaar. Je hebt al die tijd wel met elkaar samengewerkt en een band opgebouwd. Daarom hoop ik iemand weer terug te zien bij een volgende zwangerschap." Dat is ook één van de redenen dal ze het liefst op Tholen een baan vindt. „Ik ken hier alles en de sociale con tacten met cliënten zijn hier wat sterker." Bovendien houdt ze van de mentaliteit. „Niet zeuren, gewoon doen. Dat is typisch Thools." Ze heeft het verschil met de stadse mentaliteit ontdekt, toen ze in Vlis singen zat. „Daar zijn ze veel mon diger en durven ze veel meer te vra gen. Dat durven ze hier ook wel, maar je merkt dat ze je hier niet voor niets willen storen. Ze bellen daarom wat later, terwijl ze in Vliss ingen bij wijze van spreken al voor spierpijn bellen." Haar wens is een eigen praktijk heb ben of mede-eigenaar van een prak tijk zijn, in elk geval in Zeeland. „Ik vind invalv^rk wel leuk, maar ik wil meer vaS'tigficid. Ik wil mijn 'ei gen' mensen waar ik voor moet zor gen." Op zoek naar een vaste baan heeft ze zich ingeschreven op een bcmid- dclingssite voor verloskundigen. Daarmee kan ook tijdelijk werk worden gevonden. Sinds november werkt ze op die basis bij verioskun- digenpraktijk Sifra in Tholen. „Ik val op bepaalde dagen in." Op de overige dagen werkt ze, al sinds april 2008, als medewerkster prik- dienst bij de stichting huisartsen la boratorium in Etten-Lcur. „Ik ben begonnen als vakantickracht en nu werk ik er parttipie. Hel is alleen 's morgens." In haar vrije tijd leest Joyce graag en onlangs is ze begonnen met schilderen als hobby. Ook doet ze aan sport. „Stepacrobic en af en toe hard lopen. Ik doe sporten waar je even je energie in kwijt kan en waarbij je zelf kunt bepalen wan neer je het doet." Dat is maar goed ook, want beval lingen zijn vrijwel niet te plannen. Dat heeft Joyce vooral een keer meegemaakt, tijdens haar invalwerk in Vlissingen. „Ik ben wel eens om de twee uur wakker geheld. Dan was ik net klaar bij iemand en dan kon ik al naar een ander toe." In Vlissingen heeft ze ook haar record aan bevallingen in een dienst ge haald. „Dat was in een 48-uurs dienst. Toen heb ik vier baby's op de wereld helpen zetten. Maar toen was het kaarsje ook wel uit daarna." Joyce heeft wat haarzelf betreft, een vrij lastig beroep gekozen. „Ik heb best veel slaap nodig en ga altijd op tijd naar bed." Dat spookt ook wel eens door haar hoofd als ze midden in de nacht in haar autootje over een verlaten dijkje rijdt. „Dan denk ik, jeetje, had ik niet iets anders kunnen kiezen." Ze vindt het veel te mooi om de spil in het geheel te zijn. „Je bent de eerste controle. Hel is of de verloskundige of het ziekenhuis. Bij de verloskundige ben je naar mijn mening meer mens. In het ziekenhuis bekijkt een gynaecoloog een cliënt meer vanuit een medische hoek." Ze heeft haar eigen methode om wakker te blijven tijdens een drukke dienst. „Even flink schudden, veel koffiedrinken, met de raampjes open rijden, niet beneden gaan zit ten als iedereen boven is en even naar buiten lopen." Zc stampt niet op haar gaspedaal als ze ergens naar toe moet. „ik probeer me aan de snelheid te houden, maar ik rijd wel door. Ik heb ook wel eens een am bulance moeten bellen bij een be valling en daar ben ik toen achter aan gereden. Ik reed toen 160, maar ik kon hem niet bijhouden." Met Je kerstdagen heel t Joyce geen dienst.-„Wel met Nieuwjaar. Wie weet, haal ik wel het eerste 2010- kind van Tholen. Dat zou ik heel leuk vinden." „Als de mensen er bij het bood schappen doen, slechts een maal per weck nog eens in de winkelwagen keken met de gedachte: Heb ik dit ei genlijk nu wel nodig, dan houden ze minstens 25 euro per maand over om van dat geld in Burkina Faso een kindje te adopteren. Voor 25 euro krijgt het kind te eten, krijgt het kle ren en kan het naar school. Wonen de leerlingetjes ver weg, dan kunnen ze voor datzelfde geld ook nog blijven slapen." Thuis hebben zowel de ouders als de kinderen vrijwel niets. Dus komen ze met een lege maag naar school en krijgen ze eenmaal per dag eten tij- dens de les, vertellen Wim (62) en Maat van Vossen. Ze zijn een paar weken geleden teruggekomen uit Burkina Faso. Samen met andere le den van het comité Tholen en Sint Philipsland van de stichting Woord en Daad. Hct-comité wilde met eigen ogen en vooral voor eigen rekening zien hoe het er daar toegaat en welk resultaat de medewerking van adop tieouders en het geld van talrijke in zamelingsacties oplevert. Een ervaring rijker, maar ook met gepaste schaamte, keerden ze terug op Nederlandse bodem. Maat van Vossen: „Toen ik pas terug was en ook nu weer zie wat de mensen alle maal voor het weekeinde en voor de kerstdagen in huis halen, heb ik be wust gekeken naar mijn eigen win kelwagentje. Wal ik niet nodig had, kocht ik niet. Ook al omdat ik daar kinderen in m'n armen heb gehad die met drie jaar nog onder het geboorte gewicht van een Nederlandse baby zaten. Ook zag ik kinderen die, door ondervoeding en gebrek aan medi sche verzorging, met ruim twee jaar nog niet konden kruipen." Met een flinke portie gêne, maar wel in het besef dat hel geld goed wordt besteed. „Nee, geloof me maar, er blijft niets aan de strijkstok hangen en de directeur heeft een heel ge woon salaris." De familie heeft de knop inmiddels een beetje kunnen omzetten. „Je moet wat je daar ziet niet allemaal mee naar huis nemen, want dan ga je nooit meer." Want ze zagen niet alleen ellende. Ook de bouw van scholen. Er worden water putten geslagen. Dammen aangelegd in rivieren om in de droge lijd ook water te hebben. Er worden fabriek jes opgericht. Van Vossen: „Op die manier kunnen de inwoners misschien over een aan tal jaren hun eigen broek ophouden. Dan zijn ze gezonder, hebben meer kennis en zijn ze minder afhankelijk van het rijke westen." Het echtpaar Van Vossen, dat even eens voor eigen rekening diverse an dere ontwikkelingslanden bezocht waar de Stichting Woord en Daad ac tief is, kwam onder de indruk van Burkina Faso. Onder de indruk van de armoede. Van de wilskracht van de bevolking, van de uitstraling van de inwoners en uiteindelijk ook van de positieve prognoses. Van Vossen: „In 1960 was dit land nog een Franse kolonie. Opper Volta. De ver-taling van de huidige naam betekent: Land van Eerlijke mensen. Want hoe arm ze ook zijn, zelden heb ik iemand ontmoet die chagrijnig was. En zc deden er alles aan om ons, en de paar toeristen die af en toe het land bezoe ken, zoveel mogelijk naar de zin te maken." Dat betekent dat bezoekers worden ondergebracht in een hotel. Daar is wel stromend water (een waterput aanleggen kost gemiddeld 10.000 euro omdat er door een dikke rotsbo dem moet worden geboord) en er is eten. Van Vossen: „Maar erg eenzij dig. Het is vaak kip met rijst of rijst met kip. Daarnaast een soort enorme Vrouwen wachten met hun kinderen in een medische kliniek op hulp. aardappel die wordt gestampt en dat komt dan als een beetje kleffe bal op tafel. Daar moet je met je vingers stukjes van af eten." De bewoners zelf (er wonen 14,3 miljoen mensen in een gebied dat acht maal zo groot is als Nederland) leven in lemen hutjes en hebben vaak helemaal niets op hun bord. Als ge volg daarvan is de kindersterfte groot. Ongeveer 190 op de 1000 kin deren redt het niet. De levensstandaard, zo blijkt uit hun verhaal, is heel laag. Winkels zijn er niet. De meeste goederen worden aangeboden op markten. De vrou wen werken op het land. Ze verbou wen maïs en pinda's. Of verkopen koekjes of zelfgemaakte snuisterijen langs de weg. Sommige mensen heb ben werk. Sleuven graven voor het aanleggen van dammen in de rivier. Maat van Vossen: „Dat levert een dagloon op van 1 euro. En de man nen? De meestcn doen vooral niets." Woord Daad is samen met de cha ritatieve stichting Credo sinds 1993 acliefinAfrikaansc landen. In Burki na Faso is sterk de nadruk gelegd op scholing. Van Vossen: „Er is een technische school. Daar worden vak ken geleerd. Elektrotechniek. Bouw kunde. Metaaltechniek. Houtbewer king. „Die opleidingen hebben tot nu toe geleid tot het oprichten van klei ne bedrijven. De eigenaren, blij, vro lijk en opgewekt, werken gewoon in de open lucht langs de weg. Wc za gen bijvoorbeeld meubelmakers. De bankstellen stonden langs de onver harde weg en er blijken ook afne mers voor te zijn." Daarnaast werken er vier Nederlan ders die landbouwprojecten begelei den. Een van de resultaten is de teelt van cashewnoten. Van Vossen: „Die groeien aan bomen. In een straal van 80 kilometer hebben de initiatiefne mers boeren bezocht en gevraagd of ze die noten willen telen en om ze centraal te verzamelen. Die noten hebben een keiharde schil. De noot is er heel moeilijk uit te halen. Voor de verwerking is daarom een fabriek opgezet. Met een lopende band. De vraag naar cashewnoten is groot en op die manier hebben de boeren een vast inkomen." Dat betekent niet dat er veel aan kerstfeest wordt gedaan. Ongeveer 10 procent van de bevolking is chris telijk. De helft is moslim en onge veer 40 procent doet aan voorouder- verering. De drie religies hebben met eikaars overtuiging geen enkele moeite. Maat van Vossen: „Moslims volgen ook het christelijke onderwijs. De rijksoverheid van Burkina Faso sti muleert zelfs de moslims om een christelijke school te bezoeken. Ook Maat van Vossen uit Tholen met een van de ondervoede kinderen in Burkina Faso. al omdat aan het einde van de schoolperiode 90% van de leerlingen slaagt voor het examen. Nee. Je ziet vrijwel geen hoofddoekjes. Het ver schil zit hem wel in de financiën. De christelijke kinderen worden ge steund door Woord Daad, zeg maar gesponsord, maar moslims moet de kosten zelf betalen." In hoeverre Woord Daad de steun aan de inwoners van dit land kan uit breiden, is nog maar de vraag. Tot dusverre is er'al veel verbeterd. Maat van Vossen: „We zitten te springen om mensen die voor 25 euro per maand willen helpen de situatie in Burkina Faso te verbeteren. Van dat geld worden goederen gekocht en in scholen geïnvesteerd. Geld geven aan de mensen zelf, heeft geen zin." Het echtpaar Van Vossen erkent dat het op dit moment moeilijk zal zijn nieuwe sponsors, donateurs of adop tieouders te trekken. Er kwamen dit jaar weliswaar 369 nieuwe aanmel dingen binnen, maar er vielen er 323 af. „Je hoeft hel niet individueel te doen. Het kan ook met een groep." Wie zich geroepen voelt kan Maat van Vossen bellen. 016(^-603503.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2009 | | pagina 17