Terugkomen was eigenlijk een veel grotere stap dan er naar toegaan nieuw VLOBtBEOEKHINGf Van Houte Interieur® seizoen met oud speelgoed Klimaat en stroom Nella en Baddy na 30-jarig Noors avontuur terug in Stavenisse Taal Moet ik hem er atterijen in Donderdag 9 april 2009 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Een Stavenissenaar en een Smerdiekenaar vertrokken dertig jaar geleden voor het avontuur naar Noorwegen. En nu zijn ze weer terug. Voorgoed, als het aan hen ligt. Baddy Goedegebuure (63) en Nella van Ast (60) willen van hun pensioen genieten op hun geboortegrond. Op 3 januari 1979 vetrokken ze naar het Scandinavische land en op 1 maart van dit jaar hebben ze hun spullen gepakt om in Stavenisse te komen wonen. Werk Peeën en juun Hobby Slabberjan Analoge speelgoed Jongere mensen Schilderijen Dekker Behoud kunst uit oude lts kost ton Energieweg 11J - 4691 SE Tholen - tel. 0166 60 93 33 www.vanhouteinterieur.nl Wethouder Kees van Dis sloeg zaterdag bij de opening van het pieuwe museumseizoen in streekmuseum De Meestoof in Sint-Annaland, de spijker op de kop. Het museum hanteert voor het nieuwe seizoen twee motto's. Hoe was de Was? En Oud Speelgoed. Een goede keus volgens Van Dis. Want wie knikkert er nog en waar zou je dat dan moeten doen? Of wie kan er nog tollen en als je dat al kan, sla je die tol dan niet snel door de ruit van een geparkeerde auto? Maar belangrijker voor het muse um is dat al die spelletjes uit de oude doos voor het nage slacht bewaard blijven. Want, zo signaleerde Van Dis, de kinderen van nu kijken stomverbaasd naar een bromtol van de kinderen van toen. Hij illustreerde dat met een frappant voorbeeld. „Moet je dat ding zelf aanzetten? Kunnen er geen batterijen in dan?" Ze hebben het enorm naar hun zin gehad in Noorwegen. Daar ligt het niet aan. maar toch wilden ze terug naar Nederland. ,.Ik heb vanaf het begin af aan gezegd: we gaan terug als we gepensioneerd zijn. Dan kunnen we nog een netwerk opbou wen voor als we oud zijn", legt Baddy uit. Eigenlijk was het helemaal niet de bedoeling dat ze zoveel jaar in Noorwegen zouden blijven. „We zouden het voor twee jaar proberen en dan verder gaan naar een ander land", zegt Baddy. De keuze viel op Noorwegen, vanwege een vacature in het tijdschrift van de ziekenver pleging. Nella werkte destijds in het ziekenhuis in Dirksland en zag in het blad dat er verpleegkundigen werden gevraagd voor het zieken huis in Laerdal. Het land kenden ze al. omdat ze er een keer op vakantie zijn geweest. „Het ziekenhuis daar heeft het moeilijk. Net zoals alle ziekenhui zen in Noorwegen. Er zijn te weinig mensen en daarom komt er regel matig personeel uit onder andere Nederland naar Noorwegen", ver telt Nella. Ze gaat in het zo'n 55 bedden tellende ziekenhuis in Laer dal aan de slag. Laerdal is een ge meente met ongeveer 2200 inwo ners aan het eind van de Sognefjord (de langste en diepste fjord van het land) in het westen van Noorwegen. Baddy zegt zijn baan als lasser op om met zijn vrouw mee te kunnen. „In het begin had ik daar geen werk, terwijl ze hadden gezegd dat ik daar van alles kon beginnen." Dat is voor hem best moeilijk, om ertussen te komen, contact te leg gen met de Noren. Maar, omdat hij handig is, gaat hij bij boeren aan de slag als aflosser. In <Jé loop der tijd gaat hij zich meer richten op het re pareren van landbouwmachines. Baddy heeft eigenlijk van alles ge daan. Hij is onderhoudsmonteur ge weest op een diepvriesfabriek. in het grondverzet machines gerepa reerd en de laatste vijf jaar heeft hij voor zichzelf gewerkt. Later heeft hij zich ook nog een poosje bezig gehoucten met Tiffany. Nella vertelt dat mensen eigenlijk nooit aan haar vragen wat zij voor werk in Noor wegen deed. „Wel aan Baddy." Want de carrière van Nella is be hoorlijk noemenswaardig. Ze is zo begaan met het ziekenhuis, dat ze uiteindelijk, na de nodige bijscho ling en cursussen, directeur wordt. Die betrokkenheid van haar met het ziekenhuis is ook de reden dat het paar besluit langer in Noorwegen te blijven. „Ik had het gevoel dat ik iets voor het ziekenhuis kon beteke nen." Ze kiest voor een leven dat in het teken staat van haar werk. „Op den duur werkte ik zeven dagen in de week. haast 24 uur per dag." Dat houdt ze bijna twintig jaar vol en dan is zo, zoals de Noren het zeg gen •utbrenthet'. Ze is op, en komt thuis te zitten. Maar haar vak is ook haar hobby en ze brengt haar tijd door met het lezen van vaklitera tuur. Dan gaat.ze zich na enige tijd op een andere tak van zorg richten. Ze volgt een universitaire opleiding voor kunsttherapeut en begint een eigen praktijk. Het houdt in dat ze psychotherapie toepast met creatieve middelen. Ze laat een patiënt bijvoorbeeld schil deren. boetseren of bewegen om duidelijk te maken wat hem of haar dwars zit. „Het is vaak zo dat men sen met woorden niet kunnen zeg gen waar het echt om gaat. Door te schilderen kan iemand soms beter Het klimaat in Noorwegen is vergelijkbaar met dat van Nederland, alleen kan het in de winter strenger vriezen: „Soms min twintig, 's Zomers kan het wel dertig graden worden, 's Nachts koelt het dan niet af, omdat het 's zomers niet donker wordt: het blijft 24 uur licht, 's Winters schemert het de hele dag. Het wordt niet voor tien uur licht (schemer) en om vier uur is he.t weer donker." Onweer komt bijna niet voor in Laerdal. „We hebben in dertig jaar tijd maar twee of drie keer onweer gehad. De wolken komen niet zo snel over, omdat je in een dal woont." Wat Baddy en Nella wel apart vinden, is dat het sneeuwde toen ze weggingen. „De sneeuw lag op kniehoogte bij ons vertrek. Het was eind november onophou delijk gaan sneeuwen. Dat is zeldzaam, want we zaten in een droog gebied." Problemen met elektriciteit hebben ze eigenlijk ook nooit gehad. „Een of twee keer. maar dat was ook zo weer verholpen. De elektriciteit is er wel goedkoper. De energie komt veel van stuwdammen en waterkrachtcentrales. Er is geen gas. Het huis wordt verwarmd met houtkachels." Baddy Goedegebuure en Nella van Ast hebben hun zelf gebouwde woning in Noorwegen verruild voor een nieuwbouwwoning in Stavenisse. zijn boodschap overbrengen. Het is een extra manier om te communice ren. Hët is een heel effectieve me thode die heel wat teweeg kan bren gen bij iemand." Ze laat een schilderij zien van een cliënt die kunstenares is. Nella heeft het ge kregen als dank. „Het beeldt uit hoe ze zich voelde voor ze bij mij kwam en hoe ze wegging. Ze begon heel klein en zat opgesloten in een co con. Met de therapie heeft ze zich opgericht en de banden die om haar heen zaten afgeschud. Dal is op dit schilderij heel duidelijk te zien." Het is niet zo, dat elk schilderij van een cliënt mooi genoeg is om aan de wand te hangen, maar daar gaat het niet om volgens Nella. „Het gaat erom wat je uitdrukt, niet of je mooi verft." Nella praat daarnaast veel met haar cliënten over hun dromen. „Het werk bestaat veel uit dromen analyseren. Dan geef ik ze een opdracht en daarna praten we weer verder." Baddy heeft zich een poosje ver diept in de glaskunst Tiffany, toen hij een poos niet kon werken na een val van een ladder. „Ik had een ver brijzelde enkel." Het glas dat hij nog overhad, heeft hij aan een cre atieve school in Noorwegen gege ven. Nella en Baddy vinden het land prachtig en hebben er veel vrien den, maar toch hebben ze nooit de band met Nederland los willen la ten. „We zijn al die jaren abonnee van de Eendrachtbode gebleven. Die kregen we elke zaterdag. Als ik iets las dat ik nog niet wist. belde ik even naar Nederland. Ook keken we nog naar Nederlandse televisie zenders." Dat ze dertig jaar in Noorwegen hebben gewoond, wil niet zeggen dat ze het er altijd even gemakke lijk hebben gehad. „In het begin was het armoe troef. Er was niets te krijgen in de supermarkt. Zeker in de winter. Alleen peeën en juun. Meer was er gewoon niet. Nu wel hoor, er zijn nu twee grote super markten." En het contact met de Noren liep in het begin stroef. „In het begin be moeien ze zich weinig met je, om dat de meeste Nederlanders gemid deld anderhalf jaar blijven om in het ziekenhuis te werken en daarna zijn ze weer weg. Maar je burgert meer in, als ze zien dat je blijft." Ze hebben uiteindelijk hun kennis senkring uitgebreid en vriendschap pen gesloten, maar het contact met de Noren ervaren ze toch anders. „We zijn er goed opgevangen hoor, maar Noren zijn toch wat stugger. Je kunt niet zomaar even op de kof fie gaan. Je moet eerst een afspraak maken, maar dan ontvangen ze je wel met een uitgebreide maaltijd." Ze hebben ook gemerkt dat er ver schil is in humor. „Zij vinden ande re dingen grappig dan wij." Baddy en Nella hebben ook een an dere opvatting dan de Noren over wat feestvieren is. „De 17de mei is daar net zo iets als wat bij ons Ko ninginnedag is. Dat is de onafhan kelijkheidsdag en is er een optocht met muziek door het dorp. De No ren zeiden tegen ons: daar moet je bij zijn, zó een feest. De optocht bleek het hele feest te zijn. De toe schouwers roepen dan allemaal hoera, hoera en er is een toespraak van een politicus. Voor de rest niets, geen borrel achteraf. Het viel ons enorm tegen, maar laat het de No ren maar niet horen want die zijn er ontzettend trots op." Op zich vinden ze dat er niet veel verschillen zitten tussen het leven in Noorwegen en het leven in.Ne-, derland, maar als ze een verschil tussen de landen moeten aandui den, dan is dat vrijheid. „In Noor wegen is het leven veel vrijer. Alles gaat veel makkelijker en is niet zo gebonden aan regels als hier. Zoals een huis bouwen. Nella heeft zelf het ontwerp voor ons huis in Laer dal getekend, de aannemer heeft dat ingetekend en een week later had den we toestemming om te bou wen." Dat is inmiddels twaalf jaar geleden. Ze hebben toen een Noor se woning in de bergen gebouwd, met uitzicht op Laerdal en de fjord. „Het huis daar is twee keer zo groot als dat we nu hebben in Stavenis se." Dat er minder regels in Noorwegen zijn, heeft vooral Baddy erg aange trokken. „Ik kon in mijn werk pre cies doen en laten zoals ik het wou." Het komt volgens hen ook, doordat Laerdal zo'n kleine gemeenschap is. „Iedereen kent elkaar en bij de gemeente kun je ook direct met de juiste persoon in contact komen. Het is allemaal zo geregeld." Dat het in Nederland er anders aan toe gaat, ervaren ze nu bij hun terug komst. „Alleen al het inschrijven in de gemeente Tholen is lastig, omdat we uit het buitenland komen. We hebben nog steeds ons Nederlandse paspoort, dat hebben we altijd ge houden, dus we dachten dat is in een middagje gebeurd. Het duurt een paar weken voordat we inge schreven zijn." Baddy grapt: „We hoeven nog net geen inburgering cursus te volgen." De vraag of ze zich Noor of Neder lander voelen, is hen bij hun vertrek gesteld. „Iemand vroeg hoe Noors we geworden waren. We hebben daarover nagedacht en hebben toch wel veel Noorse dingen opgepikt. Zoals het uitdelen van de koekjes bij de koffie. In Noorwegen zet je een schaaltje neer en iedereen mag daarvan pakken. Hier krijg je ge woon één koekje bij je kopje", zegt Nella. Voor Nella is in Noorwegen haar werk en veel over haar vak lezen haar hobby. Baddy gaat graag mee op rendier- en elandjacht. „Dan gingen we op vrijdagmiddag weg en op zondagavond was ik weer thuis. We sliepen in hutten. Dat w^s hartstikke gezellig, maar wel ver moeiend, want je liep soms met zo'n 40 kilo vlees op je rug." Ook trekken de twee veel de natuur in. „We stapten dan in de auto en reden de bergen in." Hier in Nederland willen ze er straks met) de fiets' op uit. En nog reizen mak(en naar an dere landen. „Want er is nog zoveel te zien in de wereld." Het stel komt regelmatig naar Ne derland, twee keer op een jaar, om familie en kennissen te Dezoeken. En toen café Smits in Stavenisse nog bestond, ging Baddy er altijd even een borreltje drinken. „Dat had je in Noorwegen niet: op zater dag even het café binnenlopen." Het plan om definitief terug te ko men naar Nederland, gaat sneller in werking dan gepland. „Een dochter van een kennis van ons, zocht een huis in Noorwegen. Binnen drie da gen hebben we ons huis aan haar verkocht. Dat was in november en het is dus allemaal wat vlugger ge gaan dan de bedoeling was, maar we wilden toch terug." Als ze kinderen hadden gehad, wa ren ze waarschijnlijk niet terugge komen. „Die zouden zich dan al ge hecht hebben aan het land en dan ga je niet zo snel weg." Hoewel ze Noorwegen zullen missen voor Baddy gaat geen dag voorbij zon der aan Noorwegen te denken, trekt het Hollandse leven weer. „Het zal niet hetzelfde leven worden als der tig jaar geleden. Alles verandert." Dat ze naar Noorwegen zijn ge gaan, was een grote stap. „Daar be gon je op de kale grond. Hier ken je bijvoorbeeld de taal al." Maar het omgekeerde blijkt voor Nella en Baddy toch ook geen makkelijke keuze te zijn geweest. „Terugko men was eigenlijk een veel grotere stap dan er naar toegaan." Ze moe ten hier opnieuw beginnen. „In Noorwegen blijven, had ook gekund." Maar ergens is dat toch niet wat ze willen. Dat Nederland zo in hun hart zit, hebben ze nooit zo gemerkt, tot voor kort. Nella vertelt dat ze pas in Stavenisse op vakantie waren om alvast wat din gen voor te bereiden. „We gingen frietjes halen in het dorp en ik bleef even in de auto wachten. Ik hoorde Baddy vanuit de auto lachen, ter wijl hij een praatje maakte met een mevrouw op straat. Dat was lang geleden, dat ik hem zomaar spon taan hoorde lachen, dat hadden wc daar niet zo snel, even een gezellig praatje maken." Baddy vertelt dat hij niet goed kan omschrijven waarom ze naar Nederland terug verlangen. „Ik weet niet wat het is. Het is een gevoel. Terug naar je roots." De Noren zijn trots op hun taal. ,,Ze koesteren hun dialecten. Zelfs in het parlement spreken ze dialect. Ze vinden het belangrijk dat dialecten bewaard blijven", zegt Baddy. Hij is het daarmee eens: „Waarom moeten we één taal spreken?" Zelf spreekt Bad dy in het Noors ook dialect. „Ik heb de taal bij de boeren geleerd. Het is oud-Noors, dat heet Nynorsk." Nella spreekt Bokmal, dat lijkt een beetje Deens. Ze heeft dat in het ziekenhuis geleerd. Jn Nederland spreken de twee overigens Zeeuws met elkaar. „We spreken beter Zeeuws dan Nederlands. Want als ik algemeen be schaafd Nederlands prpbeer te praten, gooi ik er allemaal Noorse woorden door", zegt Baddy. De circa 80 aanwezigen die door het Meestoofbestuur waren uitge nodigd de opening mee te maken, knikten instemmend en bij het schatten van de gemiddelde leef tijd waren er heel wat oma's en op a's die zijn ervaringen deelden. De genodigden hadden zich verza meld in het gedeelte van het muse um dat als schoollokaal uit vroeger jaren is ingericht. Menigeen herin nerde zich de schoolbankjes met inktpotten en de pennengleuf. Be kende platen van Ol en Sien aan de muur en oude landkaarten comple teerden de lessfeer uit die tijd. En te leren viel er genoeg voor de nu wat oudere klasgenoten. Van Dis refereerde bijvoorbeeld aan het Sinterklaasliedje ,Oh, kom er eens kijken.' Dan zingen we op 5 december .Een pop met vlechten in het haar.' De wethouder wees op de nieuwe rijmelarijen. Daarin zijn de vlechten vervangen door Bratz Big Baby Magic Hair. En", vroeg hij zich verder af: „twee kaatsen- ballen in een net. Wie weet er nog wat kaatsenballen zijn?" Als een ware meester legde Van Dis vervolgens aan zijn aandachtig gehoor uit. dat vroeger veel spel len werden gespeeld als ganzen borden en Mens erger je niet. Maar ook dat Zeeland een traditie heeft met het Slabberjanspel. Een spel dat vooral op Walcheren voorkomt en rond kerst en oud- en nieuw grotcpopulariteit genoot. „Het Slabberjanspel is nog steeds populair, heeft zelfs een eigen hy- vespagina met 237 vrienden en is te downloaden voor op de pc. Zelf moet ik heel eerlijk bekennen dat ik dit spel nog nooit heb gespeeld - er zelfs nog nooit van had ge hoord, maar het spel s'chijnt toch al enkele eeuwen in Zeeland te wor den beoefend door groepen van 2 tot wel 42 spelers, waarbij elke Zeeuwse regio zo zijn eigen spel- varianten kent. Er wordt gespeeld om speelstukken (teuten genaamd) van verschillende waarde. De stuk ken met de hoogste waarde worden matadoren genoemd en het spelen gaat gepaard met termen als: basta, ik bluuf, blieken, kapaf, sloffen en .poesje krabt alles terug.' Niet al leen het spel, maar ook een heel idioom is aan mijn jeugd voorbij gegaan en ik ben blij dat ik hier de schade kan inhalen." Dat doen overigens steeds meer mensen die willen weten hoe het er vroeger aan toe ging. Het streek museum voor Tholen en Sint-Phi- lipsland De Meestoof biedt zijn bezoekers al vele jaren een kijkje in de oude keuken. Volgens Van Dis telde het afgelopen (28-ste) museumweckend 950.000 bezoe kers en de gezamenlijke musea werden over het gehele jaar 2008 genomen verrast met 14,1 miljoen bezoekers. Daarvan kwamen er een kleine 5000' naar Sint-Anna- land. Volgens onderzoekers krijgen de kleine musea het niettemin lastig omdat de kosten stijgen (belastin gen, verzekeringen, salarissen) en die stijging doorgaans niet in de toegangsprijs is te verrekenen. Museumwoordvoerster Wil Nelis- se verwacht niet dat het Thoolse museum daar last van krijgt. „Dan gaat het vooral om kleine musea die personeel in dienst hebben. Wij doen alles met vrijwilligers. In to taal zijn dat er* 30. Met een vaste ploeg van 15 man. Daarmee rich ten we de exposities in, maken de boel aan kant en leiden de bezoe kers rond." Tijdens het museumweekeinde wa ren dat er ongeveer 135. inclusief de genodigden. Daaronder Ko Ruissen uit Sou burg. Hij zorgt er sinds jaar en dag voor dat oud timmermansgereed schap geschikt wordt gemaakt om te exposeren. Met gepaste trots laat hij in de nagebouwde werk- plaats een handboormachine zien die er uitziet alsof het apparaat meteen kan worden gebruikt. Enkele kinderen van een jaar of tien kijken elders in het gebouw- belangstellend toe, hoe hun leef tijdsgenootjes in de jaren dertig geleefd moeten hebben en waar ze hun vrije tijd mee vulden. Knikke ren, hoepelen, tollen. „Vooruit gang is mooi", sprak Van Dis za terdagmorgen „En tegelijkertijd bekruipt ons bij vooruitgang een gevoel van nostalgie en misschien zelfs melancholie. Hoe tevreden waren wij wel niet met ons 'analo ge speelgoed'? Bij het uitspreken van de woorden alleen al zult u on getwijfeld een duik nemen in uw eigen verleden. Waar speelde u ook al weer mee toen u klein was? Stelten, tollen, hoepels? Poppen huizen en serviesjes of juist Mec cano en Dinky Toys? Wethouder Van Dis, die samen met zijn collega mevr. Velthuis present was, verrichtte de officiële ope ning door een caroussel uit 1908 in beweging te zetten, met muziek er bij. Dit als onderdeel van de speel goedcollectie. Vrijwillige Taeke Wijma had de losse onderdelen in elkaar gezet en iedereen was vol bewondering. Voorzitter Simon Nieuwkoop bedankte speciaal ook mevr. Meischke uit Kamperland, die veel oud speelgoed in bruik leen had afgestaan voor de exposi- tie. Rianne v.d. Berge uit Sint-An- naland had de tentoonstelling inge richt en werd daarvoor bedankt met een doos bonbons. De voorzit ter maakte ook gebruik van de ge legenheid om de ambtenaren Rinus de Graaf en Rien Fase te bedanken voor hun goed beheer van de mu seumgebouwen. Wat het museumbestuur betreft, wordt er de komende jaren alleen maar vooruit gekeken. Bestuurs voorzitter Nieuwkoop wees er in zijn welkomstwoord al op. Bij de eerstvolgende bestuursvergaderin gen wordt er een nieuwe taakver- deling voorgesteld. Er worden werkgroepen gevormd waardoor de taken wat beter worden ver deeld. Tevens werd duidelijk dat het mu seum nieuwe vrijwilligers nodig heeft. Wil Nelisse: „De vergrijzing slaat toe. Veel vrijwilligers werken al tientallen jaren bij ons. maar we worden allemaal een dagje ouder. Dat betekent dat we wat jongere mensen heel goed kunnen gebrui ken. Nee. Ze hoeven niet aan be paalde voorwaarden te voldoen. Ze moeten wel binnen de groep pas sen." Intussen maakte ook de politiek zijn museumrondje. „Geweldig", vond Maya Bungener-van Iwaar- den, fractievolger van Algemeen Belang Tholen (ABT). Ze had veel bewondering voor de vrijwil ligers die er volgens haar weken aan arbeid hadden ingestoken om alles zo netjes voor elkaar te krij gen. Zelf stond ze vooral stil bij de verzameling kinderwagens. „Er stond een type bij daarin heb ik zelf nog gelegen en met mijn zusje Petra rondgereden." Ze vindt De Meestoof veel meer waarde geven ,aan de gemeente Tholen. „Niet alleen voor de toe risten. maar ook voor de inwoners zelf. Ik liep achter een paar kinde ren die langs de vitrines met die tollen, bromtollen en een hoepe lend jongetje liepen. Ik herken er niks van, zeiden ze tegen elkaar." Wat in ieder geval herkenbaar is, zijn de schilderijen van kunstschil der Peter Dekker uit Sint-Anna- land. Tot 1 november dit jaar han gen er achttien werken van zijn hand op diverse plaatsen in het museum. „Met een Dekker aan de muur, beleef je ook iets", aldus een bewonderaar die wees op het stoomgemaal van Kees Slager bij Poortvliet. Dekker, die volgens deskundigen de status van amateurschildcr al lang ver te boven is: „Het is een willekeurige greep uil mijn collec tie. Er hangen ook stilleven, land schappen en bloemen." Een ander bijzonder onderdeel van de expositie is vitrine van de da mes Blaas, zoals die uitstalkast in de wandelgangen wordt- genoemd. De zussen Maartje en Jans Blaas uit de Brugstraat in Tholen hebben vrijwel hun gehele hebben en hou den aan het museum nagelaten. Niet alleen 100.000 euro. maar ook een verzameling merklappen, boekenleggers en fotoalbums. Wat Wil Nelisse betreft,zijn de ver wachtingen voor de bezoekersaan tallen in 2009 hoog gespannen. De overzichten van het oude speelgoed zijn volgens haar compleet en wie wil weten hoe gemakkelijk tegen woordig de was wordt gedaan, hoeft maar een kijkje in het muse um te nemen om medelijden te krijgen met onze oma's en opa's. Het restaureren van de glasappli- que van Horn en de muurschilde ring van Alma. en het plaatsen er van in het nieuwgebouwde Haestinge gaat 105.000 euro kos ten. In dat bedrag zit ook het uit de oude technische school halen en bewaren van de werken. De raming valt 45 mille lager uit dan oor spronkelijk was gedacht. Voor het gemeentebestuur is het uitgangs punt dat gemeente en provincie ie der een derde voor hun rekening nemen, en dat derden de rest op brengen. Tholen legde al 25 mille op tafel (voor demontage en op slag), zodat de gemeenteraad wordt voorgesteld aanvullend 10.000 cu- ro uit de reserve kunstbeleid be schikbaar te stellen. Dit als de raad de kunstwerken inderdaad een plek wil geven. Wil ze dat niet, dan draait de gemeente op voor alle tot nu'toe gemaakte kosten, zo'n 40 mille. Bovendien wijzen b. en w. in hun voorstel op het risico van ima goschade door negatieve publiciteit als de raad zou besluiten beide werken met te plaatsen. De provinciale commissie Zeeland van de Bond Heemschut - waarvan Tholenaar Willem Heijbrock voor zitter is - is bezig bij cultuurfond sen gelden te werven. De Maurits van Kattendijke stichting heeft in middels 5000 euro betaald. Rabo bank Tholen heeft eenzelfde bedrag toegezegd, het Prins Bernhard Cul tuurfonds tien mille. Bij een aantal andere fondsen - Frans Mortclman stichting, Hendrik Muilerfonds en SNS Reaalfonds - is voor totaal 10.000 euro subsidie gevraagd. Ten slotte is het VSB-fonds bereid bij te dragen in de kosten van een pu- bliekspresentatie. Het gaat om vijf mille, waarvan een dvd-presentatie wordt gemaakt. Het idee is om van het restauratieproject van de muur schildering een educatief project te maken. De schildering wordt, als de raad akkoord gaat, door Art Conservation in Vlaardingen geres taureerd en de glasapplique door Atelier 70 Norbertimex in Amster dam. Advertentie I.M. Frank Kousemaker toont in het schoollokaal van de Meestoof de vaderlandse geschiedenis in een notedop. Een exemplaar van Vlug gekend met tekst en prent' in ingelijste vorm overhandigde hij aan wethouder Van Dis, die het nieuwe seizoen van het streekmuseum officieel opende. Achter de wethouder museum-voorzitter Simon Nieuwkoop.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2009 | | pagina 9