Thoolse landbouw
Ll
af c4ffP
belangrijke economische factor
1
Vroege aardappelen dit keer
later de grond in dan vorig jaar
Aankoop service voor:
trekkers
landbouwmachines
hefwerktuigen
grondv erzetmachines
K,-o+
metaalunie
Dick Klok Mechanisatie
Heenvliet 0181 - 661055
Poortvliet 0166 - 613015
Aankoop
Verkoop
Advies
Sneeuwbal 'bossen' aan Bosweg
14
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Donderdag 26 februari zoo*
Jan Goedegebuure uit Sint-Annaland snijdt nog steeds zelf poters met de hand
Deel voor kas
Complimenten
Granen Zaden Peulvruchten
Gewasbeschermingsmiddelen Meststoffen
Zaai- en Pootgoed Veevoeders
Aardolieproducten Bedrijfsartikelen
Op maat Persoonlijk Deskundig
Op het juiste moment In iedere gewenste vorm
Wemeldinge
tel. 0113 629 000 fax 0113 629 201
Dinteloord
tel. 0167 529 252 fax 0167 529 260
czav@czav.nl www.czav.nl
mil
V' w
n
De akkers op Tholen en Sint-Phi-
lipsland zijn nog nat. Telers van
vroege aardappelen moeten nog
even geduld oefenen, maar de po
ters staan al klaar. Jan Goedege
buure uit Sint-Annaland is een
van de vroege aardappeltelers in
onze streek. Hij laat een van zijn
kisten zien vol met keurig gesor
teerd pootgoed. Hij is een van de
weinigen, zo niet de enige teler die
de pootaardappelen nog met de
hand doormidden snijdt. Volgens
hem geeft deze methode de mees
te kans op een goed resultaat.
..De laatste twee jaar hebben we be
gin februari geplant. Dit jaar is het
na de vorst gaan sneeuwen. Het is
nu nog te nat. Het wordt nu mis
schien wel half maart voordat we
het land op kunnen," zegt Goedege
buure.
In februari poten is extreem vroeg,
erkent hij. Maar als de omstandig
heden goed zijn dan waagt de
akkerbouwer en bloementeler de
sprong. ..We willen de vroegste
aardappelen kunnen leveren voor
dat de veiling begint. Dan heb je
ook wat te onderhandelen. Op de
veiling moet je maar afwachten wat
de klok doet."
De consumptieaardappelen die de
49-jarige Goedegebuure vroeg in
het voorjaar levert, vinden gretig
aftrek. Hij heeft vaste afnemers die
er op rekenen dat hij vroeg kan le
veren. Maar de aardappel moet wel
grof zijn. zegt hij. „De vraag naar
grove aardappels is toegenomen.
Die willen de mensen. Tien jaar ge
leden was een grove drieling van
2,8 tot 3,5 centimeter goed. maar
nu moeten ze groter zijn. Dat komt
ook omdat er veel meer concurren
tie van grotere vroege aardappelen
is gekomen uit Frankrijk en Spanje.
Het klimaat is daar gunstiger dan
hier."
Het snijden van de poters wordt al
in december gedaan. Zo gauw het
pootgoed beschikbaar is, koopt
Jan het in. Hij betrekt het van een
vaste leverancier zodat hij er op
kan rekenen dat ze altijd vroeg bij
het bedrijf aan de Bosweg worden
afgeleverd. „We willen het zo
vroeg mogelijk hebben zodat we
snel kunnen beginnen met snijden
en ze vroeg kunnen planten." De
aardappelen worden één voor één
over de lengte doorgesneden. Een
arbeidsintensief karwei dat ook
veel tijd vergt. Maar Goedege
buure heeft het er voor over omdat
het volgens hem loont. Na het
doorsnijden worden de poters
weer terug gezet in de kistjes. Met
Jan Goedegebuure met de kistjes pootaardappelen voor de vroege teelt aan de Bosweg in Sint-Annaland.
de doorgesneden helften tegen el
kaar. Aan beide helften ontstaat uit
de ogen scheuten, kleine groene
puntjes die het licht zoeken en
hier schoten worden genoemd.
Omdat de helften tegen elkaar
staan, kleven ze na verloop van
tijd weer aan elkaar vast. Eind ja
nuari worden ze weer met een
mesje van elkaar afgehaald. Jan
noemt dat het breken van de po
ters. Ook dat is een secuur en tijd
rovend karwei. „Op die manier
blijven de schoten wel overeind
staan en blijven ze ook in het volle
licht staan." Het is allemaal nodig
om een goede uitgangspositie voor
het gewas te creëren.
Het is ook een bewuste keuze van
de teler want Goedegebuure kan ze
ook met een snijmachine bewerken.
Maar een machine snijdt de poot-
aardappel overdwars. En dat is wat
hij niet wil. „Ze krijgen dan een
kop en een kont. een bovenkant en
een onderkant en dat is nadelig
voor de vorming van schoten. Dat
is mijn visie. Anderen denken er
anders over en zeggen dat het niets
uitmaakt." Volgens de vroege aard
appelspecialist zijn de schoten die
aan de onderkant van de pieper ont
spruiten zwakker dan de schoten
die aan de bovenkant groeien.
Een deel van de pootaardappelen is
bestemd voor de kas, ongeveer 1500
vierkante meter. De rest wordt gepoot
op vijf hectare akkerland. Ongeveer 1
tot 1,2 hectare gaat onder plastic. De
poters die daar zijn geplant piepen
met de eerste groene blaadjes boven
de grond. „Ze gaan nu een klein beet
je uitkomen. Ze lopen een klein beet
je achter. De grondtemperatuur in de
kassen is ook gedaald door de koude
winter. Bovendien is er weinig zon.
Voor gewassen onder glas hebben we
zon nodig. Ik verwacht dat ze een
week later geoogst kunnen worden
dan vorig jaar, maar zeker is dat niet
want het weer kan zo weer omslaan."
De kasaardappelen worden in april
gerooid.
De kisten met de nog niet geplante
poters staan opgestapeld'in de kas.
Om de kou buiten te houden heeft
Goedegebuure een stuk plastic tus
sen het dak en de kisten gehangen.
De schoten staan al fier op de poters
en zijn volgens de teler 'goed afge
hard.'
Ook bij het planten van de aardap
pelen kiest hij voor een methode
die steeds minder wordt toegepast.
Gebruiken de meeste boeren een
volautomatische aardappelplant
machine, Goedegebuure gebruikt
een zogeheten halfautomaat. „We
zetten de poters met de hand één
voor één in het plantbakje. Op die
manier gaat er geen poter verlo
ren, maar het kost ook wel extra
werk."
Maar volgens Jan is het succes van
de teelt niet alleen afhankelijk van
het pootgoed. „Het gaat ook over je
land. Dat is tenslotte het groeimedi-
um." Ook het land wordt met zorg
behandeld. Zo zal de Setallander niet
snel met zware machines het land op
gaan. Volgens hem wordt door het
grote gewicht van de rooimachines
juist veel schade toegebracht aan de
structuur van de grond. „Iedereen
schrikt dat er zoveel water op het
land staat, maar ik denk dat het daar
door komt. Er wordt ook nog laat in
het najaar met die machines over het
land gereden. Daar komen ze steeds
meer van terug."
De grond van de teler wordt Bos
genoemd. Het ligt hoog en is vol
gens hem ideaal voor de teelt van
vroege aardappelen. „Het is lichte
grond met maar weinig deeltjes klei
per eenheid er in. Tien procent is
klei, de rest zand." De behandeling
van het pootgoed, het planten, de
structuur van de grond, het bewer
ken van de akker en de weersom
standigheden spelen allemaal een
rol. „Het is een heel samenspel van
factoren."
Volgens Goedegebuure treft hij het
met de hoog gelegen akker. Er zijn
niet veel plekken op het eiland die zo
hoog liggen of waarvan de grond zo
licht van samenstelling is, zegt hij.
Hij verbaast zich erover dat de grond
zo goed bruikbaar is terwijl ze vroe
ger alleen maar geschikt was voor
weiland. „In de jaren zestig bij de
grote ruilverkaveling moesten ze met
de grond leuren. Niemand wou het.
Nu is het ideale grond voor de teelt
van vroege aardappelen. Van waarde
loze naar waardevolle grond. We dan
ken ons bestaan aan de lichte grond."
Een nadeel van de lichte grond is dat
de aardappelen bij nat weer minder
schoon zijn dan aardappelen die uit
de kleigrond komen. Ze zijn dan wat
behangen zoals hij dat noemt. „Voor
het zicht zien ze er dan wat smeriger
uit." Het is volgens hem van belang
dat de piepers er gaaf en schoon uit
zien. „Het oog wil ook wat. Dat
wordt steeds belangrijker."
Bij de laatste ruilverkaveling met
administratief karakter een jaar of
tien geleden heeft hij ook meer
grond in de buurt gekregen waar
door het werk er gemakkelijker op is
geworden. Als met de oogst van de
kasaardappelen in april kan worden
begonnen, probeert Goedegebuure
te blijven leveren totdat hij aan de
'buitenaardappelen' kan beginnen.
„Ik wil altijd proberen te blijven le
veren. Je kan geen nee verkopen.
Maar het moet wel mogen groeien.
Elk jaar staat weer op zichzelf."
Jan kent de klappen van de zweep.
Hij leerde het vak bij zijn vader
Ewoud Goedegebuure. „Mijn vader
sneed de aardappelen ook al door
midden. Als kleine jongen hielp ik
al mee." De geschiedenis zet zich
voort want ook de zes kinderen uit
het gezin helpen mee in de drukke
periodes als ze vrij zijn van school
of werk. „We zijn een gezinsbe
drijf. Mijn vrouw Annie helpt mee
en de kinderen. Wat dat betreft zijn
we misschien ook wel een van de
weinige gezinsbedrijven."
Behalve in vroege aardappelen doet
Goedegebuure ook in bloemen en
bloemzaad. Ook dat vergt veel
handwerk. Annie: „Ze werken alle
maal mee. Wat dat betreft hebben
we niks te klagen, maar niet ieder
een kan altijd. De derde studeert
pedagogiek en heeft minder tijd.
Het is ook stikgezellig onder elkaar.
De een rijdt graag trekker en Anette
van 12 jaar die kookt graag. Die
krijgt dan de complimenten van de
jongens. In de poottijd van de aard
appelen en de bloemen snijden is
het alle hens aan dek."
In de winter gaat het werk in de kassen van Jan en Annie Goedegebuure aan
de Bosweg in Sint-Annaland gewoon door. Op dit moment is het echtpaar
bezig om de Gelderse roos te snijden en op bossen te binden. De plant
wordt ook wel sneeuwbal genoemd vanwege de spierwitte bloemen die in
mei in ballen aan de struik bloeien. Ze geuren sterk. Bij Goedegebuure in de
kas groeit de roos (Viburnum opulus roseam) in de winter door. De plant
moet regelmatig worden gesnoeid. Nu worden de langste stengels met de
bloem uit de struik geknipt. In de kas is het aangenaam van temperatuur.
Het echtpaar verzamelt de stengels met bloemen op een bos en brengt ze
naar de schuur waar ze worden opgebonden. Bossen noemen ze dit. De
bloemen zijn nu nog niet wit, maar zachtgroen en geuren niet. „Ze worden
nu vooral gebruikt voor de sier in grote boeketten."
Annie Goedegebuure knipt de Gelderse roos in de kas.
com
CZAV