'Het is een voorrecht om materiële en
geestelijke rijkdom te kunnen delen'
De Ronde van Toole mee Klein Zieltje
Jannemieke Geluk (23) projectcoördinator Bijzondere Noden van Ger. Gemeenten
Toole
Vosmeer Staevenisse Schèrpenisse Flupland
Setalland
Smurdiek
Povlie
De Polder
V
Woensdag 31 december 2008
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
11
Geen belasting
Regentijd
Oud vrouwtje
Boekhouding
Ouwejaer uut, nieuwjaer in.
Op de hrens van oud in
nieuw rommelen we weer
even over 't eiland, 't Was me
't jaertje wir wel. Op de wieze
van Klein Zieltje, Klein Ziel
tje zat achter de trap, stappen
we van de ene plekke naer de
oaren.
e
6-e^te
2009
Ze is geen bekende Nederlander,
maar wel een BN'er. De 23-jarige
Jannemieke Geluk uit Tholen
kri jgt het wel vaker te horen. Ze
is projectcoördinator van het de-
putaatschap tot hulpverlening in
bijzondere noden van de Gerefor
meerde Gemeenten. Dat is een
mond vol. Als Jannemieke ge
vraagd wordt wat ze doet, dan
zegt ze dat ze projectcoördinator
is bij Bijzondere Noden. „Anders
is het zo lang." Het is haar eerste
baan. De Thoolse reist er voor
naar Afrika en Zuid-Amerika.
Eerder verbeef ze in Bulgarije en
India.
Ze woont in Gouda, maar komt eens
per maand naar haar ouders, broers
en zussen in de Jan van Bloisstraat.
Ze werkt pas sinds februari voor
Bijzondere Noden. Ze studeerde vo
rig jaar af aan de Universiteit van
Leiden in de ontwikkelingssociolo-
gie. Eigenlijk wist ze nooit zo goed
wat ze wilde, vertelt ze. „Op het
Calvijncollege in Goes was ik geïn
teresseerd in talen, geschiedenis,
aardrijkskunde, buitenland, gods
dienst en filosofie. De docent zei:
als je dat allemaal wilt, dan moetje
antropologie gaan studeren. Ik heb
in Leiden een dagje meegelopen
met Jolanda Bout uit Tholen die dat
studeerde en ik vond het leuk."
Voor haar master moest ze kiezen
tussen culturele antropologie en
ontwikkelingssociologie. Ze koos
voor het laatste. „Als je iets met
buitenland wil, dan komt je al gauw
met een andere cultuur in aanra
king. En daar past deze studie goed
bij."
Waar de belangstelling precies van
daan komt, weet ze niet. „Het zit in
de genen, denk ik. Ik ben gewoon
ongeneeslijk nieuwsgierig. Ik vind
het leuk wat mensen doen op andere
plekken in de wereld. Dan kom je al
gauw in de sociale wetenschappen,
de 'softe sector' zeg maar. Een bij
drage willen leveren aan het verbe
teren van de wereld, zo zou je het
ook kunnen noemen. Maar dat
klinkt weer zo links."
Jannemieke vindt dat ze als christen
haar materiële en geestelijke rijdom
met anderen moet kunnen delen die
dat niet hebben. „Maar het is niet zo
dat ik de hele dag mijn plicht zit te
doen, het is ook een voorrecht om
het te doen. Wie zijn wij dat we zo
veel hebben en waarom zouden we
dat niet delen met een ander?"
Ze kon voor haar buitenlandse rei
zen al ervaring opdoen tijdens en
net na haar studie. Drie maanden
verbleef ze in Bulgarije om onder
zoek te doen naar de problemen bij
de Roma (zigeuners) in de stad Ber-
kovitsa, in het noordwesten van het
land. Een bergachtig gebied waar
het in de winter hard kan vriezen.
De Roma wonen in de wijk Rako-
vitsa. „Mijn opdracht was om de
Roma te vragen naar hun problemen
en naar de oplossingen die ze er
voor aandroegen. „De Roma mogen
van de Bulgaren niet in het stadje
wonen. Die denken dat ze allemaal
van een uitkering leven. Maar er
zijn ouders die bijvoorbeeld drie
maanden in Spanje gaan werken om
sinaasappels te plukken. Hun kinde
ren blijven dan bij de grootouders of
bij andere familie. Die gaan vaak
niet naar school. De Bulgaren die er
op moeten toezien bezoeken de fa
milies niet. De Roma spreken Roma
en de Romaleerlingen hebben dus
een taalachterstand. En als kinderen
naar school gaan, is het lastig voor
die kinderen om de school af te ma
ken. Ze kunnen ze ook niet ver
plichten thuis Bulgaars te spreken.
Kinderen gaan gewoon over van de
ene naar de andere klas, zonder dat
ze eigenlijk voldoende hebben ge
leerd. Ook aan het eind van de
school doen ze examen. Velen zak
ken daarvoor. Vijftien procent van
de Romakinderen begint aan het
voortgezet onderwijs, zes tot acht
procent maakt het af."
Het zijn vaak arme gezinnen, zegt
Jannemieke. „Terwijl de meeste
Bulgaren denken dat Roma rijk zijn.
Ze zijn ook niet zo arm dat ze van
het aidsvirus. „Kinderen kunnen er
niks aan doen. We richten ons ook
op behandelmethodes in een veilige
praktijk. We laten kinderen testen.
Aids hoeft niet langer doodsoorzaak
nummer 1 te zijn. Wel is het belang
rijk dat er een sociaal netwerk is en
dat de medicijnen betaald kunnen
worden. In Afrika kan zestig pro
cent de medicijnen niet betalen. On
der veiligheid vallen behandel
methodes, steriele naalden, en in
derdaad ook het condoomgebruik."
Hoe er tegenaan gekeken wordt, er
voer ze op een conferentie waar een
dominee uit Oeganda vertelde over
een getrouwde man die overspel
pleegde zonder condoom, en over
een getrouwde man uit zijn kerk die
overspel pleegde maar wel een con
doom gebruikte. „Een condoom is
op zich niet fout. Het gaat in dit ge
val om een levenshouding van ont
houding en trouw. Propageren doen
we condoomgebruik niet maar we
sluiten het ook niet uit. We gaan ze
niet uitdelen op middelbare scho
len."
Momenteel wordt er ook gepro
beerd om voor vrouwen een middel
te ontwikkelen om zich te bescher
men, een soort vrouwencondoom.
Geluk noemt een het condoom
standpunt 'best lastig.' „Een stand
punt wat je hier inneemt, is niet te
vertalen naar de context daar. Ik kan
me best voorstellen dat niet ieder
een het begrijpt. Het heeft twee kan
ten: een boer in Staphorst zal er an
ders tegenaan kijken dan een
dominee in Zuid-Afrika."
Het bezoeken van de projecten is
een van de aantrekkelijke kanten
van haar werk. „Het is leuk om de
mensen te zien en te spreken. In Ni
geria was ze onder meer bij een pro
ject voor het bouwen van een brug
over een rivier. Om het in de regen
tijd mogelijk te maken om een
weeshuis met Bijbelschool te kun
nen bereiken. „Het was alleen een
fietsbrug. Nu kunnen er ook auto's
over. Wij financieren het gedeelte
lijk. We geven 65.000 euro, de rest
komt van de Gereformeerde kerk in
Nigeria. Het loopt goed. We hebben
er weinig omkijken naar, het wordt
door de dominee ter plekke gere
geld.
Bijzondere Noden steunt ook de ge
handicaptenzorg in Abakaliki, in
een rustig gedeelte van het immense
land. Er is een school voor doven
die een beroepstraining krijgen om
bijvoorbeeld schoenmaker te wor
den. Er werkte ook een Nederlandse
arts die patiënten hielp die een on
geluk hebben gehad of verbrand
zijn. Bijzondere Noden blijft het
project financieren, maar het wordt
nu volledig door Nigerianen ge
daan."
Jannemieke heeft nog vele reizen in
het verschiet. Het deputaatschap
heeft jaarlijks ongeveer 2 miljoen te
besteden. Geld dat goed bewaakt
moet worden, vindt ze.
beurde regelmatig dat er vier vis
sers waren die samen een boot had
den gekregen en die deze boot had
den verkocht aan een rijke man. Ze
waren bij hem in dienst gegaan zo
dat ze verzekerd waren van een vast
inkomen. Als bijvoorbeeld je doch
ter trouwt, dan heb je in een keer
veel geld nodig." Het was voor Jan
nemieke allemaal wat formeler dan
onder de Roma van Bulgarije, zegt
ze omdat ze afhankelijk was van
een tolk van de organisatie en ze
niet geheel onafhankelijk kon ope
reren. Het was er heet, vertelt ze.
„Het was er eind december 32 gra
den. Toen ik thuis kwam was het
min drie graden. Ik ben toen nog
gaan schaatsen op de ijsbaan in
Scherpenisse. Maar ik heb het toen
wel een paar weken steenkoud ge
had."
Ze woonde eerst in de stad bij een
oud vrouwtje dat geen woord En
gels sprak. Er was een toilet en stro
mend water, en vier of vijf uren per
dag elektriciteit. Later woonde ze in
een dorp bij een echtepaar van een
kindertehuis. Zij spraken behoorlijk
Engels, maar daar was geen stro
mend water en bleef de elekriciteits-
voorziening beperkt tot twee uur per
dag. „Er was een gemeenschappelij
ke kraan. Als het 's nachts ging re
genen dan vloog iedereen naar bui
ten om grote bloempotten neer te
zetten om water op te vangen. Dat
gebeurde op de gekste tijden."
Toen ze halverwege haar bezoek
een conferentie bezocht in Chennai
(het vroegere Madras) verbleef ze in
een hotel. „Toen heb ik wel een half
uur onder de douche gestaan."
Het is nog steeds zo als ze weer
thuis komt van een verre reis dan ze
thuis een bad neemt. „Die luxe heb
ben wij. Het is ook al fijn dat de wc
op slot kan en dat er wc-papier is."
Ze zat nog in India toen ze via haar
ouders een advertentie kreeg over
Bijzondere Noden. Ze zochten een
projectcoördinator van 25 jaar. De
termijn om op de advertentie te re
ageren was al verstreken." Ze belde
en kon alsnog solliciteren. Ze ging
op gesprek en werd aangenomen.
„Ik snap het nog steeds niet. Als je
antropologie hebt gestuurd, komt 40
procent niet aan een baan in het vak.
De helft gaat de journalistiek in, de
rest ontwikkelingssamenwerking.
Ik kan nu werk doen voor een chris
telijke organisatie. Het was voor me
uitgezocht."
Ze kende de naam van de organisa
tie wel, maar meer ook niet, zegt ze
lachend als ze erop terugkijkt. In
eens was Jannemieke projectcoördi
nator voor Afrika, Midden-en Zuid
Amerika. Ze doet aan fondswerving
en evalueert projecten van Bijzon
dere Noden. In Afrika is het depu
taatschap betrokken bij projecten in
Nigeria, Sudan, Congo, Malawi,
Zuid-Afrika. Zimbabwe, Ethiopië
en Kenia. Het gaat voornamelijk om
gezondheidszorg, de zorg voor we
zen, onderwijs, voorlichting en pre
ventie over aids en opvang van aids-
patiënten. Daarnaast wordt nood
hulp verleend in bijvoorbeeld Con
go en Sudan.
Aids en de bestrijding daarvan is
binnen de christelijke hulporgani
saties een gevoelige kwestie. Be
wustwording - om de ziekte te
voorkomen - is een belangrijke
pijler onder het werk van Bijzon
dere Noden, zegt ze. „Als een
christen aids krijgt, wordt die be
stempeld als iemand die zondig is.
Maar aids komt niet alleen door
overspel. Vrouwen die in Afrika
aids krijgen hebben vaak maar één
man, maar omdat hij vreemd gaat,
worden zij besmet. Ze krijgen wel
een stigma. We houden ons bezig
met de opvang van die vrouwen."
In de benadering van het voorko
men van aids staat onthouding bo
venaan het lijstje, dan trouw blij
ven aan één partner en op de derde
plaats het gebruik van condooms.
Volgens Jannemieke is dat de stan
daard waarbij het gebruik van con
dooms echter wat ondergesneeuwd
raakt.
Ook kinderen raken vaak besmet
met aids als de moeder drager is van
In Bulgarije leven nog veel zigeuners in armoedige huisjes.
de honger omkomen, of zo. En er
zijn wel rijke Roma. Die hebben
zich door de handel opgewerkt. Die
gaan meestal verhuizen en in de
stad wonen."
Een deel van de Roma woont in
krotten, een deel in huizen die ze
zelf bouwen. „Ze hebben allemaal
een breedbeeldtelevisie, maar toch
zijn er dan nog bij die geen stro
mend water hebben, geen elektrici
teit en geen riolering."„Ze betalen
vaak geen belasting. Een belasting
ambtenaar durft er niet binnen, die
is bang dat hij gevierendeeld
wordt."
Uitzonderingen zijn er ook. Janne
mieke maakte kennis met een rijke
re Roma die als leider van de wijk
optrad en ouderling was in de Ba-
pistenkerk. „Hij had een eigen huis
gebouwd en was bezig het te legali
seren. Sociaal en economisch heeft
hij veel touwtjes in handen. Het is
een man van gezag die veel vertrou
wen geniet." De kerk is gebouwd in
de zigeunerwijk omdat de Bulgaar
se bevolking in de stad niet samen
met de zigeuners in één kerkge
bouw wil zitten, vertelt de Thoolse.
De kerkgemeenschap telt 120 tot
150 leden.
Jannemieke woonde aan de rand
van de wijk, bij een Bulgaarse
vrouw. Daarvoor had ze drie weken
op de taal zitten blokken. Om men
sen te spreken te krijgen maakte ze
afspraken in de kerk nadat ze was
geïntroduceerd door de wijkleider.
„Dat was geen probleem. Ik wilde
tijdens de interviews aantekeningen
maken, maar na twee keer heb ik
pen en papier laten liggen. Ze zei
den steeds tegen me wat ik op moest
schrijven en dat wilde ik niet."
Jannemieke werd steeds met gebak
ontvangen. „Ze kochten speciaal
voor haar ook cola, maar daar houd
ik helemaal niet van." Ze kwam bij
veel mensen thuis. De huisvesting
verschilde. „Er zijn huizen waar je
niet rechtop kan staan. En niemand
heeft een wc in huis. Meestal is het
een hokje met een emmer. Als de
emmer vols is, gooien ze hem leeg
in de rivier." Maar er zijn ook Roma
die in huizen wonen die 'haar ou
ders zich niet kunnen permitteren',
zegt ze.
„Ik ben bij een gezin geweest waar
de man via een beetje vage handel
drie auto's voor de veranda had
staan, waarvan twee Mercedessen.
Hij vertegenwoordigde de Roma in
de gemeenteraad van de stad. Hij
stuurde zijn zoontje naar de Bul
gaarse school en wilde het onder
wijs voor de Romakinderen verbete
ren. Zijn probleem was dat er niet
naar hem werd geluisterd. De oplos
sing die hij voorstelde was om een
schoolbus te laten rijden van de wijk
naar de school in de stad en de kin
deren te spreiden over de scholen."
De bus rijdt er nu, met steun van
Kom over en help. „Het zijn nu nog
wel voornamelijk jongens die er ge
bruik van maken, maar het is toch
een stapje vooruit." De kinderen
worden verspreid over verschillende
scholen, omdat Bulgaarse ouders
liever niet willen dat hun kind bij
Roma in de klas zit.
Het hoort allemaal bij de vooroor
delen die mensen over Roma heb
ben, vindt ze. Ze kon via de stich
ting Kom over en help uit Nijkerk
(die sinds 1974 actief is in Oost-Eu
ropa) voor haar afstudeeropdracht
terug, om na te gaan wat er onder de
Andere culturen leren kennen is een van Jannemiekes drijf\'eren.
Jannemieke Geluk uit Tholen bezocht India om te kijken wat er met de projecten gebeurd is na de
tsunami van kerst 2004.
Roma veranderd is door de hulpver
lening. „Christelijke hulpverle
ningsorganisaties gaan ook steeds
professioneler werken. De vraag is
wat dat voor invloed heeft op de re
latie met de doelgroep. Maar het is
ook belangrijk na te gaan hoe je je
als organisatie bij de achterban ver
koopt. Tien jaar geleden werden er
alleen maar kleren naar de Roma
gebracht. Maar tegenwoordig is er
meer aandacht voor verantwoording
van de bestede gelden.
Voor de armen was het vaak lastig
om aan te geven wat de oplossing is
voor hun problemen, zegt Janne
mieke. „Ze zeggen stuur maar geld
of kleren, een paar wilde koeien of
een nieuw huis. Een huis bouwen is
wel leuk, maar dan is er nog geen
geld om het te onderhouden. Een
handelaar bijvoorbeeld wilde dat
zijn zoon boekhouding ging leren."
In de wijk zijn geen geasfalteerde
wegen. Hoeveel mensen er wonen,
is niet precies vast te stellen, zegt
Jannemieke. Ze schat tussen de
4500 en 7000 inwoners.
De Thoolse is onder de indruk van
de gastvrijheid bij de Roma. Maar
ook dat ze zich geen zorgen maken
over de dag die komen gaat. „Dat
kun je ook heel christelijk omschrij
ven als volop leven en vertrouwen
op God."
Volgens Geluk gaan steeds meer
christelijke hulp- en ontwikkelings
organisaties hun doelgroepen uit
breiden. Het motto bij Kom over en
help was volgens Geluk eerst geba
seerd op de tekst uit Galaten 6 vers
10: laat ons goed doen aan allen,
maar het meest aan de huisgenoten
des geloofs. „Dat is nu veranderd in
"Heb je naaste lief zoals je zelf'
(Mattheüs 22 vers 39). Daarmee
kun je als christenen ook anderen
helpen die geen christen zijn. Het
blijft dus wel christelijk geïnspi
reerd. Dat moeten organisaties zien
over te brengen op de achterban. De
Bijbel als inspiratiebron maar dan
breder getrokken."
Volgens Jannemieke is het van groot
belang dat de organisaties luisteren
naar de doelgroep. En dat ze zich
daar op aansluiten. „Anders heeft
het geen resultaat."
De Thoolse onderzocht ook wat er
met het geld is gebeurd na de tsuna
mi in Zuid-Oost Azië. In opdracht
van het Tear, een evangelische hulp
organisatie die samenwerkt met
christelijke organisaties in Afrika,
Latijns Amerika en Azië. Ze was er
vorig jaar oktober tot december. Ze
bezocht het dorp Dalit In Tamil Na-
du in India waar mensen wonen op
de 'onderste tree van het kastensys
teem.' „De lemen hutten waarin ze
woonden waren weggespoeld, hun
vissersboten waren kapot en de
grond was verzilt. Ik moest kijken
wat welke programma's er waren
uitgevoerd. Het ging onder meer om
huisvesting, wegenaanleg, gezond
heidszorg, scholing van kinderen en
bijles voor de plaatselijke organisa
tie." Ze kon vaststellen dat de deel
name van de doelgroep goed was,
maar dat het van de aannemer af
hing of die aan de wensen van de
bewoners tegemoetkwam.
„In het plan was opgenomen om in
elke woning een wc en een badka
mer te bouwen, maar de meeste
mensen wilden dat niet. De ene aan
nemer hield daar rekening mee, de
andere niet. Die volgde precies het
plan." Volgens Jannemieke is er al
tijd een spanningsveld tussen wat de
mensen willen en wat de hulporga
nisatie kan of wil bieden. „Dat is
een dilemma. Waar stopt het? Men
sen willen een Mercedes als je
vraagt wat ze willen, maar dat is
geen ontwikkeling."
Volgens Geluk is er na de tsunami
zoveel geld ingezameld dat 'ze van
gekkigheid niet wisten wat ze ermee
aan moesten.' Voor de vissers was
het bijvoorbeeld belangrijk dat ze
weer boten kregen om in hun le
vensonderhoud te voorzien. Maar
het was volgens Jannemieke beter
geweest als er ook aan visverwer
king en toerisme gedaan zou zijn.
„Ook daar is sprake van overbevis-
sing en iedereen vist er. Toerisme
zou meer economische ontwikke
ling kunnen brengen. Maar het
bleek dat de meeste organisaties er
geen tijd voor hadden om zoiets op
te zetten."
Ze keek ook wat de gevolgen waren
van het aanbrengen van een wc in
de huizen bij bewoners die dat niet
wilden. Het bleek dat ze die ruimte
gebruikten voor de opslag van
hout."
De huizen die ze kregen, mochten
ze niet verkopen, zegt ze. „Het ge
>- 'ïi
„SB
In Toole, in Toole
de Verbo gekraekt
op de punt 't lienkst 't kenaal
't was a open hemaekt
ze hokt d'r saemen
't waeter was koud
vor de rust in de ruumte
in vor de plisie nie benauwd
In Vosmeer, in Vosmeer
een nieuw elftal
op de Vossenberg, de Vossenberg
vliege z' achter een bal
in Roosevelts durp
jongers uut Marokko
spelen in 't Oranje:
Rachid en Mo
In Setalland, Setalland
de speeltuin verleid
van de Schoolstraete, nae de Schoolstraete
da's eindelijk een feit
de kinders steke over
haen stok over blok
uniek uut d'n schuinen
toch bluuft een hok
Staevenisse, Staevenisse
nieuwe meules gepland
an de Pilootwegt, de Pilootwegt
je raekt er nooit an gewend
gêên turbines bie 't durp.
Zeeuwind speel noe op safe
de wieken haen spinnen
an de Poesdreef
Uut Smurdiek, uut Smurdiek
dae kom ze vandaen
uut de Blommenlaen. de Blommenlaen
wie kent nog d'r naem?
ze leerde'n er vechte,
wat kriehe we noe?
zuiver in China
kleinkind Harkoe
In Schèrp'nisse, Schèrp'nisse
kreeg 'n vrouwe 's nachts bezoek
in de Laban Deurloo, de Laban Deurloo
ze zat te puzzelen in een boek
drie veinters slope binnen
in sloeg' ulder slag
200 euro zei ze,
das 'n maeher gelag
Dat Povlie, dat Povlie
dat stieng op zijn kop
Stoofstraete, Stoofstraete,
renners mee rugnummers op
de omloop van Tholen,
het rook wir nae zwêêt
passere op de stroke,
da's toch nie verkeerd?
-
Op Flupland, op Flupland
gaen ze mee mee d'n tied
an de dammen, de dammen
twee rotondes die a je d'r ziet
beperkt kleurenspectrum
op de wegt in de lucht
lampen mee hroen licht
vo de veuhels in de vlucht
De Polder, de Polder,
kom op vo de jeugd
an de schole, an de schole
een speeltuin die nie deugt
't zand mot er weg,
je bin zo mae nie klaer
mee tehels een prachtwijk
van (exit) Vogelaer
Aie de Viet.