B. en w. niet bereid
koppeling los te laten
incasso en termijnen
Nuis stuurt alle collegeleden op
cursus eerste hulp bij ongelukken
„Tholenaren zijn vaak bikkels en
komen niet zomaar voor een akkefietje"
Lievensberg viert 40-jarig
bestaan met kijkje in keuken
Nu ook aed-apparaat bij ingang van gemeentehuis in Tholen
Donderdag 26 juni 2068
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Zuid-Afrika
Apartheid
Schade brandweer
Stavenisse groter
Staar
Gemeente moet
zwembadhuid
duurder verkopen
Evenwicht is zoek
in beleid van de
coalitiepartijen
Inwoners die de gemeentelijke belastingen niet via auto
matische incasso betalen, krijgen niet de mogelijkheid
om in meerdere termijnen te betalen. Burgemeester en
wethouders zijn niet bereid om de dit jaar aangepaste
verordening opnieuw te wijzigen. Dat antwoordt het col
lege op een vraag van de ChristenUnie.
De Thoolse werkgroep aed heeft dinsdag een aed-appa-
raat overhandigd aan burgemeester W. Nuis. De uitrei
king stond symbool voor het uitdelen van alle 15 aed-ap-
paraten in de hele gemeente. Het college van b. en w.
verwelkomde negen leden van de werkgroep in de raads
zaal van het gemeentehuis. Daar gaf Pieter den Braber de
automatische externe defibrillator aan de burgemeester.
Historie Lievensberg door ogen van arts en verpleegkundige uit Tholen
Scherp
Vertrouwen
3
Ze kennen het Lievensberg ziekenhuis al van kleins af aan en werken er
zelf nu al ruim 20 jaar. Jan Peter Flipse (47) is er oogarts en zijn vrouw
Anja Stoutjesdijk (43) is verpleegkundige bij de spoedeisende hulp. De
Tholenaren hebben elkaar op de werkvloer leren kennen en werden
verliefd. Niet alleen op elkaar. Lievensberg heeft ook een warm plekje
in hun hart. Een verhaal over twee mensen achter het ziekenhuis. En
hoe een arts en een verpleegkundige hun voorbije jaren in Lievensberg
hebben ervaren in vergelijking met nu.
Jan Peter Flipse komt oorspronke
lijk uit Steenbergen. Na zijn mid
delbare school ging hij geneeskun
de studeren. Hij promoveerde in
1990 op oogbeweging. De kersver
se doctor voldeed zijn dienstplicht
als legerarts. In de weekeinden ver
diende hij een centje bij in Lievens
berg op de afdeling spoedgevallen.
„Ik deed het algemene werk: pleis
ters plakken, polsen rechtzetten, het
assistenten werk van toen." Hij
lacht: „Dat was in die tijd. Dan
werd je gewoon geholpen door een
legerarts. Tegenwoordig heb je die
niet meer. nu heb je onder anderen
de huisartsen in opleiding die wor
den ingezet op de spoedgevallen."
Flipse: „Er is wel wal veranderd
hoor. want toen ik als legerarts
weekenddienst had. begon ik vrijdag
om vijf uur en had dan continue
dienst tot maandagmorgen acht uur.
En dan begon ik op maandag aan
mijn gewone weekdienst." Hij ver
telt dat je tijdens de weekenddienst
wel mocht slapen, maar je werd voor
elk wissewasje opgepiept. „Je be
grijpt dat ik tegen het einde van mijn
dienst scheel begon te kijken en dat
kwam de zorg natuurlijk niet ten
goede. Wat dat betreft, is er heel wat
verbeterd. Nu bestaan de weekenden
gewoon uit acht uurs-diensten."
Toen zijn diensttijd was afgelopen,
bleef Flipse als assistent bij de afde
ling cardiologie werken. „In af
wachting van een opleidingsplaats,
want voordatje specialist in een zie
kenhuis kon worden, moest je eerst
nog een extra opleiding volgen." Hij
leerde in 1991 de Smurdiekse Anja
kennen die op de intensive care
werkte. Zij kwam in 1984 bij het
ziekenhuis waar ze een opleiding tot
A-verpleegkundige volgde. „Je had
in die tijd drie richtingen. Er was
ook een opleiding tot verpleegkun
dige in de psychiatrie en in de
zwakzinnigen zorg. Tegenwoordig
ga je daarvoor gewoon naar school."
Stoutjesdijk kwam al gauw na haar
opleiding bij de ic terecht.
De assistent en de verpleegkundige
hadden destijds veel met elkaar te
maken. Gekscherend zegt Flipse:
„Zij leerde mij de eeg's (electrocar
diogram of hartfilmpje, -red.) lezen.
Het klikte goed tussen de twee,
maar ze hielden hun verliefdheid
lang verborgen. Toen ze een keer sa
men over de dijk in Tholen wandel
den, kwamen ze het hoofd van de
intensive care tegen. „Toen wist ie
dereen het", vertelt Stoutjesdijk.
„Niemand maakte er een probleem
van."
Flipse vond het te lang duren voor
dat hij een opleidingsplaats kreeg
en solliciteerde in Antwerpen. Daar
kreeg hij die wel direct. Er volgde
een studie van vier jaar, waarvan hij
het laatste jaar in Zuid-Afrika ver
vulde. „Ik kreeg de mogelijkheid
om tijdens mijn laatste studiejaar in
Afrika als oogarts aan de slag te
gaan. Dat kon toen voor mijn stu
die." Stoutjesdijk wilde met haar
vriend mee, maar dat kon alleen als
ze trouwden: „Anders kreeg ik
geen verblijfsvergunning." Flipse
lacht: „Dat zette wat druk op de ke
tel, maar er waren natuurlijk wel
meer redenen voor een huwelijk."
Ze trouwden in september 1995 en
in december van dat jaar vertrokken
ze naar Zuid-Afrika. „Er had toen
net een ommekeer in de regering
plaatsgevonden. De eerste zwarte
regering kwam aan de macht na het
afschaffen van de apartheid", zegt
Flipse. „En je moet niet denken dat
we daar ontwikkelingswerk gingen
doen. Ze hadden daar perfecte me
dische zorg."
Stoutjesdijk ging ook in dat land
aan de slag op de ic. Ze zag wonden
die ze nog nooit gezien had. Er wa
ren daar schietincidenten aan de lo
pende band. En het was in Afrika
bijna de gewoonte om een mes in
iemands oog te steken als je ruzie
had. Flipse: „Aids kenden we wel,
maar in een dergelijke omvang had
je dat in ons land niet voor kunnen
stellen."
Hij kwam als oogarts dan ook met
nieuwe oogaandoeningen in aanra
king, zoals de steekwonden in het
oog. „Ik stond steeds voor de vraag
hoe ik iets medisch-technisch ging
oplossen. Nee, een oogarts is geen
mannetje voor brillen. Je hebt in dit
vak heel veel raakvlakken met de
interne geneeskunde en de neurolo
gie." Flipse vertelt dat bij een ziekte
als aids er allerlei infecties in het
eindstadium zijn, waarbij vaak ook
het netvlies wordt aangetast. En bij
een beroerte kan een gedeelte van
het gezichtsveld wegvallen net als
bij suikerziekte.
Qua zorg hebben de twee veel ge
leerd in Afrika, maar ook op maat
schappelijk gebied hebben ze een
duidelijk verschil met Nederland
gezien. „Je krijgt daar goede zorg
als je het kan betalen. Er was nog
uit de apartheid een scheiding tus
sen staats- en privépraktijken. De
rijke blanken gingen naar de privé-
ziekenhuizen en de zwarten en ar
mere blanken kwamen in de staats-
ziekenhuizen terecht die gratis
waren. Maar er werd wel de afwe
ging gemaakt of iemand de beno
digde zorg kreeg", vertelt Stoutjes
dijk. Ze noemt een 19-jarig meisje
als voorbeeld. „Zij zou in Neder
land direct als dialysepatiënt wor
den opgenomen. In Afrika werd ze
gewoon naar huis gestuurd, omdat
ze niet het geld had voor medicij
nen en niet de tijd om naar de dialy
se te komen. Ze ging dus gewoon
dood."
Het Lievensberg ziekenhuis in Bergen op Zoom bestaat zaterdag 40
jaar. Dat wordt gevierd met een open dag. De deuren van het zieken
huis staan van 12 tot 16 uur open voor bezichtiging van het complex.
Ziekenhuismedewerkers tonen hun
werkplek en geven antwoord op vra
gen. Kinderen kunnen hun pop (van
hard plastic) in het gips laten zetten,
hun zieke beer laten genezen door
de poppendokter en meedoen aan
een ballonnenwedstrijd. De dag
wordt van 16 uur tot 18 uur afgeslo
ten met een optreden van de Bergse
coverband Plein 13.
Bezoekers kunnen zaterdag onder
andere een kijkje nemen in de gips-
kamer en op de röntgenafdeling. De
afdeling revalidatie opent ook haar
deuren. Er is een informatiestand
over de joint care (operatie van knie
of heup en herstellen in groepsver
band met een coach).
De functieafdeling laat apparatuur
zien. In de poliklinische operaticka
mers wordt gedemonstreerd hoe een
operatie in zijn werk gaat en bij de
centrale sterilisatieafdeling wordt
getoond hoe alle instrumenten weer
steriel worden gemaakt voor een
volgende operatie.
De medische elektronici laten zien
hoe zij alle medische apparatuur on
derhouden en zonodig repareren.
Daarnaast vertellen de poliklinieken
geriatrie, reumatologie en flebologie
(spataderen) meer over de mogelijk
heden en methoden. Ook de oncolo-
gieverpleegkundigen verstrekken in
formatie over hun werkzaamheden.
De ziekenhuisapotheek, de kinder
dagbehandeling, de kinderafdeling
en de poliklinische apotheek laten
meer van hun werk zien.
Verder kunnen belangstellenden
kennis maken met de dienst geeste
lijke verzorging. Ook de cliënten
raad en de vrienden van Lievensberg
zijn aanwezig. De laatste organise
ren een ballonnenwedstrijd waar
kinderen aan kunnen deelnemen. De
ballonnen worden vlak voor het op
treden van de band opgelaten. De
vrienden van Lievensberg reiken op
27 augustus de prijzen uit
De bloedbank is aanwezig en de
GGD plaatst een ambulance bij het
startpunt van de open dag: de ingang
van de polikliniek. Naast de open
dag wordt deze week een speciaal
jubileummagazine verspreid onder
de inwoners van het verzorgingsge
bied (van Steenbergen tot Tholen/
Reimerswaal).
Met 367 bedden behoort het Lie
vensberg ziekenhuis tot de middel
grote streekziekenhuizen in Neder
land. Met ruim 90 medisch
specialisten en circa 1.600 mede
werkers (personeelsleden, vrijge
vestigde medisch specialisten en
vrijwilligers) verleent het zieken
huis zorg voor West-Brabant, de ge
meente Tholen en in toenemende
mate voor de patiënten uit de ge
meente Reimerswaal. Bovenregio
naal verzorgt Lievensberg de spe
cialistische functies psychiatrie,
revalidatiedagbehandeling en geria
trie. Het beleidsplan noemt drie
nieuwe speerpunten: pijnbestrij
ding, oncologie en de zorg voor de
oudere patiënt.
De schade aan de tankauto door de
brand in de kazerne in Stavenisse is
groter dan werd aangenomen. Dat
zegt brandweercommandant J. de
Feijter. Vrijdagavond was de post
weer in bedrijf, maar niet vanuit de
brandweerkazerne aan de Juliana-
straat. De wagen is nog niet terug,
maar de post maakt gebruik van een
wagen van het stadsgewest Middel-
burg/Vlissingen. Die rukt uit vanaf
hel terrein van postcommandant Jo-
han van Dijke aan de Pilootweg om
dat de kazerne nog niet schoon is.
Door de hitte is de bedrading in de
wagen van Stavenisse beschadigd. Hij
werd naar een bedrijf in Amersfoort
gebracht. „Het hele dashboard en de
bedrading ligt er uit. Door de chloor-
dampen die vrij zijn gekomen, is ook
de aluminium opbouw beschadigd.
Deze week is de wagen nog niet
klaar."
Na de brand in de kazerne zijn de wa
gen en reddingsboot weggehaald. De
vlet is inmiddels terug. Donderdag
werd in de gemeentewerkplaats in
Sint-Maartensdijk begonnen met het
schoonmaken van de pakken en hel
men. Vrijdag konden ze opnieuw
worden geïmpregneerd en om vijf uur
was de post in Stavenisse weer in be
drijf. Ook de boot was voor het week
end weer paraat. Het is nog niet be
kend of er aan in de kazerne
onderdelen vervangen moeten wor
den. Voorlopig gaat De Feijter er van
uit dat na het poetsen de kazerne weer
gebruikt kan worden. „We ervaren nu
aan den lijve wat er allemaal moet ge
beuren na een brand. Meestal geven
we de mensen een hand als de stich
ting Salvage komt om de schade en de
verzekering te regelen. Nu zijn we er
zelf mee geconfronteerd. Gelukkig is
de schade nog beperkt gebleven. Als
het 's nachts was gebeurd, dan was
het veel erger geweest."
De bemoeienis van de politiek in de
zorg, heeft ook invloed gehad op
Lievensberg. Zo zijn onder het be
wind van minister Borst operaties
speciaal in het weekend uitgevoerd
om de wachtlijsten in de oogzorg
van Lievensberg weg te werken.
Op deze manier heeft Flipse samen
met zijn collega de wachtlijsten voor
staar weggewerkt. „Vroeger had je
een wachtlijst van een jaar tot ander
half jaar. We hebben in 2001 om en
om alle weekenden door geopereerd.
Nu is de wachttijd maximaal vier
weken voor een staaroperatie. Daar
mee heeft Lievensberg een nette
wachtlijst in de regio."
Onder de druk van de vergrijzing is
er in de functies in het ziekenhuis
ook verandering opgetreden. Er zijn
tegenwoordig ook hbo-verpleegkun-
digen. Die doen specialistisch on
dersteunend werk. wat de dokters
eerst zelf deden. Zo is er door de ja
ren heen een heel team van onder
steuners om een arts gegroeid vol
gens Flipse. „De verloskundige is
hier een historisch voorbeeld van in
de lijn tussen dokter en patiënt."
Flipse vindt dat de makkelijke din
gen in zijn werk hierdoor zijn verd
wenen. „Het is er voor mij alleen
maar moeilijker op geworden, maar
nu doe ik echt het werk waarvoor ik
ben opgeleid."
Waren vroeger bijna alle dokters een
man, tegenwoordig komen er steeds
meer vrouwelijke artsen. „Dat vind
ik een leuke ontwikkeling", zegt
Stoutjesdijk. „Vrouwelijke dokters
zijn vaak wat vriendelijker en heb
ben een andere kijk op dingen. En ze
hebben meer inlevingsvermogen",
vindt ze.
Wat is gebleven is de goede band met
de patiënten. Die is op sommige pun
ten zelfs beter geworden. Stoutjes
dijk: „Vroeger wilden mensen graag
hogerop voor hun zorg, maar nu blij
ven ze graag in Lievensberg omdat ze
daar iedereen kennen." Flipse vindt
het fijn dat veel van zijn klanten
honkvast zijn, zoals de Tholenaren.
„We hebben een redelijk vast patiën
tenbestand. Je weet daardoor veel
persoonlijke dingen van je patiënt,
zoals 'die heeft zijn huis te koop' of
'zijn vrouw is pas overleden'. Daar
door krijg ik soms het gevoel alsof ik
een beetje een huisarts ben."
Het echtpaar is heel tevreden over
het ziekenhuis zoals het er nu is. Ze
vinden het heel mooi geworden na
de verbouwing. Flipse noemt de
operatiekamer zelfs één van de
meest luxe van Zuidwest Nederland.
Het werk vonden ze al leuk en dat is
het ook gebleven. „Het is anders ge
worden. maar de core business is
hetzelfde gebleven. Je zorgt voor
mensen en dat is gelukkig niet ver
anderd."
Stemmen
van lezers
Uit de Eendrachtbode van 29 mei
blijkt dat wethouder Van Dis onder
handeld heeft met recreatie onder
nemer Jeroen Knols van vakantie
park De Pluimpot om te komen tot
de bouw van ruim 200 vakantiewo
ningen inclusief een overdekt
zwembad. Het is er de gemeente al
les aan gelegen om in de nieuwe
voorziening zwemlessen en diplo-
mazwemmen te behouden zo blijkt
uit dit artikel. De bijdrage van de
gemeente aan het project moet nog
nader uitgewerkt worden, maar in
het nieuwe zwembad participeert de
gemeente alleen mee v.w.b. het
schoolzwemmen, zo geeft de wet
houder aan. In de praktijk blijkt
echter dat schoolzwemmen voor de
meeste kinderen niet voldoende is
om tot een diploma te komen, zodat
deelname aan de gemeentelijke
zwemlessen noodzakelijk is. Deze
lessen worden nu met professie en
200% inzet op gewenst niveau ge
geven in Haestinge, waar zelfs zorg-
kinderen de nodige aandacht krij
gen. Wordt schoolzwemmen straks
het hele 'school'jaar rond gegeven
met diploma-uitzicht op redelijke
termijn of moet de westkant van het
eiland straks richting Tholen voor
het volgen van gemeentelijk zwe
monderwijs? Is de recreatie onder
nemer - die winst moet draaien - en
zijn gasten wil verwennen bereid
om zijn bad enkele uren op midda
gen en 's zaterdagsmorgens be
schikbaar te stellen t.b.v. de ge
meentelijke zwemlessen voor
eilandbewoners of geeft hij het bad
liever aan zijn gasten op deze tijd
stippen? Wordt het huidige perso
neel straks gedetacheerd bij dhr.
Knols of wordt de formatie zwem
badpersoneel ingekrompen? In
hoeverre heeft de gemeente invloed
op de toegangsprijzen ondanks dat
deze in overleg met de gemeente
vastgesteld zullen worden?
Zomaar enkele vragen die naar bo
ven komen bij lezing van dit artikel.
Het feit dat er nu ogenschijnlijk op
een leuke manier aan een overdekt
zwembad gekomen kan worden,
mag geen reden zijn om personeel,
zwemlesouders en kinderen van ei
gen bodem op de tweede rang te
schuiven, anders moet de wethou
der maar terug naar de onderhande
lingstafel om zijn gemeentelijke
huid wat duurder te gaan verkopen.
H. Quist, Sint-Maartensdijk.
Ik wil reageren op het artikel Smer-
diek aan zee in de Eendrachtbode
van 19 juni. Veel burgers zien alles
alleen maar achteruit gaan ten op
zichte van de ontwikkelingen in
Tholen. zodat het positief uitdragen
van beleid ten opzichte van de dor
pen niet meevalt. Ik ben het met
raadslid Klippel eens, dat men het
semi-stadsachtige van Tholen niet
wil. Ook velen in Tholen zelf niet.
Je hoort het meermalen van mensen
uit de diverse dorpen: in Tholen kan
alles, maar in de dorpen kan niets.
Dat Tholen als grootste kern wat
meer heeft aan voorzieningen, is te
begrijpen. Maar het staat toch niet
in een redelijke verhouding t.a.v. de
dorpen. Zie de grote hoeveelheid
aan nieuwbouw vanaf 1998 in Tho
len. Bouw van zorg- en woonzorg
centra, enz. En niet te vergeten het
gemeentehuis aan de Postweg. Kijk
ook naar de Thoolse vesten en de
fraaie bruggetjes. Het mag dan wel
alles kosten, maar voor de dorpen
kan er niets. Mooie plannen maken,
maar niets uitvoeren.
Tijdens de kembezoeken in Poort
vliet en Scherpenisse had men het
voor het zeggen, maar non plus ul
tra. Ondertussen heeft Tholen straks
3 of 4 zorg- en woonzorgcentra,
maar Scherpenisse heeft over tien
jaar waarschijnlijk nog niets. En dat
wordt dan nog gezien als onderdeel
van de impuls Sint-Maartensdijk en
Scherpenisse, evenals de nieuw
bouw van Haestinge. Dit is geen
impuls, maar gewoon een noodzaak
wat de leefbaarheid betreft. Tholen
heeft al heel wat impulsen gehad.
De verhouding is compleet zoek en
dat gaat ten koste van de leefbaar
heid in de dorpen.
Helaas hebben veel mensen op het
eiland nog veel te veel van dat on
derdanige in de trant van ,De over
heid is Gods dienaresse' en die moet
men gehoorzamen. Men doet niets,
maar gaat achteraf klagen. We heb
ben met een gemeentebestuur te
maken dat voor 80% alles in Tholen
wil hebben en nolens volens voor
20% voor de rest van het eiland wat
doet. Wc hebben een gemeenteraad
die in meerderheid ja zegt als het
nee moet zijn en omgekeerd. Voor
de toekomst hoop ik op een grote
politieke omwenteling om een ver
andering van beleid en een door
braak te kunnen forceren.
Het klinkt allemaal niet positief,
maar ik heb het meerdere burgers
horen zeggen. Laat men de impuls
voor Sint-Maartensdijk en Scherpe
nisse eens waar maken. Doe vooral
wat aan extra woningbouw, met na
me voor 50-plussers, want vanaf
1997 is daar in beide kernen nog
nauwelijks sprake van geweest. Als
er geen beter evenwicht komt in de
gemeente, dan zie je in de dorpen
een verdergaande verpaupering en
teloorgang. Het gemeentebestuur
moet laten zien dat het voor het hele
eiland actief is en niet alleen voor
Tholen. De collegepartijen houden
een beleid in stand omdat er geen
deuk in de coalitie mag komen.
Wanneer het gemeentebestuur een
ander beleid laat zien, krijgen de
burgers meer vertrouwen in de ge
meentepolitiek en dat is alleen maar
positief.
C. Kwaak, Halsteren,
oud-inwoner Sint-Maartensdijk.
Tot vorig jaar kon de belasting via
automatische incasso in tien termij
nen betaald worden, en met een ac
ceptgirokaart in twee termijnen.
Vanaf dit jaar gebeurt de incasso in
negen termijnen, terwijl bij elke an
dere betaalwijze het verschuldigde
bedrag ineens moet worden vol
daan. De aanpassing gebeurde op
verzoek van SaBeWa, de organisa
tie die voor Tholen en drie Beve-
landse gemeenten de aanslagen ver
stuurt en de invordering regelt.
Volgens het gemeentebestuur is au
tomatisch incasseren en betalen al
gemeen aanvaard en werkt het tot
volle tevredenheid. Het stroomlij
nen van de processen, waarvan de
aanpassing van de betaaltermijnen
een onderdeel is, past binnen een
efficiënte bedrijfsvoering, vinden b.
en w. van Tholen.
De CU had aangevoerd dat burgers
blijkbaar de regie met betrekking
tot het betalen van belasting in ei
gen hand willen houden, door be
wust niet voor automatische incas
so te kiezen. Maar tegelijkertijd
willen ze wél in enkele termijnen
kunnen betalen. De fractie kreeg
vragen vanuit de samenleving over
de doorgevoerde verandering.
Nadat Nuis uitleg kreeg over de werking van de aed hielp hij een handje mee met het monteren van het kastje aan de buitengevel van het
gemeentehuis. Rechts naast hem Han Ridderhof van gemeentewerken.
Den Braber demonstreerde vervol
gens hoe het apparaat werkt. Er
volgden luide piepjes, geknipper
van lampjes en instructies van een
ingebouwde computerstem. Den
Braber liet met grote gebaren stap
voor stap zien welke handelingen er
verricht moesten worden. Alles
droog, want een proefpersoon dien
de zich niet aan. Nuis wees er na
drukkelijk op dat het apparaat alleen
gebruikt mocht worden als het
noodzakelijk was. Daar stemden al
le aanwezigen mee in. Ook de be
trokkenheid van Thoolse burgers en
hun kennis van het apparaat noemde
hij als belangrijk punt.
Nuis beloofde namens het college
dat zij net als alle andere Thoolse
burgers vrijwillig een cursus gaan
volgen om het apparaat te kunnen
gebruiken. Dat gebeurt waarschijn
lijk in september. In de loop van die
maand volgen de cursussen voor de
overige Tholenaren die zich als vrij
williger hebben opgegeven. De ge
meente heeft er 5000 euro per jaar
voor uitgetrokken. Hoewel kinderen
onder de 16 jaar de aed wettelijk
nog niet mogen hanteren, gaat de
werkgroep ook onder die leeftijds
groep campagne voeren. Er volgt
voorlichting op de basisscholen en
op het Calvijn- en Westerpoortcolle-
ge. Niet om ze te leren hoe je hem
moet gebruiken, maar om te laten
zien wat een aed is, verzekerde de
werkgroep.
Wethouder Marjan Velthuis kreeg
de bijbehorende kast bij het aed-ap-
paraat aangereikt uit handen van
Sylvia Menheere van de werkgroep.
Het hele gezelschap ging vervol
gens naar de ingang van het ge
meentehuis. Daar werd de kast met
daarin het apparaat aan de buitenge
vel gemonteerd. Nuis hielp een
handje mee door de pluggen in de
muur te slaan. De werkgroep ver
wacht eind september alle aed-ap-
paraten verspreid over het eiland ge
monteerd te hebben. Dan zijn er in
totaal 27 aed's in Tholen aanwezig.
Tijdens de demonstratie van Den
Braber stelden de wethouders vra
gen. Of de batterij leeg kon lopen.
„Die moet elke vijfjaar worden ver
vangen." En of de aed wel eens de
fect is. „Het apparaat lest zich elke
dag zelf." En als het kapot is? „Dan
komt er binnen 24 uur een leveran
cier met een nieuw apparaat."
Verpleegkundige Anja Stoutjesdijk en oogarts Jan Peter Flipse uit Tholen werken al meer dan 20 jaar in het jubilerende ziekenhuis
Lievensberg.
Het echtpaar nam het zoals het was.
Stoutjesdijk: „Je komt in een ander
land en ik vind niet dat je dan de
persoon bent die met het vingertje
moet gaan zwaaien. Het is gewoon
een ander systeem dan bij ons." Wel
vindt de verpleegkundige dat je an
ders naar het leven gaat kijken: „Ik
zei vaak als ik weer terugkom in
Nederland, klaag ik nooit meer. He
laas kan ik me daar niet altijd aan
houden. Je gaat het vanzelf toch
weer doen."
Een ervaring rijker keerden ze in
1997 naar Lievensberg terug. Flipse
ging aan de slag als oogarts en
Stoutjesdijk ging naar de spoedeis
ende hulp. In de tussentijd werd Jan
Mark geboren. „Jij was hoogzwan
ger en mocht nog maar net mee met
het vliegtuig", grapt Flipse tegen
zijn vrouw. Inmiddels hebben ze
ook een dochter, Renske van acht.
Het was wel weer even wennen
voor de twee. „De mensen hebben
hier andere klachten. Dat is wel
even een omschakeling", zegt Stout
jesdijk. „Je hebt ook een flink relati
veringsvermogen ontwikkeld. In
eerste instantie vraag je je af wat ie
mand komt doen, omdat je het wel
vindt meevallen wat hij heeft, maar
al gauw leer je mensen weer serieus
nemen."
Hun Afrikaanse tijd is een welkome
aanvulling in de omgang met patiën
ten. „Lievensberg is een smeltkroes
van patiënten uit allerlei geledingen.
Je hebt gereformeerde Zeeuwen,
rooms-katholieke Bergenaren, al
lochtonen en asielzoekers uit het
centrum bij Putte. Je hebt er een be
paald inlevingsvermogen voor no
dig, maar je moet iedereen met het
zelfde respect behandelen", vindt
Flipse.
Voor Tholenaren hebben ze allebei
bewondering. „Dat zijn vaak echte
bikkels. Die komen niet zomaar
voor een akkefietje", zegt Stoutjes
dijk. Dat kan haar man beamen.
„Maar misschien is het wel typisch
Zeeuwse nuchterheid. Ik heb een
keer een wat oudere Zeeuw op
spreekuur gehad. Hij zei: „Dokter,
ik zie 't allemael nie mêêr zo
schérp." Nou, hij zag het echt niet
goed meer. Je weet dat het bij Zeeu
wen meestal wel menens is."
De verhouding tussen patiënten en
artsen, maar ook tussen artsen en
overig personeel, hebben Flipse en
Stoutjesdijk door de jaren heen wel
zien veranderen. „De dokters zijn
van hun voetstuk afgevallen. Ze hoe
ven niet meer de baas te spelen en
zijn veel toegankelijker geworden en
meer gelijk met het andere perso
neel", zegt Stoutjesdijk. Ze vindt dat
patiënten veel mondiger zijn gewor
den en meer de zorg zijn gaan con
sumeren: „Ze gaan eerder shoppen
tussen ziekenhuizen."
Onder andere internet heeft daar vol
gens het zorgechtpaar een rol in ge
speeld. „Als je een patiënt hebt ge
sproken en verteld hebt wat hij
heeft, gaat hij dat 's avonds op inter
net opzoeken." Flipse ziet dan ook
het aantal aanvragen voor een se
cond opinion groeien. „Op zich is
daar niets mis mee. Het is fijn als
mensen meedenken, maar ze moeten
daar niet zover in gaan dat ze het
vertrouwen in hun dokter verliezen.
Als je op vakantie gaat. neem je toch
ook niet eerst een cursus vliegen of
neem je een kijkje in de cockpit of
alle goede lampjes wel branden?"
Flipse is van mening dat het ouder
wetse vertrouwen de basis is voor
een goede relatie met een arts. Hij
denkt dat hij dat aardig voor elkaar
heeft. Zijn vrouw: „Je krijgt altijd
veel cadeautjes van je patiënten."
De dokterstatus is ook op een ander
gebied veranderd. Flipse: „Vroeger
wist de dokter alles. Hij wist altijd te
vertellen wat jij hebt. Ik weet het
soms gewoon niet en geef dat dan
ook toe. Dan stuur ik mensen door
naar een andere arts."
Maar juist met de komst van nieuwe
technieken kan Flipse vandaag de
dag veel meer operaties zelf uitvoe
ren. „Ik heb nu gigantisch veel staar
operaties. Alle apparatuur is tegen
woordig aanwezig. Vroeger was er
vaak maar één bepaald apparaat in
een regio." Stoutjesdijk vindt het
prachtig dat door medische ontwik
kelingen iemand met een dreigend
hartinfarct sneller kan worden ge
holpen, zodat de schade aan het hart
beperkt blijft. Die mensen zie je
vaak al de volgende dag weer over
de afdeling lopen. „Vroeger bleef je
drie weken in het ziekenhuis en
kreeg je een programma met fysio
therapie, waarbij je trap moest lopen
en mocht je maar een half uurtje per
dag op."
kt Hl
w