B. en w. niet bereid koppeling los te laten incasso en termijnen Nuis stuurt alle collegeleden op cursus eerste hulp bij ongelukken „Tholenaren zijn vaak bikkels en komen niet zomaar voor een akkefietje" Lievensberg viert 40-jarig bestaan met kijkje in keuken Nu ook aed-apparaat bij ingang van gemeentehuis in Tholen Donderdag 26 juni 2068 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Zuid-Afrika Apartheid Schade brandweer Stavenisse groter Staar Gemeente moet zwembadhuid duurder verkopen Evenwicht is zoek in beleid van de coalitiepartijen Inwoners die de gemeentelijke belastingen niet via auto matische incasso betalen, krijgen niet de mogelijkheid om in meerdere termijnen te betalen. Burgemeester en wethouders zijn niet bereid om de dit jaar aangepaste verordening opnieuw te wijzigen. Dat antwoordt het col lege op een vraag van de ChristenUnie. De Thoolse werkgroep aed heeft dinsdag een aed-appa- raat overhandigd aan burgemeester W. Nuis. De uitrei king stond symbool voor het uitdelen van alle 15 aed-ap- paraten in de hele gemeente. Het college van b. en w. verwelkomde negen leden van de werkgroep in de raads zaal van het gemeentehuis. Daar gaf Pieter den Braber de automatische externe defibrillator aan de burgemeester. Historie Lievensberg door ogen van arts en verpleegkundige uit Tholen Scherp Vertrouwen 3 Ze kennen het Lievensberg ziekenhuis al van kleins af aan en werken er zelf nu al ruim 20 jaar. Jan Peter Flipse (47) is er oogarts en zijn vrouw Anja Stoutjesdijk (43) is verpleegkundige bij de spoedeisende hulp. De Tholenaren hebben elkaar op de werkvloer leren kennen en werden verliefd. Niet alleen op elkaar. Lievensberg heeft ook een warm plekje in hun hart. Een verhaal over twee mensen achter het ziekenhuis. En hoe een arts en een verpleegkundige hun voorbije jaren in Lievensberg hebben ervaren in vergelijking met nu. Jan Peter Flipse komt oorspronke lijk uit Steenbergen. Na zijn mid delbare school ging hij geneeskun de studeren. Hij promoveerde in 1990 op oogbeweging. De kersver se doctor voldeed zijn dienstplicht als legerarts. In de weekeinden ver diende hij een centje bij in Lievens berg op de afdeling spoedgevallen. „Ik deed het algemene werk: pleis ters plakken, polsen rechtzetten, het assistenten werk van toen." Hij lacht: „Dat was in die tijd. Dan werd je gewoon geholpen door een legerarts. Tegenwoordig heb je die niet meer. nu heb je onder anderen de huisartsen in opleiding die wor den ingezet op de spoedgevallen." Flipse: „Er is wel wal veranderd hoor. want toen ik als legerarts weekenddienst had. begon ik vrijdag om vijf uur en had dan continue dienst tot maandagmorgen acht uur. En dan begon ik op maandag aan mijn gewone weekdienst." Hij ver telt dat je tijdens de weekenddienst wel mocht slapen, maar je werd voor elk wissewasje opgepiept. „Je be grijpt dat ik tegen het einde van mijn dienst scheel begon te kijken en dat kwam de zorg natuurlijk niet ten goede. Wat dat betreft, is er heel wat verbeterd. Nu bestaan de weekenden gewoon uit acht uurs-diensten." Toen zijn diensttijd was afgelopen, bleef Flipse als assistent bij de afde ling cardiologie werken. „In af wachting van een opleidingsplaats, want voordatje specialist in een zie kenhuis kon worden, moest je eerst nog een extra opleiding volgen." Hij leerde in 1991 de Smurdiekse Anja kennen die op de intensive care werkte. Zij kwam in 1984 bij het ziekenhuis waar ze een opleiding tot A-verpleegkundige volgde. „Je had in die tijd drie richtingen. Er was ook een opleiding tot verpleegkun dige in de psychiatrie en in de zwakzinnigen zorg. Tegenwoordig ga je daarvoor gewoon naar school." Stoutjesdijk kwam al gauw na haar opleiding bij de ic terecht. De assistent en de verpleegkundige hadden destijds veel met elkaar te maken. Gekscherend zegt Flipse: „Zij leerde mij de eeg's (electrocar diogram of hartfilmpje, -red.) lezen. Het klikte goed tussen de twee, maar ze hielden hun verliefdheid lang verborgen. Toen ze een keer sa men over de dijk in Tholen wandel den, kwamen ze het hoofd van de intensive care tegen. „Toen wist ie dereen het", vertelt Stoutjesdijk. „Niemand maakte er een probleem van." Flipse vond het te lang duren voor dat hij een opleidingsplaats kreeg en solliciteerde in Antwerpen. Daar kreeg hij die wel direct. Er volgde een studie van vier jaar, waarvan hij het laatste jaar in Zuid-Afrika ver vulde. „Ik kreeg de mogelijkheid om tijdens mijn laatste studiejaar in Afrika als oogarts aan de slag te gaan. Dat kon toen voor mijn stu die." Stoutjesdijk wilde met haar vriend mee, maar dat kon alleen als ze trouwden: „Anders kreeg ik geen verblijfsvergunning." Flipse lacht: „Dat zette wat druk op de ke tel, maar er waren natuurlijk wel meer redenen voor een huwelijk." Ze trouwden in september 1995 en in december van dat jaar vertrokken ze naar Zuid-Afrika. „Er had toen net een ommekeer in de regering plaatsgevonden. De eerste zwarte regering kwam aan de macht na het afschaffen van de apartheid", zegt Flipse. „En je moet niet denken dat we daar ontwikkelingswerk gingen doen. Ze hadden daar perfecte me dische zorg." Stoutjesdijk ging ook in dat land aan de slag op de ic. Ze zag wonden die ze nog nooit gezien had. Er wa ren daar schietincidenten aan de lo pende band. En het was in Afrika bijna de gewoonte om een mes in iemands oog te steken als je ruzie had. Flipse: „Aids kenden we wel, maar in een dergelijke omvang had je dat in ons land niet voor kunnen stellen." Hij kwam als oogarts dan ook met nieuwe oogaandoeningen in aanra king, zoals de steekwonden in het oog. „Ik stond steeds voor de vraag hoe ik iets medisch-technisch ging oplossen. Nee, een oogarts is geen mannetje voor brillen. Je hebt in dit vak heel veel raakvlakken met de interne geneeskunde en de neurolo gie." Flipse vertelt dat bij een ziekte als aids er allerlei infecties in het eindstadium zijn, waarbij vaak ook het netvlies wordt aangetast. En bij een beroerte kan een gedeelte van het gezichtsveld wegvallen net als bij suikerziekte. Qua zorg hebben de twee veel ge leerd in Afrika, maar ook op maat schappelijk gebied hebben ze een duidelijk verschil met Nederland gezien. „Je krijgt daar goede zorg als je het kan betalen. Er was nog uit de apartheid een scheiding tus sen staats- en privépraktijken. De rijke blanken gingen naar de privé- ziekenhuizen en de zwarten en ar mere blanken kwamen in de staats- ziekenhuizen terecht die gratis waren. Maar er werd wel de afwe ging gemaakt of iemand de beno digde zorg kreeg", vertelt Stoutjes dijk. Ze noemt een 19-jarig meisje als voorbeeld. „Zij zou in Neder land direct als dialysepatiënt wor den opgenomen. In Afrika werd ze gewoon naar huis gestuurd, omdat ze niet het geld had voor medicij nen en niet de tijd om naar de dialy se te komen. Ze ging dus gewoon dood." Het Lievensberg ziekenhuis in Bergen op Zoom bestaat zaterdag 40 jaar. Dat wordt gevierd met een open dag. De deuren van het zieken huis staan van 12 tot 16 uur open voor bezichtiging van het complex. Ziekenhuismedewerkers tonen hun werkplek en geven antwoord op vra gen. Kinderen kunnen hun pop (van hard plastic) in het gips laten zetten, hun zieke beer laten genezen door de poppendokter en meedoen aan een ballonnenwedstrijd. De dag wordt van 16 uur tot 18 uur afgeslo ten met een optreden van de Bergse coverband Plein 13. Bezoekers kunnen zaterdag onder andere een kijkje nemen in de gips- kamer en op de röntgenafdeling. De afdeling revalidatie opent ook haar deuren. Er is een informatiestand over de joint care (operatie van knie of heup en herstellen in groepsver band met een coach). De functieafdeling laat apparatuur zien. In de poliklinische operaticka mers wordt gedemonstreerd hoe een operatie in zijn werk gaat en bij de centrale sterilisatieafdeling wordt getoond hoe alle instrumenten weer steriel worden gemaakt voor een volgende operatie. De medische elektronici laten zien hoe zij alle medische apparatuur on derhouden en zonodig repareren. Daarnaast vertellen de poliklinieken geriatrie, reumatologie en flebologie (spataderen) meer over de mogelijk heden en methoden. Ook de oncolo- gieverpleegkundigen verstrekken in formatie over hun werkzaamheden. De ziekenhuisapotheek, de kinder dagbehandeling, de kinderafdeling en de poliklinische apotheek laten meer van hun werk zien. Verder kunnen belangstellenden kennis maken met de dienst geeste lijke verzorging. Ook de cliënten raad en de vrienden van Lievensberg zijn aanwezig. De laatste organise ren een ballonnenwedstrijd waar kinderen aan kunnen deelnemen. De ballonnen worden vlak voor het op treden van de band opgelaten. De vrienden van Lievensberg reiken op 27 augustus de prijzen uit De bloedbank is aanwezig en de GGD plaatst een ambulance bij het startpunt van de open dag: de ingang van de polikliniek. Naast de open dag wordt deze week een speciaal jubileummagazine verspreid onder de inwoners van het verzorgingsge bied (van Steenbergen tot Tholen/ Reimerswaal). Met 367 bedden behoort het Lie vensberg ziekenhuis tot de middel grote streekziekenhuizen in Neder land. Met ruim 90 medisch specialisten en circa 1.600 mede werkers (personeelsleden, vrijge vestigde medisch specialisten en vrijwilligers) verleent het zieken huis zorg voor West-Brabant, de ge meente Tholen en in toenemende mate voor de patiënten uit de ge meente Reimerswaal. Bovenregio naal verzorgt Lievensberg de spe cialistische functies psychiatrie, revalidatiedagbehandeling en geria trie. Het beleidsplan noemt drie nieuwe speerpunten: pijnbestrij ding, oncologie en de zorg voor de oudere patiënt. De schade aan de tankauto door de brand in de kazerne in Stavenisse is groter dan werd aangenomen. Dat zegt brandweercommandant J. de Feijter. Vrijdagavond was de post weer in bedrijf, maar niet vanuit de brandweerkazerne aan de Juliana- straat. De wagen is nog niet terug, maar de post maakt gebruik van een wagen van het stadsgewest Middel- burg/Vlissingen. Die rukt uit vanaf hel terrein van postcommandant Jo- han van Dijke aan de Pilootweg om dat de kazerne nog niet schoon is. Door de hitte is de bedrading in de wagen van Stavenisse beschadigd. Hij werd naar een bedrijf in Amersfoort gebracht. „Het hele dashboard en de bedrading ligt er uit. Door de chloor- dampen die vrij zijn gekomen, is ook de aluminium opbouw beschadigd. Deze week is de wagen nog niet klaar." Na de brand in de kazerne zijn de wa gen en reddingsboot weggehaald. De vlet is inmiddels terug. Donderdag werd in de gemeentewerkplaats in Sint-Maartensdijk begonnen met het schoonmaken van de pakken en hel men. Vrijdag konden ze opnieuw worden geïmpregneerd en om vijf uur was de post in Stavenisse weer in be drijf. Ook de boot was voor het week end weer paraat. Het is nog niet be kend of er aan in de kazerne onderdelen vervangen moeten wor den. Voorlopig gaat De Feijter er van uit dat na het poetsen de kazerne weer gebruikt kan worden. „We ervaren nu aan den lijve wat er allemaal moet ge beuren na een brand. Meestal geven we de mensen een hand als de stich ting Salvage komt om de schade en de verzekering te regelen. Nu zijn we er zelf mee geconfronteerd. Gelukkig is de schade nog beperkt gebleven. Als het 's nachts was gebeurd, dan was het veel erger geweest." De bemoeienis van de politiek in de zorg, heeft ook invloed gehad op Lievensberg. Zo zijn onder het be wind van minister Borst operaties speciaal in het weekend uitgevoerd om de wachtlijsten in de oogzorg van Lievensberg weg te werken. Op deze manier heeft Flipse samen met zijn collega de wachtlijsten voor staar weggewerkt. „Vroeger had je een wachtlijst van een jaar tot ander half jaar. We hebben in 2001 om en om alle weekenden door geopereerd. Nu is de wachttijd maximaal vier weken voor een staaroperatie. Daar mee heeft Lievensberg een nette wachtlijst in de regio." Onder de druk van de vergrijzing is er in de functies in het ziekenhuis ook verandering opgetreden. Er zijn tegenwoordig ook hbo-verpleegkun- digen. Die doen specialistisch on dersteunend werk. wat de dokters eerst zelf deden. Zo is er door de ja ren heen een heel team van onder steuners om een arts gegroeid vol gens Flipse. „De verloskundige is hier een historisch voorbeeld van in de lijn tussen dokter en patiënt." Flipse vindt dat de makkelijke din gen in zijn werk hierdoor zijn verd wenen. „Het is er voor mij alleen maar moeilijker op geworden, maar nu doe ik echt het werk waarvoor ik ben opgeleid." Waren vroeger bijna alle dokters een man, tegenwoordig komen er steeds meer vrouwelijke artsen. „Dat vind ik een leuke ontwikkeling", zegt Stoutjesdijk. „Vrouwelijke dokters zijn vaak wat vriendelijker en heb ben een andere kijk op dingen. En ze hebben meer inlevingsvermogen", vindt ze. Wat is gebleven is de goede band met de patiënten. Die is op sommige pun ten zelfs beter geworden. Stoutjes dijk: „Vroeger wilden mensen graag hogerop voor hun zorg, maar nu blij ven ze graag in Lievensberg omdat ze daar iedereen kennen." Flipse vindt het fijn dat veel van zijn klanten honkvast zijn, zoals de Tholenaren. „We hebben een redelijk vast patiën tenbestand. Je weet daardoor veel persoonlijke dingen van je patiënt, zoals 'die heeft zijn huis te koop' of 'zijn vrouw is pas overleden'. Daar door krijg ik soms het gevoel alsof ik een beetje een huisarts ben." Het echtpaar is heel tevreden over het ziekenhuis zoals het er nu is. Ze vinden het heel mooi geworden na de verbouwing. Flipse noemt de operatiekamer zelfs één van de meest luxe van Zuidwest Nederland. Het werk vonden ze al leuk en dat is het ook gebleven. „Het is anders ge worden. maar de core business is hetzelfde gebleven. Je zorgt voor mensen en dat is gelukkig niet ver anderd." Stemmen van lezers Uit de Eendrachtbode van 29 mei blijkt dat wethouder Van Dis onder handeld heeft met recreatie onder nemer Jeroen Knols van vakantie park De Pluimpot om te komen tot de bouw van ruim 200 vakantiewo ningen inclusief een overdekt zwembad. Het is er de gemeente al les aan gelegen om in de nieuwe voorziening zwemlessen en diplo- mazwemmen te behouden zo blijkt uit dit artikel. De bijdrage van de gemeente aan het project moet nog nader uitgewerkt worden, maar in het nieuwe zwembad participeert de gemeente alleen mee v.w.b. het schoolzwemmen, zo geeft de wet houder aan. In de praktijk blijkt echter dat schoolzwemmen voor de meeste kinderen niet voldoende is om tot een diploma te komen, zodat deelname aan de gemeentelijke zwemlessen noodzakelijk is. Deze lessen worden nu met professie en 200% inzet op gewenst niveau ge geven in Haestinge, waar zelfs zorg- kinderen de nodige aandacht krij gen. Wordt schoolzwemmen straks het hele 'school'jaar rond gegeven met diploma-uitzicht op redelijke termijn of moet de westkant van het eiland straks richting Tholen voor het volgen van gemeentelijk zwe monderwijs? Is de recreatie onder nemer - die winst moet draaien - en zijn gasten wil verwennen bereid om zijn bad enkele uren op midda gen en 's zaterdagsmorgens be schikbaar te stellen t.b.v. de ge meentelijke zwemlessen voor eilandbewoners of geeft hij het bad liever aan zijn gasten op deze tijd stippen? Wordt het huidige perso neel straks gedetacheerd bij dhr. Knols of wordt de formatie zwem badpersoneel ingekrompen? In hoeverre heeft de gemeente invloed op de toegangsprijzen ondanks dat deze in overleg met de gemeente vastgesteld zullen worden? Zomaar enkele vragen die naar bo ven komen bij lezing van dit artikel. Het feit dat er nu ogenschijnlijk op een leuke manier aan een overdekt zwembad gekomen kan worden, mag geen reden zijn om personeel, zwemlesouders en kinderen van ei gen bodem op de tweede rang te schuiven, anders moet de wethou der maar terug naar de onderhande lingstafel om zijn gemeentelijke huid wat duurder te gaan verkopen. H. Quist, Sint-Maartensdijk. Ik wil reageren op het artikel Smer- diek aan zee in de Eendrachtbode van 19 juni. Veel burgers zien alles alleen maar achteruit gaan ten op zichte van de ontwikkelingen in Tholen. zodat het positief uitdragen van beleid ten opzichte van de dor pen niet meevalt. Ik ben het met raadslid Klippel eens, dat men het semi-stadsachtige van Tholen niet wil. Ook velen in Tholen zelf niet. Je hoort het meermalen van mensen uit de diverse dorpen: in Tholen kan alles, maar in de dorpen kan niets. Dat Tholen als grootste kern wat meer heeft aan voorzieningen, is te begrijpen. Maar het staat toch niet in een redelijke verhouding t.a.v. de dorpen. Zie de grote hoeveelheid aan nieuwbouw vanaf 1998 in Tho len. Bouw van zorg- en woonzorg centra, enz. En niet te vergeten het gemeentehuis aan de Postweg. Kijk ook naar de Thoolse vesten en de fraaie bruggetjes. Het mag dan wel alles kosten, maar voor de dorpen kan er niets. Mooie plannen maken, maar niets uitvoeren. Tijdens de kembezoeken in Poort vliet en Scherpenisse had men het voor het zeggen, maar non plus ul tra. Ondertussen heeft Tholen straks 3 of 4 zorg- en woonzorgcentra, maar Scherpenisse heeft over tien jaar waarschijnlijk nog niets. En dat wordt dan nog gezien als onderdeel van de impuls Sint-Maartensdijk en Scherpenisse, evenals de nieuw bouw van Haestinge. Dit is geen impuls, maar gewoon een noodzaak wat de leefbaarheid betreft. Tholen heeft al heel wat impulsen gehad. De verhouding is compleet zoek en dat gaat ten koste van de leefbaar heid in de dorpen. Helaas hebben veel mensen op het eiland nog veel te veel van dat on derdanige in de trant van ,De over heid is Gods dienaresse' en die moet men gehoorzamen. Men doet niets, maar gaat achteraf klagen. We heb ben met een gemeentebestuur te maken dat voor 80% alles in Tholen wil hebben en nolens volens voor 20% voor de rest van het eiland wat doet. Wc hebben een gemeenteraad die in meerderheid ja zegt als het nee moet zijn en omgekeerd. Voor de toekomst hoop ik op een grote politieke omwenteling om een ver andering van beleid en een door braak te kunnen forceren. Het klinkt allemaal niet positief, maar ik heb het meerdere burgers horen zeggen. Laat men de impuls voor Sint-Maartensdijk en Scherpe nisse eens waar maken. Doe vooral wat aan extra woningbouw, met na me voor 50-plussers, want vanaf 1997 is daar in beide kernen nog nauwelijks sprake van geweest. Als er geen beter evenwicht komt in de gemeente, dan zie je in de dorpen een verdergaande verpaupering en teloorgang. Het gemeentebestuur moet laten zien dat het voor het hele eiland actief is en niet alleen voor Tholen. De collegepartijen houden een beleid in stand omdat er geen deuk in de coalitie mag komen. Wanneer het gemeentebestuur een ander beleid laat zien, krijgen de burgers meer vertrouwen in de ge meentepolitiek en dat is alleen maar positief. C. Kwaak, Halsteren, oud-inwoner Sint-Maartensdijk. Tot vorig jaar kon de belasting via automatische incasso in tien termij nen betaald worden, en met een ac ceptgirokaart in twee termijnen. Vanaf dit jaar gebeurt de incasso in negen termijnen, terwijl bij elke an dere betaalwijze het verschuldigde bedrag ineens moet worden vol daan. De aanpassing gebeurde op verzoek van SaBeWa, de organisa tie die voor Tholen en drie Beve- landse gemeenten de aanslagen ver stuurt en de invordering regelt. Volgens het gemeentebestuur is au tomatisch incasseren en betalen al gemeen aanvaard en werkt het tot volle tevredenheid. Het stroomlij nen van de processen, waarvan de aanpassing van de betaaltermijnen een onderdeel is, past binnen een efficiënte bedrijfsvoering, vinden b. en w. van Tholen. De CU had aangevoerd dat burgers blijkbaar de regie met betrekking tot het betalen van belasting in ei gen hand willen houden, door be wust niet voor automatische incas so te kiezen. Maar tegelijkertijd willen ze wél in enkele termijnen kunnen betalen. De fractie kreeg vragen vanuit de samenleving over de doorgevoerde verandering. Nadat Nuis uitleg kreeg over de werking van de aed hielp hij een handje mee met het monteren van het kastje aan de buitengevel van het gemeentehuis. Rechts naast hem Han Ridderhof van gemeentewerken. Den Braber demonstreerde vervol gens hoe het apparaat werkt. Er volgden luide piepjes, geknipper van lampjes en instructies van een ingebouwde computerstem. Den Braber liet met grote gebaren stap voor stap zien welke handelingen er verricht moesten worden. Alles droog, want een proefpersoon dien de zich niet aan. Nuis wees er na drukkelijk op dat het apparaat alleen gebruikt mocht worden als het noodzakelijk was. Daar stemden al le aanwezigen mee in. Ook de be trokkenheid van Thoolse burgers en hun kennis van het apparaat noemde hij als belangrijk punt. Nuis beloofde namens het college dat zij net als alle andere Thoolse burgers vrijwillig een cursus gaan volgen om het apparaat te kunnen gebruiken. Dat gebeurt waarschijn lijk in september. In de loop van die maand volgen de cursussen voor de overige Tholenaren die zich als vrij williger hebben opgegeven. De ge meente heeft er 5000 euro per jaar voor uitgetrokken. Hoewel kinderen onder de 16 jaar de aed wettelijk nog niet mogen hanteren, gaat de werkgroep ook onder die leeftijds groep campagne voeren. Er volgt voorlichting op de basisscholen en op het Calvijn- en Westerpoortcolle- ge. Niet om ze te leren hoe je hem moet gebruiken, maar om te laten zien wat een aed is, verzekerde de werkgroep. Wethouder Marjan Velthuis kreeg de bijbehorende kast bij het aed-ap- paraat aangereikt uit handen van Sylvia Menheere van de werkgroep. Het hele gezelschap ging vervol gens naar de ingang van het ge meentehuis. Daar werd de kast met daarin het apparaat aan de buitenge vel gemonteerd. Nuis hielp een handje mee door de pluggen in de muur te slaan. De werkgroep ver wacht eind september alle aed-ap- paraten verspreid over het eiland ge monteerd te hebben. Dan zijn er in totaal 27 aed's in Tholen aanwezig. Tijdens de demonstratie van Den Braber stelden de wethouders vra gen. Of de batterij leeg kon lopen. „Die moet elke vijfjaar worden ver vangen." En of de aed wel eens de fect is. „Het apparaat lest zich elke dag zelf." En als het kapot is? „Dan komt er binnen 24 uur een leveran cier met een nieuw apparaat." Verpleegkundige Anja Stoutjesdijk en oogarts Jan Peter Flipse uit Tholen werken al meer dan 20 jaar in het jubilerende ziekenhuis Lievensberg. Het echtpaar nam het zoals het was. Stoutjesdijk: „Je komt in een ander land en ik vind niet dat je dan de persoon bent die met het vingertje moet gaan zwaaien. Het is gewoon een ander systeem dan bij ons." Wel vindt de verpleegkundige dat je an ders naar het leven gaat kijken: „Ik zei vaak als ik weer terugkom in Nederland, klaag ik nooit meer. He laas kan ik me daar niet altijd aan houden. Je gaat het vanzelf toch weer doen." Een ervaring rijker keerden ze in 1997 naar Lievensberg terug. Flipse ging aan de slag als oogarts en Stoutjesdijk ging naar de spoedeis ende hulp. In de tussentijd werd Jan Mark geboren. „Jij was hoogzwan ger en mocht nog maar net mee met het vliegtuig", grapt Flipse tegen zijn vrouw. Inmiddels hebben ze ook een dochter, Renske van acht. Het was wel weer even wennen voor de twee. „De mensen hebben hier andere klachten. Dat is wel even een omschakeling", zegt Stout jesdijk. „Je hebt ook een flink relati veringsvermogen ontwikkeld. In eerste instantie vraag je je af wat ie mand komt doen, omdat je het wel vindt meevallen wat hij heeft, maar al gauw leer je mensen weer serieus nemen." Hun Afrikaanse tijd is een welkome aanvulling in de omgang met patiën ten. „Lievensberg is een smeltkroes van patiënten uit allerlei geledingen. Je hebt gereformeerde Zeeuwen, rooms-katholieke Bergenaren, al lochtonen en asielzoekers uit het centrum bij Putte. Je hebt er een be paald inlevingsvermogen voor no dig, maar je moet iedereen met het zelfde respect behandelen", vindt Flipse. Voor Tholenaren hebben ze allebei bewondering. „Dat zijn vaak echte bikkels. Die komen niet zomaar voor een akkefietje", zegt Stoutjes dijk. Dat kan haar man beamen. „Maar misschien is het wel typisch Zeeuwse nuchterheid. Ik heb een keer een wat oudere Zeeuw op spreekuur gehad. Hij zei: „Dokter, ik zie 't allemael nie mêêr zo schérp." Nou, hij zag het echt niet goed meer. Je weet dat het bij Zeeu wen meestal wel menens is." De verhouding tussen patiënten en artsen, maar ook tussen artsen en overig personeel, hebben Flipse en Stoutjesdijk door de jaren heen wel zien veranderen. „De dokters zijn van hun voetstuk afgevallen. Ze hoe ven niet meer de baas te spelen en zijn veel toegankelijker geworden en meer gelijk met het andere perso neel", zegt Stoutjesdijk. Ze vindt dat patiënten veel mondiger zijn gewor den en meer de zorg zijn gaan con sumeren: „Ze gaan eerder shoppen tussen ziekenhuizen." Onder andere internet heeft daar vol gens het zorgechtpaar een rol in ge speeld. „Als je een patiënt hebt ge sproken en verteld hebt wat hij heeft, gaat hij dat 's avonds op inter net opzoeken." Flipse ziet dan ook het aantal aanvragen voor een se cond opinion groeien. „Op zich is daar niets mis mee. Het is fijn als mensen meedenken, maar ze moeten daar niet zover in gaan dat ze het vertrouwen in hun dokter verliezen. Als je op vakantie gaat. neem je toch ook niet eerst een cursus vliegen of neem je een kijkje in de cockpit of alle goede lampjes wel branden?" Flipse is van mening dat het ouder wetse vertrouwen de basis is voor een goede relatie met een arts. Hij denkt dat hij dat aardig voor elkaar heeft. Zijn vrouw: „Je krijgt altijd veel cadeautjes van je patiënten." De dokterstatus is ook op een ander gebied veranderd. Flipse: „Vroeger wist de dokter alles. Hij wist altijd te vertellen wat jij hebt. Ik weet het soms gewoon niet en geef dat dan ook toe. Dan stuur ik mensen door naar een andere arts." Maar juist met de komst van nieuwe technieken kan Flipse vandaag de dag veel meer operaties zelf uitvoe ren. „Ik heb nu gigantisch veel staar operaties. Alle apparatuur is tegen woordig aanwezig. Vroeger was er vaak maar één bepaald apparaat in een regio." Stoutjesdijk vindt het prachtig dat door medische ontwik kelingen iemand met een dreigend hartinfarct sneller kan worden ge holpen, zodat de schade aan het hart beperkt blijft. Die mensen zie je vaak al de volgende dag weer over de afdeling lopen. „Vroeger bleef je drie weken in het ziekenhuis en kreeg je een programma met fysio therapie, waarbij je trap moest lopen en mocht je maar een half uurtje per dag op." kt Hl w

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2008 | | pagina 3