'Soms ging ik wel drie of vier
keer langs om geld op te halen'
„Budelpack hoort op het eiland, maar
we gaan het ook in Roosendaal maken
■at
Levenskwaliteit gaat erop
achteruit met windeieren
Advocaat wil nader
onderzoek keuringsarts
Bus van
edeltint
Koe van
Grosetto
Wasmiddelentak verhuist; verlies van 85 arbeidsplaatsen
Donderdag 5 juni 2008
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Ze wilde stoppen als hoofdcollectante van het Reuma
fonds en van de Kankerbestrijding. Maar pas als ze op
volgers had gevonden. Esther van der Vlies-van Dijke uit
Sint-Philipsland heeft ze gevonden. Ze kent iedereen in
het dorp en slaagde erin jonge vrouwen voor het werk te
strikken. De 81-jarige Van der Vlies deed het werk met
overgave. Soms ging ze drie tot vier keer naar één adres
terug. Er bleef geen adres dat niet bezocht werd.
Esther van der Vlies-van Dijke (81) stopt na 43 jaar als hoofdcollectante
Fanatiek
Prakkizeren
Het meubilair in de kantine is al voor de helft naar
Roosendaal verhuisd. Twintig van de 85 medewerkers
zijn de productielijnen aan het opbouwen in de nieuwe
vestiging. Dit is de laatste maand dat Budelpack II (was
middelen) in Poortvliet actief is. Vrijdag 13 juni worden
de laatste vloeibare wasmiddelen aan de Paasdijkweg
gemaakt en verpakt. Tholen verliest een heel groot be
drijf
Geen geknoei
Volslagen verrassing
Drieploegendienst
Appelflappen
Zaak tegen veehandelaar Flupland aangehouden
De rechtbank in Middelburg wil meer duidelijkheid over
de rol van een keuringsarts in het onderzoek naar fraude
met afgekeurd vlees waarvan de 41-jarige veehandelaar
W. v. A. uit Sint Philipsland wordt beschuldigd. De alge
mene inspectie dienst (AID) had de keuringsarts DNA-
monsters van dode dieren laten nemen, zonder medewe
ten van de officier van justitie.
Sporenonderzoek
Als het niet voorlangs lukte, dan
maar achterom. Na de collecte in
maart gaf ze het stokje over. Het
was 43 jaar geleden dat ze ermee
begon. „Ik stond in de tuin te wer
ken voor mijn huis hier in de Wil-
helminastraat toen ik werd aange
sproken door een vrouw uit Den
Haag. Het postkantoor was toen nog
hier tegenover. Ze zei dat ze iemand
zocht in het dorp die de collecte van
het Reumafonds wilde organiseren.
Flupland was nog een blinde vlek,
werd er gezegd."
De Fluplandse hoefde niet lang na
te denken en stemde toe. Het was
het begin van een lange reeks van
jaren. Hoeveel ze het eerste jaar op
haalde, weet ze niet meer. Pas vanaf
1971 is ze het gaan bijhouden. In
dat jaar waren er acht collectanten
die samen 1177 gulden ophaalden.
Dit jaar haalden 15 collectanten
1060 euro op. Ze staat er versteld
van dat dit zoveel meer is geworden.
Het zijn bedragen waar menig fonds
a s
Behalve een paar opschrijf
boekjes met de opbrengsten,
heeft ze ook nog andere tast
bare herinneringen aan het
werk als hoofdcollectante.
Van het Koningin Wilhel-
minafonds kreeg ze een mi
niatuur collectebus met het
embleem van de kankerbe
strijding er op. Van edeltint.
Ook staat er een verzilverd
klokje van het Reumafonds
op tafel. Ook met het em
bleem. Voor haar afscheid
kreeg ze nog een bos bloe
men en een bedankbrief.
„Dat vond ik goed zo." Ook
voor het Astmafonds en voor
geestelijke gehandicapten
collecteerde ze. Eerder werd
ze al koninklijk onderschei
den voor haar vele activitei
ten in de Fluplandse ge
meenschap.
jaloers op wordt. Op Flupland wo
nen gulle gevers, maar ze worden
ook heel goed bezocht door de col
lectanten onder leiding van Esther
van der Vlies. „We doen er ook al
tijd Anna Jacobapolder en het bui
tengebied bij."
Elk huis, elke deur wordt bezocht.
Soms zelfs als de collecteweek al
achter de rug is. „Ik moet alle hui
zen gehad hebben. Soms ging ik
wel eens drie of vier keer langs. Er
zijn altijd mensen die niet thuis zijn.
Zeker als je weet dat het goede ge
vers zijn, ging ik een paar keer te
rug. Al was de weck voorbij, toch
even langs gaan. Dan had ik de col
lectekoorts."
Ze was er elk jaar wel een paar we
ken mee zoet. „Ach, wat is dat nu
op een jaar?" Het klinkt nuchter uit
haar mond. Zo fanatiek ze collec
teerde voor het Reumafonds, zo fa
natiek zette ze zich ook in voor
de Kankerbestrijding/het Koningin
Wilhelminafonds. Ook al 36 jaar
lang. „Wat ik ook doe, ik doe het
voor 100 procent. Het moet goed
wezen, anders moet je het niet
doen."
In al die jaren heeft ze veel mensen
leren kennen. Ze heeft geleerd te
zien of mensen wel of niet thuis
zijn. Of net doen alsof ze niet thuis
zijn. „Dan ga ik vaak 's avonds te
rug als het licht aan is. Of ik ga ach
terom als ze voren niet opendoen.
Dat doe je hier toch al."
Ze wordt door al die jaren met de
bus rondgaan door de meeste inwo
ners vereenzelvigd met de collectes.
„Ook als ik ergens zomaar moet
wezen, denken mensen dat ik voor
de collecte kom."
Ze woont al sinds 1956 in Sint-Phi
lipsland, maar komt eigenlijk van
Oud-Vossemeer. Voor haar trouwen
woonde ze in een van de drie huis
jes bij de Weele. Op de dijk stond
toen een cafeetje. Na het trouwen
verhuisde ze naar het dorp en na de
Ramp naar Sint-Philipsland waar ze
met haar man, die bij de PZEM
werkte, een dienstwoning betrok.
Ze is er al die jaren blijven wonen
nadat haar man in 1965 bij een on
geval om het leven kwam. Ze was
:„Ik moet alle huizen gehad hebben was het streven van hoofdcollectante Esther van der Vlies uit Sint-Philipsland.
nog maar 41 jaar toen ze weduwe
werd. Maar stilzitten kon en kan ze
niet. Ze is erg gedreven. „Het heeft
misschien meegespeeld dat ik een
kind heb verloren na acute reuma.
Dat is na drie weken overleden. Niet
aan de reuma, maar door de medi
cijnen."
De opbrengsten van de collecten
zijn elk jaar ongeveer hetzelfde.
„Het ene jaar wat meer, het andere
jaar wat minder. Ze bladert door een
van de opschrijfboekjes die ze heeft
bewaard." De laatste jaren is het
steeds boven de 1000 euro. In 2004
was het met 949 euro wat minder,
maar dat is een uitzondering. „Op
den duur weet je wat je kunt ver
wachten. Maar er zit wel een stij
gende lijn in. Hoe dat komt, weet ik
niet." Wel is het dorp in de loop der
jaren groter geworden. Daarom is
het aantal collectanten ook uitge
breid van 8 in 1965 naar vijftien nu.
De reumacollecte is de eerste col
lecte in het collecteseizoen dat in
maart begint. In de tweede week
van maart gaan de collectanten op
pad. „Het is mede daarom dat ik de
ze zo lang heb aangehouden omdat
het de eerste is. Als die achter de
rug is, komen er weer zoveel ande
ren."
Het rondgaan met de bus is niet al
tijd een pretje. Bij mooi weer is het
geen probleem, maar het kan zeker
begin maart nog koud en nat zijn.
„De mensen zeggen dat dan ook.
Het is mooi weer of - als het regent
je treft het maar slecht. Veel tijd
voor een praatje is er eigenlijk niet.
Het komt er niet van. Je moet al
gauw weer verder." Als ze op pad
gaat, belt ze meestal tussen vijf uur
en zes uur aan. „Je komt altijd op
het eten. wordt er dan gezegd. Maar
ja, dan is ook iedereen thuis."
De collectante is zo fanatiek dat ze
ook even de brug overgaat naar de
'nieuwe polder'. Naar de Slaakhoe-
ve en naar de nieuwe koeienboer die
zich daar heeft gevestigd. „Ze horen
officieel niet bij Flupland maar ze
zijn wel op Flupland gericht. De
vrouw van de Slaakhocve zit bij de
plattelandsvrouwen. Vandaar." Est
her doet dat op de fiets als het mooi
weer is. „Dan kost dat ook niets."
Als hoofdcollectante is het ook zaak
om voor vervanging te zorgen als er
iemand ziek is. Dat is haar altijd ge
lukt, zegt ze. „Het gebeurde wel
eens dat iemand 's ochtends afbel
de. Dan nam ik zelf de straat er
maar bij." Na de ronde werden thuis
bij haar de 'bussen geteld'. De in
houd werd op tafel gestort en er
werd geteld. „Na afloop gaf ik ie
dereen een kaartje met de op
brengst. Dat is helemaal niet nodig,
maar het is toch wel aardig om te
weten wat je hebt opgehaald."
Waren het 40 jaar geleden nog blik
ken bussen, nu zijn ze van kunststof.
Ze stonden tot maart altijd bij haar
thuis. Het gebeurde zelfs dat collec
tanten hun volle bussen bij haar in
de schuur zetten als ze niet thuis
was.
Het geld hield ze een halve week in
huis. Het moest op de bank gestort
worden, maar dat kon in Sint-Phi
lipsland alleen op woensdag. „Dan
zit je wel een paar dagen met een
hoop geld in huis." Er is nooit wat
mee gebeurd. Daar is ze blij mee. Er
was gelegenheid genoeg voor die
ven. „Ik heb het een keer gehad dat
ik 's avonds was gaan fietsen en was
vergeten de achterdeur dicht te
doen. Toen ik thuis kwam. stonden
er drie bussen in de keuken. Als ie
mand kwaad had gewild, dan had
den ze de bussen zo mee kunnen ne
men."
Ze prijst zich gelukkig dat ze nog in
een dorp woont waar de achterdeur
nog open staat. De samenstelling
van de bevolking draagt er mogelijk
ook aan bij dat er zoveel wordt ge
geven. „In verhouding wordt hier
veel gegeven. Het is maar een klein
dorp. In Sint-Maartensdijk en Tho
len bijvoorbeeld wordt minder ge
geven." Ze wijst er op dat ook op
bloeddonoravonden veel bloed werd
afgestaan in Sint-Philipsland. Het
dorp hoorde landelijk bij de hoogste
gevers.
De hoge opbrengsten van de collec
ten hangen ongetwijfeld ook samen
met de inzet van de collectanten:
„Ach, we zijn allemaal fanatiekelin
gen. We proberen zo veel mogelijk
op te halen. Het zijn wel allemaal
vrouwen, van in de zeventig, de zes
tig en de vijftig. Vroeger hebben we
ook wel eens een man gehad."
Toen ze besloot te stoppen is ze
gaan prakkizeren over een opvolger,
zegt ze. Het zou makkelijk zijn als
het iemand is met een auto voor de
buitenwijken, bedacht ze. Op de
vrijdagmarkt wist ze wie ze moest
vragen voor de reumabestrijding:
Marjo Noordhoek-Ligtendag. Ze
heeft niet eerder gecollecteerd, maar
stemde toe. Voor de collecte van het
Koningin Wilhelminafonds is Erna
van Halum aangesteld. Maar dat is
via de landelijke organisatie gedaan,
zegt Van der Vlies.
Ze vond het tijd om te stoppen. Van
wege haar leeftijd. „Ik ben de jong
ste niet meer. Ik ben net 81 jaar ge
worden. Je kan nu makkelijker ziek
worden of erger." Ze heeft het altijd
met plezier gedaan. Het zit ook een
beetje in haar bloed, vermoedt ze.
„Toen ik zestien jaar was vroeg bur
gemeester Versluijs van Vossemeer
aan me of ik wilde collecteren voor
Simavi. Ik moest op de fiets bij de
boeren langs. Dan vroegen ze hoe
veel de ander gaf. Dan zei ik drie of
vijf gulden. Dat geloofden ze en dat
gaven ze dan ook."
Esther van der Vlies blijft wel col
lecteren. Ze doet dat nog graag. „En
dat ik het organiseren heb kunnen
overdragen, geeft veel voldoening.
Maar stilzitten kan ik niet."
Behalve de jaarlijks terugke
rende collectes, worden er
ook wel eens bliksemacties
I gevoerd om geld in te za
melen. Bijvoorbeeld bij
rampen. Esther herinnert
zich ook nog enkele blik-
semcollecten. Zoals Geven
voor leven (tegen kanker) en
een actie die Koe voor
Grosetto heette. „Op een
zaterdagochtend werd 3700
gulden opgehaald voor
Grosetto in Italië dat toen
getroffen was door een
S overstroming."
Ook aan Geven voor leven
deed ze mee. Een bliksem-
collecte waar onderwijzer
jan Plekkenpol van de Luys-
ter de brandweer bij inscha-
kelde om door het dorp te j f
gaan. „Hij zat in de brand- *g|
weerauto om de mensen op
te roepen geld te geven. Dat
werkt heel goed."
I. mm mm m. m, mm mm mm mm mm "d>
„Jammer", zeggen Maddie Boer
uit Tholen en Jaap de Graaf uit
Oud-Vossemeer. „We vinden het
best wel erg, want Budelpack
hoort toch op het eiland Tholen.
maar er zit niks anders op dat mee
te gaan naar Roosendaal. We had
den ons werk liever dichterbij ge
houden, maar het is geven en ne
men en we proberen het ook op de
nieuwe werkplek weer te maken."
Maddie en Jaap behoren tot de
medewerkers van het eerste uur.
Ze hebben allebei nog in de koek
jesfabriek van Nieuwkerk aan de
Paasdijkstraat in Poortvliet ge
werkt. Maddie (49) is al sinds
1975 in dienst. Jaap begon er twee
jaar later. „We hebben de enorme
groei van nabij meegemaakt. Van
klein naar groot. We hebben het
altijd goed naar ons zin gehad,
maar nu worden we Brabers", la
chen Jaap en Maddie. Hun ver
trouwde collega's verhuizen mee,
dus ze denken dat het ook op de
nieuwe werkplek weer wel zal
gaan. Veranderen, vernieuwen zijn
ze gewend bij Budelpack. Vroeger
werkten ze ook alleen overdag, nu
in tweeploegen van 7 tot drie of
van drie uur 's middags tot elf uur
's avonds.
De gebouwen van Budelpack II
zijn verkocht aan buurman Bou-
man-Potter, die een enorme groei
doormaakt en ruimtegebrek had.
Bij het verpakkingsbedrijf is de
markt aan grote veranderingen on
derhevig, zodat het huidige pand
de lading al lang niet meer dekt.
„Wat ruimte betreft, paste Budel
pack II niet meer bij het klanten
pakket", vertelt bedrijfsleider
Mark Wellens uit Breda. Hij trad
in december vorig jaar pas aan in
Poortvliet, na een jaar als project
leider bij de vestiging in de
Spaanse hoofdstad Madrid en het
hoofdkantoor van Budelpack in
Bergen op Zoom gewerkt te heb
ben. Hij wist bij zijn aantreden in
Poortvliet dus al dat de verhuizing
eraan kwam. „Het pand met de ve
le kleine hokjes paste niet meer bij
de producten die we hier maken
en verpakken.
Budelpack II mengt en verpakt
vloeibare wasmiddelen in water
oplosbare folie. Het is zowel was
middel als wasverzachter voor de
wasmachine. Unilever en Proctor
Gamble zijn de belangrijkste
afnemers, maar in Poortvliet wor
den er ook huismerken verpakt
voor de Engelse en Franse markt.
„In het gebruik is dit een heel ge
makkelijk product, je hebt geen
geknoei meer", legt Mark Wellens
uit. In Poortvliet worden er ook
nog geurbuiltjes gemaakt. De
zeeppompjes zijn vorig jaar naar
de Franse vestiging gegaan. „We
specialiseren ons nu sterk, zodat
we alle energie op twee producten
richten", zegt de bedrijfsleider.
„Voorheen moest je van heel veel
dingen verstand hebben."
De verhuizing naar Roosendaal is
al maanden grondig voorbereid..
„Er is zelfs een virtuele film ge
maakt van de nieuwe situatie",
vertelt Hans Hartog (52) uit Sint-
Annaland. Het hoofd magazijn en
transport zit in de werkgroep die
de operatie intensief heeft bege
leid. „Tot in de kleinste details toe
is alles tevoren bekeken. Ik ben
ook helemaal betrokken bij de in
richting." Hartog kijkt niet meer
op van een verandering. „Ik ben
nu al aan mijn zevende functie toe,
maar de verkoop van de gebouwen
van Budelpack II aan Arie Bou-
man was voor mij wel een volsla
gen verrassing. Het pand voldoet
echter niet meer voor de werk
zaamheden waarvoor het destijds
is gebouwd en uitgebreid."
Hans Hartog kent Budelpack van
haver tot gort. ..In 1972 heb ik al
vakantiewerk gedaan samen met
André Nieuwkerk." Die ervaring
kwam hem goed van pas toen hij
in 1984 door het faillissement van
de Thoolse Betonfabriek van Henk
Rijnberg in Sint-Maartensdijk
zonder werk kwam. „Ik belde
André Nieuwkerk en ik kon direct
aan de slag. Er werkten toen 40
mensen bij Budelpack." Hartog
werkte eerst bij Budelpack I en
daarna bij Budelpack II. „Het is
wel eens goed om te veranderen,
anders kom je vast te zitten."
Bedrijfsleider Mark Wellens heeft
Hartog in korte tijd al leren ken
nen als een zeer ervaren medewer
ker. „Hij heeft overal verstand
van."
Hartog neemt de complimenten
glimlachend in ontvangst. „Het
nadeel is, dat ze je ook overal voor
moeten hebben." De voorberei
ding van de verhuizing bijvoor
beeld. Op zich heel leuk, maar als
het over een paar weken eenmaal
zover is, moet de Sint-Annalander
elke dag zeker een uur langer rei
zen. De nieuwe rijksweg A4 bij
Halsteren komt hem goed van pas.
Mark Wellens maakt er nu al elke
dag gebruik van en dat scheelt
toch wel 5 tot 10 minuten nu je
niet meer door Bergen op Zoom
moet. De Thoolse medewerkers
worden zoveel mogelijk in een
zelfde ploeg ingedeeld, zodat ze
samen kunnen rijden.
De helft van de 85 medewerkers
(in januari 2006 telde Budelpack
II nog 140 medewerkers) komt
van het eiland Tholen en Sint-Phi
lipsland. de andere helft uit voor
namelijk West-Brabant en een
klein deel uit Zuid-Beveland. Bij
verschillende reorganisaties is het
Stemmen
lezers
van
Maddie Boer uit Tholen en Jaap de Graaf uit Oud-Vossemeer stoppen 13 juni met hun werk in Poortvliet. Tussen hen in bedrijfsleider Mark
Wellens.
aantal personeelsleden ingekrom
pen. Voor de nieuwe vestiging
Roosendaal zoekt Budelpack nog
monteurs, maar ze zijn lastig te
vinden. „De spoeling is erg dun en
ieder bedrijf is zuinig op zijn per
soneel, één van de meest kostbare
onderdelen van een onderneming.
We hopen in Roosendaal te pro
fiteren van de betere bereikbaar
heid. zeker ook voor leerlingen
met openbaar vervoer", zegt Mark
Wellens.
Bij de laatste reorganisatie onder
leiding van directeur Jan Jansen,
die begin april werd vervangen
door Bert Jansen, vertrokken een
tiental medewerkers en een paar
stapten er over van Budelpack II
naar Budelpack I (voedingsmidde
len). Die laatste onderneming
blijft in Poortvliet gevestigd en
staat los van het grote internatio
nale concern
Twintig medewerkers zijn in
Roosendaal begonnen met de op
bouw van de productielijnen, want
het werk moet - ondanks de ver
huizing - zoveel mogelijk door
gaan. Wanneer er in de nieuwe
vestiging op het industrieterrein
Borchwerf geproduceerd kan wor
den. wordt de rest van de verpak
kingsmachines aan de Paasdijk
weg uit elkaar gehaald en
verhuisklaar gemaakt. Sinds vorig
jaar zomer werkt Budelpack II in
een drieploegendienst van zondag
avond elf uur tot vrijdag 23.00
uur. „In de zomervakantie hebben
we iedereen hard nodig gezien on
ze opdrachten, maar in het vierde
kwartaal hebben we nog ruimte",
zegt Wellens.
In Poortvliet loopt de productie bij
Budelpack 11 op zijn eind. Vrijdag
13 juni is de allerlaatste dag dat er
vloeibare wasmiddelen in Poort
vliet gemaakt en verpakt worden.
Daarna hoeven de tankwagens de
grondstoffen niet meer te brengen.
Op 30 juni moet Budelpack
Roosendaal helemaal operationeel
zijn met 6000 m2 productie- en
1000 m2 kantoorruimte. „Het is er
overzichtelijker omdat het alle
maal op de begane grond is, ter
wijl we hier in Poortvliet twee
verdiepingen hadden. In Roosen
daal is het meer compact en dat
moet het werk prettiger, sneller en
doelmatiger maken." Mark Wel
lens heeft er alle vertrouwen in dat
de verhuizing goed verloopt. „We
hebben het allemaal grondig voor
bereid. Het traject was redelijk in
tensief en heeft veel flexibiliteit
van onze mensen gevraagd, zon
der al te gekke werktijden. Om
het keerpunt aan te geven, trac-
teerde Budelpack de medewerkers
maandag in zowel Poortvliet als
Roosendaal op appelflappen.
Hans Hartog uit Sint-Annaland bereidde de verhuizing naar
Roosendaal intensief voor.
Uitgebreid en nauwgezet werd on
langs in de Eendrachtbode verslag
gedaan van de ingebruikstelling van
het windpark bij Sint-Annaland.
Wat een feest moet het geweest zijn
op het land van Arne Geluk, toen de
reuzenturbines op gang kwamen en
de kassa's voor de landeigenaren
begonnen te rinkelen. En het geluk
kon niet op toen het forum van lou
ter voorstanders van windenergie,
dat bedoeld was een discussie te
voeren, eenstemmig de schoonheid
van die gevaarten bezong. Al die su
perieure mannen, zonen van dit
vlakke land, die als vrucht van hun
inspanningen vijf enorme masten
metershoog opgericht zagen; het
moet een uitbundig schouwspel zijn
geweest. Ik ben er helaas niet bij ge
weest en het verslag lezende vraag
ik mij af waarin de discussie be
stond bij zo'n overweldigende hoe
veelheid jubelzang.
Er zal niet zijn gesproken over het
besluit om geen windmolenpark te
bouwen op 600 meter van het Ram-
megors. Een natuurgebied verdraagt
zoveel schoonheid niet. volgens de
provincie Brabant. De provincie
Zeeland denkt daar (sinds kort) an
ders over: die houdt het erop dat
windturbines een bijdrage leveren
aan de belevingswaarde van het Na
tionale Park Oosterscheldc. De vo
gels in het Rammegors hebben het
makkelijker dan de mensen in Stave-
nisse die met man en macht proberen
vier turbines op afstand te houden.
Het zal ook niet gegaan zijn over de
uitspraak van Jack Westdorp, be
stuurslid van de dorpsgemeenschap
in Sint-Annaland, in februari in de
ze krant, die de molens rangschikte
onder horizonvervuiling en zich af
vroeg hoeveel we daar nog van wil
len.
Waar het uiteindelijk om begonnen
is bij het terugdringen van de uit
stoot van broeikasgassen is dat de
mensheid, wereldwijd een betere
kwaliteit van leven nastreeft. Het
uitzicht dat je hebt op het veelge
roemde open Zeeuwse landschap is
ook zo'n kwaliteit. De mensen die
deze molens een doorn in het oog is
- en dat zijn er best veel - zien die
levenskwaliteit er per saldo op ach
teruit gaan. Windenergie is boven
dien niet de oplossing voor het kli-
maatsvraagstuk. De molens kosten
bakken met subsidiegeld. En we
weten uit het krantenverslag in
wiens put we een deel van dat geld
storten.
Het is te hopen dat de hype rond de
klimaatsverandering snel overwaait.
Die trekt blijkbaar veel valse profe
ten aan. Het Zeeuwse platteland
dreigt in razend tempo dicht te slib
ben met elementen die tot dusver
hier niet voorkwamen. Wanneer we
doordrongen raken van de gedachte
dat dat niet goed is voor het milieu,
kunnen we het tij keren. De valse
profeten zal dan duidelijk worden
dat ze slechts windeieren hebben
geraapt.
Marcel Warmenhoven,
Sint-Annaland.
Dat was voor raadsman M. Stassen
aanleiding om aan de rechtbank te
vragen het openbaar ministerie niet-
ontvankelijk te verklaren. De keu
ringsarts zou volgens de verdedi
ging door de AID illegaal zijn
ingezet. Dat verzoek werd door de
rechtbank afgewezen, omdat men
eerst de keuringsarts en de betrok
ken AlD'ers als getuige wil horen.
De veehandelaar wordt verweten
tussen augustus 2006 en medio
2007 dode dieren (varken, paard) te
hebben doorverkocht terwijl hij had
moeten weten dat het vlees voor
consumptie was afgekeurd. De zaak
kwam aan het licht bij een onder
zoek in de slachterij in het Limburg
se Melderslo van de veehandelaar.
Daarbij zou ook gesjoemeld zijn
met de dierregistratiedoeumenten.
Ook heeft justitie de 44-jarige be
drijfsleider M. v. H. uit Tilburg en
het bedrijf Porkland b.v. vervolgd.
Uit het omvangrijke dossier moet
blijken of de keuringsarts illegaal is
ingezet. Daarnaast kunnen wellicht
de getuigen meer helderheid ver
schaffen.
De raadsman kraakte het sporenon
derzoek van de arts, die onzorgvul
dig zou hebben gehandeld bij het
afnemen van DNA-materiaal van
het kadaver van een afgekeurd var
ken. Voor de verdachte veehande
laar heeft het al lang genoeg ge
duurd. Hij wil zo snel mogelijk af
van de zaak. Hij zal echter nog meer
geduld moeten hebben, want de
strafzaak is voor onbepaalde tijd
aangehouden.