'Soms ging ik wel drie of vier keer langs om geld op te halen' „Budelpack hoort op het eiland, maar we gaan het ook in Roosendaal maken ■at Levenskwaliteit gaat erop achteruit met windeieren Advocaat wil nader onderzoek keuringsarts Bus van edeltint Koe van Grosetto Wasmiddelentak verhuist; verlies van 85 arbeidsplaatsen Donderdag 5 juni 2008 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Ze wilde stoppen als hoofdcollectante van het Reuma fonds en van de Kankerbestrijding. Maar pas als ze op volgers had gevonden. Esther van der Vlies-van Dijke uit Sint-Philipsland heeft ze gevonden. Ze kent iedereen in het dorp en slaagde erin jonge vrouwen voor het werk te strikken. De 81-jarige Van der Vlies deed het werk met overgave. Soms ging ze drie tot vier keer naar één adres terug. Er bleef geen adres dat niet bezocht werd. Esther van der Vlies-van Dijke (81) stopt na 43 jaar als hoofdcollectante Fanatiek Prakkizeren Het meubilair in de kantine is al voor de helft naar Roosendaal verhuisd. Twintig van de 85 medewerkers zijn de productielijnen aan het opbouwen in de nieuwe vestiging. Dit is de laatste maand dat Budelpack II (was middelen) in Poortvliet actief is. Vrijdag 13 juni worden de laatste vloeibare wasmiddelen aan de Paasdijkweg gemaakt en verpakt. Tholen verliest een heel groot be drijf Geen geknoei Volslagen verrassing Drieploegendienst Appelflappen Zaak tegen veehandelaar Flupland aangehouden De rechtbank in Middelburg wil meer duidelijkheid over de rol van een keuringsarts in het onderzoek naar fraude met afgekeurd vlees waarvan de 41-jarige veehandelaar W. v. A. uit Sint Philipsland wordt beschuldigd. De alge mene inspectie dienst (AID) had de keuringsarts DNA- monsters van dode dieren laten nemen, zonder medewe ten van de officier van justitie. Sporenonderzoek Als het niet voorlangs lukte, dan maar achterom. Na de collecte in maart gaf ze het stokje over. Het was 43 jaar geleden dat ze ermee begon. „Ik stond in de tuin te wer ken voor mijn huis hier in de Wil- helminastraat toen ik werd aange sproken door een vrouw uit Den Haag. Het postkantoor was toen nog hier tegenover. Ze zei dat ze iemand zocht in het dorp die de collecte van het Reumafonds wilde organiseren. Flupland was nog een blinde vlek, werd er gezegd." De Fluplandse hoefde niet lang na te denken en stemde toe. Het was het begin van een lange reeks van jaren. Hoeveel ze het eerste jaar op haalde, weet ze niet meer. Pas vanaf 1971 is ze het gaan bijhouden. In dat jaar waren er acht collectanten die samen 1177 gulden ophaalden. Dit jaar haalden 15 collectanten 1060 euro op. Ze staat er versteld van dat dit zoveel meer is geworden. Het zijn bedragen waar menig fonds a s Behalve een paar opschrijf boekjes met de opbrengsten, heeft ze ook nog andere tast bare herinneringen aan het werk als hoofdcollectante. Van het Koningin Wilhel- minafonds kreeg ze een mi niatuur collectebus met het embleem van de kankerbe strijding er op. Van edeltint. Ook staat er een verzilverd klokje van het Reumafonds op tafel. Ook met het em bleem. Voor haar afscheid kreeg ze nog een bos bloe men en een bedankbrief. „Dat vond ik goed zo." Ook voor het Astmafonds en voor geestelijke gehandicapten collecteerde ze. Eerder werd ze al koninklijk onderschei den voor haar vele activitei ten in de Fluplandse ge meenschap. jaloers op wordt. Op Flupland wo nen gulle gevers, maar ze worden ook heel goed bezocht door de col lectanten onder leiding van Esther van der Vlies. „We doen er ook al tijd Anna Jacobapolder en het bui tengebied bij." Elk huis, elke deur wordt bezocht. Soms zelfs als de collecteweek al achter de rug is. „Ik moet alle hui zen gehad hebben. Soms ging ik wel eens drie of vier keer langs. Er zijn altijd mensen die niet thuis zijn. Zeker als je weet dat het goede ge vers zijn, ging ik een paar keer te rug. Al was de weck voorbij, toch even langs gaan. Dan had ik de col lectekoorts." Ze was er elk jaar wel een paar we ken mee zoet. „Ach, wat is dat nu op een jaar?" Het klinkt nuchter uit haar mond. Zo fanatiek ze collec teerde voor het Reumafonds, zo fa natiek zette ze zich ook in voor de Kankerbestrijding/het Koningin Wilhelminafonds. Ook al 36 jaar lang. „Wat ik ook doe, ik doe het voor 100 procent. Het moet goed wezen, anders moet je het niet doen." In al die jaren heeft ze veel mensen leren kennen. Ze heeft geleerd te zien of mensen wel of niet thuis zijn. Of net doen alsof ze niet thuis zijn. „Dan ga ik vaak 's avonds te rug als het licht aan is. Of ik ga ach terom als ze voren niet opendoen. Dat doe je hier toch al." Ze wordt door al die jaren met de bus rondgaan door de meeste inwo ners vereenzelvigd met de collectes. „Ook als ik ergens zomaar moet wezen, denken mensen dat ik voor de collecte kom." Ze woont al sinds 1956 in Sint-Phi lipsland, maar komt eigenlijk van Oud-Vossemeer. Voor haar trouwen woonde ze in een van de drie huis jes bij de Weele. Op de dijk stond toen een cafeetje. Na het trouwen verhuisde ze naar het dorp en na de Ramp naar Sint-Philipsland waar ze met haar man, die bij de PZEM werkte, een dienstwoning betrok. Ze is er al die jaren blijven wonen nadat haar man in 1965 bij een on geval om het leven kwam. Ze was :„Ik moet alle huizen gehad hebben was het streven van hoofdcollectante Esther van der Vlies uit Sint-Philipsland. nog maar 41 jaar toen ze weduwe werd. Maar stilzitten kon en kan ze niet. Ze is erg gedreven. „Het heeft misschien meegespeeld dat ik een kind heb verloren na acute reuma. Dat is na drie weken overleden. Niet aan de reuma, maar door de medi cijnen." De opbrengsten van de collecten zijn elk jaar ongeveer hetzelfde. „Het ene jaar wat meer, het andere jaar wat minder. Ze bladert door een van de opschrijfboekjes die ze heeft bewaard." De laatste jaren is het steeds boven de 1000 euro. In 2004 was het met 949 euro wat minder, maar dat is een uitzondering. „Op den duur weet je wat je kunt ver wachten. Maar er zit wel een stij gende lijn in. Hoe dat komt, weet ik niet." Wel is het dorp in de loop der jaren groter geworden. Daarom is het aantal collectanten ook uitge breid van 8 in 1965 naar vijftien nu. De reumacollecte is de eerste col lecte in het collecteseizoen dat in maart begint. In de tweede week van maart gaan de collectanten op pad. „Het is mede daarom dat ik de ze zo lang heb aangehouden omdat het de eerste is. Als die achter de rug is, komen er weer zoveel ande ren." Het rondgaan met de bus is niet al tijd een pretje. Bij mooi weer is het geen probleem, maar het kan zeker begin maart nog koud en nat zijn. „De mensen zeggen dat dan ook. Het is mooi weer of - als het regent je treft het maar slecht. Veel tijd voor een praatje is er eigenlijk niet. Het komt er niet van. Je moet al gauw weer verder." Als ze op pad gaat, belt ze meestal tussen vijf uur en zes uur aan. „Je komt altijd op het eten. wordt er dan gezegd. Maar ja, dan is ook iedereen thuis." De collectante is zo fanatiek dat ze ook even de brug overgaat naar de 'nieuwe polder'. Naar de Slaakhoe- ve en naar de nieuwe koeienboer die zich daar heeft gevestigd. „Ze horen officieel niet bij Flupland maar ze zijn wel op Flupland gericht. De vrouw van de Slaakhocve zit bij de plattelandsvrouwen. Vandaar." Est her doet dat op de fiets als het mooi weer is. „Dan kost dat ook niets." Als hoofdcollectante is het ook zaak om voor vervanging te zorgen als er iemand ziek is. Dat is haar altijd ge lukt, zegt ze. „Het gebeurde wel eens dat iemand 's ochtends afbel de. Dan nam ik zelf de straat er maar bij." Na de ronde werden thuis bij haar de 'bussen geteld'. De in houd werd op tafel gestort en er werd geteld. „Na afloop gaf ik ie dereen een kaartje met de op brengst. Dat is helemaal niet nodig, maar het is toch wel aardig om te weten wat je hebt opgehaald." Waren het 40 jaar geleden nog blik ken bussen, nu zijn ze van kunststof. Ze stonden tot maart altijd bij haar thuis. Het gebeurde zelfs dat collec tanten hun volle bussen bij haar in de schuur zetten als ze niet thuis was. Het geld hield ze een halve week in huis. Het moest op de bank gestort worden, maar dat kon in Sint-Phi lipsland alleen op woensdag. „Dan zit je wel een paar dagen met een hoop geld in huis." Er is nooit wat mee gebeurd. Daar is ze blij mee. Er was gelegenheid genoeg voor die ven. „Ik heb het een keer gehad dat ik 's avonds was gaan fietsen en was vergeten de achterdeur dicht te doen. Toen ik thuis kwam. stonden er drie bussen in de keuken. Als ie mand kwaad had gewild, dan had den ze de bussen zo mee kunnen ne men." Ze prijst zich gelukkig dat ze nog in een dorp woont waar de achterdeur nog open staat. De samenstelling van de bevolking draagt er mogelijk ook aan bij dat er zoveel wordt ge geven. „In verhouding wordt hier veel gegeven. Het is maar een klein dorp. In Sint-Maartensdijk en Tho len bijvoorbeeld wordt minder ge geven." Ze wijst er op dat ook op bloeddonoravonden veel bloed werd afgestaan in Sint-Philipsland. Het dorp hoorde landelijk bij de hoogste gevers. De hoge opbrengsten van de collec ten hangen ongetwijfeld ook samen met de inzet van de collectanten: „Ach, we zijn allemaal fanatiekelin gen. We proberen zo veel mogelijk op te halen. Het zijn wel allemaal vrouwen, van in de zeventig, de zes tig en de vijftig. Vroeger hebben we ook wel eens een man gehad." Toen ze besloot te stoppen is ze gaan prakkizeren over een opvolger, zegt ze. Het zou makkelijk zijn als het iemand is met een auto voor de buitenwijken, bedacht ze. Op de vrijdagmarkt wist ze wie ze moest vragen voor de reumabestrijding: Marjo Noordhoek-Ligtendag. Ze heeft niet eerder gecollecteerd, maar stemde toe. Voor de collecte van het Koningin Wilhelminafonds is Erna van Halum aangesteld. Maar dat is via de landelijke organisatie gedaan, zegt Van der Vlies. Ze vond het tijd om te stoppen. Van wege haar leeftijd. „Ik ben de jong ste niet meer. Ik ben net 81 jaar ge worden. Je kan nu makkelijker ziek worden of erger." Ze heeft het altijd met plezier gedaan. Het zit ook een beetje in haar bloed, vermoedt ze. „Toen ik zestien jaar was vroeg bur gemeester Versluijs van Vossemeer aan me of ik wilde collecteren voor Simavi. Ik moest op de fiets bij de boeren langs. Dan vroegen ze hoe veel de ander gaf. Dan zei ik drie of vijf gulden. Dat geloofden ze en dat gaven ze dan ook." Esther van der Vlies blijft wel col lecteren. Ze doet dat nog graag. „En dat ik het organiseren heb kunnen overdragen, geeft veel voldoening. Maar stilzitten kan ik niet." Behalve de jaarlijks terugke rende collectes, worden er ook wel eens bliksemacties I gevoerd om geld in te za melen. Bijvoorbeeld bij rampen. Esther herinnert zich ook nog enkele blik- semcollecten. Zoals Geven voor leven (tegen kanker) en een actie die Koe voor Grosetto heette. „Op een zaterdagochtend werd 3700 gulden opgehaald voor Grosetto in Italië dat toen getroffen was door een S overstroming." Ook aan Geven voor leven deed ze mee. Een bliksem- collecte waar onderwijzer jan Plekkenpol van de Luys- ter de brandweer bij inscha- kelde om door het dorp te j f gaan. „Hij zat in de brand- *g| weerauto om de mensen op te roepen geld te geven. Dat werkt heel goed." I. mm mm m. m, mm mm mm mm mm "d> „Jammer", zeggen Maddie Boer uit Tholen en Jaap de Graaf uit Oud-Vossemeer. „We vinden het best wel erg, want Budelpack hoort toch op het eiland Tholen. maar er zit niks anders op dat mee te gaan naar Roosendaal. We had den ons werk liever dichterbij ge houden, maar het is geven en ne men en we proberen het ook op de nieuwe werkplek weer te maken." Maddie en Jaap behoren tot de medewerkers van het eerste uur. Ze hebben allebei nog in de koek jesfabriek van Nieuwkerk aan de Paasdijkstraat in Poortvliet ge werkt. Maddie (49) is al sinds 1975 in dienst. Jaap begon er twee jaar later. „We hebben de enorme groei van nabij meegemaakt. Van klein naar groot. We hebben het altijd goed naar ons zin gehad, maar nu worden we Brabers", la chen Jaap en Maddie. Hun ver trouwde collega's verhuizen mee, dus ze denken dat het ook op de nieuwe werkplek weer wel zal gaan. Veranderen, vernieuwen zijn ze gewend bij Budelpack. Vroeger werkten ze ook alleen overdag, nu in tweeploegen van 7 tot drie of van drie uur 's middags tot elf uur 's avonds. De gebouwen van Budelpack II zijn verkocht aan buurman Bou- man-Potter, die een enorme groei doormaakt en ruimtegebrek had. Bij het verpakkingsbedrijf is de markt aan grote veranderingen on derhevig, zodat het huidige pand de lading al lang niet meer dekt. „Wat ruimte betreft, paste Budel pack II niet meer bij het klanten pakket", vertelt bedrijfsleider Mark Wellens uit Breda. Hij trad in december vorig jaar pas aan in Poortvliet, na een jaar als project leider bij de vestiging in de Spaanse hoofdstad Madrid en het hoofdkantoor van Budelpack in Bergen op Zoom gewerkt te heb ben. Hij wist bij zijn aantreden in Poortvliet dus al dat de verhuizing eraan kwam. „Het pand met de ve le kleine hokjes paste niet meer bij de producten die we hier maken en verpakken. Budelpack II mengt en verpakt vloeibare wasmiddelen in water oplosbare folie. Het is zowel was middel als wasverzachter voor de wasmachine. Unilever en Proctor Gamble zijn de belangrijkste afnemers, maar in Poortvliet wor den er ook huismerken verpakt voor de Engelse en Franse markt. „In het gebruik is dit een heel ge makkelijk product, je hebt geen geknoei meer", legt Mark Wellens uit. In Poortvliet worden er ook nog geurbuiltjes gemaakt. De zeeppompjes zijn vorig jaar naar de Franse vestiging gegaan. „We specialiseren ons nu sterk, zodat we alle energie op twee producten richten", zegt de bedrijfsleider. „Voorheen moest je van heel veel dingen verstand hebben." De verhuizing naar Roosendaal is al maanden grondig voorbereid.. „Er is zelfs een virtuele film ge maakt van de nieuwe situatie", vertelt Hans Hartog (52) uit Sint- Annaland. Het hoofd magazijn en transport zit in de werkgroep die de operatie intensief heeft bege leid. „Tot in de kleinste details toe is alles tevoren bekeken. Ik ben ook helemaal betrokken bij de in richting." Hartog kijkt niet meer op van een verandering. „Ik ben nu al aan mijn zevende functie toe, maar de verkoop van de gebouwen van Budelpack II aan Arie Bou- man was voor mij wel een volsla gen verrassing. Het pand voldoet echter niet meer voor de werk zaamheden waarvoor het destijds is gebouwd en uitgebreid." Hans Hartog kent Budelpack van haver tot gort. ..In 1972 heb ik al vakantiewerk gedaan samen met André Nieuwkerk." Die ervaring kwam hem goed van pas toen hij in 1984 door het faillissement van de Thoolse Betonfabriek van Henk Rijnberg in Sint-Maartensdijk zonder werk kwam. „Ik belde André Nieuwkerk en ik kon direct aan de slag. Er werkten toen 40 mensen bij Budelpack." Hartog werkte eerst bij Budelpack I en daarna bij Budelpack II. „Het is wel eens goed om te veranderen, anders kom je vast te zitten." Bedrijfsleider Mark Wellens heeft Hartog in korte tijd al leren ken nen als een zeer ervaren medewer ker. „Hij heeft overal verstand van." Hartog neemt de complimenten glimlachend in ontvangst. „Het nadeel is, dat ze je ook overal voor moeten hebben." De voorberei ding van de verhuizing bijvoor beeld. Op zich heel leuk, maar als het over een paar weken eenmaal zover is, moet de Sint-Annalander elke dag zeker een uur langer rei zen. De nieuwe rijksweg A4 bij Halsteren komt hem goed van pas. Mark Wellens maakt er nu al elke dag gebruik van en dat scheelt toch wel 5 tot 10 minuten nu je niet meer door Bergen op Zoom moet. De Thoolse medewerkers worden zoveel mogelijk in een zelfde ploeg ingedeeld, zodat ze samen kunnen rijden. De helft van de 85 medewerkers (in januari 2006 telde Budelpack II nog 140 medewerkers) komt van het eiland Tholen en Sint-Phi lipsland. de andere helft uit voor namelijk West-Brabant en een klein deel uit Zuid-Beveland. Bij verschillende reorganisaties is het Stemmen lezers van Maddie Boer uit Tholen en Jaap de Graaf uit Oud-Vossemeer stoppen 13 juni met hun werk in Poortvliet. Tussen hen in bedrijfsleider Mark Wellens. aantal personeelsleden ingekrom pen. Voor de nieuwe vestiging Roosendaal zoekt Budelpack nog monteurs, maar ze zijn lastig te vinden. „De spoeling is erg dun en ieder bedrijf is zuinig op zijn per soneel, één van de meest kostbare onderdelen van een onderneming. We hopen in Roosendaal te pro fiteren van de betere bereikbaar heid. zeker ook voor leerlingen met openbaar vervoer", zegt Mark Wellens. Bij de laatste reorganisatie onder leiding van directeur Jan Jansen, die begin april werd vervangen door Bert Jansen, vertrokken een tiental medewerkers en een paar stapten er over van Budelpack II naar Budelpack I (voedingsmidde len). Die laatste onderneming blijft in Poortvliet gevestigd en staat los van het grote internatio nale concern Twintig medewerkers zijn in Roosendaal begonnen met de op bouw van de productielijnen, want het werk moet - ondanks de ver huizing - zoveel mogelijk door gaan. Wanneer er in de nieuwe vestiging op het industrieterrein Borchwerf geproduceerd kan wor den. wordt de rest van de verpak kingsmachines aan de Paasdijk weg uit elkaar gehaald en verhuisklaar gemaakt. Sinds vorig jaar zomer werkt Budelpack II in een drieploegendienst van zondag avond elf uur tot vrijdag 23.00 uur. „In de zomervakantie hebben we iedereen hard nodig gezien on ze opdrachten, maar in het vierde kwartaal hebben we nog ruimte", zegt Wellens. In Poortvliet loopt de productie bij Budelpack 11 op zijn eind. Vrijdag 13 juni is de allerlaatste dag dat er vloeibare wasmiddelen in Poort vliet gemaakt en verpakt worden. Daarna hoeven de tankwagens de grondstoffen niet meer te brengen. Op 30 juni moet Budelpack Roosendaal helemaal operationeel zijn met 6000 m2 productie- en 1000 m2 kantoorruimte. „Het is er overzichtelijker omdat het alle maal op de begane grond is, ter wijl we hier in Poortvliet twee verdiepingen hadden. In Roosen daal is het meer compact en dat moet het werk prettiger, sneller en doelmatiger maken." Mark Wel lens heeft er alle vertrouwen in dat de verhuizing goed verloopt. „We hebben het allemaal grondig voor bereid. Het traject was redelijk in tensief en heeft veel flexibiliteit van onze mensen gevraagd, zon der al te gekke werktijden. Om het keerpunt aan te geven, trac- teerde Budelpack de medewerkers maandag in zowel Poortvliet als Roosendaal op appelflappen. Hans Hartog uit Sint-Annaland bereidde de verhuizing naar Roosendaal intensief voor. Uitgebreid en nauwgezet werd on langs in de Eendrachtbode verslag gedaan van de ingebruikstelling van het windpark bij Sint-Annaland. Wat een feest moet het geweest zijn op het land van Arne Geluk, toen de reuzenturbines op gang kwamen en de kassa's voor de landeigenaren begonnen te rinkelen. En het geluk kon niet op toen het forum van lou ter voorstanders van windenergie, dat bedoeld was een discussie te voeren, eenstemmig de schoonheid van die gevaarten bezong. Al die su perieure mannen, zonen van dit vlakke land, die als vrucht van hun inspanningen vijf enorme masten metershoog opgericht zagen; het moet een uitbundig schouwspel zijn geweest. Ik ben er helaas niet bij ge weest en het verslag lezende vraag ik mij af waarin de discussie be stond bij zo'n overweldigende hoe veelheid jubelzang. Er zal niet zijn gesproken over het besluit om geen windmolenpark te bouwen op 600 meter van het Ram- megors. Een natuurgebied verdraagt zoveel schoonheid niet. volgens de provincie Brabant. De provincie Zeeland denkt daar (sinds kort) an ders over: die houdt het erop dat windturbines een bijdrage leveren aan de belevingswaarde van het Na tionale Park Oosterscheldc. De vo gels in het Rammegors hebben het makkelijker dan de mensen in Stave- nisse die met man en macht proberen vier turbines op afstand te houden. Het zal ook niet gegaan zijn over de uitspraak van Jack Westdorp, be stuurslid van de dorpsgemeenschap in Sint-Annaland, in februari in de ze krant, die de molens rangschikte onder horizonvervuiling en zich af vroeg hoeveel we daar nog van wil len. Waar het uiteindelijk om begonnen is bij het terugdringen van de uit stoot van broeikasgassen is dat de mensheid, wereldwijd een betere kwaliteit van leven nastreeft. Het uitzicht dat je hebt op het veelge roemde open Zeeuwse landschap is ook zo'n kwaliteit. De mensen die deze molens een doorn in het oog is - en dat zijn er best veel - zien die levenskwaliteit er per saldo op ach teruit gaan. Windenergie is boven dien niet de oplossing voor het kli- maatsvraagstuk. De molens kosten bakken met subsidiegeld. En we weten uit het krantenverslag in wiens put we een deel van dat geld storten. Het is te hopen dat de hype rond de klimaatsverandering snel overwaait. Die trekt blijkbaar veel valse profe ten aan. Het Zeeuwse platteland dreigt in razend tempo dicht te slib ben met elementen die tot dusver hier niet voorkwamen. Wanneer we doordrongen raken van de gedachte dat dat niet goed is voor het milieu, kunnen we het tij keren. De valse profeten zal dan duidelijk worden dat ze slechts windeieren hebben geraapt. Marcel Warmenhoven, Sint-Annaland. Dat was voor raadsman M. Stassen aanleiding om aan de rechtbank te vragen het openbaar ministerie niet- ontvankelijk te verklaren. De keu ringsarts zou volgens de verdedi ging door de AID illegaal zijn ingezet. Dat verzoek werd door de rechtbank afgewezen, omdat men eerst de keuringsarts en de betrok ken AlD'ers als getuige wil horen. De veehandelaar wordt verweten tussen augustus 2006 en medio 2007 dode dieren (varken, paard) te hebben doorverkocht terwijl hij had moeten weten dat het vlees voor consumptie was afgekeurd. De zaak kwam aan het licht bij een onder zoek in de slachterij in het Limburg se Melderslo van de veehandelaar. Daarbij zou ook gesjoemeld zijn met de dierregistratiedoeumenten. Ook heeft justitie de 44-jarige be drijfsleider M. v. H. uit Tilburg en het bedrijf Porkland b.v. vervolgd. Uit het omvangrijke dossier moet blijken of de keuringsarts illegaal is ingezet. Daarnaast kunnen wellicht de getuigen meer helderheid ver schaffen. De raadsman kraakte het sporenon derzoek van de arts, die onzorgvul dig zou hebben gehandeld bij het afnemen van DNA-materiaal van het kadaver van een afgekeurd var ken. Voor de verdachte veehande laar heeft het al lang genoeg ge duurd. Hij wil zo snel mogelijk af van de zaak. Hij zal echter nog meer geduld moeten hebben, want de strafzaak is voor onbepaalde tijd aangehouden.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2008 | | pagina 3