Dronken man trapt
slachtoffer in gezicht
Jubilarissen FNV vol lof over
havenstakingen in Rotterdam
Patiënten ambulance tevreden
over hulpverlening personeel
Informatiebeleid gemeente
Tholen stemt droevig
Holland Huis
moet blijven in
Scherpenisse
Kerkjeugd eet
etmaal niets
Langer licht
Donderdag 27 maart 2008
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Stemmen
van lezers
Uit gaans geweld in Sint-Annaland
Uitgaansgeweld. Het is een bron van ergernis in onze sa
menleving. Ook Tholen heeft regelmatig te kampen met
deze vorm van (buitensporig) geweld. Vast staat dat het
alcoholgebruik bij de incidenten tijdens het stappen on
miskenbaar een grote rol speelt. Dat moest donderdag in
Middelburg ook de 23-jarige A. W. uit Sint-Annaland
toegeven.
Minder hard
Praat met Leen Scherpenisse (78) uit Sint-Annaland en
Arie Lindhout (70) uit Sint-Maartensdijk over de Rotter
damse haven en onmiddellijk klinkt de naam van Paul
Rosenmöller. De links-radicale activist die in de jaren
zeventig de havenstakingen in Rotterdam leidde en vol
gens beide jubilarissen van FNV-Bondgenoten heeft ge
zorgd dat ze nu een goed pensioen hebben. Morgen (vrij
dag) wordt de jubilarissenavond gehouden in 't Ouwe
Raed'uus in Poortvliet. Lindhout en Scherpenisse zijn
beiden vijftig jaar lid.
Zonder Paul Rosenmöller hadden wij nu geen goed pensioen gehad"
Vuurrrood nest
Suzannapolder
Mannenkoor
Chr Koopman van cliëntenraad positief over resultaten enquête
Standplaats
Stemmen
Tijdens het bezoek van de gemeen
teraad aan Scherpenisse, werden er
's avonds in het Holland Huis vijf
stellingen besproken. Helaas was ik
die avond verhinderd om er bij te
zijn, daarom mijn reactie op de
tweede stelling, per ingezonden
brief. Met de heer Kees Kleppe ben
ik het helemaal eens dat het Holland
Huis voor veel inwoners een emo
tionele waarde heeft. Waarom wordt
dat niet gehonoreerd? Veel inwoners
zien graag een afzonderlijk dorps
huis en dat is toch mogelijk als het
Holland Huis
opgeknapt wordt. Er wordt nu ge
sproken over ,een andere bestem
ming', dat wil dus zeggen dat het
gebouw blijft bestaan. Wethouder
van Dis, ,onze wethouder' voor
Scherpenisse zegt dat twee soortge
lijke voorzieningen aan weerskan
ten van de straat natuurlijk niet kun
nen. (citaat Eendrachtbode)
Daarom miin eenvoudige suggestie:
laat het Holland Huis zijn eigen be
stemming als dorpshuis behouden
en creëer andere zaken als b.v. dok-
terspost, geldautomaat en vooral een
winkel in het te bouwen wozoco.
Mieneke J.L. Lanooy-van Dalen,
woonachtig en geboren in Scher
penisse.
De man zei tegen de rechters erg te
zijn geschrokken van de schop die
hij vorig jaar 11 februari in zijn
woonplaats aan iemand, die op de
grond lag, had uitgedeeld. „Het
komt allemaal door de drank. Ik
had die avond meer alcohol op dan
ik normaal gewend ben. Maar dat
is geen excuus. Ik heb er niet bij
nagedacht. Het was een trappende
beweging."
Hij wist niet waar hij hem had ge
raakt. Getuigen hadden gezien dat
hij in het gezicht van het slacht
offer trapte. Bij de politie had ver
dachte verteld een schop in het
wilde weg te hebben gegeven. Het
slachtoffer liep een hoofdwond op.
Die moest in het ziekenhuis wor
den gehecht.
W. had zich met zijn vrienden in
het plaatselijke café Havenzicht
vol laten lopen met bier en rum.
Na middernacht ging het gezel
schap naar buiten, waar het tot een
treffen kwam met andere uitgaans-
vierders. Er ontstond ruzie, waar
bij door iemand een bakje friet uit
handen van het slachtoffer werd
geslagen. Er volgde een reactie,
waarop een van de stapmaten van
verdachte een klap gaf aan het
slachtoffer, die daarop tegen de
grond ging. W. deed er een schepje
bovenop en gaf een trap na. „Ik
was kwaad." Hij realiseerde zich
pas achteraf dat het incident erger
had kunnen aflopen.
Officier van justitie W. Smeenk
zag te weinig bewijs voor de po
ging tot doodslag. De schop was
volgens haar wel krachtig, maar
het was ook weer geen doodschop.
Ze eiste voor poging toebrengen
zwaar lichamelijk letsel 240 uur
werkstraf en vier maanden voor
waardelijke gevangenisstraf. Ook
vond de officier het een goede
zaak dat verdachte een leerstraf
voor alcoholdelinquentie krijgt op
gelegd.
Raadsvrouw C. Kouijzer wees op
het letsel, dat uiteindelijk meeviel
en een belangrijk aspect vond ze
dat haar cliënt sportschoenen aan
had. De trap kwam volgens haar
daardoor minder hard aan dan bij
ander schoeisel het geval zou zijn.
Kouijzer pleitte ervoor de werk
straf te matigen. De advocate voer
de aan dat haar cliënt als stuurman
op een vissersboot werkt en één
keer in de veertien dagen in de
weekeinden thuis komt. W„ die
geen strafblad heeft, zat een paar
dagen in voorarrest in de Middel
burgse Torentijd. Met het slacht
offer heeft hij later in een café ge
sproken. „We zullen nooit de beste
vrienden worden, maar we hebben
het incident achter ons gelaten.
Het was een domme fout, maar
van mij zult u geen last meer heb
ben", sprak W. tenslotte. De recht
bank doet 2 april uitspraak.
Leen Scherpenisse uit Sint-Annaland loste stukgoed in de haven van de Maasstad.
„Rosenmöller was een goed ven
tje", weet Lindhout nog. Ruim twin
tig jaar werkte Lindhout in de Rot
terdamse haven. Pendelen met de
bus. 's Ochtends om zes uur de deur
uit en dan maar sjouwen onder de
balen. Kunstmestzakken van hon
derd kilo uit het schip op de wal. En
aardappelen. Duizend zakken op
een dag. Beresterk is Lindhout.
Nog. „Ik heb nooit last van mijn rug
gehad."
Na vier jaar sjouwen en tillen kon
hij vorkheftruckchauffeur worden.
„Ze wisten bij de baas (destijds de
Scheepvaart verenging Zuid-S VZ,
later de samenwerkende havenbe
drijven SHB-red.) dat ik vroeger op
een trekker had gereden. Dan kun je
ook een heftruck besturen, vonden
ze. En dat kon ik ook."
Dat trekkerrijden zat er bij Lindhout
al vroeg in. „Eerst heb ik met de
paarden gewerkt. Vanaf 1953. Dat
deed ik graag. Twaalf jaar bij Rien
Kloet, later ook bij Mol. Maar het
werd allemaal minder. De peeën, de
juun, graan en aardappels. De prij
zen zakten en de kosten werden ho
ger. Dus moesten de boeren mensen
ontslaan. Ook de mechanisatie in de
landbouw zorgde voor steeds min
der werk."
Twintig jaar werkte Lindhout op het
land toen zijn broer hem adviseerde
mee te gaan naar Rotterdam. „Die
werkte daar al een paar jaar en had
het best naar zijn zin. Ik ging ook
meer verdienen. En je kende de
mensen waarmee je moest werken.
We zaten allemaal in de pendelbus.
Die reed de plaatsen op het eiland af
en dan gingen we met een man of
veertig naar de haven."
In 1958 werd hij lid van de bond.
„Natuurlijk deed ik mee aan de sta
kingen. De grote heren zagen we als
zakkenvullers. We werden eigenlijk
misbruikt. Paul Rosenmöller had
dat ook in de gaten. Nee. Hij was
niet sterk en kon ons tempo van la
den en lossen ook niet bijhouden.
Maar kletsen kon hij wel. Hij verte
genwoordigde ons bij de bazen en
voerde de stakingen aan."
Lindhout hoefde niet lang na te den
ken of hij wel of niet zou meedoen
aan stakingen. „Gooi plat dat zooi
tje. Dat hebben we een keer zes we
ken volgehouden. De bond betaalde
een vergoeding voor de stakingsda
gen. Zonder die acties, zonder de
bond, hadden we er geen geld bij
gekregen en hadden we nu geen
goed pensioen gehad."
Lindhout, getrouwd en vader van
drie kinderen en zes kleinkinderen,
heeft in die twintig jaar Rotterdams
havenwerk, niet veel van de stad ge
zien. „Het stadsleven interesseert
me niks. Ik houd niet van al die stra
ten en die huizen. Ik kom ook vrij
wel nooit in Bergen op Zoom. Geef
mij de ruimte van de polder maar."
Een polder die tegen zijn zin steeds
voller wordt gebouwd. Lindhout
komt uit een vuurrood nest. „Altijd
PvdA. Maar het gemeentebestuur
van Tholen doet waar ze zelf zin in
heeft. En sinds Wim Kok een kwart
je op de benzineprijs gooide en het
later niet teruggaf, stem ik niet
meer. De PvdA is de PvdA niet
meer. Zakkenvullers zijn het."
Lindhout maakt zich behoorlijk
kwaad als hij over de huidige poli
tieke situatie praat. Zijn vrouw
dempt zijn woordkeus. Lindhout:
„Het verschil in inkomen moet weg.
Dat betekent dat iedereen er even
veel geld bij moet krijgen. De lonen
moeten niet met procenten, maar
met centen stijgen. Dat is veel eer
lijker. Iemand met 1000 euro krijgt
bij 3% loonsverhoging er drie tien
tjes bij. Maar iemand met 10.000
euro krijgt er 300 euro bij. Dat is
oneerlijk. En die politici? Ze belo
ven veel, maar doen niks."
Leen Scherpenisse staat ook in de
top van de huldigingslijst van mor
genavond. Een halve eeuw is hij lid.
Hij ziet de toekomst op Tholen wel
zitten. Hij kijkt nieuwsgierig uit
naar de ontwikkelingen in de Kleine
Suzannapolder in Sint- Annaland.
„Aan de haven willen ze flats gaan
bouwen. Ik denk dat ik daar best
zou willen wonen. Ik heb er al eens
met anderen over gepraat. En de
buurvouw bijvoorbeeld, die heeft er
ook wel oren naar."
Nee, naar de jubileumavond komt
hij niet. „Ik ben dan jarig en er komt
dan veel familie. Ik kom uit een ge
zin van tien kinderen. Eentje is er
overleden. Verongelukt met bomen-
zagen in Sint-Maartensdijk. Die was
pas 52 jaar."
Sinds vier jaar is Scherpenisse we
duwnaar. Kinderen zijn er nooit ge
komen. „We waren bijna 48 jaar ge
trouwd en hebben een mooi leven
gehad."
Scherpenisse pakte vroeger alle
werk aan dat er was. „Na de lagere
school ben ik gelijk gaan werken.
Zilveruitjes inmaken. In de bouw bij
aannemerij Moerland. Op het land
op de boerderij van Akkermans en
in de kachelfabriek van Asselbergs
in Bergen op Zoom. En de grond op
Walcheren egaliseren bij de Neder
landse Heidemaatschappij. Walche
ren was onder water gezet door de
Duitsers en die troep moest worden
opgeruimd."
In 1978 ging Scherpenisse een nieu
we uitdaging aan. Werken in de
Rotterdamse haven. „Stukgoed la
den en lossen. Schepen van de Hol
land Amerikalijn en de Rotterdamse
Lloyd. Balen van 100 kilo en meer.
Zwaar werk, maar afwisselend.
Trossen bananen. Vlees. Je kunt het
zo gek niet bedenken, of ik heb het
op mijn nek gehad."
In 1988 ging Scherpenisse in de vut.
„Daar heeft Paul Rosenmöller voor
gezorgd. Ik was toen 57 jaar. Ro
senmöller vond dat havenarbeiders
van die leeftijd genoeg hadden ge
werkt."
Duizenden collega's, herinnert Scher
penisse zich, gingen met vervroegd
pensioen. „Dat kwam omdat er ook
in de haven werd gemechaniseerd.
Daardoor was er op een bepaald mo
ment veel te veel volk. De ene kon
weg met 90%. de ander met 95% van
zijn laatste salaris."
Net als Lindhout kan Scherpenisse
zich de acties voor die regelingen
nog goed voor de geest halen. „Ik
heb drie stakingen meegemaakt.
Maar Tholenaren zijn eigenlijk niet
van die stakers. Wij kunnen werken.
Daarom hadden de bazen ons graag.
Ze hadden liever mensen van het ei
land dan bijvoorbeeld Hagenezen."
De Setallander heeft weliswaar niet
veel, maar wel iets van Rotterdam
gezien. „Het kwam voor dat we
honderd ton vlees moesten lossen
en dat je naar huis kon als je klaar
was. Maar dan moesten we soms
wachten op een andere ploeg. Dus
gingen we een eindje lopen. Zo
kwamen we wel eens op Katen-
drecht. Beetje praten met de dames,
je weet wel, die daar werkten."
Scherpenisse heeft er een mooie tijd
gehad, zegt hij. Ook van zijn bonds
lidmaatschap heeft hij geen centje
spijt. „Ik was vanaf I januari 1958
lid van het Christelijk Nationaal
Vakverbond. Later werden de ha
venwerkers overgenomen door de
FNV."
De voormalige havenwerker voelt
zich zo gezond als een vis. Het zwa
re werk heeft zijn gezondheid eer
der versterkt dan verzwakt, ver
moedt hij. „Ik heb nog een flinke
moestuin waar ik met veel plezier in
werk en ik zing bij het mannenkoor
DEV in St. Annaland. Ik ben hier
geboren en getogen en hoop nog
heel lang mee te gaan."
De ambulancedienst doet het prima vinden de Thoolse patiënten.
De mensen die geholpen zijn door het personeel van de ambulance zijn
over het algemeen zeer tevreden. Dat blijkt uit het onderzoek dat de
RAVZ regionale ambulancevoorziening Zeeland) heeft gedaan onder
patiënten boven de Westerschelde. Chr. Koopman van de cliëntenraad
van RAVZ is blij met de resultaten.
„De respons was goed. De mensen
zijn zeer tevreden. We komen er
goed uit naar voren. Dat is zeker
voor het personeel belangrijk. De
mensen op de werkvoer moeten het
tenslotte doen." Maar volgens
Koopman zijn er ook nog een aantal
punten waar aandacht aan geschon
ken moet worden.
Aan de hand van de resultaten wordt
een actieplan gemaakt. Volgens
Koopman is het belangrijk om te
weten hoe de dienst functioneert.
„Volgend jaar willen we weer een
tevredenheidsonderzoek doen."
Eind januari zijn 1200 vragenlijsten
verstuurd, waarvan 800 naar patiën
ten van RAVZ. De andere 400 gin
gen naar patiënten van de ambulan
cedienst in Zeeuws-Vlaanderen. De
resultaten zijn daarvan nog niet be
kend. 8,5 procent kwam ongeopend
terug, omdat de patiënten waren
overleden of verhuisd.
Koopman: „We waren ervan uit ge
gaan dat 30 procent zou reageren,
maar dat was 37 procent. Er zijn 295
ingevulde vragenlijsten terugge
stuurd. Daar komt een positief beeld
uil naar voren. De meesten zijn zeer
tevreden over onze organisatie. Daar
kunnen we de RAVZ mee felicite
ren."
Op de lijst stonden twaalf vragen.
Uit de antwoorden blijkt dat 90 pro
cent tevreden is met de uitleg door
de hulpverleners over wat er ging
gebeuren. 91 procent van de respon
denten vond het personeel fris en er
uiterlijk goed verzorgd uitzien. Vol
gens 83 procent was er voldoende
gelegenheid om vragen te stellen.
Over de beleefdheid van het perso
neel was maar liefst 96 procent te
spreken. En voor 92 procent van de
ondervraagden hielden de hulpverle
ners voldoende rekening met hoe het
slachtoffer zich voelde. Iets minder
hoog scoorde de dienst op de vraag
of het personeel voldoende aandacht
besteedt aan de aanwezige familie of
naaste betrokkenen: 69 procent. Ver
der vond 77 procent dat de hulpver
leners zorgvuldig omgingen met de
spullen van de patiënten. En er ging
volgens 73 procent geen onnodige
tijd verloren met het regelen van de
ambulance via de meldkamer. Ook
vond 79 procent dat de ambulance
voldoende snel genoeg ter plaatse
was. Over het besteld vervoer (niet
spoed) was 70 procent tevreden. En
93 procent blijkt vertrouwen te heb
ben in de (medische) behandeling
door de hulpverleners. Ook de ma
nier van rijden is onderzocht. 88
procent is tevreden met de rijstijl
van de ambulancechauffeur.
Volgens Koopman zijn er ook nog
zestig patiënten die opmerkingen
hebben gemaakt over de dienst.
„Vier keer was de ambulance niet op
tijd. Dat is niet veel, maar toch is dat
een punt van aandacht." Een paar
keer bleek dat er geen vertrouwen
was in de ambulance. Volgens Koop
man is het wel van belang te weten
wat de reden daarvan is. Zeker voor
het personeel zou dat prettig zijn.
Ook werd een paar keer vermeld dat
er onvoldoende gelegenheid was om
vragen te stellen en dat de familie
niet voldoende aandacht kreeg. Ook
vroeg iemand zich af of de politie al
tijd gewaarschuwd wordt als de am
bulance wordt ingeschakeld.
Over de definitieve standplaats van
de ambulance op Tholen is nog geen
duidelijkheid, zegt Koopman. Het
rijksinstituut voor volksgezondheid
en milieu doet een onderzoek naar
de standplaatsen voor heel Zeeland.
Naar aanleiding van die uitkomsten
wordt volgens Koopman naar een
mogelijke andere standplaats geke
ken dan die in Sint-Maartensdijk.
„Er wordt zeker gekeken naar de
dichtheid van de bevolking. We ver
wachten dat er eind van het jaar een
uitspraak over wordt gedaan. De
zaak ligt heel gevoelig op Tholen
maar ook de gemeente Veere heeft
aan de bel getrokken. Daar is het
aantal overschrijdingen van de aan
rijdtijd te groot."
van lezers
De wet Openbaarheid van Bestuur
(WOB), verplicht de overheid de bur
ger als die daarom vraagt, te informe
ren over haar beleid. En ook over de
voorbereiding en de uitvoering daar
van.
Zo begint de webpagina van de ge
meente Tholen als ze aan bestuur en
organisatie uitdrukking geeft. Een
passage die verwachtingen wekt en de
burger veel belooft. Hoe werkt dat nu
in de praktijk? Mijn ervaring met het
informatiebeleid van ons gemeente
bestuur stemt me droevig. Het leert
dat inspraak wel wordt toegestaan,
maar de respons aan mij als vragen
steller is tot nu toe beneden alle peil.
Op 17 maart 2006, inmiddels ruim
twee jaar geleden, stelde ik namens
een behoorlijk aantal medebewoners
de verkeerssituatie in de Molenstraat
Oud-Vossemeer aan de orde middels
een brief aan de gemeenteraad. Het
duurde drie maanden alvorens die
brief aan de orde kwam binnen de
commissie ruimte, samengesteld uit
leden van die gemeenteraad. Ik mocht
zelfs inspreken op 19 juni 2006 in een
statige zaal van het toen nog oude ge
meentehuis van Sint-Maartensdijk.
Diverse medebewoners uit onze straat
stelden met mij vast dat de commissie
onze zorgen deelde en er werden zelfs
forse uitspraken gedaan om de meest
dringende en al jaren bestaande ge
vaarlijke situaties te verhelpen. „Als
het niet links kan, dan maar rechts,
maar die situatie moet opgelost", was
een van de krasse uitspraken van een
commissielid. Een duidelijke op
dracht aan b. en w. om handelend op
te gaan treden, dachten wij in onze
wellicht wat te optimistische arge
loosheid.
Omdat we toch een kembezoek van
de hele raad tegoed hadden, werd la
ter weer besloten om tijdens dat be
zoek op 27 februari de situatie in de
Molenstraat nog eens goed te bekij
ken. Halve maatregelen vond de raad
kennelijk niets en opnieuw werd eni
ge hoop gevestigd. Of wethouder
Goossens al wat gedaan had ter zake,
werd evenwel niet duidelijk. Via via
moesten we vernemen dat op zeker
moment wethouder Van Dis voor de
afwerking zou gaan zorgen. Ook deze
wethouder vond het niet nodig om
mij als woordvoerder van de Molen-
straters eens iets te laten weten van de
stand van zaken.
Om een lang verhaal korter te maken:
een klein krantenartikeltje dat er wel
licht toch wat ging gebeuren,was alles
wat we daarna vernamen. Tot er mij
op 12 maart j.l. opeens weer wel een
brief van de raadsgriffier bereikte. De
Molenstraat staat weer op de agenda
van de commissie ruimte en ik zou
zelfs opnieuw in mogen spreken.
Echter leert informatie mij dat er niets
aan de situatie veranderd wordt. De
commissieleden zijn kennelijk omge
draaid als een blad aan de boom en
leggen zich neer bij de uitspraak van
b. en w. Het is te duur en dus onuit
voerbaar!
Komt dat dan toch omdat de kapi-
taalslasten van het nieuwe door 7.000
Tholenaars ongewenste gemeentehuis
te zwaar zijn? Of wensen onze be
stuurders hun verdere grote plannen
hogere prioriteit te geven dan de vei
ligheid in onze straat? Ik zie er dus
moedeloos geworden vanaf om nog
eens in te spreken en te praten voor
een gezelschap dat de democratie
hoog in het vaandel zegt te hebben
maar met burgerinspraak verder niets
doet.
De gemeente Tholen kiest ervoor en
ik stel ze daarvoor 100 procent ver
antwoordelijk om:
alles te laten zoals het is en dus ou
de mensen met een rollator en
moeders met kinderwagens fat
soenlijk gebruik van het trottoir te
onthouden
rolstoelers de rijweg op te sturen
als ze op het trottoir niet verder
kunnen
fietsers het trottoir op te sturen om
dat ze de rijweg als te gevaarlijk be
schouwen
een waardige begrafenisstoet on
mogelijk te laten en verzorgend
vrachtverkeer dagelijkse proble
men te bezorgen.
Burgerinspraak is voor mijn gemeen
tebestuur een farce!
C.W. de lA'euw,
Moleastraat 46,
Oud-Vossemeer.
De jeugdleden van de gereformeerde
kerk in Tholen doen op 4 april mee
aan Zip your lip. Dat is een actie
waarbij jongeren tussen de 12 en 16
jaar een etmaal niets eten voor het
goede doel. De deelnemers beginnen
op vrijdagavond om zeven uur en
eindigen op zaterdagavond om de
zelfde tijd met hun actie in het Visnet
in Tholen. Het geld dat wordt inge
zameld is bestemd voor de aidspro-
jecten van World Vision in Afrika.
De komende zeven maanden is het 's
avonds langer licht en blijft het 's
morgens langer donker. De zomer
tijd komt er weer aan: in de nacht
van zaterdag 29 op zondag 30 maart
worden de klokken in de meeste Eu
ropese landen een uur vooruit gezet.
Dit duurt tot het weekeinde van
25/26 oktober, wanneer weer wordt
omgeschakeld op de Midden-Euro-
pese tijd. De zomertijd is alweer 31
jaar geleden in ons land ingevoerd,
als maatregel om energie te besparen
tijdens de oliecrisis die er toen was.
Arie Lindhout uit Sint-Maartensdijk werd in Rotterdam heftruckchauffeur.