'Vergeleken met onze kinderjaren leven we nu als rijke mensen' 'Dat kan niet goed aflopen, zei moeder toen om half drie 's de noodklok luidde' D I Plaatselijk nieuws Geen industrie Auvergnepolder Een donkere nacht Donderdag 31 januari 2008 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Ze komen uit Amsterdam, leerden elkaar kennen in Goes en wonen alweer achttien jaar in Sint-Maartensdijk. Het echtpaar Wim van Haarlem en Jannetje van Haarlem- Noorbeek zijn maandag zestig jaar getrouwd. Ze zijn nog steeds dolgelukkig met elkaar maar. Ze kregen drie kinderen, waarvan er een overleed. Ze hebben vijf ach terkleinkinderen. Overgang W. van Haarlem en J. Noorbeek uit Sint-Maartensdijk zestig jaar getrouwd Actief Ontredderd Twee lammetjes Ramptentoonstelling A.M. de Jongmuseum Stavenisse Ruzie om drinkwater Twee jubilarissen Loos alarm Woonboulevard Zaterdag oliebollen Frontale botsing Psalmzangavond Waterberging Het stel ontmoette elkaar ruim zes tig jaar geleden op een kampeer boerderij bij Goes waar jonge men sen uit heel het land voor een weekendje naar toe gingen. Jannetje was er al toen Wim met een nieuw groepje arriveerde. „Hij was een brutaal joch en ging op mijn schoot zitten. Ik was gewoon boos, maar we hebben elkaar in Amsterdam weer opgezocht". Ze trouwden jong, in het gemeente huis van de hoofdstad aan de Groenburgwal (nu een hotel). Zij was achttien jaar, hij negentien. Bo vendien moest Van Haarlem als mi litair nog twee jaar naar Neder- lands-Indic. Hij diende er bij de Zeven december divisie, onderdeel van de Nederlandse troepen die er de strijd aanbonden met de aanhan gers van Soekarno die de onafhan kelijkheid in 1945 had uitgroepen. Van Haarlem werd op verschillende plaatsen in Oost-Java, een provincie van Java, ingezet. In de hoofdstad Soerabaja, maar ook in andere ste den zoals Kederi, Solo en Malang. „Malang was het beste. Dat ligt hoog, daar was het niet zo heet." Zijn vrouw woonde tijdens zijn ver blijf in Indië bij haar schoonmoeder in. „Dat aanvaardde je gewoon. Mijn schoonmoeder had een klein kamertje voor me. Het was niet vreemd. Wat wel vreemd was, toen mijn man terugkwam. Dan heb je elkaar twee jaar niet gezien. Dan ben je vreemden geweest. Maar toen hij terug was, hebben we zo snel mogelijk een 'half huisje' ge zocht". Toen zij alleen was, werkte ze in een zaak aan de Keizersgracht waar ze overhemden inpakte. Later ook nog in een zogeheten hygiëne- zaak, een winkel met hulpmiddelen zoals steken (bedpo's) en bandages. De Indiëganger pakte zijn werk als diamantslijper weer op. Het was een bloeiende industrie in Amsterdam. Hij werkte bij het bekende Joodse diamantbedrijf Asscher aan de Tol straat. „Ik ben de enige diamantslij per op het eiland Tholen", lacht de 79-jarige Van Haarlem. Het slijpen van diamanten is een secuur werk, maar volgens Van Haarlem ligt het er maar net aan hoe je het bekijkt. „Als je het met je handen doet, is het secuur, maar meetkundig gezien niet, hoor." Eindjaren vijftig, beginjaren zestig verlieten ze de hoofdstad. Beiden zijn Jehova's getuigen. Ze wilden van hun geloof gaan getuigen in re gio's waar weinig of geen Jehova getuigen waren. „Dat hebben we toen gevraagd aan het bijkantoor in Emmen. Er waren zo'n vijf plaatsen waar we heen konden: Rotterdam, Bergen op Zoom en Terneuzen. In Bergen op Zoom was maar één ge meente". De Jahova's worden toe gewezen aan een gemeente. Die be staat uit 50 tot 125 leden. In Bergen op Zoom zijn er nu drie, van 80 tot 100 mensen elk. „Tholen valt onder Bergen op Zoom. Maar om hier een gebouw neer te zetten, is niet te doen. Dat kost al gauw een mil joen". Het was een grote overgang van de hoofdstad naar Bergen op Zoom, herinneren ze zich nog. In de hoofd stad woonden ze mooi aan een gracht, en maar vijf minuten lopen van het diamantbedrijf. De dichtst bijzijnde plaats waar Van Haarlem vanuit Bergen op Zoom diamanten kon slijpen was Antwerpen. „Er zijn maar een paar steden in de wereld waar je dat kan doen: Amsterdam, Antwerpen, Londen, Parijs, New York en Tel Aviv. Vanuit Bergen was Antwerpen lo gisch, maar het was ook een be hoorlijke opgave. „Ik ging 's och tends om vijf voor zes de deur uit en kwam 's avond om half zes, of later weer thuis. Ik was twaalf tot dertien uur onderweg. Eerst met de bus naar Putte en dan met een trammetje naar Antwerpen. Daar moest ik nog twintig minuten lopen". Van Haarlem reisde ook een paar jaar met het spoor, maar deed er dan net zo lang over als met de bus en de tram. De service van de NS was toen echter heel goed. zegt hij. „Ik kon via de stationschef in Bergen vragen of ze de internationale trein van Am sterdam naar Brussel voor me wilden ophouden als mijn trein iets te laat was. Dat ophouden kon maximaal tien minuten. Dat is nu ondenkbaar en een heel verschil met vroeger". Het geloof deed ze verhuizen. Van Haarlem was atheïst en een fervent aanhanger van de evolutietheorie van Darwin, vertelt hij. Tot er een Jehova getuige bij hem aan de deur kwam en Van Haarlem aan het den ken werd gezet. „Wat is de waar heid. Alles zal vrucht dragen naar zijn soort, staat er in de Bijbel. Ik heb er een maand of drie mee ge worsteld en beiden naast elkaar ge legd. Voor mij slaat de schaal door naar hetgeen te bewijzen valt en dat is de Bijbel." Zijn vrouw ging als kind naar de catechisatie en de zon dagsschool, maar zag als jong meis je 9I dat er in de gevestigde kerken 'iets niet klopte'. „Bij de Jehova ge tuigen wordt iemand die iets mis daan heeft, buitengesloten. Anderen worden er dan niet mee aangesto ken. En dat is wat je zo veel ziet bij de kerken. Ze gaan splitsen en be ginnen weer een nieuwe kerk. Er is veel verdeeldheid." Van Haarlem vergelijkt het maar met voetbal. Als een speler met Het echtpaar Van Haarlem-Noorbeek woont nog steeds zelfstandig. een bal onder de arm gaat lopen, dan wordt dat door de scheidsrechter af gefloten. Als hij de bal vast blijft houden, dan krijgt de speler rood en moet hij het veld af." Mevrouw Van Haarlem zorgde thuis voor de kinde ren. Ze had als hobby breien, haken en borduren. Ze breide complete mantelpakken, men truien voor haar kinderen en kleinkinderen. Maar maakte ook tafelkleden, vertelt ze. „Maar mijn grootste hobby is eigen lijk Jehova getuige zijn." De Jehova getuigen prediken door huis aan huis te gaan. Ze hebben het samen vele jaren gedaan. Ook ver zorgde Van Haarlem zogeheten openbare lezingen in het gebouw waar de gelovigen bijeenkomen. „We zijn begonnen in ons eigen huis aan de Koepelstraat in Bergen op Zoom. Dat was een huisje wat we destijds voor 5000 gulden koch ten. Later in een zaaltje op de hoek van de Havenstraat/Dubbelstraat. Vandaar naar een zaaltje in de En gelsestraat. We kregen toen de mo gelijkheid om in de verbouwde sy nagoge bijeen te komen. De gemeente vroeg of we interesse hadden. Maar er konden te weinig mensen in. Uiteindelijk zijn we in de Glymesstraat terechtgekomen op de plek waar eerst een kazerne stond. We konden het tot de rooilijn volbouwen. We hebben er nu drie Nederlandse gemeentes in, één Turkse en één Franse. Jehova getui gen zijn in de hele wereld actief. Overal is hetzelfde programma. Er worden 70 miljoen exemplaren van de Wachttoren gedrukt." Voor de leiding van elke gemeente zijn drie ouderlingen nodig. Op Tholen zijn er negen ouderlingen die het programma voor een dienst verzorgen. Van Haarlem is nog steeds actief, maar zijn vrouw kan vanwege haar gezondhejd niet meer mee. Ze kan de bijeenkomsten wel volgen via een speciale telefoonaan sluiting. „Maar als hij weg is, is er altijd wel iemand die me opzoekt, hoor," zegt ze. Het aantal Jehova getuigen op Tholen is volgens het echtpaar toegenomen. In Sint-Maar tensdijk wonen er nu volgens Van Haarlem ongeveer twintig. Er is wel wat veranderd sinds ze begin jaren zestig op Tholen langs de deur gin gen. „Toen woonden er veel meer gelovigen. Toen had je meer men sen die gedegen tegengas gaven. Mensen met een eigen standpunt. Daar kon je goed mee discussiëren. Daar heb je meer aan dan mensen die heel onverschillig zijn. Het was wel prettig werken, maar in het be gin was het vooral in Stavenisse niet zo leuk. Mensen reageerden daar toen harder, maar dat is in de loop der jaren vele malen zachter gewor den." Zijn vrouw heeft dezelfde er varing: „Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn, maar het zou fijn zijn als de mensen wat vriendelijker wa ren." Sinds 1990 wonen ze in Sint-Maar tensdijk, in de Pres. Rooseveltstraat. In het huis waar hun dochter Lies- beth met haar man en kind woon den. Die verhuisden naar een nieu we woning elders in het dorp en zij trokken er in. Hun dochter kwam in 1996 te overlijden. Het gemis van hun dochter en de gezondheid van mevrouw Van Haarlem is de reden dat ze hun diamanten bruilof niet uitbundig vieren. Hun leven is volgens het echtpaar 'aardig turbulent' geweest. De ver anderingen zijn snel gegaan. Me vrouw Van Haarlem herinnert zich nog dat in Amsterdam de bierwagen van Amstel door paarden getrokken, door de straten kwamen. „Een prachtig gezicht was dat. Die paar den hadden van die sokken aan hun benen en sjeesden 's avonds door de Quarleinstraat, een zijstraat van de Ferdinand Bolstraat in de Pijp. Er stond toen één auto in de straat." Het echtpaar geniet nog van elkaar. Ze denken er nog niet over om naar een verzorgingsthuis te gaan. Voor mevrouw van Haarlem is de woning aangepast. Er is een lift in het trappenhuis. Het echtpaar krijgt twee keer in de week hulp. Beiden genieten ook nog van de tuin. De achtertuin is een groene oase. Binnen bloeien de orchi deeën waar mevrouw dol op is. Van Haarlem: „We hebben geen reden om te klagen. Toen ik als kind naar school ging, liep ik met gympies aan. Er zat geen bodem in. Je deed het voor de schijn. Nu staan er tien paar schoenen in de kast. Nee, vergeleken met onze kinderjaren leven we nu als rijke mensen". Zijn vrouw is het er he lemaal mee eens: „We zijn geeste lijk rijk. Dat is na zoveel jaren het belangrijkste." Morgen, vrijdag 1 februari, is het 55 jaar geleden dat de watersnood zuid-west Nederland trof. Op Tholen werd met name Stavenisse ernstig getroffen door het grote aantal slachtoffers. Elders was er ook veel ma teriële schade. Anny Saarloos-Heijboer uit Sint-Annaland haalt haar persoonlijke herinneringen op aan de Ramp van 1953. „Ik was acht jaar en woonde op de hoek van de Hoenderweg-Nieuw- straat in Sint-Annaland. Zaterdag middag 31 januari 1953 was een za terdag zoals alle andere, maar toch anders vanwege de enorme storm. Ook die middag kreeg ik de wekelijk se wasbeurt en schone kleren aan. Mooiere kleren omdat het zaterdag was. Met mijn zus en haar vriendin mocht ik mee om boodschappen en ook nog wat lekkers kopen: snoep bij Laurine op de Molendijk of patat bij Jan Patat in de Voorstraat. Zo ook die middag, maar het was heel druk in het dorp door het hoge water. Wij gingen natuurlijk kijken bij de haven, waar de vloedplanken gezet waren. De schepen lagen hoog in het water. Wat mij als achtjarig kind zo verbaas de, was het feit dat de roeiboten over het Havenplein voeren tot aan de hui zen en café's toe. Het hele Haven plein stond onder water. Door de drukte kreeg het voor de kinderen iets gezelligs. Vol verhalen kwam ik dan ook thuis." „Die zaterdagavond was de storm het voornaamste onderwerp van gesprek. Ik maakte me er zorgen over en hoe wel ik samen met mijn zus in één bed sliep, kwam mijn moeder toch bij ons in bed slapen omdat ik zo bang was. We vielen in slaap, maar rond half drie werden we wakker van klokge lui. De noodklok! Zie je wel, zei mijn moeder, dat kan niet goed aflopen. Meteen waren we allemaal uit bed. Mijn twee broers en zus zouden bij de haven gaan kijken, wat achteraf natuurlijk wel erg gevaarlijk was. Toen ze zagen dat de vloedplanken op het Havenplein het gingen bege ven en ook de dijk bij de Suzannaweg al doorgebroken was, zijn ze naar huis komen hollen. Het water haalde hen echter in en ze moesten via de oostkant van de Ring over de stoepjes en de hekjes thuis zien te komen. Bij ons thuis werd het ondertussen steeds drukker, want de bewoners van de laag gelegen overkant van de Hoen- derweg - dat is nu nog zo - kregen water uit de watergang in hun woning en vluchtten naar ons toe. Het gezin Van Dalen telde zeven meisjes en die kwamen ontredderd binnen met nog buren uit drie andere huizen. Met ons eigen gezin van zeven personen zaten we die nacht wel met 25 mensen in huis, groot en klein. Gelukkig was het water nog niet binnen, maar het kwam steeds dichterbij. We hoorden van de doorbraken bij de haven, hui zen die weggespoeld waren en een totaal vernielde Voorstraat." „Ondertussen vonden wij het als kin deren toch wel spannend, die vroege zondagochtend. We letten goed op het paard en de windwijzer op het dak aan de overkant. Die windwijzer stond op NW en dat was erg gevaar lijk. Met laarzen aan gingen de buren hun eten halen dat voor de zondag meestal wel gereed stond. Om beur ten gingen we eten. Eerst de familie Van Dalen met de kinderen en zo kwam iedereen aan de beurt. Mijn moeder had een grote pan soep en nog zeggen we altijd: zulke warme soep als met de Ramp hebben we nooit meer gegeten. Het water kwam ondertussen steeds hoger en we be gonnen met alle spullen naar boven te brengen, de vloerbedekking op te ra pen en te zorgen voor eten en drin ken. Tegen de avond was het inder daad zover dat het water in huis kwam. De families Van Dalen en Keur hadden ondertussen andere adressen gevonden om tijdelijk te verblijven. Zo begon een angstige nacht. De koeien, paarden en varkens (er bleken ook nog twee lammetjes in de schuur gebracht te zijn) kwamen ook in het water te staan. Er is niet veel geslapen die nacht, maar ik werd op een gegeven moment wakker met mijn kleren en laarzen nog aan. Er was natuurlijk geen w.c. boven en in zulke situaties wordt een mens van zelf gemakkelijk. De mannen plasten zo naar beneden en de po leegde je door het raam. Gelukkig was het wa ter niet veel hoger gekomen dan de vierde tree van de trap. Een verwoeste woning aan de Wilhelminastraat in Stavenisse. Vrijdag I februari is het 55 jaar geleden dat in zuid-west Nederland de wa tersnood plaatsvond. Ook Nieuw-Vossemeer werd zwaar getroffen. In het A.M. de Jongmuseum in Nieuw-Vossemeer is een speciale wand ingericht ter herdenking van de watersnoodramp.Ook zijn er vele foto's te bekijken en stukken te lezen over de watersnoodramp van 1953. Sinds kort is er ook een roulerende fotopresentatie te zien in het A.M. de Jonghuis. Speciaal vanwege de 55-jarige herdenking van de watersnoodramp is het A.M. de Jongmuseum op 1 en 2 februari geopend van 13.30 uur tot 16.30 uur. U kunt op deze dagen en deze tijd dus zonder afspraak te maken terecht in het museum. Er zijn deskundige medewerkers aanwezig die u alles kunnen la ten zien en er ook over kunnen vertellen. Natuurlijk kunt u ook de andere tentoonstellingen bezoeken van het A.M. de Jonghuis. Die zondag werd er al aangeraden om naar het hoger gelegen Tholen te gaan, want daar was het veiliger. Zo ging de familie Goedegebuure, die achter ons woonde, naar Tholen. Mijn moeder had zich na de oorlog echter voorgenomen, dat ze niet zo gauw weer zou evacueren. Mijn va der en mijn broers moesten ook bij de beesten blijven, zodat we allemaal maar bleven. De familie Goedege buure had een grote schuur bij de woning en eer ze weggingen, brach ten ze de sleutel. Als het nodig is kunnen jullie in ons huis, zeiden ze. Dat lag inderdaad een stuk hoger dan ons huis. De Nieuwstraat loopt best flink omhoog. Zo begon maandagmorgen de ver huizing. Eerst werden de koeien, paarden en varkens overgebracht en verzorgd voor zover dat mogelijk was. De hond was helemaal over zijn toeren. Zelf had ik laarzen die lek waren. Mijn vader droeg de oude buurvrouw en mijn broer had mijn oude opoe van 80 op zijn rug en bracht die door het water op het dro ge. Ondanks alle angst en spanning vonden we dat zo'n koddig gezicht, dat we er toch om moesten lachen. Ook toen de mannen in hun blote. witte billen liepen omdat ze geen ho ge laarzen hadden en een landbouw- wagen uit de schuur moesten halen." „Maandag kwam dijkbaas Moerland langs om te waarschuwen. Als de Breedenvlietsedijk doorbreekt, dan kom je zover in het water te zitten, zo wees hij met een polsstok aan. Dan kan ik alleen de beesten nog lossnij den, wij zitten dan wel veilig boven, zei mijn vader. We waren toen nog met tien mensen, want nog een fami lie was naar andere mensen gegaan. Er werden voor iedereen slaapplaat sen gemaakt. Opoe en de oude buur vrouw gingen samen in een bedstee, moeder, zus en de a.s. schoonzus in een andere bedstee. Ik weet niet meer waar mijn vader en broer sliepen. Mijn andere broer en de buurman, die als oorlogsslachtoffer maar één been had, lagen samen op een éénper- soonsbed. Zelf lag ik als achtjarige in een babyledikantje met mijn benen dubbel en mijn laarzen en kleren aan. De volgende morgen werd het alle maal wat beter, maar je hoorde toen ook de verschrikkelijke verhalen over Stavenisse en andere dorpen. Mijn moeder, zus en schoonzus zorgden voor veel eten, want er kwa men weer al mannen terug uit Tho len. Het water in de Hoenderweg ging al wat zakken." „Woensdag was het weer zover dat we naar ons eigen huis terug konden, maar wat een bende was het daar. Ie dereen hielp bij het schoonmaken en eer dat het avond was, konden we weer in ons eigen huis wonen. Het water stond nog voor in de tuin, dus de buren konden nog niet terug. Ze hebben drie maanden bij ons ge woond. Ze vonden het wel gezellig, denk ik. Op lage plaatsen in het dorp stond nog overal water. Zo ook aan het eind van de Nieuwstraat en de Brugstraat. Als ik het vertel, wil bij na niemand het geloven, maar daar voer een pontje. Een van planken ge maakt vlotje dat met touwen over werd getrokken. Samen met mijn broer voer ik over om aan de Ring bij de schoenmaker laarzen te kunnen kopen. Op de terugweg bleef het vlotje vast zitten achter een paaltje. Mijn broer duwde ons af en had een natte voet. Zo kan ik die eerste dagen na de Ramp van 1 februari 1953 als een film terugdraaien, voorzover je dat als kind van acht kan. Je ziet dingen misschien anders dan een volwasse ne, al wist je van de spanning en de angst en hoorde je van de ellende. Die dingen zul je nooit vergeten. Zo als de opgezwollen dieren die naar de haven gebracht werden en de vele zwarte kisten - groot en klein - van verdronken mensen die in de school stonden opgebaard. Stilletjes keken mijn vriendinnetjes en ik door de ra men. Wij waren gespaard gebleven, maar vele anderen waren er niet meer. Ook zie ik nog de tankwagen met water komen - twee keer per dag - omdat er geen waterleiding was. De mensen zochten daar weer al gauw ruzie wie het meeste water kreeg. Er kwamen steeds meer Sint-Annalan- ders terug uit o.a. Tholen die begon nen om hun huizen schoon te maken. Van hen hoorde je steeds ergere ver halen en we begrepen wel dat de Ramp in Sint-Annaland, vergeleken bij andere plaatsen, nog goed afgelo pen was." De fractie van de VVD hoeft zich nog geen zorgen te maken over de mogelijke vestiging van industrie in de Auvergnepolder aan de ande re zijde van het Schelde-Rijnka- naal. De gemeente Bergen heeft nog geen concrete plannen. En als die er komen, dan is het volgens wethouder K.A. Heijboer nog vroeg genoeg om daar op te reage ren. G.J. Hoek (VVD) nam daar maan dagavond in de commissie ruimte genoegen mee. De liberale fractie had vragen ingediend over de kwestie. En was afgegaan op de berichten in de media over de ves tiging van bedrijven in de nu nog lege polder. Hoek vreesde dat het uitzicht voor de bewoners van de woningen aan het Waterfront ver pest zal worden. M.J. Klippel (RFT) vroeg zich af of voor de VVD het milieu en de veiligheid geen rol speelden. Maar volgens Hoek is dat een zaak voor de buurgemeente Bergen op Zoom. Volgens Heijboer is het nog hele maal niet duidelijk wat er gaat ge beuren. Wel is bekend dat er naar grond voor industrie wordt ge zocht nu de Hoekse Waard in Zuid-Holland er niet voor gebruikt zal worden. „In Bergen willen ze eerst zo veel mogelijk op bestaan de terreinen gaan bouwen. Het ge meentebestuur van Bergen heeft er nog geen plannen voor. De polder is nog niet voor 2015 in zicht." Volgens L.J. van Doorn (ABT) zou de gemeente Tholen ook con tact op moeten nemen met de pro- vinzie Zeeland. Hij wees er op dat er al eerder sprake van was. Heij boer zei dat het in het overleg Zuid-West-Nederland aan de orde kan komen. VERVOLG JKUGDOVFRLAST De politie ziet dat niet meer als haar taak, maar richt zich wél op jeugd. Prince noemde het plan po litie en schoolveiligheid, gericht op het voortgezet onderwijs. Dat is heel breed en gaat bijvoorbeeld over kluisjes op school en veilige fietsroutes. „De contacten met de beide Thoolse middelbare scholen zijn goed. Er wordt onder meer sa mengewerkt als het gaat om scho- lierengeweld", vulde de Thoolse politiechef J. v.d. Hoek aan. Hij vertelde dat bij het bureau in Tho len vorige week een briefje in de bus was gestopt over een scholier die onderweg werd belaagd. De politie stelde een onderzoek in, wat resulteerde in drie aangiften. Gisteren zouden drie verdachten aangehouden worden, maar Van den Hoek sloot niet uit dat er meer volgen, vertelde hij. Oudesluijs vond overigens dat het basisonder wijs niet uit het oog verloren moet worden, gezien de incidenten die zich vorige week voordeden bij het schooldammen en -schaken. Vervoer Betho. De Betho in Goes, uitvoerder van de sociale werk voorziening voor onder meer Tho len, krijgt dit jaar van de provincie een bijdrage van maximaal 21.000 euro voor het bedrijfsvervoer. Dit is gebaseerd op 2,1 miljoen reizigers kilometers eigen vervoer en een dubbeltje per tien reizigerskilome ters. Vervolg van pagina 2 Nellie van Haaften en Hanny Guequièrre zijn gehuldigd voor res pectievelijk hun 30- en 25-jarig lid maatschap van de bond van platte landsvrouwen. Voorzitter Francien Noom overhandigde de beide jubi larissen woensdagavond tijdens de jaarvergadering een attentie. Het jaarverslag werd gedaan door Cato Koppenhol en het financieel verslag door Tonny van As. De kascommissie, bestaande uit Nel- leke Verhoef en Corrie Vissers, bracht verslag uit. Voor de aftre dende mevr. Verhoef werd Plonie Duijnhouwer gekozen. Het ver slag van het ziekenbezoek werd gedaan door Bap Hage. De leden die de uitnodigingen bezorgen, kregen een attentie. In de pauze werden> er loten verkocht, waar voor leuke prijsjes beschikbaar waren gesteld. Daarna kwamen de dames in actie voor een spelletje sjoelen. Dit spel viel bij alle leden in goede aarde. Voor de hoogste score per tafel was er een leuk prijsje. De voorzitter sloot deze gezellige avond. De volgende bij eenkomst, 20 februari, komt er een schoonheidsspecialiste de da mes verwennen. De brandweer uit Sint-Maartens dijk is dinsdag om half zeven uit gerukt naar de Woonboulevard aan de Paasdijkweg na een automati sche brandmelding. Het bleek loos alarm. Zaterdagmorgen tussen negen en elf uur houdt voetbalvereniging SPS een oliebollenactie. De lekkernijen worden huis-aan- huis verkocht in zowel Poortvliet als Scherpenisse. De opbrengst is bestemd voor de bouw van een extra opslagruimte naast het clubgebouw aan de Dee- straat. Sint-Philipsland Poortvliet Op de Essendijkweg zijn dinsdag middag om half drie twee personen auto's frontaal gebotst. Beide be stuurders bleven ongedeerd, maar de materiële schade was groot. Een 19-jarige automobilist kwam uit de richting van Poortvliet en kwam een 18-jarige autobestuurder tegen. Ze botsten frontaal, waarbij de auto van de 19-jarige geheel werd vernield. De andere auto was zwaar bescha digd. De maandelijkse psalmzangavond is woensdag om acht uur in het kerkgebouw van de Oud Gerefor meerde Gemeente aan de Achter straat. Er worden psalmen gezongen in de berijming van Petrus Datheen met bovenstem. Iedere zangliefhebbers is hartelijk welkom, ongeacht het kerkgenootschap. In de pauze is er koffie en voor de kinderen is er fris drank. Bij de uitgang is er een col lecte ter bestrijding van de onkos ten. Vier percelen grond aan de Oude- weg en de Zuiddijk, met een totale oppervlakte van 65,69 are, zijn door het waterschap gekocht van G.W.B. Dreesmann te Amsterdam. De grond is nodig voor het aanleg gen van een waterberging. Jaren geleden, in die donkere nacht gebeurde er iets, wat niemand had verwacht een wind die raasde met groot geweld over het land muren, daken, alles kraakte, maar het bleef in stand de wind die blies het water steeds verder omhoog en velen dachten toen, houden wij het nog droog? Het water kwam steeds hoger te staan en men keek elkaar eens angstig aan het water stond nu echt op zijn hoogste top mensen werden gewaarschuwd, zoek het hoger op want de dijken kunnen het zo niet meer verdragen en toen plotseling, grote gaten werden geslagen zodat het water stroomde met groot geweld door polders en straten, vele dingen werden geveld het water stond maar te beuken tegen de muren er was grote angst, in die nachtelijke uren velen wilden vluchten, maar konden nergens heen zodat de dood hen voor ogen scheen zij werden meegesleurd, en gingen ten onder zouden zij nog boven komen? Het was een wonder vele gezinnen werden uit elkaar gerukt en gingen onder een diepe rouw gebukt nu het alweer zoveel jaar is geleden gedenken wij hen toch in onze gebeden en staan wij even stil, bij wat er is gebeurd misschien dat bij velen, de wond weer even openscheurt maar laten wij hem danken, dat hij ons tot hier heeft ge bracht en ons wil behoeden, voor weer zo'n donkere nacht. A. Verkerke, Sint-Philipsland. I

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2008 | | pagina 9