'Vergeleken met onze kinderjaren
leven we nu als rijke mensen'
'Dat kan niet goed aflopen, zei moeder
toen om half drie 's de noodklok luidde'
D
I
Plaatselijk nieuws
Geen industrie
Auvergnepolder
Een donkere nacht
Donderdag 31 januari 2008
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Ze komen uit Amsterdam, leerden elkaar kennen in Goes
en wonen alweer achttien jaar in Sint-Maartensdijk. Het
echtpaar Wim van Haarlem en Jannetje van Haarlem-
Noorbeek zijn maandag zestig jaar getrouwd. Ze zijn
nog steeds dolgelukkig met elkaar maar. Ze kregen drie
kinderen, waarvan er een overleed. Ze hebben vijf ach
terkleinkinderen.
Overgang
W. van Haarlem en J. Noorbeek uit Sint-Maartensdijk zestig jaar getrouwd
Actief
Ontredderd
Twee lammetjes
Ramptentoonstelling A.M. de Jongmuseum
Stavenisse
Ruzie om drinkwater
Twee jubilarissen
Loos alarm
Woonboulevard
Zaterdag oliebollen
Frontale botsing
Psalmzangavond
Waterberging
Het stel ontmoette elkaar ruim zes
tig jaar geleden op een kampeer
boerderij bij Goes waar jonge men
sen uit heel het land voor een
weekendje naar toe gingen. Jannetje
was er al toen Wim met een nieuw
groepje arriveerde. „Hij was een
brutaal joch en ging op mijn schoot
zitten. Ik was gewoon boos, maar
we hebben elkaar in Amsterdam
weer opgezocht".
Ze trouwden jong, in het gemeente
huis van de hoofdstad aan de
Groenburgwal (nu een hotel). Zij
was achttien jaar, hij negentien. Bo
vendien moest Van Haarlem als mi
litair nog twee jaar naar Neder-
lands-Indic. Hij diende er bij de
Zeven december divisie, onderdeel
van de Nederlandse troepen die er
de strijd aanbonden met de aanhan
gers van Soekarno die de onafhan
kelijkheid in 1945 had uitgroepen.
Van Haarlem werd op verschillende
plaatsen in Oost-Java, een provincie
van Java, ingezet. In de hoofdstad
Soerabaja, maar ook in andere ste
den zoals Kederi, Solo en Malang.
„Malang was het beste. Dat ligt
hoog, daar was het niet zo heet."
Zijn vrouw woonde tijdens zijn ver
blijf in Indië bij haar schoonmoeder
in. „Dat aanvaardde je gewoon.
Mijn schoonmoeder had een klein
kamertje voor me. Het was niet
vreemd. Wat wel vreemd was, toen
mijn man terugkwam. Dan heb je
elkaar twee jaar niet gezien. Dan
ben je vreemden geweest. Maar
toen hij terug was, hebben we zo
snel mogelijk een 'half huisje' ge
zocht". Toen zij alleen was, werkte
ze in een zaak aan de Keizersgracht
waar ze overhemden inpakte. Later
ook nog in een zogeheten hygiëne-
zaak, een winkel met hulpmiddelen
zoals steken (bedpo's) en bandages.
De Indiëganger pakte zijn werk als
diamantslijper weer op. Het was een
bloeiende industrie in Amsterdam.
Hij werkte bij het bekende Joodse
diamantbedrijf Asscher aan de Tol
straat. „Ik ben de enige diamantslij
per op het eiland Tholen", lacht de
79-jarige Van Haarlem. Het slijpen
van diamanten is een secuur werk,
maar volgens Van Haarlem ligt het
er maar net aan hoe je het bekijkt.
„Als je het met je handen doet, is
het secuur, maar meetkundig gezien
niet, hoor."
Eindjaren vijftig, beginjaren zestig
verlieten ze de hoofdstad. Beiden
zijn Jehova's getuigen. Ze wilden
van hun geloof gaan getuigen in re
gio's waar weinig of geen Jehova
getuigen waren. „Dat hebben we
toen gevraagd aan het bijkantoor in
Emmen. Er waren zo'n vijf plaatsen
waar we heen konden: Rotterdam,
Bergen op Zoom en Terneuzen. In
Bergen op Zoom was maar één ge
meente". De Jahova's worden toe
gewezen aan een gemeente. Die be
staat uit 50 tot 125 leden. In Bergen
op Zoom zijn er nu drie, van 80 tot
100 mensen elk. „Tholen valt onder
Bergen op Zoom. Maar om hier een
gebouw neer te zetten, is niet te
doen. Dat kost al gauw een mil
joen".
Het was een grote overgang van de
hoofdstad naar Bergen op Zoom,
herinneren ze zich nog. In de hoofd
stad woonden ze mooi aan een
gracht, en maar vijf minuten lopen
van het diamantbedrijf. De dichtst
bijzijnde plaats waar Van Haarlem
vanuit Bergen op Zoom diamanten
kon slijpen was Antwerpen. „Er zijn
maar een paar steden in de wereld
waar je dat kan doen: Amsterdam,
Antwerpen, Londen, Parijs, New
York en Tel Aviv.
Vanuit Bergen was Antwerpen lo
gisch, maar het was ook een be
hoorlijke opgave. „Ik ging 's och
tends om vijf voor zes de deur uit en
kwam 's avond om half zes, of later
weer thuis. Ik was twaalf tot dertien
uur onderweg. Eerst met de bus naar
Putte en dan met een trammetje naar
Antwerpen. Daar moest ik nog
twintig minuten lopen".
Van Haarlem reisde ook een paar
jaar met het spoor, maar deed er dan
net zo lang over als met de bus en de
tram. De service van de NS was toen
echter heel goed. zegt hij. „Ik kon
via de stationschef in Bergen vragen
of ze de internationale trein van Am
sterdam naar Brussel voor me wilden
ophouden als mijn trein iets te laat
was. Dat ophouden kon maximaal
tien minuten. Dat is nu ondenkbaar
en een heel verschil met vroeger".
Het geloof deed ze verhuizen. Van
Haarlem was atheïst en een fervent
aanhanger van de evolutietheorie
van Darwin, vertelt hij. Tot er een
Jehova getuige bij hem aan de deur
kwam en Van Haarlem aan het den
ken werd gezet. „Wat is de waar
heid. Alles zal vrucht dragen naar
zijn soort, staat er in de Bijbel. Ik
heb er een maand of drie mee ge
worsteld en beiden naast elkaar ge
legd. Voor mij slaat de schaal door
naar hetgeen te bewijzen valt en dat
is de Bijbel." Zijn vrouw ging als
kind naar de catechisatie en de zon
dagsschool, maar zag als jong meis
je 9I dat er in de gevestigde kerken
'iets niet klopte'. „Bij de Jehova ge
tuigen wordt iemand die iets mis
daan heeft, buitengesloten. Anderen
worden er dan niet mee aangesto
ken. En dat is wat je zo veel ziet bij
de kerken. Ze gaan splitsen en be
ginnen weer een nieuwe kerk. Er is
veel verdeeldheid."
Van Haarlem vergelijkt het maar
met voetbal. Als een speler met
Het echtpaar Van Haarlem-Noorbeek woont nog steeds zelfstandig.
een bal onder de arm gaat lopen, dan
wordt dat door de scheidsrechter af
gefloten. Als hij de bal vast blijft
houden, dan krijgt de speler rood en
moet hij het veld af." Mevrouw Van
Haarlem zorgde thuis voor de kinde
ren. Ze had als hobby breien, haken
en borduren. Ze breide complete
mantelpakken, men truien voor haar
kinderen en kleinkinderen. Maar
maakte ook tafelkleden, vertelt ze.
„Maar mijn grootste hobby is eigen
lijk Jehova getuige zijn."
De Jehova getuigen prediken door
huis aan huis te gaan. Ze hebben het
samen vele jaren gedaan. Ook ver
zorgde Van Haarlem zogeheten
openbare lezingen in het gebouw
waar de gelovigen bijeenkomen.
„We zijn begonnen in ons eigen
huis aan de Koepelstraat in Bergen
op Zoom. Dat was een huisje wat
we destijds voor 5000 gulden koch
ten. Later in een zaaltje op de hoek
van de Havenstraat/Dubbelstraat.
Vandaar naar een zaaltje in de En
gelsestraat. We kregen toen de mo
gelijkheid om in de verbouwde sy
nagoge bijeen te komen. De
gemeente vroeg of we interesse
hadden. Maar er konden te weinig
mensen in. Uiteindelijk zijn we in
de Glymesstraat terechtgekomen op
de plek waar eerst een kazerne
stond. We konden het tot de rooilijn
volbouwen. We hebben er nu drie
Nederlandse gemeentes in, één
Turkse en één Franse. Jehova getui
gen zijn in de hele wereld actief.
Overal is hetzelfde programma. Er
worden 70 miljoen exemplaren van
de Wachttoren gedrukt."
Voor de leiding van elke gemeente
zijn drie ouderlingen nodig. Op
Tholen zijn er negen ouderlingen
die het programma voor een dienst
verzorgen. Van Haarlem is nog
steeds actief, maar zijn vrouw kan
vanwege haar gezondhejd niet meer
mee. Ze kan de bijeenkomsten wel
volgen via een speciale telefoonaan
sluiting. „Maar als hij weg is, is er
altijd wel iemand die me opzoekt,
hoor," zegt ze. Het aantal Jehova
getuigen op Tholen is volgens het
echtpaar toegenomen. In Sint-Maar
tensdijk wonen er nu volgens Van
Haarlem ongeveer twintig. Er is wel
wat veranderd sinds ze begin jaren
zestig op Tholen langs de deur gin
gen. „Toen woonden er veel meer
gelovigen. Toen had je meer men
sen die gedegen tegengas gaven.
Mensen met een eigen standpunt.
Daar kon je goed mee discussiëren.
Daar heb je meer aan dan mensen
die heel onverschillig zijn. Het was
wel prettig werken, maar in het be
gin was het vooral in Stavenisse niet
zo leuk. Mensen reageerden daar
toen harder, maar dat is in de loop
der jaren vele malen zachter gewor
den." Zijn vrouw heeft dezelfde er
varing: „Je hoeft het niet met elkaar
eens te zijn, maar het zou fijn zijn
als de mensen wat vriendelijker wa
ren."
Sinds 1990 wonen ze in Sint-Maar
tensdijk, in de Pres. Rooseveltstraat.
In het huis waar hun dochter Lies-
beth met haar man en kind woon
den. Die verhuisden naar een nieu
we woning elders in het dorp en zij
trokken er in. Hun dochter kwam in
1996 te overlijden. Het gemis van
hun dochter en de gezondheid van
mevrouw Van Haarlem is de reden
dat ze hun diamanten bruilof niet
uitbundig vieren.
Hun leven is volgens het echtpaar
'aardig turbulent' geweest. De ver
anderingen zijn snel gegaan. Me
vrouw Van Haarlem herinnert zich
nog dat in Amsterdam de bierwagen
van Amstel door paarden getrokken,
door de straten kwamen. „Een
prachtig gezicht was dat. Die paar
den hadden van die sokken aan hun
benen en sjeesden 's avonds door de
Quarleinstraat, een zijstraat van de
Ferdinand Bolstraat in de Pijp. Er
stond toen één auto in de straat."
Het echtpaar geniet nog van elkaar.
Ze denken er nog niet over om
naar een verzorgingsthuis te gaan.
Voor mevrouw van Haarlem is de
woning aangepast. Er is een lift in
het trappenhuis. Het echtpaar
krijgt twee keer in de week hulp.
Beiden genieten ook nog van de
tuin. De achtertuin is een groene
oase. Binnen bloeien de orchi
deeën waar mevrouw dol op is.
Van Haarlem: „We hebben geen
reden om te klagen. Toen ik als
kind naar school ging, liep ik met
gympies aan. Er zat geen bodem
in. Je deed het voor de schijn. Nu
staan er tien paar schoenen in de
kast. Nee, vergeleken met onze
kinderjaren leven we nu als rijke
mensen". Zijn vrouw is het er he
lemaal mee eens: „We zijn geeste
lijk rijk. Dat is na zoveel jaren het
belangrijkste."
Morgen, vrijdag 1 februari, is het 55 jaar geleden dat de watersnood
zuid-west Nederland trof. Op Tholen werd met name Stavenisse ernstig
getroffen door het grote aantal slachtoffers. Elders was er ook veel ma
teriële schade. Anny Saarloos-Heijboer uit Sint-Annaland haalt haar
persoonlijke herinneringen op aan de Ramp van 1953.
„Ik was acht jaar en woonde op de
hoek van de Hoenderweg-Nieuw-
straat in Sint-Annaland. Zaterdag
middag 31 januari 1953 was een za
terdag zoals alle andere, maar toch
anders vanwege de enorme storm.
Ook die middag kreeg ik de wekelijk
se wasbeurt en schone kleren aan.
Mooiere kleren omdat het zaterdag
was. Met mijn zus en haar vriendin
mocht ik mee om boodschappen en
ook nog wat lekkers kopen: snoep bij
Laurine op de Molendijk of patat bij
Jan Patat in de Voorstraat. Zo ook die
middag, maar het was heel druk in
het dorp door het hoge water. Wij
gingen natuurlijk kijken bij de haven,
waar de vloedplanken gezet waren.
De schepen lagen hoog in het water.
Wat mij als achtjarig kind zo verbaas
de, was het feit dat de roeiboten over
het Havenplein voeren tot aan de hui
zen en café's toe. Het hele Haven
plein stond onder water. Door de
drukte kreeg het voor de kinderen iets
gezelligs. Vol verhalen kwam ik dan
ook thuis."
„Die zaterdagavond was de storm het
voornaamste onderwerp van gesprek.
Ik maakte me er zorgen over en hoe
wel ik samen met mijn zus in één bed
sliep, kwam mijn moeder toch bij ons
in bed slapen omdat ik zo bang was.
We vielen in slaap, maar rond half
drie werden we wakker van klokge
lui. De noodklok! Zie je wel, zei mijn
moeder, dat kan niet goed aflopen.
Meteen waren we allemaal uit bed.
Mijn twee broers en zus zouden bij
de haven gaan kijken, wat achteraf
natuurlijk wel erg gevaarlijk was.
Toen ze zagen dat de vloedplanken
op het Havenplein het gingen bege
ven en ook de dijk bij de Suzannaweg
al doorgebroken was, zijn ze naar
huis komen hollen. Het water haalde
hen echter in en ze moesten via de
oostkant van de Ring over de stoepjes
en de hekjes thuis zien te komen. Bij
ons thuis werd het ondertussen steeds
drukker, want de bewoners van de
laag gelegen overkant van de Hoen-
derweg - dat is nu nog zo - kregen
water uit de watergang in hun woning
en vluchtten naar ons toe. Het gezin
Van Dalen telde zeven meisjes en die
kwamen ontredderd binnen met nog
buren uit drie andere huizen. Met ons
eigen gezin van zeven personen zaten
we die nacht wel met 25 mensen in
huis, groot en klein. Gelukkig was
het water nog niet binnen, maar het
kwam steeds dichterbij. We hoorden
van de doorbraken bij de haven, hui
zen die weggespoeld waren en een
totaal vernielde Voorstraat."
„Ondertussen vonden wij het als kin
deren toch wel spannend, die vroege
zondagochtend. We letten goed op
het paard en de windwijzer op het
dak aan de overkant. Die windwijzer
stond op NW en dat was erg gevaar
lijk. Met laarzen aan gingen de buren
hun eten halen dat voor de zondag
meestal wel gereed stond. Om beur
ten gingen we eten. Eerst de familie
Van Dalen met de kinderen en zo
kwam iedereen aan de beurt. Mijn
moeder had een grote pan soep en
nog zeggen we altijd: zulke warme
soep als met de Ramp hebben we
nooit meer gegeten. Het water kwam
ondertussen steeds hoger en we be
gonnen met alle spullen naar boven te
brengen, de vloerbedekking op te ra
pen en te zorgen voor eten en drin
ken. Tegen de avond was het inder
daad zover dat het water in huis
kwam. De families Van Dalen en
Keur hadden ondertussen andere
adressen gevonden om tijdelijk te
verblijven. Zo begon een angstige
nacht. De koeien, paarden en varkens
(er bleken ook nog twee lammetjes in
de schuur gebracht te zijn) kwamen
ook in het water te staan. Er is niet
veel geslapen die nacht, maar ik werd
op een gegeven moment wakker met
mijn kleren en laarzen nog aan. Er
was natuurlijk geen w.c. boven en in
zulke situaties wordt een mens van
zelf gemakkelijk. De mannen plasten
zo naar beneden en de po leegde je
door het raam. Gelukkig was het wa
ter niet veel hoger gekomen dan de
vierde tree van de trap.
Een verwoeste woning aan de Wilhelminastraat in Stavenisse.
Vrijdag I februari is het 55 jaar geleden dat in zuid-west Nederland de wa
tersnood plaatsvond. Ook Nieuw-Vossemeer werd zwaar getroffen. In het
A.M. de Jongmuseum in Nieuw-Vossemeer is een speciale wand ingericht
ter herdenking van de watersnoodramp.Ook zijn er vele foto's te bekijken
en stukken te lezen over de watersnoodramp van 1953. Sinds kort is er ook
een roulerende fotopresentatie te zien in het A.M. de Jonghuis. Speciaal
vanwege de 55-jarige herdenking van de watersnoodramp is het A.M. de
Jongmuseum op 1 en 2 februari geopend van 13.30 uur tot 16.30 uur. U
kunt op deze dagen en deze tijd dus zonder afspraak te maken terecht in het
museum. Er zijn deskundige medewerkers aanwezig die u alles kunnen la
ten zien en er ook over kunnen vertellen. Natuurlijk kunt u ook de andere
tentoonstellingen bezoeken van het A.M. de Jonghuis.
Die zondag werd er al aangeraden
om naar het hoger gelegen Tholen te
gaan, want daar was het veiliger. Zo
ging de familie Goedegebuure, die
achter ons woonde, naar Tholen.
Mijn moeder had zich na de oorlog
echter voorgenomen, dat ze niet zo
gauw weer zou evacueren. Mijn va
der en mijn broers moesten ook bij
de beesten blijven, zodat we allemaal
maar bleven. De familie Goedege
buure had een grote schuur bij de
woning en eer ze weggingen, brach
ten ze de sleutel. Als het nodig is
kunnen jullie in ons huis, zeiden ze.
Dat lag inderdaad een stuk hoger dan
ons huis. De Nieuwstraat loopt best
flink omhoog.
Zo begon maandagmorgen de ver
huizing. Eerst werden de koeien,
paarden en varkens overgebracht en
verzorgd voor zover dat mogelijk
was. De hond was helemaal over zijn
toeren. Zelf had ik laarzen die lek
waren. Mijn vader droeg de oude
buurvrouw en mijn broer had mijn
oude opoe van 80 op zijn rug en
bracht die door het water op het dro
ge. Ondanks alle angst en spanning
vonden we dat zo'n koddig gezicht,
dat we er toch om moesten lachen.
Ook toen de mannen in hun blote.
witte billen liepen omdat ze geen ho
ge laarzen hadden en een landbouw-
wagen uit de schuur moesten halen."
„Maandag kwam dijkbaas Moerland
langs om te waarschuwen. Als de
Breedenvlietsedijk doorbreekt, dan
kom je zover in het water te zitten, zo
wees hij met een polsstok aan. Dan
kan ik alleen de beesten nog lossnij
den, wij zitten dan wel veilig boven,
zei mijn vader. We waren toen nog
met tien mensen, want nog een fami
lie was naar andere mensen gegaan.
Er werden voor iedereen slaapplaat
sen gemaakt. Opoe en de oude buur
vrouw gingen samen in een bedstee,
moeder, zus en de a.s. schoonzus in
een andere bedstee. Ik weet niet meer
waar mijn vader en broer sliepen.
Mijn andere broer en de buurman, die
als oorlogsslachtoffer maar één been
had, lagen samen op een éénper-
soonsbed. Zelf lag ik als achtjarige in
een babyledikantje met mijn benen
dubbel en mijn laarzen en kleren aan.
De volgende morgen werd het alle
maal wat beter, maar je hoorde toen
ook de verschrikkelijke verhalen
over Stavenisse en andere dorpen.
Mijn moeder, zus en schoonzus
zorgden voor veel eten, want er kwa
men weer al mannen terug uit Tho
len. Het water in de Hoenderweg
ging al wat zakken."
„Woensdag was het weer zover dat
we naar ons eigen huis terug konden,
maar wat een bende was het daar. Ie
dereen hielp bij het schoonmaken en
eer dat het avond was, konden we
weer in ons eigen huis wonen. Het
water stond nog voor in de tuin, dus
de buren konden nog niet terug. Ze
hebben drie maanden bij ons ge
woond. Ze vonden het wel gezellig,
denk ik. Op lage plaatsen in het dorp
stond nog overal water. Zo ook aan
het eind van de Nieuwstraat en de
Brugstraat. Als ik het vertel, wil bij
na niemand het geloven, maar daar
voer een pontje. Een van planken ge
maakt vlotje dat met touwen over
werd getrokken. Samen met mijn
broer voer ik over om aan de Ring bij
de schoenmaker laarzen te kunnen
kopen. Op de terugweg bleef het
vlotje vast zitten achter een paaltje.
Mijn broer duwde ons af en had een
natte voet.
Zo kan ik die eerste dagen na de
Ramp van 1 februari 1953 als een
film terugdraaien, voorzover je dat
als kind van acht kan. Je ziet dingen
misschien anders dan een volwasse
ne, al wist je van de spanning en de
angst en hoorde je van de ellende.
Die dingen zul je nooit vergeten. Zo
als de opgezwollen dieren die naar
de haven gebracht werden en de vele
zwarte kisten - groot en klein - van
verdronken mensen die in de school
stonden opgebaard. Stilletjes keken
mijn vriendinnetjes en ik door de ra
men. Wij waren gespaard gebleven,
maar vele anderen waren er niet
meer.
Ook zie ik nog de tankwagen met
water komen - twee keer per dag -
omdat er geen waterleiding was. De
mensen zochten daar weer al gauw
ruzie wie het meeste water kreeg. Er
kwamen steeds meer Sint-Annalan-
ders terug uit o.a. Tholen die begon
nen om hun huizen schoon te maken.
Van hen hoorde je steeds ergere ver
halen en we begrepen wel dat de
Ramp in Sint-Annaland, vergeleken
bij andere plaatsen, nog goed afgelo
pen was."
De fractie van de VVD hoeft zich
nog geen zorgen te maken over de
mogelijke vestiging van industrie
in de Auvergnepolder aan de ande
re zijde van het Schelde-Rijnka-
naal. De gemeente Bergen heeft
nog geen concrete plannen. En als
die er komen, dan is het volgens
wethouder K.A. Heijboer nog
vroeg genoeg om daar op te reage
ren.
G.J. Hoek (VVD) nam daar maan
dagavond in de commissie ruimte
genoegen mee. De liberale fractie
had vragen ingediend over de
kwestie. En was afgegaan op de
berichten in de media over de ves
tiging van bedrijven in de nu nog
lege polder. Hoek vreesde dat het
uitzicht voor de bewoners van de
woningen aan het Waterfront ver
pest zal worden.
M.J. Klippel (RFT) vroeg zich af
of voor de VVD het milieu en de
veiligheid geen rol speelden. Maar
volgens Hoek is dat een zaak voor
de buurgemeente Bergen op
Zoom.
Volgens Heijboer is het nog hele
maal niet duidelijk wat er gaat ge
beuren. Wel is bekend dat er naar
grond voor industrie wordt ge
zocht nu de Hoekse Waard in
Zuid-Holland er niet voor gebruikt
zal worden. „In Bergen willen ze
eerst zo veel mogelijk op bestaan
de terreinen gaan bouwen. Het ge
meentebestuur van Bergen heeft er
nog geen plannen voor. De polder
is nog niet voor 2015 in zicht."
Volgens L.J. van Doorn (ABT)
zou de gemeente Tholen ook con
tact op moeten nemen met de pro-
vinzie Zeeland. Hij wees er op dat
er al eerder sprake van was. Heij
boer zei dat het in het overleg
Zuid-West-Nederland aan de orde
kan komen.
VERVOLG JKUGDOVFRLAST
De politie ziet dat niet meer als
haar taak, maar richt zich wél op
jeugd. Prince noemde het plan po
litie en schoolveiligheid, gericht
op het voortgezet onderwijs. Dat
is heel breed en gaat bijvoorbeeld
over kluisjes op school en veilige
fietsroutes. „De contacten met de
beide Thoolse middelbare scholen
zijn goed. Er wordt onder meer sa
mengewerkt als het gaat om scho-
lierengeweld", vulde de Thoolse
politiechef J. v.d. Hoek aan. Hij
vertelde dat bij het bureau in Tho
len vorige week een briefje in de
bus was gestopt over een scholier
die onderweg werd belaagd. De
politie stelde een onderzoek in,
wat resulteerde in drie aangiften.
Gisteren zouden drie verdachten
aangehouden worden, maar Van
den Hoek sloot niet uit dat er meer
volgen, vertelde hij. Oudesluijs
vond overigens dat het basisonder
wijs niet uit het oog verloren moet
worden, gezien de incidenten die
zich vorige week voordeden bij
het schooldammen en -schaken.
Vervoer Betho. De Betho in Goes,
uitvoerder van de sociale werk
voorziening voor onder meer Tho
len, krijgt dit jaar van de provincie
een bijdrage van maximaal 21.000
euro voor het bedrijfsvervoer. Dit is
gebaseerd op 2,1 miljoen reizigers
kilometers eigen vervoer en een
dubbeltje per tien reizigerskilome
ters.
Vervolg van pagina 2
Nellie van Haaften en Hanny
Guequièrre zijn gehuldigd voor res
pectievelijk hun 30- en 25-jarig lid
maatschap van de bond van platte
landsvrouwen. Voorzitter Francien
Noom overhandigde de beide jubi
larissen woensdagavond tijdens de
jaarvergadering een attentie.
Het jaarverslag werd gedaan door
Cato Koppenhol en het financieel
verslag door Tonny van As. De
kascommissie, bestaande uit Nel-
leke Verhoef en Corrie Vissers,
bracht verslag uit. Voor de aftre
dende mevr. Verhoef werd Plonie
Duijnhouwer gekozen. Het ver
slag van het ziekenbezoek werd
gedaan door Bap Hage. De leden
die de uitnodigingen bezorgen,
kregen een attentie. In de pauze
werden> er loten verkocht, waar
voor leuke prijsjes beschikbaar
waren gesteld. Daarna kwamen de
dames in actie voor een spelletje
sjoelen. Dit spel viel bij alle leden
in goede aarde. Voor de hoogste
score per tafel was er een leuk
prijsje. De voorzitter sloot deze
gezellige avond. De volgende bij
eenkomst, 20 februari, komt er
een schoonheidsspecialiste de da
mes verwennen.
De brandweer uit Sint-Maartens
dijk is dinsdag om half zeven uit
gerukt naar de Woonboulevard aan
de Paasdijkweg na een automati
sche brandmelding. Het bleek loos
alarm.
Zaterdagmorgen tussen negen en elf
uur houdt voetbalvereniging SPS een
oliebollenactie.
De lekkernijen worden huis-aan-
huis verkocht in zowel Poortvliet
als Scherpenisse.
De opbrengst is bestemd voor de
bouw van een extra opslagruimte
naast het clubgebouw aan de Dee-
straat.
Sint-Philipsland
Poortvliet
Op de Essendijkweg zijn dinsdag
middag om half drie twee personen
auto's frontaal gebotst. Beide be
stuurders bleven ongedeerd, maar
de materiële schade was groot. Een
19-jarige automobilist kwam uit de
richting van Poortvliet en kwam een
18-jarige autobestuurder tegen. Ze
botsten frontaal, waarbij de auto van
de 19-jarige geheel werd vernield.
De andere auto was zwaar bescha
digd.
De maandelijkse psalmzangavond
is woensdag om acht uur in het
kerkgebouw van de Oud Gerefor
meerde Gemeente aan de Achter
straat.
Er worden psalmen gezongen in de
berijming van Petrus Datheen met
bovenstem. Iedere zangliefhebbers
is hartelijk welkom, ongeacht het
kerkgenootschap. In de pauze is er
koffie en voor de kinderen is er fris
drank. Bij de uitgang is er een col
lecte ter bestrijding van de onkos
ten.
Vier percelen grond aan de Oude-
weg en de Zuiddijk, met een totale
oppervlakte van 65,69 are, zijn
door het waterschap gekocht van
G.W.B. Dreesmann te Amsterdam.
De grond is nodig voor het aanleg
gen van een waterberging.
Jaren geleden, in die donkere nacht
gebeurde er iets, wat niemand had verwacht
een wind die raasde met groot geweld over het land
muren, daken, alles kraakte, maar het bleef in stand
de wind die blies het water steeds verder omhoog
en velen dachten toen, houden wij het nog droog?
Het water kwam steeds hoger te staan
en men keek elkaar eens angstig aan
het water stond nu echt op zijn hoogste top
mensen werden gewaarschuwd, zoek het hoger op
want de dijken kunnen het zo niet meer verdragen
en toen plotseling, grote gaten werden geslagen
zodat het water stroomde met groot geweld
door polders en straten, vele dingen werden geveld
het water stond maar te beuken tegen de muren
er was grote angst, in die nachtelijke uren
velen wilden vluchten, maar konden nergens heen
zodat de dood hen voor ogen scheen
zij werden meegesleurd, en gingen ten onder
zouden zij nog boven komen? Het was een wonder
vele gezinnen werden uit elkaar gerukt
en gingen onder een diepe rouw gebukt
nu het alweer zoveel jaar is geleden
gedenken wij hen toch in onze gebeden
en staan wij even stil, bij wat er is gebeurd
misschien dat bij velen, de wond weer even openscheurt
maar laten wij hem danken, dat hij ons tot hier heeft ge
bracht
en ons wil behoeden, voor weer zo'n donkere nacht.
A. Verkerke,
Sint-Philipsland.
I