'Een roofvogel is prachtig, maar eigenlijk is elke vogel heel mooi' Maarten van der Harst (19) naar nationale vak wedstrijd Schipper f OAZ Vossemeerder haalt warmte uit een ijsbaan Dijken maaien Vossen Donderdag 31 januari 2008 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 Cees Luijsterburg (75) uit Tholen stopt als voorzitter van vogelwerkgroep De gele kwikstaart en de kneu lijken verdwenen te zijn als broedvogel in de Scherpenissepolder. Ook het aantal broedparen van tureluur en kluut liep er terug. Voor Cees Luijsterburg uit Tholen is het nog niet duidelijk waar dat aan ligt. Zijn er veel kapers op de kust die de eieren ro ven, of is het een nat voorjaar geweest? „Het kan van al les zijn." Luijsterburg stopt als voorzitter van de vogel werkgroep van de natuurvereniging Tholen. Hij draagt de functie over aan de 24-jarige Leonard Ketting uit Sint-Annaland. Jong gebied i I I i Visarend Realistisch Behoefte zorgwoningen in Sint-Annaland 'Foutjes' van de belastingdienst Zijn vader en zijn stagebedrijf zijn apetrots op Maarten van der Harst. Zijn vakmanschap in de koudetechniek wordt geroemd met de woorden 'jong talent'. Hij is zelfs zo kundig dat hij deel mag nemen aan de Nationale Vak wedstrijd tijdens de VSK 2008 (vakbeurs voor verwar ming, sanitair, klimaatbeheersing en koudetechniek) in de Jaarbeurs in Utrecht van 11 tot en met 15 februari. De technische student kijkt zelf ook erg uit naar die week. Een training is niet nodig, want de 19-jarige Vossemeer- der is bijna elke dag bezig met koelinstallaties. Kweekvijvertraject Leerzame wedstrijd Cees Luisterburg geniet van het uitzicht van het balkon van zijn appartement in Tholen. Rechts het nieuwe gemeentehuis. Duizenden vogels moet Luijterburg hebben geteld sinds hij actief werd in de vogelwerkgroep van de na- tuurvereniging. In 1998 werd hij voorzitter. De vogel werkgroep maakte een bloeiperiode mee. Voor al voor de werkgroep die zich bezig houdt met roofvogeis was veel ani mo. Ook Luijsterburg had aanvan kelijk veel interesse in roofvogels, maar zegt nu dat zijn belangstelling eigenlijk naar alle vogels uitgaat. „Een roofvogel is een prachtig beest, maar als je je ook verdiept in de andere vogels, dan is elke vogel mooi". Luijsterburg kan ook erg genieten van een ijsvogeltje, zegt hij. „Hoe meer je ze leert kennen, hoe meer je belangstelling zich ver breedt." Luijsterburg heeft zich met alle vo gels beziggehouden die op Tholen en Sint-Philipsland voorkomen, van zwaluwen tot buizerds en van meeuwen tot graspiepers. Slecht weer tijdens het broedseizoen kan van grote invloed zijn, vertelt Luijs terburg. Zeker als het nestvlieders zijn die kort na de geboorte voor hun eigen kostje moeten zorgen. „Als het half april veel regent en het is ook nog koud, dan gaan er veel naar de Filistijnen. Een paar dagen regen gaat nog wel, maar het moet niet veel langer duren. Ze kunnen wel even onder moeders vleugel, maar zijn toch direct aan gewezen op de rauwe natuur." De Tholcnaar telt een deel van de Scherpenissepolder, tussen de Plat- teweg en de Galwcg (bij Tuttel- hoek). Ook is hij in het voorjaar te vinden in de Schakerloopolder (45 ha.) bij Tholen. het jonge natuurge bied tussen de Gortzakweg en de zeedijk. In maart april, mei en juni. „Een keer in de veertien dagen, 's morgens vanaf zeven uur want eer der is het dan nog niet licht en het weer is dan ook in de regel nog niet zo aangenaam. Meestal alleen." Luijsterburg is een van de 7000 waarnemers van de Sovon, de ver eniging voor vogelonderzoek Ne derland. De Sovon verzamelt gege vens voor beheer, beleid en wetenschap. Onlangs werd de kli maatatlas van Europese broedvo- gels gepresenteerd die grote ver plaatsingen van vogels door klimaatverandering voorspelt. Vele Europese broedvogels zullen ruim 500 kilometer naar het noordoosten verhuizen. Voor Nederland betekent het volgens deze modelstudie dat de 'natte soorten' plaats gaan ma ken voor 'droge soorten': meer zangvogeltjes, minder kust- en wei devogels. Maar Luijsterburg haalt er zijn schouders over op. „Dat is toch nat te vingerwerk. Er zijn hier vinken en kievieten die met de vorstgrens meetrekken. Er zijn er ook al die het jaar rond hier blijven." En om conclusies te trekken over de vogel stand in bijvoorbeeld de Scherpe nissepolder is het volgens de ken ner nog veel te vroeg. „Het is nog een jong gebied. Het was in het be gin heel kaal. Het raakt nu meer be groeid. En het hangt ook erg af van het beheer. Er worden koeien in ge laten. Als het jongvee er in wordt gelaten, dan draven ze over het ter rein. Een hoop vogels laten het dan afweten. Zeker in het begin toen er voor de beesten nog niet veel te grazen was en er aan het eind van het voorjaar nog veel water in het gebied stond. Daar kun je nog geen oordeel over uitspreken." In de Scherpenissepolder komen onder kievieten, kluten, tureluurs, rosse grutto's, scholeksters, slob- en bergeenden, meerkoeten en ple vieren voor. Ook de gele kwikstaart broedde er in 2004, maar niet meer in 2005. Datzelfde geldt voor de kneu. En het aantal broedparen van de tureluur zakte van 24 naar 7 en die van de kluut van 42 naar 7. Ook in de Schakerloopolder bij Tholen was er in het begin nog wei nig te vreten voor het vee. „Wat je wel ziet is dat er op de eilandjes in de plasjes kolonies kokmeeuwen en visdiefjes broeden. De visdiefjes zitten meer in het nieuwe gedeelte dat nog niet ingenomen is door de kokmeeuwen. Visdiefjes komen al tijd wat later dan meeuwen." De waarnemer kan kiezen of hij de tellingen verricht van de rand van het gebied of er doorheen loopt. Luijsterburg kiest voor het laatste. „Anders duurt het wel erg lang om een veldleeuwerik of een graspie per te ontdekken. Die vliegen pas omhoog als je er langs loopt. An ders moet je er de hele dag gaan staan. Ik weet dat de meningen hier over verdeeld zijn. maar ik vind het zelf niet zo erg om er doorheen te lopen." De vogelkenner kan ook meestal al aan het gedrag aflezen of ze een nest hebben of alleen maar foera- geren (voedsel zoeken). Het tellen wordt al gedaan zolang de vereni ging bestaat. Luijsterburg volgde Piet Stols op die het ook al vijftien jaar deed. Ook langs het Schelde- Rijnkanaal telt Luijsterburg vo gels. Samen met Sjack de Kok, se cretaris van de vereniging. „Dat is gestimuleerd door de Sovon. Het is een nieuw gebied dat in 1973 is ontstaan. Het wordt elke vijf jaar geëvalueerd." Luijsterburg telt vanaf de Vossemeersebrug tot aan Deurloo's kaadje. In het begin al leen aan de Thoolse kant, later ook aan de Halsterse kant. „Ik ga eerst naar Deurloo's kaadje, dan naar het gemaal, naar de punt (waar vroeger de Parlevinker was), dan ga ik de brug over en tel ik vanaf de Brabantse kant tot aan de Vos semeersebrug. Maar ook bij de plas bij het gemaal De Drie Grote Polders in Oud-Vossemeer. Daar zijn we dan een hele ochtend mee bezig. Steeds op een van tevoren vastgestelde datum. Het komt praktisch niet voor dat we niet gaan." De waarnemers tellen meerkoeten, kuifeenden, gewone eenden, krak eenden, tafeleenden, futen, middel ste zaagbekken, brikduikers, kok en zilvermeeuwen en af en toe gro te zaagbekken. „En niet te vergeten de kraaien en de kauwen. Er zitten wel 500 kauwen onder de brug. Ze broeden er in de gebinten. Het wor den er steeds meer. Ze zitten ook r- i 4 i i i i i i i i I 4 veel in de bomen bij Ten Anker. Je zou ze kunnen beperken door de broedplaatsen onder de brug af te schermen. Maar ja. Dat kost geld en de bruggen worden nog steeds on derhouden door België. Let er maar eens op." Opvallend noemt hij dat de grote zaagbek er vaker is te zien, maar ook de brilduiker en de krakeend. „De grote massa blijft hetzelfde." Ook het aantal aalscholvers (palin grovers) blijft volgens Cees stabiel. „Ze zitten vooral op de dammetjes met keien. Bij het gemaal zitten ze op een boom bij het water. Het zijn er altijd negen. Een goed plekje bij de boezem van het gemaal." Ook de lepelaar wordt jaarlijks ge signaleerd. Vooral in het voor- en najaar zijn ze aanwezig. Ze voelen zich thuis in de plassen in de natuurgebieden Rammegors, Van Haaftenpolder, de Pluimpot, de Scherpenisse- en de Schakerloopol der. In het najaar zijn het volgens Luijsterburg vooral jonge vogels I I I I I I I I I I i I die rondtrekken. Luijsterburg ge niet er van. „Elke vogel die zich in een bepaald gebied kan ontwikke len is mooi. Maar ook daar zijn de meningen verdeeld over, hoor. Er zijn vogelaars die de Nijlganzen hier niet passend vinden. Die zit er al vanaf 1900, lang voordat wij er waren. Hoe die hier is gekomen is moeilijk na te gaan. Het zal wel een of andere excentrieke meneer zijn geweest die hem heeft meegeno men naar hier." Ook de zilverreiger komt vaker voor in onze regio. Op de grotere schorren bij de Philipsdam in het Zoommeer/Volkerak loert zelfs de grote zilverreiger al op vis. Daar is ook af en toe de visarend te zien. Meestal in het winterseizoen. „Dat is ook het mooie van vogels kijken. Je hoopt natuurlijk een visarend te zien. Maar dat is geen evangelie. Het kan evengoed voorkomen datje hem helemaal niet ziet. Je weet nooit wat je te zien krijgt. Het is al tijd een verrassing." Hetzelfde geldt voor de slechtvalk. „Als je een beetje zoekt, kun je hem vinden in de Scherpenissepol der. Hij heeft meestal volop ruimte. De andere vogels zitten op een af standje maar vliegen pas weg als hij zelf de lucht ingaat. Dat zie je ook op de slikken aan de Noord bij Sint- Maartensdijk." Om roofvogels te tellen en te ringen zijn er vijf groepjes samengesteld die elk een deel van het gebied be strijken. Het gaat vooral om de to renvalk, de buizerd en de bruine kiekendief. Voor de kerkuil is weer een andere groep actief. Ook hier is het weer afwachten wat het aan re sultaten oplevert. „Vorig jaar was een goed kerkuilenjaar met veel jongen. Er zijn er tachtig geteld. Dat komt omdat er veel muizen wa ren." Over het algemeen was het volgens hem wel een goed jaar voor de roofvogels. „Maar het is lang niet altijd eenvoudig om ze te vin den. Torenvalken wel. Die zitten in de kasten, maar kiekendieven moet je in rietvelden zoeken of in sloot- bermen. Dat kost veel tijd en inzet om ze te traceren. En voor een bui zerd moetje in een boom klimmen. We hebben eigenlijk geen goede klimmers in de groep. Dat moet je van jongs af aan doen. Binnen een half uur moet je het gedaan heb ben." Vooral het aantal buizerds is toegenomen. De buizerds nestelen nu vooral in de toppen van de populieren, maar Luijsterburg weet ook nog goed dat ze in de iepen zaten die aan de Moerdijk en de Roolandsedijk ston den. „Gerooid vanwege de iepziek te. Ook de boomvalk zat er. Die ge bruikt meestal het nest van de kraai. Hij is moeilijk te vinden. De bomen staan dan volop in bloei. Als je hem rond ziet scharrelen, dan weet je dat er een nest is, maar de laatste jaren tellen we er geen één meer. We heb ben topjaren gehad met vijf broed paren." De goede klimmers om de jongen te tellen en te ringen kwamen nota bene helemaal uit Philippine, ver telt Luijsterburg. Dat waren zonen van Castelijns, een natuurliefhebber die zijn kinderen al vroeg overal mee naar toe nam." Voor Luijsterburg wordt het lastiger om broedparen te tellen sinds hij last heeft van een zweepslag in zijn kuit. „Dan is het geen sinecure om anderhalf of twee uur door zo'n ge bied te lopen. Ik ben 75 jaar. Je moet realistisch zijn. Ik kan niet tot mijn tachtigste doorgaan. Ik ben blij dat ik het aan zo'n jonge gast over kan dragen." Luijsterburg leerde Ketting kennen op de braderie in Sint-Annaland. „We stonden er met een standje. Hij kwam kijken. Toen was hij nog maar een jaar of veertien." Het was dus de moeite waard om er te staan, maar volgens Luijsterburg zet het presenteren van de vereniging op een braderie weinig zoden aan de dijk. „Op een braderie komen echt geen natuurmensen af." - i Kauwen en kraaien verzamelen zich op de Thoolse brug over het Schelde-Rijnkanaal i De zeedijk bij de Scherpenissepolder wordt volgens Luijsterburg door het waterschap te snel gemaaid. „Bij I de Schelphoek wordt de dijk kaal gezet voor de recreatie. I Maar een recreant ligt net zo lief in het hoge gras als op het korte. Vooral omdat het aan een natuurgebied grenst I zouden ze het niet moeten maaien. Je ziet het ook aan de I dijk vanaf de haven van Tholen naar het gemaal. Het lijkt I steeds meer op een park." Het aantal vossen neemt toe, maar Luijsterburg heeft er nog maar twee keer eentje in het echt gezien. „Er wordt gezegd dat de vos de eieren van vogels opvreet, maar dat kan ook door een wezel, bunzing, ekster, kraai of zilver meeuw gebeurd zijn. Er wordt dan snel gezegd dat de vos dat gedaan heeft." Volgens Luijsterburg worden ze regelmatig door jagers geschoten, maar wordt daar geen ruchtbaarheid (meer) aan gegeven. Ook in de Scherpe nissepolder mag gejaagd worden. Het jachtrecht wordt voor zes jaar toegekend. In Sint-Annaland gaan de twee commissie ruimte. „We hebben projectontwikkelaars voor het een- gevraagd of ze met elkaar in ge- trum en de haven voor de tweede sprek willen gaan zodat architec- keer rond de tafel met Castria Wo- ten er in een vroeg stadium reke nen. de SVRZ en de Schutse om te ning mee kunnen houden. Dat praten over de bouw van zorgwo- heeft ook nog financiële voorde- ningen in het gebied dat ontwik- len." De eerste keer dat ze de kop- keld wordt. Volgens wethouder pen bij elkaar staken was eind ja- K.A. Heijboer is daar grote be- nuari. Eind maart komen ze weer hoefte aan. zei hij maandag in de bij elkaar. Eind 2007 werd aangekondigd dat de B.V.'s met alleen niet sociaal verzekerde dga's als personeel op de loonlijst niet meer inhoudings- plichtig zouden zijn voor de loonheffing per 1 januari 2008. Naar aan leiding hiervan heeft de Belastingdienst naar al deze belastingplichti gen het formulier 'opgaaf loonheffing beëindiging inhoudingsplicht' gestuurd. De afschaffing van de inhoudingsplicht voor de loonheffin- gen is uiteindelijk in de loop van november 2007 toch maar een jaar uitgesteld tot 1 januari 2009. Door de aankondiging om afschaffing van de inhoudingsplicht heeft de Belastingdienst haar systemen aangepast, zodat deze belasting plichtigen niet automatisch een voorlopige teruggaaf 2008 zouden ontvangen. Nu blijkt dat de Belastingdienst haar systemen niet meer terug kan draaien. Wilt u alsnog een voorlopige teruggave over 2008, dan moet u een nieuw verzoek indienen bij de Belastingdienst. Wat nog meer fout gaat bij de Belastingdienst is de automatische voorlopige aanslag die de belastingplichtigen ontvangen naar aanlei ding van hun situatie van het voorgaand jaar. In 2007 hebben in verband met de eenmalige tariefsverlaging veel dga's dividend uit laten keren. Voor het verschil tussen de dividend belasting en tarief box II (aanmerkelijk belang) werd in veel gevallen een nadere voorlopige aanslag opgelegd. Door een foutje in hun sys teem heeft de Belastingdienst bij het opleggen van een voorlopige aanslag over het jaar 2008 ook nog rekening gehouden met de divi denduitkering van 2007. Om dit te corrigeren, moet de belastingplich tige of zijn adviseur een bezwaarschrift indienen. Is het bovenstaande op uw situatie van toepassing, dan adviseren wij u om zo spoedig mogelijk actie richting de Belastingdienst te (laten) ondernemen. Markt 8-10 4691 BX Tholen tel. 0166-601260 Advertentie I.M. Je zou denken dat Maartens inte- drijf een kweekvijvertraject ge- resse in de koeltechniek een lo gisch gevolg is van zijn afkomst. Zijn vader Alex is immers verko per van koel- en vrieskasten en toonbanken met koelinstallaties. Toch heeft zijn vader niet bijgedra gen aan zijn passie voor het klus sen aan de koelinstallaties. „Ik speelde vroeger al graag met tech niek. Dan haalde ik de radio uit el kaar en ging een beetje aan de draadjes knutselen. Altijd wilde ik praktisch bezig zijn. Niet hele da gen achter de computer zitten." Zijn vader steunde hem in de keu ze voor de opleiding koeltechniek. „Ik ben met Maarten mee geweest om een opleiding uit te kiezen. Hij zei uit zichzelf dat de koeltechniek hem een leuke opleiding leek en dat vond ik prima." Vader Alex van der Harst is er zichtbaar trots op. „Hij vindt het een hele leuke stu die en je ziet om je heen dat het veel perspectieven biedt voor de toekomst." De beslissing van zijn zoon komt ook goed van pas in het bedrijf van Van der Harst. „Door de jaren heen heb ik wel wat ge leerd van de techniek van mijn koelapparaten, maar zoveel als mijn zoon ervan af weet, dat weet ik niet, hoor. Ik ben van de ver koop en mijn zoon van de tech niek." Ondertussen is Maarten al ander half jaar drie dagen van de week aan het werk bij Grenco, een koud- technisch installatiebedrijf uit Ber gen. Hij heeft het erg naar zijn zin op het werk. „Het is een baan met veel afwisseling. Je komt steeds weer ergens anders en het geeft een uitdaging om het defect te vinden. Ik denk steeds: 'Wat zou het dit keer kunnen zijn?"' Drie dagen werken, één dag in de week naar school en één dag vrij. Deze con structie wordt door zijn stagebe- een noemd. Op de dagopleiding koude techniek aan het ROC Zadkine in Rotterdam zitten twee studenten. „Tekenend", vindt Alex van der Harst. „Terwijl iedereen zit te springen om een goede technicus." Naast zijn stage is Maarten ook op de opleiding praktisch bezig. Sa men met zijn klasgenoot uit Spijke- nisse - die bij Shell aan het werk is - werd hem gevraagd om een showmodel koelinstallatie te bou wen, die later als promotiemateri aal moet dienen voor de opleiding. Een paar jaar geleden was Van der Harst al eens eerder op de vak beurs voor de installatietechniek in de Utrechtse Jaarbeurshallen ge weest. Toen moest hij verplicht van school mee. „We liepen daar rond en ik vond er eigenlijk niet zo veel aan. Nu is dat anders. Ik heb er hartstikke veel zin in. Het lijkt me allemaal heel erg leerzaam.". Als voorproefje mocht de jonge technicus naar Wijchen in Gelder land waar hij zijn zes tegenstan ders ontmoette en hem verteld werd wat er tijdens de wedstrijd gedaan moest worden. De winnaar van vorig jaar, Danny Leerintveld, was ook aanwezig om tips te ge ven. Door zijn winst mocht Lee rintveld met de beste vaklui uit Nederland naar de Worldskills 2007 in Japan, waar hij de zeven tiende plaats behaalde. Voor Van der Harst zal zo'n wereldreis er niet in zitten. Als hij bij de beste vier eindigt in de wedstrijd mag hij meedoen aan de Euroskills 2008, die onfortuinlijk genoeg dit jaar in Rotterdam gehouden wordt. Voor het zover is, moeten de kan didaten in de Nationale Vakwed strijd in Utrecht eerst een zelfge maakte condensor en verdamper in elkaar knutselen en deze in een be staande installatie bouwen zodat hiermee warmte gehaald kan wor den uit een ijsbaan. Kou omzetten in warmte. Het komt volgens Maarten wel vaker voor. Op deze wijze gebruiken winkels hun ener gie van de vriescellen als vloerver warming. Een onderneming waar koper buigen en solderen, werken met koudevloeistof en kennis van elektriciteit aan te pas komen. Voor Maarten is dat allemaal geen probleem. Alleen met de elektri sche onderdelen werken, vindt hij moeilijk. „Maar bij de vakwed- slrijd zal dat niet zo ingewikkeld zijn. Het enige wat we daar moeten doen, is alles een beetje doorme ten." Aan het einde van de test met de koelinstallatie van de ijsbaan wor den de deelnemers ook nog beoor deeld op klantgerichtheid. Daar heeft Maarten niet zo veel ervaring mee, legt hij uit. „Ik doe veel in dustrieel werk. Dan loop je naar binnen, zoekt en maakt het defect en laat je een handtekening zet ten." Zijn 54-jarige vader voorziet geen problemen. „Hij doet zijn werk goed en netjes en het belang rijkste is dat hij altijd op tijd komt." Maarten van der Harst bekijkt een koelinstallatie in de showroom van Van der Harst II. V.. Een aantal directeuren-grootaandeel- houder (dga's) hebben ten onrechte niet automatisch een voorlopige teruggaaf ontvangen over 2008 van de Belastingdienst. Deze dga's hebben voorheen altijd een voorlopige terug gave ontvangen maar door een fout in het systeem van de Belastingdienst is dit in 2008 niet gebeurd.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2008 | | pagina 7