Spaanse schone zorgt voor nodige verwarring in nieuwe Vossenkuil 'Met moderne apparatuur is een schip leiden geen grote kunst meer' 'Thoolse derdeklassers hebben gezonde geest' Joth bereikt alle jeugd met 'Jij telt ook mee!' Toneeldebuut van 14-jarige Bonnie van Poortvliet bij Sint Joseph Kinderen Maarten Heijboer zien hem via webcam haven uitvaren Seatrade grootste Stoppen met 60 Van Lit naar jeugddebat Eigen ruimte voor Joth Geen foto's in scholen Ganzencursus Donderdag 10 januari 2008 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Bonnie van Poortvliet zorgt als Spaanse schone voor de nodige verwarring in de klucht die toneelvereniging Sint Joseph zaterdag op de planken brengt. Ze treedt in de Vossenkuil op als Conchita en spreekt alleen maar Spaans. Bonnie maakt haar debuut bij de toneelclub maar stond al vaker op de planken als zangeres. Ze wil na het vmbo naar de Jeugdtheaterschool Hofplein in Rot terdam. Auditie Minnares Lastig plannen Kapitein Maarten Heijboer (52) uit Sint-Annaland rekent erop dat hij tot ongeveer z'n 65ste bij Seatrade blijft va ren. De regering, die langer blijven werken als een mid del tegen de oplopende kosten van vergrijzing ziet, zal dit als muziek in de oren klinken. Maarten Heijboer (1954) Drankproblemen Volle kracht Thoolse derdeklassers zitten lekker in hun vel en hebben minder kans op psychosociale problemen dan Zeeuwse leeftijdsgenoten. Dat blijkt uit onderzoek dat Jeugdmo- nitor Zeeland onder 3970 Zeeuwse derdeklassers hield. De Tholenaren scoren bij een speciale risicotest (de zo genaamde strengths and difficulties questonnaire, SDQ) een lage zes procent. Alleen de derdeklassers uit Borsele blijken op psychosociaal gebied met vijf procent nog ge zonder. Noord-Beveland scoort bij de enquête als hoog ste risicogroep met 22 procent. Zelfmoord Alle jeugd bereiken, óók de 'vergeten groep' van licha melijk gehandicapten en jongeren met een andere beper king. Dat is de insteek van de nieuwe werkgroep Jij telt ook mee! van de jongerenraad Tholen. „We willen laten weten dat we er ook voor hen zijn en zo de drempel naar de Joth verlagen. Jongeren stappen toch al moeilijk bin nen, dat zie je wel bij de openbare vergaderingen. De pu blieke tribune is meestal leeg", legt Annet Vroegop uit. Toneelgroep PJZ met 'Zomer in Zeeland' Tijdens de repetitie zijn haar haren nog blond, maar voor Een trouw ring mag niet knellen van Claude Magnier worden ze zwart gespo ten. vertelt ze tussen de bedrijven door. Ze is blij met de rol die ze moet spelen, zegt ze. „Het is een kleine rol, maar misschien krijg ik later wel een grotere." In het stuk heeft ze een afspraak met een zekere Karei Klapwijk, een zakenman die ze in Spanje heeft leren kennen. Ze is door de wat oudere heer uitgenodigd om naar Nederland te komen. Ze komt echter veel eerder dan op het afge sproken tijdstip en treft er andere mensen aan. Omdat ze geen woord Nederlands spreekt leidt dat tot ko mische situaties. Toneelspelen is voor Bonnie niet vreemd. Ze doet het regelmatig op school, het Goese lyceum voor be roepsonderwijs waar ze in de derde klas zit. Het Goese lyceum heeft een vmbo-theaterschool. Met veel kunst en cultuur. „Ik krijg elke week twee uur toneel en vier uur theatertechniek. Het is heel leuk." Het is vanuit Oud-Vossemeer wel een eind reizen, maar dat heeft ze er voor over. „Het was de eerste theaterschool in de buurt. Later is 't Rijks er ook mee begonnen, maar ik blijf gewoon in Goes. Ik vind het er hartstikke leuk." Daarnaast krijgt ze één keer per week zangles van Esther van der Linde uit Sint-Philipsland. Bonnie zingt popmuziek en nummers uit de top 40. „Soms treed ik op met muzikanten, maar als ik alleen op treed dan gebruik ik muziekban den." Ze doet mee aan talenten jachten in de regio, maar trad bijvoorbeeld ook op tijdens het tobbedansen bij Gorishoek. Een jaar geleden nam ze ook een demo op. Met vier covers, van onder meer Anouk, Jewel en REM. Na het afronden van de school in Goes wil ze verder studeren in de theaterrichting. Ze denkt nu aan de Jeugdtheaterschool Hofplein in Rotterdam die sinds 2002 een mbo- richting heeft. De school leidt op tot acteur, theatervormgever, thea tertechnicus en medewerker mar keting en communicatie en telt in middels 3500 leerlingen in de leeftijd van 6 tot en met 26 jaar. Elk jaar worden er 10 tot 12 theaterproducties gemaakt. „Ik zal daar wel auditie voor moeten doen. Als je wordt toegelaten kun je meer musicals en theaterstukken gaan spelen." Ze is pas kort lid van Sint Joseph. „Eigenlijk sinds ze begonnen zijn met het oefenen voor deze uitvoe ring. Het is allemaal nieuw voor mij." Het zelf meedoen is nieuw maar ze heeft al menige voorstel ling gezien van de toneelvereni ging uit haar woonplaats. „Mijn opa speelde ook toneel bij Sint Jo seph, ik ben vaak met mijn ouders mee geweest om te gaan kijken. Ik vond het als kind al leuk. Ik had vroeger al het idee om mee te spe len. Zodoende is het gekomen." Ze bezoekt ook regelmatig musi cals. Zo ging ze kijken naar Doe Maar en Fame en dit jaar wil ze naar Ciske de Rat. Het inspireert haar. Zelf is ze ook veel bezig met zingen en dansen, zegt ze. Haar fa voriete zangeres is Anouk. Wat to neel betreft is Simone Kleinsma (onder andere bekend van de musi cal Mamma Mia en de André van Duinshows) haar grote voorbeeld. Anouk heeft ze al eens live zien optreden. Op 19 maart gaat ze weer naar een optreden van de Haagse zangeres die dan met haar nieuwe band (onder meer met een jonge gi tarist uit Vlissingen) te zien en te horen is in het Antwerpse sportpa leis. Kleinsma heeft ze nog niet in levende lijve op de bühne gezien. „Jammer genoeg niet." Ze vindt de rol als Spaanse schone niet gemakkelijk. „Best wel moei lijk om te spelen omdat alles zo vlug gaat. Het is wel een leuk stuk omdat er een paar hele grappige stukken in staan." Het gaat over een kunstenaar die voor twee we ken een etage van een flat huurt in het centrum van Den Haag omdat hij indruk wil maken op de rijke man wiens dochter hij wil trouwen. Eigenlijk is het een idee van zijn minnares om van hun geldproble men af te komen. De vraag is of het hem zal lukken. Tijdens de oefening neemt Bonnie ook even de rol van Suzan Haver- mans over die verhinderd is. Ze Vier van de acht spelers v.l.n.r. Alfred Vis, Jody v.d. Berge, Bonnie van Poortvliet en Laurien Droogers. speelt Ankepiet, de dochter van de zakenman Karei Klapwijk (ge speeld door Rien Goedegebuure). Even invallen hoort bij het spelen voor de toneelclub. Op school leert ze teksten te oefe nen. „Daar krijg je veel aanwijzin gen. In dit stuk moet ik alleen maar Spaans spreken. Ik oefen veel op de uitspraak want ik wil het wel goed doen, hoewel het publiek me toch niet verstaat. Ik ben best streng op mezelf. Thuis, in de bus en op school, overal heeft ze een schriftje met de tekst binnen hand bereik. „Ik zeg het steeds achter el kaar op. Zelfs mijn vriendinnen helpen me." Tijdens haar optreden krijgt ze ook aanwijzingen van regisseur Geert Uytdewilligen. Dat ze beter een keer kan gaan zitten als ze denkt dat ze moet telefoneren en dat ze wat luider moet spreken zodat 'de mensen achter in de zaal het ook goed kunnen verstaan.' De hoofdrol in de klucht in drie be drijven (bewerkt door John Lan- ting) is voor Alfred Vis die Boude- wijn, de kunstschilder speelt. Jody van de Berge is Suze, de eigenares se van de flat. Laurien Droogers speelt Maria, een meisje van bui tenaf (met Limburgs accent die bo vendien ook het Spaans machtig blijkt te zijn), Petra Zeeman is de mannequin Mathilde, en Jacoline de Jager speelt Stine, de zus van zakenman Klapwijk. Secretaris Eric van Hees van Sint Joseph staat deze keer niet op de planken. Er zijn ook maar twee mannelijke rollen in het stuk. „In overleg met de regisseur wordt dan gekeken wie welke rol speelt." Op vallend is dat er dit jaar veel jonge spelers meedoen. „We hebben dit jaar een hele jonge groep. Bonnie is met 14 jaar de jongste. En de an dere vrouwelijke spelers zijn bijna allemaal twintigers." Volgens Van Hees wordt een stuk gekozen 'naar de mensen die er be schikbaar zijn.' „Er is een groot ar senaal aan stukken. We zouden eerst een ander stuk nemen, maar daar kwamen we één mannelijke speler voor te kort. We hebben vijf tien spelers, acht doen er mee maar we zouden nog wel wat mannelijke spelers kunnen gebruiken." Van Hees is erg te spreken over het nieuwe gebouw de Vossenkuil. „Beter kunnen we het niet hebben. Het is allemaal wat op grotere schaal. Verlichting en geluid zijn nu ideaal. In het begin waren er nog wat kinderziektes met de ver lichting. maar het grote voordeel is dat we er meteen zelf wat aan kun nen doen." Gewoonlijk geeft Sint Joseph twee avonduitvoeringen, dit jaar slechts één omdat ook de activiteiten voor de carnaval al vroeg starten. „Het was wat lastig plannen omdat het carnaval vroeg valt. Als we zater dagavond optreden is er 's middags al een activiteit van de Vlooien- trappers. En vanavond heeft OVM hier een uitvoering, de muzikanten staan dan voor het decor van Sint Joseph. Maar de zaal is nu eenmaal multifunctioneel. En toneel is een winterse aangelegenheid. Daar moetje niet aan tornen." De voorstelling begint zaterdag om half acht. In de pauze is er een ver loting en na afloop bal. Maarten Heijboer behoort met z'n 52 jaar al tot de oudere garde van de Nederlandse koopvaardij. Veel van zijn collega's zijn voor die leeftijd al afgehaakt om uiteenlopende rede nen. Ze hebben een baan aan de wal gevonden omdat zij toch wat regel matiger 'thuis' willen zijn, of ze hadden genoeg van het scheepvaart- klimaat. „Met de regeling voor ver vroegde uittreding in de zeevaart ga ik er te veel op achteruit. Ik vind het niet erg om door te gaan tot des noods mijn 65ste. Als je maar ge zond blijft!" Heijboer is op z'n 16de als lichtma troos begonnen. Zijn vrouw en drie kinderen kunnen goed leven met het vaarschema van vier maanden op en ruim drie maanden thuis in Sint-An naland. „Ik vind het een prettig schema. Ik doe dat liever dan bij voorbeeld circa zes weken op en zes weken af. Je komt lekker in je ritme, zowel aan boord als thuis. Natuurlijk heb ik ook wel eens de gedachte ge had om een functie aan de wal te zoeken. Maar er was niet zoveel dat ik geschikt vond. En ook in mijn verdiensten zou ik er dan flink op achteruit gaan. Daarom ben ik blij ven varen. Ik zou nu ook niet meer anders willen." Met de moderne communicatiemid delen is het contact met het 'thuis front' ook geen enkel probleem meer. „Ik heb nog meegemaakt dat je lang op je beurt moest wachten om via een krakende verbinding van Radio Scheveningen af en toe vluch tig contact te krijgen met je vrouw. Nu heb je satellietverbindingen en e- mail. Als ik uit een bepaalde haven vertrek, meld ik mijn kinderen dat. Dan kunnen ze me via een webcam voorbij zien varen. Dat vinden ze hartstikke leuk." Saai werk heeft hij ook niet. Als ka pitein bij Seatrade Groningen kan hij ingezet worden op een van de schepen die de Groningse rederij be zit en beheert. Enkele dagen na dit interview moest hij in het Britse Portsmouth aan boord van de reefer Santa Lucia (1999, 8500 brutoton) Na de Mulo vanaf 1970 licht matroos bij Carebeka en Wagenborg Middelbare Zeevaartschool IJmuiden (1975) Officier bij Seatrade Groningen vanaf 1976 Vanaf 1984 tot nu kapitein bij Seatrade voor een reis eerst naar Le Havre in Frankrijk en vervolgens weer terug naar acht havens in het Caribisch ge bied waar onder meer bananen moesten worden geladen. „Ik wissel vaak van schip. Dat vind ik prettig, het maakt het wat afwisse lender. Ik kom ook overal: Australië, Nieuw-Zeeland, Japan of Amerika. Koellading, meestal fruit, gaat over de hele wereld. Het varen wordt steeds efficiënter. Toch komt het in onze tak nog voor dat je meerdere dagen in een haven ligt. Als je dan tijd hebt, kun je nog wat van het land zien. Maar je komt ook op eilanden en in havens waar helemaal niets te beleven of te zien valt. Ik hou wel van de Caraïben. Het is er altijd mooi weer." De drang om te gaan varen en om wat van de wereld te zien, zat er al vroeg in. „Van kind af aan wilde ik al naar zee. Niet zozeer omdat ik al familie of bekenden had die voeren. Nee, het leek me wel mooi. Na de mulo is het er van gekomen. Mijn eerste baan als lichtmatroos was op een heel klein coastertje, de Reest- borg, van Wagenborg. We voeren voornamelijk op de Oostzee." In die tijd, begin jaren zeventig, had Maarten Heijboer nog vaak te ma ken met Nederlanders aan boord. Later kwamen de Kaapverdianen en Spanjaarden. „Nu ben ik. met een stuurman, vaak de enige Nederlan der aan boord. De rest is van een andere nationaliteit. Vaak zijn het Fi lipino's. Je ziet ze ook al als officie- Maarten Heijboer is ook graag thuis en gaat vaak kijken bij de haveningang van het Zeeuwse Sint-Annaland. (Foto Hans Roodenburg). Seatrade is in het koel- en vriesvervoer marktleider in de wereld. Naar schatting een derde van al het vervoer van gekoeld fruit en van bevro ren vlees en vis wordt door het rederi j verband verzorgd met eigen schepen en charters. De groep is ontstaan uit het in 1951 door vijf reders opgerichte Scheepvaartkantoor Groningen. Door autonome groei, en door overna mes van onder meer Dammers Van der Heide in Rotterdam en de United Reefer Pool, zet Seatrade in dit segment van de zeevaart de toon in de wereld. Na haar komen de Scandinavisch-Japanse groep NYKLauritzen Cool en de Noorse Star Reefers. De eigen vloot van Seatrade en de Duitse zusterrederij Triton bestaat uit circa 135 schepen (waaronder 26 schepen onder crewmanagement van de rederij Blue Star). De koelschepen hebben een tonnage varië rend van 2500 tot 15.000 ton. Ze hebben gezamenlijk een laadcapaci- teit van meer dan 38 miljoen kubieke voet, goed om 322.000 pallets onder dek te vervoeren. Afhankelijk van de grootte kunnen de schepen op het dek enkele tientallen tot honderden containers (teu's en feu's) meenemen. De Seatrade Pool (Seatrade Reefer Chartering) doet voor nog eens 160 schepen van derden de bevrachting. ren. Ze spreken tegenwoordig bijna allen goed Engels. Het zijn goede zeevarenden. Drankproblemen ko men niet of zelden voor. Je ziet ze ook al vele jaren op de koelschepen van Seatrade rondhuppelen. Ze staan altijd klaar en ze weten precies hoe het werkt. En als er eens iets is, een ziekte of privé-aangelegenheden, dan leggen ze dat aan mij als gezag voerder direct voor. Dan probeer ik hen zo goed mogelijk te helpen." Zijn officiersrang (stuurman) voor de kleine handelsvaart heeft hij in 1975 behaald op de middelbare zee vaartschool in IJmuiden. „Ik deed de verkorte opleiding voor officieren op schepen tot aan maximaal 10.000 ton. Dat was een leuke tijd. Ik lag in de kost bij een vrouw die we tante Alie noemden. Zij zorgde ervoor dat de meeste van haar kostgangers bij Seatrade in Groningen gingen va ren." Kapitein zijn aan boord van een schip is volgens de bescheiden He ijboer geen grote kunst meer dankzij alle moderne apparatuur en 'sophis ticated' technologieën. „De positie wordt voortdurend door het GPS be paald. Natuurlijk heb ik geleerd met een sextant om te gaan. Voor de lol doe ik het nog wel eens. Dat blijft leuk. Dwars door zware stormen va ren, of 'paniek' vanwege mogelijk ijsberggevaar, gebeurt nauwelijks meer. Je routes pasje op tijd aan." Calamiteiten met de schepen heeft hij in z'n lange zeevaartcarrière niet mee gemaakt. „We zijn wel eens een par keerterrein in de haven van Glouces ter in de VS opgevaren. Dat kwam omdat een as van een verstelbare schroef brak. In plaats van terug te koppelen, gingen we volle kracht vooruit. Gelukkig was er geen per soonlijk letsel en de schade viel ei genlijk ook wel mee." Ook moest hij één keer naar een haven worden ge sleept vanwege aandrijvingsproble men. Een kunst is nog wel om vanwege de hoge brandstofkosten zo efficiënt mo gelijk te varen. Dat gebeurt altijd in overleg met de rederij en is afhanke lijk van het tijdstip wanneer het schip in de haven moet aanleggen. „Ik vaar op schepen die 40 a 50 ton per dag aan brandstof verbruiken. Als je dan tien ton per dag kunt uitsparen door wat langzamer te varen, dan scheelt dat enorm." Op de kleinere schepen dragen de of ficieren tijdens het varen niet of nau welijks meer uniformen. „We weten allemaal wel wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is. Als we in een haven komen, doe ik mijn kaki- pak aan. De mensen die je dan ont moet, moeten kunnen zien wie de ka pitein of de stuurman is." Maarten Heijboer zou met al z'n erva ring thans ook op grote schepen als kapitein of officier mogen varen, maar daar heeft hij geen behoefte aan. „Laat mij maar bij Seatrade zitten." Een zeeman die zijn hele leven heeft gevaren kan in het gunstigste geval op zijn zestigste voor omstreeks 70 pro cent van zijn laatste nettoloon uittreden. Dan moet hij wel gebruik kunnen maken van de vroegere vutregeling (omslagstelsel), het ingevoerde prepensioen (opbouwstelsel) én de levensloopregeling. Voor het laatste (een vrij willige regeling) moet hij 2 tot 3 procent extra van zijn loon afdragen. Voor kapiteins die vaak ook boven de CAO worden betaald, en die veel overwerkuren hebben, kan vervroegd uittreden betekenen dat zij nog meer moeten inleveren ten opzichte van hun huidige salaris. Met weinig dienstjaren wordt de uitkering ook evenredig lager. Voor alle zeevarenden geldt dat als zij langer blijven doorwerken zij op 62- of 63-jarige leeftijd - of nog later - voor een hoger percentage salaris (maximaal 90 procent) kunnen stoppen. De zecliedcnbond Nautilus NL (de vroegere FWZ) wijst erop dat de nieuwe pensioenregeling voor de Nederlandse koopvaardij voor ieder individu anders kan uitpakken, vaak ook afhankelijk van het aantal dienstjaren in de koopvaardij en het al of niet deelne men aan de levensloopregeling. Een bijzonder aspect aan de regeling is ook dat de prepensioenregeling op basis van het nettoloon plaatsvindt. Uniek in Nederland. Maar dat maakt algemene berekeningen nog ingewikkelder. Elke zeeman die lid is van Nau tilus NL kan door zijn vakbond laten voorrekenen tegen welk percentage hij op een d(x>r hem te bepalen leeftijd boven de 60 jaar kan uittreden. Bij het onderzoek wordt ervan uit gegaan dat een gezonde geest en een goed functionerend lichaam no dig zijn om goed te functioneren in de samenleving. Er is ook een dui delijke relatie zichtbaar tussen de psychosociale gezondheid en de manier waarop de jongeren de kwa liteit van leven beoordelen. Ruim driekwart van de leerlingen met een verhoogde SDQ-score vindt hun le ven van lage kwaliteit in vergelij king met leerlingen zonder indica tie. Deze derdeklassers beoordelen de kwaliteit ruim drie keer zo hoog. Opvallend is dat meer meisjes een lage kwaliteit van leven melden dan jongens, 39 procent tegen 24 pro cent. De jongeren in Schouwen- Duiveland geven het vaakst een lage kwaliteit van leven aan (39%), de jeugd uit Tholen (24%) en Middel burg (26%) doen dat het minst. Dat veel jongeren met sombere ge dachten rondlopen, blijkt uit een an der deel van het onderzoek. Een kwart van de ondervraagde Zeeuwse leerlingen dacht de laatste twaalf maanden aan zelfmoord, zes procent deed werkelijk een poging. Deze percentages liggen wat hoger dan het landelijk gemiddelde. In Zeeuws- Vlaanderen deden meer derdeklas sers een zelfmoordpoging (7%) dan in de andere regio's (4%). Bovendien bleken jongeren met een verhoogde SDQ-score vier keer zo vaak aan zelfmoord te denken en deden zij zes maal zo vaak een po ging als de derdeklassers met een normale score. Jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) dachten vaker aan suïcide (30 pro cent) dan leerlingen uit het vmbo (27%), havo (20%) en vwo (16%). Vmbo-scholieren ondernamen ech ter de meeste zelfmoordpogingen (8%), daarna leerlingen uit het vso (6%), havo en vwo (4%). Het is volgens de onderzoekers be langrijk dat meer Zeeuwse kinde ren, jongeren en ouders vaardighe den ontwikkelen om psychosociale problematiek te beperken, bijvoor beeld via programma's op het ge bied van weerbaarheid, pesten en sociale vaardigheden. Het is hier bij van belang om tot een provin ciale of regionale aanpak te komen voor het terugdringen van psy chosociale problemen, conclude ren zij. 'Wellicht kan de Taskforce jeugd Zeeland hier een speerpunt van maken', adviseren de onder zoekers. De jeugdraad richt zich met de actie vooral op tien- tot elfjarigen en op leerlingen op het speciaal onder wijs. „We richten ons nu meestal op jongeren van twaalf tot en met zes tien jaar, omdat voor hen zo weinig wordt georganiseerd in Tholen. Maar vergeten daarbij deze doel groepen. Misschien dat er uiteinde lijk een beleid geschreven kan wor den over het betrekken van deze jongeren bij onze activiteiten." Om de jonge inwoners te bereiken, gaat de Joth in januari en februari alle kernen van Tholen bezoeken. „We zijn van plan om alle basis scholen te bezoeken en vanuit een centraal punt, bijvoorbeeld een jeugdhonk, 's avonds de straat op te gaan om jongeren aan te spreken. We willen hen informatie geven over Joth en vragen wat zfj graag zouden willen zien gebeuren dit jaar." Bij het verstrekken van infor matie brengen de Joth-leden ook de jeugdstimuleringsregeling onder de aandacht. Jongeren met een idee voor een jeugdactiviteit kunnen hiervoor namelijk een gemeentelij ke subsidie krijgen, maar maken hier nog weinig gebruik van. De jongerenraad Tholen heeft de aanvraag voor een jeugdstimulerings regeling van WHS maandagavond niet behandeld. De aanvrager was niet aanwezig om het verzoek, waar bij 750 euro subsidie wordt gevraagd voor het organiseren van een kerst- zaalvoetbaltoernooi, toe te lichten. Simon van Lit uit Sint-Annaland gaat namens de jongerenraad Tho len naar de Zeeuwse voorronde van het nationaal jeugddebat. Hier gaat hij 4 februari samen met andere jon geren in discussie met gedeputeer den. Mocht de Sint-Annalander ge selecteerd worden, dan wordt hij tijdens een trainingsweekend klaar gestoomd voor het nationaal jeugd debat in oktober. Het evenement vindt plaats in de Tweede Kamer in Den Haag, waar de geselecteerde jongeren hun mening over politieke zaken duidelijk zullen maken aan ministers, staatssecretarissen en ka merleden. De jongerenraad Tholen (Joth) krijgt een eigen vergaderruimte in het nieuwe gemeentehuis in Tholen. De ruimte - groot genoeg voor zes tot zeven personen - bevindt zich bij de fractiekamers en is bestemd voor overleggen van de werkgroe pen. Bij besloten vergaderingen waar alle leden aanwezig dienen te zijn, kan daarnaast worden uitgewe ken naar een van de grotere fractie ruimten. Ook krijgt de Joth een ei gen archiefkast waar dossiers van de activiteiten kunnen worden op geborgen. De fototentoonstelling van het anti- pestproject op de Thoolse vmbo- scholen gaat niet door. Dat meldde Angela Lindhout maandagavond tij dens de vergadering van de jonge renraad Tholen (Joth). Er werden door scholieren te weinig foto's in geleverd om er een tentoonstelling van te maken. De Joth had jongeren opgeroepen om kiekjes te maken van speciale en leuke plaatsen op hun school in Tholen. De foto's zou den vervolgens op de andere vmbo- school worden geëxposeerd om de leerlingen een beeld te geven van 'de andere school'. „Dat plan is gecan- celd", aldus Angela. „De foto's wor den wel bij de workshopdag van de antipestwerkgroep opgehangen." De toneelgroep van de plattelands jongeren Zeeland Tholen/Sint-Phi- lipsland (PJZ) treedt zaterdag 19 ja nuari op met het toneelstuk Zomer in Zeeland. Tijdens de voorstelling worden de bezoekers meegenomen naar een rustige camping in Zee land. De vaste gasten keren terug voor een portie welverdiende rust in een rustieke omgeving vlakbij het strand. Deze rust wordt echter ver stoord door mensen van een ander allooi, die zij in het dagelijks leven ook al niet kunnen luchten of zien. De ruzie loopt hoog op, maar ont aardt - dankzij een door het anima tieteam opgezette competitie - toch in wederzijdse respect. De lokale held. een tuinkabouter, beleeft daar naast een angstig avontuur. Een paar stoere dames komen langs om zich in de competitie van hun sterkste kans te laten zien en er een verras send einde komt aan de (inspan nende zomervakantie. Aan het to neelstuk werken Janita Kosten, Pieter Roggeband, Rianne Abra- hamse. Jaco Bolier, Carolien Bie- rens, Erik van Nieuwenhuijzen, Rianne Bazen, Laura Goense. Bian- ca Nell, Joris Verwijs en Erna Ver boom mee. De regie is in handen van Hans Kosten en Gert-Jan Bou- deling. Hans Akkermans verleent als souffleur zijn medewerking. De audiovisuele ondersteuning wordt verzorgd door Michael Bazen en Warner Verboom. De voorstelling begint om half acht in Haestinge in Sint-Maartensdijk. Natuurvereniging Tholen houdt dinsdagavond 29 januari vanaf half acht een ganzencursus in Meulvliet in Tholen. Tijdens deze avond, en een excursie op zaterdagochtend, ko men de deelnemers meer te weten over de ganzen die voorkomen op Tholen en Sint-Philipsland. Twee ge specialiseerde docenten geven uitleg welke ganzen hier voorkomen en hoe zij leven. Geïnteresseerden kun nen zich voor 22 januari aanmelden bij J. de Koek. tel. 06-29356358 of bij L. Ketting, tel. 06-12952042.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2008 | | pagina 7