Spaanse schone zorgt voor nodige
verwarring in nieuwe Vossenkuil
'Met moderne apparatuur is een
schip leiden geen grote kunst meer'
'Thoolse derdeklassers
hebben gezonde geest'
Joth bereikt alle jeugd
met 'Jij telt ook mee!'
Toneeldebuut van 14-jarige Bonnie van Poortvliet bij Sint Joseph
Kinderen Maarten Heijboer zien hem via webcam haven uitvaren
Seatrade grootste
Stoppen met 60
Van Lit naar
jeugddebat
Eigen ruimte
voor Joth
Geen foto's
in scholen
Ganzencursus
Donderdag 10 januari 2008
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Bonnie van Poortvliet zorgt als Spaanse schone voor de
nodige verwarring in de klucht die toneelvereniging Sint
Joseph zaterdag op de planken brengt. Ze treedt in de
Vossenkuil op als Conchita en spreekt alleen maar
Spaans. Bonnie maakt haar debuut bij de toneelclub
maar stond al vaker op de planken als zangeres. Ze wil
na het vmbo naar de Jeugdtheaterschool Hofplein in Rot
terdam.
Auditie
Minnares
Lastig plannen
Kapitein Maarten Heijboer (52) uit Sint-Annaland rekent
erop dat hij tot ongeveer z'n 65ste bij Seatrade blijft va
ren. De regering, die langer blijven werken als een mid
del tegen de oplopende kosten van vergrijzing ziet, zal
dit als muziek in de oren klinken.
Maarten Heijboer (1954)
Drankproblemen
Volle kracht
Thoolse derdeklassers zitten lekker in hun vel en hebben
minder kans op psychosociale problemen dan Zeeuwse
leeftijdsgenoten. Dat blijkt uit onderzoek dat Jeugdmo-
nitor Zeeland onder 3970 Zeeuwse derdeklassers hield.
De Tholenaren scoren bij een speciale risicotest (de zo
genaamde strengths and difficulties questonnaire, SDQ)
een lage zes procent. Alleen de derdeklassers uit Borsele
blijken op psychosociaal gebied met vijf procent nog ge
zonder. Noord-Beveland scoort bij de enquête als hoog
ste risicogroep met 22 procent.
Zelfmoord
Alle jeugd bereiken, óók de 'vergeten groep' van licha
melijk gehandicapten en jongeren met een andere beper
king. Dat is de insteek van de nieuwe werkgroep Jij telt
ook mee! van de jongerenraad Tholen. „We willen laten
weten dat we er ook voor hen zijn en zo de drempel naar
de Joth verlagen. Jongeren stappen toch al moeilijk bin
nen, dat zie je wel bij de openbare vergaderingen. De pu
blieke tribune is meestal leeg", legt Annet Vroegop uit.
Toneelgroep PJZ met
'Zomer in Zeeland'
Tijdens de repetitie zijn haar haren
nog blond, maar voor Een trouw
ring mag niet knellen van Claude
Magnier worden ze zwart gespo
ten. vertelt ze tussen de bedrijven
door. Ze is blij met de rol die ze
moet spelen, zegt ze. „Het is een
kleine rol, maar misschien krijg ik
later wel een grotere."
In het stuk heeft ze een afspraak
met een zekere Karei Klapwijk,
een zakenman die ze in Spanje
heeft leren kennen. Ze is door de
wat oudere heer uitgenodigd om
naar Nederland te komen. Ze komt
echter veel eerder dan op het afge
sproken tijdstip en treft er andere
mensen aan. Omdat ze geen woord
Nederlands spreekt leidt dat tot ko
mische situaties.
Toneelspelen is voor Bonnie niet
vreemd. Ze doet het regelmatig op
school, het Goese lyceum voor be
roepsonderwijs waar ze in de derde
klas zit. Het Goese lyceum heeft
een vmbo-theaterschool. Met veel
kunst en cultuur. „Ik krijg elke
week twee uur toneel en vier uur
theatertechniek. Het is heel leuk."
Het is vanuit Oud-Vossemeer wel
een eind reizen, maar dat heeft ze
er voor over. „Het was de eerste
theaterschool in de buurt. Later is
't Rijks er ook mee begonnen, maar
ik blijf gewoon in Goes. Ik vind het
er hartstikke leuk."
Daarnaast krijgt ze één keer per
week zangles van Esther van der
Linde uit Sint-Philipsland. Bonnie
zingt popmuziek en nummers uit
de top 40. „Soms treed ik op met
muzikanten, maar als ik alleen op
treed dan gebruik ik muziekban
den." Ze doet mee aan talenten
jachten in de regio, maar trad
bijvoorbeeld ook op tijdens het
tobbedansen bij Gorishoek. Een
jaar geleden nam ze ook een demo
op. Met vier covers, van onder
meer Anouk, Jewel en REM.
Na het afronden van de school in
Goes wil ze verder studeren in de
theaterrichting. Ze denkt nu aan
de Jeugdtheaterschool Hofplein in
Rotterdam die sinds 2002 een mbo-
richting heeft. De school leidt op
tot acteur, theatervormgever, thea
tertechnicus en medewerker mar
keting en communicatie en telt in
middels 3500 leerlingen in de
leeftijd van 6 tot en met 26 jaar.
Elk jaar worden er 10 tot 12
theaterproducties gemaakt. „Ik zal
daar wel auditie voor moeten doen.
Als je wordt toegelaten kun je meer
musicals en theaterstukken gaan
spelen."
Ze is pas kort lid van Sint Joseph.
„Eigenlijk sinds ze begonnen zijn
met het oefenen voor deze uitvoe
ring. Het is allemaal nieuw voor
mij." Het zelf meedoen is nieuw
maar ze heeft al menige voorstel
ling gezien van de toneelvereni
ging uit haar woonplaats. „Mijn
opa speelde ook toneel bij Sint Jo
seph, ik ben vaak met mijn ouders
mee geweest om te gaan kijken. Ik
vond het als kind al leuk. Ik had
vroeger al het idee om mee te spe
len. Zodoende is het gekomen."
Ze bezoekt ook regelmatig musi
cals. Zo ging ze kijken naar Doe
Maar en Fame en dit jaar wil ze
naar Ciske de Rat. Het inspireert
haar. Zelf is ze ook veel bezig met
zingen en dansen, zegt ze. Haar fa
voriete zangeres is Anouk. Wat to
neel betreft is Simone Kleinsma
(onder andere bekend van de musi
cal Mamma Mia en de André van
Duinshows) haar grote voorbeeld.
Anouk heeft ze al eens live zien
optreden. Op 19 maart gaat ze weer
naar een optreden van de Haagse
zangeres die dan met haar nieuwe
band (onder meer met een jonge gi
tarist uit Vlissingen) te zien en te
horen is in het Antwerpse sportpa
leis. Kleinsma heeft ze nog niet in
levende lijve op de bühne gezien.
„Jammer genoeg niet."
Ze vindt de rol als Spaanse schone
niet gemakkelijk. „Best wel moei
lijk om te spelen omdat alles zo
vlug gaat. Het is wel een leuk stuk
omdat er een paar hele grappige
stukken in staan." Het gaat over
een kunstenaar die voor twee we
ken een etage van een flat huurt in
het centrum van Den Haag omdat
hij indruk wil maken op de rijke
man wiens dochter hij wil trouwen.
Eigenlijk is het een idee van zijn
minnares om van hun geldproble
men af te komen. De vraag is of het
hem zal lukken.
Tijdens de oefening neemt Bonnie
ook even de rol van Suzan Haver-
mans over die verhinderd is. Ze
Vier van de acht spelers v.l.n.r. Alfred Vis, Jody v.d. Berge, Bonnie van Poortvliet en Laurien Droogers.
speelt Ankepiet, de dochter van de
zakenman Karei Klapwijk (ge
speeld door Rien Goedegebuure).
Even invallen hoort bij het spelen
voor de toneelclub.
Op school leert ze teksten te oefe
nen. „Daar krijg je veel aanwijzin
gen. In dit stuk moet ik alleen maar
Spaans spreken. Ik oefen veel op
de uitspraak want ik wil het wel
goed doen, hoewel het publiek me
toch niet verstaat. Ik ben best
streng op mezelf. Thuis, in de bus
en op school, overal heeft ze een
schriftje met de tekst binnen hand
bereik. „Ik zeg het steeds achter el
kaar op. Zelfs mijn vriendinnen
helpen me."
Tijdens haar optreden krijgt ze ook
aanwijzingen van regisseur Geert
Uytdewilligen. Dat ze beter een
keer kan gaan zitten als ze denkt
dat ze moet telefoneren en dat ze
wat luider moet spreken zodat 'de
mensen achter in de zaal het ook
goed kunnen verstaan.'
De hoofdrol in de klucht in drie be
drijven (bewerkt door John Lan-
ting) is voor Alfred Vis die Boude-
wijn, de kunstschilder speelt. Jody
van de Berge is Suze, de eigenares
se van de flat. Laurien Droogers
speelt Maria, een meisje van bui
tenaf (met Limburgs accent die bo
vendien ook het Spaans machtig
blijkt te zijn), Petra Zeeman is de
mannequin Mathilde, en Jacoline
de Jager speelt Stine, de zus van
zakenman Klapwijk.
Secretaris Eric van Hees van Sint
Joseph staat deze keer niet op de
planken. Er zijn ook maar twee
mannelijke rollen in het stuk. „In
overleg met de regisseur wordt dan
gekeken wie welke rol speelt." Op
vallend is dat er dit jaar veel jonge
spelers meedoen. „We hebben dit
jaar een hele jonge groep. Bonnie
is met 14 jaar de jongste. En de an
dere vrouwelijke spelers zijn bijna
allemaal twintigers."
Volgens Van Hees wordt een stuk
gekozen 'naar de mensen die er be
schikbaar zijn.' „Er is een groot ar
senaal aan stukken. We zouden
eerst een ander stuk nemen, maar
daar kwamen we één mannelijke
speler voor te kort. We hebben vijf
tien spelers, acht doen er mee maar
we zouden nog wel wat mannelijke
spelers kunnen gebruiken."
Van Hees is erg te spreken over het
nieuwe gebouw de Vossenkuil.
„Beter kunnen we het niet hebben.
Het is allemaal wat op grotere
schaal. Verlichting en geluid zijn
nu ideaal. In het begin waren er
nog wat kinderziektes met de ver
lichting. maar het grote voordeel is
dat we er meteen zelf wat aan kun
nen doen."
Gewoonlijk geeft Sint Joseph twee
avonduitvoeringen, dit jaar slechts
één omdat ook de activiteiten voor
de carnaval al vroeg starten. „Het
was wat lastig plannen omdat het
carnaval vroeg valt. Als we zater
dagavond optreden is er 's middags
al een activiteit van de Vlooien-
trappers. En vanavond heeft OVM
hier een uitvoering, de muzikanten
staan dan voor het decor van Sint
Joseph. Maar de zaal is nu eenmaal
multifunctioneel. En toneel is een
winterse aangelegenheid. Daar
moetje niet aan tornen."
De voorstelling begint zaterdag om
half acht. In de pauze is er een ver
loting en na afloop bal.
Maarten Heijboer behoort met z'n
52 jaar al tot de oudere garde van de
Nederlandse koopvaardij. Veel van
zijn collega's zijn voor die leeftijd al
afgehaakt om uiteenlopende rede
nen. Ze hebben een baan aan de wal
gevonden omdat zij toch wat regel
matiger 'thuis' willen zijn, of ze
hadden genoeg van het scheepvaart-
klimaat. „Met de regeling voor ver
vroegde uittreding in de zeevaart ga
ik er te veel op achteruit. Ik vind het
niet erg om door te gaan tot des
noods mijn 65ste. Als je maar ge
zond blijft!"
Heijboer is op z'n 16de als lichtma
troos begonnen. Zijn vrouw en drie
kinderen kunnen goed leven met het
vaarschema van vier maanden op en
ruim drie maanden thuis in Sint-An
naland. „Ik vind het een prettig
schema. Ik doe dat liever dan bij
voorbeeld circa zes weken op en zes
weken af. Je komt lekker in je ritme,
zowel aan boord als thuis. Natuurlijk
heb ik ook wel eens de gedachte ge
had om een functie aan de wal te
zoeken. Maar er was niet zoveel dat
ik geschikt vond. En ook in mijn
verdiensten zou ik er dan flink op
achteruit gaan. Daarom ben ik blij
ven varen. Ik zou nu ook niet meer
anders willen."
Met de moderne communicatiemid
delen is het contact met het 'thuis
front' ook geen enkel probleem
meer. „Ik heb nog meegemaakt dat
je lang op je beurt moest wachten
om via een krakende verbinding van
Radio Scheveningen af en toe vluch
tig contact te krijgen met je vrouw.
Nu heb je satellietverbindingen en e-
mail. Als ik uit een bepaalde haven
vertrek, meld ik mijn kinderen dat.
Dan kunnen ze me via een webcam
voorbij zien varen. Dat vinden ze
hartstikke leuk."
Saai werk heeft hij ook niet. Als ka
pitein bij Seatrade Groningen kan
hij ingezet worden op een van de
schepen die de Groningse rederij be
zit en beheert. Enkele dagen na dit
interview moest hij in het Britse
Portsmouth aan boord van de reefer
Santa Lucia (1999, 8500 brutoton)
Na de Mulo vanaf 1970 licht
matroos bij Carebeka en
Wagenborg
Middelbare Zeevaartschool
IJmuiden (1975)
Officier bij Seatrade
Groningen vanaf 1976
Vanaf 1984 tot nu
kapitein bij Seatrade
voor een reis eerst naar Le Havre in
Frankrijk en vervolgens weer terug
naar acht havens in het Caribisch ge
bied waar onder meer bananen
moesten worden geladen.
„Ik wissel vaak van schip. Dat vind
ik prettig, het maakt het wat afwisse
lender. Ik kom ook overal: Australië,
Nieuw-Zeeland, Japan of Amerika.
Koellading, meestal fruit, gaat over
de hele wereld. Het varen wordt
steeds efficiënter. Toch komt het in
onze tak nog voor dat je meerdere
dagen in een haven ligt. Als je dan
tijd hebt, kun je nog wat van het land
zien. Maar je komt ook op eilanden
en in havens waar helemaal niets te
beleven of te zien valt. Ik hou wel
van de Caraïben. Het is er altijd
mooi weer."
De drang om te gaan varen en om
wat van de wereld te zien, zat er al
vroeg in. „Van kind af aan wilde ik
al naar zee. Niet zozeer omdat ik al
familie of bekenden had die voeren.
Nee, het leek me wel mooi. Na de
mulo is het er van gekomen. Mijn
eerste baan als lichtmatroos was op
een heel klein coastertje, de Reest-
borg, van Wagenborg. We voeren
voornamelijk op de Oostzee."
In die tijd, begin jaren zeventig, had
Maarten Heijboer nog vaak te ma
ken met Nederlanders aan boord.
Later kwamen de Kaapverdianen en
Spanjaarden. „Nu ben ik. met een
stuurman, vaak de enige Nederlan
der aan boord. De rest is van een
andere nationaliteit. Vaak zijn het Fi
lipino's. Je ziet ze ook al als officie-
Maarten Heijboer is ook graag thuis en gaat vaak kijken bij de haveningang van het Zeeuwse Sint-Annaland. (Foto Hans Roodenburg).
Seatrade is in het koel- en vriesvervoer marktleider in de wereld. Naar
schatting een derde van al het vervoer van gekoeld fruit en van bevro
ren vlees en vis wordt door het rederi j verband verzorgd met eigen
schepen en charters.
De groep is ontstaan uit het in 1951 door vijf reders opgerichte
Scheepvaartkantoor Groningen. Door autonome groei, en door overna
mes van onder meer Dammers Van der Heide in Rotterdam en de
United Reefer Pool, zet Seatrade in dit segment van de zeevaart de
toon in de wereld. Na haar komen de Scandinavisch-Japanse groep
NYKLauritzen Cool en de Noorse Star Reefers.
De eigen vloot van Seatrade en de Duitse zusterrederij Triton bestaat
uit circa 135 schepen (waaronder 26 schepen onder crewmanagement
van de rederij Blue Star). De koelschepen hebben een tonnage varië
rend van 2500 tot 15.000 ton. Ze hebben gezamenlijk een laadcapaci-
teit van meer dan 38 miljoen kubieke voet, goed om 322.000 pallets
onder dek te vervoeren. Afhankelijk van de grootte kunnen de schepen
op het dek enkele tientallen tot honderden containers (teu's en feu's)
meenemen. De Seatrade Pool (Seatrade Reefer Chartering) doet voor
nog eens 160 schepen van derden de bevrachting.
ren. Ze spreken tegenwoordig bijna
allen goed Engels. Het zijn goede
zeevarenden. Drankproblemen ko
men niet of zelden voor. Je ziet ze
ook al vele jaren op de koelschepen
van Seatrade rondhuppelen. Ze staan
altijd klaar en ze weten precies hoe
het werkt. En als er eens iets is, een
ziekte of privé-aangelegenheden,
dan leggen ze dat aan mij als gezag
voerder direct voor. Dan probeer ik
hen zo goed mogelijk te helpen."
Zijn officiersrang (stuurman) voor
de kleine handelsvaart heeft hij in
1975 behaald op de middelbare zee
vaartschool in IJmuiden. „Ik deed de
verkorte opleiding voor officieren op
schepen tot aan maximaal 10.000
ton. Dat was een leuke tijd. Ik lag in
de kost bij een vrouw die we tante
Alie noemden. Zij zorgde ervoor dat
de meeste van haar kostgangers bij
Seatrade in Groningen gingen va
ren."
Kapitein zijn aan boord van een
schip is volgens de bescheiden He
ijboer geen grote kunst meer dankzij
alle moderne apparatuur en 'sophis
ticated' technologieën. „De positie
wordt voortdurend door het GPS be
paald. Natuurlijk heb ik geleerd met
een sextant om te gaan. Voor de lol
doe ik het nog wel eens. Dat blijft
leuk. Dwars door zware stormen va
ren, of 'paniek' vanwege mogelijk
ijsberggevaar, gebeurt nauwelijks
meer. Je routes pasje op tijd aan."
Calamiteiten met de schepen heeft hij
in z'n lange zeevaartcarrière niet mee
gemaakt. „We zijn wel eens een par
keerterrein in de haven van Glouces
ter in de VS opgevaren. Dat kwam
omdat een as van een verstelbare
schroef brak. In plaats van terug te
koppelen, gingen we volle kracht
vooruit. Gelukkig was er geen per
soonlijk letsel en de schade viel ei
genlijk ook wel mee." Ook moest hij
één keer naar een haven worden ge
sleept vanwege aandrijvingsproble
men.
Een kunst is nog wel om vanwege de
hoge brandstofkosten zo efficiënt mo
gelijk te varen. Dat gebeurt altijd in
overleg met de rederij en is afhanke
lijk van het tijdstip wanneer het schip
in de haven moet aanleggen. „Ik vaar
op schepen die 40 a 50 ton per dag
aan brandstof verbruiken. Als je dan
tien ton per dag kunt uitsparen door
wat langzamer te varen, dan scheelt
dat enorm."
Op de kleinere schepen dragen de of
ficieren tijdens het varen niet of nau
welijks meer uniformen. „We weten
allemaal wel wie wat doet en wie
waarvoor verantwoordelijk is. Als we
in een haven komen, doe ik mijn kaki-
pak aan. De mensen die je dan ont
moet, moeten kunnen zien wie de ka
pitein of de stuurman is."
Maarten Heijboer zou met al z'n erva
ring thans ook op grote schepen als
kapitein of officier mogen varen,
maar daar heeft hij geen behoefte aan.
„Laat mij maar bij Seatrade zitten."
Een zeeman die zijn hele leven heeft gevaren kan in het gunstigste geval op zijn zestigste voor omstreeks 70 pro
cent van zijn laatste nettoloon uittreden. Dan moet hij wel gebruik kunnen maken van de vroegere vutregeling
(omslagstelsel), het ingevoerde prepensioen (opbouwstelsel) én de levensloopregeling. Voor het laatste (een vrij
willige regeling) moet hij 2 tot 3 procent extra van zijn loon afdragen. Voor kapiteins die vaak ook boven de CAO
worden betaald, en die veel overwerkuren hebben, kan vervroegd uittreden betekenen dat zij nog meer moeten
inleveren ten opzichte van hun huidige salaris. Met weinig dienstjaren wordt de uitkering ook evenredig lager.
Voor alle zeevarenden geldt dat als zij langer blijven doorwerken zij op 62- of 63-jarige leeftijd - of nog later -
voor een hoger percentage salaris (maximaal 90 procent) kunnen stoppen. De zecliedcnbond Nautilus NL (de
vroegere FWZ) wijst erop dat de nieuwe pensioenregeling voor de Nederlandse koopvaardij voor ieder individu
anders kan uitpakken, vaak ook afhankelijk van het aantal dienstjaren in de koopvaardij en het al of niet deelne
men aan de levensloopregeling.
Een bijzonder aspect aan de regeling is ook dat de prepensioenregeling op basis van het nettoloon plaatsvindt.
Uniek in Nederland. Maar dat maakt algemene berekeningen nog ingewikkelder. Elke zeeman die lid is van Nau
tilus NL kan door zijn vakbond laten voorrekenen tegen welk percentage hij op een d(x>r hem te bepalen leeftijd
boven de 60 jaar kan uittreden.
Bij het onderzoek wordt ervan uit
gegaan dat een gezonde geest en
een goed functionerend lichaam no
dig zijn om goed te functioneren in
de samenleving. Er is ook een dui
delijke relatie zichtbaar tussen de
psychosociale gezondheid en de
manier waarop de jongeren de kwa
liteit van leven beoordelen. Ruim
driekwart van de leerlingen met een
verhoogde SDQ-score vindt hun le
ven van lage kwaliteit in vergelij
king met leerlingen zonder indica
tie. Deze derdeklassers beoordelen
de kwaliteit ruim drie keer zo hoog.
Opvallend is dat meer meisjes een
lage kwaliteit van leven melden dan
jongens, 39 procent tegen 24 pro
cent. De jongeren in Schouwen-
Duiveland geven het vaakst een lage
kwaliteit van leven aan (39%), de
jeugd uit Tholen (24%) en Middel
burg (26%) doen dat het minst.
Dat veel jongeren met sombere ge
dachten rondlopen, blijkt uit een an
der deel van het onderzoek. Een
kwart van de ondervraagde Zeeuwse
leerlingen dacht de laatste twaalf
maanden aan zelfmoord, zes procent
deed werkelijk een poging. Deze
percentages liggen wat hoger dan het
landelijk gemiddelde. In Zeeuws-
Vlaanderen deden meer derdeklas
sers een zelfmoordpoging (7%) dan
in de andere regio's (4%).
Bovendien bleken jongeren met een
verhoogde SDQ-score vier keer zo
vaak aan zelfmoord te denken en
deden zij zes maal zo vaak een po
ging als de derdeklassers met een
normale score. Jongeren uit het
voortgezet speciaal onderwijs (vso)
dachten vaker aan suïcide (30 pro
cent) dan leerlingen uit het vmbo
(27%), havo (20%) en vwo (16%).
Vmbo-scholieren ondernamen ech
ter de meeste zelfmoordpogingen
(8%), daarna leerlingen uit het vso
(6%), havo en vwo (4%).
Het is volgens de onderzoekers be
langrijk dat meer Zeeuwse kinde
ren, jongeren en ouders vaardighe
den ontwikkelen om psychosociale
problematiek te beperken, bijvoor
beeld via programma's op het ge
bied van weerbaarheid, pesten en
sociale vaardigheden. Het is hier
bij van belang om tot een provin
ciale of regionale aanpak te komen
voor het terugdringen van psy
chosociale problemen, conclude
ren zij. 'Wellicht kan de Taskforce
jeugd Zeeland hier een speerpunt
van maken', adviseren de onder
zoekers.
De jeugdraad richt zich met de actie
vooral op tien- tot elfjarigen en op
leerlingen op het speciaal onder
wijs. „We richten ons nu meestal op
jongeren van twaalf tot en met zes
tien jaar, omdat voor hen zo weinig
wordt georganiseerd in Tholen.
Maar vergeten daarbij deze doel
groepen. Misschien dat er uiteinde
lijk een beleid geschreven kan wor
den over het betrekken van deze
jongeren bij onze activiteiten."
Om de jonge inwoners te bereiken,
gaat de Joth in januari en februari
alle kernen van Tholen bezoeken.
„We zijn van plan om alle basis
scholen te bezoeken en vanuit een
centraal punt, bijvoorbeeld een
jeugdhonk, 's avonds de straat op te
gaan om jongeren aan te spreken.
We willen hen informatie geven
over Joth en vragen wat zfj graag
zouden willen zien gebeuren dit
jaar." Bij het verstrekken van infor
matie brengen de Joth-leden ook de
jeugdstimuleringsregeling onder de
aandacht. Jongeren met een idee
voor een jeugdactiviteit kunnen
hiervoor namelijk een gemeentelij
ke subsidie krijgen, maar maken
hier nog weinig gebruik van.
De jongerenraad Tholen heeft de
aanvraag voor een jeugdstimulerings
regeling van WHS maandagavond
niet behandeld. De aanvrager was
niet aanwezig om het verzoek, waar
bij 750 euro subsidie wordt gevraagd
voor het organiseren van een kerst-
zaalvoetbaltoernooi, toe te lichten.
Simon van Lit uit Sint-Annaland
gaat namens de jongerenraad Tho
len naar de Zeeuwse voorronde van
het nationaal jeugddebat. Hier gaat
hij 4 februari samen met andere jon
geren in discussie met gedeputeer
den. Mocht de Sint-Annalander ge
selecteerd worden, dan wordt hij
tijdens een trainingsweekend klaar
gestoomd voor het nationaal jeugd
debat in oktober. Het evenement
vindt plaats in de Tweede Kamer in
Den Haag, waar de geselecteerde
jongeren hun mening over politieke
zaken duidelijk zullen maken aan
ministers, staatssecretarissen en ka
merleden.
De jongerenraad Tholen (Joth)
krijgt een eigen vergaderruimte in
het nieuwe gemeentehuis in Tholen.
De ruimte - groot genoeg voor zes
tot zeven personen - bevindt zich
bij de fractiekamers en is bestemd
voor overleggen van de werkgroe
pen. Bij besloten vergaderingen
waar alle leden aanwezig dienen te
zijn, kan daarnaast worden uitgewe
ken naar een van de grotere fractie
ruimten. Ook krijgt de Joth een ei
gen archiefkast waar dossiers van
de activiteiten kunnen worden op
geborgen.
De fototentoonstelling van het anti-
pestproject op de Thoolse vmbo-
scholen gaat niet door. Dat meldde
Angela Lindhout maandagavond tij
dens de vergadering van de jonge
renraad Tholen (Joth). Er werden
door scholieren te weinig foto's in
geleverd om er een tentoonstelling
van te maken. De Joth had jongeren
opgeroepen om kiekjes te maken
van speciale en leuke plaatsen op
hun school in Tholen. De foto's zou
den vervolgens op de andere vmbo-
school worden geëxposeerd om de
leerlingen een beeld te geven van 'de
andere school'. „Dat plan is gecan-
celd", aldus Angela. „De foto's wor
den wel bij de workshopdag van de
antipestwerkgroep opgehangen."
De toneelgroep van de plattelands
jongeren Zeeland Tholen/Sint-Phi-
lipsland (PJZ) treedt zaterdag 19 ja
nuari op met het toneelstuk Zomer
in Zeeland. Tijdens de voorstelling
worden de bezoekers meegenomen
naar een rustige camping in Zee
land. De vaste gasten keren terug
voor een portie welverdiende rust in
een rustieke omgeving vlakbij het
strand. Deze rust wordt echter ver
stoord door mensen van een ander
allooi, die zij in het dagelijks leven
ook al niet kunnen luchten of zien.
De ruzie loopt hoog op, maar ont
aardt - dankzij een door het anima
tieteam opgezette competitie - toch
in wederzijdse respect. De lokale
held. een tuinkabouter, beleeft daar
naast een angstig avontuur. Een paar
stoere dames komen langs om zich
in de competitie van hun sterkste
kans te laten zien en er een verras
send einde komt aan de (inspan
nende zomervakantie. Aan het to
neelstuk werken Janita Kosten,
Pieter Roggeband, Rianne Abra-
hamse. Jaco Bolier, Carolien Bie-
rens, Erik van Nieuwenhuijzen,
Rianne Bazen, Laura Goense. Bian-
ca Nell, Joris Verwijs en Erna Ver
boom mee. De regie is in handen
van Hans Kosten en Gert-Jan Bou-
deling. Hans Akkermans verleent
als souffleur zijn medewerking. De
audiovisuele ondersteuning wordt
verzorgd door Michael Bazen en
Warner Verboom. De voorstelling
begint om half acht in Haestinge in
Sint-Maartensdijk.
Natuurvereniging Tholen houdt
dinsdagavond 29 januari vanaf half
acht een ganzencursus in Meulvliet
in Tholen. Tijdens deze avond, en
een excursie op zaterdagochtend, ko
men de deelnemers meer te weten
over de ganzen die voorkomen op
Tholen en Sint-Philipsland. Twee ge
specialiseerde docenten geven uitleg
welke ganzen hier voorkomen en
hoe zij leven. Geïnteresseerden kun
nen zich voor 22 januari aanmelden
bij J. de Koek. tel. 06-29356358 of
bij L. Ketting, tel. 06-12952042.