'Mensen hebben nu geen enkele
binding meer met het platteland'
'Mobiele telefoon verkeert door
vele functies in identiteitscrisis'
•vvr i
- «f*
Rini Mathijssen Thoolse
rayondirecteur Rabobank
Vrijdag 4 januari 2008
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Na 35 jaar neemt dierenarts Jan Flameling op 13 januari
afscheid van de praktijken in Dinteloord, Steenbergen,
Fijnaart en Willemstad. In de beginjaren kwam hij ook
regelmatig bij veeboeren op Sint-Philipsland. „Bezig
zijn met zoiets positiefs en de humor vind ik het mooie
van het vak", zegt Flameling.
Sommige mensen zou
je moeten verbieden
om dieren te houden
Verwording platteland
Dierenarts Jan Flameling ziet veel veranderd in 35-jarige praktijk
Zijn politieke carrière
bij D66 kostte
hem klanten
Een hond van 85 kilo
zou er maar 40
moeten wegen
De mobiele telefoon verkeert in een identiteitscrisis. Er
zijn zoveel functies op, dat het zelfs geen mobiele tele
foon genoemd kan worden. De 22-jarige Willem Horst
uit Sint-Annaland zoekt aan de universiteit in Denemar
ken met behulp van gebruikers naar nieuwe mogelijkhe
den van technologische apparatuur. Rond de feestdagen
was hij thuis.
Up2date
Willem Horst uit Sint-Annaland studeert it product designin Denemarken
Huisgenoten
Trap van koe
Adviseur van collega's
in ontwikkelingslanden
met problemen
Rini Mathijssen (51) uit Bergen op Zoom is per 1 maart
benoemd tot rayondirecteur Tholen van de Rabobank
Oosterschelde. „We gaan er iets moois van maken", zegt
Mathijssen, die sinds mei 2002 op Tholen werkt. „Met de
benoeming van een bekend figuur op Tholen zorgen we
voor een fors stuk continuïteit", aldus de huidige direc
teur Cees van der Velden, die na de fusie gaat vertrekken.
OOT en SEPT
Hij begon met werken in 1972
toen hij de kalfjes nog in de wei
opzocht. Flameling zwaait af in
een tijd waarin honden soms naar
de Weight Watchers moeten. Wie
Jan Flameling ooit als dierenarts
meemaakte, weet hoe hij werkt.
Recht door zee, geen fratsen of
vals sentiment, maar op een nuch
tere manier bezig met het dier dat
op dat moment aandacht nodig
heeft. Jan is nog een dierenarts
van het type zoals dokter Vlimmcn
van de gelijknamige film. Prak
tijkmensen die zowel koeien als
varkens, maar ook
ponden en katten
of cavia's onder
handen namen.
Helemaal thuis op
de bedrijven waar
hij de koeien ver
loste of de biggen castreerde. „Er
is geen stal van Bergen op Zoom
tot aan Willemstad en van Sint-
Philipsland tot aan Klundert waar
ik niet ben geweest in die 35 jaar",
stelt Flameling. Voor de komst van
Willem Brons kwam Flameling bij
de veeboeren op Tholen. Hij
werkte toen samen met dierenarts
Rinses. Zeker in de beginjaren 70
en 80 waren er nog veel boeren
met vee op Sint-Philipsland. Fla
meling kwam onder meer bij
Bram en Johan Verwijs in Anna
Jacobapolder. Maar het aantal vee
boeren is sindsdien sterk terugge
lopen.
„Zo'n dertig jaar geleden, toen ik
begon, was het een nuchtere tijd.
In 1972 ben ik begonnen bij Piet
Magnus, maar twee jaar daarvoor
werkte ik al als vervanger. Dat
ging gewoon zo. Als je wist hoe je
het moest doen, dan was het oké.
Er waren te weinig dierenartsen en
je ging aan de slag. Nu is alles
vastgelegd en gecertificeerd. Als
de dierenartsen hier in de praktijk
visite gaan rijden, moeten ze van
tevoren een medicijnenlogboek
maken. Alle medicijnen zitten
achter slot en grendel. Vroeger
waren er 36 farmaceutische be
drijven die bij je langs kwamen
om medicijnen te verkopen. Nu
zijn dat nog vier firma's. Augmen-
tin bijvoorbeeld is een middel dat
aan mensen wordt voorgeschre
ven. We gebruiken het ook voor
dieren, maar dan kost het maar
60% daarvan. Nog even en de prij
zen zullen wel gelijk zijn."
Flameling startte dus bij dieren
arts Magnus aan de Kruispoort in
Steenbergen. Het was de tijd dat
alle landbouwhuisdieren nog wer
den ingeënt tegen mond- en
klauwzeer. Vanaf 1991 werd de
verplichte enting afgeschaft. Jaar
lijks deden de dierenartsen ook
onderzoek naar tuberculose, waar
voor ze de dieren prikjes in de hals
gaven. Ze prikten bloed bij koeien
voor controle op abortus bang
(een besmettelijke infectieziekte
bij runderen en mensen).
Flameling: „In het kruisgebouw in
Dinteloord gaven we in 1976 alle
honden een verplichte enting te
gen hondsdolheid. Nick de Bruijn
was jachtopzichter en hartstikke
doof en hij hielp me. De mensen
stonden werkelijk in lange rijen te
wachten. Nick werkte nogal ruw
en pakte een hond zo bij de achter
poten en gooide
hem min of meer
of de tafel. Ie
mand riep toen
•dierenbeul' naar
hem. Hij stevende
er op af, want hij
kon niet verstaan wat de man zei.
Die deinsde vervolgens helemaal
achteruit van angst. Nee, het was
een heel andere tijd. Nu gaan de
honden naar de Weight watchers
en wordt er aan genetic counce-
ling, genetisch onderzoek, gedaan
voordat mensen gaan fokken met
een hond. De gezinnen hebben te
genwoordig met de dieren even
veel personen in huis als voor
heen."
Flameling is niet de man om senti
menteel te doen over zijn vak of
alles van vroeger op te waarderen.
Toch zegt hij het jammer te vinden
dat de boerenerven zo veranderd
zijn. „Op zo'n boerenerf liepen al
tijd kalfjes in de wei, kippen en
paarden, maar dat is de verwor
ding van het platteland. We missen
tegenwoordig echt de boerenlobby
in Den Haag. Mensen hebben geen
enkele binding meer met het plat
teland."
De diereneigenaren die in de die
renartsenpraktijk van Flameling
komen, zijn anno 2007 veel meer
voorbereid. Volgens Jan Flameling
hebben ze zelfs op internet al vol
op gewinkeld en opgezocht wat
het trouwe beestje mankeert. Hij
zegt vaak aan de hand van die we
tenschap van de klant de medicij
nen te moeten afstemmen. De
baasjes zijn vooral heel assertief.
Flameling vindt het heel belang
rijk op een efficiënte manier met
de klant om te gaan. Zo werd het
gebruik van allerlei voedingssup
plementen, gemaakt van haaien-
kraakbeen, geïntroduceerd. In het
begin was het omstreden, maar in
de sportwereld een tendens en ook
in de dierenwereld druppelt het
door. Volgens hem ligt de waar
heid over goed of slecht altijd in
Jan Flameling was met veel plezier 35 jaar dierenarts in de regio, maar neemt deze maand afscheid van de praktijk.
het midden.
„Het is de kunst van het vak", ver
telt hij gedreven. „Het beest moet
beter worden, maar je moet de the
rapie bij de eigenaar zoeken. Je
moet kijken of de
therapie te betalen
is en ook is te re
aliseren. Kijken of
iemand het vol zal
houden om zes
keer per dag een
pilletje te geven, waarmee de be
handeling maar dertig euro kost of
eenmaal een injectie per week of
per maand, maar wat veel duurder
is. Mensenkennis is daarbij cruci
aal. We zijn met zes dierenartsen
in de praktijk. Ik ben van het over
legmodel van de jaren zestig en
probeer het door de mensen ver
schillende keuzes voor te leggen.
Je moet niet teveel de dokter uit
willen hangen. In de eerste jaren
had ik lang haar en speelde in een
rockband in Rotterdam. Ik had al-
tijd een muts op en toen ik die niet
meer ophad, herkenden de mensen
mij niet meer. Het vak is niet ro
mantisch, maar het draait om de
humor."
In 1974 werd Jan
dierenarts in de
praktijk van Hein
van der Hammen.
Spreekuur werd
gehouden in de
grote huiskamer
waar de spreekkamer slechts door
openstaande schuifdeuren werd
gescheiden van de wachtkamer.
Iedereen die zat te wachten, kon
dus meegenieten. Prachtig om te
zien hoe een bok behandeld werd
door de jonge dierenarts. Toen de
eigenaar hem mee naar huis wilde
nemen, bleek het dier nog een
beetje te bloeden. Geen punt vond
Flameling. Hij greep de theedoek
naast het fonteintje en knoopte
hem zo rond de buik. Klaar en
naar huis.
Toen Van der Hammen stopte, be
gon Flameling een eigen praktijk
in Welberg in het pand waar hij
ook met zijn gezin woonde. Zijn
vrouw Inez was afgestudeerd arts
en doorliep bij dok
ter Leo Schutter in
Dinteloord de ver
tot
het
voor het eerst hielp met een kei
zersnede door de baarmoeder van
het dier vast te houden. Hij is het
nooit meer vergeten volgens Fla
meling. Zijn verwachtingen over
het dierenartsen-
volgopleiding
huisarts. In
kruisgebouw
er-
naast hield ze weke
lijks het zuigelingenspreekuur.
Het gebeurde regelmatig dat ie
mand haar in de ochtend bij haar
thuis in de dierenartsenpraktijk
aan de telefoon kreeg voor de mel
ding van een ziek dier en vervol
gens 's middags op het consulta
tiebureau sprak over de
gezondheidstoestand van de baby.
Toen zijn kinderen klein waren,
stond hij regelmatig te opereren
met één van de kinderen in een ba
bystoeltje naast de behandeltafel.
Zoon Peter was zeven jaar toen hij
vak zijn zeker
uitgekomen, zo
bekent hij. Hij
kan op de vijfen
dertig jaar met
veel plezier te
rug kijken. „Dieren zijn betrouw
bare wezens en je weet wat je aan
ze hebt", meent hij oprecht.
„Ze hebben nooit verborgen be
doelingen. Een dier is een naïef
wezen zonder streken." Op de
vraag wat hij het leukste dier
vindt, noemt hij er twee: hond en
kat. „Zij maken emoties los bij
mensen. Koeien vind ik ook bij
zonder. Koeien hebben te maken
met het oerbestaan. Hoe we in de
wereld met dieren omgegaan zijn.
Het is nog steeds een oerdier.
Hij praat nog onvervalst dialect
maar in de internationale wereld
van de ontwerpers worden vele En
gelse woorden gebruikt. Willem
verkeert in het gezelschap van stu
denten van bijna alle continenten. In
die wereld is het belangrijk om te
leren samenwerken. Hij geeft er
zelfs al les aan studenten die ouder
zijn. Willem maakt er prototypes
voor apparatuur en geeft daar ook
les over.
Voor Willem is het wel een uitda
ging om samen met anderen aan een
project bezig te zijn. „Samenwerken
is een belangrijke vaardigheid in de
ze tijd. Het is goed dat je wat van
een andere cultuur kent. Hun werk
wijze is anders. Een vijfde van de
wereldbevolking is Chinees en een
vijfde is Indiër tenslotte."
Horst moet nog 2,5 jaar studeren
voor zijn promotie (tot Phd. Ameri
kaanse titel voor doctor of philoso
phy) aan de universiteit in Spnder-
borg in het zuiden van Denemarken,
ongeveer 40 kilometer van de Duit
se grens. Aan de universiteit is ook
het Mads Clausen Instituut verbon
den, het centrum voor productinno
vatie. Horst kende het instituut al
toen hij nog op de Technische Uni
versiteit in Eindhoven zat. „Een van
mijn leraren gaf er les en vroeg of ik
er twee weken een 'mastercourse'
wilde volgen. Dat beviel me wel. In
het derde jaar ben ik terug gegaan.
Je moest dan een stage volgen of
meedoen aan een uitwisseling. Ik
heb toen mijn portfolio opgestuurd
en ben toegelaten. Het was de be
doeling dat ik er één semester zou
blijven. Maar het beviel erg goed.
Bovendien kreeg ik er een vriendin
en besloot ik een half jaar langer te
blijven. Zodoende ben ik er een jaar
geweest. Maar ik moest wel terug
naar Eindhoven om mijn bachelor
af te maken."
Hij rondde de studie in Eindhoven in
februari vorig jaar af en kon pas in
september in Spnderborg aan de
slag. In de tussenliggende periode
kon hij als ontwerper aan de slag bij
het gerenommeerde B O, Bang
and Olufsen. Het bedrijf dat in Struer
ligt, in het noordwesten van Dene
marken. 4,5 uur treinen van Spndcr-
borg.
Op het instituut houdt Willem zich
bezig met het 'herdefiniëren' van
producten. Dat doet hij samen met
het bedrijf Nokia. „Een mobiele te
lefoon kan veel, maar het mist een
eigen identiteit. Het gaat er nu om
een nieuw product te ontwerpen met
veel functies en toch een sterke
identiteit. Nu zitten er bijvoorbeeld
een camera en een agenda in, kun je
er muziek mee afspelen, bellen en
spelletjes mee doen." Eerder onder
zocht Horst al het gebruik van bij
voorbeeld de camera op het toestel.
„Het bleek dat die gebruikt wordt
als mensen zich vervelen als ze bij
voorbeeld thuis op de bank zitten.
Het kent een heel eigen gebruik. Als
ze echt foto's willen maken van een
speciale gelegenheid, gebruiken ze
een echte camera. En de naam mo
biele telefoon dekt al lang niet meer
de lading. Het is veel meer. Het is
vreemd dat het apparaatje nog
steeds zo genoemd wordt. Eigenlijk
verkeert het toestel in een identi
teitscrisis door de vele functies."
Volgens Horst is het zaak om voor
elk product een 'script' te maken.
Zoals een acteur een bepaald podi
um bespeelt. „Dit en dat moet er
mee te doen zijn. Het moet heel
simpel zijn. Samen met de gebrui
kers moeten we dat verder uit ont
wikkelen. De vraag is om na te gaan
wat gebruikers er mee doen. Daar
maak ik prototypes voor."
Horst is nu bezig aan een project dat
up2date heet. Het ontwikkelen van
een mobiel apparaat waarop gebrui
kers kunnen zien welke films er uit
komen en welke cd's. Maar waar
ook op te zien is welke evenemen
ten er in de buurt zijn. Op het
schermpje kan iemand dan bijvoor
beeld een voorfilmpje (trailer) zien,
maar ook de recensie over de film
lezen. Het apparaat is dan draadloos
aangesloten op internet."
Horst heeft er eerst alleen de ont
vangst van muziek en films op mo
gelijk gemaakt. Later, op verzoek
van de gebruikers, evenementen aan
toegevoegd. Het bleek dat er ook
mensen waren die het fijn vonden
om er hun eigen agenda op te willen
zetten."
Gebruikers actief betrekken bij het
innovatieproces. Daar draait het om
bij de eindstudie van Willem Horst
op het Deense instituut.
Bij Bang and Olufsen hield de stu
dent zich al bezig met de bediening
van mobiele apparatuur. Niet zozeer
de buitenkant (de vormgeving),
maar hoe de gebruiker het bedient
én beleeft. In zijn woorden het in
teractief ontwerp. „Vooral de vorm
geving is heel sterk, de opdrachtge
ver wil dat ook de binnenkant
passend wordt. Het is de truc om dat
bij elkaar te laten passen. Het moet
namelijk ook een elegante ervaring
zijn."
Nieuw aan het apparaatje is dat er
een speakertje (luidsprekertje) inzit
Willem Horst (links) speelt samen met een student tijdens een oefenspelletje om te leren samenwerken.
dat uitgeschoven kan worden. Er zit
ook een aparte speaker voor telefo
nie op, voor muziek, er kunnen vi
deo's op afgespeeld worden en de
gebruiker kan ook op het internet.
Er zitten geen kopjes op zoals bij
een mobiele telefoon, maar een
schijfje. Willem noemt het een wiel
die de gebruiker naar de gewenste
functie kan draaien. „Het is belang
rijk dat het efficiënt werkt, maar dat
het ook mooi is."
Hij werkte er aan vanaf maart 2006.
In oktober kwam het product op de
markt. Via een labtop demonstreert
Willem de verschillende mogelijk
heden. Niet alles want ook de appa
ratuur van een student die zich
specialiseert in de informatietech
nologie, gaat wel eens kapot.
Horst ging na het Juvenaat in Ber
gen op Zoom naar Eindhoven om
aan de Technische Universiteit in
dustrial design te studeren. Hij kon
er werken met nieuwe technieken
en er zijn creativiteit in leggen.
„Het is productgericht, op elektro
nisch gebied. Je kunt er geen meu
bels ontwerpen." In Denemarken
heet mijn richting It Product De
sign. Van de drie jaar die hij er ver
blijft, moet 20 procent bestaan uit
lesgeven. Alles in het Engels. De
acht eerstejaars die hij nu.les geeft,
komen uit Israel, China, Denemar
ken, Duitsland, België, Italië en
IJsland. „Voorheen was het stude
ren er gratis en kwamen er ook
leerlingen uit India, Brazilië en
Mexico. Dat is over." Het valt vol
gens Willem niet mee om altijd op
hetzelfde spoor te zitten. „In het
Chinees heeft ja heel veel beteke
nissen. Het kan zelfs nee beteke
nen. Als je vraagt of ze de opdracht
voor de volgende dag begrepen
hebben en er wordt ja gezegd,
blijkt dat er de andere dag niets is
gebeurd." Soms wordt uit beleefd
heid ja gezegd om iemand ter wille
te zijn. Een fenomeen dat de Ne
derlandse manier van omgaan niet
kent. „Wij zijn zo direct dat het
door anderen als lomp wordt erva
ren. Als je kritiek geeft wordt dat
ook vaak ervaren als een persoon
lijke aanval terwijl dat niet het ge
val is."
Willem vindt het lesgeven leuk om
te doen, zegt hij. „Pas in de samen
werking merkje het verschil. En het
is ook vaak gezellig. Aan het eind
van het jaar bijvoorbeeld maakt ie
der een eigen traditioneel gerecht
uit zijn of haar land. Wij, Nederlan
ders. hebben boerenkool met worst
gemaakt."
De student woont in een apparte
ment met drie huisgenoten in de
binnenstad van Sonderborg (30.000
inwoners), vijf minuten fietsen van
de universiteit.
Het stadje is bekend om het bedrijf
Danfoss dat radiatoren maakt. De
oprichter financiert het Mads Clau
sen instituut. Het is een beetje ver
gelijkbaar met Eindhoven en Phi
lips. Een stad ook met ambities,
zegt Willem. „In Spnderborg komt
een groot nieuw complex met een
concertzaal voor een symphonieor-
kest, een onderzoekspark, een
treinstation en bedrijven. Het is
ontworpen door Frank Gehry die
ook het Guggenheim museum voor
moderne kunst in Bibao heeft ont
worpen.
Willem gaat dit weekend weer te
rug. Hij wil de studie daar afmaken.
Of hij daarna terugkomt naar Ne
derland is nog niet zeker. In de in
ternationale wereld van de design
voelt Willem zich thuis.
waarbij geen kanker voorkomt,
zoals dat wel gebeurt bij de gedo
mesticeerde dieren als honden.
Daar probeer ik veel over te leren.
Je had pest, mkz en nu vogelpest,
terwijl watervogels er altijd zijn
geweest. Wat zien we niet wat er
wel is? Je moet proberen zo ge
neeskunst te bedrijven."
De dierenartsen waren vroeger
kind aan huis bij de boerenbedrij
ven, die veelal gemengd waren en
soms heel klein. „De boeren wis
ten zelf niet zo veel. Nu zijn het
allemaal grotere bedrijven waar de
boeren veel ervaring hebben. De
dierenarts is veel meer adviseur
geworden." Toch gebeurt het wel
eens dat iemand slecht zorgt voor
zijn beesten en telkens weer in
herhaling valt. Fla
meling: „Sommige
mensen zou je moe
ten verbieden om
dieren te houden.
Trek bijvoorbeeld
gewoon de hinder
wetvergunning in.
Afgelopen week had ik iemand in
de praktijk die een hond had van
85 kilo, terwijl die er veertig zou
moeten wegen."
De periode dat hij zeer actief in de
politiek acteerde, heeft hem klan
ten gekost. Flameling zat in de
Steenbergse D66 en stak zijn me
ning niet onder stoelen of banken.
Zo hij als dierenarts gewend was
aan te pakken, zo deed hij dat ook
in de politiek: recht door zee en
niet te flauw. Hij zegt er veel van
geleerd te hebben.
Nu neemt hij dus afscheid van de
praktijk. Noodgedwongen eigen
lijk. Een trap van een koe tegen
zijn knie heeft hij min of meer
verwaarloosd en ondervindt daar
nu de vervelende gevolgen van.
Twee jonge dierenartsen, Anne-
Rienk Pronk en Lianne van Don
gen, vullen straks in de praktijk
aan de Kruispoort in Steenbergen
de lege plek op en werken er
straks samen met René de Theije,
Frank Scuren en Sabrina Jansen..
Op zaterdag 13 januari wordt een
afscheidsreceptie in de praktijk,
Kruispoort 32 in Steenbergen,
gehouden van 13.30 tot 17.30 uur.
Uren kan Jan over zijn jaren als
dierenarts vertellen. Hij doet het
bevlogen en wars van opsmuk of
opgeklopt sentiment. „Het is een
heel leuk vak. Het is niet roman
tisch. maar het gaat om de humor
en dat je iets positiefs kunt doen.
En mensen op
zich zijn natuur
lijk .heel leuk",
stelt hij tot slot.
Stilzitten is hij
niet van plan.
We zullen vast
nog wel iets van
hem horen, want hij is bezig zijn
memoires te schrijven. Daarnaast
start hij als adviseur voor dieren
artsenpraktijken die problemen
hebben. Tevens gaat hij aan de
slag als bedrijfsadviseur in ont
wikkelingslanden, waaronder Pe
ru. Hij zal in die landen in een pe
riode van drie tot zes weken
bedrijven gaan adviseren hoe ar
beid op een efficiënte manier kan
worden ingezet, waarvoor hij ook
een bedrijfsplan zal opzetten. Vol
ledig bezig met begeleiding van
mensen dus.
Peter Wielaard naar Reimerswaal, Tonny Drijdijk Goes
De laatste weken van 2007 waren
bijzonder spannend voor menige
medewerker van de Rabobank Tho
len. Voor de kerst zou de benoeming
van de nieuwe Thoolse rayondirec
teur bekend worden, maar het werd
oudejaarsdag. Terwijl Rini Mathijs
sen aan het oliebollen was, kreeg hij
het goede nieuws te horen. „Het is
voor mij vandaag al nieuwjaars
dag", vertelde hij met zijn schort
aan, tussen de vele telefonische feli
citaties door.
Mathijssen begon zijn loopbaan op
23 juni 1975 bij de Rabobank in
Bergen op Zoom, werkte in diverse
functies bij de interne accountants
dienst en de vervangingsdienst van
Rabobank Nederland, bij Rabobank
Dinteloord en vervolgens weer bij
Rabobank Nederland, totdat hij in
2002 naar Sint-Maartensdijk kwam
als hoofd bedrijven. Tijdens de
ziekte en vervolgens het vertrek van
directeur Chris Otto was Mathijssen
waarnemend directeur van Rabo
bank Tholen. „Het bevalt me hier
goed en wat er voor ons ligt, is nu
belangrijk. Als rayondirecteur ben
ik de bruggenbouwer tussen alles
wat de Rabobank Oosterschelde
centraal regelt en het eiland Tholen.
Veel moet nog uitgekristalliseerd
worden en ik heb er zin in om dat
allemaal in te gaan vullen."
Directeur Cees van der Velden geeft
aan dat de leiding van de nieuwe fu-
siebank .een zeer goede kandidaat'
heeft gekozen. „De ruim 32 jaar er
varing binnen de Rabobankorgani-
satie waarvan ruim 7 jaar op Tholen
is erg belangrijk. Rini Mathijssen
blijft in zijn nieuwe functie het aan
spreekpunt voor de bedrijven en hij
beschikt over diverse netwerken."
Zo is hij secretaris van het Onderne
mers Overleg Tholen (OOT) en lid
van het Sociaal Economisch Plat
form Tholen (SEPT).
M.C.J. Mathijssen was bij Rabo
bank Tholen hoofd bedrijven, maai
de laatste maanden hield hij zich
bezig met het proces dat moet lei
den tot de fusie van de Rabobanken
Tholen, Beveland en Schouwen-
Duiveland tot Rabobank Ooster
schelde per 1 maart 2008. Zo was
hij secretaris van de selectiecom
missie. „Ik ga me nu echter weer
volledig aan Tholen wijden, waarbij
ik een nadrukkelijke rol heb voor de
ondernemers en hun organisaties.
Mijn kennis van dit gebied komt
daarbij goed van pas."
Eén van zijn adviseurs bij de afde
ling bedrijven, Tonny Drijdijk, raakt
Mathijssen kwijt. Drijdijk is per 1
maart namelijk benoemd lot hoofd
van de afdeling verzekeringen van
de Rabobank Oosterschelde. Voor
het Thoolse midden- en kleinbedrijf
blijft Rien Koppenhol wel op zijn
post, evenals Wim Bazen voor de
agrarische sector en Kuzee voor de
scheepvaart.
Bij de afdeling particulieren raakt
Tholen per 1 maart Peter Wielaard
kwijt. Hij is benoemd tot teamleider
particulieren voor Reimerswaal,
ook onderdeel van de Rabobank
Oosterschelde. Het huidige hoofd
particulieren van Rabobank Tholen,
Edmee Velthuis, maakt per 1 maart
plaats voor Jos van Prooijen. Zij is
nu werkzaam bij de Rabobank
Schouwen-Duiveland.
Intussen heeft de Thoolse bank aan
gekondigd de administratie van de
verzekeringen te centraliseren. „We
waren nog één van de weinige ban
ken die lokaal de polissen en de be
talingen verwerkten", zegt directeur
Cees van der Velden. Voor vragen
over nota's en schade kan men
voorlaan rechtstreeks Interpolis bel
len, de verzekeraar van de Rabo
bank. De verzekeringsmensen van
de Rabobank Tholen houden zich
alleen met verkoop en advisering
bezig.
Rabobank Nederland heeft verder
een landelijke reorganisatie aange
kondigd onder de naam Visie 2010
om klanten sneller, beter en goedko
per van dienst te zijn. Er zijn vijf
proefbanken aangewezen om dat uit
te werken. Medewerkers van de Ra
bobank zouden voortaan minimaal
een mbo-plus-opleiding moeten
hebben. De vakbonden vrezen dat
de reorganisatie gepaard gaat met
banenverlies.
Volgens directeur Cees van der Vel
den neemt de druk op de marges toe,
zodat er zo doelmatig mogelijk ge
werkt moet worden. „Wanneer blijkt
dat de ene bank voor de verkoop van
een hypotheek vijf gesprekken nodig
heeft en 4 uren en de andere bank de
zelfde hypotheek in twee gesprekken
en 2 uren realiseert, kunnen we van
die laatste natuurlijk wat Ieren."
Eerst staat de ledenvergadering van
Rabobank Tholen op 16 januari
echter centraal. Dan valt in Meul-
vliet de beslissing over het door
gaan van de fusie en de vorming van
Rabobank Oosterschelde per I
maart 2008.
Mijn kennis van Tholen komt goed van pas bij mijn nieuwe
functie."zegt Rini Mathijssen.