Nieuwkomers Bert Rauls en Ingrid Rauls-van Oudenniel genieten in Sint-Annaland Donderdag 30 augustus 2007 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 Door Arie de Vief. Ze zijn nog steeds blij met de beslissing dat ze de Randstad de rug hebben toegekeerd. Bert Rauls (68) en Ingrid Rauls- van Oudenniel (54) wonen nu acht maanden in de nieuwbouwwijk Vroonstede in Sint-Annaland. Ze verhuisden van Hoofddorp naar een echt dorp. Het vakantiegevoel over heerst nog steeds. Ze zijn 'een beetje allergisch geworden voor vliegtuigen, spoorlijnen, autowe gen en korte lontjes.' Op de vlucht voor de drukte naar de stilte van het Thoolse land. Grove woorden Eigen kapper Echt toeval Bert Rauls en Ingrid Rauls-van Oudenniel willen inburgeren op Tholen. De gemeente Tholen groeit. Het inwonertal is boven de 25.000 inwoners gestegen. Er worden nieuwe Tho- lenaren geboren, maar er komen ook mensen van bui ten de gemeente. Ze gaan in een van de nieuwbouw wijken wonen. Of in een bestaande woning in een van de woonkernen of daarbuiten. Waar komen ze van daan, waarom komen ze naar Tholen en hoe vinden ze hun draai in hun nieuwe omgeving? Deze zomer zoekt de redactie een aantal nieuwkomers op. 'Vergeleken bij de Randstad is het leven hier een verademing1 Ze wonen in een twee-onder- eenkapwoning. Het huis met veel ramen staat op de hoek van de straat. Ze genieten nog elke dag van het nieuwe huis en de omgeving. Vanuit de bo venkamer aan de voorzijde zien ze de molen en de nieuwe kerk van de Hersteld Hervormde Ge meente, met naast de begraaf plaats een veld met bloeiende bloemen. Ingrid: „We hebben de kerk zien bouwen. Het is een prachtige kerk met een mooie toren. In de winter als het kaal is, kunnen we er nog meer van zien." Via een smal zijraam hebben ze een panorama-uit zicht naar het westen. De bo men op de Annavosdijk vormen in zomertooi de horizon. Ze kij ken uit op de velden tussen de dijk en de nieuwbouw. Er staan enkele agrarische bedrijven in de verte, net buiten de wijk gra zen schapen. De band blauwe lucht wil nog niet echt hun kant opschuiven, zegt Ingrid. De zon komt er nog niet door maar alles is een verademing na Hoofddorp, zeggen ze bijna in koor. Ze herhalen het vaak. Ingrid: „We hebben bewust de rust opgezocht. We waren al ja ren bezig om uit de Randstad weg te gaan. We hebben ge zocht in Drenthe, Overijssel, Lim burg. Het zuiden en het oosten trok ons. Het wordt te druk in de randstad, zeker waar wij woon den in Hoofddorp onder de rook van Schiphol." Bert schudt het hoofd. Het werd volgens hem steeds erger met de overlast van de nationale luchthaven. Hij heeft er wel een dubbel gevoel bij, zegt hij. Ze maken immers zelf ook gebruik van het vliegveld voor reizen naar het buitenland. „Schiphol heeft er weer 50.000 vliegbewe gingen bij gekregen. Klagen helpt niet. Er werd bij de aanleg van de Polderbaan gezegd dat er minder overlast zou zijn, maar dat is niet waar." De wijk waarin ze woonden staat op ongeveer 3 kilometer van de luchthaven, Het is niet alleen het lawaai van vliegtuigen in de lucht die hen parten speelde, ook het 'grond lawaai' vormde een bron van ergernis. Ingrid: „Het was een mooi huis, een mooie stek, maar laagfrequente geluiden laten zich niet tegenhouden. Als we in de tuin zaten konden we geen gesprek door de tele foon voeren. En het ene vlieg tuig was nog niet in de lucht of het andere begon ook al op te stijgen." Bert herinnert zich nog de keer dat hij schrok van een vliegtuig dat 'vanuit zee' de landing in had gezet en recht over hun huis kwam aanzetten. Hij belde naar de klachtenlijn. Voor de zoveelste keer, „Ik vertelde dat ik de piloot had herkend. Dat was natuurlijk overdreven, maar zo laag had ik nog nooit een vliegtuig over zien komen. Ik zei dat ik vermoedde dat hij de ge zagvoerder zijn familie wilde groeten in de dure wijk naast ons waar veel piloten wonen." Volgens Rauls was de onvrede over de woonplek met de groei van Hoofddorp zich al enige ja ren aan het opbouwen. De lan ge landingsbaan maar ook de korte lontjes speelden een rol in hun besluit er weg te gaan. Een keer werd Bert door twee man nen de huid vol gescholden na dat hij bij het voorsorteren de verkeerde baan had genomen en dat corrigeerde. „Daar had ik genoeg tijd voor, maar even later werd ik klem gereden door twee mannen. Het was nota bene op een zaterdagochtend met weinig verkeer op de weg. Het waren geen kleine jongens die uitstapten en met grove woorden te kennen gaven dat ik niet goed bij mijn hoofd was. Het was een exces en het is goed afgelopen, maar leuk is het niet." Volgens Ingrid nam het asociale gedrag er toe. „Kinderen zijn moeilijker te corri geren. Ik kom uit het onderwijs, maar vindt dat een zorgelijke ontwikkeling in de Randstad." Ze zochten via internet naar een ander huis buiten de Rand stad. Ze wisten 'helemaal niets' van Tholen. Ze bezochten een keer een huis in Sint-Maartens dijk. Dat beviel niet. Toen ze te rug wilden rijden en bij een ro tonde kwamen, konden ze linksaf of rechtsaf. Ingrid zei dat ze linksaf moesten gaan. Ze kwamen in Stavenisse terecht, en reden via de Poststraat het dorp binnen. Bert: „We zagen aan de Poststraat een huis te koop staan. Dat zag er leuk uit. We stapten uit om naar binnen te kunnen kijken. We belden aan maar er was niemand. Via het bord in de tuin belden we de makelaar Kees Bazen. We wilden een afspraak maken. Dat waren we gewoon, maar hij zei: ik kom er aan. Wat ge beurt hier? dacht ik. Hij had de sleutel niet maar kende wel de dochter van de eigenaar. De sleutel werd gebracht. Dat wa ren we echt niet gewend." Ingrid: „Toen waren we de drempel over." Ze waren voor Tholen gewonnen. „We werden gewoon op de koffie uitgeno digd bij Bazen thuis. De rust viel ons op, maar ook hoe vriende lijk de mensen waren. Dat ge voel heeft zich alleen maar doorgezet." Het huis in Stavenisse werd uit eindelijk niet het huis wat ze zochten. Toen ze later in con tact kwamen met makelaar Bap Leunis uit Tholen was het snel beklonken, zegt Rauls. „We maakten kennis met aannemer Paul Deurloo en dat klikte me teen. Het was ook een verade ming hoe hij met ons omging. Alles wat we wilden was - in het redelijke - mogelijk. Het was een goede wisselwerking. Het heeft ons verbaasd hoe mensen hier met elkaar omgaan. Bij ons in de Randstad lopen mensen langs elkaar heen en kunnen weinig van elkaar velen, hier groeten de mensen elkaar." In de supermarkt in Sint-Anna land werd ze zelfs een keer voorgelaten omdat ze een klei ne boodschap moest afreke nen. „Maar ook als het druk is bij de slager in het dorp dan lui steren de mensen naar je ver haal. Het is hier echt een cursus onthaasten." Tijdens het gesprek zwaait het stel naar de buurman die langs komt. Het is Leo Vroegop, be geleider van het eerste elftal van WHS. Net terug van vakan tie. Bert is voetballiefhebber: „Ik ben gaan kijken naar de beslis singswedstrijd van WHS. Ik wilde wat gaan drinken in de kantine, maar die liep heel snel vol. Toen die weer leegliep, ging ik pas naar binnen. Hij zag me staan., Hij zei: ben je er nou al weer? Kijk zo'n opmerking vind ik leuk. Als Amsterdammer houd ik wel van dat directe." De vorm van het huis was voor het stel doorslaggevend om zich op Tholen te vestigen. Ze hadden een hele wensenlijst, maar bijna alles wat ze wilden, kon aangepast worden. Het ontwerp van de woning is van Paul Timmermans uit Tholen. Het was enkele malen onderwerp van discussie in de welstands commissie. De maquette die Timmermans er van maakte, is - zij het enigszins aangepast - verwezenlijkt. En is op Tholen enig in zijn soort. Uitgangspunt van het ontwerp was dat het steeds aangepast worden aan de wensen van de bewoners door er elementen uit te halen of aan toe te voegen. Ingrid: „Het is een levensloopbestendi- ge woning. Als we niet meer uit de voeten kunnen, dan kunnen we beneden slapen," Aan de voorzijde is een kamer die als slaapkamer kan worden inge richt, compleet met badkamer. En alle deuren zijn op rolstoel breedte gemaakt. De woonka mer zit als het ware tegen het huis aan, zegt Bert. Het heeft een plat dak. „Er zat eerst een muur tussen de keuken en de kamer. Dat wilden we niet. Dat was geen probleem. En aan de achterpui zaten dezelfde ra men als aan de voorkant, maar daar wilden we openslaande deuren zoals we dat ook in het vorige huis hadden." Er is veel glas in de gevel verwerkt. Het maakt het licht en open. Zo kij ken ze ook tegen hun nieuwe omgeving aan. Toch is de stap om naar Sint-An naland te gaan, ook wel een avontuurlijke. Ingrid: „We heb ben niet eerst naar de voorzie ningen gekeken. Het huis en de omgeving was het belangrijk ste. Later hebben we tegen el kaar gezegd dat we ook eens moesten kijken wat er plaatselijk te krijgen was. We hadden een globale indruk en wisten bij voorbeeld dat er een super markt in het dorp zat. Voor gro te zaken kun je naar Bergen op Zoom of Steenbergen, maar de dagelijks boodschappen doen we hier. We zijn zoveel mogelijk lokaal bezig. We willen de mid denstand steunen." Ze wijst naar de tegels van het terras buiten. Gekocht in Sint-Anna land. Naar de tuin als geheel. Ontworpen door en aangelegd door Erik Maljaars, hovenier in Scherpenisse. Er horen eigenlijk nog twee vijvers is, maar dat liet de begroting niet meer toe. Rond de tuin staat een hek van gaas. Langs de straat is die - ge heel volgens de voorschriften - niet hoger dan een meter. Ach ter de woning en op de erf- scheiding met de buren is het gaashek met een scherm wil gentenen en klimop 1,80 meter hoog. „We wilden geen houten schutting. We hebben wel ge dacht aan coniferen of een haagbeuk maar gezocht naar iets groens waar minder onder houd aan is. Rauls werkte tot zijn 59ste bij het Amerikaanse bedrijf Woodward Governor in Hoofddorp. De laatste 25 jaar als inkoper van onderdelen van regulateurs. Het huis van de Rauls valt op door de woonkamer (rechts) met het platte dak. meet- en controleapparatuur die onder meer voor de toe voer zorgen van brandstof naar de tanks van grote industriële motoren. Ooit telde het bedrijf 360 man personeel. Hij had veel contacten met allerlei verte genwoordigers in binnen- en buitenland. „Het was een bij zonder bedrijf. We hadden een eigen kapper en een dominee. We deelden mee in de winst. In het voorjaar en het najaar, ter wijl we in november een na-bo- nus kregen. Dat waren leuke ex traatjes. Er was eerst geen CAO. Later wel toen er nieuwe men sen kwamen en er een onder nemingsraad kwam. Het was een unieke bedrijfscultuur. We beoordeelden elkaar van hoog tot laag." Ingrid is onderwijzeres. Na haar opleiding waren de banen dun bezaaid. „Ik ging eerst invallen. Als invaller kreeg je 80 procent van het loon varv een vaste kracht en ook geen pensioen. Toen ik in Haarlem op een Mon tessorischool les moest geven, ging mijn hart open. Maar ik kon er toen niks mee want ik moest eerst zelf voor mijn eigen kind zorgen. Löter kon ik in Hoofd dorp op de Montessorischool te recht. Het was een warm bad. Het was een fulltime baan. In die periode volgde ze een spe ciale opleiding om zich verder te bekwamen in de onderwijs methode van Maria Montessori. „Inspelen op individuele ver schillen. Nu zie je het op steeds meer scholen terugkomen." Ze maakte al kennis met de direc trice van de Montessorischool in Tholen. „Ik heb me aangemeld als invalster, want ik wil toch wel weer wat gaan doen." Ze zijn bezig wegwijs te raken in hun nieuwe omgeving. Ze ver kennen het eiland Tholen maar ook de rest van Zeeland. Ze ko men geregeld in Tholen waar ze neerstrijken op een terras of doqr het oude centrum wande len. En als er bezoekers zijn doen ze een rondje over het ei land waarbij ze ook Stavenisse aandoen. De Ramp spreekt tot de verbeelding. Ingrid is in het rampjaar geboren, zegt ze. „Ik vertel er ook altijd over aan de kinderen op school. Een goed onderwijzer moet kunnen vertel len, moet leerlingen kunnen boeien. Mijn moeder was van mij in verwachting. Toen mijn vader met een acute, darmaf sluiting moest worden opgeno men in het ziekenhuis, lag het vol met mensen uit Zeeland die waren gevlucht voor het water. Hij lag op de kraamkliniek om dat er op de andere afdelingen geen plaats meer was." Toen het in februari dit jaar ook zo hard stormde en de vloedplan ken in Stavenisse werden gezet, moest ze er weer aan denken. Ook haar man weet zich nog goed te herinneren dat hij op de radio hoorde van de Ramp. Hij kocht onlangs in Zierikzee een lp, met geluidsopnamen over de Ramp. „Die is in een beperkte oplage geperst ter gelegenheid van de opening van de stormvloedkering. Ik weet nog dat er in 1953 geld opgehaald werd. Beurzen open, dijken dicht. We haalden oud papier op en lege flessen. Dat geld was voor Zeeland." Het is nog even zoeken hoe ze hun weg zullen vinden in de loka le gemeenschap. Bert denkt aan WHS. „Ik zal af en toe eens langs de lijn gaan staan. Ik wil eventu eel wel sjouwwerk gaan doen. Lege kratten opruimen of de kleedkamers schoonmaken." En Ingrid voelt er wel wat voor een koor te zoeken waar ze bij kan gaan zingen. Ze heeft klas siek zangles gehad en in ver schillende koren gezongen. Ook solo. Jazz en populair. Lie deren uit de Westside Story, maar ook oude Italiaanse liede ren. „Ik ga me oriënteren. Het is een goede manier om te inte greren." Als ze gevraagd worden naar de nadelen, dan valt er een stilte. Ze moeten diep nadenken. Bert: „Ach, we hebben even wat ge luidsoverlast gehad van hang jongeren bij de bushalte. Er is ook wat lawaai van bouwverkeer maar dat is van tijdelijke aard." Ingrid weet het ook niet zo gauw. „Ik vertel altijd dat er maar één stoplicht is op heel het eiland. Vrienden en kennis sen vinden dit het eind van de wereld, terwijl het van Hoofd dorp naar hier maar een uur en drie kwartier rijden is." Haar dochter en schoonzoon, wonen met hun zoontje in Halsteren. „Maar dat heeft geen hoofdrol gespeeld om naar hier te ko men. Ze heeft wel steeds gepro beerd om ons dichter naar Hal steren te drijven, maar het is echt toeval." Het echtpaar kon hun huis in Hoofddorp na acht maanden verkopen. Bert: „Dat is een nor male termijn in die prijsklasse. We hadden dit al gekocht maar werden er niet nerveus van. Het is ook goed geko men." Berts dochter woont met zoon van veertien in Almere. „Ze zit nu een uurtje langer in de auto. Ze is hier een paar keer geweest en kan het wel begrijpen dat we hier zijn gaan wonen. De eerste dag dat we hier woonden, op 19 december kregen we een kaartje van de over buren in de bus. We waren de eersten in dit rijtje. Het was een welkomstkaartje." Bert en Ingrid hebben het gevoel wel kom te zijn.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2007 | | pagina 7