O
Donderdag 28 december 2006
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
XV
e beste Wensen
Voor 2007
Belgische
trekpaarden zorgen
voor een idyllische
plaatje tijdens de
nazomerrit van de
heemkundekring
Philippuslandt. De
knollen komen uit
de stal Broedershof
van Leo van Nieu-
wenliuyzen en lopen
in de richting van 't
Veerhuis.
Ze maken onderdeel uit van
een lange en bonte stoet van
aangespannen paarden en
'paarden onder zadelzoals dat heet.
De koudbloeden trekken vooral de
aandacht door hun omvang en het gemak
waarmee ze te leiden zijn. Broedershof doet tijden van weleer
herleven. De paarden doen al lang niet meer het zware werk op het land. Wel staan ze nog wel eens voor de
ploeg (tijdens ploegwedstrijden). Of worden ze bereden tijdens het strao rijden op Schouwen in het
voorjaar wanneer de paarden door het zeewater worden geleid. Trekpaarden zijn meer showpaarden
geworden.
De zomer was lang en
vooral heet.
Landbouwgewassen
zuchtten onder de
brandende zon,
maar voor de
jeugd was het feest
in en om het water.
Op veel plaatsen
langs de kust van
Tholen en Sint-Phi-
lipsland werd verkoe
ling gezocht. Aan de
Oesterdam, bij Gorishoek
en bij de door de gemeente
aangelegde strandjes. Ook in de
getijdehavens van Stavenisse, Sint-
Annaland en Sint-Philipsland sprongen
jongens en meisjes in het water. Vaak nadat ze
eerst uren in de zon hadden gelegen. In augustus was
het gedaan met de hitte en ging het regenen. Ook aan het eind van dit jaar is het nag zacht. Of het te
maken heeft met de klimaatverandering zal de geschiedenis nog moeten leren.
Werd in THOLEN eind
augustus een nieuwe
veerpont in gebruik geno
men. Ze liep van stapel op de
werf van Van Duivendijk en was
voor de gelegenheid versierd met
guirlandes, poorten, giorno's en vlag
gen. Jaantje Stoffels, dochter van de
pachter van het veer, doopte de pont met de
naam Koningin Wilhelmina. De erfgenamen
van D. van Duivendijk verkochten de scheepstim
merwerf later dat jaar aan J.K. Dalebout.
In navolging van Oud-Vossemeer en Poortvliet kreeg
Tholen een stoomgemaal. Voor de bouw van een machi
nistenwoning met machinegebouw was RM. Panny te Zier-
ikzee met 25.669 gulden de laagste van negen inschrijvers. Het
gemaal werd gebouwd naar een ontwerp van ingenieur H. Paul te
Leiden, de machine geleverd door de Ned. fabriek van werktuigen en
spoorwegmaterieel te Amsterdam.
Directeur B.A. Overman van de Zeeuwse oestermaatschappij Bona Fides
werd voor het districtTholen en Sint-Philipsland benoemd tot lid van het be
stuur der visserijen op de Schelde en Zeeuwse stromen.
Twee onderofficieren met verlof roeiden in een bootje naar de overblijfselen van
Reimerswaal. Op een gegeven moment waren ze zó moe, dat ze de boot vastlegden
en te voet over de slikken verder gingen. Op 500 meter van de ruïnes van deze Zeeuw
se stad zagen ze een vrij groot dier op het slik liggen. Het bleek een steur te zijn van 2,5
meter lang, die er vandoor ging toen het water was opgekomen. En schipper Anth. Bout vond
in een oesterkor op de Ierse bank een haai van anderhalve meter met veertien jongen.
De PTT besteedde de verbouwing aan van het plaatselijke post- en telegraafkantoor, alsmede het
onderhoud van dat gebouw tot en met 1908. Van de vijf inschrijvers was J.C. Gelderblom met 1505
gulden de laagste, terwijl W.J. Walpot het voor 1820 gulden wilde doen.
Tijdens de pauze van een
spetterende modeshow
bij Van Houte Wonen in
Tholen zoeken bezoe
kers even rust op één
van de banken op de
eerste etage.
Er kwamen maar liefst
400 bezoekers op het
'event'af waarvan velen
van buiten de gemeente.
De belangstelling was voor
Thoolse begrippen over
weldigend. Om de show te
presenteren was Sanne de Regt
(miss Zeeland en miss Nederland
2003) aangetrokken. Er werden opnamen
gemaakt voor de Belgische televisie. Mode
houdt immers niet op bij de grens. Op de catwalk
showden modellen in de volle schijnwerpers zomerse kleding. Er werd
namelijk een 'long hot summer' voorspeld. Die voorspelling is uitgekomen.
De beide lagere scholen in OUD-VOSSEMEER telden aan het begin van het jaar samen 385 leerlingen. Naar
de openbare school gingen 266 kinderen, de bijzondere school - die ze op jongere leeftijd toeliet - had er 119.
Landbouwer A. vanTilbeurgh, op de boerderij Oost-Leguit vlakbij Botshoofd, zocht een bekwame schaapherder.
De man diende getrouwd te zijn en kon onmiddellijk in dienst treden.
De hervormde gemeente bereidde een aanvraag aan de synode voor, om subsidie voor de bouw van een nieuwe kerk.
Ook de plannen tot medewerking van de burgerlijke gemeente ging men onderzoeken. Deze was eigenaar van de toren
en van de noordelijke vleugel. Deze vleugel, tot 1836 schoollokaal, was in gebruik als ziekeninrichting. Maar de gemeente be-
sloot om voor die inrichting een huis in de Molenstraat te gaan huren van het wezenarmbestuur.Toren en vleugel werden voor
100 gulden te koop aangeboden aan de kerkvoogdij.
De alles overheersende gebeurtenis in het dorp was natuurlijk de watersnood. Door breuken in de Zoutendijk liep op 13 maart het
dorp onder water, nadat een dag eerder al een aantal omringende polders waren overstroomd. Op een enkeling na evacueerden alle
inwoners naar de omliggende plaatsen, in het bijzonder naarTholen. Mensenlevens eiste het water niet, maar dieren kwamen er de no
dige om. Met man en macht werd in de weken na de catastrofe gewerkt aan het dichten van de dijken, het afvoeren van het water en het
schoonmaken van de gebouwen. Het water stond tot ruim een meter hoogte in de straten. Een week na de doorbraken bezocht koningin Wil
helmina het rampgebied. Half april waren bijna alle inwoners weer terug thuis. De gevolgen waren met name voor de landbouwers lang merk
baar, want door het zout in de bodem groeiden de gewassen niet. De overstroming zette de waterschappen ertoe aan, om overal de zeedijken te ver
hogen.
Het fiets- en
voetveer Adriana
tussen Gorishoek
en Yerseke werd
dit jaar de
opvolger van De
Harpoen.
De nieuwe ver
binding tussen
Tholen en Zuid-
Beveland had enige
voeten in de aarde
want het motorschip
van Arjan en Mia
Huis sen is niet alleen
groter dan de Harpoen maar
steekt ook dieper het water in.
Aanmeren was mogelijk als de bodem
bij de aanlegsteiger werd verdiept. Dat
gebeurde ook, maar dat bleek zeker bij laag water niet
voldoende en moest de schipper - om het risico te vermijden vast te raken en schade aan het schip op te
lopen - de vaart staken. Een domper op het beleid van de gemeente dat het toerisme wil bevorderen.
Heen en weer kon niet meer. In de vaart werd uit de vaart.
In SINT-ANNALAND besteedde het waterschap de bouw aan van een zeesluis met spuisluis. De bestaande zeesluis moest deels worden afgebroken en op
dezelfde plek weer worden opgebouwd, terwijl de oude spuisluis volledig werd opgeruimd en door een nieuwe vervangen werd. Er waren dertien inschrijvers.
Van hen was H.M. van Bezooijen uit Scherpenisse de hoogste met 20.150 gulden en Joh. De Jonge üit Middelburg de laagste met 16.846 gulden. Omdat deze laat
ste met zijn prijs nog ver boven de begroting zat, besloten de ingelanden in een speciale vergadering om een hogere lening aan te gaan dan eerder was bepaald:
18.000 gulden.Tegelijkertijd pakte de gemeente de vernieuwing aan van zeventig meter kaaimuur achter het tonhuis. De zestien jaar oude muur was totaal versleten.
Na een dijkdoorbraak in maart stonden in de Suzannapolder ongeveer dertig huizen in het water. Dat reikte tot aan de bovendorpels van de ramen. Een paar honderd
mensen raakten have en goed kwijt. Aangezet door ds. J. de Voogd namen de ingezetenen het initiatief om - in afwachting van het herstellen van de zeedijk - een afsluitdijk
dwars door de polder te leggen om het dorp tegen het water te beschermen. Dit zogenaamde Domineesdijkje is in het voorjaar van 1958 afgegraven.
Een twaalfjarige koewachter van N. Kodde kwam door een ongeluk om het leven. De jongen maaide spelenderwijs klaver op het land en kreeg gezelschap van een kameraadje
dat eveneens de zeis ging hanteren. Daarbij verwondde hij de eerste jongen in het dijbeen, waarna hij verschrikt terug ging naar zijn koeien. De gewonde probeerde de hofstede
van Kodde te bereiken, maar kwam slechts vijftig meter ver. Daar werd hij ernstig verzwakt aangetroffen, om even later de geest te geven.
In STAVENISSE herdacht J.W.H.E Buijze dat hij een kwart eeuw onderwijzer was aan de lagere school. Hij kwam in november 1879 naar het dorp, vertrok in 1883 voor een jaar naar Wijk