'Leerlingen moet je geen sprookjes
vertellen, maar antwoorden geven'
Weekend met veel ongevallen
'Rijks geen concurrent
voor vmbo in Tholen'
Kijken naar de gymzaal
'Rapport brengt duidelijk
gebreken aan het licht'
Poeha bij reconstructie
Molenweg was misplaatst
Gommert Zoeteweij stopt na 35 jaar met lesgeven op 't Rijks
Ten Ankerflat
Donderdag 14 december 2006
De leerlingen zijn het niet met zijn beslissing eens en re
ageerden teleurgesteld toen Gommert Zoeteweij uit Tho-
len vertelde na de kerstvakantie niet meer terug te keren
op scholengemeenschap 't Rijks in Bergen op Zoom.
Voor de leraar Engels is teleurstelling de beste reactie die
zij konden geven. „Het geeft toch aan dat ze je als leraar
waarderen." Na 35 jaar besluit de 61-jarige leerkracht en
decaan om het rustiger aan te gaan doen.
Van Timpa naar 't Rijks
Vak een smoel geven
Gevaar voor techniek
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Oude mavo terug
Orgelles en Spaans
Subsidiebeleid gemeente Tholen onderzocht
Geen complimentje
Nieuwe vorm van bestuur Schutse
G.A. Zoeteweij koos niet in eerste
instantie voor het onderwijs. „Ik
wilde eigenlijk gaan varen. Ik zat
in de derde klas en wilde naar de
zeevaartschool in Vlissingen. Ik
was het hele traject al doorgegaan,
waarbij je op verschillende velden
getest werd. En toen kwam ik bij
de oogarts. Hij vertelde dat mijn
ogen te slecht waren en dat ik de
zeevaart kon vergeten. Daar ga je
dan als zestienjarige. Thuis was het
ook een hele domper", blikt de
Tholenaar terug. Een kennis in de
luchtmacht haalde hem over om te
rug naar school te gaan. „Daar zei
een leraar dat ik iets met taal moest
gaan doen, maar dat varen zat nog
in mijn kop. Dan doe je dat niet."
Hij ging daarom in 1966 - na zijn
dienstperiode bij de luchtmacht -
aan de slag als assistent-chef ate
lier bij Timpa Foundations in Tho-
len, waar hij een oogje in het zeil
hield op de fabrieksvloer. „Daar
merkte ik dat ik het leuk vond om
mensen iets te leren. De jaren ze
ventig stonden bij mij in het teken
van idealisme. Ik zag dames in het
atelier hard werken voor hun boter
ham. Zij waren slim, maar hadden
nooit hun kans gegrepen om verder
te leren of mochten dat niet. Ik wil
de eigenlijk daar iets aan doen."
Na vijf jaar bij Timpa te hebben
gewerkt, drong het bij Zoeteweij
door dat hij dit werk niet heel zijn
leven wilde blijven doen. Het men
selijke element kwam in het bedrijf
te weinig aan bod. „Ik miste vooral
het contact met mensen. Er moest
gewerkt worden en dat was het. De
baas was de baas en de arbeidsver
houdingen kwamen niet ter discus
sie." De assistent-chef schreef zich
daarom in bij de Haagse school
voor taal en letterkunde en begon
aan de opleiding MO-Engels. „Ik
zat te dubben tussen Engels en
Frans, maar Frans werd afgeraden
door de mentor. Hij zei dat ik bij
twijfel geen Frans moest kiezen,
omdat er in de toekomst met keu
zevakken gewerkt ging worden. Hij
meende dat iedereen verplicht En
gels zou moeten volgen. Frans en
Duits zou slechts de helft van de
leerlingen kiezen. Dat had hij ach
teraf bekeken erg goed gezien."
Tijdens zijn studie kon Gommert
bovendien op deeltijd basis blijven
werken bij het Thoolse lingeriebe-
drijf. „Ik kon op die manier werken
en leren tegelijk. Daar ben ik wel
dankbaar om, al wordt zoiets vaak
onderschat. Daar heb ik mijn leer
lingen later ook altijd voor gewaar
schuwd, werken en leren klinkt
aantrekkelijk maar het is erg
zwaar." Uiteindelijk behaalde hij
het felbegeerde diploma, waarna
hij aan de slag ging op 't Rijks.
Zoeteweij gaf voornamelijk les aan
de mavo- en havoscholieren. Zo'n
negen jaar later kwam daar een ex
tra taaie bij toen het decanaat op de
middelbare school werd ingevoerd.
„De meeste lessen gaf ik op de
mavo, dus was het logisch dat ik
daar decaan van werd. Ik ging leer
lingen helpen om hun vervolgop
leiding te vinden. Het werd een
hobby, een tweede natuur. Ook nu
is een decaan nog erg belangrijk
voor scholieren. Zij kunnen wel op
internet kijken naar de opleidingen,
maar een computer kletst niet tegen
je. Als zij een idee hebben, dan
willen ze graag weten hoe jij ero
ver denkt."
Het duurde wel even voordat hij
aan deze nieuwe taak was gewend.
„Je adviseert de leerlingen en dat
kan de rest van hun leven beïnvloe
den. Dat is niet zomaar iets. Het
werk brengt wel afwisseling. Je
ziet de dingen met twee verschil
lende petten op, als leraar en de
caan." Hij bereidde zijn opvolgster
C. Roks voor op het decaanwerk
vol pieken en dalen. „In het begin
ben je alleen maar met de post be
zig en ander kantoorwerk. Hier
door leer je wel wat voor soort ver
volgopleidingen er allemaal
worden aangeboden. Daarna is het
tijd voor de piek: met leerlingen
rond de tafel zitten om erachter te
komen wat voor plannen zij hebben
en hen hierin te begeleiden. Er zit
een hoop organisatie aan vast, maar
ook een hoop voldoening. Je moet
goed onthouden en snel lezen, we
ten waar je moet zijn. Als decaan
zitje constant achter de telefoon, je
moet oren en ogen op steeltjes heb
ben en actie ondernemen. Je moet
niet denken 'het zal wel', dat zie ik
wel eens in het onderwijs, betrok
kenheid is van groot belang. De
leerlingen een bepaalde richting
sturen. En als zij een vraag hebben
waar je geen antwoord op hebt,
moet je eerlijk zeggen dat je het
niet weet en het uitzoeken. Leerlin
gen moet je geen sprookjes vertel
len, maar antwoorden geven." Zoe
teweij meent met de twee taken een
goede mix te hebben gevonden. Hij
had als decaan niet heel de dag
achter het bureau kunnen zitten,
zegt hij. „Al is het werk absoluut
niet saai. Kinderen op een andere
manier helpen, dat is leuk. Zij leu
nen echt op je voor advies. Aan de
andere kant is lesgeven een dage
lijkse gebeurtenis. Als je lesgeeft,
dan vliegt de klok. Die combinatie
was fantastisch, ik had het niet wil
len missen."
De Tholenaar begeleidde 26 jaar
lang leerlingen met het vinden van
een vervolgopleiding. Door de ja
ren heen merkte hij wel bepaalde
trends op in de beroepskeuzen.
„De belangstelling voor techniek is
enorm afgenomen. Onder invloed
van de televisie wordt er steeds
meer naar de buitenkant van dingen
gekeken. Scholieren willen bij
voorbeeld stylist worden of werken
bij radio en televisie. Als ik hen
vertel dat je voor een baan in de
media wel goed moet zijn in Ne
derlands, kranten moet lezen en het
nieuws moet volgen, zijn ze ver
baasd. De meesten begrijpen niet
dat er heel wat van je gevraagd
wordt", aldus Zoeteweij. De laatste
jaren is, door de vele make-over
programma's, het beroep van
schoonheidsspecialiste bij meisjes
op het vmbo erg in trek. „Ik wil dat
zij even nadenken over die keuze.
Want hoeveel schoonheidsspecia-
Wethouder M.A.E. Velthuis heeft
eind november een gesprek gehad
met de directeur van scholengemeen
schap 't Rijks in Bergen op Zoom
over een eventuele nevenvestiging in
Tholen. De school kampt momenteel
met ruimtegebrek voor haar 2200
leerlingen. „Eigenlijk biedt de school
plek aan maximaal 2000 scholieren",
legde de wethouder tijdens de verga
dering van commissie samenleving
uit. Mevrouw E. Bastianen (PvdA)
had hierover een vraag gesteld. Vol
gens Velthuis wil het bestuur de op
ties vooreen mogelijke spreiding van
havo/vwo in een andere plaats bekij
ken. ,,'t Rijks wacht echter april af.
Dan is namelijk het aantal nieuwe
aanmeldingen bekend. Daarna wordt
bekeken of opnieuw overleg met de
buurgemeenten nodig is." H.W. van
Eenennaam (SGP) vroeg zich af in
hoeverre een nevenvestiging gevol
gen heeft voor de bezetting van het
Markiezaat college. Volgens de wet
houder is er geen enkele consequen
tie, omdat het Markiezaat college
zich richt op vmbo en de eventuele
dependance van 't Rijks op
havo/vwo. „Er is dus geen concurren
tie." Van Eenennaam kaartte vervol
gens aan dat havo- en vwoleerlingen
van het Calvijn college de eerste twee
jaar terecht kunnen in Tholen. „Ik
weet dat dit wel een andere vijver is,
maar je dient wel voorzichtig te zijn
met dit soort plannen." CU'er P. van
Belzen was niet zo bang voor eventu
ele concurrentie voor de huidige vm-
bo-scholen.
VERVOLG VAN DOKTER
„Het is een blamage, zes jaar lang
wordt er alleen maar over gepraat."
Een bespreking met de architect over
de invulling van het zorgcentrum
werd plotseling afgezegd. „Er moest
opeens eerst gekeken worden naar de
gymzaal en het dorpshuis. Je doet
twee stappen vooruit om vervolgens
weer één stap achteruit te nemen."
Volgens de planning komt het woon
zorgcomplex in de Laban Deur-
loostraat te staan, op de plek waar
momenteel de gymzaal zich bevindt.
Brussen heeft al met diverse mensen
gesproken die interesse hebben om
hun intrede in het zorgcentrum te
doen. „Fysiotherapeuten en de prik-
post zijn bijvoorbeeld ook erg geïn
teresseerd. Je creëert daarmee een
eerstelijns zorgfunctie, wat heel be
langrijk is voor Scherpenisse."
Wethouder Van Dis gaf tijdens de
commissievergadering te kennen dat
het college inderdaad eerst de plan
nen van het dorpshuis Holland Huis
en de nieuwbouw van de gymzaal in
kaart wil brengen, voordat zij kan
beslissen over het woonzorgcom
plex. „Het Holland Huis moet groot
schalig gerenoveerd worden, mis
schien kan er in het woonzorgcen
trum een dorpshuisfunctie worden
ondergebracht. Daarnaast moet dui
delijkheid komen over de sloop en
nieuwbouw van een gymzaal en over
de financiële consequenties. Een
voorstel wordt momenteel echter
voorbereid en wordt 1 februari aan
de gemeenteraad voorgelegd. De
kosten en mogelijkheden zullen dan
ook duidelijk zijn. Daarna zullen er
gesprekken volgen met bewoners en
mogelijke gebruikers van het zorg
centrum, zoals fysiotherapeuten.
Ook de Rabobank heeft aangegeven
interesse te hebben. Volgens de hui
dige planning kan er in januari 2008
gestart worden met de bouw." Klip-
pel hoopte dat de gestelde bouwstart
haalbaar is. Brussen heeft al enkele
ideeën voor zijn praktijk in het
woonzorgcentrum. „Op de nieuwe
locatie wil ik iedere dag bereikbaar
zijn. Op die manier zou samen met
andere partijen werkelijk een eerste
lijns zorgfunctie worden gecreëerd
en dat is voor Scherpenisse heel be
langrijk."
„De gewone oude mavo moet terugkomen aldus Gommert Zoeteweij, leraar Engels en decaan vmbo op 't Rijks.
listen heeft Nederland nu werkelijk
nodig? De invloed van de media is
heel sterk geworden. De technische
kant loopt hierdoor gevaar. Daar
ligt ook een taak van de overheid,
je moet het vak een smoel geven,
dat doen de andere beroepen ook."
Volgens de 61-jarige docent zijn de
technische- en handwerkberoepen
de laatste tijd in een verdomhoekje
gestopt in Nederland. „Ze hebben
geen aanzien meer. Maar status zit
niet in een overall, maar in vakken
nis. Dat zijn de leerlingen vergeten.
Deze opleidingen moeten de media
opzoeken om hun vak weer aan
trekkelijk te maken."
Door de opkomst van internet, tele
visie en e-mail is de kennis van het
Engels bij de jeugd toegenomen.
„Engels is heel erg in, maar dat
heeft ook zijn nadelen. Leerlingen
gebruiken bijvoorbeeld e-mailtaal
in hun examenbrief, dat is niet de
bedoeling", meent Zoeteweij. „De
leerlingen mopperen wel meer over
Duits en Frans, daar zijn de mees
ten toch wat minder in." Toch heb
ben de resultaten volgens hem niets
te maken met het feit dat leerlingen
in het dagelijks leven meer in con
tact komen met de Epgelse taal.
„Het gaat allemaal om goede les
sen. Er zijn andere valkuilen, waar
door het resultaat achter blijft. Ze
moeten namelijk thuis aan de slag,
het huiswerk maken. Daar zit voor
al het probleem, dat zie ik al bij
brugklassers. Ze moeten zoveel.
De jongeren hebben geen tijd meer
voor huiswerk, ze moeten sporten
en msn'en. Maar vergeten dat ze
ook tijd voor school moeten ma
ken. Daarom verzinnen ze uit-
vluchtjes." Het gedrag van de jeugd
is ook een verantwoordelijkheid
van de ouders, vindt de leraar En
gels. „Mijn vader en moeder gin
gen ervan uit dat ik mijn best deed
op school. En als ik de kantjes eraf
liep, dan merkte ik het wel. Ik
moest gewoon mijn best doen. Te
genwoordig mag je niet ergens
slecht in zijn. Kinderen mogen
geen fout meer maken. Het zijn de
hardere kantjes. Als ze iets niet be
grijpen, moeten zij om uitleg vra
gen. Maar dat durven ze bijna niet,
omdat dat 'gek' staat in de klas.
Brugklassers begrijpen dat goed,
maar zitten wel met de problemen
als zij hun huiswerk niet kunnen
maken, omdat ze de stof niet snap
pen. Daarom moet je hen wijzen op
de mogelijkheid om bijvoorbeeld
na de les de leraar om uitleg te vra
gen, zonder klasgenootjes." Het
maakt het vak wel boeiend, meent
Gommert Zoeteweij. „Je moet de
leerlingen vertroetelen als het no
dig is, een luisterend oor bieden.
En beseffen dat je een twaalfjarige
niet kan behandelen als een kind
uit groep 7. Maar als een leerling
de kantjes eraf loopt, moet je ook
duidelijk maken dat zoiets niet de
bedoeling is."
In 1999 besloot het ministerie van
onderwijs, cultuur en wetenschap
om mavo en vbo plaats te laten
maken voor het vmbo (voorberei
dend middelbaar beroepsonderwijs
- red.) Het vmbo zou beter aanslui
ten op het mbo en de havo. „Leer
lingen die vanuit de vmbo t-stroom
(theoretische leerweg -red.) naar
het mbo zijn gegaan, zeggen alle
maal hetzelfde: 'meneer, ik verveel
me dood'. Zij kennen het meeste
lesmateriaal al. Nu de mavo niet
meer bestaat, is iedereen van het
vbo en mavo nu een vmbo'er. Zij
belanden allemaal op één hoop bij
het mbo. Het systeem is niet goed.
Er wordt amper aandacht besteed
aan de t-stroom, ook bij vergade
ringen over het vmbo. De grens
tussen het oude vbo en mavo dreigt
te vervagen, dat is jammer. De op
lossing is heel simpel; de gewone
oude mavo moet terugkomen."
Tot de zomervakantie zal de leraar
Engels iedere woensdagmiddag
vdor twee uurtjes op 't Rijks aan
wezig zijn voor het onderrichten
van twee collega's voor de tweeta
lige les. In 2003 startte de school
met het tweetalig gymnasium en
atheneum voor begaafde leerlin
gen. Zij krijgen hierbij de helft van
de lessen in het Engels. „Dat is niet
voor iedereen weggelegd. Er zijn
strenge eisen aan verbonden. De
leerlingen krijgen eerst verschillen
de testen om te oordelen of zij in
aanmerking komen voor het Engel
se methode." Voor het geven van de
lessen moeten ook de docenten op
geleid worden, hiermee is onder
andere de uittredende Zoeteweij tot
de zomervakantie mee belast. „Het
Engels van de leraren moet op het
juiste peil worden gebracht. De
meesten leunen toch op hun oude
schoolkennis. Het niveau is heel
verschillend, net als bij de leerlin
gen. Een leraar klassieke talen hoef
ik bijvoorbeeld niets te vertellen,
die geef ik alleen wat aanwijzin
gen." Vlak voor de zomervakantie
zullen twee leraren examen doen
voor de Engelse methode. „Dat is
geen kattenpis, het zijn Cam-
bridge-examens, toetsen op hoog
niveau." De methode werd vier jaar
geleden geïntroduceerd door rector
A. Petermeijer. „Hij had zijn voel
horens uitgestoken. Eén van mijn
collega's is vervolgens de Engelse
methode gaan coördineren en ver
zamelde een groep mensen om zich
heen."
1 januari 2007 trekt Gommert Zoe
teweij zich officieel terug uit het
onderwijs. Spijt van deze beslis
sing heeft hij niet. „Je moet ge
woon durven op te stappen. Het
gaat nu allemaal nog goed, ik ben
gezond. Je weet nooit hoe lang je
nog kan genieten." Hij pakt hob
by's op die lange tijd zijn blijven
liggen. Zo studeert hij momenteel
orgel bij Paul Heijboer. „Dat is wel
interessant, je wordt opeens met je
eigen beperkingen geconfron
teerd." Daarnaast volgt hij sinds
enkele jaren schilderles en wil hij
een cursus Spaans gaan volgen. De
Tholenaar overweegt bovendien
een deeltijdstudie kunstgeschiede
nis aan de universiteit in Leiden te
gaan volgen. „Ik verdiepte mij in
de orgelbouw en kwam op die ma
nier bij de schilder- en bouwkunst
terecht. De studie is gewoon voor
mijn lol, er moet dus niets. Ik wil
er gewoon meer van weten. Het
kunstzinnige heeft me altijd bezig
gehouden. Met de vrije tijd komt
het allemaal wel goed."
De auto ligt onderaan de Poortvlietsedijk na een eenzijdig ongeval. E. Waasdorp van de politie in gesprek met de bestuurder. Op de dijk de
ambulance.
Bij een eenzijdig auto-ongeval aan de Poortvlietsedijk zijn zaterdag
ochtend om vijf over half elf twee inzittenden uit Scherpenisse licht ge
wond geraakt. Dat was een van de drie eenzijdige ongevallen in het
weekend op de Thoolse wegen.
De 18-jarige bestuurder uit Scher
penisse reed in de richting van
Poortvliet en raakte in de bocht
van de rijbaan. Door een stuurcor-
rectie probeerde hij de auto weer
op de rijbaan te krijgen, maar
schoot over de weg de berm in,
reed tussen de bomen het talud af,
sloeg onderaan de dijk over de
kop. Het voertuig kwam op onge
veer 50 centimeter van een boom
op zijn kop tot stilstand.
Beide inzittenden wisten zelf uit
de auto te kruipen. Dat kon via het
kapotte raam aan de bestuurders
kant. De opening was klein door
dat het dak door de klap was inge
drukt. De bestuurder had een klein
wondje aan de hand, zijn vriendin
klaagde over lichte nekpijn.
Vrachtwagenchauffeur M. van
Haaften uit Scherpenisse verleen
de eerste hulp. Hij belde de politie
en vroeg naar de toestand van de
inzittenden. Het ambulanceperso
neel die toevallig langs kwam ge
reden. stopte en onderzocht de
slachtoffers ter plekke. De vriend
in kreeg het advies zich toch na te
laten zien in het ziekenhuis en
werd op een brancard gelegd en
naar Lievensberg vervoerd. De au
to, een rode Renault Megane was
van 1998 en werd totaal vernield.
Het stel was op weg om te gaan
schaatsen op de ijsbaan in Breda.
Een 38-jarige bestuurster is maan
dagochtend rond half twaalf op de
Oud-Vossemeersedijk in Oud-Vos-
semeer in de sloot beland. De
Thoolse raakte vermoedelijk door
een lege achterband van de weg.
Ze raakt bij het ongeluk niet ge
wond. maar haar auto is totaal ver
nield. In het weekend vonden er
meer eenzijdige ongevallen plaats.
Een 38-jarige Tholenaar reed vrij
dagavond rond elf uur op dezelfde
dijk, vlakbij de Leguitseweg, van
de weg en belandde aan de noord
kant onderaan de dijk. Ook hij
kwam met de schrik vrij, terwijl
zijn auto waarschijnlijk total loss
is. De man bleek bovendien, als
beginnend bestuurder, teveel te
hebben gedronken. Hiervoor kreeg
hij een bekeuring.
Een achttienjarige automobilist
raakte eerder die vrijdagavond
rond tien voor half negen op de
Bram Groenewegeweg in Poort
vliet met zijn voertuig in de slip
en kwam in de sloot terecht. We
derom kwam de automobilist met
de schrik vrij. Zijn auto was ge
heel vernield.
Het afbreken van de Ten Ankerflat
in Tholen ging vlot; de blijvers za
ten in het stof. En de bewoners die
weg moesten, vlug naar de Dalem
hof. De nieuwbouw zou na de
bouwvakvakantie beginnen, maar
wie weet er welk jaar? De bouw van
het nieuwe gemeentehuis in Tholen
gaat sneller. Daar kunnen de ambte
naren zich al gauw permitteren om
zich in dat glazen huis te etaleren.
Maar de mensen in Dalemhof,
waarvan velen na de oorlog mee
werkten aan de wederopbouw van
Nederland en Tholen dat herrees,
die verkeren in onzekerheid. Bewo
ners die soms twee keer voor het
water moesten vluchten (1944 en
1953), die laat men nu maar wach
ten en wachten. En dat is niet zo
mooi.
A. Beeke,
Scherpenisse.
Het huidige subsidiebeleid van de gemeente Tholen rammelt aan alle
kanten. Geld wordt onnodig rond gepompt, het is niet duidelijk wan
neer een vereniging in aanmerking komt voor subsidie en hoe de bij
drage besteed wordt. Dat blijkt uit de evaluatie van het subsidielH'leid
dat onlangs bij de commissie samenleving werd besproken. De conclu
sie kwam niet als een schok bij de commissieleden, zij discussieerden
vooral over de vraag of het opstellen van een nieuwe visie intern of ex
tern verricht moet worden.
Jongeren, mensen met een beperking
en ouderen worden via de subsidies
gemotiveerd om actief deel te nemen
in de samenleving. Het is in het huidi
ge beleid echter niet bekend wat er
wordt verstaan onder 'participatie in
de samenleving'. De onderzoekers
konden ook niet vaststellen in welke
mate deze 'participatie' te herleiden is
tot het verlenen van subsidie. 'Groeit
een vereniging door de subsidie of is
die relatie niet of nauwelijks te leg
gen?' vragen zij zich in de evaluatie
af. Daarnaast is er weinig inzicht in de
manier waarop verenigingen en in
stellingen de subsidie besteden.
Volgens P. van Belzen (ChristenUnie)
is het lastig om de doeltreffendheid
van subsidies te meten. „Dat hangt
van het doel af. Je kan je afvragen of
de bevordering van leefbaarheid te
meten is. Bijvoorbeeld degradatie van
een voetbalclub, daar kan je geen effi
ciëntie op toepassen. Want hoewel de
club minder presteert, nemen de leden
wel actief deel aan de samenleving.
Het rapport brengt wel heel duidelijk
manco's aan het licht, het subsidiebe
leid moet van tijd tot tijd worden bij
gesteld." Hij stelde voor om eenvou
dige voorwaarden te stellen bij
mindere subsidies. „Kleine instellin
gen hebben de mogelijkheid niet om
met een uitgebreid accountantsrap
port te komen. Ik loop misschien op
de zaken vooruit, maar wilde alvast
een suggestie doen."
M.J. Klippel (RFT) haalde een artikel
in het Reformatorisch Dagblad aan
waaruit bleek dat er veel mis is met
het subsidiebeleid van gemeentebe
sturen. „Als ik het voorstel en het on
derzoeksrapport lees, had de gemeen
te Tholen ook zo in dat rijtje kunnen
staan. Ook bij onze gemeente is het
zo dat subsidies niet doelmatig wor
den verstrekt, de doelstellingen van
het subsidiebeleid niet meetbaar zijn
en er geen eenduidige kaders zijn. Al
met al geen complimentje. Ik ben blij
dat uitgesproken is wat velen van ons
vermoed hebben en dat dat nu helder
op papier staat." Daarnaast verzocht
Klippel het college bij de uitvoering
van het huidige subsidiebeleid al re
kening te houden met de conclusies
en aanbevelingen uit het onderzoeks
rapport.
PvdA'er J.P.M. Heshof was van me
ning dat het beleid wel degelijk te nie
ten was. „Ik pleit voor het intern ont
wikkelen van een nieuwe
beleidsvisie, wij weten zelf het beste
wat er in de kern leeft." H.W. van
Eenennaam (SGP) reageerde fel te
gen dit voorstel, omdat de subsidie
verdeling gevoelig ligt. „Als je dat in
tern wil regelen, haal je heel wat over
je heen. Als je ruzie wilt in de tent,
moet je dat vooral doen. Beter is een
extern bureau die als een helikopter
het overzicht heeft." Mevrouw B.A.
Boxstart (ABT) was het met Van Een
ennaam eens. CDA en VVD wilden
vooral zonder ruzie zo snel mogelijk
aan de slag met de visie. Alle partijen
gingen verder akkoord met de evalu
atie, alleen Van Belzen (ChristenU
nie) moest het onderwerp nog bespre
ken met zijn partij. Een belangrijk
verbeterpunt is de verhouding tussen
subsidies en huurprijzen van accom
modaties. Uit het onderzoek blijkt dat
veel gesubsidieerde verenigingen een
accommodatie huren van de gemeen
te. Zij betalen dus huur aan de ge
meente die hen subsidie verstrekt.
'Wellicht wordt onnodig geld rond
gepompt. Dit kan voorkomen worden
door beide geldstromen te integreren',
schrijft het onderzoeksteam in haar
evaluatie. Daarnaast zou de huur hard
gestegen zijn, terwijl er op de subsi
dies vooral bezuinigd is. Vanuit ver
enigingen zijn er signalen geweest dat
dit tot problemen leidt. Uitgangspunt
van het subsidiebeleid is dat accom
modaties tegen een aanvaardbaar ta
rief gehuurd kunnen worden. Er is in
het huidige beleid echter niet om
schreven wat aanvaardbare tarieven
zijn. Het onderzoeksteam stelt daar
om voor om duidelijke kaders op te
stellen voor een effectief en meetbaar
beleid. Wethouder M.A.E. Velthuis
verklaarde al een onafhankelijke or
ganisatie benaderd te hebben voor een
offerte. „We kiezen bewust voor een
extern bureau. Het is lastig om het on
derzoek intern te laten uitvoeren, zij
zijn zo bekend met alles dat we mis
schien in kringetjes blijven draaien.
We hebben een onafhankelijke blik
nodig."
De evaluatie van het subsidiebeleid
wordt vanavond besproken in de ge
meenteraad.
Als het aan de commissie samenleving ligt, hoeft het bestuur van stichting
protestantse zorgvoorziening voor ouderen eiland Tholen en Sint-Philipsland
voortaan bij voorgenomen statutenwijzigingen geen instemming van de ge
meenteraad te krijgen. De heer Kok, directeur van De Schutse, is van mening
dat de structuur van het bestuur van De Schutse - waar ook Vroonhof en Ele-
nahof onder vallen - aan wijziging toe is. Hij wil het bestuur van de drie in
stellingen omvormen tot een raad van toezicht en een directeur bestuurder.
Omdat de gemeente de instellingen subsidieert, moet zij toestemmen met de
wijziging. Alle fracties gingen akkoord met de voorgestelde statutenwijzi
ging, waarbij mevrouw M. Ligtendag-Quist (CDA) wel benadrukte dat het
bestuur in de toekomst het toelatingsbeleid niet zomaar mag aanpassen. „De
algemene toegankelijkheid moet een primaire voorwaarde blijven voor het
verkrijgen van subsidie." Wethouder M.A.E. Velthuis was het daarmee eens
en legde uit dat de toegankeiijkheidsvoorwaarden voor subsidies meegeno
men waren in de herijking van het subsidiebeleid.
Poppelaars van de stoep gereden
werd op het .moment suprème.'
Vervolgens geeft men plankgas
richting het dorp, want er is een stuk
Molenweg niet aangepakt, dus daar
kun je nog gewoon de honden uit de
riemen rijden en de glazen in de
kasten laten schudden. Men vond
het bij de gemeente niet nodig om
dit stukje weg van N.B. een paar
honderd meter mee te nemen in het
plan. De problematiek die wij hier
ondervinden, is precies hetzelfde als
de punten van de bewoners Onder
de Molen. Alleen wij moeten niet zo
zeuren want ,er is immers nog voor
5 jaar budget voor dit stukje weg.'
Dat is het antwoord dat ik kreeg op
deze simpele vraag die ik stelde op
een van de bijeenkomsten. Ik was
dan ook woest, misschien is gewoon
teleurgesteld een betere uitdruk
king, toen daar vrijdagmiddag de
plaatselijke dweilband met alle
schoolkinderen en belangrijke men
sen inclusief kabouter Plop en z'n
vrienden, in een lange stoet, feeste
lijk langs mijn huisje liepen. Werke
lijk aan alles was gedacht en er was
dan ook diep in de buidel getast om
dit heuglijke feit feestelijk te laten
verlopen, met een receptie als af
sluiter. En dit alles en alleen voor
een stukje weg...snapt u het nog?
Deze centjes hadden mijns inziens
wel beter besteed kunnen worden.
Maar goed, ik ben nou eenmaal een
bewoner van de Molenweg, dus niet
zeuren en dromen wat ze komende
5 jaar met dat budget gaan
doen...3x raden!
Patricia Hartman,
Molenweg 3, Oud-Vossemeer.
Stemmen
van lezers
Vrijdag was het groot feest; de re
constructie Onder de Molen/Molen
weg in Oud-Vossemeer was einde
lijk klaar en dat moest met veel
poeha worden gevierd. Ondanks dat
het voor de kinderen van het dorp
absoluut leuk was bedoeld vraag ik
mij - en meerdere buurtbewoners -
af, waar al deze onzin voor nodig
was. In mijn ogen viel er namelijk
helemaal niets te vieren. We hebben
hier weken, zeg maar gerust maan
den in de troep gezeten met alle el
lende en overlast van dien en wat is
het resultaat? De tijd zal het leren,
maar ik geloof niet dat het de wer
kelijke problemen heeft opgelost.
Onder de Molen is te smal gewor
den, waardoor men regelmatig de
stoep op moet met de auto, met als
gevolg dat de trottoirs nu al kapot
gereden zijn (hebben ze vrijdagmid
dag nog snel even hersteld
hoor....voor het zicht!). Dus als fiet
ser op de zo goed bedoelde fiets
stroken ben je er ook niet veiliger
op geworden. En als je de Molen
straat in wil rijden met de auto,
wordt je gelanceerd, of je bent op
z'n minst de uitlaat kwijt! En waar
zijn de zebrapaden? Het stukje Mo
lenweg is ook zo'n drama geworden
met die hobbeltjes; men gaat met de
auto of over de stoep of door de
berm. Nu zou ik dat maar niet meer
doen, want er zijn donderdag nog
even betonnen en houten paaltjes
neergezet want het zou toch erg ver
velend zijn dat de gedeputeerde