„Niet alleen kinderen leren, ook leerkrachten doen dat" Familie Deurloo komt uit hele land naar Rand bij Scherpenisse ZLM GEZINSONGEVALLEN VERZEKERING? mi Kaalgeplukt Gerrit Coldeweijer van Schalm kwart eeuw in onderwijs Donderdag 20 oktober 2005 KENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT „Het kind en zijn welbevinden staat centraal. Als vader en moeder thuis ruzie hebben, kun je de prestaties op school die dag wel vergeten." Directeur Gerrit Coldeweijer (46) van de openbare basisschool de Schalm in Stavenisse is er van overtuigd dat het kind goed in zijn vel moet zitten, wil de leerling ook goed presteren. Aandacht voor de kinderen die minder goed meekomen is belangrijk, maar ook voor kinderen die voorop lopen. Coldeweijer zit 25 in het on derwijs, de laatste vijfjaar op de Schalm. Kwalijke zaak Kindkaart Metamorfose Haar 78-jarige moeder en 83-jarige tante Sien reden op de wagen mee door Scherpenisse en dat vindt Anja Ha- ge-Giljam één van de bijzondere momenten van de fami liedag die ze samen met haar man Arie organiseerde. Za terdag waren ruim vijftig nakomelingen van het echtpaar Adriaan Jacobus Deurloo en Catharina Willemina Jan- sens naar De Rand tussen Poortvliet en Scherpenisse ge komen. Overal vandaan, van Makkum tot Eindhoven. Vijf zussen Türeltjes „Het gaat gewoon heerlijk. We heb ben een fanatieke groep leerkrach ten. Ze willen er voor gaan. We zijn een lerende organisatie. Niet alleen de kinderen leren, ook wij zelf doen dat voortdurend." Volgens Colde weijer is dat van groot belang. Het onderwijzend personeel moet een echt team vormen om de kinderen optimaal onderwijs te kunnen ge ven. „De koning-in-eigen-klas-me- thode is voorbij. De deuren staan veel meer open dan toen ik hier vijf jaar geleden kwam. We leren mee denken met elkaar. Dat is nu inge bouwd: één keer per jaar gaat de een bij de ander in de klas zitten om te kijken hoe het gaat. Dat doe ik ook. Niet dat we boeman spelen, maar om van elkaar te leren. Het is niet langer: dit is mijn klas. We zijn ge zamenlijk verantwoordelijk." De Schalm telt momentcel 76 leer lingen, in vier combinatieklassen. Drie jaar geleden haalde de school de honderdste leerling binnen. Re den voor een klein feestje. Maar daarna zakte het gemiddelde flink. „We hadden toen een groep acht met twintig kinderen. We blijven nu steeds tussen de 70 en de 80 kinde ren schommelen. Wie weet wordt het straks meer met de nieuwe wijk. Maar als je ziet hoeveel woningen er te koop staan, dan weet ik het niet. Alleen al in de Poststraat staan zes huizen te koop." Op de Schalm werken 11 onderwij zers (5,6 formatieplaatsen). Behalve hij is de juf uit groep 7 en 8 voltijds, de anderen werken een dag minder in de weck. Zelf staat Coldeweijer tweeëneenhalve dag per week voor de klas. Maandag is zijn vaste on- dcrwijsdag. Dan staat hij voor groep vijf en zes. De rest van de tijd ver vangt hij leerkrachten als die atv- dagen hebben. Maar staan voor de klas is er niet meer bij. Kinderen le ren veel meer zelfstandig. Het klas sikale is praktisch verleden tijd. „Lesgeven moet je ook wel blijven doen. Anders verlies je je vaardig heden en het contact met de lecrlin- Coldeweijer als hippie met staart. gen. En het is ook belangrijk voor de kinderen want ik ben de enige man die voor de klas staat. Gelukkig hebben we sinds lang weer eens een mannelijk stagiaire, Ralf Smits uit Stavenisse. Het is voor kinderen ook nodig dat er bijvoorbeeld eens met de vuist op tafel wordt gesla gen. Dat was op mijn vorige school in Bergen op Zoom voor moeilijk lerende kinderen vaker nodig. Maar hier in Stavenisse zijn het zulke lie ve kinderen. Daar moest ik wel aan wennen." Coldewijer was twintig jaar onder wijzer op een school met moeilijk lerende kinderen (m.l.k.). Eerst op een meisjesschool (de Agnes- school), later na de fusie met de jon gensschool (Scheldetuin) op een ge mengde school, uitgebreid met kinderen met leer- en opvoedings moeilijkheden (l.o.m.), in de Driemaster. „Dat bracht andere kinderen met zich mee. Eerst waren we vooral ge richt op kinderen die leertechnisch ondersteund moesten worden, later kwamen daar ook kinderen met ge dragsproblemen bij. Dat was zeker een verzwaring. In het begin waren wc vooral bezig om er voor te zor gen dat de kinderen lekker in hun vel zaten. Dan komt het leren van zelf. De laatste jaren was het zaak om meer structuur aan te brengen. Anticiperen op wat er kon gebeuren in de groep omdat er nogal wat kruidvaten onder de kinderen zaten. We liepen daar bijvoorbeeld in de pauze met twee leerkrachten op het plein. Toen ik hier een week was en mijn vrouw vroeg hoe het was, zei ik: er is helemaal niet gevochten." Coldeweijer had op de Driemaster ook wel taken buiten het lesgeven gekregen, maar was na twintig jaar speciaal bijzonder onderwijs aan iets anders toe, zegt hij. „Ik wilde wat meer. Toen er hier een vacature was, heb ik gesolliciteerd en ben ik aangenomen. Ik kom nog steeds fluitend naar Stavenisse. Dat duurt een half uur want ik woon in Bergen op Zoom. Ik ben blij dat ik de stap heb genomen. Er was hier ook wat te doen." Een van de zaken waar Coldeweijer zich voor heeft ingespannen, is het onderwijskansenbeleid. Een provin ciaal beleid, kansen aan zee, waar zo'n twintig scholen bij zijn betrok ken om kinderen vooral op taalkun dig gebied te stimuleren. De Schalm en de Eevliet in Poortvliet zijn zo geheten volgscholen, Die Heene- trecht in Oud-Vossemeer is een vol ledig deelnemer aan het project. „Het is vooral voor de kleintjes. Ze krijgen een veel grotere woorden schat. We krijgen er ook positieve reacties op van de ouders. We krij gen er extra middelen voor, maar volgend jaar is dat weer over en zal de buikriem moeten worden aange haald. Maar het moet dan wel inge bed zijn in de lesmethode. Ik ben blij dat we er aan mee gedaan heb ben. Ook al geeft het veel admini stratieve rompslomp. Alle gegevens moeten we aan de gemeente geven, dan gaat het weer naar een stuur groep en dan naar het rijk. Daarna moet het allemaal weer teruggekop peld worden. Het is een hele boek houding." Door mee te doen aan het project kan de Schalm twee dagen per week een extra leerkracht bekostigen. „Dat zal straks wel even slikken zijn. Het team loopt terug. Meer nog op Die Heenetrecht die de volle bij drage heeft gekregen. We hebben de aanpak nu in het schoolleerplan Het najaar is weer aangebroken en dat is duidelijk te merken. Mist in de ochtend, gras dat tot de middag nat van de dauw blijft, dagen die allengs korter worden, slijk op de wegen van landbouwwerktuigen die de bieten- en aardappeloogst van het land halen en de troepen met huisvrouwen, vutters en Polen die, gekleed in regenpakken, tussen de druipende bomen door ap pels en peren - en wat extra inkomsten proberen binnen te halen. Vanuit mijn kantoor kijk ik uit over een boomgaard en ik moet u zeggen dat ik altijd geniet van de gezelligheid die de handmatige fruitoogst kenmerkt. Dergelijke taferelen moeten zich in vroeger jaren dagelijks hebben afge speeld op de akkers, vermoed ik. In de tijd dat elke zichzelf respecterende herenboer nog minimaal vijf boerenknechten in dienst had voor het zware handwerk op het land. Het verschil zit hem wellicht in de manier waarop men heden ten dage naar het werk gaat, en de inhoud van de tas of koelbox die men thans bij heeft. De oude fiets van de boerenknecht is nu veelal een middenklasser met stuurbekrachtiging, ABS, airco en centrale portierver grendeling. En in de broodtrommel zul je anno 2005 geen zult, gebakken spek of droge worst meer aantreffen. De seizoenwerkers vullen tegenwoor dig hun magen veelal met volkorenbrood, rauwkostsalade en müslirepen. De flap met melk of lauwe thee is nu een flesje sportdrank of blikje Red Buil. Alleen de thermosfles met koffie tijdens de schafttijd op het eind van de rij - met een veilingkist als stoel - is in stand gebleven. Door het openstaande raam hoor ik fragmenten uit gesprekjes die de fruit plukkers onderling voeren en het valt me op dat die niet vaak gaan over de teelt, oogst of kwaliteit van de producten die zij van de bomen moeten ha len. Ook dit staat in schril contrast tot de beleving van het landwerk bij vo rige generaties. Voor de meesten is het plukken van appels en peren echt al leen maar een middel om een centje bij te verdienen. De opvoeding van de kinderen, de laatste dorpsroddels, kleding, lichamelijke verzorging, vakan ties en hobby's; er komt van alles ter sprake, behalve de gewassen waaraan de teler toch met zoveel toewijding heeft gewerkt. Toch geniet ik elk jaar weer van het gezellige gekakel dat tussen de fruitbo men vandaan komt. En natuurlijk van die mengelmoes aan goedgeklede, ge blondeerde en op-en-top opgemaakte moedertjes met van die onooglijke rubberen kaplaarzen, temidden van ongeschoren mannen met blauwe werk broeken en slobbertruien. Dikke dames op leeftijd met knalgele regenpak ken of, nog erger, in een legging. De geur van rottend fruit onder de bomen vermengd met de walm van uit laatgassen van de tractoren en de zware shag en filtersigaretten die de pluk kers wegpaffen, behoort echter weer zo tot het verleden. In slechts enkele weken tijd wordt de boomgaard letterlijk kaalgeplukt. Wat rest is een serene rust en een deken van gevallen bladeren. Het is de opmaat voor de winter, waarvan ik altijd maar hoop dat die snel voorbij is. Iedereen zoekt beschut ting in huis en de sociale contacten op straat beperken zich tot een mini mum. Ik kijk wat weemoedig door het raam van mijn kantoor en zie hoe de fruit plukkers alweer aan de laatste rijen bezig zijn. Binnen afzienbare tijd zal de fruitteler weer met het snoeien van de bomen gaan beginnen. Maar het mo notone geluid van zijn pneumatische snoeischaar biedt mij veel minder in spiratie bij mijn werk dan de horde dames en heren die hem jaarlijks helpt bij het binnenhalen van de oogst. Directeur Gerrit Coldeweijer met de kinderen en leerkrachten op het schoolplein van de Schalm. kunnen borgen zodat we het zelf door kunnen zetten. De Schalm is een van de pareltjes in het project dat door de RPCZ wordt begeleid. Pas zijn hier filmopnamen gemaakt voor de eindpresentatie van kansen aan zee. Het liep heel gesmeerd. Oudere kinderen lezen kleine kinde ren voor. En juffrouw Saskia den Otter en ik gaan eind dit jaar naar Gent om het op een congres te pre senteren. Dat streelt het ego. Het is leuk dat we het hebben opgepakt en in driejaar hebben weten te stimule ren." Wat wel een probleem vormde, was dat de bibliobus wegviel. De bus stopte voor de schooi. „Dat was na tuurlijk hartstikke makkelijk. Ge lukkig heeft de bibliotheek nog wat voor ons kunnen regelen. We krij gen uit de vestiging in Sint-Anna- land steeds zo'n 100 boeken als wisselcollectie. Dat is fijn want an ders raken de kinderen snel uitgele zen." Coldeweijer heeft er ook wel begrip voor dat er bezuinigd moet worden. Hij moet zelf vanaf de Bergse Plaat tien minuten rijden om de biblio theek te kunnen bezoeken. „Maar het is zonde dat juist hier in Stave nisse de bus uit moest vallen. Voor het dorp is het natuurlijk een kwalij ke zaak." Coldeweijer heeft een zwak voor zwakkere leerlingen. Dat komt door zijn vorige baan. Niet voor niets dat hij coördinator van het samenwer kingsverband van dertien basisscho len en de school voor speciaal onderwijs de Veste in Tholen is ge worden. „We werken daarin aan ge meenschappelijke doelen voor kin deren met leerachterstanden. Elke school heeft een interne begeleider die de zorg voor die kinderen in hun school vorm geven. Het is een fana tieke club geworden. Het mooie er van is dat de muurtjes tussen de ver- De meester als stoere, ruige man. schillende scholen op dit punt worden afgebroken. We leren van elkaar, ze brengen wat in en ze ha len er wat uit. Het loopt als een trein. Toen ik hier kwam was er veel meer een hokjesgeest. Het is hart verwarmend om te zien dat op het niveau van de leerkrachten het goed begint te komen." Voor Coldeweijer beslaat het één dag in de week. Voor Coldeweijer is het ook van belang dat de Veste voor Tholen in stand wordt gehou den. „Zeker als kinderen van Tho len naar het speciaal onderwijs in Bergen op Zoom gaan. Dan moeten wij geld van het samenwerkingsver band overdragen aan Bergen. Het is ook van belang dat we werken aan de beeldvorming van de Veste. Ou ders zouden eerst eens op de Veste moeten kijken voordat ze besluiten hun kind naar Bergen te sturen. Ze zijn heel goed bezig. Er is veel warmte voor de kinderen. Dat is het voornaamste. Het is van groot be lang dat we de kinderen hier op school kunnen laten gaan. Ik strijd enorm voor de Veste." Coldeweijers is begaan met kinde ren die moeilijk leren. Maar wat voor hen geldt, geldt voor alle kin deren, zegt hij. „Het kind en zijn welbevinden staat centraal. Als een kind ergens mee zit, kunnen ze niet goed leren. Als vader en moeder thuis ruzie hebben gehad dan kun je het voor die dag wel vergeten." Deze kinderen hebben warmte no dig. Een aai over de bol. Even vast gepakt worden. „Dat hebben zulke kinderen soms hard nodig. Maar dat ligt nu heel moeilijk. Moet je na gaan, we zaten eerst op een meisjes school. Nu zou dat gauw uitgelegd worden als ongewenste intimiteit. Ik weet nog heel goed dat er op de laatste dag van de school een kind bij het instappen van de bus zei dat ze niet naar huis wilde. Dat ze geen vakantie wilde. Dan heb ik het zwaar." Maar ook wordt aan hoogbegaafde kinderen tegenwoordig meer aan dacht geschonken. Ze hebben extra uitdagingen nodig. „Dat kan nu om dat er veel meer zelfstandig wordt gewerkt. Er zijn veel meer leerlijnen in de school. Ook naar de bovenkant toe. En als je de methodes niet op Tholen kan krijgen, dan kun je altijd op een van de andere scholen in Zeeland terecht." Een lastig punt is om te bepalen wanneer er een kind verwezen moet worden naar een school voor speci aal onderwijs. „Over het algemeen wil je het kind zo lang mogelijk op de eigen school in de vertrouwde omgeving laten, maar de school mag ook geen verkapte school voor speciaal onderwijs worden. Het ver schil tussen een kind dat moeilijk leert en de kinderen die er geen moeite mee hebben in een groep, wordt steeds groter. De laatsten le ren ook sneller. De vraag of je over weegt om een kind naar een andere school te laten gaan, neem je ook met de ouders door. Behalve een bijzonder oog voor de moeilijk lerende kinderen, heeft Coldeweijer ook een zwak voor sport. Bij de voetbalvereniging Nieuw Borgvliet was hij 25 lang jeugdleider. Hij volgt nog steeds omdat zijn beide nen. Maarten en Mark, er sp Maar voetbal en met name schoolvoetbai heeft zijn warme belangstelling, zegt hij. „Vorig jaar wonnen we bijna. Maar nu hadden we in groep maar 2 jon gens die voetbal spelen." Coldeweijer zit ook in een werk groep die bezig is om een zogehe ten kindkaart samen te stellen. Het gaat om een kaart waarin gegevens van kinderen van 0 tot 19 jaar worden bijgehouden zodat alle in stanties in een oogopslag kunnen zien wal er met een bepaald kind is gebeurd. „Het is zeker van be lang voor het opsporen van kinde ren die plotseling verhuizen en dat niet gemeld wordt. Vooral voor kinderen die zwaar in de zorg zit ten, is het van belang." Dat het onderwijs steeds veran dert, maakt ook Coldeweijer mee. Is het tot nu toe heel gebruikelijk dat leerlingen aan projecten wer ken, die methode staat nu weer ter discussie. „Het zou funest zijn voor duurza me veranderingen. Het zou te veel hap-snap zijn. Maar als ik kijk naar kansen aan zee, dan is dat be paald niet contraproductief. Maar de schoolorganisatie moet er wel achter staan. Collegialiteit moet voorop staan om veranderingen door te kunnen voeren. Het uit gangspunt moet zijn: we doen het goed, maar het kan allemaal nog een stukje beter. Je bent constant bezig met het verruimen van het blikveld." Het reizen van Bergen naar Stave nisse en terug kost Coldeweijer el ke werkdag een uur. Het kost hem ook aardig wat geld. De reiskosten worden maar voor een klein deel vergoed. Maar ik kom hier niet wonen. Dat zullen ze thuis niet pikken. Zeker de kinderen niet. En mijn hart ligt ook op Borgvliet." Coldeweijer is als forens zeer te spreken over de wegbeheerders. „Als het maar even vriest, wordt er gestrooid. Aangereden wild wordt begraven. Ik wil er echt mijn complimenten voor geven." Een hekel heeft de jubilaris aan 'moeilijke mensen'. Regelneven of lieden die hun verantwoorde lijkheid afschuiven. „Daar loopje wel eens tegen aan. Terwijl we iemand hem tegerTTfe - xchenen „Dan ben ik een „Jn Friesland 'oW&Ctowam op 6- ^Mbant. Hij der, maar afkomst aren zeventig al op f IIUIl'll loén hij jarenlang de sportinstuif in Meulvliel organi seerde (samen met ambtenaar Piet van der Vlies) en er zijn toekom stige vrouw Petra Quist uit Sint- Annaland ontmoette. Coldeweijer, een Friese Brabander op een Zeeuwse school, die het heel erg naar de zin heeft op de Schalm. „Het gaat gewoon heerlijk. We hebben een fanatieke groep. Wc willen er allemaal voor gaan." Vrijdagochtend rond kwart over acht werd Coldeweijer met zijn vrouw en drie kinderen op de Poststraat ter hoogte van boerderij van M. de Wilde staande gehou den door leden van de ouderraad. Op een spandoek stond: Meester Gerrit is al 25 jaar zijn gewicht in goud waard. Om dat te bepalen, werd hij eerst gewogen op een bascule en vervolgens met een heftruck op de laadbak van de pick-up gehesen waar hij in een stoel kon plaatsnemen. Voorzien van een gouden kroon. De jubilaris met directeurs coupe. toch allemaal een dienende taak hebben. Je probeert het zo goed mogelijk te doen voor dit school tje en voorde maatschappij." Kwaad wordt hij niet snel. Totdat Na een rondrit met veel kabaal door het dorp werd de meester in de Schoolstraat opgewacht door de kinderen die met vlaggetjes stonden te zwaaien en hem toe zongen. Binnen werd speciaal voor deze dag een 'crca-doe' och tend gehouden. Kinderen konden knippen en plakken en Coldewijer mocht op een podium zitten. Juf frouw Saskia onthulde wat hem verder te wachten stond. Zij ver telde dat de meester elke keer wanneer hij naar de kapper gaat verzucht wat hij nou eens met zijn haar moet doen. „Het is elke keer weer hetzelfde. Daar gaan we wat aan doen." De ouderraad had zijn vaste kapster Tina Fortuin uitge nodigd om hem in korte tijd vier verschillende kapsels aan te me ten. „Een echte metamorfose." In tien minuten was het eerste kapsel klaar, een strenge meester met een zogeheten directeurslook. Wat de kinderen ervan vonden? Boege roep was zijn deel. Het tweede kapsel was geïnspireerd op de ja ren zestig en op de haardracht van computermeester Mart Hartman die een staartje heeft. Daar was Coldeweijer volgens de juf altijd een beetje jaloers op. Daarover waren de leerlingen wat positie ver, maar de zonnebril maakte het toch ook weer wat afstandelijk. De derde creatie moest Coldewijers vrouwelijke kant naar voren halen. Hij werd in de krulspelden gezet, maar daarvoor moest wel eerst zijn haar worden gewassen. Zijn lippen werden gestift. Hij kreeg een slinger om de hals en een rie ten rokje voor. „Als ze nu maar niet met me door het dorp gaan rij den," zei hij. Het laatste kapsel was een 'stoere, ruige' coupe. Met kleurtjes en gel. 's Middags was er voor de kinde ren een voorstelling van Robhetty uit Steenbergen, een officieel ge deelte met toespraken, een recep tie en 's avonds een bijeenkomst met het team. leden van de ouder raad en medezeggenschapsraad. Het idee van een familiereünie ont stond na enkele recente begrafenis sen in de familie. „Daar zag ik ver schillende neven en nichten. En dan zeiden we: dat we elkaar nu alleen op dergelijke gelegenheden moeten treffen. Ik bedacht dat een familie dag, zoals die ook 25 jaar geleden in het Holland Huis is gehouden, leuk zou zijn", vertelt Anja Hage. Haar moeder is de jongste dochter van het echtpaar Deurloo-Jansens, dat in 1908 trouwde en dertien kinderen kreeg. Eén zoontje werd slechts vijf maanden oud, terwijl zoon Laban Deurloo op 21-jarige leeftijd als ma troos sneuvelde bij de slag in de Ja- vazee tijdens de Tweede Wereldoor log. Van de resterende negen kinderen bleven er drie op Tholen wonen: Adriaan, Marinus en Trui. De anderen waaierden uit over het land. De dochters bijvoorbeeld gin gen als inwonende dienstbode wer ken bij welgestelde families in de stad (Rotterdam, Utrecht, Wassenaar en Breda), waar ze hun latere part ners leerden kennen, legt Anja's va der David Giljam uit. „Dat wilde ik eigenlijk ook, maar ik mocht niet van mijn moeder. Ze wilde één dochter thuis houden", vertelt zijn vrouw Trui. Giljam verwelkomde de familiele den in de tot feestzaal omgebouwde schuur aan De Rand. Hij vertelde kort iets over de familie Deurloo. En over wederwaardigheden uit het ver leden, als neefjes en nichtjes kwa men logeren. Toen zijn schoonou ders een jaar na De Ramp bij hun dochter Martha in Rotterdam gingen inwonen, werd de woning van Gil jam min of meer het Thoolse thuis voor de familieleden uit het land. Die kwamen met de brommer, of zelfs op de fiets, in de jaren dat de auto nog allerminst gemeengoed was. Er zijn nog vijf zussen Deurloo in leven - de oudste is 94 jaar, drie met partner én nog een schoonzus. De meesten is de reis naar Scherpenisse teveel. En dus zijn alleen de ouders van Anja er - zij wonen in het dorp - alsmede 'tante Sien' Deurloo-Quaak die in Ten Anker in Tholen woont. „Dit was de dag van mijn leven, zei tante Sien toen de taxi haar aan het einde van de middag kwam halen", vertelt Anja Hage. De neven en nichten, met hun kinderen en som mige ook al met kleinkinderen, had den volop de gelegenheid om - her nieuwd - kennis te maken en herinneringen op te halen. „Er wa ren er die elkaar in meer dan twintig jaar niet gezien hadden. En het klik te allemaal prima. Ook tussen de jeugd, die elkaar soms helemaal niet kende." 's Middags maakte het merendeel van de familieleden een rit door Scherpenisse. De kinderen in de door paarden getrokken huifkar van Jo v.d. Werf, de volwassenen op een Unimog terreinwagen met een wa gen erachter. Daar waren pakken stro ingelegd om op te zitten. De route ging onder meer door de Langeweg waar de grootouders Deurloo hebben gewoond, en natuurlijk via de Laban Deurloostraat. „Dat maakte indruk. Toen was het even stil op de wagen en had ieder zijn eigen gedachten. Want we kennen natuurlijk allemaal van onze ouders het verhaal van oom Laban, die de meesten van ons niet gekend hebben", zegt Anja. Haar neef Adrie Deurloo - hij werkt op de milieustraat en gaat binnenkort in de vut - heeft het naar zijn zin op de reünie. „Ik ben eigenlijk helemaal niet zo'n familiemens. Maar het is leuk dat Anja dit heeft georgani seerd. Gezellig ook." Anja heeft de bijeenkomst 'turcluurtjesdag' ge doopt. naar de bijnaam 'türeltjes' die de Deurloo's hadden. Cor Smit uit Makkum heeft zijn veldbed meege bracht. „Dat zet ik hier vanavond neer, want ik ga pas morgen terug naar Friesland. Ik heb goede herinne ringen aan vakanties hier op de boer derij. Mijn vader heeft er ook gehol pen een schuur te metselen." Anja Hage geniet van de dag, die een succes is geworden, mede dank zij het prima weer. „Rond zes uur was iedereen weer vertrokken. Ze riepen allemaal dat we het weer een keer moeten doen. De een wil het volgend jaar, de andere over twee jaar of over vijfjaar." De wagen met de familieleden Deurloo rijdt aan de Rand weg voor een tochtje door Scherpenisse. Assurantiekantoor Van Dtjke Burgemeet 25 - Poortvliet - Tel: (0166) 612 509 lB*araatl»kaa«e*r Jan P.M. Overheckc Ten Ankerweg 72 - Tholen Tel: (0166) 602 888 Advertentie LM.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2005 | | pagina 3