„Niet alleen kinderen leren,
ook leerkrachten doen dat"
Familie Deurloo komt uit hele
land naar Rand bij Scherpenisse
ZLM GEZINSONGEVALLEN
VERZEKERING?
mi
Kaalgeplukt
Gerrit Coldeweijer van Schalm kwart eeuw in onderwijs
Donderdag 20 oktober 2005
KENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
„Het kind en zijn welbevinden staat centraal. Als vader en
moeder thuis ruzie hebben, kun je de prestaties op school
die dag wel vergeten." Directeur Gerrit Coldeweijer (46)
van de openbare basisschool de Schalm in Stavenisse is er
van overtuigd dat het kind goed in zijn vel moet zitten, wil
de leerling ook goed presteren. Aandacht voor de kinderen
die minder goed meekomen is belangrijk, maar ook voor
kinderen die voorop lopen. Coldeweijer zit 25 in het on
derwijs, de laatste vijfjaar op de Schalm.
Kwalijke zaak
Kindkaart
Metamorfose
Haar 78-jarige moeder en 83-jarige tante Sien reden op
de wagen mee door Scherpenisse en dat vindt Anja Ha-
ge-Giljam één van de bijzondere momenten van de fami
liedag die ze samen met haar man Arie organiseerde. Za
terdag waren ruim vijftig nakomelingen van het echtpaar
Adriaan Jacobus Deurloo en Catharina Willemina Jan-
sens naar De Rand tussen Poortvliet en Scherpenisse ge
komen. Overal vandaan, van Makkum tot Eindhoven.
Vijf zussen
Türeltjes
„Het gaat gewoon heerlijk. We heb
ben een fanatieke groep leerkrach
ten. Ze willen er voor gaan. We zijn
een lerende organisatie. Niet alleen
de kinderen leren, ook wij zelf doen
dat voortdurend." Volgens Colde
weijer is dat van groot belang. Het
onderwijzend personeel moet een
echt team vormen om de kinderen
optimaal onderwijs te kunnen ge
ven. „De koning-in-eigen-klas-me-
thode is voorbij. De deuren staan
veel meer open dan toen ik hier vijf
jaar geleden kwam. We leren mee
denken met elkaar. Dat is nu inge
bouwd: één keer per jaar gaat de een
bij de ander in de klas zitten om te
kijken hoe het gaat. Dat doe ik ook.
Niet dat we boeman spelen, maar
om van elkaar te leren. Het is niet
langer: dit is mijn klas. We zijn ge
zamenlijk verantwoordelijk."
De Schalm telt momentcel 76 leer
lingen, in vier combinatieklassen.
Drie jaar geleden haalde de school
de honderdste leerling binnen. Re
den voor een klein feestje. Maar
daarna zakte het gemiddelde flink.
„We hadden toen een groep acht
met twintig kinderen. We blijven nu
steeds tussen de 70 en de 80 kinde
ren schommelen. Wie weet wordt
het straks meer met de nieuwe wijk.
Maar als je ziet hoeveel woningen
er te koop staan, dan weet ik het
niet. Alleen al in de Poststraat staan
zes huizen te koop."
Op de Schalm werken 11 onderwij
zers (5,6 formatieplaatsen). Behalve
hij is de juf uit groep 7 en 8 voltijds,
de anderen werken een dag minder
in de weck. Zelf staat Coldeweijer
tweeëneenhalve dag per week voor
de klas. Maandag is zijn vaste on-
dcrwijsdag. Dan staat hij voor groep
vijf en zes. De rest van de tijd ver
vangt hij leerkrachten als die atv-
dagen hebben. Maar staan voor de
klas is er niet meer bij. Kinderen le
ren veel meer zelfstandig. Het klas
sikale is praktisch verleden tijd.
„Lesgeven moet je ook wel blijven
doen. Anders verlies je je vaardig
heden en het contact met de lecrlin-
Coldeweijer als hippie met
staart.
gen. En het is ook belangrijk voor
de kinderen want ik ben de enige
man die voor de klas staat. Gelukkig
hebben we sinds lang weer eens een
mannelijk stagiaire, Ralf Smits uit
Stavenisse. Het is voor kinderen
ook nodig dat er bijvoorbeeld eens
met de vuist op tafel wordt gesla
gen. Dat was op mijn vorige school
in Bergen op Zoom voor moeilijk
lerende kinderen vaker nodig. Maar
hier in Stavenisse zijn het zulke lie
ve kinderen. Daar moest ik wel aan
wennen."
Coldewijer was twintig jaar onder
wijzer op een school met moeilijk
lerende kinderen (m.l.k.). Eerst op
een meisjesschool (de Agnes-
school), later na de fusie met de jon
gensschool (Scheldetuin) op een ge
mengde school, uitgebreid met
kinderen met leer- en opvoedings
moeilijkheden (l.o.m.), in de
Driemaster.
„Dat bracht andere kinderen met
zich mee. Eerst waren we vooral ge
richt op kinderen die leertechnisch
ondersteund moesten worden, later
kwamen daar ook kinderen met ge
dragsproblemen bij. Dat was zeker
een verzwaring. In het begin waren
wc vooral bezig om er voor te zor
gen dat de kinderen lekker in hun
vel zaten. Dan komt het leren van
zelf. De laatste jaren was het zaak
om meer structuur aan te brengen.
Anticiperen op wat er kon gebeuren
in de groep omdat er nogal wat
kruidvaten onder de kinderen zaten.
We liepen daar bijvoorbeeld in de
pauze met twee leerkrachten op het
plein. Toen ik hier een week was en
mijn vrouw vroeg hoe het was, zei
ik: er is helemaal niet gevochten."
Coldeweijer had op de Driemaster
ook wel taken buiten het lesgeven
gekregen, maar was na twintig jaar
speciaal bijzonder onderwijs aan
iets anders toe, zegt hij. „Ik wilde
wat meer. Toen er hier een vacature
was, heb ik gesolliciteerd en ben ik
aangenomen. Ik kom nog steeds
fluitend naar Stavenisse. Dat duurt
een half uur want ik woon in Bergen
op Zoom. Ik ben blij dat ik de stap
heb genomen. Er was hier ook wat
te doen."
Een van de zaken waar Coldeweijer
zich voor heeft ingespannen, is het
onderwijskansenbeleid. Een provin
ciaal beleid, kansen aan zee, waar
zo'n twintig scholen bij zijn betrok
ken om kinderen vooral op taalkun
dig gebied te stimuleren. De Schalm
en de Eevliet in Poortvliet zijn zo
geheten volgscholen, Die Heene-
trecht in Oud-Vossemeer is een vol
ledig deelnemer aan het project.
„Het is vooral voor de kleintjes. Ze
krijgen een veel grotere woorden
schat. We krijgen er ook positieve
reacties op van de ouders. We krij
gen er extra middelen voor, maar
volgend jaar is dat weer over en zal
de buikriem moeten worden aange
haald. Maar het moet dan wel inge
bed zijn in de lesmethode. Ik ben
blij dat we er aan mee gedaan heb
ben. Ook al geeft het veel admini
stratieve rompslomp. Alle gegevens
moeten we aan de gemeente geven,
dan gaat het weer naar een stuur
groep en dan naar het rijk. Daarna
moet het allemaal weer teruggekop
peld worden. Het is een hele boek
houding."
Door mee te doen aan het project
kan de Schalm twee dagen per week
een extra leerkracht bekostigen.
„Dat zal straks wel even slikken
zijn. Het team loopt terug. Meer nog
op Die Heenetrecht die de volle bij
drage heeft gekregen. We hebben de
aanpak nu in het schoolleerplan
Het najaar is weer aangebroken en dat is duidelijk te merken. Mist in de
ochtend, gras dat tot de middag nat van de dauw blijft, dagen die allengs
korter worden, slijk op de wegen van landbouwwerktuigen die de bieten- en
aardappeloogst van het land halen en de troepen met huisvrouwen, vutters
en Polen die, gekleed in regenpakken, tussen de druipende bomen door ap
pels en peren - en wat extra inkomsten proberen binnen te halen.
Vanuit mijn kantoor kijk ik uit over een boomgaard en ik moet u zeggen dat
ik altijd geniet van de gezelligheid die de handmatige fruitoogst kenmerkt.
Dergelijke taferelen moeten zich in vroeger jaren dagelijks hebben afge
speeld op de akkers, vermoed ik. In de tijd dat elke zichzelf respecterende
herenboer nog minimaal vijf boerenknechten in dienst had voor het zware
handwerk op het land. Het verschil zit hem wellicht in de manier waarop
men heden ten dage naar het werk gaat, en de inhoud van de tas of koelbox
die men thans bij heeft. De oude fiets van de boerenknecht is nu veelal een
middenklasser met stuurbekrachtiging, ABS, airco en centrale portierver
grendeling. En in de broodtrommel zul je anno 2005 geen zult, gebakken
spek of droge worst meer aantreffen. De seizoenwerkers vullen tegenwoor
dig hun magen veelal met volkorenbrood, rauwkostsalade en müslirepen.
De flap met melk of lauwe thee is nu een flesje sportdrank of blikje Red Buil.
Alleen de thermosfles met koffie tijdens de schafttijd op het eind van de rij -
met een veilingkist als stoel - is in stand gebleven.
Door het openstaande raam hoor ik fragmenten uit gesprekjes die de fruit
plukkers onderling voeren en het valt me op dat die niet vaak gaan over de
teelt, oogst of kwaliteit van de producten die zij van de bomen moeten ha
len. Ook dit staat in schril contrast tot de beleving van het landwerk bij vo
rige generaties. Voor de meesten is het plukken van appels en peren echt al
leen maar een middel om een centje bij te verdienen. De opvoeding van de
kinderen, de laatste dorpsroddels, kleding, lichamelijke verzorging, vakan
ties en hobby's; er komt van alles ter sprake, behalve de gewassen waaraan
de teler toch met zoveel toewijding heeft gewerkt.
Toch geniet ik elk jaar weer van het gezellige gekakel dat tussen de fruitbo
men vandaan komt. En natuurlijk van die mengelmoes aan goedgeklede, ge
blondeerde en op-en-top opgemaakte moedertjes met van die onooglijke
rubberen kaplaarzen, temidden van ongeschoren mannen met blauwe werk
broeken en slobbertruien. Dikke dames op leeftijd met knalgele regenpak
ken of, nog erger, in een legging.
De geur van rottend fruit onder de bomen vermengd met de walm van uit
laatgassen van de tractoren en de zware shag en filtersigaretten die de pluk
kers wegpaffen, behoort echter weer zo tot het verleden. In slechts enkele
weken tijd wordt de boomgaard letterlijk kaalgeplukt. Wat rest is een serene
rust en een deken van gevallen bladeren. Het is de opmaat voor de winter,
waarvan ik altijd maar hoop dat die snel voorbij is. Iedereen zoekt beschut
ting in huis en de sociale contacten op straat beperken zich tot een mini
mum.
Ik kijk wat weemoedig door het raam van mijn kantoor en zie hoe de fruit
plukkers alweer aan de laatste rijen bezig zijn. Binnen afzienbare tijd zal de
fruitteler weer met het snoeien van de bomen gaan beginnen. Maar het mo
notone geluid van zijn pneumatische snoeischaar biedt mij veel minder in
spiratie bij mijn werk dan de horde dames en heren die hem jaarlijks helpt
bij het binnenhalen van de oogst.
Directeur Gerrit Coldeweijer met de kinderen en leerkrachten op het schoolplein van de Schalm.
kunnen borgen zodat we het zelf
door kunnen zetten. De Schalm is
een van de pareltjes in het project
dat door de RPCZ wordt begeleid.
Pas zijn hier filmopnamen gemaakt
voor de eindpresentatie van kansen
aan zee. Het liep heel gesmeerd.
Oudere kinderen lezen kleine kinde
ren voor. En juffrouw Saskia den
Otter en ik gaan eind dit jaar naar
Gent om het op een congres te pre
senteren. Dat streelt het ego. Het is
leuk dat we het hebben opgepakt en
in driejaar hebben weten te stimule
ren."
Wat wel een probleem vormde, was
dat de bibliobus wegviel. De bus
stopte voor de schooi. „Dat was na
tuurlijk hartstikke makkelijk. Ge
lukkig heeft de bibliotheek nog wat
voor ons kunnen regelen. We krij
gen uit de vestiging in Sint-Anna-
land steeds zo'n 100 boeken als
wisselcollectie. Dat is fijn want an
ders raken de kinderen snel uitgele
zen."
Coldeweijer heeft er ook wel begrip
voor dat er bezuinigd moet worden.
Hij moet zelf vanaf de Bergse Plaat
tien minuten rijden om de biblio
theek te kunnen bezoeken. „Maar
het is zonde dat juist hier in Stave
nisse de bus uit moest vallen. Voor
het dorp is het natuurlijk een kwalij
ke zaak."
Coldeweijer heeft een zwak voor
zwakkere leerlingen. Dat komt door
zijn vorige baan. Niet voor niets dat
hij coördinator van het samenwer
kingsverband van dertien basisscho
len en de school voor speciaal
onderwijs de Veste in Tholen is ge
worden. „We werken daarin aan ge
meenschappelijke doelen voor kin
deren met leerachterstanden. Elke
school heeft een interne begeleider
die de zorg voor die kinderen in hun
school vorm geven. Het is een fana
tieke club geworden. Het mooie er
van is dat de muurtjes tussen de ver-
De meester als stoere, ruige
man.
schillende scholen op dit punt
worden afgebroken. We leren van
elkaar, ze brengen wat in en ze ha
len er wat uit. Het loopt als een
trein. Toen ik hier kwam was er veel
meer een hokjesgeest. Het is hart
verwarmend om te zien dat op het
niveau van de leerkrachten het goed
begint te komen."
Voor Coldeweijer beslaat het één
dag in de week. Voor Coldeweijer is
het ook van belang dat de Veste
voor Tholen in stand wordt gehou
den. „Zeker als kinderen van Tho
len naar het speciaal onderwijs in
Bergen op Zoom gaan. Dan moeten
wij geld van het samenwerkingsver
band overdragen aan Bergen. Het is
ook van belang dat we werken aan
de beeldvorming van de Veste. Ou
ders zouden eerst eens op de Veste
moeten kijken voordat ze besluiten
hun kind naar Bergen te sturen. Ze
zijn heel goed bezig. Er is veel
warmte voor de kinderen. Dat is het
voornaamste. Het is van groot be
lang dat we de kinderen hier op
school kunnen laten gaan. Ik strijd
enorm voor de Veste."
Coldeweijers is begaan met kinde
ren die moeilijk leren. Maar wat
voor hen geldt, geldt voor alle kin
deren, zegt hij. „Het kind en zijn
welbevinden staat centraal. Als een
kind ergens mee zit, kunnen ze niet
goed leren. Als vader en moeder
thuis ruzie hebben gehad dan kun je
het voor die dag wel vergeten."
Deze kinderen hebben warmte no
dig. Een aai over de bol. Even vast
gepakt worden. „Dat hebben zulke
kinderen soms hard nodig. Maar dat
ligt nu heel moeilijk. Moet je na
gaan, we zaten eerst op een meisjes
school. Nu zou dat gauw uitgelegd
worden als ongewenste intimiteit. Ik
weet nog heel goed dat er op de
laatste dag van de school een kind
bij het instappen van de bus zei dat
ze niet naar huis wilde. Dat ze geen
vakantie wilde. Dan heb ik het
zwaar."
Maar ook wordt aan hoogbegaafde
kinderen tegenwoordig meer aan
dacht geschonken. Ze hebben extra
uitdagingen nodig. „Dat kan nu om
dat er veel meer zelfstandig wordt
gewerkt. Er zijn veel meer leerlijnen
in de school. Ook naar de bovenkant
toe. En als je de methodes niet op
Tholen kan krijgen, dan kun je altijd
op een van de andere scholen in
Zeeland terecht."
Een lastig punt is om te bepalen
wanneer er een kind verwezen moet
worden naar een school voor speci
aal onderwijs. „Over het algemeen
wil je het kind zo lang mogelijk op
de eigen school in de vertrouwde
omgeving laten, maar de school
mag ook geen verkapte school voor
speciaal onderwijs worden. Het ver
schil tussen een kind dat moeilijk
leert en de kinderen die er geen
moeite mee hebben in een groep,
wordt steeds groter. De laatsten le
ren ook sneller. De vraag of je over
weegt om een kind naar een andere
school te laten gaan, neem je ook
met de ouders door.
Behalve een bijzonder oog voor de
moeilijk lerende kinderen, heeft
Coldeweijer ook een zwak voor
sport. Bij de voetbalvereniging
Nieuw Borgvliet was hij 25
lang jeugdleider. Hij volgt
nog steeds omdat zijn beide
nen. Maarten en Mark, er sp
Maar voetbal en met name
schoolvoetbai heeft zijn warme
belangstelling, zegt hij. „Vorig
jaar wonnen we bijna. Maar nu
hadden we in groep maar 2 jon
gens die voetbal spelen."
Coldeweijer zit ook in een werk
groep die bezig is om een zogehe
ten kindkaart samen te stellen. Het
gaat om een kaart waarin gegevens
van kinderen van 0 tot 19 jaar
worden bijgehouden zodat alle in
stanties in een oogopslag kunnen
zien wal er met een bepaald kind
is gebeurd. „Het is zeker van be
lang voor het opsporen van kinde
ren die plotseling verhuizen en dat
niet gemeld wordt. Vooral voor
kinderen die zwaar in de zorg zit
ten, is het van belang."
Dat het onderwijs steeds veran
dert, maakt ook Coldeweijer mee.
Is het tot nu toe heel gebruikelijk
dat leerlingen aan projecten wer
ken, die methode staat nu weer ter
discussie.
„Het zou funest zijn voor duurza
me veranderingen. Het zou te veel
hap-snap zijn. Maar als ik kijk
naar kansen aan zee, dan is dat be
paald niet contraproductief. Maar
de schoolorganisatie moet er wel
achter staan. Collegialiteit moet
voorop staan om veranderingen
door te kunnen voeren. Het uit
gangspunt moet zijn: we doen het
goed, maar het kan allemaal nog
een stukje beter. Je bent constant
bezig met het verruimen van het
blikveld."
Het reizen van Bergen naar Stave
nisse en terug kost Coldeweijer el
ke werkdag een uur. Het kost hem
ook aardig wat geld. De reiskosten
worden maar voor een klein deel
vergoed. Maar ik kom hier niet
wonen. Dat zullen ze thuis niet
pikken. Zeker de kinderen niet. En
mijn hart ligt ook op Borgvliet."
Coldeweijer is als forens zeer te
spreken over de wegbeheerders.
„Als het maar even vriest, wordt
er gestrooid. Aangereden wild
wordt begraven. Ik wil er echt
mijn complimenten voor geven."
Een hekel heeft de jubilaris aan
'moeilijke mensen'. Regelneven
of lieden die hun verantwoorde
lijkheid afschuiven. „Daar loopje
wel eens tegen aan. Terwijl we
iemand hem tegerTTfe - xchenen
„Dan ben ik een
„Jn Friesland
'oW&Ctowam op 6-
^Mbant. Hij
der, maar
afkomst
aren zeventig
al op f IIUIl'll loén hij jarenlang de
sportinstuif in Meulvliel organi
seerde (samen met ambtenaar Piet
van der Vlies) en er zijn toekom
stige vrouw Petra Quist uit Sint-
Annaland ontmoette. Coldeweijer,
een Friese Brabander op een
Zeeuwse school, die het heel erg
naar de zin heeft op de Schalm.
„Het gaat gewoon heerlijk. We
hebben een fanatieke groep. Wc
willen er allemaal voor gaan."
Vrijdagochtend rond kwart over
acht werd Coldeweijer met zijn
vrouw en drie kinderen op de
Poststraat ter hoogte van boerderij
van M. de Wilde staande gehou
den door leden van de ouderraad.
Op een spandoek stond: Meester
Gerrit is al 25 jaar zijn gewicht in
goud waard. Om dat te bepalen,
werd hij eerst gewogen op een
bascule en vervolgens met een
heftruck op de laadbak van de
pick-up gehesen waar hij in een
stoel kon plaatsnemen. Voorzien
van een gouden kroon.
De jubilaris met directeurs
coupe.
toch allemaal een dienende taak
hebben. Je probeert het zo goed
mogelijk te doen voor dit school
tje en voorde maatschappij."
Kwaad wordt hij niet snel. Totdat
Na een rondrit met veel kabaal
door het dorp werd de meester in
de Schoolstraat opgewacht door
de kinderen die met vlaggetjes
stonden te zwaaien en hem toe
zongen. Binnen werd speciaal
voor deze dag een 'crca-doe' och
tend gehouden. Kinderen konden
knippen en plakken en Coldewijer
mocht op een podium zitten. Juf
frouw Saskia onthulde wat hem
verder te wachten stond. Zij ver
telde dat de meester elke keer
wanneer hij naar de kapper gaat
verzucht wat hij nou eens met zijn
haar moet doen. „Het is elke keer
weer hetzelfde. Daar gaan we wat
aan doen." De ouderraad had zijn
vaste kapster Tina Fortuin uitge
nodigd om hem in korte tijd vier
verschillende kapsels aan te me
ten. „Een echte metamorfose." In
tien minuten was het eerste kapsel
klaar, een strenge meester met een
zogeheten directeurslook. Wat de
kinderen ervan vonden? Boege
roep was zijn deel. Het tweede
kapsel was geïnspireerd op de ja
ren zestig en op de haardracht van
computermeester Mart Hartman
die een staartje heeft. Daar was
Coldeweijer volgens de juf altijd
een beetje jaloers op. Daarover
waren de leerlingen wat positie
ver, maar de zonnebril maakte het
toch ook weer wat afstandelijk. De
derde creatie moest Coldewijers
vrouwelijke kant naar voren halen.
Hij werd in de krulspelden gezet,
maar daarvoor moest wel eerst
zijn haar worden gewassen. Zijn
lippen werden gestift. Hij kreeg
een slinger om de hals en een rie
ten rokje voor. „Als ze nu maar
niet met me door het dorp gaan rij
den," zei hij. Het laatste kapsel
was een 'stoere, ruige' coupe.
Met kleurtjes en gel.
's Middags was er voor de kinde
ren een voorstelling van Robhetty
uit Steenbergen, een officieel ge
deelte met toespraken, een recep
tie en 's avonds een bijeenkomst
met het team. leden van de ouder
raad en medezeggenschapsraad.
Het idee van een familiereünie ont
stond na enkele recente begrafenis
sen in de familie. „Daar zag ik ver
schillende neven en nichten. En dan
zeiden we: dat we elkaar nu alleen
op dergelijke gelegenheden moeten
treffen. Ik bedacht dat een familie
dag, zoals die ook 25 jaar geleden in
het Holland Huis is gehouden, leuk
zou zijn", vertelt Anja Hage. Haar
moeder is de jongste dochter van het
echtpaar Deurloo-Jansens, dat in
1908 trouwde en dertien kinderen
kreeg. Eén zoontje werd slechts vijf
maanden oud, terwijl zoon Laban
Deurloo op 21-jarige leeftijd als ma
troos sneuvelde bij de slag in de Ja-
vazee tijdens de Tweede Wereldoor
log. Van de resterende negen
kinderen bleven er drie op Tholen
wonen: Adriaan, Marinus en Trui.
De anderen waaierden uit over het
land. De dochters bijvoorbeeld gin
gen als inwonende dienstbode wer
ken bij welgestelde families in de
stad (Rotterdam, Utrecht, Wassenaar
en Breda), waar ze hun latere part
ners leerden kennen, legt Anja's va
der David Giljam uit. „Dat wilde ik
eigenlijk ook, maar ik mocht niet
van mijn moeder. Ze wilde één
dochter thuis houden", vertelt zijn
vrouw Trui.
Giljam verwelkomde de familiele
den in de tot feestzaal omgebouwde
schuur aan De Rand. Hij vertelde
kort iets over de familie Deurloo. En
over wederwaardigheden uit het ver
leden, als neefjes en nichtjes kwa
men logeren. Toen zijn schoonou
ders een jaar na De Ramp bij hun
dochter Martha in Rotterdam gingen
inwonen, werd de woning van Gil
jam min of meer het Thoolse thuis
voor de familieleden uit het land.
Die kwamen met de brommer, of
zelfs op de fiets, in de jaren dat de
auto nog allerminst gemeengoed
was.
Er zijn nog vijf zussen Deurloo in
leven - de oudste is 94 jaar, drie met
partner én nog een schoonzus. De
meesten is de reis naar Scherpenisse
teveel. En dus zijn alleen de ouders
van Anja er - zij wonen in het dorp -
alsmede 'tante Sien' Deurloo-Quaak
die in Ten Anker in Tholen woont.
„Dit was de dag van mijn leven, zei
tante Sien toen de taxi haar aan het
einde van de middag kwam halen",
vertelt Anja Hage. De neven en
nichten, met hun kinderen en som
mige ook al met kleinkinderen, had
den volop de gelegenheid om - her
nieuwd - kennis te maken en
herinneringen op te halen. „Er wa
ren er die elkaar in meer dan twintig
jaar niet gezien hadden. En het klik
te allemaal prima. Ook tussen de
jeugd, die elkaar soms helemaal niet
kende."
's Middags maakte het merendeel
van de familieleden een rit door
Scherpenisse. De kinderen in de door
paarden getrokken huifkar van Jo
v.d. Werf, de volwassenen op een
Unimog terreinwagen met een wa
gen erachter. Daar waren pakken stro
ingelegd om op te zitten. De route
ging onder meer door de Langeweg
waar de grootouders Deurloo hebben
gewoond, en natuurlijk via de Laban
Deurloostraat. „Dat maakte indruk.
Toen was het even stil op de wagen
en had ieder zijn eigen gedachten.
Want we kennen natuurlijk allemaal
van onze ouders het verhaal van oom
Laban, die de meesten van ons niet
gekend hebben", zegt Anja.
Haar neef Adrie Deurloo - hij werkt
op de milieustraat en gaat binnenkort
in de vut - heeft het naar zijn zin op
de reünie. „Ik ben eigenlijk helemaal
niet zo'n familiemens. Maar het is
leuk dat Anja dit heeft georgani
seerd. Gezellig ook." Anja heeft de
bijeenkomst 'turcluurtjesdag' ge
doopt. naar de bijnaam 'türeltjes' die
de Deurloo's hadden. Cor Smit uit
Makkum heeft zijn veldbed meege
bracht. „Dat zet ik hier vanavond
neer, want ik ga pas morgen terug
naar Friesland. Ik heb goede herinne
ringen aan vakanties hier op de boer
derij. Mijn vader heeft er ook gehol
pen een schuur te metselen."
Anja Hage geniet van de dag, die
een succes is geworden, mede dank
zij het prima weer. „Rond zes uur
was iedereen weer vertrokken. Ze
riepen allemaal dat we het weer een
keer moeten doen. De een wil het
volgend jaar, de andere over twee
jaar of over vijfjaar."
De wagen met de familieleden Deurloo rijdt aan de Rand weg voor een tochtje door Scherpenisse.
Assurantiekantoor Van Dtjke
Burgemeet 25 - Poortvliet - Tel: (0166) 612 509
lB*araatl»kaa«e*r
Jan P.M. Overheckc
Ten Ankerweg 72 - Tholen Tel: (0166) 602 888
Advertentie LM.