Visarenden in Müritz Nationalpark
dwingen grote bewondering af
CRYPTOGRAMMEN
Donderdag 18 augustus 2005
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
11
Ongeveer 100 km ten noorden van Berlijn, dus halver
wege de Duitse hoofdstad en de Oostzeekust met het ei
land Riigen met zijn prachtige kliffen waarvan de 116
nieter boven de golven uitrijzende Königstuhl het hoog
ste punt vormt, ligt het prachtige bossen- en merenge
bied van de Mecklenburger Seenplatte.
Hele familie in beeld
LUCHTGEVECHT
'"J
■"•■"•'v, *v/
',.v ti v.
V..
in-cn uitzoomen. Hij vertelde ons dat
Volwassen visarend op uitkijk.
In het gebied zijn kaarten met toelichting geplaatst.
l)oor H. Venekamp
We bevinden ons dan in de landelijke
deelstaat Mecklenburg-Vorpommern.
die zich uitstrekt van de Hanzestad
1 Liibeck in het westen tot de oostelijke
grens met Polen, bijna tot Szczecin
(bij ons beter bekend als Stettin.) Op
de Mecklenburger Seenplatte liggen
tientallen natuurreservaten waarin de
natuur praktisch ongestoord zijn
gang kan gaan cn dat dan ook doet.
Dat vertaalt zich in een grote ver
scheidenheid aan planten en dieren,
waarvan een aantal bij ons is verd-
V wenen of nog hoogst zelden wordt
aangetroffen. De uitgestrekte loof-
bossen met veel eiken en vooral beu
ken worden in het voorjaar op de bo
dem witrose gekleurd door een tapijt
van bosanemonen. waartussen paars
blauwe bosviooltjes opbloeien, maar
ook dalkruid, lelietjes-der-dalen, sa
lomonszegels. De laatst genoemde
plant heeft een zeer kenmerkende
vorm. nl. één stengel waaraan paars
gewijs ovale bladeren schuin om
hoog steken, in de beschutting waar
van een groot aantal kleine witte
bloemkelkjes hangen. De streek-
naam 'zeug met biggen' ligt dan ook
zeer voor de hand. De door storm
ontwortelde of anderszins omgeval
len bomen worden uiteraard niet op
geruimd, maar vormen een prima
voedingsbodem voor paddestoelen
en andere opruimers van dood hout,
waaronder insekten die weer allerlei
vogels, zoals spechten aantrekken.
Het geroffel van de bonte en het ge
lach van de groene specht is dan ook
overal rondom te horen. Het spreekt
vanzelf, dat deze bossen een goede
schuilplaats bieden aan flink wat gro
te zoogdieren, zoals vossen, dassen,
reeën, damherten, edelherten en wil
de zwijnen. En dat betekent weer, dat
in de bosranden op de grens met de
akkers overal hoogzitten zijn opge
richt, van waaruit de wildstand ge
controleerd wordt om te veel vraat-
en woelschade enigszins binnen de
perken te houden. En de diepvries
gevuld. Verspreid in de bossen liggen
in dit gebied alleen al zo'n 800 me
ren, van de meeste waarvan de pas
sant zonder goede detailkaart geen
weet heeft, verscholen als ze liggen.
- De meren van het Mecklenburger
merenplateau. dat in de laatste ijstijd
zijn vorm heeft gekregen, bevatten
helder water en veel vis en wasberen
en otters zijn hier dan ook geen zeld
zaamheid. Waar de meren liggen in
of grenzen aan open gebieden, zoals
vroegere - nu drooggelegde - moe
rassen is het broedgebied van kraan
vogels, visarenden en zeearenden. In
mei zie je soms groepen van twintig
en meer kraanvogels op de akkers
fourageren. Hoewel ze door hun
grootte - groter dan reiger en ooie
vaar. die hier ook veel zijn - een vol-
wassen indruk maken, bestaan deze
groepen vaak uit nog niet geslachts
rijpe dieren. De geslachtsrijpe trek
ken in deze tijd in paartjes op, die el
kaar meerdere jaren trouw zijn. Zie
je in deze tijd in het veld één enkele
kraanvogel, dan is dit vrijwel zeker
de man of vrouw, waarvan de partner
op het nest zit. Ze zijn erg schuw en
broeden zeer verborgen, zodat je pas
hun jongen te zien krijgt, wanneer
die al behoorlijk groot zijn en zelf
hun voedsel zoeken in het gezel-
schap van de ouders, die ze de weg
naar de lekkere hapjes wijzen. In het
najaar, wanneer ze zich verzamelen
voor de trek naar het zuiden, zie je
op zulke vergaderplaatsen honderden
bij elkaar. De jongen zijn dan alleen
nog van de ouderen te onderscheiden
door hun afwijkende kleur en niet
meer door de grootte.
Deze verzamelplaatsen kun je in sep
tember, begin oktober vinden door
op het geluid af te gaan, dat heel op
vallend en onmiskenbaar des kraan
vogels is. Net als bij ganzen staan er
dan, terwijl de anderen voedsel ver
zamelen om de lange tocht naar Afri
ka te kunnen maken, altijd een paar
op de uitkijk en als deze hun waar
schuwingskreet laten horen, terwijl
ze al op de wieken gaan. gaat vaak de
hele meute de lucht in om een eind
verder van 'het gevaar' weer neer te
strijken. Ze vliegen met gestrekte
nek en poten, net als ooievaars en le
pelaars, en lijken met hun vierkante
vleugels net zwevende kruisen.
Hel Nationalpark Müritz is als op
één na laatste besluit van de toenma
lige Oost-Duitse regering voor de
'Wende' veiliggesteld, (daarover is
eerder in De Eendrachtbodc van 2
december 2004 al gepubliceerd.) De
naam Müritz dankt het aan het ge
lijknamige meer, dat in dit gebied
ligt cn dat na het Bodenmeer op de
grens met Zwitserland het grootste
meer van Duitsland is. Op tal van
plaatsjes in deze streek zijn bezoe
kerscentra ingericht, waar veel infor
matie te krijgen is in de vorm van
boeken, folders, wandel-en fietskaar
ten en wat dies meer zij. In Federow
is nog iets extra's, dat zeer de moeite
waard is om te bekijken. Sinds 1999
is, op een kleine kilometer afstand
van het informatiecentrum bij het
nest van een visarendpaartje op een
hoogspanningsmast een videocame
ra gemonteerd, waardoor je een
voortdurend beeld kunt krijgen van
de gang van zaken op het nest, van
de bouw en het onderhoud, van het
leggen van de drie eieren, van hel
broeden en wat daarbij komt en het
voeren van de jongen en ten slotte
het uitvliegen. Dat strekt zich dan
wel uit over een periode van eind
maart, wanneer op het oude nest of
wat daar na de winter van over is,
een nieuw nest wordt gebouwd, tot
eind juli of soms nog wat later, als de
jongen vliegvlug zijn. Voor de TV in
het informatiecentrum zijn een paar
rijtjes stoelen geplaatst van waaraf je
via de rechtstreekse verbinding heel
comfortabel de gebeurtenissen op
het nest kunt waarnemen, waarbij de
vogels zich onbespied wanen. Een
altijd aanwezige natuurwacht kan de
camera vanuit het centrum bedienen,
dus iets van richting veranderen of
er dit jaar in het natuurgebied Müritz
90 bewoonde nesten van zeearenden
en visarenden waren, waarvan 30
zeearend- en 60 visarendnesten.
Daarmee is dit prachtige natuurge
bied koploper in Duitsland. Daar
zijn de natuurwachten terecht heel
trots op.
De zeearendparen hadden hun enor
me horsten in hoge bomen in dichte
bossen gebouwd, terwijl de visaren
den, omdat ze een vrij yitzicht over
de omgeving van het nest willen heb
ben bij gebrek aan vrijstaande hoge
bomen hun toevlucht hadden ge
zocht in hoogspanningsmasten.
Sinds er door dit gebied in 1934 deze
masten zijn opgericht om een 110
KV- verbinding aan te leggen, heb
ben visarenden hiervan gebruik ge
maakt en als het meer in de buurt erg
visrijk is, zie je soms om de twee
masten een nest er precies middenop
liggen. De elektriciteitsmaatschappij
heeft voor deze vogels de toestand
nog verbeterd door een soort open
schaalvorm van staal aan te brengen,
waar de dikke takken die als nestba
sis gebruikt worden, goed blijven
liggen. Deze 'schaal' bevindt zich op
50 cm. boven het midden van de
mast om corrosie van de mast te
voorkomen. Een mooi voorbeeld van
hoe vogels kunnen inspelen op niet
natuurlijke objecten, die door de
mens zijn aangebracht, maar ook hoe
mensen van goede wil de natuur een
handje kunnen helpen. Sinds 1934
en vooral sinds het aanbrengen van
een broedschaal is het aantal broed-
gevallen van visarenden sterk toege
nomen. De vogels zagen de masten
als alleenstaande bomen en de
stroomsterkte bleek geen belemme
ring. Een veel later geplaatste 380
KV-verbinding vanaf een aan de
Oostzee gebouwde kerncentrale leek
de vogels ook nieuwe mogelijkheden
te bieden, maar zodra deze echt in
gebruik werd genomen, verdwenen
de vogels van de nesten. Waarschijn
lijk is de stroomsterkte en het daarbij
behorende magnetische veld niet te
verdragen en dus blijven deze mas
ten ongebruikt zolang er stroom op
de draden staat. En het maakt niet uit
of het atoomstroom of groene stroom
is. Zijn visarenden dus cultuurvol
gers op het gebied van nestelgele
genheid, voor de rest zijn ze liefheb
bers van puur natuur. Visarenden zijn
bijvoorbeeld geen bedreiging voor
viskwekerijen, zoals andere beruchte
viseters als aalscholvers bij ons zijn.
Ze halen hun voedsel, aan de opper
vlakte zwemmende vissen, uit de tal
rijke meren in de buurt, waar deze
elektriciteitsleiding dwars doorheen
loopt. De maatschappij die hiervoor
verantwoordelijk is, heeft deze ver
antwoordelijkheid wel heel ruim op
gevat door de extra voorziening aan
te brengen en bovendien wordt door
de toch al voor onderhoud aanwezi
ge klimgelegenheid ook opengesteld
om de jonge visarenden te kunnen
ringen. Het mannetje van het door de
camera geobserveerde paartje was
ook een in het gebied geringd exem
plaar. Visarendpaartjes blijven dat
voorjaren en komen meestal op het
zelfde nest terug en dat is via de rin
gen ook goed vast te stellen. Toen
wij in het informatiecentrum waren
op 10 mei j.l. zat het vrouwtje te
broeden op het nest van bijna 1 meter
hoog. Voortdurend keek het waak
zaam rond en verschikte af en toe
iets aan de takken van de rand van
hel nest, dal is opgebouwd van onder
naar boven uit grote takken die naar
boven toe steeds dunner worden, ter
wijl de eigenlijke nestkom die zo
ontstaat bekleed wordt met zacht
materiaal in de vorm van riet en
droog gras. Hierin worden de drie ei
eren gelegd en in dit geval was het
eerste ei gelegd op 7 april. Aange
zien visarenden net als bijvoorbeeld
kiekendieven met tussenpozen van
enkele dagen een ei leggen en dat
vanaf de le dag al bebroeden, was
men in het centrum in blijde ver
wachting van het uitkomen van het
eerste ei. Want evenals bij de bruine
kiekendief is de broedtijd vijf weken
en dus werd omstreeks 14 mei het
eerste jong verwacht.
Helaas waren wij toen alweer terug
in Nederland, dus hebben we dat niet
kunnen meemaken. Maar wat we
wel zagen, was ook al heel mooi. Tij
dens het broeden gaat het vrouwtje
niet zelf op jacht naar voedsel. Het
mannetje brengt dat bij haar op het
nest. We troffen het: terwijl we het
vrouwtje in close up konden bewon
deren met haar donkere rug, haar ge
vlekte borst en haar witte kop met
kleine in de nek afhangende kuif, be
gon ze ineens fel te piepen en hoor
den we meer gepiep. Toen kwam het
mannetje in beeld en werd de oor
zaak van dat gepiep duidelijk: hij had
een flinke witvis, een blei, in zijn
klauwen. Hij landde op de rand van
het nest en onder nog heviger gepiep
nam het vrouwtje de prooi over. Ze
kwam daarvoor omhoog, waardoor
we duidelijk zicht kregen op drie
geelgroen met zwart gevlekte eieren.
Toen ze de vis had overgenomen in
haar eigen klauwen steeg ze op en
verdween uit beeld. De prooi wordt
door de ouders niet op het nest veror
berd, maar ergens op een ander
hooggelegen punt. Het nest blijft op
die manier schoon, want zo vertelde
de natuurwacht, de jongen gaan om
zich te ontlasten naar de rand van het
nest om een flinke straal buiten het
nest te spuiten. Visarenden bevuilen
hun nest zo weinig mogelijk. Zolang
het vrouwtje weg was, hield het
mannetje de eieren warm en verlegde
ook hier en daar een tak tussen het
uitkijken door. Een grappig moment
was nog, toen hij met zijn kromme
snavelpunt door een vrij groot stuk
schors heenprikte, waardoor dat aan
zijn snavel gespietst bleef zitten. On
danks verwoed schudden met zijn
kop en pogingen om het aan nesttak-
ken af te vegen, bleef hij hier wel 5
minuten last van houden. Toen vloog
het ineens met een wijde boog de
lucht in. Na ongeveer een kwartier
kwam het vrouwtje terug. Het eten
was kennelijk gedaan, maar en pas
sant had ze twee flinke takken ge
scoord. die na landing op het nest
daarin vakkundig verwerkt werden.
De hele nestelperiode wordt aan de
broedplaats geknutseld maar alleen
broeden is misschien ook wel verve
lend op den duur. Doordat het nest
uit zo'n hoge takkenstapel bestaat,
geeft dat kleinere vogels zoals mus
sen de kans hierin ook te nestelen en
we zagen die dan ook in en uit vlie
gen, waarbij het getjilp goed hoor
baar was. Mussen zijn alleseters en
misschien profiteren ze wel mee van
visrestjes, als de jonge visarenden
gevoed worden. Voor de visarenden
hoeven ze geen angst te hebben, die
zijn m.b.t. voedsel alleen maar ge
fixeerd op vis. Deze medebewoning
deed me denken aan mijn voettocht
vanaf Compostella in Noord-Spanje,
waar op de kerken vaak enorme de-
cenniaoude ooievaarsnesten liggen,
waarin ik duiven en merels met voer
in hun snavel voor hun jongen zag
vliegen.Vogelflats. De enige gele
genheid om roofvogels te ringen is,
wanneer ze nog zo jong zijn, dat ze
zich nog in het nest bevinden. Bij
kiekendieven is dat, als het jongste
jong nog niet kan staan. De oudere
jongen kunnen dat wel al. maar blij
ven nog in het nest, omdat de ouders
daar het voedsel brengen. Maar zo
dra de jongste ook kan staan en lo
pen, verspreiden de jongen zich in de
omgeving van het nest. dat in riet of
ruigte op de grond ligt en ze komen
alleen bij elkaar op de plekken, waar
de ouders de prooi voor hen achterla
ten. Jonge visarenden kunnen pas uit
het nest, wanneer ze kunnen vliegen.
Niet lang voor die tijd, de jongen zijn
dan al praktisch volgroeid, klimt de
ringer naar het ca. 20 meter hoog ge
legen nest, waar de jonge vogels zich
bij onraad 'dood' houden. Ze liggen
roerloos plat op hun buik, waardoor
ze door de ringer gemakkelijk om te
draaien zijn, waarna hij ze één voor
één van een ring met plaats en datum
om een poot voorziet en ze weer op
hun buik terug legt. Ook dat is dan
natuurlijk allemaal via de camera bij
dat ene nest waar te nemen. Ze blij
ven doodstil liggen, tot de ringer
weer op de grond is en de ouders, die
zich hoog in de lucht boven het nest
hebben teruggetrokken weer op het
nest terugkeren. Binnen de kortste
keten is dan de oude orde hersteld,
alsof er niets gebeurd is. Je zou het
niet verwachten, maar merels, kievi
ten cn meeuwen gedragen zich
agressiever ten opzichte van wezens
die hun jongen benaderen dan roof
vogels, die met hun scherpe klauwen
en haaksnavels toch veel beter voor
de aanval zijn uitgerust. Door het
aanbrengen van ringen bij trekvogels
is men veel te weten gekomen over
de vogeltrek, en zo staat de trekroute
van de visarenden uit het gebied
rondom de Oostzee ook tamelijk
vast. Die route loopt over Oost-
Frankrijk. waardoor de Alpen om
zeild worden, via Zuid-Frankrijk
over Corsica, Sardinië, naar Noord-
Afrika. Grote oversteken over zee
worden zo ook vermeden. De reis
eindigt in West-Afrika in Kameroen,
waar ze onze winterperiode door
brengen. Ze vertrekken uit hun
broedgebied in augustus/september
en zijn ruim een maand onderweg.
Dat is ook gebleken uit de gegevens
die door een zendertje, dat aan een
visarend in dit gebied was meegege
ven, bekend werden. Vijf weken na
vertrek uit Müritz werd de vogel in
Kameroen gespot En die afstand
wordt dus twee keer per jaar afge
legd. Het leven van trekvogels, zoals
in dit geval van visarenden is niet ge
makkelijk. En dan hebben we het
nog niet gehad over de bedreigingen
en gevaren tijdens deze reizen. Het is
nodig en goed, dat ze ook in ons land
beschermd worden en in Müritz met
zoveel égards worden behandeld.
In de le week van juni reed ik van
een bezoek aan Ilawa in Polen, via
Pieverstorf in Mecklenburg-Vorp
ommern terug naar Nederland.
In reistijd gezien ligt dit gebied on
geveer halverwege Ilawa-Tholen.
De afstand van Tholen naar Piever
storf is zo'n 900 km en dat ongeveer
2x zover als van Pieverstorf naar
Ilawa. maar de wegen in het laatse
stuk zijn van dien aard, dat je maar
half zo snel opschiet.
Van de gelegenheid, dat ik in Pie
verstorf overnachtte, maakte ik ge
bruik om even in het in de buurt ge
legen Federow te gaan TV- kijken.
Een interessant programma? Zeker!
Live-beelden, geregistreerd door de
camera op de elektriciteitsmast bij
het nest van het visarendpaartje.
Ik was heel benieuwd naar de
voortgang van het broedgeval, om
dat net na mijn vorige vertrek uit
Müritz het uitkomen van het eerste
ei verwacht werd. Meteen bij het
betreden van het informatiecentrum
zag ik het al: de hele familie was in
beeld. Mannetje op een 'schouder'
van de mast, vrouwtje op het nest
en drie jongen, die bij navraag uit
het ei waren gekropen op 14, 15 en
17 mei.
Ze waren hun witte donslaag al
kwijt en er was al een begin van
slagpennen te zien. Ze zagen er wel
doorvoed uit en aan hun krop was
duidelijk te zien, dat ze nog niet
lang geleden gevoerd waren door
hun ouders. De man sleept daarbij
het voedsel aan en de vrouw zorgt
op het nest voor een eerlijke verde
ling. Ze waren dus ongeveer drie
weken en hun grootte was éénderde
van die van de ouders.
Over twee a drie weken zouden ze
geringd worden en als ze zeven we
ken oud zouden zijn. zouden ze het
nest vliegend kunnen verlaten. Ook
daarna zouden de ouders hen nog
eerst blijven voeden tot ze geleerd
hadden voor zichzelf te kunnen zor
gen.
Mooi was op de TV te zien hoe ze
het nest schoon hielden: met kracht
spoten ze hun uitwerpselen over de
nestrand heen.
Ook het waakzame gedrag van het
vrouwtje viel op. Voortdurend hield
ze de omgeving in de gaten en bij
naderend gevaar van een hoog cir
kelende zeearend of een langsvlie-
gende wouw, een andere stootvogel-
soort, die hier ook veel voorkomt,
liet ze een waarschuwend gepiep
horen en spreidde ze beschermend
haar vleugels, waarop de jongen on
middellijk 'dood' gingen liggen, ter
wijl ze juist daarvoor nog kwiek
rondkeken.
Vanwege dit gedrag is het ook niet
moeilijk ze een ring om te doen,
want ook dan gaan ze plat voorover
liggen en houden zich dood, zodat
ze gemakkelijk op te pakken en om
te draaien zijn.
Ook het ringen van de jongen trekt
natuurlijk altijd veel bekijks in het
centrum, maar daarvoor was het nu
nog te vroeg.
Bij de bron van de HaveI in Müritz staat een steen met de plaatsen
waarlangs hij stroomt.
Tijdens mijn verblijf in Müritz aan een meer hoorde ik op een gege
ven moment de waarschuwingskreten van een bruine kiekendief. Aan
de overkant van het meer zag ik een bruine kiekendiefman een veel
grotere vogel achtervolgen. Dal de achtervolgde een arend moest zijn,
stond voor mij wel vast, maar ik dacht op dat ogenblik aan een
schreeuwarend die hier ook voorkomen. De kiekendief voerde spectacu
laire duikvluchten uil op de bedreiger van zijn territorium. Ik nam ten
minste aan, dat dat de reden was van zijn agressie. Aan de overkant van
hel meer strekte zich een moerassig rietveld uit, waar ik al een paar keer
het misthoorngeluid van een roerdomp had gehoord. (Vanwege dat ge
luid heet deze schuwe reigersoort in dit gebied 'Moorochse', moerasos.)
Het is een vogel die bij onraad een zogenaamde paalhouding aan
neemt. waarbij hij met gestrekte hals en de snavel rechtomhoog wij
zend haast onzichtbaar wordt tussen het riet, waar hij zich graag op
houdt. De gele en bruine streeptekening op hals en borstveren versterkt
deze mimicry nog.
Terug naar het roofvogelgevecht. Door de verrekijker was mooi te zien.
hoe de grootste van de twee zich af en toe in de vlucht op zijn rug draai
de om met zijn grote klauwen grijpbewegingen naar zijn aanvaller te ma
ken. Deze liet zich hierdoor niet afschrikken en uiteindelijk zocht de
achtervolgde beschutting in een boomtop. Daarop draaide de kiekendief
zich om en spoedde zich terug in de richting waar ik zijn nest vermoed
de. Hij staakte daarbij ook meteen het doordringende, piepende ge
schreeuw, dat hij tijdens de hele achtervolging had laten horen. De veel
grotere vogel bleef nog wel een half uur goed zichtbaar in de boom zit
ten. Toen hij eindelijk weer op de wieken ging. zag ik wat voor geweldi
ge wieken dat waren: heel lange rechthoeken met vrijstaande slagpen
nen. zgn. gevingerde uiteinden, met een geweldige spanwijdte. Toen ik
ook nog duidelijk de grijs-beige kop en nek zag en de heel licht ge
kleurde staart, wist ik het zeker. Het was een zeearend, die daar nu
weer volkomen zeker van zijn zaak fraaie kringen boven het meer
maakte in de middagzon, waardoor je af en toe bijna door de bijna wit
te veren van zijn wigvormige staart kon heen kijken. De bijnaam voor
deze vogel in vlucht is 'vliegende deur' en met een spanwijdte van ca.
twee en een halve meter is dat geen overdreven naam. De kop en staart
lijken daar in de vlucht maar stompjes bij. Steeds hoger in kringen op
stijgend verdween hij tenslotte boven de boomtoppen uit het zicht. De
ze waarneming was een belevenis om niet te vergeten.
Hieronder volgen 5 cryptische omschrijvingen van dieren, die in
het stukVisarenden in Müiritz Nationalpark' voorkomen.
Ze staan in alfabetische volgorde.
1. Als het er meer dan één is, zijn ze opgebouwd uit pasgevangen
platvis en paling.
2. Bij onze oosterburen schijnt hij heel zwaar te zijn.
3. Een groepje bij elkaar lijkt op slim schoeisel.
4. Zijn het er meer, dan zijn het reisdocumenten voor kippenhok
en naaldboom.
5. Wat is het nu dan?
Zij, die de 5 bedoelde diernamen weten te vinden, maken kans op
een leuke prijs. U kunt uw antwoord voor 1 september a.s. sturen
naar. Eendrachtbode, Postbus 5, 4696 ZG Sint-Annaland of
mailen naar redactie@eendrachtbode.nl