'Wij-gevoel op Tholen is groot en we verkopen niet graag nee' 'Je bouwt een band met ze op en zoekt het beste voor de mensen' Kreeftenleed ondanks het Noorse onderzoek Ouderdomsverschijnselen Werkplanner Sannie van de Woestijne kwart eeuw Allévo VANDAAG, VRIJDAG 6 MEI Vrijdag 6 mei 2005 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT „Het wij-gevoel is hier heel belangrijk. Je moet het sa men doen. Samen met elkaar de zorg runnen. Met een fijne club collega's. Dat is het sterke van Tholen." Dat zegt Sannie van de Woestijne. Ze is een kwart eeuw zie- kenverzorgster op Tholen. Sinds zes jaar zit ze ook op de planning. Ze combineert het werk op kantoor en in de wijk. Allévo huldigde haar donderdagmiddag in het kan toor in Sint-Maartensdijk. Huisbezoek Ontplooien Spoken Zilveren jubilarissen Sjaan v.d. Eist en Henk Aarnoudse in Schutse In zorgcentrum De Schutse in Sint-Annaland zijn vorige week twee medewerkers in het zonnetje gezet wegens een 25-jarig dienstverband. Hoofd facilitaire dienst Henk Aarnoudse uit Tholen en bejaardenverzorgster Sjaan van der Eist uit Tholen waren toe aan hun zilveren jubileum. Familieleden, collega's en bewoners vulden op twee verschillend ochtenden de recreatiezaal voor een feestelijke bijeenkomst. Hospice Middenstand moet boterham kunnen verdienen Hoofd keuken Ziekenhuis Lievensbero BELEEF DE SHOWROOM VAN IMABO ESSELINK ESSELINK Doordat ze nog negen uur per week in de wijk actief is, blijft Sannie op de hoogte van de praktijk. Een groot voordeel, vindt ze. „Ik zit bovenop het werk. Ik ken vaak de gezichten van de mensen omdat je zelf mee draait." Maar de meeste tijd (26 uren) brengt ze op kantoor door waar een groot planbord hangt voor de ver zorging en verpleging. Er zijn zo'n 44 deeltijd- en zes voltijdswerkers. De verzorgenden helpen ouderen uit bed en bij het aankleden, doen steun- kousen, maar gaan ook langs om bij voorbeeld vijf keer op een dag oog druppels in te doen. Voor meer intensieve zorg zijn de wijkverpleeg sters en ziekenverzorgenden in touw. Ze verzorgen wonden of geven een injectie of ondersteunen cliënten in hun laatste levensfase. „Het is heel verschillend. De een werkt vijf och tenden, de ander een weekend in de maand, een ander weer zeven avon den in de week. In totaal zijn er ge middeld lOOOzorgmomenten." Van de Woestijne was tot 1999 zie- kenverzorgster in de wijk. Ze kreeg lichamelijke klachten en was bang dat ze in de ziektewet zou geraken. „Maar toen kwam de functie van planner vrij. Ik ben erg blij dat ik dit kon gaan doen. Lichamelijk is het minder zwaar en je kan je werk blij ven doen binnen de stichting" Haar collega Bep Pierik verzorgt de planning voor huishoudelijke hulp en de verzorging, Cindy Bolier doet dat voor de huishoudelijke zorg. Volgens de jubilaris is het erg belangrijk dat ze 's avonds samen overleg voeren over het inzetten van het personeel. „Als ik een klant in Sint-Annaland heb en mijn collega heeft er twee, dan zorgen we ervoor dat er maar een van de verzorgenden naar toe gaat. Dat is gunstig voor de kilometers en de reistijd." Van de Woestijne begon in 1980 op Tholen toen ze 21 jaar was. Ze komt uit Aagtekerke op Walcheren. En was nooit eerder op Tholen geweest toen ze solliciteerde naar de baan van zie- kenverzorgster bij de toenmalige Groene Kruisvereniging. „Ik werkte al een jaar of vier in Ter Valcke in Goes. Daar ben ik ook opgeleid. Ik wilde graag de wijk in. In een ver pleeghuis zitten mensen niet meer in hun eigen omgeving. Als je in de wijk werkt wel. Dan kom je als gast binnen. Je snapt ook beter hoe men sen reageren als je hun thuissituatie kent." Voor haar sollicitatiegesprek moest ze naar het wijkgebouw in Scherpe- nisse komen. „Dat was vanuit Aagte kerke een vreselijk eind over Bergen op Zoom. Hoofd Nel de Jong zat met een hele delegatie op me te wachten. Wel een man of zeven. Later moest ik apart bij een delegatie van het bestuur komen. Toen ging het erom waar ik zou gaan wonen. Je was in die tijd verplicht om in je werkgebied te gaan wonen. Ik kreeg de woning bij het wijkgebouw in Sint-Philipsland aan gewezen. Die stond leeg. Ik kon er zo in." Vanuit Walcheren was het makkelijk om naar Sint-Philipsland te komen. Ze nam vaak het pontje van Zijpe naar Anna Jacobapolder. „Dat heb ik jarenlang gedaan in het weekeinde. Het voer wel eens niet door mist en storm. Dan moest ik helemaal achter om via Bergen op Zoom en Steenber gen. Dat was echt een heel eind om." Ze werd de eerste ziekenverzorgster in het wijkteam Tholen. Dat omvatte behalve Tholen ook Poortvliet, Oud- Vossemeer en Sint-Philipsland. Het andere team was Sint-Maartensdijk van waaruit de andere woonkernen werden bediend. Er waren toen nog zeven wijkzusters, vertelt Sannie. „Je noemde ze ook nog zuster. Zuster Smit, zuster Krij ger, zuster Slager. Het team zat niet echt op mij te wachten. Dat was be grijpelijk want ze moesten werk aan mij afstaan, terwijl ze best een flinke klantenkring hadden." Nu is er een team, maar toen werkte elk team apart, zegt ze. Overleg ple gen was toen niet zo aan de orde. „Tijdens het weekend wist je niet wat de ander deed. En soms kwam het voor dat mensen pas om half twee 's middags werden geholpen omdat de route zo vol zat. Klanten pikten dat gewoon." De ziekenverzorgster was ook weeg en meethulp op het consultatiebureau in Tholen bij dokter Notschale. Sa men met zuster Schot-Uijl. Dat gebeurde 's middags, 's Middags be stond er toen nog het zogeheten pre ventief bejaardenhuisbezoek. „Via de gemeenten kregen we adressen om ouderen thuis te bezoeken. Zonder dat we van tevoren een afspraak maakten, belden we aan. We praatten met de mensen over hoe het ging, of ze zich konden redden in huis, of ze medicijnen gebruikten. Dat was een hele luxe. We kregen daarvoor een lijstje van de gemeente, maar ik heb niet meegemaakt dat we ouderen bezochten die onder de 75 jaar waren." Het werk was afwisselend en veelzij dig want Sannie verzorgde ook cur sussen. Vanaf 1985 draaide de cursus ziekenverzorging thuis bijvoorbeeld. In zes middagen of zes avonden wer den familieleden die thuis een zieke verzorgden geleerd hoe ze een zie- Op een gegeven moment kom je op een punt dat het lijkt of de wereld op zijn kop komt te staan. Diegenen die van kinds af aan goed voor je gezorgd heb ben, zijn dan zelf ineens aan intensieve hulp toe. Bij de een komt dat moment iets vroeger dan bij de ander, maar vroeg of laat is het zover. Eigenlijk sluipt zoiets er zachtjes in. Vader en moeder houden zich stoer voor hun kinderen, en zeggen aanvankelijk 'dat ze zichzelf nog prima kunnen reddenEnerzijds wordt deze bewering, tegen beter weten in, ingegeven door de trots die ze on danks hun ouderdom graag willen behouden, en aan de andere kant willen ze hun op zichzelf wonende kinderen niet tot last zijn. Bovendien weten zij in hun achterhoofd dat bij een regelmatig terugkerende hulpvraag de kans aanwezig is dat hun nazaten de koppen bij elkaar gaan steken met als uitkomst dat pa en moe zich toch maar eens voor een verzorgingstehuis moeten laten inschrij ven. Nee, dan liever nog maar even aanmodderen samen, zolang dat nog gaat tenminste. De alsmaar toenemende individualisering binnen onze samenleving en de grote werkdruk van al die fulltime tweeverdieners laten geen ruimte voor veel aandacht en de zogenoemde mantelzorg voor onze oudjes. Een bliksembezoek in het weekend kan er vaak nog net af, maar daar houdt de 'hulp 'dan ook een eind mee op. Wie zit er immers in zijn schaarse vrije tijd te wachten op al dat gezever en geklaag van een stel ouden van dagen? Het klinkt misschien allemaal wat cru, maar evengoed kun je dit verhaal als 'confronterend' uitleggen. Wees nu eerlijk, hoeveel jonge mensen herkennen zich niet in het beeld dat hier wordt geschetst? Ikzelf ben mijn moeder helaas veel te vroeg verloren, maar qua aandacht vragen compenseerde mijn alleen- wonende vader dat verlies moeiteloos. Te pas en te onpas hing hij aan de tele foon met de vraag of ik toch alstublieft maar weer even snel op wilde komen draven. Hij was ook zo iemand die zich voor de schijn heel groot kon houden. Zo van: „Ik kan heel goed voor mezelf zorgen en eigenlijk heb ik niemand no dig. In de praktijk bleek echter het tegendeel. Hij was mede door een handi cap bijna volledig aan de hulp van anderen overgeleverd. Daarnaast was het een dominante man die er een sport van maakte om jan en alleman op te laten draven om allerlei klusjes voor hem te doen. Hij had op den duur zelfs een vast schema van buren waar hij op toerbeurt 's avonds op de koffie ging. Kortom, hij betrok eigenlijk de hele buurt erbij om zijn zelfstandigheid'te be houden. Dat hij daarbij een abnormale claim legde op het sociale (gezinsle ven van anderen deerde hem niet. Die egoïstische houding dreef op den duur een wig tussen mij en mijn eigen vader. Mensen kwamen bij mij over hem klagen en in zijn wanhopige pogin gen om toch maar niet in de handen van professionele zorgverleners te belan den, was in zijn ogen elk middel geoorloofd. Ik heb er vele nachten van wakker gelegen. Aan één kant voelde ik me moreel verplicht mijn 'ouwe heer'af en toe terecht te wijzen. Maar ik wilde hem ook graag helpen met hetgeen er binnen mijn mogelijkheden lag. Er ontstond een haat-liefdeverhouding tussen ons. Hij gaf tegenover anderen hoog op over 'hoe ver ik het toch wel geschopt had', maar mijn harde - maar eerlijke - op stelling over zaken die met zijn pseudo-zelfstandigheid te maken hadden kon hij absoluut niet waarderen. Vele gesprekken met de huisarts en professionals in ouderenzorg konden hem er niet van overtuigen dat hij het met zijn lichamelijke beperkingen en enorme behoefte aan persoonlijke aandacht en aanspraak in een woongemeenschap veel beter zou hebben. Er restte ons als kinderen niets dan af te wachten tot het moment dat hem echt iets zou overkomen, je kunt immers niet dag en nacht over zo iemand waken. Ik moet u bekennen dat die situatie bij mij voor veel frustraties zorgde. Op een ijskoude najaarsavond werd ik gealarmeerd door de overbuurman van vader, die het zaakje niet helemaal vertrouwde. Niet ten onrechte, zo bleek bij aankomst. In de woonkamer trof ik die grote sterke vent van weleer aan als een zwaar aangeslagen bokser. „Een herseninfarct", luidde de diag nose van de dienstdoende arts. Twee maanden later is hij aan de gevolgen hiervan overleden. Waarom vertel ik u dit? Welnu, ik heb van mijn ouders altijd geleerd dat liefde en respect van twee kanten moet komen. Maar wat te doen als vele jaren later blijkt dat zij die wijze les zelf vergeten zijn Ik hoop maar dat u allemaal goed voor uw ouders zult zorgen. En dat zij open willen staan voor uw hulp en u zo af en toe ook eens laten blijken dat ze uw inzet en betrokkenheid waarderen. „Planning is niet altijd gemakkelijk, de zorg wisselt snel, maar het werk is nooit saai", zegt Sannie van de Woestijne. kenkamer in moesten richten, hoe je aan een hoog/laagbed kon komen, hoe zo'n bed op moest maken, hoe iemand in bed gewassen kon worden en wat het betekent om ziek te zijn. „Dat draaide heel goed. Samen met Tineke van Vliet ben ik daar mee be gonnen. Meestal een of twee keer per jaar. Tot in het begin van de jaren ne gentig." In de wijkgebouwen werd ook elke dag in de week spreekuur gehouden. Dat duurde een half uur. „Daar ston den ook alle spullen en verpleegarti- kelen. Ziekenhuisledikanten, stoelen en krukken. Het was veel gesjouw en je reed van het ene naar het andere wijkgebouw. Er waren natuurlijk ook dagen bij dat er niks te doen was, maar ik heb ook wel eens tijdens zo'n spreekuur een baby gewogen en een splinter uit iemands hand gehaald. Het had wel wat, maar gezien de tijd en de kosten kan dat niet meer." De spreekuren werden minder, het werk werd op enkele plaatsen geconcen treerd. Tot de nieuwbouw in 1992 in Sint-Maartensdijk zat Sannie lang op de uitleen, van 11.00 uur tot 14.00 Mensen zijn volgens haar wel mon diger geworden in de afgelopen kwart eeuw. „Ze willen graag op tijd geholpen worden. De meesten tus sen 8 en 9 uur 's ochtends. Iedereen wil graag vroeg. Mensen nemen vaak deel aan de dagverzorging in de woonzorgcentra of moeten naar een revalidatiecentrum en dan gaan ze voor omdat de taxi niet kan wach ten. Maar dat lukt niet altijd. Als je het uitlegt, hebben mensen daar wel begrip voor. Bij sommigen beginnen we al om zeven uur, maar meestal tussen half acht en acht uur. Van de Woestijne heeft ook al de no dige reorganisaties meegemaakt. Van het Groene Kruis Tholen, kruis vereniging Tholen/Sint-Philipsland, de kruisvereniging rondom de Oos- terschelde, via de Oosterschelde Thuiszorg naar Allévo. Wat plaatse lijk was, werd eilandelijk en later re gionaal. Nu staat het hoofdkantoor in Goes. „Het is meer bestuurlijk. We krijgen richtlijnen vanuit Goes, maar in de werkwijze is er niet veel veranderd." Volgens Sannie heeft el ke regio ook wel een beetje een an der werkwijze. „Zoals hier op Tho len zitten we als planners bovenop de uitvoering. Het is kleinschalig. Op de Bevelanden worden ze aange stuurd vanuit het kantoor in Goes." De binding met het Groene Kruis ging verloren. „Vroeger werden mensen die lid waren van het Groe ne Kruis geholpen. Daar hadden ze ook recht op zeiden ze want ze had den bijvoorbeeld al veertig jaar be taald. Nu vinden sommigen de eigen bijdrage - die betalen ze afhankelijk van hun inkomen - te hoog. De wijk verpleegkundige deed toen de inta ke. Nu doet dat het indicatieorgaan. Die zijn onafhankelijk, maar je moet nu eerst officiële wegen bewande len. Gelukkig kan de wijkverpleging vaak ook direct om meer zorguren vragen bij het indicatieorgaan." De ziekenverzorgster heeft het goed naar haar zin. „Er zijn vaak nieuwe dingen. Het is nooit saai en je kunt je hier ontplooien. Je raakt er nooit op uitgekeken. Ik heb ook een fijne club collega's. Dat vind ik ook het sterke van Tholen. Met elkaar de zorg runnen. Het wij-gevoel is hier heel belangrijk. We moeten het sa men doen. Ik heb nooit naar een an dere baan elders gekeken. De uitda ging die ik hier vind in mijn werk, is gebleven." De Walcherse kende Tholen niet toen ze 25 jaar geleden hier naar toe kwam. „Het was puur omdat ik die functie zo graag wilde, maar ik had op mijn werk in Goes ook al leuke collega's die van Tholen kwamen. En Walcheren is net als Tholen toch ook een landbouwland. Ik mis wel de echte zee. Daar woonde ik vlak bij, maar ik heb hier mijn vrienden kring opgebouwd." De toekomst ziet ze met vertrouwen tegemoet. „Planning is niet altijd ge makkelijk. De zorg wisselt snel, zo dat je je planning in 1 week soms twee keer om moet gooien. Het kan dan behoorlijk spoken. Zeker als de ziekenhuizen voor de feestdagen mensen naar huis sturen. Voor de zorg en de planning zijn dat heftige dagen. Maar we verkopen niet graag nee. Er is wel meer concurrentie ge komen, maar dat houd je scherp. Goede zorg leveren is belangrijk." Sjaan van der Eist en Henk Aarnoudse werken 25 jaar in zorgcentrum De Schutse. In de 37 jaar dat de Schutse bestaat, zijn er vier zilveren jubilarissen on der het personeel geweest. Sjaan van der Eist is de eerste verzorgende die deze mijlpaal bereikt heeft. Ze was vijftien toen ze in de Schutse kwam werken als bejaardenhelpster. Na twee jaar ging ze naar Ten Anker in Tholen en volgde daar de interne op leiding voor verzorgdende. Ook werkte ze korte tijd in Ter Valcke in Goes. In 1979 solliciteerde ze, in middels getrouwd, opnieuw in Sint- Annaland. De Thoolse begon met een aantal avonden en naderhand werkte ze in het weekend. Naarmate de kinderen groter werden, kon ze meer van huis. Nu ook de jongste op de middelbare school zit, werkt ze zestien uren in de week en draait alle diensten. Het werk is best zwaar, wil Sjaan v.d. Eist niet verhelen. „Ik ben ook weieens flink moe als ik thuis kom." De tegenwoordige bewoners van een zorgcentrum vragen immers een veel intensievere zorg dan jaren ge leden. Sjaan vindt het niet erg. „Je raakt erg bij de bewoners betrokken. Het is een verrijking, je bouwt een band op en zoekt het beste voor de mensen." De Thoolse roemt de pri ma sfeer in het zorgcentrum. „De collegialiteit, de onderlinge band tussen het personeel is goed. En ook de verstandhouding met de bewo ners. Gelukkig, want zorg verlenen doe je samen." Teamleidster Corrie van Leeuwen onderschreef dat er een onderlinge band van vertrouwen is bij het personeel. Dat vertrouwen noemde de jubilaris de basis om het werk goed te kunnen doen. Naast haar werk op de afdeling 't Nieuwlandje in de tijdelijke Schutse, werkt Sjaan ook bij mensen in de Vroonhof en bij enkelen die nog zelfstandig in het dorp wonen. Het bevalt haar prima. „Met mensen om gaan, dat vind ik heel fijn om te doen." Ze volgt nog steeds cursussen om van de nieuwste ontwikkelingen op de hoogte te blijven. Directeur Kok typeerde Sjaan van der Eist als rustig en vriendelijk, iemand die niet op de voorgrond treedt. Hij betrok daar haar dochter Eelke bij, die hij kent van zijn vorige baan in De Sa maritaan te Sommelsdijk.„Ik denk dat je hier goede jaren hebt mogen hebben en hoop dat je de kracht mag ontvangen om nog vele jaren door te gaan met je werk", aldus Kok. „Dank aan de Heere God die me al die jaren de gezondheid en kracht gaf om dit mooie werk te kunnen doen", zei de jubilaris. Ze was dank baar dat haar wederzijdse ouders dit mochten meemaken. Herinnerde er aan hoe haar kinderen soms meegin gen als ze ging werken, en dat ze dan weieens een snoepje kregen van sommige bewoners. Bovenal be dankte Sjaan haar man Kees: „Je was er altijd toen de kinderen nog klein waren. En je stond er ook altijd achter dat ik dit werk deed." Zowel Kok als hoofd verzorging Ine van Ommen noemden de bijdrage Stemmen van lezers Naar aanleiding van de artikelen 'Binnenkort wellicht kinderopvang in Sint-Philipsland' en .Rabobank gaat zeker niet weg uit Sint-Philips land' wil ik stilstaan bij de situatie op de financiële markt en de gevol gen voor de middenstand en de leef baarheid. Uit recent onderzoek is gebleken, dat de verzekeringsadvi seur na de keukenadviseur de meest irritante persoonlijkheid is. Er zijn legio bedrijven die u 's avonds las tig vallen met telefoontjes voor het oversluiten van uw hypotheek. Knap hoor, dat deze bedrijven voor af al weten dat het goedkoper kan zonder dat zij uw persoonlijke situ atie kennen. Een volgende reden voor het nega tieve beeld is de ondoorzichtigheid van de financiële wereld. Door de vele aanbieders, de diverse prijsstel lingen en de verschillende produc ten, levert de klant zich vaak maar over aan de adviseur. Vertrouw daarom niet zomaar iedereen. Dat is vervelend, want dan moet u zich als consument door de hele financiële materie worstelen om een goed beeld te krijgen van uw persoonlijke situatie. Door reclame-uitingen, zoals van banken die geen winstoogmerk heb ben, wordt de consument beïnvloed in de beeldvorming. Als ik een pond gehakt bij de slager koop, weet ik dat de slager daaraan verdient. Mag het, anders heeft de slager ook geen bestaan en juist de middenstand is zo belangrijk in kleine dorpen. Dat geldt ook voor de financiële advi seur. Die mag best geld verdienen, maar de prestatie moet in verhou ding tot de verdiensten staan. Dus het beste product adviseren en de nodige tijd investeren in uitleg over inhoud, doel en eindresultaat van het product. Het is dus belangrijk om een onafhankelijk adviseur in te schakelen, want die kan tenminste meerdere producten vergelijken en aanbieden. Onmogelijk is het om 1, 2, 3 of 4 maanden geen rente te be talen. De rest van de looptijd wordt er genoeg verdiend om het zoge naamde voordeel voor de consu ment terug te halen via een hogere rente na de eerste, rentevaste perio de. Het is voor de leefbaarheid van belang dat de kleine kantoren op Tholen en Sint-Philipsland niet nog kleiner worden. Laten wij het gezel lig houden. De kleine middenstand moet ook een boterham verdienen. Edwin Hage, Plataanstraat 28, Sint-Philipsland. Hierbij zou ik willen reageren op de ingezonden brief in de Eendracht- bode van H.P.M. van Putte. Hij be weert dat kreeften geen pijn voelen en verwijst naar een Noors onder zoek. Dat Noorse onderzoek is ook mij bekend, maar het levert geen echt bewijs dat kreeften geen pijn voe len. Het rapport heeft dan ook veel verschillende reacties opgeleverd. Een ieder die uitgebreide informatie wil hebben over kreeften en hetgeen er gebeurt met kreeften voor mense lijke consumptie, zou ik willen ver wijzen naar de website van PETA (People for the Ethical Treatment of Animals), een van de grootste inter nationale dierenwelzijnsorganisa- ties. Op www.peta.org kun je lob ster (kreeft) intikken. Je krijgt dan links over studies en onderzoeken aangaande het voelen van pijn door kreeften. De uitkomsten van die on derzoeken laten heel andere dingen zien dan het Noorse onderzoek. H.P.M. van Putte bestempelt kreef ten als .kannibalen. Ik denk dat hij doelt op een van de vele vormen van (afwijkend) gedrag die dieren vertonen als dieren door mensen in situaties worden geplaatst die wei nig of niets met de natuur van die ren te maken hebben. Niet zelden worden dieren in gevangenschap zelfs van hun primaire levensbe hoeften beroofd. Het is bijvoorbeeld al tientallen jaren bekend dat in de bio-industrie, waar dieren op elkaar gepakt zitten in kleine ruimten en andere onnatuurlijke omstandighe den, vaak irritatie en agressie ont staat onder de gestresste dieren. Zo zie je dat varkens elkaar bijten en dat kippen naar elkaar pikken. Als voorzorgsmaatregel worden in de bio-industrie de gevoelige snavels van kippen onverdoofd gekapt. Nu terug naar de kreeften. Met het oog op de gegevens die ik de laatste jaren heb gelezen over kreeften, lijkt het mij aannemelijk dat kreef ten pijn voelen. Zover ik heb kun nen nagaan, weten de vele biologen die door PETA zijn geraadpleegd, geen goede oplossing hoe je kreef ten op een humane manier kunt dp- den. Het komt mij voor dat pijn bij kreeften niet bepaald wordt door de grootte van de herseninhoud, maar dat de speciale constructie van het goed ontwikkeld zenuwstelsel, met zenuwknopen verspreid over het li chaam, ervoor zorgt dat de dieren pijn voelen. Dr. Jarren G. Horsley, een bioloog op het gebied van onge wervelde dieren, maakt melding dat kreeften extra lijden doordat bij de ze dieren, in tegenstelling tot bij mensen, geen shock optreedt bij (extreme) pijn. Bovendien vrees ik dat zelfs een in stukken gehakte kreeft pijn voelt. Biologen zijn het er doorgaans over eens dat kreeften pijn voelen. Als sommige mensen beweren dat kreeften geen pijn ervaren, dan zit ten we dus met twijfel. In dit geval zou ik zeggen: gun de dieren dan het voordeel van de twijfel. Los van de discussie over wel of geen pijn voelen door bepaalde dieren, lijkt het mij dat geen dier het prettig vindt om levend gekookt te worden. De natuur biedt gelukkig genoeg producten die je wel met een gerust hart kunt koken. J.J.B. Nanning, Tholen. die de jubilaris leverde aan de pallia- tieve zorg. Ze maakte deel uit van de werkgroep die de komst van een hospice bij de Schutse voorbereidde, en ze verleent er ook zorg. Van het zorgcentrum kreeg Sjaan een aqua rel cadeau, gemaakt door Jos Boog aard. „Het is de skyline van Sint- Annaland." De collega's boden een bistroset aan. De jubilaris werd nog verrast door haar jongste dochter Rhodé, die een gedichtje voor haar had geschreven en dat voordroeg. Henk Aarnoudse begon in 1980 als kok (hij werkte voordien bij bakker Zwegers in Oud-Vossemeer) en werd later hoofd keuken. „Op den duur was 20 uur van mijn tijd gevuld met vergaderen en leiding geven", legt hij uit. De overstap naar hoofd facilitaire dienst, een jaar of vijf ge leden, was dan ook niet zó groot. Naast hoofd verzorging Ine van Om men en directeur Peter Kok fungeert Aarnoudse nu in de leiding van het zorgcentrum. Hij heeft een dertigtal medewerkers onder zich. De keu ken, linnenkamer, de huishoudelijke en de technische dienst en de open bare ruimtes vallen onder zijn ver antwoordelijkheid. „Ook een groot deel van de inkoop gebeurt door mij." Aarnoudse legt uit dat de lin nenverzorging (wassen e.d.) van zo wel het zorgcentrum als De Vroon hof volledig in eigen huis gebeurt. In de keuken worden dagelijks een kleine 200 maaltijden bereid, ook voor tafeltje dekje. En medewerkers van de huishoudelijke verzorging doen hun werk ook buiten de instel ling, in het dorp. Voor zijn zilveren dienstverband is Aarnoudse door de Schutse beloond met een aantal theologische boeken. De collega's verblijdden hem met een tuinparasol met voet. 4 zijn alle poliklinische afdelingen gesloten, met uitzondering van de afdeling spoedeisende hulp. Wilt u verzekerd zijn van 100% tijd en aandacht? Bel dan voor een afspraak 0187-475 440. gevelstenen dakpannen tegels en sanitair deuren en kozijnen sfeer verwarming plafond- en wandpanelen hout en plaatmateriaal sierbestrating bouwmaterialen gereedschappen Middelharnli - Industrieweg 35 Advertentie I.M.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2005 | | pagina 3