'Wij-gevoel op Tholen is groot
en we verkopen niet graag nee'
'Je bouwt een band met ze op en
zoekt het beste voor de mensen'
Kreeftenleed ondanks
het Noorse onderzoek
Ouderdomsverschijnselen
Werkplanner Sannie van de Woestijne kwart eeuw Allévo
VANDAAG, VRIJDAG 6 MEI
Vrijdag 6 mei 2005
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
„Het wij-gevoel is hier heel belangrijk. Je moet het sa
men doen. Samen met elkaar de zorg runnen. Met een
fijne club collega's. Dat is het sterke van Tholen." Dat
zegt Sannie van de Woestijne. Ze is een kwart eeuw zie-
kenverzorgster op Tholen. Sinds zes jaar zit ze ook op de
planning. Ze combineert het werk op kantoor en in de
wijk. Allévo huldigde haar donderdagmiddag in het kan
toor in Sint-Maartensdijk.
Huisbezoek
Ontplooien
Spoken
Zilveren jubilarissen Sjaan v.d. Eist en Henk Aarnoudse in Schutse
In zorgcentrum De Schutse in Sint-Annaland zijn vorige
week twee medewerkers in het zonnetje gezet wegens
een 25-jarig dienstverband. Hoofd facilitaire dienst
Henk Aarnoudse uit Tholen en bejaardenverzorgster
Sjaan van der Eist uit Tholen waren toe aan hun zilveren
jubileum. Familieleden, collega's en bewoners vulden op
twee verschillend ochtenden de recreatiezaal voor een
feestelijke bijeenkomst.
Hospice
Middenstand
moet boterham
kunnen verdienen
Hoofd keuken
Ziekenhuis Lievensbero
BELEEF DE SHOWROOM VAN
IMABO ESSELINK
ESSELINK
Doordat ze nog negen uur per week
in de wijk actief is, blijft Sannie op de
hoogte van de praktijk. Een groot
voordeel, vindt ze. „Ik zit bovenop
het werk. Ik ken vaak de gezichten
van de mensen omdat je zelf mee
draait." Maar de meeste tijd (26
uren) brengt ze op kantoor door waar
een groot planbord hangt voor de ver
zorging en verpleging. Er zijn zo'n
44 deeltijd- en zes voltijdswerkers.
De verzorgenden helpen ouderen uit
bed en bij het aankleden, doen steun-
kousen, maar gaan ook langs om bij
voorbeeld vijf keer op een dag oog
druppels in te doen. Voor meer
intensieve zorg zijn de wijkverpleeg
sters en ziekenverzorgenden in touw.
Ze verzorgen wonden of geven een
injectie of ondersteunen cliënten in
hun laatste levensfase. „Het is heel
verschillend. De een werkt vijf och
tenden, de ander een weekend in de
maand, een ander weer zeven avon
den in de week. In totaal zijn er ge
middeld lOOOzorgmomenten."
Van de Woestijne was tot 1999 zie-
kenverzorgster in de wijk. Ze kreeg
lichamelijke klachten en was bang
dat ze in de ziektewet zou geraken.
„Maar toen kwam de functie van
planner vrij. Ik ben erg blij dat ik dit
kon gaan doen. Lichamelijk is het
minder zwaar en je kan je werk blij
ven doen binnen de stichting"
Haar collega Bep Pierik verzorgt de
planning voor huishoudelijke hulp en
de verzorging, Cindy Bolier doet dat
voor de huishoudelijke zorg. Volgens
de jubilaris is het erg belangrijk dat
ze 's avonds samen overleg voeren
over het inzetten van het personeel.
„Als ik een klant in Sint-Annaland
heb en mijn collega heeft er twee,
dan zorgen we ervoor dat er maar een
van de verzorgenden naar toe gaat.
Dat is gunstig voor de kilometers en
de reistijd."
Van de Woestijne begon in 1980 op
Tholen toen ze 21 jaar was. Ze komt
uit Aagtekerke op Walcheren. En was
nooit eerder op Tholen geweest toen
ze solliciteerde naar de baan van zie-
kenverzorgster bij de toenmalige
Groene Kruisvereniging. „Ik werkte
al een jaar of vier in Ter Valcke in
Goes. Daar ben ik ook opgeleid. Ik
wilde graag de wijk in. In een ver
pleeghuis zitten mensen niet meer in
hun eigen omgeving. Als je in de
wijk werkt wel. Dan kom je als gast
binnen. Je snapt ook beter hoe men
sen reageren als je hun thuissituatie
kent."
Voor haar sollicitatiegesprek moest
ze naar het wijkgebouw in Scherpe-
nisse komen. „Dat was vanuit Aagte
kerke een vreselijk eind over Bergen
op Zoom. Hoofd Nel de Jong zat met
een hele delegatie op me te wachten.
Wel een man of zeven. Later moest ik
apart bij een delegatie van het bestuur
komen. Toen ging het erom waar ik
zou gaan wonen. Je was in die tijd
verplicht om in je werkgebied te gaan
wonen. Ik kreeg de woning bij het
wijkgebouw in Sint-Philipsland aan
gewezen. Die stond leeg. Ik kon er zo
in."
Vanuit Walcheren was het makkelijk
om naar Sint-Philipsland te komen.
Ze nam vaak het pontje van Zijpe
naar Anna Jacobapolder. „Dat heb ik
jarenlang gedaan in het weekeinde.
Het voer wel eens niet door mist en
storm. Dan moest ik helemaal achter
om via Bergen op Zoom en Steenber
gen. Dat was echt een heel eind om."
Ze werd de eerste ziekenverzorgster
in het wijkteam Tholen. Dat omvatte
behalve Tholen ook Poortvliet, Oud-
Vossemeer en Sint-Philipsland. Het
andere team was Sint-Maartensdijk
van waaruit de andere woonkernen
werden bediend.
Er waren toen nog zeven wijkzusters,
vertelt Sannie. „Je noemde ze ook
nog zuster. Zuster Smit, zuster Krij
ger, zuster Slager. Het team zat niet
echt op mij te wachten. Dat was be
grijpelijk want ze moesten werk aan
mij afstaan, terwijl ze best een flinke
klantenkring hadden."
Nu is er een team, maar toen werkte
elk team apart, zegt ze. Overleg ple
gen was toen niet zo aan de orde.
„Tijdens het weekend wist je niet wat
de ander deed. En soms kwam het
voor dat mensen pas om half twee 's
middags werden geholpen omdat de
route zo vol zat. Klanten pikten dat
gewoon."
De ziekenverzorgster was ook weeg
en meethulp op het consultatiebureau
in Tholen bij dokter Notschale. Sa
men met zuster Schot-Uijl. Dat
gebeurde 's middags, 's Middags be
stond er toen nog het zogeheten pre
ventief bejaardenhuisbezoek. „Via de
gemeenten kregen we adressen om
ouderen thuis te bezoeken. Zonder
dat we van tevoren een afspraak
maakten, belden we aan.
We praatten met de mensen over hoe
het ging, of ze zich konden redden in
huis, of ze medicijnen gebruikten.
Dat was een hele luxe. We kregen
daarvoor een lijstje van de gemeente,
maar ik heb niet meegemaakt dat we
ouderen bezochten die onder de 75
jaar waren."
Het werk was afwisselend en veelzij
dig want Sannie verzorgde ook cur
sussen. Vanaf 1985 draaide de cursus
ziekenverzorging thuis bijvoorbeeld.
In zes middagen of zes avonden wer
den familieleden die thuis een zieke
verzorgden geleerd hoe ze een zie-
Op een gegeven moment kom je op een punt dat het lijkt of de wereld op zijn
kop komt te staan. Diegenen die van kinds af aan goed voor je gezorgd heb
ben, zijn dan zelf ineens aan intensieve hulp toe. Bij de een komt dat moment
iets vroeger dan bij de ander, maar vroeg of laat is het zover. Eigenlijk sluipt
zoiets er zachtjes in. Vader en moeder houden zich stoer voor hun kinderen,
en zeggen aanvankelijk 'dat ze zichzelf nog prima kunnen reddenEnerzijds
wordt deze bewering, tegen beter weten in, ingegeven door de trots die ze on
danks hun ouderdom graag willen behouden, en aan de andere kant willen ze
hun op zichzelf wonende kinderen niet tot last zijn. Bovendien weten zij in hun
achterhoofd dat bij een regelmatig terugkerende hulpvraag de kans aanwezig
is dat hun nazaten de koppen bij elkaar gaan steken met als uitkomst dat pa
en moe zich toch maar eens voor een verzorgingstehuis moeten laten inschrij
ven. Nee, dan liever nog maar even aanmodderen samen, zolang dat nog gaat
tenminste.
De alsmaar toenemende individualisering binnen onze samenleving en de
grote werkdruk van al die fulltime tweeverdieners laten geen ruimte voor veel
aandacht en de zogenoemde mantelzorg voor onze oudjes. Een bliksembezoek
in het weekend kan er vaak nog net af, maar daar houdt de 'hulp 'dan ook een
eind mee op. Wie zit er immers in zijn schaarse vrije tijd te wachten op al dat
gezever en geklaag van een stel ouden van dagen?
Het klinkt misschien allemaal wat cru, maar evengoed kun je dit verhaal als
'confronterend' uitleggen. Wees nu eerlijk, hoeveel jonge mensen herkennen
zich niet in het beeld dat hier wordt geschetst? Ikzelf ben mijn moeder helaas
veel te vroeg verloren, maar qua aandacht vragen compenseerde mijn alleen-
wonende vader dat verlies moeiteloos. Te pas en te onpas hing hij aan de tele
foon met de vraag of ik toch alstublieft maar weer even snel op wilde komen
draven. Hij was ook zo iemand die zich voor de schijn heel groot kon houden.
Zo van: „Ik kan heel goed voor mezelf zorgen en eigenlijk heb ik niemand no
dig. In de praktijk bleek echter het tegendeel. Hij was mede door een handi
cap bijna volledig aan de hulp van anderen overgeleverd. Daarnaast was het
een dominante man die er een sport van maakte om jan en alleman op te laten
draven om allerlei klusjes voor hem te doen. Hij had op den duur zelfs een
vast schema van buren waar hij op toerbeurt 's avonds op de koffie ging.
Kortom, hij betrok eigenlijk de hele buurt erbij om zijn zelfstandigheid'te be
houden. Dat hij daarbij een abnormale claim legde op het sociale (gezinsle
ven van anderen deerde hem niet.
Die egoïstische houding dreef op den duur een wig tussen mij en mijn eigen
vader. Mensen kwamen bij mij over hem klagen en in zijn wanhopige pogin
gen om toch maar niet in de handen van professionele zorgverleners te belan
den, was in zijn ogen elk middel geoorloofd.
Ik heb er vele nachten van wakker gelegen. Aan één kant voelde ik me moreel
verplicht mijn 'ouwe heer'af en toe terecht te wijzen. Maar ik wilde hem ook
graag helpen met hetgeen er binnen mijn mogelijkheden lag. Er ontstond een
haat-liefdeverhouding tussen ons. Hij gaf tegenover anderen hoog op over
'hoe ver ik het toch wel geschopt had', maar mijn harde - maar eerlijke - op
stelling over zaken die met zijn pseudo-zelfstandigheid te maken hadden kon
hij absoluut niet waarderen.
Vele gesprekken met de huisarts en professionals in ouderenzorg konden hem
er niet van overtuigen dat hij het met zijn lichamelijke beperkingen en enorme
behoefte aan persoonlijke aandacht en aanspraak in een woongemeenschap
veel beter zou hebben.
Er restte ons als kinderen niets dan af te wachten tot het moment dat hem echt
iets zou overkomen, je kunt immers niet dag en nacht over zo iemand waken.
Ik moet u bekennen dat die situatie bij mij voor veel frustraties zorgde.
Op een ijskoude najaarsavond werd ik gealarmeerd door de overbuurman
van vader, die het zaakje niet helemaal vertrouwde. Niet ten onrechte, zo
bleek bij aankomst. In de woonkamer trof ik die grote sterke vent van weleer
aan als een zwaar aangeslagen bokser. „Een herseninfarct", luidde de diag
nose van de dienstdoende arts. Twee maanden later is hij aan de gevolgen
hiervan overleden.
Waarom vertel ik u dit? Welnu, ik heb van mijn ouders altijd geleerd dat liefde
en respect van twee kanten moet komen. Maar wat te doen als vele jaren later
blijkt dat zij die wijze les zelf vergeten zijn
Ik hoop maar dat u allemaal goed voor uw ouders zult zorgen. En dat zij open
willen staan voor uw hulp en u zo af en toe ook eens laten blijken dat ze uw
inzet en betrokkenheid waarderen.
„Planning is niet altijd gemakkelijk, de zorg wisselt snel, maar het werk is nooit saai", zegt Sannie van de Woestijne.
kenkamer in moesten richten, hoe je
aan een hoog/laagbed kon komen,
hoe zo'n bed op moest maken, hoe
iemand in bed gewassen kon worden
en wat het betekent om ziek te zijn.
„Dat draaide heel goed. Samen met
Tineke van Vliet ben ik daar mee be
gonnen. Meestal een of twee keer per
jaar. Tot in het begin van de jaren ne
gentig."
In de wijkgebouwen werd ook elke
dag in de week spreekuur gehouden.
Dat duurde een half uur. „Daar ston
den ook alle spullen en verpleegarti-
kelen. Ziekenhuisledikanten, stoelen
en krukken. Het was veel gesjouw en
je reed van het ene naar het andere
wijkgebouw. Er waren natuurlijk ook
dagen bij dat er niks te doen was,
maar ik heb ook wel eens tijdens zo'n
spreekuur een baby gewogen en een
splinter uit iemands hand gehaald.
Het had wel wat, maar gezien de tijd
en de kosten kan dat niet meer." De
spreekuren werden minder, het werk
werd op enkele plaatsen geconcen
treerd. Tot de nieuwbouw in 1992 in
Sint-Maartensdijk zat Sannie lang op
de uitleen, van 11.00 uur tot 14.00
Mensen zijn volgens haar wel mon
diger geworden in de afgelopen
kwart eeuw. „Ze willen graag op tijd
geholpen worden. De meesten tus
sen 8 en 9 uur 's ochtends. Iedereen
wil graag vroeg. Mensen nemen
vaak deel aan de dagverzorging in
de woonzorgcentra of moeten naar
een revalidatiecentrum en dan gaan
ze voor omdat de taxi niet kan wach
ten. Maar dat lukt niet altijd. Als je
het uitlegt, hebben mensen daar wel
begrip voor. Bij sommigen beginnen
we al om zeven uur, maar meestal
tussen half acht en acht uur.
Van de Woestijne heeft ook al de no
dige reorganisaties meegemaakt.
Van het Groene Kruis Tholen, kruis
vereniging Tholen/Sint-Philipsland,
de kruisvereniging rondom de Oos-
terschelde, via de Oosterschelde
Thuiszorg naar Allévo. Wat plaatse
lijk was, werd eilandelijk en later re
gionaal. Nu staat het hoofdkantoor
in Goes. „Het is meer bestuurlijk.
We krijgen richtlijnen vanuit Goes,
maar in de werkwijze is er niet veel
veranderd." Volgens Sannie heeft el
ke regio ook wel een beetje een an
der werkwijze. „Zoals hier op Tho
len zitten we als planners bovenop
de uitvoering. Het is kleinschalig.
Op de Bevelanden worden ze aange
stuurd vanuit het kantoor in Goes."
De binding met het Groene Kruis
ging verloren. „Vroeger werden
mensen die lid waren van het Groe
ne Kruis geholpen. Daar hadden ze
ook recht op zeiden ze want ze had
den bijvoorbeeld al veertig jaar be
taald. Nu vinden sommigen de eigen
bijdrage - die betalen ze afhankelijk
van hun inkomen - te hoog. De wijk
verpleegkundige deed toen de inta
ke. Nu doet dat het indicatieorgaan.
Die zijn onafhankelijk, maar je moet
nu eerst officiële wegen bewande
len. Gelukkig kan de wijkverpleging
vaak ook direct om meer zorguren
vragen bij het indicatieorgaan."
De ziekenverzorgster heeft het goed
naar haar zin. „Er zijn vaak nieuwe
dingen. Het is nooit saai en je kunt je
hier ontplooien. Je raakt er nooit op
uitgekeken. Ik heb ook een fijne
club collega's. Dat vind ik ook het
sterke van Tholen. Met elkaar de
zorg runnen. Het wij-gevoel is hier
heel belangrijk. We moeten het sa
men doen. Ik heb nooit naar een an
dere baan elders gekeken. De uitda
ging die ik hier vind in mijn werk, is
gebleven."
De Walcherse kende Tholen niet
toen ze 25 jaar geleden hier naar toe
kwam. „Het was puur omdat ik die
functie zo graag wilde, maar ik had
op mijn werk in Goes ook al leuke
collega's die van Tholen kwamen.
En Walcheren is net als Tholen toch
ook een landbouwland. Ik mis wel
de echte zee. Daar woonde ik vlak
bij, maar ik heb hier mijn vrienden
kring opgebouwd."
De toekomst ziet ze met vertrouwen
tegemoet. „Planning is niet altijd ge
makkelijk. De zorg wisselt snel, zo
dat je je planning in 1 week soms
twee keer om moet gooien. Het kan
dan behoorlijk spoken. Zeker als de
ziekenhuizen voor de feestdagen
mensen naar huis sturen. Voor de
zorg en de planning zijn dat heftige
dagen. Maar we verkopen niet graag
nee. Er is wel meer concurrentie ge
komen, maar dat houd je scherp.
Goede zorg leveren is belangrijk."
Sjaan van der Eist en Henk Aarnoudse werken 25 jaar in zorgcentrum De Schutse.
In de 37 jaar dat de Schutse bestaat,
zijn er vier zilveren jubilarissen on
der het personeel geweest. Sjaan van
der Eist is de eerste verzorgende die
deze mijlpaal bereikt heeft. Ze was
vijftien toen ze in de Schutse kwam
werken als bejaardenhelpster. Na
twee jaar ging ze naar Ten Anker in
Tholen en volgde daar de interne op
leiding voor verzorgdende. Ook
werkte ze korte tijd in Ter Valcke in
Goes. In 1979 solliciteerde ze, in
middels getrouwd, opnieuw in Sint-
Annaland. De Thoolse begon met
een aantal avonden en naderhand
werkte ze in het weekend. Naarmate
de kinderen groter werden, kon ze
meer van huis. Nu ook de jongste op
de middelbare school zit, werkt ze
zestien uren in de week en draait alle
diensten.
Het werk is best zwaar, wil Sjaan
v.d. Eist niet verhelen. „Ik ben ook
weieens flink moe als ik thuis kom."
De tegenwoordige bewoners van
een zorgcentrum vragen immers een
veel intensievere zorg dan jaren ge
leden. Sjaan vindt het niet erg. „Je
raakt erg bij de bewoners betrokken.
Het is een verrijking, je bouwt een
band op en zoekt het beste voor de
mensen." De Thoolse roemt de pri
ma sfeer in het zorgcentrum. „De
collegialiteit, de onderlinge band
tussen het personeel is goed. En ook
de verstandhouding met de bewo
ners. Gelukkig, want zorg verlenen
doe je samen." Teamleidster Corrie
van Leeuwen onderschreef dat er
een onderlinge band van vertrouwen
is bij het personeel. Dat vertrouwen
noemde de jubilaris de basis om het
werk goed te kunnen doen.
Naast haar werk op de afdeling 't
Nieuwlandje in de tijdelijke Schutse,
werkt Sjaan ook bij mensen in de
Vroonhof en bij enkelen die nog
zelfstandig in het dorp wonen. Het
bevalt haar prima. „Met mensen om
gaan, dat vind ik heel fijn om te
doen." Ze volgt nog steeds cursussen
om van de nieuwste ontwikkelingen
op de hoogte te blijven. Directeur
Kok typeerde Sjaan van der Eist als
rustig en vriendelijk, iemand die niet
op de voorgrond treedt. Hij betrok
daar haar dochter Eelke bij, die hij
kent van zijn vorige baan in De Sa
maritaan te Sommelsdijk.„Ik denk
dat je hier goede jaren hebt mogen
hebben en hoop dat je de kracht mag
ontvangen om nog vele jaren door te
gaan met je werk", aldus Kok.
„Dank aan de Heere God die me al
die jaren de gezondheid en kracht
gaf om dit mooie werk te kunnen
doen", zei de jubilaris. Ze was dank
baar dat haar wederzijdse ouders dit
mochten meemaken. Herinnerde er
aan hoe haar kinderen soms meegin
gen als ze ging werken, en dat ze dan
weieens een snoepje kregen van
sommige bewoners. Bovenal be
dankte Sjaan haar man Kees: „Je
was er altijd toen de kinderen nog
klein waren. En je stond er ook altijd
achter dat ik dit werk deed."
Zowel Kok als hoofd verzorging Ine
van Ommen noemden de bijdrage
Stemmen
van lezers
Naar aanleiding van de artikelen
'Binnenkort wellicht kinderopvang
in Sint-Philipsland' en .Rabobank
gaat zeker niet weg uit Sint-Philips
land' wil ik stilstaan bij de situatie
op de financiële markt en de gevol
gen voor de middenstand en de leef
baarheid. Uit recent onderzoek is
gebleken, dat de verzekeringsadvi
seur na de keukenadviseur de meest
irritante persoonlijkheid is. Er zijn
legio bedrijven die u 's avonds las
tig vallen met telefoontjes voor het
oversluiten van uw hypotheek.
Knap hoor, dat deze bedrijven voor
af al weten dat het goedkoper kan
zonder dat zij uw persoonlijke situ
atie kennen.
Een volgende reden voor het nega
tieve beeld is de ondoorzichtigheid
van de financiële wereld. Door de
vele aanbieders, de diverse prijsstel
lingen en de verschillende produc
ten, levert de klant zich vaak maar
over aan de adviseur. Vertrouw
daarom niet zomaar iedereen. Dat is
vervelend, want dan moet u zich als
consument door de hele financiële
materie worstelen om een goed
beeld te krijgen van uw persoonlijke
situatie.
Door reclame-uitingen, zoals van
banken die geen winstoogmerk heb
ben, wordt de consument beïnvloed
in de beeldvorming. Als ik een pond
gehakt bij de slager koop, weet ik
dat de slager daaraan verdient. Mag
het, anders heeft de slager ook geen
bestaan en juist de middenstand is
zo belangrijk in kleine dorpen. Dat
geldt ook voor de financiële advi
seur. Die mag best geld verdienen,
maar de prestatie moet in verhou
ding tot de verdiensten staan. Dus
het beste product adviseren en de
nodige tijd investeren in uitleg over
inhoud, doel en eindresultaat van
het product. Het is dus belangrijk
om een onafhankelijk adviseur in te
schakelen, want die kan tenminste
meerdere producten vergelijken en
aanbieden. Onmogelijk is het om 1,
2, 3 of 4 maanden geen rente te be
talen. De rest van de looptijd wordt
er genoeg verdiend om het zoge
naamde voordeel voor de consu
ment terug te halen via een hogere
rente na de eerste, rentevaste perio
de. Het is voor de leefbaarheid van
belang dat de kleine kantoren op
Tholen en Sint-Philipsland niet nog
kleiner worden. Laten wij het gezel
lig houden. De kleine middenstand
moet ook een boterham verdienen.
Edwin Hage,
Plataanstraat 28,
Sint-Philipsland.
Hierbij zou ik willen reageren op de
ingezonden brief in de Eendracht-
bode van H.P.M. van Putte. Hij be
weert dat kreeften geen pijn voelen
en verwijst naar een Noors onder
zoek.
Dat Noorse onderzoek is ook mij
bekend, maar het levert geen echt
bewijs dat kreeften geen pijn voe
len. Het rapport heeft dan ook veel
verschillende reacties opgeleverd.
Een ieder die uitgebreide informatie
wil hebben over kreeften en hetgeen
er gebeurt met kreeften voor mense
lijke consumptie, zou ik willen ver
wijzen naar de website van PETA
(People for the Ethical Treatment of
Animals), een van de grootste inter
nationale dierenwelzijnsorganisa-
ties. Op www.peta.org kun je lob
ster (kreeft) intikken. Je krijgt dan
links over studies en onderzoeken
aangaande het voelen van pijn door
kreeften. De uitkomsten van die on
derzoeken laten heel andere dingen
zien dan het Noorse onderzoek.
H.P.M. van Putte bestempelt kreef
ten als .kannibalen. Ik denk dat hij
doelt op een van de vele vormen
van (afwijkend) gedrag die dieren
vertonen als dieren door mensen in
situaties worden geplaatst die wei
nig of niets met de natuur van die
ren te maken hebben. Niet zelden
worden dieren in gevangenschap
zelfs van hun primaire levensbe
hoeften beroofd. Het is bijvoorbeeld
al tientallen jaren bekend dat in de
bio-industrie, waar dieren op elkaar
gepakt zitten in kleine ruimten en
andere onnatuurlijke omstandighe
den, vaak irritatie en agressie ont
staat onder de gestresste dieren. Zo
zie je dat varkens elkaar bijten en
dat kippen naar elkaar pikken. Als
voorzorgsmaatregel worden in de
bio-industrie de gevoelige snavels
van kippen onverdoofd gekapt.
Nu terug naar de kreeften. Met het
oog op de gegevens die ik de laatste
jaren heb gelezen over kreeften,
lijkt het mij aannemelijk dat kreef
ten pijn voelen. Zover ik heb kun
nen nagaan, weten de vele biologen
die door PETA zijn geraadpleegd,
geen goede oplossing hoe je kreef
ten op een humane manier kunt dp-
den. Het komt mij voor dat pijn bij
kreeften niet bepaald wordt door de
grootte van de herseninhoud, maar
dat de speciale constructie van het
goed ontwikkeld zenuwstelsel, met
zenuwknopen verspreid over het li
chaam, ervoor zorgt dat de dieren
pijn voelen. Dr. Jarren G. Horsley,
een bioloog op het gebied van onge
wervelde dieren, maakt melding dat
kreeften extra lijden doordat bij de
ze dieren, in tegenstelling tot bij
mensen, geen shock optreedt bij
(extreme) pijn. Bovendien vrees ik
dat zelfs een in stukken gehakte
kreeft pijn voelt.
Biologen zijn het er doorgaans over
eens dat kreeften pijn voelen. Als
sommige mensen beweren dat
kreeften geen pijn ervaren, dan zit
ten we dus met twijfel. In dit geval
zou ik zeggen: gun de dieren dan
het voordeel van de twijfel. Los van
de discussie over wel of geen pijn
voelen door bepaalde dieren, lijkt
het mij dat geen dier het prettig
vindt om levend gekookt te worden.
De natuur biedt gelukkig genoeg
producten die je wel met een gerust
hart kunt koken.
J.J.B. Nanning,
Tholen.
die de jubilaris leverde aan de pallia-
tieve zorg. Ze maakte deel uit van de
werkgroep die de komst van een
hospice bij de Schutse voorbereidde,
en ze verleent er ook zorg. Van het
zorgcentrum kreeg Sjaan een aqua
rel cadeau, gemaakt door Jos Boog
aard. „Het is de skyline van Sint-
Annaland." De collega's boden een
bistroset aan. De jubilaris werd nog
verrast door haar jongste dochter
Rhodé, die een gedichtje voor haar
had geschreven en dat voordroeg.
Henk Aarnoudse begon in 1980 als
kok (hij werkte voordien bij bakker
Zwegers in Oud-Vossemeer) en
werd later hoofd keuken. „Op den
duur was 20 uur van mijn tijd gevuld
met vergaderen en leiding geven",
legt hij uit. De overstap naar hoofd
facilitaire dienst, een jaar of vijf ge
leden, was dan ook niet zó groot.
Naast hoofd verzorging Ine van Om
men en directeur Peter Kok fungeert
Aarnoudse nu in de leiding van het
zorgcentrum. Hij heeft een dertigtal
medewerkers onder zich. De keu
ken, linnenkamer, de huishoudelijke
en de technische dienst en de open
bare ruimtes vallen onder zijn ver
antwoordelijkheid. „Ook een groot
deel van de inkoop gebeurt door
mij." Aarnoudse legt uit dat de lin
nenverzorging (wassen e.d.) van zo
wel het zorgcentrum als De Vroon
hof volledig in eigen huis gebeurt. In
de keuken worden dagelijks een
kleine 200 maaltijden bereid, ook
voor tafeltje dekje. En medewerkers
van de huishoudelijke verzorging
doen hun werk ook buiten de instel
ling, in het dorp. Voor zijn zilveren
dienstverband is Aarnoudse door de
Schutse beloond met een aantal
theologische boeken. De collega's
verblijdden hem met een tuinparasol
met voet.
4
zijn alle poliklinische afdelingen
gesloten, met uitzondering van
de afdeling spoedeisende hulp.
Wilt u verzekerd zijn van 100% tijd en
aandacht? Bel dan voor een afspraak
0187-475 440.
gevelstenen dakpannen tegels en
sanitair deuren en kozijnen sfeer
verwarming plafond- en wandpanelen
hout en plaatmateriaal sierbestrating
bouwmaterialen gereedschappen
Middelharnli - Industrieweg 35
Advertentie I.M.