Spuitgast profiteert van kennis
en ervaring bij de brandweer
S. Baaij van Calvijn college had
het lesgeven niet willen missen
Een second opinion
Delta nota's
Toneel PJZ in
Chinese sferen
Mooi voor later
Thoolse leraar Engels stopt na 19 jaar in Krabbendijke
Donderdag 10 februari 2005
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Brandwacht Leen Kosten na 35 jaar uit blusgroep in Sint-Philipsland
Op de jaarlijkse brandweeravond in Meulvliet wordt af
scheid genomen van Leen Kosten. 35 jaar was hij actief
als spuitgast bij de blusgroep in Sint-Philipsland. Kosten
werd in september 55 jaar. In die maand trok hij zijn uni
form definitief uit. Ook al werd hem gevraagd nog een
jaartje aan te blijven. Zijn nieuwe baan trok zo aan hem
dat hij voor het werk koos. De overgang van brandweer
naar privé is Kosten dan ook prima bevallen, zegt hij.
„Ik ben niet in een leegte gevallen. Door mijn werk heb
ik er alleen maar meer bijgekregen. Ik heb nog geen uur
thuisgezeten."
Bliksem
Ongeval
Ongevallen
Hij heeft er best moeite mee om te stoppen met werken,
maar is tegelijkertijd dankbaar dat hij dat kan doen nu hij
nog redelijk gezond is. Morgen neemt S. Baaij (61) uit
Tholen officieel afscheid van het Calvijn college in
Krabbendijke. Negentien jaar werkte hij daar als leraar
Engels. „Ik had het niet willen missen, het is verrijkend
geweest."
Schaduwkant
Bovenbouw
Perfectionist
Stemmen
van lezers
Nogmaals probeert de gemeenteraad
via een extern bureau de burgers in te
schakelen bij het inventariseren van
zogenaamde impulsen. Mogelijk her
inneren de burgers zich nog hoe 'en
thousiast' de opstelling was van Be
stemming Tholen 2025. Dit
'aandragen' werd later door de CU in
des burgers schoenen geschoven
i.v.m. de drastische stijging van de ge
meentelijke belastingen. Zoals later
bleek, hadden ook de colleges geen
idee van de financiële gevolgen, want
een groot gedeelte van de aangedra
gen ideeën werd wegbezuinigd. De
'inbreng' van de burgers was dus van
nul en generlei waarde. Als we de be
cijfering van vorige kranten interpre
teren. houdt het in dat tot en met 2007
geen enkele ingediende 'impuls' ver
werkelijkt kan worden. Immers de re
serves zijn dan uitgeput vanwege de
nieuwbouw! In een gesprek met Buck
Consultants International werd even
eens uitgegaan van veronderstellin
gen, maar concrete zaken kwamen
niet aan de orde. Het opknappen van
de Markt in Sint-Maartensdijk kan
toch geen 'impuls' genoemd worden?
Een bestaande, in gebruik zijnde par
keergelegenheid veranderen in wat
perkjes cn 'kunstwerk', met als ge
volg nog minder parkeermogelijkhe-
den moet dan een 'impuls' heten en
mag veel geld kosten. Óverige straten
die nodig aan reparatie toe zijn, slaan
we een jaar of zeven over! Wat ook
zal worden aangedragen, er komt
weer een mooi en duur rapport dat in
een volgende la gaat. Dat zijn de ma
nieren om leefbaarheid te scheppen.
Hoe de serieuze onderhandelingen
over het bestaande gemeentehuis zul
len uitpakken, blijft voorlopig nog
een raadsel. Echter, als de verkoop
waarde van deze panden op eerlijke
waarde wordt geschat, terwijl er voor
het ingebruiknemen nog grote aan
passingen en verbouwingen moeten
plaatsvinden, zal de exploitatie er niet
om liegen. Maar het is een moge
lijkheid, hoewel nog in een pril stadi
um en er is nog geen sprake van een
contract en het financieel concretise
ren moet nog bezien worden of het al
lemaal mogelijk is. Zelfs de wethou
der ziet in dat het nog 'heel wat voe
ten in de aarde heeft'. Het had er de
schijn van dat alles helemaal rond
was, zie hel optimistische bericht in
de EB van 27 januari. Scepsis was
niet ongegrond omdat andere moge
lijkheden duidelijk aanwezig waren!
(zie de verschillende Ecndrachtbodes)
Wie was er eigenlijk cynisch? Is het
niet cynisch dat burgers warm wor
den gemaakt om ideeën aan te dragen
die toch niet in het beleid worden
meegenomen
Een opmerking als 'de mond snoeren'
door een bestuur kan geen kiezer
waarderen en is een ondemocratische
uitspraak. Daaruit blijkt dat die niet
met zijn kiezers rekent. Voor alle in
woners van het eiland Tholen is m.i.
maar één ding belangrijk, waaraan al
le andere 'impulsen' ondergeschikt
moeten worden gemaakt, dat is om in
alle kernen te zorgen voor een goede
leefbaarheid en bereikbaarheid, dus
de nodige faciliteiten voor winkels -
post - bank - dokter - enz. Daarbij
vooral rekening houdend met de ou
deren in de verschillende kernen,
waarvan velen niet mobiel zijn en dus
voor alle boodschappen afhankelijk
zijn van anderen. Dat zou pas de
waardering van de kiezers verdienen!
Alle gelden (die misschien over 10
jaar beschikbaar zullen komen) die
nen daarvoor bestemd te worden en
geen opzienbarende of onzinnige ver
anderingen aanbrengen die niet bij
dragen aan de leefbaarheid van de
dorpen. Het uittrekken van geld door
de VVD voor een second opinion
(tweede mening) lijkt mij daarom al
weer een nietszeggende onderneming
van 50.000 euro.
Van het programma Tholen 2025
kwam de helft nog niet terecht en zal
dat nu wel het geval zijn, nu de finan
ciën steeds nijpender worden? Of
wacht ons weer een unanieme belas
tingverhoging?
Burgers van het eiland wees voor
zichtig met uw suggesties, want alles
moet uit uw portemonnee komen, en
dan nog wanneer? Het bureau is in
gehuurd voor concrete zaken, dus niet
zomaar voor allerlei leuke impulsen.
Er moet immers geld voor aanwezig
zijn, anders heeft 'aandragen' geen
enkele zin, denk maar aan Tholen
2025. (Dat was the first opinion).
C. Rijnberg, Sint-Maartensdijk.
Ik heb altijd 114 euro automatisch per
maand betaald voor energie aan Del
ta. Sinds april of mei 2004 ontvang ik
iedere maand een acceptgiro van 492
euro en dat is in 2004 al acht keer ge
beurd. Ik heb daar ongeveer vijftien
keer over gebeld en dan krijg ik te ho
ren: het is zo druk, er wordt aan ge-
Chinees restaurant Sambal Bij is het
decor voor de jaarlijkse toneeluit
voering van de Thoolse Plattelands
jongeren Zuid. De toneelgroep van
de PJZ brengt op zaterdag 26 febru
ari het door Piet Kuijper geschreven
stuk 'Sambal Bij'. Daarin is te zien
hoe twee culturen noodgedwongen
worden samengebracht onder bizar
re omstandigheden. De slonzige
bouwvakker Onsie (John Goedege-
werkt. Eind januari 2005 kreeg ik een
acceptgiro van 575 euro. Dat is onge
veer 4500 euro energiekosten voor
een bejaardenwoning per jaar. Tot nu
toe krijg ik als antwoord: nog niet be
talen, maar ik heb negen acceptgiro's
in huis liggen. Dit regelt die goede
Delta n.v. in Middelburg.
A J.P. Rijnberg, Tholen.
buure) en de keurige Gijsbert van
Stralen (Warner Verboom) bouwen
samen aan een illegaal project. Een
tropische lekkernij, de smaakpolitie
en een hysterische buurvrouw hou
den de boel levendig in het traditio
nele Chinese restaurant. De verdere
rollen in dit hilarische stukje toneel
worden vertolkt door Pieter Rogge
band, Rianne Abrahamse, Janita
Kaashoek, Han de Rooij, Miranda
Visser, Renata Potter en Jaco Bolier.
De voorstelling begint om half acht
en na afloop is er muziek van drive-
in Joka.
Ik heb sterk de indruk dat we thans een hele generatie overslaan. Ouderen pra
ten het liefst alleen maar over die goeie ouwe tijd. En de mensen die nu bepa
lend zijn voor hetgeen er over ons in de geschiedenisboeken van de toekomst
verschijnt, houden zich vooral bezig met zorgen voor later. Het lijkt soms wel of
er lussen de pakweg 20 en 60 jaar geen leven meer bestaat. We genieten niet
meer van hetgeen vandaag gebeurt. Velen denken, aan hun gedrag te zien, dat
ze het leven later nog eens dunnetjes over kuimen doen. Die instelling inspireert
een grote groep medemensen tot het digitaal vastleggen van alles wat zich he
den ten dage voordoet. Video-opnamen van alles wat in en om het huis beweegt,
foto's van elk detail en van elke vakantie vanaf 1968 tot heden. Waar je ook
komt en wat je ook doet, er staat steeds wel zo'n kudde amateur-filmers en
pseudo-fotografen voor je neus. Zij maken klaarblijkelijk liever een documen
taire van hun leven dan dat ze de hen beschikbaar gestelde tijd frank en vrij op
leven.
Wat is het nut van een film waarop dieren in de dierentuin te zien zijn? Zo'n rol
prent voegt naar mijn mening toch niets toe aan de beeldvorming van onze na
komelingen. Als zo'n band over pakweg 100 jaar per ongeluk in handen komt
van intellectuelen, hoor ik de snerende opmerkingen al aan. „Niet erg snugger
hè om uitgerekend de originele bewoners in een dierentuin te filmen.Zulke op
names zijn pas leuk als er plots allerlei mensen in de hokken en waterpartijen
zouden opduiken. AI was het alleen maar om de ongelovige thuisblijvers te
overtuigen. De 'vastlegdrift'gaat ten koste van het genieten van 'het moment'.
Dat je kind zijn of haar eerste stapjes doet is knap, maar toch niet uniek? Maar
nee hoor, we laten zo 'n wankelend luierbroekje nog liever tegen de plavuizen
kletsen dan dat we onze camera loslaten.
Het is toch absurd dat je van anderen moet horen dat je zoontje zojuist met suc
ces op is geweest voor zijn zwemdiploma A Je bent er weliswaar zelfbij, maar
een dikke haag filmende en fotograferende collega-ouders belemmert je dood
leuk het uitzicht. De fanatiekste beeldkunstenaars presteren het zelfs om aan de
badmeester te vragen of hij even opzij wil gaan. Of ze laten hun vermoeide kind
nog één keer extra van de badrand duiken, omdat het dopje nog op de lens zat
bij de eerste poging.
Ik snap best dat een foto van dierbare momenten en personen een waardevol
bezit kan zijn. Dat het vertederend is om jezelf, 25 jaar na dato, weer te zien
spartelen in de box. Maar er zijn grenzen.
Onlangs werd er bij ons op een zondagochtend aangebeld door een oom en tan
te. Onwetend van het onheil dat ons te wachten stond, vergat mijn vrouw de ge
ijkte smoes 'dat we eigenlijk net op het punt stonden om weg te gaanDom,
oliedom, maar ja. Nog geen tien minuten later zaten we met een kopje koffie en
biscuitje naar het video- en fotoarchief van het belegen koppel te kijken. Wat
bleek? Zij hadden van een onlangs door ons bezochte familiereünie kilometers
film en honderden foto 's gemaakt. Het digitale overzicht gaf bovendien nogal
een eenzijdig beeld van het hele gebeuren. Tante met haar kleinkind, oom met
zijn schoonzoon. Dochter met haar dochter, kleindochter op de skelter, klein
dochter op de trampoline, tante die kleindochter eten geeft. Schoonzoon die zijn
dochtertje van zijn bier laat proeven, oom die met zijn kleinkind aan het voet
ballen is, enzovoort, enzovoort.
„Mooi voor later", zei mijn tante verrukt bij het zien van al die eigengemaakte
beelden. Dat zij en haar man tijdens de reünie een unieke kans hadden laten lig
gen om weer eens lekker bij te kletsen met de anderen uit hun familie, liet haar
klaarblijkelijk koud. Dat het gezien hun beider leeftijd niet denkbeeldig is dat
dit wel eens de laatste contactdag geweest kon zijn die ze temidden van hun fa
milieleden bijwoonden, maakte in hun beleving niets uit.
Gekke gedachte eigenlijk, dat de bejaarden van de toekomst in hun praathuisje
op het havenplein straks geen oude herinneringen meer hoeven op te halen.
Geef ze een scherm en een beamer, en de oudjes kunnen jaren vooruit met al de
onbenulligheid die we tegenwoordig aan het vastleggen zijn.
Brandweerman Leen Kosten kreeg een tuinbeeld van zijn collega's uit Sint-Philipsland: een spuitgast.
Het valt niet mee om een afspraak
met Kosten te maken. Hij oogt
rustig en ontspannen maar is een
druk baasje. Hij neemt examens af
voor het CCV, een onderdeel van
het CBR, het centraal bureau rij
vaardigheid. Als docent en trainer
werkt hij voor De Coninck, mane-
gement en organisatie, met vesti
gingen in Nederland en België.
Kosten kan in negen vakken les
geven en examens afnemen, van
touringcarvervoer tot gevaarlijke
stoffen, van taxivervoer tot auto-
laadkraan met hijsbewijs. Hij rijdt
er voor door heel Nederland en
een deel van België. Het is zijn
lust en zijn leven. Zijn ogen glim
men als hij vertelt dat zijn exa
menkandidaten tot nu toe allemaal
zijn geslaagd. „Het zijn gemoti
veerde leerlingen. Ze willen alle
maal graag hun diploma halen om
dat ze het nodig hebben voor hun
werk."
Kosten heeft nu profijt van de er
varing en de kennis die hij bij de
brandweer opdeed, zegt hij. „Je
weet van de hoed en de rand. Je
weet wat perslucht is, je weet
wat brandblusapparatuur inhoudt.
Daar heb je toch veel van meege
kregen. Het komt bij allerlei on
derdelen van pas: bij bedrijfshulp
verlening, bij gevaarlijke stoffen,
bij basis veiligheid. Ik heb voor
wat ik nu doe nog wel veel moeten
bijleren. Vroeger had ik de pest
aan leren, nu heb ik een map met
diploma's. Maar dertig jaar erva
ring bij de brandweer is ook goed
voor je c.v."
Zijn jarenlange ervaring als hef
truckchauffeur, kraanmachinist,
vrachtwagenchauffeur, (touring-)
buschauffeur en de brandweer
heeft van Kosten een allrounder
gemaakt. Transport is de rode
draad in zijn leven. Van zijn ken
nis wordt nu volop gebruik ge
maakt. In een maatschappij waar
opleiding en diploma's een steeds
grotere rol gaan spelen. „Een
chauffeur komt er bij de poort van
Shell of bij General Electric niet
in zonder een pasje voor gevaarlij
ke stoffen. Dat gebeurt niet."
Leen Kosten kwam bij de brand
weer toen hij nog maar negentien
jaar was, in september 1968. Zijn
vader Bram Kosten zat ook bij de
brandweer en werkte voor de ge
meente. Kees Stouten was com
mandant. „Wij gingen trouwen en
hadden een nieuw huis gekocht. Ik
wilde eigenlijk niet in militaire
dienst. Via de burgemeester is
toen geregeld dat ik niet in dienst
hoefde. Ik ben wel gewoon ge
keurd, maar ik was zogezegd
overtollig. Er waren genoeg
dienstplichtigen. Maar dan moest
ik wel bij de brandweer. Op 1
maart 1969 ben ik benoemd. Ik
was toen de jongste
Hij werkte als heftruckchauffeur
bij uienwasserij Speijer-van de
Vijver in het dorp. Voor Leen was
de brandweer echter geen onbe
kende wereld omdat hij van zijn
vader verhalen hoorde over hoe
het er toeging. „Daardoor werd je
zelf ook gemotiveerd. Toen wasje
ook blij dat er een brandje was.
We waren ook best fanatiek." De
spuitgasten reden in een Chevro
let. Kosten herinnert zich twee
grote branden uit de beginperiode.
Bij boerderij Bouwlust net buiten
het dorp en bij de boerderij van
Van den Hoek in de Kramerspol
der. „Bij Bouwlust was de blik
sem ingeslagen. Mensen hadden
een vuurbal gezien die dwars door
de boerderij naar binnen was ge
gaan. We zijn er een dag en een
nacht bezig geweest. Met de oude
Chevrolet. Er was een brede sloot
in de buurt waar we water uit haal
den. Toen die leeg was, hebben we
nog een pomp ingezet. Je was lan
ger bezig met nablussen dan met
de brand zelf."
Naar uren werd niet gekeken. Het
is voor Kosten dan ook nu nog de
vraag hoe de arbodienst aankijkt
tegen het werk van de vrijwilliger
die ook nog een volle baan heeft.
„Als iemand veertig uur werkt,
wat doe je dan bij een brand van
10 tot 12 uur? Dal is een grijs ge
bied. Dat is nooit goed uitgelegd."
Kosten weet ook nog dat hij enke
le dagen na het officieel in gebruik
nemen van de nieuwe wagen, een
Mercedes 1017, achter het stuur
kroop om uit te rukken omdat de
vaste bestuurder Jan Wolse ver
hinderd was en de commandant er
geen weg mee wist. „Ik zat toen in
de nacht en was overdag thuis. Er
was weinig volk overdag. Ik heb
toen de auto naar de Wilhclminas-
traat gereden. Daar moest ik ook
maar meteen met perslucht naar
binnen. Er stond een rekje met
kleren voor de kolenkachel. Dat
rekje was er op de kachel geval
len."
Kosten reed toen voor de Darvi
met havenarbeiders uit het dorp
naar Rotterdam. Als parttimer, in
de havens zat hij op een vorkhef
truck.
Kosten is brandwacht geworden,
eerste en later tweede klas. De
cursussen werden toen allemaal
gescheiden van elkaar gegeven. In
Roosendaal werd lesgegeven. In
de wintermaanden. Twaalf tot zes
tien weken elke maandagavond.
„Ik ben niet verder gegaan dan
brandwacht. Je kan ook niet met
zijn allen hoofdbrandwacht wor
den. Je hebt ook spuitgasten no
dig. Het was voor mij de grens.
Bovendien had ik het ook druk
met mijn werk. Dan moet je toch
al wat in gebreke blijven."
Kosten kende hoogtepunten bij de
brandweer maar ook dieptepunten.
Het tragisch ongeval van de zoon
van de brandweercommandant
zette jarenlang een domper op het
korps, zegt Kosten. „Die jongen
was meegegaan op een oefening
en is in de buurt van de vlasfa
briek in Dinteloord in het water
geraakt en verdronken. Het was
een moeilijke periode. Ongeveer
een derde van het korps is familie
van elkaar, dus dat raakt veel men
sen. Een paar jaar later overleed
zijn vader. Het heeft jaren geduurd
voordat de sfeer Weer een beetje
terug was."
Een hoogtepunt was de eerste prijs
bij een regionale wedstrijd in Ze
venbergen bij de suikerfabriek,
begin jaren zeventig. „Dat deed ik
heel graag. Ik was toen nog een
van de jongsten. Iedereen was een
der. Er waren toen nog niet zo veel
rangen en standen van betekenis."
Kosten heeft ook wel eens op het
punt gestaan het korps te verlaten.
Hij had het zo druk dat hij, zo'n
vijftien jaar geleden, door de toen
malige gemeentesecretaris Janny
de Kok op het matje werd geroe
pen. „Ik wilde toen eigenlijk stop
pen. Ik was al diverse keren niet
geweest op de oefening. Janny
wilde van me weten hoe het er
voor stond. Ze vroeg of ik door
wilde gaan. Als ik zou stoppen
moest er weer een nieuwe man
aangenomen worden. Die moest
weer opgeleid worden cn dat zou
de gemeente weer handen vol geld
kosten. Ik ben er toen in geble
ven."
Een andere grote brand herinnert
Kosten zich in Nieuw-Vossemeer
waar een aantal woonhuizen in de
hens stond. Er waren korpsen uit
de hele omgeving opgeroepen om
de brand te blussen.
De Fluplandse brandweer was tot
de herindeling in 1995 zelfstan
dig. En maakte jarenlang deel uit
van de regio westelijk Noord-Bra
bant. Na de herindeling met Tho
len werd het in een grote gemeen
telijk geheel opgenomen, maar
bleef de band met het Brabantse
bestaan. „We deden de opleiding
en cursussen in Brabant, je kende
de mensen daar ook allemaal.
Toen kwam de ommezwaai naar
Zeeland. Daar voelde ik me niet
bij thuis. Wij zijn historisch ge
zien altijd zo op Brabant aangewe
zen. Zeker voor de aanleg van de
dammen en bruggen. De enige
vaste verbinding was naar Steen
bergen. Met Schouwen was er al
leen een pontje. We zijn een zwe
vende cultuur zeg ik altijd maar.
Tussen Zeeland en Brabant, maar
Zeeland was toch nooit in trek."
Ook Kosten zag dat in de eloop
der jaren het aantal uitrukken voor
brand afnam en het aantal voor
hulpverlening bij ongevallen toe
nam. Het bevrijden van slacht
offers uit auto's was lastig, maar
Kosten kon er goed tegen. „Als ik
thuis kwam was ik het alweer
kwijt. Ik heb er nooit last van ge
had. Het is een ander verhaal als
het familie van je is. Dat is het
akelig en vervelend." Scherp staat
nog voor de geest de auto die te
gen de Oostdijk was gereden en
zwevend door de lucht uiteindelijk
op de kop in een achtertuintje was
beland zonder dat er een dode bij
viel. „Een wonder. De bewoners
waren toen net op vakantie. Ieder
een dacht dat de bestuurder dood
zou zijn, maar hij leefde nog. Dat
was wel het meest bijzonder dat ik
heb meegemaakt."
Over de toekomst van de brand
weer is het laatste woord nog niet
gezegd. Een ding staat voor Kos
ten vast: het rijk zal straks bepalen
hoeveel korpsen er nodig zijn op
welk inwonertal. „De gemeente
zit op de tweede rij. Als er tussen
nu en tien jaar nog eens 1000 of
2000 mensen bijkomen in de ge
meente dan heb je kans dat er een
beroepskorps komt. Maar dat kost
wel klauwen met geld."
Kosten heeft daar wel een oplos
sing voor. De beroepskrachten
zijn immers ambtenaar en kunnen
in de tijd dat ze niet hoeven uit te
rukken andere werkzaamheden
verrichten: bodewerk in het ge
meentehuis of onderhoudswerk
aan het gemeentelijk wagenpark.
„Nu wordt veel uitbesteed, maar
dan zou je dat weer zelf kunnen
doen."
Mocht er ooit over beslist worden,
dan is het voor Kosten duidelijk
dat niet de gemeente dat moet
doen, maar het rijk. „Anders krijg
je zulke toestanden. Welk korps
moet er dan weg?"
Scheidend leraar Engels S. Baaij zal zijn werk in Krabbendijke missen, maar heeft voldoende andere liefhebberijen.
Baaij noemt het Calvijn college een bouw van de theoretisch/gemengde
ontzettend fijne school. „In de vesti- leerweg (de vroegere mavo), in een
ging aan de Appelstraat hebben we team dat weinig wisselingen kent en
een erg hecht team, het wij-gevoel mede daardoor veel kennis in zich
is er sterk." De Tholenaar gaf de heeft. „Mede dankzij die professio-
laatste jaren alleen les in de boven- naliteit was het percentage geslaag
den jaarlijks praktisch honderd."
Hoewel hij ooit begon op de Chris
telijke mavo in Tholen en het daar
prima naair de zin had, beviel het
Baaij beter om les te geven buiten
zijn woonplaats. „Ik heb het gevoel
dat mijn weg die kant is opgeleid. Ik
heb ook nooit de behoefte gehad om
ergens anders te kijken."
Op zijn veertigste koos de Thole
naar - voorheen o.a. hoofd telefoni
sche verkoop bij een groothandel in
levensmiddelen - voor iets totaal an
ders. Zijn belangstelling voor de
Engelse taal én het gegeven dat er in
het bedrijfsleven behoefte kwam
aan taalcursussen, deden hem daar
voor kiezen. Na bijna vier jaar stu
die (eerst 's avonds, later ook in
deeltijd overdag) aan het Mollerin-
stituut in Tilburg behaalde Baaij zijn
tweedegraads bevoegdheid. De aan
meldingen voor privélessen kwamen
eigenlijk meteen en hij dacht er niet
aan om op een middelbare school
voor de klas te gaan staan. „Maar
toen belde directeur Flikweert van
de Christelijke mavo met de vraag
of ik niet een paar klassen kon over
nemen." Baaij stemde toe en dat zou
het begin betekenen van zijn onder
wijsloopbaan. In maart 1985 trok de
Rehobothschool uit Krabbendijke
herhaaldelijk aan de bel. „Er was
een docent weggegaan en ze hadden
helemaal niemand meer om Engels
te geven." Baaij liet zich overhalen
om te solliciteren en werd direct
aangenomen. „Ik had het in Krab
bendijke meteen naar mijn zin. Het
had iets wat ik eigenlijk geen naam
kan geven."
Het is een periode met ups en downs
geworden. „Bestuurswisselingen,
fusies en verbouwingen, dat zorgde
regelmatig voor beroering." Toen
Baaij in Krabbendijke begon, telde
de vbo-school 250 leerlingen en was
hij de enige docent Engels. „Binnen
vijf jaar waren er 600 leerlingen en
nu zijn dat er zelfs duizend. Ik kreeg
er collega's bij. de school zat op
twee plekken en dat betekende pen
delen tussen de gebouwen." Het sa
mengaan van de reformatorische
school met de protestants-christelij
ke Thoolse mavo ging evenmin zon
der slag of stoot omdat de neuzen
niet bij allemaal dezelfde kant op
stonden. Baaij zag de voordelen.
Kon een leerling op de mavo niet
mee. dan besloten ouders nu sneller
om deze naar het vbo te sturen om
dat ze binnen dezelfde organisatie in
Krabbendijke terecht konden. De
grote fusie die tot het Calvijn colle
ge met 3000 leerlingen leidde, had
nog meer voordelen. „Het onderwijs
op de verschillende locaties is het
zelfde, ziekte e.d. bij het personeel
wordt intern opgelost." De scha
duwkant is er ook en dat wordt, tot
tevredenheid van Baaij, inmiddels
onderkend. „Binnen vakgroepen
werden in sectievergaderingen af
spraken gemaakt die voor iedereen
golden. Dat resulteerde in een een
heidsworst, waarbij jonge docenten
zich nauwelijks konden ontplooien.
Op dit moment worden weer deel-
teams gevormd op de afzonderlijke
scholen en dat is een goede ontwik
keling."
De laatste zeven tot acht jaar gaf
Baaij uitsluitend les in de boven
bouw en dat vond hij plezierig.
„Dan is er consistentie. In het vak
Engels is er bij de examens in de
afgelopen vijftien jaar ook nauwe
lijks iets veranderd." Het onderwijs
op zich kende wél ingrijpende ver
anderingen. „De basisvorming be
tekende een omslag die zijn weerga
niet kent: van kennisonderwijs naar
vaardigheidsonderwijs." Dat de
tendens is om weer meer richting
het kennisonderwijs te gaan, juicht
hij toe. In vernieuwingen ging de
Tholenaar mee, maar voorop lopen
vond hij niet nodig. „Die visie hul
digde collega Jan de Jonge uit Tho
len en voor mij was dat een eye-
opener."
Bijzonder pleziering vond Baaij het
werken met de moeilijk lerende
kinderen. „Die komen met alles
naar je toe, vertrouwen je volledig.
Schitterend is dat." Dat hij op een
lager niveau lesgaf, heeft Baaij
nooit als negatief ervaren. „Een
vakman ben je vóór de klas, het ni
veau doet me dan niet zoveel. En
op een lager niveau vraagt dé inter
actie juist méér vaardigheid van de
docent. Bovendien moet je altijd
zorgen dat je je zaakjes goed hebt
voorbereid. Want als het anders is,
merken de kinderen dat meteen."
Het mentoraat van klas 4, met leer
lingen in de puberteit, beviel Baaij
ook, ondanks dat het best zwaar
was. Het continue omgaan met
mensen, alert zijn op tal van din
gen, antwoord moeten geven op
vragen van leerlingen, de Thoolse
docent vindt dat het een stempel op
zijn leven heeft gezet. „Ik had het
niet willen missen, het is verrijkend
voor jezelf."
Naast zijn onderwijstaak was Baaij
vanaf 1997 itc-coördinator voor het
totale Calvijn college. „Binnen onze
vestiging had ik al het nodige ge
daan met automatisering, op het ge
bied van cijferverwerking en een
netwerk." Hij ging terug de school
banken in om de benodigde papieren
te halen. Als coördinator ontwikkel
de hij een leerlingvolgsysteem voor
alle locaties. „De laatste vijf jaar
nam itc ongeveer eenderde van mijn
tijd in beslag. Ik blijf dit nog tot 30
juli doen, want ik heb nog een klus
te klaren eer alles overgedragen kan
worden."
Op die manier houdt Baaij nog een
zeker contact met de school en dat
vindt hij prettig. „Ik heb altijd vrij
intensief mijn werk gedaan, ben
een perfectionist. Me eraan ontwor
stelen is dan ook niet gemakke
lijk." Zijn besluit om te stoppen is
mede ingegeven door zijn gezond
heid. Een visuele handicap die hij
al jaren heeft, werd de laatste jaren
lichamelijk steeds meer een belas
ting. Hoewel hij de school, de col
lega's en de leerlingen zal missen,
heeft Baaij voldoende hobby's om
zijn tijd te vullen. „Ik speel piano
en orgel, en ik heb een zeilboot.
Verder denk ik erover om enkele
uren per week klassieke talen te
gaan studeren. En ik ben al coördi
nator geworden voor de Nierstich
ting in Tholen", aldus docent S.
Baaij uit Tholen.