Spuitgast profiteert van kennis en ervaring bij de brandweer S. Baaij van Calvijn college had het lesgeven niet willen missen Een second opinion Delta nota's Toneel PJZ in Chinese sferen Mooi voor later Thoolse leraar Engels stopt na 19 jaar in Krabbendijke Donderdag 10 februari 2005 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Brandwacht Leen Kosten na 35 jaar uit blusgroep in Sint-Philipsland Op de jaarlijkse brandweeravond in Meulvliet wordt af scheid genomen van Leen Kosten. 35 jaar was hij actief als spuitgast bij de blusgroep in Sint-Philipsland. Kosten werd in september 55 jaar. In die maand trok hij zijn uni form definitief uit. Ook al werd hem gevraagd nog een jaartje aan te blijven. Zijn nieuwe baan trok zo aan hem dat hij voor het werk koos. De overgang van brandweer naar privé is Kosten dan ook prima bevallen, zegt hij. „Ik ben niet in een leegte gevallen. Door mijn werk heb ik er alleen maar meer bijgekregen. Ik heb nog geen uur thuisgezeten." Bliksem Ongeval Ongevallen Hij heeft er best moeite mee om te stoppen met werken, maar is tegelijkertijd dankbaar dat hij dat kan doen nu hij nog redelijk gezond is. Morgen neemt S. Baaij (61) uit Tholen officieel afscheid van het Calvijn college in Krabbendijke. Negentien jaar werkte hij daar als leraar Engels. „Ik had het niet willen missen, het is verrijkend geweest." Schaduwkant Bovenbouw Perfectionist Stemmen van lezers Nogmaals probeert de gemeenteraad via een extern bureau de burgers in te schakelen bij het inventariseren van zogenaamde impulsen. Mogelijk her inneren de burgers zich nog hoe 'en thousiast' de opstelling was van Be stemming Tholen 2025. Dit 'aandragen' werd later door de CU in des burgers schoenen geschoven i.v.m. de drastische stijging van de ge meentelijke belastingen. Zoals later bleek, hadden ook de colleges geen idee van de financiële gevolgen, want een groot gedeelte van de aangedra gen ideeën werd wegbezuinigd. De 'inbreng' van de burgers was dus van nul en generlei waarde. Als we de be cijfering van vorige kranten interpre teren. houdt het in dat tot en met 2007 geen enkele ingediende 'impuls' ver werkelijkt kan worden. Immers de re serves zijn dan uitgeput vanwege de nieuwbouw! In een gesprek met Buck Consultants International werd even eens uitgegaan van veronderstellin gen, maar concrete zaken kwamen niet aan de orde. Het opknappen van de Markt in Sint-Maartensdijk kan toch geen 'impuls' genoemd worden? Een bestaande, in gebruik zijnde par keergelegenheid veranderen in wat perkjes cn 'kunstwerk', met als ge volg nog minder parkeermogelijkhe- den moet dan een 'impuls' heten en mag veel geld kosten. Óverige straten die nodig aan reparatie toe zijn, slaan we een jaar of zeven over! Wat ook zal worden aangedragen, er komt weer een mooi en duur rapport dat in een volgende la gaat. Dat zijn de ma nieren om leefbaarheid te scheppen. Hoe de serieuze onderhandelingen over het bestaande gemeentehuis zul len uitpakken, blijft voorlopig nog een raadsel. Echter, als de verkoop waarde van deze panden op eerlijke waarde wordt geschat, terwijl er voor het ingebruiknemen nog grote aan passingen en verbouwingen moeten plaatsvinden, zal de exploitatie er niet om liegen. Maar het is een moge lijkheid, hoewel nog in een pril stadi um en er is nog geen sprake van een contract en het financieel concretise ren moet nog bezien worden of het al lemaal mogelijk is. Zelfs de wethou der ziet in dat het nog 'heel wat voe ten in de aarde heeft'. Het had er de schijn van dat alles helemaal rond was, zie hel optimistische bericht in de EB van 27 januari. Scepsis was niet ongegrond omdat andere moge lijkheden duidelijk aanwezig waren! (zie de verschillende Ecndrachtbodes) Wie was er eigenlijk cynisch? Is het niet cynisch dat burgers warm wor den gemaakt om ideeën aan te dragen die toch niet in het beleid worden meegenomen Een opmerking als 'de mond snoeren' door een bestuur kan geen kiezer waarderen en is een ondemocratische uitspraak. Daaruit blijkt dat die niet met zijn kiezers rekent. Voor alle in woners van het eiland Tholen is m.i. maar één ding belangrijk, waaraan al le andere 'impulsen' ondergeschikt moeten worden gemaakt, dat is om in alle kernen te zorgen voor een goede leefbaarheid en bereikbaarheid, dus de nodige faciliteiten voor winkels - post - bank - dokter - enz. Daarbij vooral rekening houdend met de ou deren in de verschillende kernen, waarvan velen niet mobiel zijn en dus voor alle boodschappen afhankelijk zijn van anderen. Dat zou pas de waardering van de kiezers verdienen! Alle gelden (die misschien over 10 jaar beschikbaar zullen komen) die nen daarvoor bestemd te worden en geen opzienbarende of onzinnige ver anderingen aanbrengen die niet bij dragen aan de leefbaarheid van de dorpen. Het uittrekken van geld door de VVD voor een second opinion (tweede mening) lijkt mij daarom al weer een nietszeggende onderneming van 50.000 euro. Van het programma Tholen 2025 kwam de helft nog niet terecht en zal dat nu wel het geval zijn, nu de finan ciën steeds nijpender worden? Of wacht ons weer een unanieme belas tingverhoging? Burgers van het eiland wees voor zichtig met uw suggesties, want alles moet uit uw portemonnee komen, en dan nog wanneer? Het bureau is in gehuurd voor concrete zaken, dus niet zomaar voor allerlei leuke impulsen. Er moet immers geld voor aanwezig zijn, anders heeft 'aandragen' geen enkele zin, denk maar aan Tholen 2025. (Dat was the first opinion). C. Rijnberg, Sint-Maartensdijk. Ik heb altijd 114 euro automatisch per maand betaald voor energie aan Del ta. Sinds april of mei 2004 ontvang ik iedere maand een acceptgiro van 492 euro en dat is in 2004 al acht keer ge beurd. Ik heb daar ongeveer vijftien keer over gebeld en dan krijg ik te ho ren: het is zo druk, er wordt aan ge- Chinees restaurant Sambal Bij is het decor voor de jaarlijkse toneeluit voering van de Thoolse Plattelands jongeren Zuid. De toneelgroep van de PJZ brengt op zaterdag 26 febru ari het door Piet Kuijper geschreven stuk 'Sambal Bij'. Daarin is te zien hoe twee culturen noodgedwongen worden samengebracht onder bizar re omstandigheden. De slonzige bouwvakker Onsie (John Goedege- werkt. Eind januari 2005 kreeg ik een acceptgiro van 575 euro. Dat is onge veer 4500 euro energiekosten voor een bejaardenwoning per jaar. Tot nu toe krijg ik als antwoord: nog niet be talen, maar ik heb negen acceptgiro's in huis liggen. Dit regelt die goede Delta n.v. in Middelburg. A J.P. Rijnberg, Tholen. buure) en de keurige Gijsbert van Stralen (Warner Verboom) bouwen samen aan een illegaal project. Een tropische lekkernij, de smaakpolitie en een hysterische buurvrouw hou den de boel levendig in het traditio nele Chinese restaurant. De verdere rollen in dit hilarische stukje toneel worden vertolkt door Pieter Rogge band, Rianne Abrahamse, Janita Kaashoek, Han de Rooij, Miranda Visser, Renata Potter en Jaco Bolier. De voorstelling begint om half acht en na afloop is er muziek van drive- in Joka. Ik heb sterk de indruk dat we thans een hele generatie overslaan. Ouderen pra ten het liefst alleen maar over die goeie ouwe tijd. En de mensen die nu bepa lend zijn voor hetgeen er over ons in de geschiedenisboeken van de toekomst verschijnt, houden zich vooral bezig met zorgen voor later. Het lijkt soms wel of er lussen de pakweg 20 en 60 jaar geen leven meer bestaat. We genieten niet meer van hetgeen vandaag gebeurt. Velen denken, aan hun gedrag te zien, dat ze het leven later nog eens dunnetjes over kuimen doen. Die instelling inspireert een grote groep medemensen tot het digitaal vastleggen van alles wat zich he den ten dage voordoet. Video-opnamen van alles wat in en om het huis beweegt, foto's van elk detail en van elke vakantie vanaf 1968 tot heden. Waar je ook komt en wat je ook doet, er staat steeds wel zo'n kudde amateur-filmers en pseudo-fotografen voor je neus. Zij maken klaarblijkelijk liever een documen taire van hun leven dan dat ze de hen beschikbaar gestelde tijd frank en vrij op leven. Wat is het nut van een film waarop dieren in de dierentuin te zien zijn? Zo'n rol prent voegt naar mijn mening toch niets toe aan de beeldvorming van onze na komelingen. Als zo'n band over pakweg 100 jaar per ongeluk in handen komt van intellectuelen, hoor ik de snerende opmerkingen al aan. „Niet erg snugger hè om uitgerekend de originele bewoners in een dierentuin te filmen.Zulke op names zijn pas leuk als er plots allerlei mensen in de hokken en waterpartijen zouden opduiken. AI was het alleen maar om de ongelovige thuisblijvers te overtuigen. De 'vastlegdrift'gaat ten koste van het genieten van 'het moment'. Dat je kind zijn of haar eerste stapjes doet is knap, maar toch niet uniek? Maar nee hoor, we laten zo 'n wankelend luierbroekje nog liever tegen de plavuizen kletsen dan dat we onze camera loslaten. Het is toch absurd dat je van anderen moet horen dat je zoontje zojuist met suc ces op is geweest voor zijn zwemdiploma A Je bent er weliswaar zelfbij, maar een dikke haag filmende en fotograferende collega-ouders belemmert je dood leuk het uitzicht. De fanatiekste beeldkunstenaars presteren het zelfs om aan de badmeester te vragen of hij even opzij wil gaan. Of ze laten hun vermoeide kind nog één keer extra van de badrand duiken, omdat het dopje nog op de lens zat bij de eerste poging. Ik snap best dat een foto van dierbare momenten en personen een waardevol bezit kan zijn. Dat het vertederend is om jezelf, 25 jaar na dato, weer te zien spartelen in de box. Maar er zijn grenzen. Onlangs werd er bij ons op een zondagochtend aangebeld door een oom en tan te. Onwetend van het onheil dat ons te wachten stond, vergat mijn vrouw de ge ijkte smoes 'dat we eigenlijk net op het punt stonden om weg te gaanDom, oliedom, maar ja. Nog geen tien minuten later zaten we met een kopje koffie en biscuitje naar het video- en fotoarchief van het belegen koppel te kijken. Wat bleek? Zij hadden van een onlangs door ons bezochte familiereünie kilometers film en honderden foto 's gemaakt. Het digitale overzicht gaf bovendien nogal een eenzijdig beeld van het hele gebeuren. Tante met haar kleinkind, oom met zijn schoonzoon. Dochter met haar dochter, kleindochter op de skelter, klein dochter op de trampoline, tante die kleindochter eten geeft. Schoonzoon die zijn dochtertje van zijn bier laat proeven, oom die met zijn kleinkind aan het voet ballen is, enzovoort, enzovoort. „Mooi voor later", zei mijn tante verrukt bij het zien van al die eigengemaakte beelden. Dat zij en haar man tijdens de reünie een unieke kans hadden laten lig gen om weer eens lekker bij te kletsen met de anderen uit hun familie, liet haar klaarblijkelijk koud. Dat het gezien hun beider leeftijd niet denkbeeldig is dat dit wel eens de laatste contactdag geweest kon zijn die ze temidden van hun fa milieleden bijwoonden, maakte in hun beleving niets uit. Gekke gedachte eigenlijk, dat de bejaarden van de toekomst in hun praathuisje op het havenplein straks geen oude herinneringen meer hoeven op te halen. Geef ze een scherm en een beamer, en de oudjes kunnen jaren vooruit met al de onbenulligheid die we tegenwoordig aan het vastleggen zijn. Brandweerman Leen Kosten kreeg een tuinbeeld van zijn collega's uit Sint-Philipsland: een spuitgast. Het valt niet mee om een afspraak met Kosten te maken. Hij oogt rustig en ontspannen maar is een druk baasje. Hij neemt examens af voor het CCV, een onderdeel van het CBR, het centraal bureau rij vaardigheid. Als docent en trainer werkt hij voor De Coninck, mane- gement en organisatie, met vesti gingen in Nederland en België. Kosten kan in negen vakken les geven en examens afnemen, van touringcarvervoer tot gevaarlijke stoffen, van taxivervoer tot auto- laadkraan met hijsbewijs. Hij rijdt er voor door heel Nederland en een deel van België. Het is zijn lust en zijn leven. Zijn ogen glim men als hij vertelt dat zijn exa menkandidaten tot nu toe allemaal zijn geslaagd. „Het zijn gemoti veerde leerlingen. Ze willen alle maal graag hun diploma halen om dat ze het nodig hebben voor hun werk." Kosten heeft nu profijt van de er varing en de kennis die hij bij de brandweer opdeed, zegt hij. „Je weet van de hoed en de rand. Je weet wat perslucht is, je weet wat brandblusapparatuur inhoudt. Daar heb je toch veel van meege kregen. Het komt bij allerlei on derdelen van pas: bij bedrijfshulp verlening, bij gevaarlijke stoffen, bij basis veiligheid. Ik heb voor wat ik nu doe nog wel veel moeten bijleren. Vroeger had ik de pest aan leren, nu heb ik een map met diploma's. Maar dertig jaar erva ring bij de brandweer is ook goed voor je c.v." Zijn jarenlange ervaring als hef truckchauffeur, kraanmachinist, vrachtwagenchauffeur, (touring-) buschauffeur en de brandweer heeft van Kosten een allrounder gemaakt. Transport is de rode draad in zijn leven. Van zijn ken nis wordt nu volop gebruik ge maakt. In een maatschappij waar opleiding en diploma's een steeds grotere rol gaan spelen. „Een chauffeur komt er bij de poort van Shell of bij General Electric niet in zonder een pasje voor gevaarlij ke stoffen. Dat gebeurt niet." Leen Kosten kwam bij de brand weer toen hij nog maar negentien jaar was, in september 1968. Zijn vader Bram Kosten zat ook bij de brandweer en werkte voor de ge meente. Kees Stouten was com mandant. „Wij gingen trouwen en hadden een nieuw huis gekocht. Ik wilde eigenlijk niet in militaire dienst. Via de burgemeester is toen geregeld dat ik niet in dienst hoefde. Ik ben wel gewoon ge keurd, maar ik was zogezegd overtollig. Er waren genoeg dienstplichtigen. Maar dan moest ik wel bij de brandweer. Op 1 maart 1969 ben ik benoemd. Ik was toen de jongste Hij werkte als heftruckchauffeur bij uienwasserij Speijer-van de Vijver in het dorp. Voor Leen was de brandweer echter geen onbe kende wereld omdat hij van zijn vader verhalen hoorde over hoe het er toeging. „Daardoor werd je zelf ook gemotiveerd. Toen wasje ook blij dat er een brandje was. We waren ook best fanatiek." De spuitgasten reden in een Chevro let. Kosten herinnert zich twee grote branden uit de beginperiode. Bij boerderij Bouwlust net buiten het dorp en bij de boerderij van Van den Hoek in de Kramerspol der. „Bij Bouwlust was de blik sem ingeslagen. Mensen hadden een vuurbal gezien die dwars door de boerderij naar binnen was ge gaan. We zijn er een dag en een nacht bezig geweest. Met de oude Chevrolet. Er was een brede sloot in de buurt waar we water uit haal den. Toen die leeg was, hebben we nog een pomp ingezet. Je was lan ger bezig met nablussen dan met de brand zelf." Naar uren werd niet gekeken. Het is voor Kosten dan ook nu nog de vraag hoe de arbodienst aankijkt tegen het werk van de vrijwilliger die ook nog een volle baan heeft. „Als iemand veertig uur werkt, wat doe je dan bij een brand van 10 tot 12 uur? Dal is een grijs ge bied. Dat is nooit goed uitgelegd." Kosten weet ook nog dat hij enke le dagen na het officieel in gebruik nemen van de nieuwe wagen, een Mercedes 1017, achter het stuur kroop om uit te rukken omdat de vaste bestuurder Jan Wolse ver hinderd was en de commandant er geen weg mee wist. „Ik zat toen in de nacht en was overdag thuis. Er was weinig volk overdag. Ik heb toen de auto naar de Wilhclminas- traat gereden. Daar moest ik ook maar meteen met perslucht naar binnen. Er stond een rekje met kleren voor de kolenkachel. Dat rekje was er op de kachel geval len." Kosten reed toen voor de Darvi met havenarbeiders uit het dorp naar Rotterdam. Als parttimer, in de havens zat hij op een vorkhef truck. Kosten is brandwacht geworden, eerste en later tweede klas. De cursussen werden toen allemaal gescheiden van elkaar gegeven. In Roosendaal werd lesgegeven. In de wintermaanden. Twaalf tot zes tien weken elke maandagavond. „Ik ben niet verder gegaan dan brandwacht. Je kan ook niet met zijn allen hoofdbrandwacht wor den. Je hebt ook spuitgasten no dig. Het was voor mij de grens. Bovendien had ik het ook druk met mijn werk. Dan moet je toch al wat in gebreke blijven." Kosten kende hoogtepunten bij de brandweer maar ook dieptepunten. Het tragisch ongeval van de zoon van de brandweercommandant zette jarenlang een domper op het korps, zegt Kosten. „Die jongen was meegegaan op een oefening en is in de buurt van de vlasfa briek in Dinteloord in het water geraakt en verdronken. Het was een moeilijke periode. Ongeveer een derde van het korps is familie van elkaar, dus dat raakt veel men sen. Een paar jaar later overleed zijn vader. Het heeft jaren geduurd voordat de sfeer Weer een beetje terug was." Een hoogtepunt was de eerste prijs bij een regionale wedstrijd in Ze venbergen bij de suikerfabriek, begin jaren zeventig. „Dat deed ik heel graag. Ik was toen nog een van de jongsten. Iedereen was een der. Er waren toen nog niet zo veel rangen en standen van betekenis." Kosten heeft ook wel eens op het punt gestaan het korps te verlaten. Hij had het zo druk dat hij, zo'n vijftien jaar geleden, door de toen malige gemeentesecretaris Janny de Kok op het matje werd geroe pen. „Ik wilde toen eigenlijk stop pen. Ik was al diverse keren niet geweest op de oefening. Janny wilde van me weten hoe het er voor stond. Ze vroeg of ik door wilde gaan. Als ik zou stoppen moest er weer een nieuwe man aangenomen worden. Die moest weer opgeleid worden cn dat zou de gemeente weer handen vol geld kosten. Ik ben er toen in geble ven." Een andere grote brand herinnert Kosten zich in Nieuw-Vossemeer waar een aantal woonhuizen in de hens stond. Er waren korpsen uit de hele omgeving opgeroepen om de brand te blussen. De Fluplandse brandweer was tot de herindeling in 1995 zelfstan dig. En maakte jarenlang deel uit van de regio westelijk Noord-Bra bant. Na de herindeling met Tho len werd het in een grote gemeen telijk geheel opgenomen, maar bleef de band met het Brabantse bestaan. „We deden de opleiding en cursussen in Brabant, je kende de mensen daar ook allemaal. Toen kwam de ommezwaai naar Zeeland. Daar voelde ik me niet bij thuis. Wij zijn historisch ge zien altijd zo op Brabant aangewe zen. Zeker voor de aanleg van de dammen en bruggen. De enige vaste verbinding was naar Steen bergen. Met Schouwen was er al leen een pontje. We zijn een zwe vende cultuur zeg ik altijd maar. Tussen Zeeland en Brabant, maar Zeeland was toch nooit in trek." Ook Kosten zag dat in de eloop der jaren het aantal uitrukken voor brand afnam en het aantal voor hulpverlening bij ongevallen toe nam. Het bevrijden van slacht offers uit auto's was lastig, maar Kosten kon er goed tegen. „Als ik thuis kwam was ik het alweer kwijt. Ik heb er nooit last van ge had. Het is een ander verhaal als het familie van je is. Dat is het akelig en vervelend." Scherp staat nog voor de geest de auto die te gen de Oostdijk was gereden en zwevend door de lucht uiteindelijk op de kop in een achtertuintje was beland zonder dat er een dode bij viel. „Een wonder. De bewoners waren toen net op vakantie. Ieder een dacht dat de bestuurder dood zou zijn, maar hij leefde nog. Dat was wel het meest bijzonder dat ik heb meegemaakt." Over de toekomst van de brand weer is het laatste woord nog niet gezegd. Een ding staat voor Kos ten vast: het rijk zal straks bepalen hoeveel korpsen er nodig zijn op welk inwonertal. „De gemeente zit op de tweede rij. Als er tussen nu en tien jaar nog eens 1000 of 2000 mensen bijkomen in de ge meente dan heb je kans dat er een beroepskorps komt. Maar dat kost wel klauwen met geld." Kosten heeft daar wel een oplos sing voor. De beroepskrachten zijn immers ambtenaar en kunnen in de tijd dat ze niet hoeven uit te rukken andere werkzaamheden verrichten: bodewerk in het ge meentehuis of onderhoudswerk aan het gemeentelijk wagenpark. „Nu wordt veel uitbesteed, maar dan zou je dat weer zelf kunnen doen." Mocht er ooit over beslist worden, dan is het voor Kosten duidelijk dat niet de gemeente dat moet doen, maar het rijk. „Anders krijg je zulke toestanden. Welk korps moet er dan weg?" Scheidend leraar Engels S. Baaij zal zijn werk in Krabbendijke missen, maar heeft voldoende andere liefhebberijen. Baaij noemt het Calvijn college een bouw van de theoretisch/gemengde ontzettend fijne school. „In de vesti- leerweg (de vroegere mavo), in een ging aan de Appelstraat hebben we team dat weinig wisselingen kent en een erg hecht team, het wij-gevoel mede daardoor veel kennis in zich is er sterk." De Tholenaar gaf de heeft. „Mede dankzij die professio- laatste jaren alleen les in de boven- naliteit was het percentage geslaag den jaarlijks praktisch honderd." Hoewel hij ooit begon op de Chris telijke mavo in Tholen en het daar prima naair de zin had, beviel het Baaij beter om les te geven buiten zijn woonplaats. „Ik heb het gevoel dat mijn weg die kant is opgeleid. Ik heb ook nooit de behoefte gehad om ergens anders te kijken." Op zijn veertigste koos de Thole naar - voorheen o.a. hoofd telefoni sche verkoop bij een groothandel in levensmiddelen - voor iets totaal an ders. Zijn belangstelling voor de Engelse taal én het gegeven dat er in het bedrijfsleven behoefte kwam aan taalcursussen, deden hem daar voor kiezen. Na bijna vier jaar stu die (eerst 's avonds, later ook in deeltijd overdag) aan het Mollerin- stituut in Tilburg behaalde Baaij zijn tweedegraads bevoegdheid. De aan meldingen voor privélessen kwamen eigenlijk meteen en hij dacht er niet aan om op een middelbare school voor de klas te gaan staan. „Maar toen belde directeur Flikweert van de Christelijke mavo met de vraag of ik niet een paar klassen kon over nemen." Baaij stemde toe en dat zou het begin betekenen van zijn onder wijsloopbaan. In maart 1985 trok de Rehobothschool uit Krabbendijke herhaaldelijk aan de bel. „Er was een docent weggegaan en ze hadden helemaal niemand meer om Engels te geven." Baaij liet zich overhalen om te solliciteren en werd direct aangenomen. „Ik had het in Krab bendijke meteen naar mijn zin. Het had iets wat ik eigenlijk geen naam kan geven." Het is een periode met ups en downs geworden. „Bestuurswisselingen, fusies en verbouwingen, dat zorgde regelmatig voor beroering." Toen Baaij in Krabbendijke begon, telde de vbo-school 250 leerlingen en was hij de enige docent Engels. „Binnen vijf jaar waren er 600 leerlingen en nu zijn dat er zelfs duizend. Ik kreeg er collega's bij. de school zat op twee plekken en dat betekende pen delen tussen de gebouwen." Het sa mengaan van de reformatorische school met de protestants-christelij ke Thoolse mavo ging evenmin zon der slag of stoot omdat de neuzen niet bij allemaal dezelfde kant op stonden. Baaij zag de voordelen. Kon een leerling op de mavo niet mee. dan besloten ouders nu sneller om deze naar het vbo te sturen om dat ze binnen dezelfde organisatie in Krabbendijke terecht konden. De grote fusie die tot het Calvijn colle ge met 3000 leerlingen leidde, had nog meer voordelen. „Het onderwijs op de verschillende locaties is het zelfde, ziekte e.d. bij het personeel wordt intern opgelost." De scha duwkant is er ook en dat wordt, tot tevredenheid van Baaij, inmiddels onderkend. „Binnen vakgroepen werden in sectievergaderingen af spraken gemaakt die voor iedereen golden. Dat resulteerde in een een heidsworst, waarbij jonge docenten zich nauwelijks konden ontplooien. Op dit moment worden weer deel- teams gevormd op de afzonderlijke scholen en dat is een goede ontwik keling." De laatste zeven tot acht jaar gaf Baaij uitsluitend les in de boven bouw en dat vond hij plezierig. „Dan is er consistentie. In het vak Engels is er bij de examens in de afgelopen vijftien jaar ook nauwe lijks iets veranderd." Het onderwijs op zich kende wél ingrijpende ver anderingen. „De basisvorming be tekende een omslag die zijn weerga niet kent: van kennisonderwijs naar vaardigheidsonderwijs." Dat de tendens is om weer meer richting het kennisonderwijs te gaan, juicht hij toe. In vernieuwingen ging de Tholenaar mee, maar voorop lopen vond hij niet nodig. „Die visie hul digde collega Jan de Jonge uit Tho len en voor mij was dat een eye- opener." Bijzonder pleziering vond Baaij het werken met de moeilijk lerende kinderen. „Die komen met alles naar je toe, vertrouwen je volledig. Schitterend is dat." Dat hij op een lager niveau lesgaf, heeft Baaij nooit als negatief ervaren. „Een vakman ben je vóór de klas, het ni veau doet me dan niet zoveel. En op een lager niveau vraagt dé inter actie juist méér vaardigheid van de docent. Bovendien moet je altijd zorgen dat je je zaakjes goed hebt voorbereid. Want als het anders is, merken de kinderen dat meteen." Het mentoraat van klas 4, met leer lingen in de puberteit, beviel Baaij ook, ondanks dat het best zwaar was. Het continue omgaan met mensen, alert zijn op tal van din gen, antwoord moeten geven op vragen van leerlingen, de Thoolse docent vindt dat het een stempel op zijn leven heeft gezet. „Ik had het niet willen missen, het is verrijkend voor jezelf." Naast zijn onderwijstaak was Baaij vanaf 1997 itc-coördinator voor het totale Calvijn college. „Binnen onze vestiging had ik al het nodige ge daan met automatisering, op het ge bied van cijferverwerking en een netwerk." Hij ging terug de school banken in om de benodigde papieren te halen. Als coördinator ontwikkel de hij een leerlingvolgsysteem voor alle locaties. „De laatste vijf jaar nam itc ongeveer eenderde van mijn tijd in beslag. Ik blijf dit nog tot 30 juli doen, want ik heb nog een klus te klaren eer alles overgedragen kan worden." Op die manier houdt Baaij nog een zeker contact met de school en dat vindt hij prettig. „Ik heb altijd vrij intensief mijn werk gedaan, ben een perfectionist. Me eraan ontwor stelen is dan ook niet gemakke lijk." Zijn besluit om te stoppen is mede ingegeven door zijn gezond heid. Een visuele handicap die hij al jaren heeft, werd de laatste jaren lichamelijk steeds meer een belas ting. Hoewel hij de school, de col lega's en de leerlingen zal missen, heeft Baaij voldoende hobby's om zijn tijd te vullen. „Ik speel piano en orgel, en ik heb een zeilboot. Verder denk ik erover om enkele uren per week klassieke talen te gaan studeren. En ik ben al coördi nator geworden voor de Nierstich ting in Tholen", aldus docent S. Baaij uit Tholen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2005 | | pagina 3