'Mensen mogen daar wel wapens hebben, maar ze niet vervoeren' Ivo Hage van luchtmobiele brigade terug uit Al Moethanna in Irak Best zwaar Zwaaien Donderdag 5 augustus 2004 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 5 Ivo Hage slaapt nog slecht. Na ruim vier maanden Irak is de overgang naar Nederland groot. De militair moet nog om schakelen. Van het hectische leven als militair in de hete woestijn naar het rustige bestaan in het stille Anna Jacoba- polder. Hier hoeft hij geen scherfvest aan te trekken en een wapen mee te nemen als hij het huis uitgaat. Hij kan zomaar in zijn auto stappen om een rondje te rijden. Maar hij kijkt nog vaak in de achteruitkijkspiegel. Alsof hij een jeep be stuurt tijdens een patrouille in de buurt van de basis Al Khidr vlakbij de grote weg tussen Basra en Bagdad. Hage is op zijn hoede. Met zijn negentien jaar heeft hij al het nodige meege maakt. Er waren schietincidenten, er was de dood van een sergeant door een granaataanslag. Vastgehouden Nabestaanden Vernedering Veel kaarten AR RUMAYTHAH AS SAMAWAH AL KHIDR TALL1L AS SALMAN AL BUSAYYAH Voorgeladen Jungletraining Hage is wel bereid zijn verhaal te ezen die aangehouden zijn. Ge- doen. „Dan krijgen de mensen een idee hoe het er aan toe gaat." Ivo is opgeleid als terrein- en anti- tankschutter. Hij maakt deel uit van het 12de infanteriebataljon luchtmobiele brigade regiment Van Heutsz uit Schaarsbergen. Zijn compagnie moest samen met het 42de pantserinfanteriebataljon Limburgse Jagers vier maanden lang een bijdrage leveren aan de veiligheid en stabiliteit in de pro vincie Al Moethanna in Zuid-Irak. Sinds augustus 2003 levert Neder land troepen aan de bezettings macht. Het was de derde lichting die door de regering werd uitge zonden. SF1R-3, stabilisation for ce Irak. Voor Ivo was het zijn eer ste. „De luchtmobiele brigade is sterk op uitzending gericht. Je houdt er rekening mee. Ik had eerst gedacht dat we naar Afghanistan zouden gaan, maar in Irak hadden ze een compagnie van ons nodig." De rode baretten zoals de militai ren van de luchtmobiele brigade worden genoemd, worden opge leid om in een oorlogssituatie van uit de lucht in actie te komen. „In feite word je op 25 kilometer van het doel gedropt en loop je met volle bepakking en wapen naar het doel af om het 24 uur onder con trole te houden zodat andere troe pen het kunnen overnemen. In Irak was dat niet nodig. De afstan den daar zijn niet te belopen, dus wordt daar met voertuigen ge werkt. Wij werken nooit met au to's, maar daar hebben we hier een paar maanden voor geoefend. Met een eindoefening in Duitsland. Wat er zich voor kan doen als er op je wordt geschoten bijvoor beeld en hoe je daar op moet re ageren." Hage werd met 150 man op een basis bij het plaatsje Al Khidr ge stationeerd, ten zuiden van Al Sa- mawah waar het hoofdkamp van de Nederlandse troepen is geves tigd (Camp Smitty). Hoewel toch op het een en ander voorbereid, schrok Hage wel even toen hij vanuit Kuwait Irak bin nenreed. „Kuwait is heel rijk en welvarend. Irak heel arm. Zo arm als ik weet niet wat. Dat zie je hier op de televisie, maar als je dan een andere zender aan zet, is het weer weg." Daar werd het werkelijk heid. Elke dag, vier maanden lang. De gevolgen van de oorlog zijn overal nog zichtbaar. Tanks en uit gebrande auto's of vrachtwagens die staan te roesten langs de weg, kapotte huizen en wegen. Wat Ha ge opviel, was de stank van het open riolen. Van de vuilnis dat in de straten wordt gedumpt en in de brandende zon verteert. En de hitte. Die kon oplopen tot 70 graden. „Wel een andere soort hitte. Geen vochtige, maar droge hitte. Het voelt anders aan. Alsof er de hele dag een föhn op je ge zicht staat te blazen, 's Nachts koelt het af toe 30, 35 graden. Als het een keer 27 graden werd, dan was dat koel." Zijn compagnie mag dan in een relatief rustig gebied opereren, de basis ligt wel vlak bij de belang rijkste aanvoerroute van Basra naar Bagdad, zegt Hage. In leger- termen: de m.s.r., main supply route. De zuidelijke hoofdweg die het dal van de Eufraat volgt. En steden als An Najaf, Karballa en An Nasria met elkaar verbindt. Hage had onder meer tot taak au to's te controleren op vervoer van wapens. Dat gebeurde met heli patrouilles of met jeeps, de zoge heten mobiele checkpoints. „Met een Chinook vloog je dan over een bepaald gebied. Als je dan ergens een auto zag rijden, ging je er eerst omheen vliegen. Dan werd de heli voor de auto aan de grond gezet, de bestuurder aangehouden en gefouilleerd en de auto door zocht. Als er niks werd gevonden, mocht hij door. Had hij wapens bij zich, dan werden die in beslag ge nomen." Degene die wapens vervoerde, werd weer vrijgelaten, maar bij grote vangsten gevangen gehou den. „Zo hebben we eens iemand gepakt met acht mortieren. Die wordt dan vastgehouden. Het vreemde is dat de mensen wel wa pens mogen bezitten, maar ze niet mogen vervoeren. Dat is wel krom. Thuis mag je ze wel heb ben." Hage toont foto's van Irak- boeid aan handen en voeten, en op hun buik op de grond liggend. Maar ook van een winkel met een reclamebord voor wapens. En ta fels vol met buitgemaakt wapen tuig. Als een tableau wild van ja gers na een drijfjacht. Mortieren, geweren, pistolen, messen, revol vers, raketwerpers, handgranaten. De eerste twee maanden is er veel gebeurd, zegt Ivo. „Superdruk was het. Dat was ook wel lekker. Als je niets te doen hebt, ga je je vervelen. Om de drie dagen heb je een andere dienst: wachtdienst op de basis. Een dienst om in de om trek van vijf kilometer rond de ba sis te kijken of alles rustig is. En een patrouilledienst. Soms moest je konvooi rijden. Een transport benzine met burgerchauffeurs be geleiden. Het ging dan om benzine voor de bevolking die uit Sabiah in Kuwait werd aangevoerd. Dan reed je de hele dag mee. Je sliep weinig. Als je maar doorgaat, dan heb je daar weinig last van. Zo vier maanden lang. Iedere dag heb je wel wat. Je hebt geen vrije da gen." Veel is er gebeurd. Zaken die de gemoederen daar, maar ook hier bezighielden en bezighouden. Ha ge doelt onder meer op de schie tincidenten van 21 en 25 april waarbij twee Irakezen om het le ven kwamen door kogels van de Nederlandse troepen bij of in de buurt van een wegversperring. Oorlogscorrespondent Arnold Karskens schrijft er over in de Nieuwe Revue van eind juni. Het blad ligt bij Hage op tafel. Kars kens belicht de zaak vanuit de na bestaanden. De familie van de om gekomen Irakezen acht de Tijdens een patrouille loopt de zwaargewapende Ivo Hage door de straten van een van de dorpjes in Al Moethanna, de kinderen lachen. van de foto's staat Hage klaar om op patrouille te gaan. Met scherf vest aan en portofoon bij zich. Zijn wapen is een Dymaco C7 Al, (voor de kenners de Canadese ver sie van de Ml6), acht patroonhou ders, vol met ieder dertig patro nen, een mes, een rookhand- granaat, en spullen voor eerste hulp bij ongevallen en een meng- Na de lagere technische school volgde Hage een opleiding tot veiligheidsbe ambte. Hij kon nog niet in dienst omdat hij te jong was. Op 17 augustus 2002 begon zijn loopbaan bij de luchtmobiele brigade. Dat loog er niet om, zegt Ha ge. Als infanterist moet je bijvoorbeeld met volle bepakking in een week 135 kilometer lopen. Er zijn toen 150 man aan de opleiding begonnen. 65 hebben het gehaald." Nederlandse militairen schuldig aan de dood van hun naasten. De militairen zouden te snel hebben geschoten. De zaak is door de ko ninklijke marechaussee onder zocht en aan het openbaar ministe rie overgedragen. Het leidde tot discussies in de Tweede Kamer over geweldin- structies, de veelbesproken rules of engagement. Daarover zou on duidelijkheid bestaan bij de Neder landse militairen. Volgens Hage waren en zijn die regels wel duide lijk. „Als een auto bij een check point doorrijdt, mag er geschoten worden. Dan is er direct gevaar. Eerst wordt er een waarschuwings schot gelost. Dan wordt er gericht geschoten.. Er wordt niet zomaar in het wilde weg geschoten. Er is meerdere malen over gesproken. Je moet ook puur je gezond ver stand gebruiken en weten wat de regels zijn. Daar heb je je aan te houden." Veel meer wil hij er niet over kwijt. Het OM zou de zaak hebben geseponeerd, zegt hij. De Nederlandse militairen zijn tot de tanden toe bewapend. Op een sel van zout en suiker dat uitdro ging moet voorkomen. Zo liep Ha ge ook over de brug in Al Samawah waar de 36-jarige serge ant Dave Steensma uit Franeker op 10 mei werd gedood bij een granaataanslag. Het had evengoed Hage kunnen overkomen. „Wij waren toen net afgelost. Het is zo'n beetje de belangrijkste brug over de Eufraat in heel het land. Een ideaal doelwit voor aansla gen. Er zijn twee granaten ge gooid." Hage toont de foto's van de brug en wijst naar de kleine gebouwtjes aan de voet van de brug van waar uit zou zijn gegooid. „We reden net Samawah uit toen we werden teruggeroepen naar de brug. Dat was wel even schrikken. Je weet dat zoiets kan gebeuren. Dan word je wel met je neus op de feiten ge drukt. De stemming is toen wel omgeslagen. Je bent een hele hechte compagnie. Je kent elkaar. Je maakt samen de uitzending mee. Als dan zoiets gebeurt..." Steensma was sergeant I. Hage kende hem ook nog uit de oplei ding in Schaarsbergen. Hij toont beelden op zijn laptop van de af- scheidsdienst op het kamp en het moment dat de kist met de serge ant wordt weggedragen naar de Chinook-helikopter om gerepa trieerd te worden naar Nederland. De militairen vormen een lange erehaag in de stoffige woestijn. Hage is er een van. Ook dat leidde weer tot debatten in de Tweede Kamer. De vraag werd of Nederland nog moest blij ven in Irak na 15 juli, de datum waarop de Nederlandse missie af liep. „Daar wordt dan veel over gepraat, ja. Meer van hogerhand. Daar hebben wij weinig over te zeggen. Mijn mening doet er ver der ook niet toe. Maar ik vind wel dat je er weg moet gaan en dat ze het daar met eigen mensen moeten doen. Anders zit je er na zoveel jaar nog." Nederland verlengde, er zit nu een vierde lichting. Naar aanleiding van de gebeurtenissen besloot het kabinet op 21 mei om zes Apaches te sturen naar Irak. Op dringend verzoek van de com mandant Van Harskamp (inmid dels afgelost). De machtsoverdracht in Irak die op 30 juni officieel zou plaatsvin den, maar enkele dagen eerder plaatsvond, maakte volgens Hage onder de soennitische bevolking van Al Moethanna niet veel in druk. „Sommigen wisten het wel, anderen wisten het niet." Nadien werd de rol van de Nederlandse militairen ook anders, zegt Hage. „Het Irakese leger en politie na men taken over. Wij moesten dan kijken hoe ze het deden. In en rond Al Khidr deden ze het goed." Bij het recruteren van soldaten voor de Irakese strijdmacht wordt volgens Ivo eerst gekeken of de kandidaat niet in de Republikeinse garde van Saddam Hussein heeft gediend. „Kunnen ze ook niemand in de familie vinden die daar bij is geweèst, dan word je aangeno men." Wat Hage ook opviel was dat vele Irakezen in de provincie, eerst niet geloofden dat Saddam Hussein was opgepakt door de Amerikanen. „Ze dachten dat dat propaganda was van Amerika. Om ze aan de goede kant te krijgen. Ze geloofden het pas echt toen Sad dam voor de rechter verscheen." elke auto die ze tegenkomen. Wij hebben het wapen achter op de jeep. Dat is een groot verschil." Ook bij het fouilleren hanteert het Nederlandse leger andere metho des, zegt Hage. „Als er een vrouw of een geestelijk leider onderzocht Ivo toont zijn dijbeen die nog rood ziet van een sliding op het zand. Lachend: „In de stijl van Noad' 67. Het was helemaal open. Mijn enige oorlogsverwonding. Maar daar krijg ik geen onderscheiding voor." Ze speelden voor bijna 400 man publiek. Voetbal is er popu lair, vertelt hij. Ze kennen Edgar Davids en Patrick Kluivert. „Twin tig minuten voor het eind toen wij er flink door zaten, kwamen zij met een heel nieuwe elftal. Jon gens van zestien. Toen hebben we met 1-0 verloren." Hage voetbalde ooit bij het tweede van Noad, maar moest vanwege zijn baan opgeven. Hij wil zich echter wel weer aanmelden als hij het leven op de kazerne hervat. Het Europees voetbal volgde hij via een Duitse zender. „Neder- land-Tsjechië zagen we in een theehuis. De eerste helft toen Ne derland met 2-0 voorstond. De tweede helft hebben we niet ge zien want toen was de stroom uit gevallen. Gelukkig maar." (Ne derland verloor met 3-2). De communicatie met Nederland ging vaak via de tefefoon. Maar dat lukte niet altijd. Als er iets was gebeurd waarover nog niets naar 'buiten' mocht, dan werd de 'black hall' met de telefoons afge sloten. „Maar ik heb toch redelijk wat geld aan bellen opgemaakt. Ik ben niet zo'n briefschrijver. Ik heb heel veel kaarten en brieven ge kregen. Dat was wel lekker. Leuk dat er zoveel mensen om je den ken." Wat hij daar miste? „Dat je zo maar naar buiten kon zonder dat je eerst je uitrusting aan moet doen. Elke keer, vier maanden lang ben je bezig je scherfvest aan te trek ken en je wapen mee te nemen. In het begin moet je overal wat ach ter zoeken. Je kan mensen er niet blindelings vertrouwen." Als hij nu buiten in het stille dorp een klap hoort, veert Ivo nog even op. Ook als er een deur van de zij kamer piept, reageert Ivo even met zijn ogen. Ivo is thuis, maar de militair in hem nog niet. „Dat duurt volgens de psycholoog nog twee maanden," zegt zijn moeder Liesbeth. Voor haar was de uitzen ding niet gemakkelijk. Zeker niet omdat ze vorig jaar haar man had verloren. „Ik heb alles gevolgd. 2W. De basis van de compagnie van Hage bevond zich in Al Kidhr, ongeveer 300 kilometer van de grens met Kuwait. De rode baret thuis in Anna Jacobapolder waar het landschap ook vlak is maar wel groen. Het nieuws uit Irak wordt hier vooral bepaald door de aanslagen in Bagdad waar doden bij vallen. De toestand lijkt alleen maar te verslechteren. Maar Bagdad staat niet voor heel Irak. Volgens Hage is de situatie in Al Moethanna een stuk verbeterd. Het gaat dan over het optuigen van leger en politie, maar ook over elektriciteit, water en wegen. „De stroom viel er re gelmatig uit. Dat is nu redelijk ge regeld. Voor water geldt hetzelfde, de wegen zijn er ook verbeterd. Het was ook een van onze taken om bij de lokale leiders en de be volking te vragen hoe de toestand was en waar het verbeterd kon worden. We gingen dan op bezoek in een theehuis bijvoorbeeld. Maar wel met een voorgeladen wapen bij je. Dat hoef je hier bij Voshol (café Druiventros in Sint-Philips- land -red.) niet te doen." Ook het nieuws over het martelen door de Amerikanen van Irakese gevangen in de Abu Ghraibgevan- genis in Bagdad was in Irak het gesprek van de dag. „We zagen het op het nieuws, op de Arabische zender Al Jazira, maar ook op an dere kanalen via de satelliet. Het is te begrijpen dat daar veel om te doen is geweest. Zo ga je toch niet met mensen om? Amerikanen en Engelsen regelen alles met hun wapen." Hage strekt zijn arm uit om te laten zien hoe dat gebeurt. „Maar niet elke Irakees heeft een wapen bij zich. De Amerikanen rijden met een wapen voor op het patrouillevoertuig en richten op moet worden, dan doen wij dat met een metaaldetector langs het lichaam, Amerikanen doen dat met de hand over het lichaam. Dat is een grote vernedering voor die vrouwen en de leiders. We zetten ook nooit onze voet op iemands li chaam. Dat is in hun ogen het minste van het minste." Voor ontspanning buiten het kamp was weinig tijd. Op het kamp groeven de militairen een contai ner in, liepen de bak vol lopen met water en hadden zo hun eigen zwembad. Met de veldbedden langs de rand lijkt het een kleine oase in de grote zandbak die Irak voor een groot deel is. Er was ook een ruimte waar de militairen aan fitness konden doen en een bar. Zonder alcohol. „Vier maanden geen druppel alcohol gedronken. Dat is het minste wat ik gemist heb. Ik ben daar colaverslaafd ge worden." Een van de weinige momenten ontspanning buiten het kamp was een bezoek aan Babyion en een voetbalwedstrijd tegen een ploeg van Irakezen. „Mensen hier den ken dat het daar een hel is, maar we hebben ook een leuk potje ge voetbald. Lol gehad. Gelachen." We hebben vaak gebeld. Ik zat 's nachts ook vaak voor CNN. Ik ben toch al niet zo'n slaper. Natuurlijk ben ik blij dat hij terug is. Daar kun je van alles overkomen. Maar dat kan hier evengoed, hoor. Hij rijdt elke week naar Arnhem, naar de kazerne en dan kan er onder weg ook wat gebeuren." Ivo heeft getekend voor 3,5 jaar als beroeps bepaalde tijd. Deze maand (augustus) is het twee jaar dat hij onder de wapenen is. „Tot nu toe de beste keus die ik in mijn leven heb gemaakt. Dit heb ik al tijd al gewild." Na de vakantie begint hij weer aan het kazerneleven. Met oefeningen in Zwitserland en mogelijk Suri name voor een jungletraining in het verschiet. Hij gaat ook leren om parachute te springen. „Het kunnen nog leuke jaren worden." Terug naar Irak? Liever niet, zegt Hage. „Daar ben ik nu geweest. Ik zou dan liever naar Afghanistan gaan of Soedan. Maar het kan ook zo zijn dat ik over acht maanden terug moet naar Irak. Defensie kiest voor je." Tijdens de patrouilles onderhouden de militairen ook contact met de bevol king. Dat gebeurt met een tolk of in gebrekkig Engels. Lopend door de straten komen de kinderen met grote ogen op de gewapende mannen van SFIR-3 af gelopen. „Vaak zwaaien de mensen als je voorbij komt. Daar moet ik hier weer aan wennen. Dat hier niet iedereen zwaait."

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2004 | | pagina 5