Meekrapteelt voor kledingindustrie kan een paradepaardje worden ft t irni !i> ii Akkerbouwers gaan wortelen ook wassen, sorteren én verpakken Rondje Zeeland W'erè<ttf tvj Donderdag 20 november 2003 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 Om de inkomenspositie van de Thoolse akkerbouwers, tuinders en veeboeren te verbeteren of de achteruitgang van de ondernemingsresultaten te compenseren, is inno vatie voor deze bedrijfstak een pure noodzaak. Een flink aantal Thoolse landbouwondernemers heeft dat inmiddels ingezien, maar ook die tientallen anderen moeten volgen, vindt Lies Hage, afdelingsvoorzitter van de ZLTO in Tho- len. De landbouworganisatie vindt vernieuwing in de ag rarische sector van een zo groot belang dat er in november én in december bijeenkomsten aan worden gewijd. Waar onder een congres in de Efteling waar minister Veerman van landbouw aan een innovatiediscussie deelneemt. Elkaar vertrouwen Thoolse agrariërs moeten innoveren om de inkomenspositie te verbeteren Kopgroep Vier miljoen euro Flevoland Kopschuw Alles van Tholen (Alvantho) heeft een kindje gekregen. Wortelen van Tholen (Wovantho) is de naam. Sinds kort staat de boreling ingeschreven bij de kamer van koop handel in Zeeland. Het is een nieuw initiatief van vier akkerbouwers die niet alleen wortelen verbouwen, maar ze ook opslaan, wassen, sorteren én verpakken voordat ze naar de supermarkt of groenteboer gaan. „We probe ren de keten van productie naar consumptie korter te ma ken," zegt één van de initiatiefnemers, Kees Groenewe- ge uit Sint-Maartensdijk. Onlangs is de eerste oogst van 22 hectare op volle grond afgerond. Bij Groenewege in de Noordpolder wordt het laatste en grootste perceel van 11 hectare gerooid. De andere participanten in de ven nootschap onder firma zijn Paul Versluijs uit Scherpenis- se (4 ha), Gert-Jan Boudeling uit Anna Jacobapolder (4 ha) en Daan Goense uit Tholen (3 ha). Eigen hand f Wovantho bewandelt de omgekeerde weg; produceert waar vraag naar is Geïnvesteerd julder dat noe ok a j'n dagje of langer weg ge wist bin in je kom over de brugge of van 'n an dere kant dan.... wat een weldaed om j'n eiland wêêr te zien. 't Kan nie, ma 't liek wè of 't gras groener is in de lucht blauwer. Je bin tuus. Hage zegt dat de tijd er rijp voor is. Na jaren van druk op de marges van landbouwproducten is de, prijs van de aardappelen en de uien, een van de belangrijkste pijlers onder de in komens van de Thoolse agrarische sector, gunstig. Dat betekent dat er naar zijn indruk weer wat geld bij de bedrijven beschikbaar komt waardoor er mogelijkheden tot nieuwe investeringen ontstaan en de blik kan worden gericht op de toe komst. Hij ontkent dat steeds meer Thoolse akkerbouwers hun bedrijf beëindigen vanwege de slechte re sultaten. „Dan zou je moeten zien dat er gedurende lange tijd grond braak blijft liggen. Daar is op Tho- len geen sprake van. Er zijn colle ga's die stoppen met boeren vooral vanwege de leeftijd, het pachtcon- tract loopt af en omdat ze geen op volger hebben. Degenen die door gaan, zoeken juist uitbreiding van het aantal hectares. De grondprijs, die de afgelopen drie jaar de neiging had te dalen, gaat daardoor de laat ste tijd weer omhoog." Hage reageert met zijn uitspraken desgevraagd op het rapport 'Bege leiden van Innovatieprocessen' dat onlangs door het Landbouw Econo misch Instituut (LEI), de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZL TO) en de stichting Agro Ketenken nis (AKK) werd gepubliceerd. Het rapport biedt begeleiders van inno vatieprocessen in de land- en tuin bouw en de veeteelt een doorkijk in de problemen die ze tegenkomen als boeren nieuwe producten en gewas sen op hun teeltprogramma willen zetten, of in de markt zijn voor het vormen van een zogenoemde be- drijvenketen. Samenwerkingsver banden van grondstoffenleveran- ciers, telers, logistieke diensten en In Sint-Annaland herinnert een moderne plastiek aan de voor de economie van het dorp ooit zo belangrijke meekrapteelt. afnemers. Volgens Hage is het economisch noodzakelijk dat Thoolse boeren zich op die gebieden oriënteren en zich gaan bezig houden met innova tie. Kennis van nieuwe ontwikkelin gen zorgt er naar zijn overtuiging voor dat Thoolse akkerbouwers, maar ook tuinders en veetelers, kun nen zorgen voor de teelt van nieuwe producten en het aanboren van nieu we markten. Dat is naar zijn indruk nodig voor het voortbestaan van on dernemingen en het behoud of ver groting van het inkomen. Hij wijst onder meer op hoge investeringen die in het machinepark („100.000 euro voor een aardappelrooier") moeten worden gedaan. De winst van producent en consument zit wat hem betreft in een intensieve sa menwerking om de meest efficiënte werkwijze te behalen. „Daarvan is die op het gebied van het gezamen lijk gebruik van machines er een van. Dat gebeurt op Tholen steeds meer." Hage zelf is een voorbeeld van sa menwerking. Met buurman Paul Ver- sluijs (en voorheen diens vader) lig gen er al tientallen jaren afspraken over de verdeling van het werk op de akkers en de investeringen in het ma chinepark. „We doen het samen. Dat scheelt enorm veel geld. Voor onze bedrijven is die samenwerking van levensbelang. Je moet goede afspra ken maken, een goede relatie willen onderhouden en elkaar vertrouwen. Zo'n samenwerking zou ik meer col lega's op Tholen willen aanraden. Maar", geeft hij toe, „het is wel even wennen als je geen eigen trekker in de schuur ziet staan." Hoeveel geld de samenwerking precies oplevert en wat de gevolgen daadwerkelijk zijn als er aan die samenwerking een ein de komt, houdt Hage voor zichzelf. „Als je met elkaar in goede verstand houding wilt leven en werken, komt er aan die samenwerking geen eind. Zelf probeer ik op een christelijke ba sis te leven. Een van de uitgangspun ten daarbij is dat je niet liegt." Want, zo blijkt ook uit de rapportage van de drie instellingen, agrariërs die met elkaar willen gaan samenwerken, denken te snel in termen van 'eindre sultaat', terwijl ze volgens de onder zoekers meer tijd zouden moet inves teren in de aanvangsfase van een samenwerkings- of innovatieproject. Volgens de deskundigen moet je el kaar eerst goed leren kennen, elkaar duidelijk maken hoe je denkt over het doel dat je wilt bereiken, het opbou wen van vertrouwen en, eveneens van vitaal belang, het aanboren van subsidiemogelijkheden. Wat dat betreft zitten boeren die wil len innoveren en/of samenwerken op dezelfde lijn als het ministarie van landbouw, zegt het LEI. Bijvoorbeeld de invoering van milieuvriendelijke De textielindustrie toont weer belangstelling voor de natuurlijke grondstoffen om kleuren te maken. Zoals rood uit de wortels van de mee- krapplant die Jan de Wilde laat zien. technieken in de land- en tuinbouw verloopt minder snel dan beoogd. Het ministerie wil daarom een nieuwe impuls geven aan op duurzaamheid gerichte innovaties. Het innovatie proces zou kunnen worden versneld door de omgeving van de agrarische ondernemer er meer bij te betrekken, is één van de stellingen. In opdracht van het ministerie ontwikkelde een projectteam van LEI, PPO en IMAG hiervoor het concept van socio-tech- nische netwerken. Jargon voor op in novatie gerichte samenwerkingsver banden tussen agrarische onder nemers en hun omgeving: toeleve ranciers, verwerking en distributie, kennisorganisaties en overheid. Dit jaar starten chrysantentelers en ak kerbouwers elders in Nederland met steun van het projectteam twee van zulke netwerken, waarin de techni sche en sociale eisen die innovaties stellen in onderlinge samenhang wor den aangepakt, schrijft het ministerie in de doelstelling. De deskundigen van de rapporteren de instellingen vinden overigens dat er voor een geslaagde innovatie meer nodig is dan het toepassen van een paar nieuwe technieken binnen het eigen bedrijf. Geïntegreerde plaagbe- heersing in snijbloemen kan bijvoor beeld alleen van de grond komen als in samenwerking met veilingen en andere partijen in de keten een deel markt met eigen kwaliteitskenmer ken wordt ontwikkeld. Ook de waar dering van maatschappelijke organi saties en overheid en de samenwer king met collega's zijn belangrijk voor het slagen van een innovatie. Een kopgroep van ondernemers neemt zelfstandig initiatieven in in novatie, maar de grote middengroep hoort tot het meer afwachtende type ondernemer, is één van de conclusies van het onderzoek. Die ondernemer is sterk georiënteerd op wat zijn di recte omgeving (toeleverancier, vei ling, studieclub, belangenorganisatie) zegt. (Hage is een groot voorstander van een fusie tussen beide Thoolse veilingen - red.). 'Het innovatiebeleid en de bijbehorende stimuleringspro jecten zijn tot nu toe vooral gericht op de kopgroep', constateert het rap port. Om het vernieuwingsproces op gang te houden, is meer aandacht no dig voor de middengroep, die vooral kan worden bereikt door inschake ling van de partijen in zijn omgeving. Zoals die groep van vier jonge Thool se boeren, die het initiatief nam zich gezamenlijk toe te leggen op de teelt en de verwerking van worteltjes (zie eldders op deze pagina - red.). Hage: „Wij hebben het dan over c-peen. Het viertal teelt het gewas, bewaart het product op de juiste temperatuur, wast het schoon en verpakt het ver volgens voor de afnemer. Daarmee hebben ze langlopende afspraken ge maakt." Dat geldt eveneens voor het andere Thoolse paradepaardje, de meekrapteelt. Gestimuleerd door de 30 jaar geleden opgerichte Arbeids- rationalisatiekern. Hage: „Op Tholen is die kern een overblijfsel uit de tijd van de herverkaveling na de water snoodramp in 1953. Nu houdt die kern, die bestaat uit tien Thoolse ak kerbouwers, zich bezig met diverse vormen van samenwerking, zoals de teelt van de meekrapwortel." Hage zelf zit daar niet bij. „Mijn grond is niet geschikt voor de teelt van de meekrapwortel. Daar is lichte re zavelhoudende grond voor nodig. Maar de ZLTO heeft alle vertrouwen in het succes van dit nieuwe gewas en de manier waarop de teelt wordt opgezet." De Thoolse ZLTO-voor- man wijst op modehuizen in Frank rijk en Italië die voor de ruim bemid delde klandizie kleding willen vervaardigen met kleuren uit hoog waardige natuurlijke grondstoffen. De meekrapwortel is daar één van de meest belangrijke van. Zijn collega J.W. de Wilde uit Sint- Maartensdijk weet als kern-voorzitter van de hoed en de rand. „Binnen de arbeidsrationalisatiekern kijken de tien deelnemers naar eikaars produc tieresultaten. Op die manier leren we van elkaar hoe we de opbrengst kun nen verbeteren en de kosten kunnen beperken. Nu nemen zeven leden van de kern deel aan een meekrapproject. Daarbij gaat het om 20 hectare op Tholen, rond Sint- Maartensdijk en Oud-Vossemeer, 20 hectare in West- Brabant en 20 hectare in Oost-Bra bant. De plantjes gaan het aanstaande voorjaar de grond in en worden me dio september 2005 geoogst." Of er aan dit innovatieve project geld wordt verdiend, is volgens De Wilde nog niet te zeggen. „De textielindus trie heeft belangstelling getoond voor de rode natuurlijke verfstof die uit de wortel wordt gewonnen en moet een belangrijke afnemer worden. Maar over de financiële resultaten kunnen we ons nog niet uitlaten. We willen trouwens bij publicaties over het pro ject enige terughoudendheid betrach ten. Niet alles is al geregeld en daar naast zijn we voor wat betreft de resultaten afhankelijk van het weer. Verder zijn we nog aan het doorreke nen wat we voor opbrengst mogen verwachten." De investeringen voor deze vorm van vernieuwing vallen voor de deelne mers mee. Hage: „De ZLTO heeft een dienst die dit soort projecten steunt. NCB-ontwikkeling." Hij slaat er het jaarverslag van vorig jaar op na en komt tot de conclusie dat die dienst wel wat risico kan nemen. „Vorig jaar is er 110 miljoen euro verdiend aan de verschillende projec ten." W. Diagos, hoofd van NCB-ontwik- keling, bevestigt de deelname van zijn instelling in het meekrapproject. „Er ligt een plan om voor een miljoen euro mee te doen. Het gaat om het toepassen van nieuwe teelttechnieken en productiesystemen. We hebben al le vertrouwen in het welslagen van het project." Vanwege de belangstel ling van de textielindustrie? „Dat moet de belangrijkste afzetmarkt worden." In totaal vergt de verwerking van meekrapteelt voor de zestig hectare een investering van ongeveer vier miljoen euro. Diagos: „We hebben Anco Sneep uit Dinteloord aange trokken om die kar te gaan trekken. Die heeft al een bedrijf, Rubia Na tuurlijke Kleurstoffen, en is bekend met de markt. We verwachten dat ook de land- en tuinbouwcooperatie CZAV met een miljoen euro mee doet. Sneep probeert verder bancaire financiering aan te trekken." Diagos ziet de deelname van de ZLTO-afde- ling als een soort voorfinanciering. „Zodra de zaken goed op de rails staan, betalen de deelnemende akker bouwers het geïnvesteerde bedrag te rug. Over de details moeten we nog praten." Ir. dr. A. Sneep is positief gestemd en verwacht geen problemen. „We hebben het kwekersrecht op die planten en een octrooi op de verwer king. Dat betekent de komende jaren weinig tot geen concurrentie. Zodra de productie van de rode meekrap- kleur goed loopt, gaan we mogelijk ook andere kleuren maken." Sneep denkt aan blauw en geel. Ooit noem de hij tijdens een bijeenkomst over de plannen de kleuren Red, Yellow and Blue. „Vanwege dat bekende schilderij. Nee. Absoluut geen ande re kleuren door genetische manipu latie of modificatie. De planten die die kleuren kunnen afgeven, groeien gewoon in de natuur." Sneep is zo overtuigd van het succes dat hij zijn baan als landbouwadvi- seur opgaf om zich geheel aan dit project te wijden. Hij wijst er op dat vóór het jaar 1860 in West-Brabant en Zeeland de teelt van meekrap zeer succesvol was. „Het ging toen om ongeveer 5500 hectare. De op komst van de chemische industrie was er de oorzaak van dat de be drijfstak vrijwel verdween." Sneep gaat ervanuit dat in het najaar van 2005 de eerste meekrapwortelen worden gerooid en er een verwer kingsfabriek („circa vier arbeids plaatsen") is gevestigd. Waar die wordt gebouwd, is nog niet bekend. Sneep: „Ik heb zeven locaties op het oog, waarvan er twee mijn voorkeur hebben. Uiteraard binnen het telers- gebied van de ZLTO. Ik verwacht voor 1 januari de deelname van de financiers klaar te hebben. Daarna kan ik met verdere plannen naar bui ten komen." Rubia Natuurlijke Kleurstoffen B.V. is oorspronkelijk in het Groningse Noordbroek begonnen. Eind vorig jaar wilde de onderneming voor de verwerking van de meekrapwortel een proeffabriek in het Bioscience Park bij Lelystad oprichten. De be doeling was in Flevoland 50 hectare meekrap te planten en dit jaar de productie van de rode verfstof te be ginnen. Sneep: „Dat was voor mijn tijd. Het project is, zo ik begrepen heb, daar niet van de grond geko men omdat'de provincie Flevoland een eerdere financiële toezegging plotseling introk." Herald van Heerde, woordvoerder van de provincie Flevoland, denkt daar anders over. „De subsidieaan vraag van Rubia paste in het subsi diebeleid van de Europese Unie. Die stelt geld beschikbaar voor het scheppen van werk in regio's met een hoge werkloosheid. In de subsi dievoorwaarden wordt een termijn genoemd waarbinnen een project moet zijn afgerond. Rubia kon zich daaraan niet houden en kon evenmin voldoende telers vinden voor een rendabele exploitatie. Aanvankelijk kreeg Rubia enkele honderdduizen den euro's van de Europese Unie maar moest, zo oordeelde uiteinde lijk de rechter, dat geld teruggeven omdat niet aan de voorwaarden kon worden voldaan. De provincie fun geerde in dit geval alleen als tussen persoon." Het LEI-rapport waarschuwt voor tegenvallers. Niet voor niets ontwik kelde deze instelling samen met de ZLTO en het AKK een nieuwe aan pak voor begeleiding van groepen ondernemers die samenwerken in innovatieprojecten. Bij innovatie in groepsverband moet, vooral in de eerste fase, veel tijd en aandacht worden besteed aan gezamenlijke visievorming, staat in het onder zoekverslag. Daarom is het belang rijk dat de ondernemers bij de start van een innovatietraject veel inves teren in het proces van kennismaken en vertrouwd raken met elkaar. Het succes van een innovatie, zo staat in het rapport, hangt niet alleen af van de inhoudelijke vernieuwing die wordt doorgevoerd, maar ook van de financiering ervan. Om de sa menwerking tussen bijvoorbeeld de Zuid-Nederlandse meekraptelers tot een goed einde te brengen, moeten de ondernemers, afgezien van on derling vertrouwen, volgens het rap port 'door vier fasen' heen: het be kijken en analyseren van het probleem waarmee ze worden ge confronteerd, het ontwikkelen van innovatieve ideeën en oplossingen, het kiezen en uitwerken van het goe de idee en tot slot de daadwerkelijke actie. Begeleiders van de ZLTO er varen zelf het groepsproces voor het tot stand brengen van innovaties ge schikter dan een strakke projectma tige aanpak zoals in de hand wordt gewerkt door de voorwaarden van de Europese Unie, blijkt uit het rap port. Hage is het daarmee wel eens, maar waarschuwt voor het integraal over nemen van de conclusies. „Het rap port is vooral geschreven, zo heb ik het tenminste gelezen, voor begelei ders van innovatieprocessen. We moeten er voor waken dat we straks een file aan duurbetaalde begelei ders hebben voor ondernemers die willen innoveren maar vervolgens kopschuw worden gemaakt door al die duurbetaalde deskundigen die op hen afkomen." Vernieuwing in de landbouw is noodzakelijk en de tijd is er rijp voor, vindt ZLTO-voorman Lies Hage. Voor ze met het project begonn- nen, hebben ze de markt verkend. Gekeken naar welk agrarisch pro duct vraag was. In feite een omge keerde weg bewandeld. Groene wege: „Vroeger was het zo dat je als boer in het voorjaar zaaide en in het najaar keek wie het product wilde kopen. Dat is in de land bouw nog erg gebruikelijk. Maar we moeten nieuwe wegen inslaan. Het is net als met auto's. Als je die bestelt, moetje zes weken wachten omdat ze nog gemaakt moeten worden. Ze worden alleen gepro duceerd omdat er vraag naar is." Versluijs: „We wilden graag inves teren in een teelt. Daarom hebben we eerst de afnemersmarkt opge zocht. We praten nu over een volle- gronds groenteteelt." Dat is wat an ders dan aardappelen, bieten en graan. Hoe ze dan die afnemers- markt hebben gevonden? Dat ge beurde in feite op een digitale ma nier via de elektronische snelweg. Groenewege: Peter Boekhout uit Scherpenisse heeft een website (agf.nl) met nieuwsbrieven uit de agrarische sector. Daar kun je je op abonneren. We hebben op zijn site een advertentie geplaatst. Gezegd dat we een nieuwe teelt zochten en gevraagd waar behoefte aan was." Er kwam reactie. Er was behoefte aan peetjes. Maar als het spruitjes waren geworden, dan was dat ook geen probleem geweest, zegt Groe newege. Ze kwamen in contact met VDN (Versdienst Nederland) uit Baren- drecht, een bemiddelingsbureau voor vier grote exporteurs van groente. „Ze bestrijken praktisch de hele wereld: Europa, Amerika, Azië, en beperkt Afrika. Aan twee exporteurs, Valstar Holland in het noorden van het land en Scherpen- huijzen in Scherpenzeel, gaan we leveren." Het oogsten en opslaan van land bouwproducten is de gewoonste zaak voor de landbouwers, maar het wassen, sorteren en inpakken niet. Dat moet volgens de vennoten de meerwaarde aan de producten gaan geven. Bovendien zorgt het ook in de winter voor meer werk op de boerderij. „We hebben te maken met pieken in het voorjaar en najaar, maar op deze manier proberen we een heel jaar door werk te hebben." De verdiensten voor de telers zitten nu vooral aan het eind van de keten. Na het wassen en sorteren worden de wortelen verpakt. In kistjes van 10, 12,5 en 20 kilo. Versluijs: „We houden alles in eigen hand. Van het land tot aan de supermarkt." En daar zit volgens Groenewege de winst. „Het wassen, sorteren en ver pakken kun je doorberekenen in de prijs." En dat kan bovenop de dag prijs van de peen, die net als de aardappel en de suikerbiet een vrij product is. Elk lid van het viertal kan zelf bepalen hoeveel wortelen hij teelt. Na de oogst gaan ze naar Wovantho. De beide akkerbouwers hebben al wat ervaring met de teelt van peen. Enkele jaren geleden stopte hun di recte bemoeienis met de productie na de oogst en werd het wassen in België gedaan. „Meestal zat er dan - -* W A v - H, Paul Versluijs, Gert-Jan Boudeling en Daan Goense (v.l.n.r.) bij de oogst van wortelen aan de Randweg in Poortvliet. ook nog een commissionair tussen. We deden dat op contractprijs, maar dat werd almaar minder," zegt Ver sluijs. Wovantho kan gaan leveren vanaf november tot maart. Daarvoor zijn een was- en een sorteermachine aangeschaft. Dit jaar zal de verdere verwerking bij Versluijs in het Wulpdal gebeuren. Het is echter de bedoeling dat er volgend jaar op De Heide bij Groenewege een nieuwe schuur komt waar de was- en sor- teerinrichting ondergebracht wordt. Ook zijn er grote kisten aangeschaft om de wortelen te kunnen bewaren. De opslagcapaciteit is volgens de telers nog beperkt. Het bewaren en koelen van de wortelen vindt nu bij Versluijs en bij loonbedrijf Hage in Scherpenisse plaats. Daarnaast zijn er nog twee koelcellen gehuurd. Hage heeft op zijn beurt geïnves teerd in een rooier en drie (kantel) wagens die speciaal voor de oogst van wortelen zijn gemaakt. De peen die Wovantho oogst, is een con- sumptiemaat, een zogeheten B- peen. Ze gaan van A naar D, van groot naar klein. Per hectare wordt ongeveer 100 kilo gehaald. Dat zijn ook honderd kisten per ha. Ligt de opbrengst hoger, zoals bij Boude ling het geval was met 110 tot 120 kilo per ha, dan zijn er nog meer 'kuubkisten' nodig. Wovantho wordt omschreven als verwerking en vermarkting van, als mede groothandel in wortels/peen en overige wasbare agrarische pro ducten. „Ja," zegt Groenewege, „we kunnen niet alleen wortels was sen, maar ook vroege aardappelen of knolselderij. We moeten wat. Het is niet goed om stil te blijven staan. Je moet als landbouwer constant vernieuwend bezig zijn." De opbrengsten zijn tot nu toe goed. De weersomstandigheden ook, al is de grond volgens Groenewege iets te droog. Versluijs: „Het is een leer proces, maar ik denk wel dat dit de goede weg is." Reactieftnuv r lezers optie. ff rubriek zijn, welkom, bij de. dialectgroep Tkolen, f tel- 0166-602226 Onderlesten bin ons e'n rondje Zeeland gaen doen. Ik ka je 't anrikkemedêêre, ma neem wè je portemenee mee! We gienge bie Vosmêêr over de brugge, binnendeur langs 't weunwaegenkamp de grööte weg op nae reste- rant 'de Grevelienge'. Dat is de plekke om koffie te drien- ken. Zo mooi zicht over 't waeter. Neem 'n verrekieker mee a je d'r êên eit. Nae 'n stuitje stappe w' op richting Zierikzee. A je dan bie de sluus an je rechterkant kiekt, zie je 'n ontelbaere oevee- leid masten. Wat een weelde in riekdom! In dan de Neder landers ma klaege noe a Bal kenende gezeid eit: iets min der kan wè. Ze moste d'r eige schaeme, 't ontevreje volkje. In Zierikzee is 't oaltied stik gezellig. Bie Concordia op 't aevenplein ménsen kieke on der 't genot van iets lekkers, 'k Stae d'r versteld van dat de jeugd 't zo druk eit, ze loape bekan allemael mit zo'n tele foon an d'r ööre. 'n Boeke- wienkel. Holty mode, dae kan 'k nie verbie, 'k mot eyen nae binnen. Allêên ma kieke, nie koape. Ma ja ,dan angt daer 'n leuke trui afgepriest, 10 euro. Ik dienke: dae krieg je spiet van a je strak tuus bin in j' eit 'm nie gekocht. Dus... Nog 10 euro verdiend ok, maek ik m'n eige wies. M'n reisgenoot is nie te bewegen om wat an te schaffen, 't Wor tied om varder te gaen, over de Oösterscheldekêêring via de Veersedam, Vrouwepolder komme w' in Domburg. De duunen op, de wind langs j'n öören, je 'anden diep in je zakken, 't Zonnetje schient. 't Waeter is ruw mit van die grööte witte schuumkop- pen.We geniete van oal dat mööis. Je wor t'r 'n ander méns van, je krieg energie vö tiene! Onderlangs de duunen, langs 't waeter, trug. Noe zou 'n bakje koffie best smaeke in daevö rieje m'n nae Middelburg, via Zoute- lande. Bie 't wienkeltje van Jannetje vö 't raem kieke, oallemael lapjes in tierlan- tijntjes, best leuk. In Middel burg, in de boekewinkel De Drukkerieje, strande we wêêr. Dae kü je uren rondsnuffele in ok wat gebruke, waerme sukkeloademelk mit slagro- am. Wat a 'k er in Domburg afgeloapen eet ik d'r ier wêêr bie. Voor a je 't weet, je boeken gekocht, da 's m 'n zwakke punt. Gêên romanne tjes, want ieder méns ei ro mannetje genogt an z'n eige. 't Is laeter g'wor re dan we gedocht adde. Via Goes in Oesterdam naer uus. Ons ei ge landje kom in 't zicht, 't Gras wor wêêr groener, de lucht blauwer. Wete julder dat Zeeland de móóiste provincie van Ne derland is? In dat ik ons ei land Thole 't mooiste eiland vinde? In dat Vosmêêr Oewel, 'k ouwe d'r mee op, 't is welletjes zo. Rondje Zee land: 'k Zou zegge doe 't ok 's. Nel Slager-den Engelsman, Oud- Vossemeer.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2003 | | pagina 7