Meekrapteelt voor kledingindustrie
kan een paradepaardje worden
ft t
irni !i> ii
Akkerbouwers gaan wortelen ook
wassen, sorteren én verpakken
Rondje Zeeland
W'erè<ttf tvj
Donderdag 20 november 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
7
Om de inkomenspositie van de Thoolse akkerbouwers,
tuinders en veeboeren te verbeteren of de achteruitgang
van de ondernemingsresultaten te compenseren, is inno
vatie voor deze bedrijfstak een pure noodzaak. Een flink
aantal Thoolse landbouwondernemers heeft dat inmiddels
ingezien, maar ook die tientallen anderen moeten volgen,
vindt Lies Hage, afdelingsvoorzitter van de ZLTO in Tho-
len. De landbouworganisatie vindt vernieuwing in de ag
rarische sector van een zo groot belang dat er in november
én in december bijeenkomsten aan worden gewijd. Waar
onder een congres in de Efteling waar minister Veerman
van landbouw aan een innovatiediscussie deelneemt.
Elkaar vertrouwen
Thoolse agrariërs moeten innoveren om de inkomenspositie te verbeteren
Kopgroep
Vier miljoen euro
Flevoland
Kopschuw
Alles van Tholen (Alvantho) heeft een kindje gekregen.
Wortelen van Tholen (Wovantho) is de naam. Sinds kort
staat de boreling ingeschreven bij de kamer van koop
handel in Zeeland. Het is een nieuw initiatief van vier
akkerbouwers die niet alleen wortelen verbouwen, maar
ze ook opslaan, wassen, sorteren én verpakken voordat
ze naar de supermarkt of groenteboer gaan. „We probe
ren de keten van productie naar consumptie korter te ma
ken," zegt één van de initiatiefnemers, Kees Groenewe-
ge uit Sint-Maartensdijk. Onlangs is de eerste oogst van
22 hectare op volle grond afgerond. Bij Groenewege in
de Noordpolder wordt het laatste en grootste perceel van
11 hectare gerooid. De andere participanten in de ven
nootschap onder firma zijn Paul Versluijs uit Scherpenis-
se (4 ha), Gert-Jan Boudeling uit Anna Jacobapolder (4
ha) en Daan Goense uit Tholen (3 ha).
Eigen hand
f
Wovantho bewandelt de omgekeerde weg; produceert waar vraag naar is
Geïnvesteerd
julder dat noe ok a j'n dagje of langer weg ge
wist bin in je kom over de brugge of van 'n an
dere kant dan.... wat een weldaed om j'n eiland
wêêr te zien. 't Kan nie, ma 't liek wè of 't gras
groener is in de lucht blauwer. Je bin tuus.
Hage zegt dat de tijd er rijp voor is.
Na jaren van druk op de marges van
landbouwproducten is de, prijs van
de aardappelen en de uien, een van
de belangrijkste pijlers onder de in
komens van de Thoolse agrarische
sector, gunstig. Dat betekent dat er
naar zijn indruk weer wat geld bij
de bedrijven beschikbaar komt
waardoor er mogelijkheden tot
nieuwe investeringen ontstaan en de
blik kan worden gericht op de toe
komst. Hij ontkent dat steeds meer
Thoolse akkerbouwers hun bedrijf
beëindigen vanwege de slechte re
sultaten. „Dan zou je moeten zien
dat er gedurende lange tijd grond
braak blijft liggen. Daar is op Tho-
len geen sprake van. Er zijn colle
ga's die stoppen met boeren vooral
vanwege de leeftijd, het pachtcon-
tract loopt af en omdat ze geen op
volger hebben. Degenen die door
gaan, zoeken juist uitbreiding van
het aantal hectares. De grondprijs,
die de afgelopen drie jaar de neiging
had te dalen, gaat daardoor de laat
ste tijd weer omhoog."
Hage reageert met zijn uitspraken
desgevraagd op het rapport 'Bege
leiden van Innovatieprocessen' dat
onlangs door het Landbouw Econo
misch Instituut (LEI), de Zuidelijke
Land- en Tuinbouworganisatie (ZL
TO) en de stichting Agro Ketenken
nis (AKK) werd gepubliceerd. Het
rapport biedt begeleiders van inno
vatieprocessen in de land- en tuin
bouw en de veeteelt een doorkijk in
de problemen die ze tegenkomen als
boeren nieuwe producten en gewas
sen op hun teeltprogramma willen
zetten, of in de markt zijn voor het
vormen van een zogenoemde be-
drijvenketen. Samenwerkingsver
banden van grondstoffenleveran-
ciers, telers, logistieke diensten en
In Sint-Annaland herinnert een
moderne plastiek aan de voor de
economie van het dorp ooit zo
belangrijke meekrapteelt.
afnemers.
Volgens Hage is het economisch
noodzakelijk dat Thoolse boeren
zich op die gebieden oriënteren en
zich gaan bezig houden met innova
tie. Kennis van nieuwe ontwikkelin
gen zorgt er naar zijn overtuiging
voor dat Thoolse akkerbouwers,
maar ook tuinders en veetelers, kun
nen zorgen voor de teelt van nieuwe
producten en het aanboren van nieu
we markten. Dat is naar zijn indruk
nodig voor het voortbestaan van on
dernemingen en het behoud of ver
groting van het inkomen. Hij wijst
onder meer op hoge investeringen
die in het machinepark („100.000
euro voor een aardappelrooier")
moeten worden gedaan. De winst
van producent en consument zit wat
hem betreft in een intensieve sa
menwerking om de meest efficiënte
werkwijze te behalen. „Daarvan is
die op het gebied van het gezamen
lijk gebruik van machines er een
van. Dat gebeurt op Tholen steeds
meer."
Hage zelf is een voorbeeld van sa
menwerking. Met buurman Paul Ver-
sluijs (en voorheen diens vader) lig
gen er al tientallen jaren afspraken
over de verdeling van het werk op de
akkers en de investeringen in het ma
chinepark. „We doen het samen. Dat
scheelt enorm veel geld. Voor onze
bedrijven is die samenwerking van
levensbelang. Je moet goede afspra
ken maken, een goede relatie willen
onderhouden en elkaar vertrouwen.
Zo'n samenwerking zou ik meer col
lega's op Tholen willen aanraden.
Maar", geeft hij toe, „het is wel even
wennen als je geen eigen trekker in
de schuur ziet staan." Hoeveel geld
de samenwerking precies oplevert en
wat de gevolgen daadwerkelijk zijn
als er aan die samenwerking een ein
de komt, houdt Hage voor zichzelf.
„Als je met elkaar in goede verstand
houding wilt leven en werken, komt
er aan die samenwerking geen eind.
Zelf probeer ik op een christelijke ba
sis te leven. Een van de uitgangspun
ten daarbij is dat je niet liegt." Want,
zo blijkt ook uit de rapportage van de
drie instellingen, agrariërs die met
elkaar willen gaan samenwerken,
denken te snel in termen van 'eindre
sultaat', terwijl ze volgens de onder
zoekers meer tijd zouden moet inves
teren in de aanvangsfase van een
samenwerkings- of innovatieproject.
Volgens de deskundigen moet je el
kaar eerst goed leren kennen, elkaar
duidelijk maken hoe je denkt over het
doel dat je wilt bereiken, het opbou
wen van vertrouwen en, eveneens
van vitaal belang, het aanboren van
subsidiemogelijkheden.
Wat dat betreft zitten boeren die wil
len innoveren en/of samenwerken op
dezelfde lijn als het ministarie van
landbouw, zegt het LEI. Bijvoorbeeld
de invoering van milieuvriendelijke
De textielindustrie toont weer belangstelling voor de natuurlijke grondstoffen om kleuren te maken. Zoals rood uit de wortels van de mee-
krapplant die Jan de Wilde laat zien.
technieken in de land- en tuinbouw
verloopt minder snel dan beoogd. Het
ministerie wil daarom een nieuwe
impuls geven aan op duurzaamheid
gerichte innovaties. Het innovatie
proces zou kunnen worden versneld
door de omgeving van de agrarische
ondernemer er meer bij te betrekken,
is één van de stellingen. In opdracht
van het ministerie ontwikkelde een
projectteam van LEI, PPO en IMAG
hiervoor het concept van socio-tech-
nische netwerken. Jargon voor op in
novatie gerichte samenwerkingsver
banden tussen agrarische onder
nemers en hun omgeving: toeleve
ranciers, verwerking en distributie,
kennisorganisaties en overheid. Dit
jaar starten chrysantentelers en ak
kerbouwers elders in Nederland met
steun van het projectteam twee van
zulke netwerken, waarin de techni
sche en sociale eisen die innovaties
stellen in onderlinge samenhang wor
den aangepakt, schrijft het ministerie
in de doelstelling.
De deskundigen van de rapporteren
de instellingen vinden overigens dat
er voor een geslaagde innovatie meer
nodig is dan het toepassen van een
paar nieuwe technieken binnen het
eigen bedrijf. Geïntegreerde plaagbe-
heersing in snijbloemen kan bijvoor
beeld alleen van de grond komen als
in samenwerking met veilingen en
andere partijen in de keten een deel
markt met eigen kwaliteitskenmer
ken wordt ontwikkeld. Ook de waar
dering van maatschappelijke organi
saties en overheid en de samenwer
king met collega's zijn belangrijk
voor het slagen van een innovatie.
Een kopgroep van ondernemers
neemt zelfstandig initiatieven in in
novatie, maar de grote middengroep
hoort tot het meer afwachtende type
ondernemer, is één van de conclusies
van het onderzoek. Die ondernemer
is sterk georiënteerd op wat zijn di
recte omgeving (toeleverancier, vei
ling, studieclub, belangenorganisatie)
zegt. (Hage is een groot voorstander
van een fusie tussen beide Thoolse
veilingen - red.). 'Het innovatiebeleid
en de bijbehorende stimuleringspro
jecten zijn tot nu toe vooral gericht
op de kopgroep', constateert het rap
port. Om het vernieuwingsproces op
gang te houden, is meer aandacht no
dig voor de middengroep, die vooral
kan worden bereikt door inschake
ling van de partijen in zijn omgeving.
Zoals die groep van vier jonge Thool
se boeren, die het initiatief nam zich
gezamenlijk toe te leggen op de teelt
en de verwerking van worteltjes (zie
eldders op deze pagina - red.). Hage:
„Wij hebben het dan over c-peen. Het
viertal teelt het gewas, bewaart het
product op de juiste temperatuur,
wast het schoon en verpakt het ver
volgens voor de afnemer. Daarmee
hebben ze langlopende afspraken ge
maakt." Dat geldt eveneens voor het
andere Thoolse paradepaardje, de
meekrapteelt. Gestimuleerd door de
30 jaar geleden opgerichte Arbeids-
rationalisatiekern. Hage: „Op Tholen
is die kern een overblijfsel uit de tijd
van de herverkaveling na de water
snoodramp in 1953. Nu houdt die
kern, die bestaat uit tien Thoolse ak
kerbouwers, zich bezig met diverse
vormen van samenwerking, zoals de
teelt van de meekrapwortel."
Hage zelf zit daar niet bij. „Mijn
grond is niet geschikt voor de teelt
van de meekrapwortel. Daar is lichte
re zavelhoudende grond voor nodig.
Maar de ZLTO heeft alle vertrouwen
in het succes van dit nieuwe gewas
en de manier waarop de teelt wordt
opgezet." De Thoolse ZLTO-voor-
man wijst op modehuizen in Frank
rijk en Italië die voor de ruim bemid
delde klandizie kleding willen
vervaardigen met kleuren uit hoog
waardige natuurlijke grondstoffen.
De meekrapwortel is daar één van de
meest belangrijke van.
Zijn collega J.W. de Wilde uit Sint-
Maartensdijk weet als kern-voorzitter
van de hoed en de rand. „Binnen de
arbeidsrationalisatiekern kijken de
tien deelnemers naar eikaars produc
tieresultaten. Op die manier leren we
van elkaar hoe we de opbrengst kun
nen verbeteren en de kosten kunnen
beperken. Nu nemen zeven leden van
de kern deel aan een meekrapproject.
Daarbij gaat het om 20 hectare op
Tholen, rond Sint- Maartensdijk en
Oud-Vossemeer, 20 hectare in West-
Brabant en 20 hectare in Oost-Bra
bant. De plantjes gaan het aanstaande
voorjaar de grond in en worden me
dio september 2005 geoogst."
Of er aan dit innovatieve project geld
wordt verdiend, is volgens De Wilde
nog niet te zeggen. „De textielindus
trie heeft belangstelling getoond voor
de rode natuurlijke verfstof die uit de
wortel wordt gewonnen en moet een
belangrijke afnemer worden. Maar
over de financiële resultaten kunnen
we ons nog niet uitlaten. We willen
trouwens bij publicaties over het pro
ject enige terughoudendheid betrach
ten. Niet alles is al geregeld en daar
naast zijn we voor wat betreft de
resultaten afhankelijk van het weer.
Verder zijn we nog aan het doorreke
nen wat we voor opbrengst mogen
verwachten."
De investeringen voor deze vorm van
vernieuwing vallen voor de deelne
mers mee. Hage: „De ZLTO heeft
een dienst die dit soort projecten
steunt. NCB-ontwikkeling." Hij slaat
er het jaarverslag van vorig jaar op na
en komt tot de conclusie dat die
dienst wel wat risico kan nemen.
„Vorig jaar is er 110 miljoen euro
verdiend aan de verschillende projec
ten."
W. Diagos, hoofd van NCB-ontwik-
keling, bevestigt de deelname van
zijn instelling in het meekrapproject.
„Er ligt een plan om voor een miljoen
euro mee te doen. Het gaat om het
toepassen van nieuwe teelttechnieken
en productiesystemen. We hebben al
le vertrouwen in het welslagen van
het project." Vanwege de belangstel
ling van de textielindustrie? „Dat
moet de belangrijkste afzetmarkt
worden."
In totaal vergt de verwerking van
meekrapteelt voor de zestig hectare
een investering van ongeveer vier
miljoen euro. Diagos: „We hebben
Anco Sneep uit Dinteloord aange
trokken om die kar te gaan trekken.
Die heeft al een bedrijf, Rubia Na
tuurlijke Kleurstoffen, en is bekend
met de markt. We verwachten dat
ook de land- en tuinbouwcooperatie
CZAV met een miljoen euro mee
doet. Sneep probeert verder bancaire
financiering aan te trekken." Diagos
ziet de deelname van de ZLTO-afde-
ling als een soort voorfinanciering.
„Zodra de zaken goed op de rails
staan, betalen de deelnemende akker
bouwers het geïnvesteerde bedrag te
rug. Over de details moeten we nog
praten."
Ir. dr. A. Sneep is positief gestemd
en verwacht geen problemen. „We
hebben het kwekersrecht op die
planten en een octrooi op de verwer
king. Dat betekent de komende jaren
weinig tot geen concurrentie. Zodra
de productie van de rode meekrap-
kleur goed loopt, gaan we mogelijk
ook andere kleuren maken." Sneep
denkt aan blauw en geel. Ooit noem
de hij tijdens een bijeenkomst over
de plannen de kleuren Red, Yellow
and Blue. „Vanwege dat bekende
schilderij. Nee. Absoluut geen ande
re kleuren door genetische manipu
latie of modificatie. De planten die
die kleuren kunnen afgeven, groeien
gewoon in de natuur."
Sneep is zo overtuigd van het succes
dat hij zijn baan als landbouwadvi-
seur opgaf om zich geheel aan dit
project te wijden. Hij wijst er op dat
vóór het jaar 1860 in West-Brabant
en Zeeland de teelt van meekrap
zeer succesvol was. „Het ging toen
om ongeveer 5500 hectare. De op
komst van de chemische industrie
was er de oorzaak van dat de be
drijfstak vrijwel verdween." Sneep
gaat ervanuit dat in het najaar van
2005 de eerste meekrapwortelen
worden gerooid en er een verwer
kingsfabriek („circa vier arbeids
plaatsen") is gevestigd. Waar die
wordt gebouwd, is nog niet bekend.
Sneep: „Ik heb zeven locaties op het
oog, waarvan er twee mijn voorkeur
hebben. Uiteraard binnen het telers-
gebied van de ZLTO. Ik verwacht
voor 1 januari de deelname van de
financiers klaar te hebben. Daarna
kan ik met verdere plannen naar bui
ten komen."
Rubia Natuurlijke Kleurstoffen B.V.
is oorspronkelijk in het Groningse
Noordbroek begonnen. Eind vorig
jaar wilde de onderneming voor de
verwerking van de meekrapwortel
een proeffabriek in het Bioscience
Park bij Lelystad oprichten. De be
doeling was in Flevoland 50 hectare
meekrap te planten en dit jaar de
productie van de rode verfstof te be
ginnen. Sneep: „Dat was voor mijn
tijd. Het project is, zo ik begrepen
heb, daar niet van de grond geko
men omdat'de provincie Flevoland
een eerdere financiële toezegging
plotseling introk."
Herald van Heerde, woordvoerder
van de provincie Flevoland, denkt
daar anders over. „De subsidieaan
vraag van Rubia paste in het subsi
diebeleid van de Europese Unie. Die
stelt geld beschikbaar voor het
scheppen van werk in regio's met
een hoge werkloosheid. In de subsi
dievoorwaarden wordt een termijn
genoemd waarbinnen een project
moet zijn afgerond. Rubia kon zich
daaraan niet houden en kon evenmin
voldoende telers vinden voor een
rendabele exploitatie. Aanvankelijk
kreeg Rubia enkele honderdduizen
den euro's van de Europese Unie
maar moest, zo oordeelde uiteinde
lijk de rechter, dat geld teruggeven
omdat niet aan de voorwaarden kon
worden voldaan. De provincie fun
geerde in dit geval alleen als tussen
persoon."
Het LEI-rapport waarschuwt voor
tegenvallers. Niet voor niets ontwik
kelde deze instelling samen met de
ZLTO en het AKK een nieuwe aan
pak voor begeleiding van groepen
ondernemers die samenwerken in
innovatieprojecten. Bij innovatie in
groepsverband moet, vooral in de
eerste fase, veel tijd en aandacht
worden besteed aan gezamenlijke
visievorming, staat in het onder
zoekverslag. Daarom is het belang
rijk dat de ondernemers bij de start
van een innovatietraject veel inves
teren in het proces van kennismaken
en vertrouwd raken met elkaar.
Het succes van een innovatie, zo
staat in het rapport, hangt niet alleen
af van de inhoudelijke vernieuwing
die wordt doorgevoerd, maar ook
van de financiering ervan. Om de sa
menwerking tussen bijvoorbeeld de
Zuid-Nederlandse meekraptelers tot
een goed einde te brengen, moeten
de ondernemers, afgezien van on
derling vertrouwen, volgens het rap
port 'door vier fasen' heen: het be
kijken en analyseren van het
probleem waarmee ze worden ge
confronteerd, het ontwikkelen van
innovatieve ideeën en oplossingen,
het kiezen en uitwerken van het goe
de idee en tot slot de daadwerkelijke
actie. Begeleiders van de ZLTO er
varen zelf het groepsproces voor het
tot stand brengen van innovaties ge
schikter dan een strakke projectma
tige aanpak zoals in de hand wordt
gewerkt door de voorwaarden van
de Europese Unie, blijkt uit het rap
port.
Hage is het daarmee wel eens, maar
waarschuwt voor het integraal over
nemen van de conclusies. „Het rap
port is vooral geschreven, zo heb ik
het tenminste gelezen, voor begelei
ders van innovatieprocessen. We
moeten er voor waken dat we straks
een file aan duurbetaalde begelei
ders hebben voor ondernemers die
willen innoveren maar vervolgens
kopschuw worden gemaakt door al
die duurbetaalde deskundigen die op
hen afkomen."
Vernieuwing in de landbouw is
noodzakelijk en de tijd is er rijp
voor, vindt ZLTO-voorman Lies
Hage.
Voor ze met het project begonn-
nen, hebben ze de markt verkend.
Gekeken naar welk agrarisch pro
duct vraag was. In feite een omge
keerde weg bewandeld. Groene
wege: „Vroeger was het zo dat je
als boer in het voorjaar zaaide en
in het najaar keek wie het product
wilde kopen. Dat is in de land
bouw nog erg gebruikelijk. Maar
we moeten nieuwe wegen inslaan.
Het is net als met auto's. Als je die
bestelt, moetje zes weken wachten
omdat ze nog gemaakt moeten
worden. Ze worden alleen gepro
duceerd omdat er vraag naar is."
Versluijs: „We wilden graag inves
teren in een teelt. Daarom hebben
we eerst de afnemersmarkt opge
zocht. We praten nu over een volle-
gronds groenteteelt." Dat is wat an
ders dan aardappelen, bieten en
graan. Hoe ze dan die afnemers-
markt hebben gevonden? Dat ge
beurde in feite op een digitale ma
nier via de elektronische snelweg.
Groenewege: Peter Boekhout uit
Scherpenisse heeft een website
(agf.nl) met nieuwsbrieven uit de
agrarische sector. Daar kun je je op
abonneren. We hebben op zijn site
een advertentie geplaatst. Gezegd
dat we een nieuwe teelt zochten en
gevraagd waar behoefte aan was."
Er kwam reactie. Er was behoefte
aan peetjes. Maar als het spruitjes
waren geworden, dan was dat ook
geen probleem geweest, zegt Groe
newege.
Ze kwamen in contact met VDN
(Versdienst Nederland) uit Baren-
drecht, een bemiddelingsbureau
voor vier grote exporteurs van
groente. „Ze bestrijken praktisch de
hele wereld: Europa, Amerika,
Azië, en beperkt Afrika. Aan twee
exporteurs, Valstar Holland in het
noorden van het land en Scherpen-
huijzen in Scherpenzeel, gaan we
leveren."
Het oogsten en opslaan van land
bouwproducten is de gewoonste
zaak voor de landbouwers, maar het
wassen, sorteren en inpakken niet.
Dat moet volgens de vennoten de
meerwaarde aan de producten gaan
geven. Bovendien zorgt het ook in
de winter voor meer werk op de
boerderij. „We hebben te maken
met pieken in het voorjaar en najaar,
maar op deze manier proberen we
een heel jaar door werk te hebben."
De verdiensten voor de telers zitten
nu vooral aan het eind van de keten.
Na het wassen en sorteren worden
de wortelen verpakt. In kistjes van
10, 12,5 en 20 kilo. Versluijs: „We
houden alles in eigen hand. Van het
land tot aan de supermarkt." En
daar zit volgens Groenewege de
winst. „Het wassen, sorteren en ver
pakken kun je doorberekenen in de
prijs." En dat kan bovenop de dag
prijs van de peen, die net als de
aardappel en de suikerbiet een vrij
product is. Elk lid van het viertal
kan zelf bepalen hoeveel wortelen
hij teelt. Na de oogst gaan ze naar
Wovantho.
De beide akkerbouwers hebben al
wat ervaring met de teelt van peen.
Enkele jaren geleden stopte hun di
recte bemoeienis met de productie
na de oogst en werd het wassen in
België gedaan. „Meestal zat er dan
- -*
W A
v
- H,
Paul Versluijs, Gert-Jan Boudeling en Daan Goense (v.l.n.r.) bij de oogst van wortelen aan de Randweg in Poortvliet.
ook nog een commissionair tussen.
We deden dat op contractprijs, maar
dat werd almaar minder," zegt Ver
sluijs.
Wovantho kan gaan leveren vanaf
november tot maart. Daarvoor zijn
een was- en een sorteermachine
aangeschaft. Dit jaar zal de verdere
verwerking bij Versluijs in het
Wulpdal gebeuren. Het is echter de
bedoeling dat er volgend jaar op De
Heide bij Groenewege een nieuwe
schuur komt waar de was- en sor-
teerinrichting ondergebracht wordt.
Ook zijn er grote kisten aangeschaft
om de wortelen te kunnen bewaren.
De opslagcapaciteit is volgens de
telers nog beperkt. Het bewaren en
koelen van de wortelen vindt nu bij
Versluijs en bij loonbedrijf Hage in
Scherpenisse plaats. Daarnaast zijn
er nog twee koelcellen gehuurd.
Hage heeft op zijn beurt geïnves
teerd in een rooier en drie (kantel)
wagens die speciaal voor de oogst
van wortelen zijn gemaakt. De peen
die Wovantho oogst, is een con-
sumptiemaat, een zogeheten B-
peen. Ze gaan van A naar D, van
groot naar klein. Per hectare wordt
ongeveer 100 kilo gehaald. Dat zijn
ook honderd kisten per ha. Ligt de
opbrengst hoger, zoals bij Boude
ling het geval was met 110 tot 120
kilo per ha, dan zijn er nog meer
'kuubkisten' nodig.
Wovantho wordt omschreven als
verwerking en vermarkting van, als
mede groothandel in wortels/peen
en overige wasbare agrarische pro
ducten. „Ja," zegt Groenewege,
„we kunnen niet alleen wortels was
sen, maar ook vroege aardappelen
of knolselderij. We moeten wat. Het
is niet goed om stil te blijven staan.
Je moet als landbouwer constant
vernieuwend bezig zijn."
De opbrengsten zijn tot nu toe goed.
De weersomstandigheden ook, al is
de grond volgens Groenewege iets
te droog. Versluijs: „Het is een leer
proces, maar ik denk wel dat dit de
goede weg is."
Reactieftnuv
r lezers optie.
ff rubriek zijn,
welkom, bij de.
dialectgroep Tkolen,
f tel- 0166-602226
Onderlesten bin ons e'n
rondje Zeeland gaen doen. Ik
ka je 't anrikkemedêêre, ma
neem wè je portemenee
mee! We gienge bie Vosmêêr
over de brugge, binnendeur
langs 't weunwaegenkamp
de grööte weg op nae reste-
rant 'de Grevelienge'. Dat is
de plekke om koffie te drien-
ken. Zo mooi zicht over 't
waeter. Neem 'n verrekieker
mee a je d'r êên eit. Nae 'n
stuitje stappe w' op richting
Zierikzee. A je dan bie de
sluus an je rechterkant kiekt,
zie je 'n ontelbaere oevee-
leid masten. Wat een weelde
in riekdom! In dan de Neder
landers ma klaege noe a Bal
kenende gezeid eit: iets min
der kan wè. Ze moste d'r eige
schaeme, 't ontevreje volkje.
In Zierikzee is 't oaltied stik
gezellig. Bie Concordia op 't
aevenplein ménsen kieke on
der 't genot van iets lekkers,
'k Stae d'r versteld van dat de
jeugd 't zo druk eit, ze loape
bekan allemael mit zo'n tele
foon an d'r ööre. 'n Boeke-
wienkel. Holty mode, dae kan
'k nie verbie, 'k mot eyen nae
binnen. Allêên ma kieke, nie
koape. Ma ja ,dan angt daer
'n leuke trui afgepriest, 10
euro. Ik dienke: dae krieg je
spiet van a je strak tuus bin
in j' eit 'm nie gekocht. Dus...
Nog 10 euro verdiend ok,
maek ik m'n eige wies. M'n
reisgenoot is nie te bewegen
om wat an te schaffen, 't Wor
tied om varder te gaen, over
de Oösterscheldekêêring via
de Veersedam, Vrouwepolder
komme w' in Domburg. De
duunen op, de wind langs j'n
öören, je 'anden diep in je
zakken, 't Zonnetje schient. 't
Waeter is ruw mit van die
grööte witte schuumkop-
pen.We geniete van oal dat
mööis. Je wor t'r 'n ander
méns van, je krieg energie
vö tiene! Onderlangs de
duunen, langs 't waeter, trug.
Noe zou 'n bakje koffie best
smaeke in daevö rieje m'n
nae Middelburg, via Zoute-
lande. Bie 't wienkeltje van
Jannetje vö 't raem kieke,
oallemael lapjes in tierlan-
tijntjes, best leuk. In Middel
burg, in de boekewinkel De
Drukkerieje, strande we wêêr.
Dae kü je uren rondsnuffele
in ok wat gebruke, waerme
sukkeloademelk mit slagro-
am. Wat a 'k er in Domburg
afgeloapen eet ik d'r ier
wêêr bie. Voor a je 't weet,
je boeken gekocht, da 's m 'n
zwakke punt. Gêên romanne
tjes, want ieder méns ei ro
mannetje genogt an z'n eige.
't Is laeter g'wor re dan we
gedocht adde. Via Goes in
Oesterdam naer uus. Ons ei
ge landje kom in 't zicht, 't
Gras wor wêêr groener, de
lucht blauwer.
Wete julder dat Zeeland de
móóiste provincie van Ne
derland is? In dat ik ons ei
land Thole 't mooiste eiland
vinde? In dat Vosmêêr
Oewel, 'k ouwe d'r mee op, 't
is welletjes zo. Rondje Zee
land: 'k Zou zegge doe 't ok
's.
Nel Slager-den Engelsman,
Oud- Vossemeer.