Noorse woning bij museum is een plaats voor herinnering 'Uw inzet was van grote waarde' Digitale Hartelijk dank! 'Prinses genoot in Tholen' Symbool van internationale solidariteit bij rampen Iferburgh bij Verburgh! vooruitgang 364 en geen 200 huizen Watersnoodster Donderdag 25 september 2003 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 Sinn Leerhuis Meer aandacht voor watervloeden Over grenzen heen Weckflessen Helden nu 699,00 gemeente Tholen Aan de inwoners van de gemeente Tholen Vlaggen Noorse woning H.K.H. Prinses Margriet De initiatieven die bestuursleden van streekmuseum de Meestoof in het najaar van 2000 ontplooiden, zijn donderdagmiddag op luisterrijke wij ze bekroond. De uit Stavenisse overgebrachte Noorse woning schitterde in volle glorie en om dat nog te accentueren stonden er zonnebloemen onder het straatnaambord 'Koning Haakonstraat' dat onthuld werd door mevr. Berggrav. Tholen heeft er een plek voor herinnering bij. „Het Noorse huis is binnen ons museum een ontmoetingsplaats waar mensen hun verhaal zullen vertellen over de ramp en over de hulpverle ning", zei voorzitter drs. Th.G.A. Westerveld van de Meestoof. jjf- iillililliiiiillliiiiiliiililillil liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiHiiiliiiiiiiiiiiliHiiilii; !!l!!l!i!!!!!l!!!ii!!i!!!!!!l!!liiii!;l!i!!!i!li!!llili;il!IHÉi!iil!!H Bestuur en vrijwilligers van de Meestoof voor de Noorse woning. Dankzij het uitzonderlijk fraaie na- zomerweer vond de plechtigheid volledig in de openlucht plaats. Er waren buiten stoelen geplaatst voor de gasten en dat waren met name de ambassadeurs en andere verte genwoordigers van de landen die na 1 februari 1953 met geld of goe deren hulp hadden verleend. Noor wegen met de schenking van hou ten woningen. Frankrijk met de inzet van militairen van de genie, die kwartier hielden in een garage in de Ooststraat in Sint-Annaland. Westerveld noemde de Noorse wo ning een symbool van grote solida riteit van alle landen die Nederland tijdens de watersnood te hulp zijn gekomen. „Dit huis is een monu ment voor de spontane hulpverle ning door het Noorse volk. Typisch Nederlands is, dat volgens bestaan de wetgeving, het Noorse huis niet op de monumentenlijst geplaatst kan worden. De karakteristieke uit straling van de architectuur en de rol die de Noorse woning bij de huisvesting heeft gespeeld, zijn ruim voldoende voor ons museum om het wel degelijk als klein mo nument te beschouwen." Het museumbestuur kwam op het idee om een Noorse woning in ori ginele staat te bewaren toen de wo ningstichting de huizen Koning Haakonstraat 9 en 11 in Stavenisse wilde slopen. Aannemer Klein- bouw Techniek uit Sint-Philipsland gebruikte voor de wederopbouw vooral de eerste woning, maar ook onderdelen van het tweede huis werden benut. Op de plaats van de vroegere peuterspeelzaal van Olle- ke Bolleke in Sint-Annaland kwam de Noorse woning te staan, vlakbij de andere gebouwen van streekmu seum de Meestoof. Westerveld ka rakteriseerde de aanwinst als ,een leerhuis.' De woning is een teken van herkenbaarheid van de gebeur tenissen tijdens en na de ramp van 1953, maar ook een doorgeefluik naar de toekomst. „Ik ben dan ook geweldig verheugd met de andere, kleine Noorse woning die door kin deren van de basisschool Rehoboth uit Stavenisse begin dit jaar is ge maakt en die voor het oude school lokaal een plaats heeft gekregen. Er staat van alles in, maar het mooiste zijn de kindertekeningen en de verhalen op de kleine bandre corder. Daarop is te horen hoe de kinderen hun opa's en oma's heb ben ondervraagd, wat er zich af speelde in die verschrikkelijke da gen van de ramp. Dat is geschiedenis doorgeven in monde linge verhalen. En op de tekenin gen, vijftig jaar geleden gemaakt door jongens en meisjes van toen 10 en 11 jaar oud, zie je vaak een helikopter die mensen van de da ken haalt." De Noorse woning past volgens Westerveld ook in de streekeigen thema's. „Tholen ligt in een delta, waar door de eeuwen heen storm vloeden het geografisch beeld van Zeeland hebben veranderd. Op 5 november 1530, de Sint Felixvloed - quade saterdagh - liet de omge ving van Reimerswaal voorgoed onder water verdwijnen. De ver dronken stad Reimerswaal ligt een tiental kilometers ten zuiden van Tholen. Veertig jaar later, in 1570, teistert de Allerheiligenvloed de kust van Vlaanderen tot Groningen met als gevolg: 25.000 doden. Als streekmuseum zullen we het thema dat we deel uitmaken van de delta - met daarin ook honderd verdwenen kerkdorpen - nadrukkelijker moe ten presenteren. Misschien in de Noorse woning." Westerveld verzekerde de aanwezi gen, onder wie ook vele vertegen woordigers van het gemeentebe stuur en de comité's herdenking watersnood uit zowel Stavenisse als Sint-Philipsland, dat het Noorse huis in ere gehouden zal worden. „En vooral het gedachtegoed er achter. Dat moet voor de toekom stige generaties behouden blij ven." De museumvoorzitter prees de No ren om hun zorgvuldigheid bij het ontwerp van de woning. „Een huis in hout, na 50 jaar nog comforta bel, zelfs geleverd met een klein schuurtje." Hij bedankte de ge meente Tholen, de provincie Zee land, Rabobank Tholen, Castria Wonen, Goedhart, Bouman-Potter en schildersbedrijf De Rijke die het mogelijk hebben gemaakt dat de Noorse woning kon worden ver plaatst en weer Opgebouwd. „Een bijzondere pluirrt aan onze vrijwil ligers voor de zorgvuldige inrich ting van de woning uit de jaren vijftig", aldus Westerveld. Yngvild Berggrajv, tweede secreta ris van de Noorse ambassade, zei trots te zijn dat zij het Noorse huis als symbool van internationale so lidariteit officieel mocht openen. „Noorwegen is één van de landen die zijn deel heeft bijgedragen toen Nederland het nodig had. Die inter nationale solidariteit geldt vandaag nog steeds. Hulpverlening over de grenzen heen wanneer onze mede mens in nood is, met name bij ram pen. Bij zo'n gelegenheid als van daag gedenken we ook, dat we el kaar vroeger, nu en in de toekomst hebben geholpen en zullen hel pen." Mevr. Berggrav herinnerde eraan, dat dit Noorse huis, dat koningin Haakon VII in augustus 1954 in Stavenisse opende, destijds door de familie Moerland bewoond werd. „Het is nog in originele staat, ook qua inrichting. Dit soort woningen zie je ook nog steeds in het noor den van Noorwegen. In mijn land werden die huizen na de Tweede Wereldoorlog gebouwd om het wo ningtekort op te lossen. De nazi's hadden dorpen en steden platge brand toen ze zich door het opruk ken van de Russen moesten terug trekken. Noorwegen was getroffen door vuur, Nederland door water", aldus de ambassadesecretaris. Burgemeester W. Nuis was blij met het behoud van de Noorse woning bij het streekmuseum in Sint-An naland. „Lang geleden al kwam voorzitter Westerveld bij me met het idee. Er was namelijk een plan om het gesloopte huis uit Stavenis se in het openluchtmuseum bij Arnhem op te bouwen. Dat is - met alle respect voor het openluchtmu seum - gelukkig niet doorgegaan. Het gemeentebestuur vindt het schitterend dat het Noorse huis voor Tholen behouden blijft, mede dankzij de financiële bijdrage van Delta 2003, waarvan voorzitter L. Coppoolse vanmiddag ook in ons midden is. Met respect kijken we terug op uw aller inspanningen. Ook Noorwegen verdient een groots compliment voor de pakket ten hout die in 1953 werden ge schonken en waarvan in Stavenisse 19 huizen werden gebouwd. En met het bewaren van een originele houten Noorse woning bij de Meestoof kan de herinnering aan die internationale hulpverlening le vend blijven. Op deze speciale dag vieren we dit schitterende resul taat", aldus burgemeester Nuis. Het streekmuseum had het terrein in stijl aangekleed met verschillen de voertuigen uit de vijftiger jaren, die ook bij de hulpverlening na de watersnood ingezet werden. Een kipwagen van Jac. Caron uit Den Hout bijvoorbeeld. Een Dukw, die destijds tussen Tholen en Halste ren werd ingezet als hulpverle ningsvoertuig dat zowel kon varen als kon rijden. Een gele motor met zijspan van de ANWB met daarbij ook een wegenwachter in originele kleding, een Amerikaanse jeep, ambulance en vrachtwagen. Met daarbij nog diverse vlaggen zorgde het voor een passende entourage. De Meestoof had ook volop profijt van de kantine, die in het pand is ondergebracht waar vroeger de po litiecellen waren, naast de bode woning van C.A. Weijler. Het streekmuseum krijgt daarmee steeds meer body, maar de tiental len vrijwilligers en de bestuursle den vormen toch de drijfveer. Onder hen ook Henk Boer, die heel veel werk verrichtte aan de inrichting van de Noorse woning. Met voorzitter Westerveld instal leerde hij het Monta keukentje uit de vijftiger jaren, met onder- en bovenkastjes. „Op 15 februari kon ik in de Noorse woning beginnen en bij de opening van het nieuwe tentoonstellingsjaar van het muse um in april was het klaar." Boer kreeg van alle kanten spullen voor de inrichting. Zo kwam de goot steen uit de woning van mevr. Dorst uit het Bos in Stavenisse. Dhr. Van de Boom uit Tholen zorg de voor twee groene stoelen en een tafeltje. A. Gelok uit Oud-Vosse- meer schonk de kachel en de oven. Ook van buiten Tholen kwamen er geschenken, zoals de radio van dhr. Tramper uit Wolphaartsdijk. Aan de wand hangt een quilt dat na de ramp vanuit Amerika naar Ne derland werd gestuurd en dat door mevr. De Vos uit Schoonhoven aan de Meestoof werd geschonken. Een tweede exemplaar is in de kantine van het streekmuseum te zien. In de kelder van de Noorse woning, die op zich heel ruim is met een aparte woonkamer, ge scheiden keuken en drie slaapka mers boven, staan weckflessen met o.a. boontjes en worsteballen. Daarmee krijgt de Noorse woning een nog bredere betekenis. Niet al leen de internationale hulpverle ning wordt daarmee levendig ge houden, maar ook het leven in de jaren vijftig op Tholen. De afgevaardigden van de ver schillende hulpverlenende landen en andere gasten maakten vanuit Sint-Annaland nog een busreis naar Stavenisse, waar o.a. de Ko ning Haakonstraat werd aange daan. Het stichtingsbestuur van Actief Stavenisse had voor deze gelegenheid een speciaal in het Engels gesteld boekje samenge steld: 'Walking route flood disas ter Stavenisse'. Met tekst, foto's en tekeningen kon er op deze ma nier een goede indruk verkregen worden van de gevolgen van de watersnood op 1 februari 1953 en de wederopbouw. Bij het rampmo nument de Vis in de bocht van de Provincialeweg naar Sint-Maar tensdijk werd nog even stilgehou den. VERVOLG VAN VOORPAGINA Van Gelder zegt het erg op prijs te stellen dat hulpverleners van toen de moeite hebben genomen om nu bij een te komen. „Want ik denk graag met u terug aan die eensgezindheid van vijftig jaar geleden, toen u alles in het werk stelde om het lijdende deltagebied te hulp te komen." Dankzij al die inspanningen konden de getroffen gebieden herbouwd en opnieuw ingericht worden. „Velen van u hebben de grens van het men selijk kunnen overschreden in een geweldig pogen de nood van een an der te lenigen. Enkele hulpverleners hebben hun goede streven met de dood moeten bekopen, of dragen le venslang de gevolgen ervan mee. Ook zij werden slachtoffer van de watersnoodramp." Uit de verhalen van slachtoffers en hulpverleners klinkt waardering voor de rol die de leden van het koninklijk huis speel den in de dagen na de Ramp, zegt Van Gelder. Ze doken bij verrassing overal op, hadden woorden van troost en bemoediging. Nu vijftig jaar na dato deze gebeurtenis wordt herdacht, zijn niet alle helpers en helpsters van toen meer onder ons. Ter nagedachtenis aan hen vraagt Van Gelder een moment stilte. Om daarna zijn toespraak te besluiten met een bedankje - namens alle ge troffenen - voor de 'geweldige inzet' van de hulpverleners, landen, orga nisaties en gemeenten. De aanwezigen krijgen vervolgens een speciaal gemaakte zwart-witfilm te zien, waarin beelden over de ramp en de hulpverlening zijn verwerkt van het Polygoon bioscoopjournaal (dezelfde film wordt ook 's middags in Bergen op Zoom op de militaire bijeenkomst getoónd). Het commen taar bevat interessante informatie, zoals het gegeven dat 20.000 mili tairen zijn ingezet en 41 helikopters (waarmee zo'n 1600 mensen zijn gered). Dan is hqt woord aan oud minister Pronk. Zijn toespraak wordt door velen als wel erg lang er varen, maar anderen vinden het juist interessant. Mevr. Santbergen praat daarna met twee hulpverleners en de ambassadeur van Canada. J.A.Th. Veldkamp was destijds als militair in Oirschot gelegerd. Treffend vertelt hij over zijn ervaringen in Nieuw- Vossemeer (mevr. Santbergen noemt ook Oud-Vossemeer, maar dat dorp werd niet getroffen). Veldkamp kwam later in het onderwijs terecht en schonk jaarlijks aandacht aan de watersnood. Mevrouw F.C. Grif fioen-van Zoest organiseerde in Wil lemstad schoonmaakploegen via de meisjesvereniging. Ze vertelt hoe een boer voorrang wilde hebben bij het schoonmaken, maar het niet kreeg. En hoe een onverwachts be zoek van koningin Juliana diepe in druk maakte. Ambassadeur Serge April noemt de speciale relatie tussen Canada en Nederland: het verblijf van - toen nog - prinses Juliana met haar gezin tijdens de Tweede Wereldoorlog, de rol van Canadese soldaten bij de be vrijding van ons land en de honderd duizenden Nederlanders die naar Canada zijn geëmigreerd. Zijn land kent nauwelijks overstromingen, maar maakt zich - gezien de ligging tussen drie oceanen - wél bezorgd over de gevolgen van klimaatveran dering. In 1953 is voor bijna 17,8 miljoen euro aan buitenlandse giften ontvangen, terwijl de waarde van de buitenlandse hulpgoederen 27,8 mil joen euro bedroeg. De Watersnoodramp is niet vergeten, schrijft minister-president Jan Peter Balkenende in een brief die wordt voorgelezen door voorzitter L. Cop poolse van het bestuurlijk overleg Delta 2003. Balkenende, zelf een Zeeuw, kan niet in Tholen zijn omdat in de Tweede Kamer de algemene beschouwingen aan de gang zijn. Hij gaat in zijn bedankbrief in op de na tionale herdenking eerder dit jaar. 'Namens het Nederlandse volk wil ook ik u bedanken voor uw inzet. Die inzet was van grote waarde', al dus de premier. Alle hulpverleners krijgen een op naam gesteld exem plaar van de brief bij hun water snoodster, alsmede het boekje 'Ge troffen in woord en beeld' gebaseerd op het dagboek en de pentekeningen van kunstenaar/hulpverlener Pieter Kooistra en een vrijkaartje voor het watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Prinses Margriet reikt aan vier men sen de speciaal ontworpen water snoodster uit. Het zijn R.J. Idzerda, in 1953 piloot voor de enige 'heli- coptaire' die ons land rijk was; mevr. J. Ebbenhorst-van den Doel die in Battenoord bij Nieuwe Tonge hulp verleende; P. van der Have die via de internationale vrijwillige hulp dienst in barakkenkampen werkte; C.C. Soethout die als marechaussee in Breda een echtpaar uit Klundert opving. De Thoolse burgemeester W. Nuis sluit hierna de bijeenkomst af. Hij bedankt iedereen voor zijn of haar aanwezigheid en de betrokkenheid die daarmee tot uitdrukking wordt gebracht. „We zijn overweldigd door alle reacties, uit binnen- en bui tenland. Zo'n respons hadden wij nooit verwacht. We kregen tal van ontroerende brieven, foto's en der gelijke. Vandaag zien we wat hulp doet in de harten van mensen." Nuis citeert een schrijver: 'Elk tijdperk heeft duizenden helden die niet in de geschiedenisboeken staan'. „U be hoort, wat mij betreft, tot de catego rie die hier is bedoeld." De burge meester herhaalt enkele stukken uit zijn toespraak in het Engels. Prinses Margriet vertrekt, ze gaat naar een andere zaal waar ze tijdens de lunch praat met een aantal vooraf geselecteerde hulpverleners. Na de lunch staan elf bussen gereed voor ritten door het voormalige rampge bied. Het neemt veel tijd in beslag voor iedereen de juiste bus heeft ge vonden. Groepen zijn bij elkaar ge plaatst en met individule wensen ten aanzien van de routekeuze is zoveel mogelijk rekening gehouden. On derweg krijgen de mensen uitleg. Ook is er voor ieder een fotoblad dat de situatie van 1953 weergeeft, zo dat de verschillen met nu duidelijk zijn. Philips DVD recorder Prijs: 899,00 Bij aanschaf van deze dvd recorder krijgt u 5 dvdR+ schijfjes cadeau. De Noorse ambassadesecretaris mevr. Berggrav kreeg een foto mee als herinnering aan de opening van de Noorse woning bij het museum. Dankzij uw medewerking is afgelopen donderdag 18 september een geweldige dag geworden. De gemeente Tholen was op deze dag gastheer voor de (Inter)nationale Bijeenkomst voor de Hulpverleners na de Wa tersnoodramp van 1 februari 1953. Wij ontvingen met respect en dankbaarheid 600 hulpverleners en vertegenwoordigers van de landen die destijds hulp geboden hebben. Op uitstekende wijze heeft u gehoor gegeven aan onze oproep om de vlag uit te steken en zo de hulpverleners te eren die ge holpen hebben na de watersnoodramp. De hulpverleners be zochten 's middags diverse plaatsen op het eiland Tholen en Sint-Philipsland. De vele vlaggen op beide eilanden ontroerden hen. De aanwezige ambassadeurs waren eveneens diep onder de indruk van het vlagvertoon en uw medewerking. Een aantal ambassadeurs woonde 's middags de ingebruikne ming van de Noorse woning bij in ons streekmuseum de Meestoof in Sint-Annaland. De Noorse woning in originele staat heeft een vaste plek in de Meestoof gekregen als blijvende her innering aan de hulpverlening na de watersnoodramp. De wo ning staat symbool voor alle nationale en internationale hulp die geboden werd in 1953. De herinnering hieraan houden we zo le vend voor nu en in de toekomst. Dank ook voor de enthousiaste belangstelling voor het bezoek van H.K.H. Prinses Margriet. Haar aanwezigheid onderstreepte de waardering voor de hulpverleners. U maakte dat zij zich wel kom voelde. Met elkaar hebben we 18 september tot een waardige en plezie rige dag gemaakt. Daar zijn we dankbaar voor en trots op. Burgemeester en wethouders van Tholen Advertentie I.M. Advertentie I.M. De laatste weken zijn er verschillen de aantallen woningen genoemd bij de schenking van Noorwegen na de ramp in 1953: 200 en 364. Dat laat ste is het juiste getal. Mevr. Lock, die in Raamsdonksveer zelf in een Noorse woning woont, heeft uitge breid onderzoek naar dat onderdeel van de hulpverlening gedaan. Alle Noorse huizen op 1 na wist ze thuis te brengen. In Stavenisse stonden er 19, in Nieuw-Vossemeer 17 en in Halsteren 8. Het aantal van 200 komt uit het boek van Kees Slager over de ramp. Mogelijk dat over het aantal misverstanden zijn ontstaan omdat zowel het Noorse Rode Kruis als de Noorse regering huizen hebben geschonken. Eén Noorse woning bestond uit 109 colli die per schip naar Rotterdam werden ver voerd. Uitgangspunt was, dat er 5 tot 7 mensen in een huis konden, maar er zijn voorbeelden van gezin nen die er met 10 mensen woonden. De woningen waren voor die tijd ruim en comfortabel. Aparte slaap kamers en een badkamer met dou che waren geen gemeengoed in 1953/1954. Behalve door Noorwe gen werden ook door Zweden (237), Denemarken (40tal) en Fin land (13) houten woningen aan Ne derland geschonken. Volgens het Rode Kruis hadden de Noorse wo ningen een waarde van 12.000 gul den, die van de andere landen 15.000 gulden. Prinses Margriet heeft genoten van de bijeenkomst in Tholen. Dat zei burge meester W. Nuis tijdens de raadsver gadering donderdagavond na het be zoek van de prinses aan de nationale bijeenkomst in Meulvliet voor de hulpverleners na de watersnoodramp van 1953. „Iedereen was buitege- woon blij dat dit 50 jaar na dato toch nog heeft plaatsgevonden. Er was vantevoren nogal wat kritiek op het feit dat niet alle hulpverleners er bij konden zijn. Het waren er 500 en slechts 100 overigen. De hulpverle ners die er niet bij konden zijn, krij gen allemaal de bedankbrief van mi nister-president Balkenende, het boekje met de tekeningen van Koois tra en de speld. Prinses Margriet ge noot zichtbaar van de bijeenkomst. Ook de hulpverleners waren onder de indruk van wat ze nu zagen van de plaatsen waar ze vijftig jaar geleden ook waren, maar onder geheel andere omstandigheden." Nuis bedankte de Thoolse bevolking die de moeite nam om de vlag uit te steken. „Daar is in groten getale ge volg aan gegeven." Ook over de rondrit die 's middags werd verzorgd met bussen, waren de reacties posi tief, aldus de burgemeester. Ceremoniemeester mevr. Santbergen (uiterst links) praat met de hulpverleners mevr. Griffioen en dhr. Veldkamp rechts- hier ook groot in beeld op het scherm in Meulvliet. Tweede van rechts de Canadese ambassadeur Serge April. De baton (draagspeld) van de Water snoodmedaille heeft model gestaan voor de watersnoodster die vijftig jaar na de Ramp aan ruim 1700 hulpverle ners wordt uitgereikt. De Water snoodmedaille is in 1855 ingesteld, en behalve in dat jaar ook uitgereikt in 1861, 1876, 1916 en 1926. Maar in 1953 gebeurde dat niet, waarschijn lijk doordat er zo'n groot aantal men sen was dat op een of andere manier hulp had geboden aan de slachtoffers van de overstroming. De baton van de originele medaille bestaat uit een klei ne achtpuntige gebombeerde ster in brons of zilver, op een oranje stukje stof. De nu gemaakte speld hoort zon der oranje achtergrond gedragen te worden. Deze kleur vormt de onder grond van het doosje waarin de ster zit. Aangezien het een vijftigjarige Een achtpuntige ster is voortaan het herkenningsteken voor hulp verleners die in 1953 actief zijn geweest. herdenking betreft, is de oorspronke lijk brons- of zilverkleurige ster nu zwaar verguld. De broche/reversspeld is ontwikkeld en gemaakt bij Konink lijke Zilverstad in Schoonhoven.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2003 | | pagina 7