Noorse woning bij museum is
een plaats voor herinnering
'Uw inzet was van grote waarde'
Digitale
Hartelijk dank!
'Prinses genoot in Tholen'
Symbool van internationale solidariteit bij rampen
Iferburgh
bij Verburgh!
vooruitgang
364 en geen
200 huizen
Watersnoodster
Donderdag 25 september 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
7
Sinn
Leerhuis
Meer aandacht voor
watervloeden
Over grenzen heen
Weckflessen
Helden
nu 699,00
gemeente Tholen
Aan de inwoners van de gemeente Tholen
Vlaggen
Noorse woning
H.K.H. Prinses Margriet
De initiatieven die bestuursleden van streekmuseum de Meestoof in het
najaar van 2000 ontplooiden, zijn donderdagmiddag op luisterrijke wij
ze bekroond. De uit Stavenisse overgebrachte Noorse woning schitterde
in volle glorie en om dat nog te accentueren stonden er zonnebloemen
onder het straatnaambord 'Koning Haakonstraat' dat onthuld werd
door mevr. Berggrav. Tholen heeft er een plek voor herinnering bij.
„Het Noorse huis is binnen ons museum een ontmoetingsplaats waar
mensen hun verhaal zullen vertellen over de ramp en over de hulpverle
ning", zei voorzitter drs. Th.G.A. Westerveld van de Meestoof.
jjf-
iillililliiiiillliiiiiliiililillil
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiHiiiliiiiiiiiiiiliHiiilii;
!!l!!l!i!!!!!l!!!ii!!i!!!!!!l!!liiii!;l!i!!!i!li!!llili;il!IHÉi!iil!!H
Bestuur en vrijwilligers van de Meestoof voor de Noorse woning.
Dankzij het uitzonderlijk fraaie na-
zomerweer vond de plechtigheid
volledig in de openlucht plaats. Er
waren buiten stoelen geplaatst voor
de gasten en dat waren met name
de ambassadeurs en andere verte
genwoordigers van de landen die
na 1 februari 1953 met geld of goe
deren hulp hadden verleend. Noor
wegen met de schenking van hou
ten woningen. Frankrijk met de
inzet van militairen van de genie,
die kwartier hielden in een garage
in de Ooststraat in Sint-Annaland.
Westerveld noemde de Noorse wo
ning een symbool van grote solida
riteit van alle landen die Nederland
tijdens de watersnood te hulp zijn
gekomen. „Dit huis is een monu
ment voor de spontane hulpverle
ning door het Noorse volk. Typisch
Nederlands is, dat volgens bestaan
de wetgeving, het Noorse huis niet
op de monumentenlijst geplaatst
kan worden. De karakteristieke uit
straling van de architectuur en de
rol die de Noorse woning bij de
huisvesting heeft gespeeld, zijn
ruim voldoende voor ons museum
om het wel degelijk als klein mo
nument te beschouwen."
Het museumbestuur kwam op het
idee om een Noorse woning in ori
ginele staat te bewaren toen de wo
ningstichting de huizen Koning
Haakonstraat 9 en 11 in Stavenisse
wilde slopen. Aannemer Klein-
bouw Techniek uit Sint-Philipsland
gebruikte voor de wederopbouw
vooral de eerste woning, maar ook
onderdelen van het tweede huis
werden benut. Op de plaats van de
vroegere peuterspeelzaal van Olle-
ke Bolleke in Sint-Annaland kwam
de Noorse woning te staan, vlakbij
de andere gebouwen van streekmu
seum de Meestoof. Westerveld ka
rakteriseerde de aanwinst als ,een
leerhuis.' De woning is een teken
van herkenbaarheid van de gebeur
tenissen tijdens en na de ramp van
1953, maar ook een doorgeefluik
naar de toekomst. „Ik ben dan ook
geweldig verheugd met de andere,
kleine Noorse woning die door kin
deren van de basisschool Rehoboth
uit Stavenisse begin dit jaar is ge
maakt en die voor het oude school
lokaal een plaats heeft gekregen.
Er staat van alles in, maar het
mooiste zijn de kindertekeningen
en de verhalen op de kleine bandre
corder. Daarop is te horen hoe de
kinderen hun opa's en oma's heb
ben ondervraagd, wat er zich af
speelde in die verschrikkelijke da
gen van de ramp. Dat is
geschiedenis doorgeven in monde
linge verhalen. En op de tekenin
gen, vijftig jaar geleden gemaakt
door jongens en meisjes van toen
10 en 11 jaar oud, zie je vaak een
helikopter die mensen van de da
ken haalt."
De Noorse woning past volgens
Westerveld ook in de streekeigen
thema's. „Tholen ligt in een delta,
waar door de eeuwen heen storm
vloeden het geografisch beeld van
Zeeland hebben veranderd. Op 5
november 1530, de Sint Felixvloed
- quade saterdagh - liet de omge
ving van Reimerswaal voorgoed
onder water verdwijnen. De ver
dronken stad Reimerswaal ligt een
tiental kilometers ten zuiden van
Tholen. Veertig jaar later, in 1570,
teistert de Allerheiligenvloed de
kust van Vlaanderen tot Groningen
met als gevolg: 25.000 doden. Als
streekmuseum zullen we het thema
dat we deel uitmaken van de delta -
met daarin ook honderd verdwenen
kerkdorpen - nadrukkelijker moe
ten presenteren. Misschien in de
Noorse woning."
Westerveld verzekerde de aanwezi
gen, onder wie ook vele vertegen
woordigers van het gemeentebe
stuur en de comité's herdenking
watersnood uit zowel Stavenisse
als Sint-Philipsland, dat het Noorse
huis in ere gehouden zal worden.
„En vooral het gedachtegoed er
achter. Dat moet voor de toekom
stige generaties behouden blij
ven."
De museumvoorzitter prees de No
ren om hun zorgvuldigheid bij het
ontwerp van de woning. „Een huis
in hout, na 50 jaar nog comforta
bel, zelfs geleverd met een klein
schuurtje." Hij bedankte de ge
meente Tholen, de provincie Zee
land, Rabobank Tholen, Castria
Wonen, Goedhart, Bouman-Potter
en schildersbedrijf De Rijke die het
mogelijk hebben gemaakt dat de
Noorse woning kon worden ver
plaatst en weer Opgebouwd. „Een
bijzondere pluirrt aan onze vrijwil
ligers voor de zorgvuldige inrich
ting van de woning uit de jaren
vijftig", aldus Westerveld.
Yngvild Berggrajv, tweede secreta
ris van de Noorse ambassade, zei
trots te zijn dat zij het Noorse huis
als symbool van internationale so
lidariteit officieel mocht openen.
„Noorwegen is één van de landen
die zijn deel heeft bijgedragen toen
Nederland het nodig had. Die inter
nationale solidariteit geldt vandaag
nog steeds. Hulpverlening over de
grenzen heen wanneer onze mede
mens in nood is, met name bij ram
pen. Bij zo'n gelegenheid als van
daag gedenken we ook, dat we el
kaar vroeger, nu en in de toekomst
hebben geholpen en zullen hel
pen."
Mevr. Berggrav herinnerde eraan,
dat dit Noorse huis, dat koningin
Haakon VII in augustus 1954 in
Stavenisse opende, destijds door de
familie Moerland bewoond werd.
„Het is nog in originele staat, ook
qua inrichting. Dit soort woningen
zie je ook nog steeds in het noor
den van Noorwegen. In mijn land
werden die huizen na de Tweede
Wereldoorlog gebouwd om het wo
ningtekort op te lossen. De nazi's
hadden dorpen en steden platge
brand toen ze zich door het opruk
ken van de Russen moesten terug
trekken. Noorwegen was getroffen
door vuur, Nederland door water",
aldus de ambassadesecretaris.
Burgemeester W. Nuis was blij met
het behoud van de Noorse woning
bij het streekmuseum in Sint-An
naland. „Lang geleden al kwam
voorzitter Westerveld bij me met
het idee. Er was namelijk een plan
om het gesloopte huis uit Stavenis
se in het openluchtmuseum bij
Arnhem op te bouwen. Dat is - met
alle respect voor het openluchtmu
seum - gelukkig niet doorgegaan.
Het gemeentebestuur vindt het
schitterend dat het Noorse huis
voor Tholen behouden blijft, mede
dankzij de financiële bijdrage van
Delta 2003, waarvan voorzitter L.
Coppoolse vanmiddag ook in ons
midden is. Met respect kijken we
terug op uw aller inspanningen.
Ook Noorwegen verdient een
groots compliment voor de pakket
ten hout die in 1953 werden ge
schonken en waarvan in Stavenisse
19 huizen werden gebouwd. En
met het bewaren van een originele
houten Noorse woning bij de
Meestoof kan de herinnering aan
die internationale hulpverlening le
vend blijven. Op deze speciale dag
vieren we dit schitterende resul
taat", aldus burgemeester Nuis.
Het streekmuseum had het terrein
in stijl aangekleed met verschillen
de voertuigen uit de vijftiger jaren,
die ook bij de hulpverlening na de
watersnood ingezet werden. Een
kipwagen van Jac. Caron uit Den
Hout bijvoorbeeld. Een Dukw, die
destijds tussen Tholen en Halste
ren werd ingezet als hulpverle
ningsvoertuig dat zowel kon varen
als kon rijden. Een gele motor met
zijspan van de ANWB met daarbij
ook een wegenwachter in originele
kleding, een Amerikaanse jeep,
ambulance en vrachtwagen. Met
daarbij nog diverse vlaggen zorgde
het voor een passende entourage.
De Meestoof had ook volop profijt
van de kantine, die in het pand is
ondergebracht waar vroeger de po
litiecellen waren, naast de bode
woning van C.A. Weijler. Het
streekmuseum krijgt daarmee
steeds meer body, maar de tiental
len vrijwilligers en de bestuursle
den vormen toch de drijfveer.
Onder hen ook Henk Boer, die
heel veel werk verrichtte aan de
inrichting van de Noorse woning.
Met voorzitter Westerveld instal
leerde hij het Monta keukentje uit
de vijftiger jaren, met onder- en
bovenkastjes. „Op 15 februari kon
ik in de Noorse woning beginnen
en bij de opening van het nieuwe
tentoonstellingsjaar van het muse
um in april was het klaar." Boer
kreeg van alle kanten spullen voor
de inrichting. Zo kwam de goot
steen uit de woning van mevr.
Dorst uit het Bos in Stavenisse.
Dhr. Van de Boom uit Tholen zorg
de voor twee groene stoelen en een
tafeltje. A. Gelok uit Oud-Vosse-
meer schonk de kachel en de oven.
Ook van buiten Tholen kwamen er
geschenken, zoals de radio van
dhr. Tramper uit Wolphaartsdijk.
Aan de wand hangt een quilt dat na
de ramp vanuit Amerika naar Ne
derland werd gestuurd en dat door
mevr. De Vos uit Schoonhoven aan
de Meestoof werd geschonken.
Een tweede exemplaar is in de
kantine van het streekmuseum te
zien. In de kelder van de Noorse
woning, die op zich heel ruim is
met een aparte woonkamer, ge
scheiden keuken en drie slaapka
mers boven, staan weckflessen met
o.a. boontjes en worsteballen.
Daarmee krijgt de Noorse woning
een nog bredere betekenis. Niet al
leen de internationale hulpverle
ning wordt daarmee levendig ge
houden, maar ook het leven in de
jaren vijftig op Tholen.
De afgevaardigden van de ver
schillende hulpverlenende landen
en andere gasten maakten vanuit
Sint-Annaland nog een busreis
naar Stavenisse, waar o.a. de Ko
ning Haakonstraat werd aange
daan. Het stichtingsbestuur van
Actief Stavenisse had voor deze
gelegenheid een speciaal in het
Engels gesteld boekje samenge
steld: 'Walking route flood disas
ter Stavenisse'. Met tekst, foto's
en tekeningen kon er op deze ma
nier een goede indruk verkregen
worden van de gevolgen van de
watersnood op 1 februari 1953 en
de wederopbouw. Bij het rampmo
nument de Vis in de bocht van de
Provincialeweg naar Sint-Maar
tensdijk werd nog even stilgehou
den.
VERVOLG VAN VOORPAGINA
Van Gelder zegt het erg op prijs te
stellen dat hulpverleners van toen de
moeite hebben genomen om nu bij
een te komen. „Want ik denk graag
met u terug aan die eensgezindheid
van vijftig jaar geleden, toen u alles
in het werk stelde om het lijdende
deltagebied te hulp te komen."
Dankzij al die inspanningen konden
de getroffen gebieden herbouwd en
opnieuw ingericht worden. „Velen
van u hebben de grens van het men
selijk kunnen overschreden in een
geweldig pogen de nood van een an
der te lenigen. Enkele hulpverleners
hebben hun goede streven met de
dood moeten bekopen, of dragen le
venslang de gevolgen ervan mee.
Ook zij werden slachtoffer van de
watersnoodramp." Uit de verhalen
van slachtoffers en hulpverleners
klinkt waardering voor de rol die de
leden van het koninklijk huis speel
den in de dagen na de Ramp, zegt
Van Gelder. Ze doken bij verrassing
overal op, hadden woorden van
troost en bemoediging. Nu vijftig
jaar na dato deze gebeurtenis wordt
herdacht, zijn niet alle helpers en
helpsters van toen meer onder ons.
Ter nagedachtenis aan hen vraagt
Van Gelder een moment stilte. Om
daarna zijn toespraak te besluiten
met een bedankje - namens alle ge
troffenen - voor de 'geweldige inzet'
van de hulpverleners, landen, orga
nisaties en gemeenten.
De aanwezigen krijgen vervolgens
een speciaal gemaakte zwart-witfilm
te zien, waarin beelden over de ramp
en de hulpverlening zijn verwerkt
van het Polygoon bioscoopjournaal
(dezelfde film wordt ook 's middags
in Bergen op Zoom op de militaire
bijeenkomst getoónd). Het commen
taar bevat interessante informatie,
zoals het gegeven dat 20.000 mili
tairen zijn ingezet en 41 helikopters
(waarmee zo'n 1600 mensen zijn
gered). Dan is hqt woord aan oud
minister Pronk. Zijn toespraak
wordt door velen als wel erg lang er
varen, maar anderen vinden het juist
interessant. Mevr. Santbergen praat
daarna met twee hulpverleners en de
ambassadeur van Canada. J.A.Th.
Veldkamp was destijds als militair in
Oirschot gelegerd. Treffend vertelt
hij over zijn ervaringen in Nieuw-
Vossemeer (mevr. Santbergen noemt
ook Oud-Vossemeer, maar dat dorp
werd niet getroffen). Veldkamp
kwam later in het onderwijs terecht
en schonk jaarlijks aandacht aan de
watersnood. Mevrouw F.C. Grif
fioen-van Zoest organiseerde in Wil
lemstad schoonmaakploegen via de
meisjesvereniging. Ze vertelt hoe
een boer voorrang wilde hebben bij
het schoonmaken, maar het niet
kreeg. En hoe een onverwachts be
zoek van koningin Juliana diepe in
druk maakte.
Ambassadeur Serge April noemt de
speciale relatie tussen Canada en
Nederland: het verblijf van - toen
nog - prinses Juliana met haar gezin
tijdens de Tweede Wereldoorlog, de
rol van Canadese soldaten bij de be
vrijding van ons land en de honderd
duizenden Nederlanders die naar
Canada zijn geëmigreerd. Zijn land
kent nauwelijks overstromingen,
maar maakt zich - gezien de ligging
tussen drie oceanen - wél bezorgd
over de gevolgen van klimaatveran
dering. In 1953 is voor bijna 17,8
miljoen euro aan buitenlandse giften
ontvangen, terwijl de waarde van de
buitenlandse hulpgoederen 27,8 mil
joen euro bedroeg.
De Watersnoodramp is niet vergeten,
schrijft minister-president Jan Peter
Balkenende in een brief die wordt
voorgelezen door voorzitter L. Cop
poolse van het bestuurlijk overleg
Delta 2003. Balkenende, zelf een
Zeeuw, kan niet in Tholen zijn omdat
in de Tweede Kamer de algemene
beschouwingen aan de gang zijn. Hij
gaat in zijn bedankbrief in op de na
tionale herdenking eerder dit jaar.
'Namens het Nederlandse volk wil
ook ik u bedanken voor uw inzet.
Die inzet was van grote waarde', al
dus de premier. Alle hulpverleners
krijgen een op naam gesteld exem
plaar van de brief bij hun water
snoodster, alsmede het boekje 'Ge
troffen in woord en beeld' gebaseerd
op het dagboek en de pentekeningen
van kunstenaar/hulpverlener Pieter
Kooistra en een vrijkaartje voor het
watersnoodmuseum in Ouwerkerk.
Prinses Margriet reikt aan vier men
sen de speciaal ontworpen water
snoodster uit. Het zijn R.J. Idzerda,
in 1953 piloot voor de enige 'heli-
coptaire' die ons land rijk was; mevr.
J. Ebbenhorst-van den Doel die in
Battenoord bij Nieuwe Tonge hulp
verleende; P. van der Have die via
de internationale vrijwillige hulp
dienst in barakkenkampen werkte;
C.C. Soethout die als marechaussee
in Breda een echtpaar uit Klundert
opving.
De Thoolse burgemeester W. Nuis
sluit hierna de bijeenkomst af. Hij
bedankt iedereen voor zijn of haar
aanwezigheid en de betrokkenheid
die daarmee tot uitdrukking wordt
gebracht. „We zijn overweldigd
door alle reacties, uit binnen- en bui
tenland. Zo'n respons hadden wij
nooit verwacht. We kregen tal van
ontroerende brieven, foto's en der
gelijke. Vandaag zien we wat hulp
doet in de harten van mensen." Nuis
citeert een schrijver: 'Elk tijdperk
heeft duizenden helden die niet in de
geschiedenisboeken staan'. „U be
hoort, wat mij betreft, tot de catego
rie die hier is bedoeld." De burge
meester herhaalt enkele stukken uit
zijn toespraak in het Engels.
Prinses Margriet vertrekt, ze gaat
naar een andere zaal waar ze tijdens
de lunch praat met een aantal vooraf
geselecteerde hulpverleners. Na de
lunch staan elf bussen gereed voor
ritten door het voormalige rampge
bied. Het neemt veel tijd in beslag
voor iedereen de juiste bus heeft ge
vonden. Groepen zijn bij elkaar ge
plaatst en met individule wensen ten
aanzien van de routekeuze is zoveel
mogelijk rekening gehouden. On
derweg krijgen de mensen uitleg.
Ook is er voor ieder een fotoblad dat
de situatie van 1953 weergeeft, zo
dat de verschillen met nu duidelijk
zijn.
Philips DVD recorder
Prijs: 899,00
Bij aanschaf van deze dvd recorder
krijgt u 5 dvdR+ schijfjes cadeau.
De Noorse ambassadesecretaris mevr. Berggrav kreeg een foto mee
als herinnering aan de opening van de Noorse woning bij het museum.
Dankzij uw medewerking is afgelopen donderdag 18 september
een geweldige dag geworden.
De gemeente Tholen was op deze dag gastheer voor de
(Inter)nationale Bijeenkomst voor de Hulpverleners na de Wa
tersnoodramp van 1 februari 1953. Wij ontvingen met respect en
dankbaarheid 600 hulpverleners en vertegenwoordigers van de
landen die destijds hulp geboden hebben.
Op uitstekende wijze heeft u gehoor gegeven aan onze oproep
om de vlag uit te steken en zo de hulpverleners te eren die ge
holpen hebben na de watersnoodramp. De hulpverleners be
zochten 's middags diverse plaatsen op het eiland Tholen en
Sint-Philipsland. De vele vlaggen op beide eilanden ontroerden
hen. De aanwezige ambassadeurs waren eveneens diep onder
de indruk van het vlagvertoon en uw medewerking.
Een aantal ambassadeurs woonde 's middags de ingebruikne
ming van de Noorse woning bij in ons streekmuseum de
Meestoof in Sint-Annaland. De Noorse woning in originele staat
heeft een vaste plek in de Meestoof gekregen als blijvende her
innering aan de hulpverlening na de watersnoodramp. De wo
ning staat symbool voor alle nationale en internationale hulp die
geboden werd in 1953. De herinnering hieraan houden we zo le
vend voor nu en in de toekomst.
Dank ook voor de enthousiaste belangstelling voor het bezoek
van H.K.H. Prinses Margriet. Haar aanwezigheid onderstreepte
de waardering voor de hulpverleners. U maakte dat zij zich wel
kom voelde.
Met elkaar hebben we 18 september tot een waardige en plezie
rige dag gemaakt.
Daar zijn we dankbaar voor en trots op.
Burgemeester en wethouders van Tholen
Advertentie I.M.
Advertentie I.M.
De laatste weken zijn er verschillen
de aantallen woningen genoemd bij
de schenking van Noorwegen na de
ramp in 1953: 200 en 364. Dat laat
ste is het juiste getal. Mevr. Lock,
die in Raamsdonksveer zelf in een
Noorse woning woont, heeft uitge
breid onderzoek naar dat onderdeel
van de hulpverlening gedaan. Alle
Noorse huizen op 1 na wist ze thuis
te brengen. In Stavenisse stonden er
19, in Nieuw-Vossemeer 17 en in
Halsteren 8. Het aantal van 200
komt uit het boek van Kees Slager
over de ramp. Mogelijk dat over het
aantal misverstanden zijn ontstaan
omdat zowel het Noorse Rode
Kruis als de Noorse regering huizen
hebben geschonken. Eén Noorse
woning bestond uit 109 colli die per
schip naar Rotterdam werden ver
voerd. Uitgangspunt was, dat er 5
tot 7 mensen in een huis konden,
maar er zijn voorbeelden van gezin
nen die er met 10 mensen woonden.
De woningen waren voor die tijd
ruim en comfortabel. Aparte slaap
kamers en een badkamer met dou
che waren geen gemeengoed in
1953/1954. Behalve door Noorwe
gen werden ook door Zweden
(237), Denemarken (40tal) en Fin
land (13) houten woningen aan Ne
derland geschonken. Volgens het
Rode Kruis hadden de Noorse wo
ningen een waarde van 12.000 gul
den, die van de andere landen
15.000 gulden.
Prinses Margriet heeft genoten van de
bijeenkomst in Tholen. Dat zei burge
meester W. Nuis tijdens de raadsver
gadering donderdagavond na het be
zoek van de prinses aan de nationale
bijeenkomst in Meulvliet voor de
hulpverleners na de watersnoodramp
van 1953. „Iedereen was buitege-
woon blij dat dit 50 jaar na dato toch
nog heeft plaatsgevonden. Er was
vantevoren nogal wat kritiek op het
feit dat niet alle hulpverleners er bij
konden zijn. Het waren er 500 en
slechts 100 overigen. De hulpverle
ners die er niet bij konden zijn, krij
gen allemaal de bedankbrief van mi
nister-president Balkenende, het
boekje met de tekeningen van Koois
tra en de speld. Prinses Margriet ge
noot zichtbaar van de bijeenkomst.
Ook de hulpverleners waren onder de
indruk van wat ze nu zagen van de
plaatsen waar ze vijftig jaar geleden
ook waren, maar onder geheel andere
omstandigheden."
Nuis bedankte de Thoolse bevolking
die de moeite nam om de vlag uit te
steken. „Daar is in groten getale ge
volg aan gegeven." Ook over de
rondrit die 's middags werd verzorgd
met bussen, waren de reacties posi
tief, aldus de burgemeester.
Ceremoniemeester mevr. Santbergen (uiterst links) praat met de hulpverleners mevr. Griffioen en dhr. Veldkamp rechts- hier ook groot in
beeld op het scherm in Meulvliet. Tweede van rechts de Canadese ambassadeur Serge April.
De baton (draagspeld) van de Water
snoodmedaille heeft model gestaan
voor de watersnoodster die vijftig jaar
na de Ramp aan ruim 1700 hulpverle
ners wordt uitgereikt. De Water
snoodmedaille is in 1855 ingesteld,
en behalve in dat jaar ook uitgereikt
in 1861, 1876, 1916 en 1926. Maar in
1953 gebeurde dat niet, waarschijn
lijk doordat er zo'n groot aantal men
sen was dat op een of andere manier
hulp had geboden aan de slachtoffers
van de overstroming. De baton van de
originele medaille bestaat uit een klei
ne achtpuntige gebombeerde ster in
brons of zilver, op een oranje stukje
stof. De nu gemaakte speld hoort zon
der oranje achtergrond gedragen te
worden. Deze kleur vormt de onder
grond van het doosje waarin de ster
zit. Aangezien het een vijftigjarige
Een achtpuntige ster is voortaan
het herkenningsteken voor hulp
verleners die in 1953 actief zijn
geweest.
herdenking betreft, is de oorspronke
lijk brons- of zilverkleurige ster nu
zwaar verguld. De broche/reversspeld
is ontwikkeld en gemaakt bij Konink
lijke Zilverstad in Schoonhoven.