Herinneringen aan een heldhaftig
verleden van F ranse protestanten
Vaudois/Waldenzen in zuidoostelijke wijnstreek de Lubéron
Donderdag 28 augustus 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
17
De wijngaarden van zijn prachtige product liggen bij
Morogues, het noordelijkste stukje van de appellation
Menetou-Salon. Zijn buurman aan de noordkant heeft de
zuidelijkste wijngaard van Sancerre. Die naam komt
veel wijnliefhebbers bekender voor. Mijn vriend Ber-
trand en zijn vrouw Albane waren al in het trotse bezit
van drie dochters, toen ze vorig jaar een zoon kregen. Ik
feliciteerde hen daar telefonisch mee, en passant meede
lend dat ik in augustus voor enkele maanden naar de
Lubéron zou gaan. Hij was meteen enthousiast: daar
woonde een studievriend van hem. Evenals hem wijn
boer en hij woonde in Cabrières d'Aigues. Op mijn Mi-
chelinkaart omcirkelde ik onmiddellijk deze naam, die ik
na lang zoeken tegen de zuidkant van het Lubéronge-
bergte zag afgedrukt. Die groeten wilde ik graag gaan
overbrengen.
door H. Venekamp
Broeders van Lyon
Vervolgingen
De slachting
Diaspora
De dag na aankomst in La Roque d'
Anthéron, waar ik langere tijd zou
verblijven, reden we met behulp van
genoemde kaart naar het noorden.
Over de brug van de Durance bij Ca-
denet, langs Villelaure naar Pertuis
en dan omhoog naar de streek van
'de Aigues'. Het was rond de middag
en het was warm toen we in het ge
zochte plaatsje aankwamen.
Stijgend en dalend liepen we rond
door de nauwe straatjes van zo'n ty
pisch Zuid-Frans dorpje van geel-
okeren stenen en oranjerode pannen
daken, die langs de randen wel
driedubbeldik lijken. We ontdekten
een kerkachtig gebouwtje in slechte
staat, waarvoor een gedenkteken was
aangebracht. En toen zag ik het in de
muur gemetselde tegeltablau.
Hierop stond een aantal soortgelijke
kerkjes afgebeeld als waar ik voor
stond en een rivier - La Durance, het
wapen van Cabrières d' Aigues en
een brandende kaars, omgeven door
zeven sterren en daar omheen in een
cirkel de woorden: Lux lucet in tene-
bris. Voorts een reeks jaartallen van
1495 tot 1995, met achter elk jaartal
een historisch feit betrekking heb
bend op de geschiedenis van de pro
testanten in deze plaats. Later zou ik
op al deze kerkjes in de omgeving,
'temples' geheten, soortgelijke ta
bleaus zien, aangepast aan het dorp
waar ze stonden.
Schuin er tegenover bleek zicht de
cave van Bertrands vriend te bevin
den, getuige het bord buiten: Domai-
ne des Vaudois. Mijn belangstelling
was gewekt: niet alleen naar de kwa
liteit van de wijn, maar ook naar het
begrip 'vaudois'. Want dat was ik op
het tegeltableau ook tegen gekomen
en intrigeerde me. De vriend van
Bertand bleek thuis te zijn. En behal-
Toen ik het gesprek op de Vaudois
bracht, kwam hij helemaal los. Hij
zat in het comité dat zich ten doel
had gesteld de 'temple' te restaure
ren. Van hem hoorde ik in het kort de
historie van de Vaudois in de Lubé
ron en van hun verspreiding in West-
Alpen, Italië en Duitsland - waar in
Worms zelfs een standbeeld van de
stichter van deze beweging, een ze
kere Voutès uit Lyon, moest zijn. Ik
besloot toen om me verder in de ge
schiedenis te verdiepen, in de tijd die
ik in deze streek zou doorbrengen.
Zo bezocht ik later het museum in La
Roque d' Anthéron aan de overzijde
van de Durance, waar ook een tem
pel staat met tegeltableau. Dit is het
enige Vaudoisdorp dat aan de andere
kant van de rivier ligt en dus in het
departement Bouches-du-Rhöne. Het
museum omvat twee afdelingen: één
is er gewijd aan de geologie, de an
dere aan de Vaudois, waarbij speciaal
hun verspreiding aan de orde komt,
tot in Panama toe. In dit museum
werd ik op het spoor gezet van een
ander, namelijk dat in Mérindol. Dat
gaat uitsluitend over de geschiedenis
van de Vaudois, die op grote platen
langs de wanden wordt weergege
ven.
Op de bovenverdieping is een Vau-
doishuis nagebouwd, terwijl er ook
een kleine bibliotheek is ingericht.
Beneden vindt men behalve de pane
len een flink aanbod van boeken en
boekjes over dit onderwerp. Een 50
meter voorbij La Muse, zoals het
museum heet, gaat een pad omhoog
naar het voormalige dorp Mérindol,
dat in 1545 met de grond gelijk ge
maakt is. De resten ervan zijn nog
aanwezig, evenals van het kasteel dat
hier in de 12e of 13e eeuw moet heb
ben gestaan. Het oorspronkelijke
dorp Mérindol lag dus veel hoger
In de rots uitgehakte trap van het Middeleeuwse kasteel De Mille,
tegenwoordig een bekend wijngoed, bij Apt.
ve het feit dat hij erg aardig was,
maakte hij ook mooie wijnen, zowel
rood, wit als rosé. Met de laatste had
hij trouwens een ster verdiend in de
Hachette de vin 2001Hij moest ech
ter al vrij snel weg, omdat de tafel
druivenpluk in volle gang was. Vroe
ger werden hier bijna uitsluitend
tafeldruiven gekweekt, totdat de
goedkopere Italiaanse druiven hen
van de markt verdreven. Daarna is
men hier grotendeels overgeschakeld
op wijnbouw, al zie je in augustus in
dit gebied de volle trossen witte en
blauwe tussen het overdadige blad
schemeren. Uiteraard worden deze
kwetsbare producten met de hand
geplukt, in tegenstelling tot de wijn
druiven die hier bijna uitsluitend ma
chinaal geoogst worden.
Omdat Francois weg moest, nam zijn
vader het over. In de cave lagen her
en der ook verscheidene folders van
bezienswaardigheden in de omge
ving en aangezien 'le père' de Engel
se taal goed beheerste en blij was het
weer eens in praktijk te kunnen bren
gen, was hij een uur later nog aan het
woord. Maar het was heel interessant
wat hij te vertellen had. Geboren in
de West-Alpen, had hij als skileraar
zijn toekomstige vrouw leren kennen
in het klasje en was haar gevolgd
naar Cabrières waar zij geboren en
getogen was. Hij woonde nu zo'n
veertig jaar in de Lubéron en had
zich in de geschiedenis ervan ver
diept.
Wijngaarden van Cabrières d'Aigues aan de zuidkant van Lubéron.
dan het huidige.
Deel uitmakend van de ruïnes is in
1978 een monument opgericht voor
de Vaudois door drie organisaties die
de naam van de Vaudois in ere willen
houden: Die Deutsche Waldenser-
vereinigung (Schonenberg, Allemag-
ne), La societa die studi valdesi (Tor-
re Pellice, Italië) en 1' Association
des Etudes vaudoises et historiques
du Lubéron (Mérindol France). Ook
al zou men minder geïnteresseerd
zijn in het historische van deze
plaats, dan nog is een bezoek aan dit
uitzichtpunt zeer de moeite van de
klim ernaartoe waard. Het uitzicht
over de hele streek, waar de Durance
blinkend doorheen slingert, wordt
toegelicht op een oriëntatietafel,
waarop de plaatsen die men met hel
der weer kan zien, zijn aangegeven.
Wat men vandaar ook kan zien, is de
pyloon hoog boven La Roque d'
Anthéron waarin de vele namen van
de gevallenen uit deze streek in de
Tweede Wereldoorlog zijn uitgehakt.
De eerste naam op deze alfabetische
lijst van Franse soldaten en verzets
strijders is wonderlijk genoeg Abel
Allemand.
Tenslotte nog even terug naar de ca
ve Domaine de Vaudois in Cabrières
d'Aigues. Aan het slot van ons be
zoek liet de oude heer Aurouze ons
de oude cave onder de grond zien,
uitgehakt in de kalksteen, die het
fundament van het hele dorp en dat
niet alleen, vormt. Ook de oude me
tersdiepe waterput is nog intact,
evenals de vroegere stallen, waarin
de door paardennekken uitgesleten
houten balken misschien wel in de
tijd van 'le massacre de 1545' zijn
aangebracht, of eerder. Er is ontzet
tend veel te zien in deze streek aan
weerszijden van de Durance.
De ruimste opvatting van het begrip
Provence als Franse streek is waar
schijnlijk die van Alphonse Daudet,
een beroemde Franse romanschrijver
uit de 19e eeuw. Hij liet de Provence
zich uitstrekken van de Pyreneeën tot
de Alpen. Een andere opvatting van
de begrenzing van dit gebied is die
van de oude Romeinse Provence: dat
gedeelte van het zuiden van Frank
rijk dat ligt ten westen van Apt waar
bij inbegrepen de Languedoc. In
mijn opvatting strekt de Provence
zich uit van de Rhöne in het westen
tot de Alpen in het oosten, de Dröme
in het noorden tot de Cöte d' Azur in
het zuiden. Het gebied omvat dan
vijf departementen: Vaucluse, Bou
ches-du-Rhöne, Var, Alpes-de-Hau-
te-Provence en Alpes-Maritimes. Dat
houdt een heel sterk wisselend land
schap in. Vanuit de vlakke Rhöneval-
lei met zijn vele wijngaarden en
boomgaarden kijkt men op naar de
reusachtige Mont Ventoux, waarvan
de zuidelijke kalkhelling als met
sneeuw bedekt oplicht in de felle zo
merzon. Ten zuiden daarvan ligt het
Plateau van Vaucluse, aan de zuid
kant begrensd door het krijtmassief
van de Lubéron.
De eenzame Mont Ventoux is met
zijn ruim 1900 meter aanzienlijk ho
ger dan de Mourre Nègre, die met
zijn 1125 meter het hoogste punt van
de Lubéron is. De Lubéron is een be
trekkelijk kleine bergketen van zo'n
60 km lang en 5 km breed, die loopt
van grofweg Cavaillon in het westen
tot Manosque in het oosten. Van
Bonnieux naar Lourmarin, waar Al-
bert Camus begraven ligt, loopt de D
943 langs het riviertje de Aigue Brun
dat de Lubéron in tweeën deelt: de
westelijke Petit en de oostelijke
Grand Lubéron. Dit is de Combe de
Lourmarin. Aan de noordkant van
deze bergrug overheersen de bossen,
terwijl de zonnige zuidhellingen, die
overgaan in de vlakten van het dal
van de eens machtige Durance, voor
het grootste gedeelte bedekt zijn met
wijngaarden. De vijf belangrijkste
plaatsen in dit gebied dat het Pare
Naturel Régional du Lubéron ge
noemd wordt zijn: Forcalquier, Ma
nosque, Pertuis, Apt en Cavaillon.
Dit is het gebied van de Vaudois, el
ders Waldenzen genoemd. Hier volgt
hun geschiedenis, waarvan in deze
streek nog veel resten getuigen.
De Vaudois, zoals hun vervolgers
hen noemden, of Broeders of Armen
van Lyon volgens hun eigen bena
ming, waren de volgelingen van een
zekere Vaudes of Valdes, een rijke
koopman uit Lyon die aan het einde
van de 12e eeuw gegrepen werd door
het woord van Christus volgens het
evangelie van Mattheus: 'Als gij vol
maakt wilt zijn, gaat en verkoopt wat
gij bezit, geeft het aan de armen en
gij zult een schat in de hemel heb
ben: zo komt en volgt mij'. Maar
misschien was het ook de door een
minstreel gezongen legende van de
heilige Alexis, die hij hoorde voor de
kathedraal van Lyon, die hem er toe
bracht al zijn bezittingen te verko
pen, het geld te verdelen onder de ar
men en het evangelie te gaan ver
spreiden zoals de Bijbel (en speciaal
het Nieuwe Testament) verkondigt.
Het was deze prediking van het
evangelie in de landstaal, die onaan
vaardbaar was voor de Kerk van Ro
me, die er uiteindelijk toe leidde dat
hij en zijn volgelingen werden geëx
communiceerd door paus Lucius III
in 1184. Valdes en zijn volgelingen
men, zijn smalle dalen, zijn rotswan
den en zijn wouden die in die tijd
veel dichter zijn dan thans, strekt
zich uit onder de Pro venraai se zon.
De talrijke dorpen die tegen de heu-
De temple van Lourmarin, waarin regelmatig muziekuitvoeringen te
beluisteren zijn.
moesten toen de stad Lyon ontvluch
ten. En daarmee begon de versprei
ding van deze Vaudois-beweging.
Hoewel zij slechts een klein deel van
de bevolking beïnvloedde, maakte de
beweging een opmerkelijke ontwik
keling door die haar hoogtepunt be
reikte in de 14e eeuw. Ofschoon er
geen specifieke Vaudois teksten be
staan, kan men het spoor van de Vau
dois volgen in de archieven van de
Inquisitie, wiens taak het was - ten
minste in het begin - de Vaudois te
vervolgen (evenals de Katharen,
maar dat is een ander verhaal). En zo
vinden we kolonies van Vaudois of
Waldenzen in de dalen van de Al
pen, zowel aan de Franse als aan de
Italiaanse kant van de huidige lands
grens, in de Dauphiné in de streek
rond Briangon en in Piémont.
We zijn in het midden van de 15e
eeuw. De Lubéron met zijn bergkam-
veis aan de noord- en zuidkant van
het gebergte liggen gestapeld, zijn
meer of minder verwoest door de ge
volgen van de pest of door plunde
rende troepen huurlingen. De bewo
ners zijn gevlucht, het land ligt
braak, de streek ligt er verlaten bij.
De talrijke landedelen en abdijen die
de eigenaren zijn van deze landerijen
- zoals de bisschop van Marseille
met betrekking tot Mérindol, de fa
milies d' Agoult en Bouliers de Cen
tal voor Lourmarin en de Aigues-
streek, of de familie Forbin voor La
Roque d' Anthéron - willen heel
graag hun land weer bevolken en
weer laten bewerken. In de Alpen
(Dauphiné, Briangon, Piémont) is het
leven zo moeilijk en zijn de gezinnen
zo groot, dat het voortbestaan daar
erg onzeker is. En hiet vinden de
landeigenaren de sterke boeren die
zij nodig hebben. Er worden contrac-
Tegeltableau op 'templevan Puget sur Durance.
ten opgemaakt, waarin de rechten en
plichten van de nieuwe gebruikers
vastgelegd worden. Deze 'akten van
bewoning' vermelden vaak de plaats
van herkomst van de ondertekenaars
en daardoor is gemakkelijk vast te
stellen dat velen Vaudois zijn. De
adel, die in de eerste plaats aan zijn
eigen belang denkt, is niet bezorgd
over dit religieuze aspect. Naast de
individuele worden er tussen 1460 en
1520 twaalf collectieve akten opge
maakt die de dorpen Joucas, Lour
marin, Cabrières d' Aigues, Gignac,
Mérindol, La Motte d' Aigues, Saint
Martin de la Brasque en Peypin d'
Aigues, St. Estéve Janson, Roquefu-
re en Murs,Villelaure, Buoux en La
Roque d' Anthéron betreffen. De ak
te van bewoning van Lourmarin
toont aan dat de meerderheid van de
families die hierin genoemd worden
uit Piémont komen, terwijl in Ca-
brièrers d' Aigues de meesten zich
vestigen komend uit Fressinières
(tussen Embrun en Briangon). Een
opmerkelijk feit hierbij is, dat de bei
de series namen voorkomen op de
lijst van ketters zoals die is opgesteld
door de inquisiteur van Embrun.
De Vaudois, nu goed gevestigd in de
Lubéron waar ze de in cultuur te
brengen gebieden hebben ontwik
keld, leiden hier een vreedzaam le
ven. De meesten zijn boeren, die op
de vastgestelde tijden hun pacht ko
men betalen in de vorm van produc
ten die zij verbouwen of opkweken.
Ze wonen zowel in de dorpen als in
de omgeving daarvan in boerderijen,
'bastides' genaamd, die nog steeds
bestaan en die vaak de namen dragen
van de Vaudois die er woonden (Les
Gros).
In de meeste gevallen trouwen ze
binnen hun groep, waaruit ze ook de
peetvaders en -moeders van hun kin
deren kiezen. Ze houden contact met
hun geboortedorpen, waarmee ook
regelmatig uitwisselingen plaatsvin
den. Op het religieuze vlak zorgen ze
ervoor geen aandacht te trekken. De
vervolgingen, die reeds zijn begon
nen, hebben hen geleerd hun geloof
in het verborgene te belijden. Ze ne
men deel aan de katholieke kerkdien
sten, maar hun eigen eredienst vindt
plaats in hun eigen omgeving: geen
kerk, geen publiek ritueel. Hun voor
gangers, 'barbes' genaamd, trekken
rond in paren (een oude en een jonge
in opleiding). Zij dragen altijd een
paar handgeschreven hoofdstukken
van de Bijbel bij zich, waaruit ze
voorlezen bij de avondlijke bijeen
komsten in een Vaudoishuis waar de
andere families uit het dorp samen
komen. Zij prediken het evangelie en
nemen de biecht af. Het enige dat op
een niet-Vaudois een verdachte in
druk zou kunnen maken, is het feit
dat ze weigeren de eed af te leggen,
te liegen, de maagd Maria te aanbid
den en met aflaten te werken. Deze
vredige situatie en goede verstand
houding met buren duurde verschei
dene jaren, ofschoon nu en dan ge
ruchten gingen dat er een Vaudois
zou zijn gearresteerd, gevangenge
zet, op de brandstapel gebracht of
naar de galeien gezonden.
Het was de komst van de dominicaan
Jean de Roma in 1530 naar Apt als
inquisiteur, die een krachtiger ver
volging van de Vaudois in gang zette.
Omdat de hervorming zich ver
spreidde over Frankrijk en er meer
en meer bekeringen plaatsvonden,
werd de kerk bezorgd. Ze benoemde
in elk bisdom een inquisiteur die
werd belast met de vervolging van
ketters, in het bijzonder de Luthera
nen. Maar in de Lubéron vond Jean
de Roma in plaats van Lutheranen de
Vaudois. Talrijke processen werden
aan de andere kant van de Durance -
La Roque d' Anthéron. Daarna Mér
indol, waarvandaan een grote groep
ontsnapte in de Lubéron, Cabrières
d' Avignon (het enige dorp in het
graafschap Venaissin dat het lot van
de anderen deelde), Murs (waar een
groep van twintig Vaudois stierf, uit
gerookt in de grot van Barigoule) en
tenslotte Lacoste. Honderden Vau
dois werden gedood, vaak onder gru
welijke omstandigheden, hun bezit
tingen geconfisqueerd en de
overlevenden naar de galeien in
Marseille gezonden. De herinnering
aan deze bloedige week wordt le
vend gehouden in een herdenkings
monument bij de mines boven het
huidige Mérindol, waar La Muse
zich bevindt: een klein museum over
de geschiedenis van de Vaudois.
•Terwijl bijna overal in Frankrijk de
vervolgingen werden geïntensiveerd,
realiseerden de Vaudois zich dat hun
geloof en dat van de protestanten
veel gemeen hadden. Na een synode
waar alle 'barbes' en vertegenwoor
digers van de Vaudois-gemeenschap-
pen bijeen kwamen, werden twee
barbes - Morel en Masson - uitge
zonden om de protestanten te ont
moeten. Na de verklaring als resul
taat van deze ontmoeting gehoord te
hebben, besloot de synode van Chan-
foran in Piémont dat de Vaudois zou
den toetreden tot de hervorming en
de geloofsbelijdenis van de Her
vormde Kerk zouden aannemen.
In het vervolg gaat de geschiedenis
van de Vaudois uit de Lubéron sa
men met die van de protestanten.
Met uitzondering van onderscheiden
episodes, die eigen aan deze streek
zijn. De Vaudois blijven echter trouw
aan hun gezamenlijke herinneringen
aan het heldhaftige verleden van hun
beweging. Na de vervolgingen wa
ren velen gedwongen uit te wijken
naar Genève. Zij die in 1689 terug
keerden naar de Lubéron noemden
dat de glorieuze terugkeer. Anderen
emigreerden naar Duitseland, Enge
land, Nederland en Zuid-Afrika. Nog
later staken ze, voornamelijk om
economische redenen, de Atlantische
Oce- aan over en stichtten Valdèse in
Noord-Carolina (USA) en Colonia
Valdense in Umguay. Maar ze heb
ben hun oorspronkelijke land niet
vergeten en velen komen terug om
de Lubéron te bezoeken, zoals het
gastenboek van de Association d'
Etudes Vaudoises et Historiques du
Lubéron laat zien, of om een bezoek
te brengen aan de valleien van Pié
mont. In Italië wordt de Hervormde
Eén van de twee klokken van het kerkje van Vaugines.
gevoerd. Het proces tegen 'barbe'
Griot bijvoorbeeld, wiens getuigenis,
bewaard gebleven in de archieven,
nauwkeurige informatie verschaft
over het leven van de barbes, hun op
leiding en hun overtuiging. Of dat
van Colin Pellenc van Plan d' Apt,
wiens molen werd geconfisqueerd en
werd overgedragen aan katholieken.
Nadat de Vaudois (onder hen een
aantal inwoners van Mérindol) een
aantal represaillemaatregelen had ge
troffen, werd door het parlement van
Aix in 1540 het beruchte 'Arrest van
Mérindol' uitgevaardigd. Daarbij
werden de schuldigen veroordeeld
tot de brandstapel, hun bezittingen in
beslag genomen en hun families ver
bannen. Maar voor de uitvoering van
dit arrest was de goedkeuring van de
koning nodig. En de Vaudois verde
digden zich en gebruikten hun in
vloed. En zo werd het 1545 voortdat
de ouder wordende Frangois I zijn
handtekening zette, een handteke
ning waarop de baron van Oppède
lang had gewacht. Hij was een on
verbiddelijke tegenstander van de
Vaudois en voorzitter van het parle
ment van Aix. Hij verzamelde troe
pen en onder het bevel van kapitein
Polin begon vanuit Pertuis de straf
expeditie op 16 april 1545. Elf dor
pen werden vernietigd, 'terechtge
steld' in zes dagen. De dorpen van de
Aigues-streek: Cabrières, >La Motte,
Peypin, Saint Martin de la Brasque,
daarna Villelaure, Lourmarin en -
Kerk Vaudois-kerk genoemd. U ziet,
de diaspora van de Vaudois is een
zeer levende realiteit. Afstammelin
gen van Jourdan, Pons en Malan blij
ven terugkomen naar het land waar
hun voorouders vijf eeuwen geleden
werkten. De bastides die naar hen
genoemd zijn, zijn de zeldzame
zichtbare sporen van de aanwezig
heid van de Vaudois in de Lubéron,
want er was geen andere specifieke
architectuur. En hun tempels, zoals
hun kerken nu heten, werden pas ge
sticht na 1560 toen zij zich aangeslo
ten hadden bij de Hervormde Kerk.
Maar wat zeker de diepgewortelde
aanwezigheid van de Vaudois in de
Lubéron aan de oplettende wande
laar zal openbaren, dat is de wilde en
soms geheimzinnige kant van de
plaatsen die hen een schuilplaats bo
den, de diepe en afgezonderde dalen
en verweerde rotsen, de afgelegen
bastides waar dit onvermoeibare
volk werkte, de kleine gehuchten
waar later een tempel aan werd toe
gevoegd, en de kleine kerkhoven met
hun spitse cypressen. Naast deze ge
denkplaatsen van de geest der Vau
dois zijn er ook de oude familiena
men, die stammen uit Piémont en de
streek van Bri-angon. Vandaag de
dag leven ze nog steeds voort in de
families Bourgue, Cortasse, Bérard,
Meynard, Appy, Perroter, Combe,
Gardiol, Sambuc... En zo blijft de
herinnering aan de Vaudois-gemeen-
schap bestaan.