Honderdvijftig jaar lang bidden,
werken en sparen op de West-Leguit
Tèrreveströöi
Ko en Yvonne Heestermans: boerenfamilies hun zelfrespect teruggeven
Donderdag 14 augustus 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
7
Wie bomen plant, gelooft
in de toekomst. Op de na
bij het buurtschap Bots
hoofd gelegen boerderij
West-Leguit zijn vier jaar
geleden aan beide zijden
van de dreef kastanjebo
men geplant die langzaam
allure beginnen te krij
gen. Juist deze zomer
werd een omvangrijke
onderhoudsoperatie aan
de in 1924 herbouwde
hoeve afgerond, waarbij
een aantal van de origine
le stijlelementen in oude
luister werden hersteld.
Liefde voor het erfgoed is
bij Ko en Yvonne Hees
termans duidelijk aanwe
zig. Niet vreemd overi
gens. De West-Leguit is
al bijna anderhalve eeuw
in het bezit van de fami
lie. Ko Heestermans is de
vierde generatie die op de
hofstede boert. „Het is
tobben en wurmen."
Sieraden verkopen
Taboe
Onderling afhankelijk
Franse kap
Tevredenheid
Een stille revolutie is het al genoemd.
Büna geruisloos verlaten de boeren het
platteland. Ook op Tholen en Sint-Phi-
lipsland begint de exodus zichtbaar te
worden. Een economisch toekomstper
spectief voor de landbouw ontbreekt.
De kinderen piekeren er veelal niet
over om het familiebedrijf over te ne
men. Het gevolg: in hoog tempo ver
dwijnt de traditionele boerderij uit het
Thoolse landschap. Tegelijkertijd is de
discussie over de toekomst van het bui
tengebied in volle gangook in onze
gemeente. 2003 is uitgeroepen tot het
Jaar van de Boerderij. Daarom ook is er
Tèrreveströöi verhalen uit een land
schap in beweging. Tèrreveströöi dia
lect voor het stro dat overblijft als de
tarwe van het veld is. Meer algemeen
ook gebruikt voor strohalm. Een zo-
merrubriek over boerderijen als histo
risch erfgoed. Vandaag aflevering 1:
Heestermans is een boer die het vooral
moet hebben van de vroege aardappe
len en de plantuien. Ook andere tradi
tionele gewassen als tarwe, graszaad
en suikerbieten horen tot het zaaiplan.
Geïnvesteerd is er de laatste jaren ook
in het bedrijf. Het voorkiemen van de
aardappelen gebeurt in een gloednieu
we tunnelkas. Ook een moderne en
dus prijzige aardappelrooier werd on
langs aangeschaft. Geloof in de toe
komst is er dus zeker bij de 50-jarige
Heestermans. Toch zijn er ook twij
fels. De gezondheid is niet meer wat
het geweest is en het bewerken van de
bijna honderd hectare grond gaat hem
steeds moeilijker af. De economische
perspectieven voor de traditionele
landbouw zijn twijfelachtig. Niet voor
niets zit boerin en bijna afgestudeerd
theologe Yvonne Heestermans (47) in
een werkgroep van de rooms-katholie-
ke kerk in Oud-Vossemeer die zich be
zighoud met psycho-sociale proble
men bij noodlijdende boeren. Hart
verscheurende verhalen heeft ze in
haar directe omgeving gehoord. Ko
Heestermans zou graag een deel van
zijn grond verhuren aan een leveran
cier van windenergie. De gemeente
Tholen heeft echter onlangs andere lo
caties voor windmolenparken aange
wezen. De landzijde van het Schelde-
Rijnkanaal wordt door de plaatselijke
overheid ongeschikt geacht, al vond
juist de natuurbeweging de grond van
Heestermans een prima plek. Voorlo
pig zit de Vossemeerse boer dus in de
wachtkamer en blijft de toekomst van
het bedrijf onduidelijk. De vier kinde
ren van het echtpaar zijn nog te jong
om te voorspellen of ze in de toekomst
interesse hebben in een overname van
het familiebedrijf. „De kinderen zijn
verknocht aan de boerderij. Sjoerd
Het echtpaar Ko en Yvonne Heestermans met hun vier kinderen, Eline (op de bank) en staand v.l.n.r. Jolentte, Sjoerd en Carole.
springt zo op de tractor, maar hij is
nog maar dertien. De meiden zijn ook
heel wat mans. Ze hebben allemaal
een groot verantwoordingsgevoel. Al
lemaal springen ze bij als het druk is.
De tijd is echter voorbij dat je kinde
ren zes weken lang met een schrabber
het land kunt opsturen. Natuurlijk
hoop je diep in je hart dat één van hen
in de toekomst verder boert en dat er
een vijfde generatie Heestermans op
West-Leguit komt. We geven ze de
tijd. Meer dan een jaar of vijf op deze
manier verdergaan lukt me echter niet
meer. Dat staat de gezondheid niet toe,
hernia. Er moet iets gebeuren. Daarom
had ik liever wat minder hectares met
wat windmolens erbij."
Eén troost heeft Ko Heestermans.
Vroeger was het boeren ook niet alles.
Ook toen zat het tij economisch soms
tegen, zo heeft het bestuderen van het
familiearchief hem geleerd. Alle koop
aktes, pachtovereenkomsten en hypo
theken uit het verleden heeft hij nog in
zijn bezit. Daarbij een unieke collectie
foto's van zijn voorouders en plaatjes
van de West-Leguit, zoals ie er tot
1924 uitzag. Historische grond is het
daar, langs de boorden van de voorma
lige Eendracht. Volgens het boek 'Vos-
semeer land van 1000 heren' wordt de
hofstede al in 1581 in de annalen ge
noemd. Ze is dan eigendom van Anna
van Couwerve, de weduwe van Jacob
van Gelre, de toenmalige schepen en
secretaris van Tholen en ambachtsheer
van Vossemeer. Op 25 mei 1839 koopt
de in Woensdrecht geboren Johannis
Koekhoven de West-Leguit met 33
bunder land van eigenaar Domus Rog
geband. Door Koekhoven onderteken
de pachtovereenkomsten in dezelfde
polder gaan enkele jaren verder terug.
Het is in deze familie Koekhoven dat
de uit Hoeven afkomstige overgroot
vader Cornelis Heestermans in 1858
introuwt. Al snel volgt Heestermans
zijn schoonvader op en wordt hij lid
van het rooms-katholieke kerkbestuur.
Herenboeren zijn de Heestermansen
echter nooit geworden, zegt Ko. „Als
ik zo door de familiepapieren snuffel,
valt me op dat het ook vroeger al niet
meeviel om een inkomen te vergaren
op de boerderij. Ik ken de verhalen
van mijn voorouders die soms sie
raden moesten verkopen om kunst
mest te kunnen aanschaffen. Soms
werden delen van de grond ook ver
kocht aan particulieren. In goede tij
den werd de grond dan weer terugge
kocht. Mijn opa Ko beleende voor de
oorlog al grond aan zijn tandarts in
Antwerpen. Met de tram is hij daar
vanuit Tholen naartoe gegaan. Dat kon
toen nog. Het was een Joodse man,
Frank heette hij. Elk jaar kwam hij een
keer naar de boerderij om de rente en
de aflossing in ontvangst te nemen.
Tot ver in de oorlogsjaren is hij geko
te houden, vindt Heestermans, en pas
na aftrek van alle interne kosten wordt
gekeken wat er aan de boeren betaald
wordt. Het liefst doet hij zaken met
particuliere ondernemers. Zijn piepers
gaan naar aardappelhandel Bijl in
Poortvliet, de bieten naar de CSM.
Yvonne staat vierkant achter haar man.
„Het belang van de boer wordt het best
gediend door particulieren. Dat zijn
mensen net als ons, bezig met overle-
dijk stond. Reken maar dat het hier bij
Botshoofd kon spoken. Daarom ben ik
blij dat het kanaal er gekomen is en dat
we geen eb en vloed meer hebben."
Wat gebleven is, is de zorg om de toe
komst. Ook met bijna honderd hectare
in de achterzak kun je in de winkel ten
slotte geen boodschappen doen, merkt
Ko's vader Toon (links) en grootvader Ko Heestermans met een dekstier op het erf van de boerderij voor
1945. Links is nog de bakkeet te zien die aan de oostzijde van het woonhuis stond en in 1984 werd
afgebroken.
men, ondanks de waarschuwingen van
mijn opa. Op een gegeven moment
verscheen hij niet meer. Met een stich
ting van nabestaanden is die transactie
toen afgerond."
Een romantische kijk op het boerenle
ven heeft Ko Heestermans zeker niet.
Daarvoor wordt volgens hem de boer
vandaag de dag teveel dwarsgezeten
door de overheid met allerhande regel
geving. Ook van belangenorganisaties
als de ZLTO heeft hij geen hoge pet
op. Deels is die weerstand terug te voe
ren op ressentimenten die teruggaan
naar de zeventigerjaren toen bij elkaar
negen hectare grond moest worden in
geleverd om de aanleg van het Schel-
de-Rijnkanaal mogelijk te maken, een
verkoop waarbij Heestermans zich
door de boerenorganisatie in de steek
gelaten voelde. Van de door de boeren
in het leven geroepen coöperaties moet
hij evenmin veel hebben. Dat soort
clubs is er vooral om zichzelf in stand
De gang in het woonhuis met de rand tegeltjes is in oude luister hersteld.
ven. Daarbij is geen sprake van ver
vreemding en anonimiteit. Met dat
soort mensen ben je samen blij dat je
iets kunt verdienen. Alleen op die ma
nier houd je als boer plezier in het vak.
Bij de grote coöperaties ga je op in de
massa. Daar is geen band meer met de
producent. Daar is geen waardering
voor wat je met je eigen zweet uit de
grond hebt gehaald."
In boerensolidariteit gelooft Heester
mans niet meer. Te vaak is de sector
het onderling oneens, zoals onlangs
nog bij de discussie over de inlaat van
zoet water op Tholen. Tegelijkertijd
heeft Heestermans een heimwee naar
het boerenleven van zijn jeugd. De tijd
dat de boerderij, ook de West-Leguit,
een gemeenschap op zichzelf was. „De
knechten bleven hun hele leven lang
bij ons. Ze aten ook mee in de keuken,
niet ergens achteraf. Ze sliepen op zol
der. Natuurlijk waren er wel standsver
schillen. Zeker met trouwen speelde
dat een belangrijke rol. Geld ging met
geld, zo simpel was het. Ook het ge
loof speelde een rol. Onze boerderij is
altijd meer op Brabant georiënteerd ge
weest, vooral omdat we katholiek zijn.
Niet één Heestermans is met een
Thoolse getrouwd. In de dood vielen al
die verschillen weg. Als er vroeger ie
mand op Botshoofd overleed, gingen
mijn ouders daar naar toe. Het was een
sociaal gebeuren, het was allemaal
meer gemeend. Ook de nabijheid van
het water maakte de mensen hier als
vanzelf onderling afhankelijk. In 1906
heeft de hele polder onder water ge
staan bij een doorbraak, bij de inunda
tie in de oorlog precies zo. Met de
Ramp zijn we op het nippertje ge
spaard gebleven. Als klein ventje vond
je het prachtig als het water in de Een
dracht hoog stond. Spanning in de tent,
iets mooiers was er niet. Alle spullen
werden boven op zolder gezet. Later
ga je de gevaren zien. Ik herinner me
nog een nacht dat mijn ondertussen
overleden buurman Rien Boonman
aan de deur stond en ons waarschuwde
dat het water tot aan de kruin van de
Ko Heestermans op. De landelijke cij
fers over het gezinsinkomen in de
agrarische sector liegen er evenmin
om. Alleen vorig jaar al daalde dat in
komen met vijftien procent. Door de
geringe inkomsten leven veel boeren
tegenwoordig in armoede. Voor de bui
tenwacht valt dat niet op. Zij zien enkel
de grote boerderijen en de werktuigen,
van de torenhoge schuldenlasten en
lange werkdagen hebben zij geen weet.
Als lid van Caritas Oud-Vossemeer,
een liefdadigheidsinstelling van de
Willibrordusparochie, probeert Yvonne
Heestermans aandacht te vragen voor
het probleem. Eerder al presenteerde
het bisdom Breda een lange-termijnvi-
sie op landbouw en armoede. Yvonne
heeft het afgelopen jaar geprobeerd om
bruggen te slaan naar andere kerkge
nootschappen in de regio. Dat is deels
gelukt. „Die oecumenische aanpak is
natuurlijk nodig, want de problematiek
stopt niet bij de katholieke boeren. We
werken aan een bewustwording bij de
burgers en bij de boeren zelf. Nog al
tijd is armoede een soort taboe. In de
kerken is lang gekeken naar ellende
ver weg, zonder dat er bij stil werd ge
staan dat die armoede er ook in de pol
der is. Iemand in de stad of op een dorp
heeft er geen besef van dat we soms
onder de kostprijs moeten werken of
dat onze werkweek naar de negentig
uur gaat. Zelf gaan we nooit op vakan
tie. Ook de zondag gaat grotendeels op
aan administratie en aan zaken die
doordeweeks blijven liggen. Ook bij
de boeren zelf heerst een zekere
schroom om naar buiten te treden met
hun verhaal. Vooral is er schaamte, de
gedachte dat het allemaal aan henzelf
ligt. Terwijl de ware oorzaak van de
problemen een mondiale is. In Brussel
wordt het tegenwoordig allemaal be
disseld en misschien zelfs wel in de
Verenigde Staten."
De reikwijdte van de hulp door caritas
en vergelijke instellingen is derhalve
beperkt, beseft Yvonne. „Veel kunnen
we niet doen, alleen luisteren. De enige
oplossing is een rechtvaardige prijs
voor een eerlijk product. Wat we voor
al willen bereiken is boerenfamilies
hun zelfrespect teruggeven. Het sociale
gezicht in de landbouw moet meer be
nadrukt worden. Boeren zijn tegen
woordig meer eikaars concurrent, dan
collega's. Boeren raken overspannen,
depressief, het bedrijf wordt verwaar
loosd, zelfmoord komt steeds vaker
voor, zonder dat de buitenwereld er
veel aandacht aan besteedt. Voor de be
trokkenen is het belangrijk dat ze hun
verhaal kwijt kunnen. Ik heb de voor
bije maanden veel van die verhalen ge
hoord. Soms werd er 's avonds om half
twaalf nog gebeld. Ik heb er nachten
van wakker gelegen."
Onlangs werd in de Willibrorduskerk
in Oud-Vossemeer een eerste land-
bouwviering gehouden. De kerk was
versierd met graan en Yvonne zelf
hield een lezing. Ook in Lepelstraat is
een vergelijkbaar initiatief gestart. Het
komend jaar wil de werkgroep door le
zingen en informatiebijeenkomsten de
armoede in de boerenstand nog meer
onder de aandacht brengen. Ook wil ze
een netwerk in de regio opzetten, om
een duidelijker beeld te krijgen van de
armoedeproblematiek op Tholen en
Sint-Philipsland. „De problemen moe
ten bespreekbaar worden gemaakt. Nu
hoor je de verhalen vaak pas als het te
laat is."
Na zoveel sluimerende tragiek heeft ie
der mens behoefte aan wat buitenlucht.
Een rondwandeling over de West-
Leguit volgt. De boerderij in zijn hui
dige vorm dateert van 1924. Een ge
denksteen in de gevel herinnert nog
aan de eerste-steenlegging. Tiendui
zend gulden kostte de bouw indertijd,
precies de opbrengst van de zes geme
ten karwijzaad van dat jaar. Opa Ko
koos voor een boerderij met een zoge
heten Franse kap, ideaal voor de op
slag van de oogst op zolder. Graan en
meer speculatieve gewassen als karwij
en blauwmaanzaad werden lang op de
zolder van de West-Leguit bewaard.
Ook bij vader Toon gebeurde dat nog.
De ondergaande zon over het polder
land kleurt de herinneringen van Ko
aan zijn vader. „Een Spartaanse opvoe
ding heb ik gehad. Hij heeft alle boe
renwerk er bij me ingedreund. Zo
moest het en niet anders. Zijn leven
draaide om de boerderij. Bidden, wer
ken, sparen, zo was mijn vader."
Op de West-Leguit bestaan oud en
nieuw in een wonderlijke harmonie
naast elkaar. Vijf jaar geleden werd de
tuin rond de boerderij opnieuw ont
worpen. Het concept van de oude
Zeeuwse boerderijtuin ligt eraan ten
grondslag. Voor het huis met de opval
lende horizontale sierbanden in de ge
vel zijn de twee rustieke lindebomen
gehandhaafd. De drenkput werd op
nieuw gegraven op de plek van de
voormalige kiemschuur. Ondertussen
is rond de put door kenner Wil Boog
aard uit Sint-Annaland de aanwezig
heid van elders reeds lang verdwenen
grassen vastgesteld. Door het water
zijn de soms al een eeuw oude zaden
spontaan gaan kiemen. Her en der ge
zellige zitjes voor de schaarse vrije
uren. Aan het begin van de dreef naar
de boerderij komt binnenkort een repli
ca van het oude toegangshek. Rond het
huis zijn oude kasseien gelegd, die tot
voor kort achter de schuur vergeten en
verzonken lagen. De paden door de
tuin aan de voorkant bestaan uit grint,
de kruidentuin aan de achterzijde heeft
een schelpenpad. Daartussenin de dit
jaar weer geheel in ere herstelde gang
van het huis, met fraaie terrazzovloer
en originele wandtegels. Beide deuren
aan begin en eind zijn handgemaakt in
retrostijl. Met veel gevoel voor traditie
zijn de glazuren pannen geselecteerd
en juist vorig maand gelegd. Een deel
van de overstekken is tegenwoordig
van kunststof. Een oud wagenhuis
maakt eveneens deel uit van de West-
Leguit. Bij de inundatie in 1944 heb
ben gevluchte inwoners van Oud-Vos
semeer daar nog op zolder gezeten.
Een stenen koelhuis en een moderne
damwandschuur maken eveneens deel
uit van het complex'. Ko Heestermans
heeft naar eigen zeggen een hekel aan
de algemeen als lelijk betitelde dam-
wandprofielen. „Maar de kosten zijn'
slechts een kwart van wat een stenen
schuur kost. Dan is de keuze niet moei
lijk. Met de opbrengst van zes gemeten
karwijzaad doe je vandaag de dag niet
veel meer." Yvonne: „We willen er be
wust geen museumboerderij van ma
ken. De mensen mogen zien dat hier
geboerd wordt."
Voor Ko Heestermans is elke stap over
de West-Leguit er een met geschiede
nis. Het kromme dreetje richting de
zeedijk is zo'n bezielde plek. Plots
staat hij stil. „Hier ergens is Jan Hees
termans verdronken, een broer van
mijn opa. In 1906 was dat. Het water
kwam en hij heeft het niet meer kun
nen halen. Ook hebben we een keer
een dodelijk ongeluk gehad met de
paarden. Een aankomende jongen die
de bieten reed is toen gestorven. Elke
boerderij kent wel van die drama's."
Verderop in het veld staat nog een
schuur, eigendom van buurman Frans
Hommel. Daar staan de Texeler scha
pen van Yvonne, een kudde die vroe
ger eigendom was van Dingenus van
Gorsel, de inmiddels overleden boer
van de hoeve Buitenzorg in Tholen.
„Ik verdeel mijn tijd tussen het gezin,
de schapen en de studieboeken. Onder
tussen heb ik van dierenarts Brons ge
leerd hoe ik de schapen zelf kan ver
lossen."
Het is een mooie avond. Het graan
staat nog op het veld. Een lage zon zet
de hemel boven de West-Leguit in
vuur en vlam, een oranje gloed glijdt
over het koren. Een uur waarop de te
vredenheid bezit neemt van elk mens.
Ook van Ko en Yvonne Heestermans.
„We zijn trots op onze boerderij en op
onze arbeid. Trots wordt op Tholen al
gauw verward met arrogantie en hoog
moed. Misschien is dat het calvinisti
sche in de mensen hier. Waarom eigen
lijk? Je mag toch gröos weze op de
producten die je levert?"
Het koelhuis met een houten deur naar de paardenstal is modern uitgevoerd met damwandprofielplaten.