'Kinderen laten zien dat er wel
meer is dan het tijdelijke leven'
'Zeg haar dat ze thuis moet blijven!'
Vossemeerders snuffelen
aan een 'plastic' zakje
Driftig
Lange broek
Donderdag 10 juli 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Hij wilde eigenlijk naar Walcheren om daar les te gaan
geven op een lagere school, maar kwam in 1978 op de
Groen van Prinstererschool in Scherpenisse terecht. Een
kwart eeuw staat hij inmiddels voor de klas. Meester
J.W. Duvekot (1956) bleef Scherpenisse trouw ook al
werd hem onlangs nog gevraagd om naar Engeland te
komen. Hij is directeur van de school op reformatorische
grondslag met 195 kinderen, maar daarnaast ook kerke
lijk en politiek actief. Hij vertelt graag Bijbelse verhalen
om de kinderen 'de waarde van het leven' mee te geven.
Permanent bezet
Meester Duvekot kwart eeuw Groen van Prinstererschool Scherpenisse
Op de spits
Ondermijnen
Aldi en Lidl
JufLia den Braven een kwart eeuw bij de School met de Bijbel
Op internet
Bewondering
Stagiair
Verre reizen
Proef gemeente met afbreekbare zakken voor bak groenafval
Inwoners van Oud-Vossemeer kunnen de komende week
post verwachten van de gemeente. Ze krijgen een grote
envelop met daarin twee rollen biologisch afbreekbare
'plastic' zakken, die speciaal gemaakt zijn voor in de
groente-, fruit- en tuinafvalbak, kortweg GFT-bak. Het
gaat om een drie maanden durende proef van de gemeen
te waarmee de afvalscheiding gestimuleerd moet wor
den. Milieuwethouder L.J. van Doorn deed gisteren
symbolisch het eerste pakket door de brievenbus.
Geboren en getogen in Rotterdam
dat wel, maar Duvekots wortels lig
gen in Zeeland. Zijn vader komt van
Walcheren, zijn moeder uit Zuid-
Beveland. Ze woonden in Hans-
weert voordat ze eind 1952 naar de
Maasstad vertrokken. „Als kind
kwam ik vaak naar Zeeland. Bijna
alle vakanties gingen we er heen. Ik
heb ook nog wel in mijn schooltijd
uien gesneden op een bedrijf in
Kruiningen."
Hij wilde na zijn opleiding aan de
pedagogische academie De Driestar
in Gouda dan ook terug naar het
land van zijn ouders en voorouders.
„Het liefst Walcheren, omdat mijn
vader er vandaan komt en ik er als
kind vaak vertoefde, en omdat het
ook een mooi eiland is."
In die tijd bestond de militaire
dienstplicht nog. Zijn vader was bij
de marechaussee, maar zoon Hans
wilde eigenlijk niet in dienst. „Dat
kon als een schoolbestuur vrijstel
ling voor je aanvroeg. Maar in die
tijd hadden de besturen keus genoeg
uit studenten die van de opleiding
kwamen. Een paar keer stonden ze
op het punt me te benoemen, maar
kozen ze toch een ander omdat ze
dan niet de moeite hoefden te doen
om vrijstelling voor me aan te vra
gen."
In Scherpenisse lukte het echter
wel. Walcheren werd Tholen en Du
vekot kwam naar de Groen van
Prinstererschool aan de Laban
Duvekot kan driftig zijn, er
kent hij. Zeker als de kinderen
niet luisteren. Een keer is hij
een kind achterna gerend dat
niet naar de bus van de school-
tandarts durfde die voor het
gebouw stond. „Dat ging om
een jongetje van een tweeling.
Ze liepen door de gang om via
de voordeur naar de bus te
gaan. Aan het eind nam het
ene jongetje de achteruitgang
en nam de benen. Over het
plein, het hekje over en zo
over de Bakkersdijk naar het
dorp. Ik ben hem een stukje
achterna gerend omdat ik nog
al drifig ben, maar heb er toch
van afgezien."
Deurloostraat. „Het was de hand
van de Heer om mij hierheen te lei
den. Dat mag ik ook zo zien," zegt
hij. De meester die met zijn 'vere
delde lelijke eend, een Diana,' naar
het dorp kwam gereden, moest vijf
jaar aan de school verbonden blij
ven. „Dat was de morele plicht. Het
bestuur hield je immers uit dienst."
Het bestuur vroeg hem of het een
kosthuis voor hem moest zoeken,
maar Duvekot koos ervoor voor
zichzelf te gaan zorgen en kreeg een
huisje van de stichting Beter Wonen
in de Prinses Beatrixstraat toegewe
zen. In 1979 verhuisden zijn ouders
weer terug naar Zeeland, waardoor
het ook weer makkelijker werd zijn
familie te bezoeken.
Terugkijkend vind Duvekot dat hij
hier wortel heeft geschoten. Hij
voelt zich thuis op Tholen, zeker na
dat hij in het dorp zijn vrouw leerde
kennen. „Met een grote familie en
ook omdat ik in de kerkenraad van
de Gereformeerde Gemeente actief
werd. Dan voel je je meer in de ge
meenschap opgenomen."
Duvekot begon toendertijd met klas
2 (nu groep 4) en een deel van klas
3 (nu groep 5). Later werden dat de
gecombineerde klassen 4 en 5, en 5
en 6 toen de toenmalige hoofdon
derwijzer Van Steenis weer liever
les wilde geven aan een lagere klas.
Zo doorliep hij heel de school. Du
vekot kwam toen er zo'n 100 leer
lingen op school zaten, maakte ook
de teruggang mee tot 71 leerlingen,
maar ziet dat de school de laatste ja
ren een flinke groei meemaakt. Nu
zijn er zo'n 195 leerlingen en is het
nieuwe schoolgebouw dat vorig jaar
onder de watertoren in gebruik werd
genomen, zelfs al weer te klein. Het
handenarbeidlokaal is permanent
bezet door een groep. En in de hal is
een 'lokaaltje' gemaakt voor de der
de 'kleutergroep', de jongste leer
lingen op school. De Groen van
Prinstererschool heeft recht op uit
breiding gezien het aantal kinderen,
vertelt Duvekot. Het verzoek om
een extra leslokaal plus nevenruim
ten is al behandeld door de gemeen
te. Duvekot hoopt dat er volgend
jaar een extra lokaal bijgebouwd
kan worden.
Ook het personeel groeide. In 1978
waren er vijf personeelsleden, nu
Meester Duvekot met de kinderen uit groep acht voor de school die na een jaar alweer te klein is.
zijn het er 19, inclusief de partti
mers en schoonmaaksters.
De meester zat echter nog niet zo
vastgebakken aan de school dat hij
zijn voelhoorns niet elders uitstak.
„Ik wilde ook wel graag leraar wor
den op de toenmalige christelijke
mavo in Tholen. Nederlands, ge
schiedenis of godsdienstles geven.
Ik ben in het voorjaar van 1987 op
gesprek geweest bij directeur Flik-
weert. Maar toen ik het aan Van
Steenis vertelde, die zelf in het
schoolbestuur van de mavo zat, zei
hij dat hij het heel jammer zou vin
den als ik weg zou gaan. Overweeg
het nog eens goed, zei hij. Ik heb
toen niet gesolliciteerd. Iets hield
me terug. En in hetzelfde jaar, in
november, stierf Van Steenis. Dat
was een van de dieptepunten in mijn
loopbaan. Hij was vanaf 1985 direc
teur geworden toen de wet op het
basisonderwijs is ingevoerd. Op 1
januari 1988 werd ik zijn opvol
ger."
De reformatorische school zat sa
men met de openbare Oosterschel-
deschool in één gebouw. „Dat ging
met vallen en opstaan. Als collega's
probeerden we elkaar te respecte
ren. Je was ook afhankelijk van el
kaar. Je moest wel eens overleggen
over het gebruik van de gymzaal
bijvoorbeeld. In het begin speelden
alle kinderen zelfs samen op het
schoolplein omdat de pauze op het
zelfde moment viel. Later is dat ge
scheiden toen onze school steeds
meer groeide."
Ideaal was de samenwoning niet,
zegt Duvekot. Terugkijkend consta
teert hij dat het 'in zijn algemeen
heid' goed is gegaan. „Je moet ook
niet de dingen op de spits drijven,
maar waar mensen samen moeten
werken zijn altijd wel eens fricties."
Het schoolgebouw was met de hoge
lokalen langs een lange gang en
zonder gemeenschapsruimte sterk
verouderd. De onderbouw (de voor
malige kleuterschool) bleef apart
hoewel het sinds 1985 de bedoeling
was dat alle kinderen onder één dak
kwamen.
Het hoogtepunt voor Duvekot was
het in gebruik nemen van de nieuwe
school vorig jaar. „Daaraan werken
is een uitdaging geweest. Het is ook
mooi dat de school groeit, maar je
moet ook zorgen datje niet inslaapt.
En niet steeds hetzelfde pad loopt
dat steeds verder inslijt. Je moet
prikkels blijven krijgen en proberen
alle ontwikkelingen te volgen. Dat
doen we via de federatie noord-oost
Zeeland waar 12 reformatorische
scholen bij zijn aangesloten. Verge
lijkbaar met de bovenschoolse di
recteur van het openbaar onderwijs,
hebben wij een.coördinerend direc
teur, de heer Poortvliet, die ons op
scherpt."
Opscherpen. Het woord valt vaker.
Duvekot geeft zelf les aan de oudste
kinderen op school. Maar hij hoopt
dat er volgend jaar een vacature
voor één of anderhalve dag kan
worden vervuld, zodat hij meer de
handen vrij krijgt voor het ambulan
te werk. Van de 25 jaar dat hij les
geeft, heeft Duvekot 23 jaar lang
voor een gecombineerde klas ge
staan. Sinds drie jaar heeft hij nu
groep 8. „Een heel verschil. Met
een combinatieklas moet je veel
meer organiseren. Een groep aan het
werk zetten, de andere groep instru
eren. Sommige dingen kunnen ge
zamenlijk, maar het was altijd woe
keren met de tijd."
Een groot verschil met een kwart
eeuw geleden is dat vaders en moe
ders een grotere rol zijn gaan spelen
op school. „In 1978 kwam er geen
ouder op school. Maar vanaf 30
april 1980 toen prinses Beatrix tot
koningin gekroond werd, houden
we spelletjes op het schoolplein
waar ouders voor ingeschakeld wor
den. Dat doen we nog steeds. Er
wordt ook leeshulp door ouders ge
geven." Toen Duvekot begon, heer
ste er de opvatting dat de ouders
buiten de school gehouden moesten
worden, zegt hij. „Wij moesten het
juist als school maar opknappen.
Onderwijzen was onze taak. Maar
toen werd er ook meer klassikaal
lesgegeven. Nu gebeurt dat groeps
gewijs. Vroeger gingen wij mee
naar de zwemles bij het school
zwemmen, nu gaan er ouders mee."
Maar de school kent geen mede
zeggenschapsraad, zoals de open
bare scholen. Dat hoeft ook niet,
zegt Duvekot, als het bestuur daar
ontheffing voor aanvraagt. „Bij het
bestuur, maar ook bij de 150 ande
re scholen die lid zijn van de ver
eniging gereformeerd schoolonder
wijs in Ridderkerk, bestaat de
gedachte dat de wet op de mede
zeggenschap het gezag van het be
stuur kan ondermijnen. Voor ont
heffing moeten ouders en perso
neel er achter staan. Elke vijf jaar
moet je dat opnieuw peilen. De
overgrote meerderheid staat er ach
ter dat we geen m.r. in het leven
roepen. Een trouwe achterban die
achter het bestuursbeleid staat."
Duvekot noemt de vrijheid van on
derwijs in Nederland een groot
voorrecht. „Er is geen land in de
wereld waar het bijzonder onder
wijs door de overheid op dezelfde
manier behandeld wordt. Laten we
hopen en bidden dat dit zo kan blij
ven." In Canada en de Verenigde
Staten, maar ook dichterbij, in En
geland, moeten christelijke scholen
zelf voor de financiën zorgen, zelf
de leerkrachten betalen en de
school onderhouden, weet Duvekot
na enkele bezoeken. „Alleen in de
provincie Quebec in Canada wordt
de Rooms-Katholieke Kerk door
de overheid voor een deel ge
steund."
Duvekot bezocht Engeland. In
1997 met een gezelschap voor een
kerkhistorische reis naar de ge
boorteplaats van John Bunyan, de
schrijver van het boek De Christen-
reis waar Duvekot elk jaar uit voor
leest op school. In 2000 kreeg hij
het verzoek van de Gereformeerde
Gemeente in Norwich een refoma-
torische school te komen leiden.
„Ze zaten al bijna een jaar zonder
directeur. Ze wilden me daar graag
hebben. Een dominee wordt toch
ook beroepen? zeiden ze. Er was
nood. Het bestuur moet daar ook
alles zelf bekostigen. Het was een
grote basisschool gecombineerd
met voortgezet onderwijs. Het was
wel eeh avontuur. Maar dan werd
je wel meteen het boegbeeld van de
school. Ik heb toch besloten om het
niet te doen omdat je dan je familie
hier moet verlaten."
Scriba van de Gereformeerde Ge
meente, voorzitter van studiever
eniging Calvijn en van de gemeen
telijke kiesvereniging van de SGP.
Actief op politiek gebied. „Ik pro
beer ook de kinderen te stimuleren
de krant te lezen. Elke keer voeg ik
een extra vraag toe bij een repetitie
van aardrijkskunde of geschiede
nis. Wie was er zondag jarig? De
meesten wisten dat het prins Bern-
hard was en dat er voortaan op die
dag een veteranendag wordt ge
houden. Ze kunnen er een punt ex
tra mee verdienen, maar niet ver
liezen. Ook bij taal probeer ik
plaatselijke vraagstukken te betrek
ken. Een vestiging van een avond
winkel in een stad met voor- en te
genstanders, vergelijk ik met de
discussie over de Aldi en Lidl in
Sint-Maartensdijk of over de plaats
van het nieuwe gemeentehuis. Zo
probeer je als opscherper ze iets
mee te geven. Zij moeten straks
hun plaats innemen in de maat
schappij."
Het mooiste van het vak is het ver
tellen van verhalen uit de Bijbel of
uit De Christenreis of de Heilige
Oorlog van Bunyan, zegt Duvekot.
„Om kinderen de waarde van het le
ven mee te geven. Als ze dan aan
dachtig luisteren, dan gaat je hart
open. Het is net als met metselen.
Het begint met een steen, maar als
het gebouw af is, heb je een prach
tig bouwwerk. Het gaat erom kinde
ren te helpen in de vorming voor
hun latere leven in de maatschappij.
En laten zien dat er meer is dan al
leen het tijdelijke leven. Dat ze voor
de eeuwigheid geschapen zijn."
Geen petjes voor jongens,
geen lange broeken voor meis
jes op reformatorische scho
len. De kledingvoorschriften
zijn weer actueel nu de ge
zichtsluier voor islamitische
meisjes verboden wordt. „Als
het gefundeerd is op je princi
pe, je geen andere mensen
kwetst en het onderwijs niet
wordt belemmerd, is het geen
probleem. Bij de sluier gebeurt
het laatste want dan heb je
geen contact met het kind.
Maar door die discussie wordt
er ook naar ons gekeken. Jullie
zijn ook wel een beetje ex
treem, wordt er dan gezegd.
Dat is een beetje wrang."
Juf den Braven te midden van 'haar' groep vijf op het schoolplein.
Al 25 jaar zit juf den Braven (46) in het onderwijs. Al 25 jaar werkt ze
bij de School met de Bijbel. Al 25 jaar is ze inwoner van Sint-Annaland
en al 25 jaar woont ze recht tegenover de school, in de Schoolstraat. Ze
heeft in die periode lesgegeven aan groep drie, vier, vijf, zes en zeven. Al
le groepen hebben wel wat, vindt ze. „In groep zes en zeven kun je vak
ken als aardrijkskunde en geschiedenis geven. Groep zeven is wel heel
intensief, de kinderen beginnen dan al een beetje te puberen, dat bete
kent heel veel werk. Na een aantal jaren wil je dan toch wel weer een an
dere groep. Ik heb in het begin zeven jaar lesgegeven aan groep drie. Ik
was de enige vrouwelijke leerkracht toen, de rest had daar geen zin in.
Nu staat er een man voor de klas. Zo zie je hoe de tijden veranderen."
In februari 1978 solliciteerde een
jongedame uit Tienhoven (Zuid-
Holland) bij ongeveer twintig scho
len naar een leuke baan als juf.
Door de School met de Bijbel in
Sint-Annaland, ver van huis, werd
ze uitgenodigd voor een gesprek.
Ze mocht een proefles geven en
werd aangenomen.
„Ik kwam uit het midden van het
land. In Utrecht volgde ik de peda
gogische academie en na mijn sla
gen kon ik hier direct aan de slag.
Ik weet nog wel dat wij al een week
konden schaatsen, hier was nel de
ijsbaan open! Toch vond ik het fijn
dat de school zo ver was van mijn
woonplaats. Ik wilde weg, zelfstan
dig worden, op eigen benen staan.
En Tholen is een prachtgebied om
te wonen. Ik heb me hier altijd op
mijn plaats gevoeld."
Ze heeft er nog over gedacht om
kapster te worden. „Ik wilde naar
de huishoudschool, want daar ging
mijn vriendin ook heen. Maar de
CITO-toets gaf een hogere score en
ik ging naar de mavo. Vanaf de ha
vo had ik toch wel het plan om juf
te worden." Dat idee liet haar niet
meer los en juf werd ze.
„Ik geef nu les aan groep vijf en dat
blijf ik voorlopig doen. We zijn be
gonnen aan een project met de
naam BAS." Het BAS-project
(Bouwen aan een Adaptieve
School) streeft ernaar het onderwijs
af te stemmen op de pedagogische
en didactische behoeften van kinde
ren. De inrichting van de school, de
klas en het schoolplein, regels e/i
routines worden hierop afgestemd.
„Eerst deden we het alleen met re
kenen, maar we hebben het project
uitgebreid naar het algemeen en
derwijs. Voor de continuïteit blijven
de leerkrachten voorlopig bij hun
eigen groep en wisselen we dus niet
van klas."
In de 25 jaar dat juf Den Braven
werkzaam is bij de School met de
Bijbel, heeft ze er nooit echt over
gedacht elders te gaan werken. „Ik
heb hier altijd met plezier gewerkt
en gewoond en ik voel me hier ge
accepteerd. Ik werk in een leuk
team en heb het hier ontzettend
naar mijn zin. Natuurlijk is er wel
veel veranderd in die 25 jaar, ik
probeer met het volgen van cursus
sen bij te blijven met de laatste on
derwijsontwikkelingen. Er zijn
meer faciliteiten bijgekomen. Ik
kan nu ook redelijk uit de voeten
met de computer. Ik zit op het inter
net en ik kan e-mailen. Dat vind ik
al heel wat. Je leert de kinderen
volwaardig lid te worden van de
maatschappij. De computer hoort
daarbij. Zo worden verschillende
dingen je toch door de maatschap
pij opgedrongen."
Een warme herinnering is het 75-ja-
rig bestaan van de school. „We had
den allemaal Ot-en Sien kleding ge
huurd, maar toen we de vrijdag
voor de feestweek de bestelling
eens nader bekeken, bleek het hele
maal fout te zijn! Het waren wat
kermisachtige kledingstukken, he
lemaal niet in de stijl die wij in ge
dachten hadden. En een week later
was de feèstweek al. Zaterdag heb
ben we méters, balen stof, band en
kant ingekocht, 's Avonds zijn we
al begonnen en we hebben op
maandag en dinsdag de kostuums
zelf gemaakt. Met het team, met
ouders, met familie... In twee dagen
tijd zijn al die kleren klaargeko
men. Dat hebben we toch maar
weer met elkaar gedaan", zegt ze
trots.
Nu is juf Den Braven zelf aanlei
ding voor een feestje. „Ik ben wel
benieuwd wat ze allemaal voor me
in petto hebben. Het enige dat ik
weet, is dat er een receptie is. Toch
verwacht ik dat de collega's en de
kinderen ook wel iets hebben be
dacht, dat zit er dik in. Met Pasen
ben ik op vakantie geweest. Ik denk
dat er toen iets voor me is georgani
seerd, want anders ben ik er altijd.
Ik heb wel bewondering voor de
klas, ze laten niets merken." De juf
maakt zich geen zorgen over wat de
plannen zijn voor haar jubileum. Ze
is eigenlijk alleen maar nieuwsgie
rig naar wat de kinderen voor haar
gaan doen, zegt ze.
„Zelf heb ik geen kinderen, dat
vind ik wel jammer. Mijn zus heeft
er wel, daar speel ik een soort sui
kertante voor", glimlacht ze. „Door
haar kroost heb ik wel veel geleerd
over de ontwikkeling van kinderen.
Ik begrijp hun gedrag nu soms be
ter. Dingen waarvan ik vroeger wel
eens dacht: 'he, doe eens gewoon'
zijn nu heel normaal voor me, ze
horen bij het kind-zijn. Het mooie
aan kinderen vind ik dat onbevan
gene, de openheid die ze tegen
woordig hebben. En dan bedoel ik
niet op een brutale manier, maar
fatsoenlijk. Toen ik les gaf aan
groep drie had ik nog wel eens dat
moeders belden: 'Zeg dat ze thuis
moet blijven'. Het kind was dan te
ziek om naar school te gaan, maar
wilde toch. Dat is met name het
leuke van groep drie. Ze willen zo
graag alles leren en niet achter ko
men. In groep drie teren ze lezen en
schrijven. Ouders worden er wei
eens gek van hoor, de kinderen le
zen dan thuis alles wat los en vast
zit, tot de zijkant van de melkpak
ken toe."
Het begeleiden van stagiaires vindt
ze erg interessant. „Dat wil ik wel
uitbouwen. Ik heb dit jaar een LIO-
stagiair begeleid, een leerkracht in
opleiding. Die kunnen geheel zelf
standig lesgeven, dus was ik niet
veel in de klas te vinden. Daardoor
heb ik wat meer tijd kunnen beste
den aan andere dingen. Zo heb ik
dit schooljaar een groot gedeelte
van de organisatie van kerst en ko
ninginnedag op me genomen. Ook
regel ik veel voor de schoolkrant.
Die stagiair bleef vijf maanden,
waarvan een deel in mijn klas en
een deel in groep zeven. Vijf maan
den vind ik toch erg veel om van je
klas verwijderd te zijn, dan verlies
je de band met je leerlingen. Dit
was een goede oplossing."
Al het aan de juf zelf ligt, zou ze
wel in deeltijd willen werken, want
ze vindt vrije tijd erg belangrijk.
„Helaas zijn mijn persoonlijke om
standigheden daar niet naar." Wel
gaat ze graag en veel op vakantie.
„Dat is mijn hobby. Ik houd van
verre reizen maken naar landen met
een warm klimaat. En ik houd van
luxe. Daarom vertrek ik ook altijd
vanaf Amsterdam, daar mag de
koffer zwaarder zijn", lacht ze.
Mexico, Oman, Kenia, Cuba, de
Dominicaanse Republiek, Marok
ko, Thailand, zomaar wat landen
die juf Den Braven al heeft aange
daan. „Ik wil nog wel graag naar
Zuid-Afrika, of naar Jemen, ik heb
reisverslagen gelezen..." Een ver
langende zucht volgt. „Ik houd ook
van buitenlands eten. En cultuur
vind ik erg belangrijk. Daar kan ik
dan in de klas weer over vertellen.
Dat is zo leuk aan groep vijf', zegt
ze, met glinsterende ogen. „Die be
grijpen dat."
De zakken worden huis aan huis geleidende brief. Daarin wordt
verspreid in een envelop met be- aan de mensen uitgelegd waarom
Wethouder L.J. van Doorn doet de eerste envelop door de bus bij
een inwoner van Oud-Vossemeer.
ze hun afval moeten scheiden en-
wordt gevraagd of ze mee willen
doen aan de proef. Afval scheiden
is beter voor het milieu en ook
voor de portemonnee, want het
verwerken van GFT-afval is veel
goedkoper dan het verwerken van
gewoon afval. Aangezien de kos
ten voor de verwerking van afval
rechtstreeks worden doorberekend
in de afvalstoffenheffing, zorgt het
beter scheiden van afval voor di
rect financieel voordeel, zo staat
er in de brief.
In ieder pakket zitten twintig zak
jes voor in de keukenbak. Wethou
der van Doorn licht toe dat die ge
maakt zijn van zetmeel en dus
'composteerbaar' zijn. Ook van
vlas kunnen zulke zakken gemaakt
worden, vertelt hij.
Ambtenaar R van Zijst van open
bare werken licht toe: „Het is wet
telijk verplicht om afval te schei
den, maar veel mensen gooien het
GFT-afval toch nog steeds in de
grijze bak. Vanwege het gemak, of
de stank. Daar hebben we nu deze
zak voor. Laat die mensen maar
eens snuffelen aan dat plastic zak
je, zodat ze weten: het probleem
van de stank en de smurrie, daar is
wat aan te doen." De fabrikant
was volgens Van Zijst niet hele
maal duidelijk over de houdbaar
heid van de zakken en daarom ad
viseert Van Zijst, de zak iedere
week te vervangen.
De proef wordt gehouden in het
kader van een actie door heel Zee
land met de naam 'Afval: haal
eruit wat erin zit'. Van Zijst:
„Tholen doet mee met twee kleine
projectjes. We hebben een tijdje
geleden ook een tweede gratis
GFT-container gegeven aan 185
eilanders. Die actie liep tot 4 juli."
VERVOLG VAN VOORPAGINA
Er zijn echter enkele, bij het bis
dom geregistreerde, kerkelijke
kunstvoorwerpen zwaar bescha
digd en die zaken zijn eigenlijk on
vervangbaar. Van het gebroken
kruisbeeld staat al vast dat het niet
meer te herstellen is en van een an
der exemplaar is de houten voet
ernstig beschadigd. Frie Clarijs
heeft als secretaris van het kerkbe
stuur al contact gehad met de ver
zekeringsmaatschappij. „Uit die
hoek hoeven we echter nergens op
te rekenen. Zij keren alleen een
schadebedrag uit als er duidelijke
sporen zijn van inbraak. We gaan
nu kijken of we via het bisdom in
Breda eventueel vervangende
kunstvoorwerpen kunnen krijgen
en of er toch wellicht nog repara
tiemogelijkheden zijn. Voor de
overige schade zullen we als pa
rochie echter zelf op moeten draai
en, verwacht ik. Bij het bisdom re
ageerden ze ook vol ongeloof toen
ik ze op de hoogte bracht van de
huisvredebreuk in onze kerk.
Zoiets was volgens een woordvoer
der nog nooit eerder voorgekomen
tijdens een kerkdienst", aldus Cla
rijs.
Over de financiële afwikkeling ma
ken de mensen zich zo kort na het
incident in hun kerk nog het minst
druk. „Het is vooral een morele
kwestie", zo verwoordt kosteres Jo
van der Zande haar gevoelens. „Je
staat er toch als normaal denkend
mens niet bij stil dat zoiets tijdens
een kerkdienst in zo'n rustig dorpje
kan gebeuren?" De anderen delen
die opvatting en ze zijn eigenlijk
nog blij dat het zo is afgelopen.
„Voor hetzelfde geld heeft zo'n idi
oot een mes of vuurwapen bij zich.
Je moet er toch niet aan denken
wat de gevolgen dan geweest wa
ren", zo voegt Anneke Heydra daar
nog aan toe.
De eerste voorzorgsmaatregelen te
gen ongewenste bezoekers heeft de
werkploeg van de parochie maan
dag al getroffen. Piet Etienne: „De
deur aan de achterzijde van de kerk
is nu niet meer vanaf de buitenkant
te openen." Het is een simpele en
doeltreffende oplossing voor de
achteringang, maar hij is het met
de anderen eens dat er via de grote
toegangsdeur, aan de voorkant van
de kerk, altijd een of andere idioot
de kerkelijke activiteiten kan ver
storen. Pastor Bajings was niet
voor commentaar bereikbaar.