'Kinderen laten zien dat er wel meer is dan het tijdelijke leven' 'Zeg haar dat ze thuis moet blijven!' Vossemeerders snuffelen aan een 'plastic' zakje Driftig Lange broek Donderdag 10 juli 2003 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Hij wilde eigenlijk naar Walcheren om daar les te gaan geven op een lagere school, maar kwam in 1978 op de Groen van Prinstererschool in Scherpenisse terecht. Een kwart eeuw staat hij inmiddels voor de klas. Meester J.W. Duvekot (1956) bleef Scherpenisse trouw ook al werd hem onlangs nog gevraagd om naar Engeland te komen. Hij is directeur van de school op reformatorische grondslag met 195 kinderen, maar daarnaast ook kerke lijk en politiek actief. Hij vertelt graag Bijbelse verhalen om de kinderen 'de waarde van het leven' mee te geven. Permanent bezet Meester Duvekot kwart eeuw Groen van Prinstererschool Scherpenisse Op de spits Ondermijnen Aldi en Lidl JufLia den Braven een kwart eeuw bij de School met de Bijbel Op internet Bewondering Stagiair Verre reizen Proef gemeente met afbreekbare zakken voor bak groenafval Inwoners van Oud-Vossemeer kunnen de komende week post verwachten van de gemeente. Ze krijgen een grote envelop met daarin twee rollen biologisch afbreekbare 'plastic' zakken, die speciaal gemaakt zijn voor in de groente-, fruit- en tuinafvalbak, kortweg GFT-bak. Het gaat om een drie maanden durende proef van de gemeen te waarmee de afvalscheiding gestimuleerd moet wor den. Milieuwethouder L.J. van Doorn deed gisteren symbolisch het eerste pakket door de brievenbus. Geboren en getogen in Rotterdam dat wel, maar Duvekots wortels lig gen in Zeeland. Zijn vader komt van Walcheren, zijn moeder uit Zuid- Beveland. Ze woonden in Hans- weert voordat ze eind 1952 naar de Maasstad vertrokken. „Als kind kwam ik vaak naar Zeeland. Bijna alle vakanties gingen we er heen. Ik heb ook nog wel in mijn schooltijd uien gesneden op een bedrijf in Kruiningen." Hij wilde na zijn opleiding aan de pedagogische academie De Driestar in Gouda dan ook terug naar het land van zijn ouders en voorouders. „Het liefst Walcheren, omdat mijn vader er vandaan komt en ik er als kind vaak vertoefde, en omdat het ook een mooi eiland is." In die tijd bestond de militaire dienstplicht nog. Zijn vader was bij de marechaussee, maar zoon Hans wilde eigenlijk niet in dienst. „Dat kon als een schoolbestuur vrijstel ling voor je aanvroeg. Maar in die tijd hadden de besturen keus genoeg uit studenten die van de opleiding kwamen. Een paar keer stonden ze op het punt me te benoemen, maar kozen ze toch een ander omdat ze dan niet de moeite hoefden te doen om vrijstelling voor me aan te vra gen." In Scherpenisse lukte het echter wel. Walcheren werd Tholen en Du vekot kwam naar de Groen van Prinstererschool aan de Laban Duvekot kan driftig zijn, er kent hij. Zeker als de kinderen niet luisteren. Een keer is hij een kind achterna gerend dat niet naar de bus van de school- tandarts durfde die voor het gebouw stond. „Dat ging om een jongetje van een tweeling. Ze liepen door de gang om via de voordeur naar de bus te gaan. Aan het eind nam het ene jongetje de achteruitgang en nam de benen. Over het plein, het hekje over en zo over de Bakkersdijk naar het dorp. Ik ben hem een stukje achterna gerend omdat ik nog al drifig ben, maar heb er toch van afgezien." Deurloostraat. „Het was de hand van de Heer om mij hierheen te lei den. Dat mag ik ook zo zien," zegt hij. De meester die met zijn 'vere delde lelijke eend, een Diana,' naar het dorp kwam gereden, moest vijf jaar aan de school verbonden blij ven. „Dat was de morele plicht. Het bestuur hield je immers uit dienst." Het bestuur vroeg hem of het een kosthuis voor hem moest zoeken, maar Duvekot koos ervoor voor zichzelf te gaan zorgen en kreeg een huisje van de stichting Beter Wonen in de Prinses Beatrixstraat toegewe zen. In 1979 verhuisden zijn ouders weer terug naar Zeeland, waardoor het ook weer makkelijker werd zijn familie te bezoeken. Terugkijkend vind Duvekot dat hij hier wortel heeft geschoten. Hij voelt zich thuis op Tholen, zeker na dat hij in het dorp zijn vrouw leerde kennen. „Met een grote familie en ook omdat ik in de kerkenraad van de Gereformeerde Gemeente actief werd. Dan voel je je meer in de ge meenschap opgenomen." Duvekot begon toendertijd met klas 2 (nu groep 4) en een deel van klas 3 (nu groep 5). Later werden dat de gecombineerde klassen 4 en 5, en 5 en 6 toen de toenmalige hoofdon derwijzer Van Steenis weer liever les wilde geven aan een lagere klas. Zo doorliep hij heel de school. Du vekot kwam toen er zo'n 100 leer lingen op school zaten, maakte ook de teruggang mee tot 71 leerlingen, maar ziet dat de school de laatste ja ren een flinke groei meemaakt. Nu zijn er zo'n 195 leerlingen en is het nieuwe schoolgebouw dat vorig jaar onder de watertoren in gebruik werd genomen, zelfs al weer te klein. Het handenarbeidlokaal is permanent bezet door een groep. En in de hal is een 'lokaaltje' gemaakt voor de der de 'kleutergroep', de jongste leer lingen op school. De Groen van Prinstererschool heeft recht op uit breiding gezien het aantal kinderen, vertelt Duvekot. Het verzoek om een extra leslokaal plus nevenruim ten is al behandeld door de gemeen te. Duvekot hoopt dat er volgend jaar een extra lokaal bijgebouwd kan worden. Ook het personeel groeide. In 1978 waren er vijf personeelsleden, nu Meester Duvekot met de kinderen uit groep acht voor de school die na een jaar alweer te klein is. zijn het er 19, inclusief de partti mers en schoonmaaksters. De meester zat echter nog niet zo vastgebakken aan de school dat hij zijn voelhoorns niet elders uitstak. „Ik wilde ook wel graag leraar wor den op de toenmalige christelijke mavo in Tholen. Nederlands, ge schiedenis of godsdienstles geven. Ik ben in het voorjaar van 1987 op gesprek geweest bij directeur Flik- weert. Maar toen ik het aan Van Steenis vertelde, die zelf in het schoolbestuur van de mavo zat, zei hij dat hij het heel jammer zou vin den als ik weg zou gaan. Overweeg het nog eens goed, zei hij. Ik heb toen niet gesolliciteerd. Iets hield me terug. En in hetzelfde jaar, in november, stierf Van Steenis. Dat was een van de dieptepunten in mijn loopbaan. Hij was vanaf 1985 direc teur geworden toen de wet op het basisonderwijs is ingevoerd. Op 1 januari 1988 werd ik zijn opvol ger." De reformatorische school zat sa men met de openbare Oosterschel- deschool in één gebouw. „Dat ging met vallen en opstaan. Als collega's probeerden we elkaar te respecte ren. Je was ook afhankelijk van el kaar. Je moest wel eens overleggen over het gebruik van de gymzaal bijvoorbeeld. In het begin speelden alle kinderen zelfs samen op het schoolplein omdat de pauze op het zelfde moment viel. Later is dat ge scheiden toen onze school steeds meer groeide." Ideaal was de samenwoning niet, zegt Duvekot. Terugkijkend consta teert hij dat het 'in zijn algemeen heid' goed is gegaan. „Je moet ook niet de dingen op de spits drijven, maar waar mensen samen moeten werken zijn altijd wel eens fricties." Het schoolgebouw was met de hoge lokalen langs een lange gang en zonder gemeenschapsruimte sterk verouderd. De onderbouw (de voor malige kleuterschool) bleef apart hoewel het sinds 1985 de bedoeling was dat alle kinderen onder één dak kwamen. Het hoogtepunt voor Duvekot was het in gebruik nemen van de nieuwe school vorig jaar. „Daaraan werken is een uitdaging geweest. Het is ook mooi dat de school groeit, maar je moet ook zorgen datje niet inslaapt. En niet steeds hetzelfde pad loopt dat steeds verder inslijt. Je moet prikkels blijven krijgen en proberen alle ontwikkelingen te volgen. Dat doen we via de federatie noord-oost Zeeland waar 12 reformatorische scholen bij zijn aangesloten. Verge lijkbaar met de bovenschoolse di recteur van het openbaar onderwijs, hebben wij een.coördinerend direc teur, de heer Poortvliet, die ons op scherpt." Opscherpen. Het woord valt vaker. Duvekot geeft zelf les aan de oudste kinderen op school. Maar hij hoopt dat er volgend jaar een vacature voor één of anderhalve dag kan worden vervuld, zodat hij meer de handen vrij krijgt voor het ambulan te werk. Van de 25 jaar dat hij les geeft, heeft Duvekot 23 jaar lang voor een gecombineerde klas ge staan. Sinds drie jaar heeft hij nu groep 8. „Een heel verschil. Met een combinatieklas moet je veel meer organiseren. Een groep aan het werk zetten, de andere groep instru eren. Sommige dingen kunnen ge zamenlijk, maar het was altijd woe keren met de tijd." Een groot verschil met een kwart eeuw geleden is dat vaders en moe ders een grotere rol zijn gaan spelen op school. „In 1978 kwam er geen ouder op school. Maar vanaf 30 april 1980 toen prinses Beatrix tot koningin gekroond werd, houden we spelletjes op het schoolplein waar ouders voor ingeschakeld wor den. Dat doen we nog steeds. Er wordt ook leeshulp door ouders ge geven." Toen Duvekot begon, heer ste er de opvatting dat de ouders buiten de school gehouden moesten worden, zegt hij. „Wij moesten het juist als school maar opknappen. Onderwijzen was onze taak. Maar toen werd er ook meer klassikaal lesgegeven. Nu gebeurt dat groeps gewijs. Vroeger gingen wij mee naar de zwemles bij het school zwemmen, nu gaan er ouders mee." Maar de school kent geen mede zeggenschapsraad, zoals de open bare scholen. Dat hoeft ook niet, zegt Duvekot, als het bestuur daar ontheffing voor aanvraagt. „Bij het bestuur, maar ook bij de 150 ande re scholen die lid zijn van de ver eniging gereformeerd schoolonder wijs in Ridderkerk, bestaat de gedachte dat de wet op de mede zeggenschap het gezag van het be stuur kan ondermijnen. Voor ont heffing moeten ouders en perso neel er achter staan. Elke vijf jaar moet je dat opnieuw peilen. De overgrote meerderheid staat er ach ter dat we geen m.r. in het leven roepen. Een trouwe achterban die achter het bestuursbeleid staat." Duvekot noemt de vrijheid van on derwijs in Nederland een groot voorrecht. „Er is geen land in de wereld waar het bijzonder onder wijs door de overheid op dezelfde manier behandeld wordt. Laten we hopen en bidden dat dit zo kan blij ven." In Canada en de Verenigde Staten, maar ook dichterbij, in En geland, moeten christelijke scholen zelf voor de financiën zorgen, zelf de leerkrachten betalen en de school onderhouden, weet Duvekot na enkele bezoeken. „Alleen in de provincie Quebec in Canada wordt de Rooms-Katholieke Kerk door de overheid voor een deel ge steund." Duvekot bezocht Engeland. In 1997 met een gezelschap voor een kerkhistorische reis naar de ge boorteplaats van John Bunyan, de schrijver van het boek De Christen- reis waar Duvekot elk jaar uit voor leest op school. In 2000 kreeg hij het verzoek van de Gereformeerde Gemeente in Norwich een refoma- torische school te komen leiden. „Ze zaten al bijna een jaar zonder directeur. Ze wilden me daar graag hebben. Een dominee wordt toch ook beroepen? zeiden ze. Er was nood. Het bestuur moet daar ook alles zelf bekostigen. Het was een grote basisschool gecombineerd met voortgezet onderwijs. Het was wel eeh avontuur. Maar dan werd je wel meteen het boegbeeld van de school. Ik heb toch besloten om het niet te doen omdat je dan je familie hier moet verlaten." Scriba van de Gereformeerde Ge meente, voorzitter van studiever eniging Calvijn en van de gemeen telijke kiesvereniging van de SGP. Actief op politiek gebied. „Ik pro beer ook de kinderen te stimuleren de krant te lezen. Elke keer voeg ik een extra vraag toe bij een repetitie van aardrijkskunde of geschiede nis. Wie was er zondag jarig? De meesten wisten dat het prins Bern- hard was en dat er voortaan op die dag een veteranendag wordt ge houden. Ze kunnen er een punt ex tra mee verdienen, maar niet ver liezen. Ook bij taal probeer ik plaatselijke vraagstukken te betrek ken. Een vestiging van een avond winkel in een stad met voor- en te genstanders, vergelijk ik met de discussie over de Aldi en Lidl in Sint-Maartensdijk of over de plaats van het nieuwe gemeentehuis. Zo probeer je als opscherper ze iets mee te geven. Zij moeten straks hun plaats innemen in de maat schappij." Het mooiste van het vak is het ver tellen van verhalen uit de Bijbel of uit De Christenreis of de Heilige Oorlog van Bunyan, zegt Duvekot. „Om kinderen de waarde van het le ven mee te geven. Als ze dan aan dachtig luisteren, dan gaat je hart open. Het is net als met metselen. Het begint met een steen, maar als het gebouw af is, heb je een prach tig bouwwerk. Het gaat erom kinde ren te helpen in de vorming voor hun latere leven in de maatschappij. En laten zien dat er meer is dan al leen het tijdelijke leven. Dat ze voor de eeuwigheid geschapen zijn." Geen petjes voor jongens, geen lange broeken voor meis jes op reformatorische scho len. De kledingvoorschriften zijn weer actueel nu de ge zichtsluier voor islamitische meisjes verboden wordt. „Als het gefundeerd is op je princi pe, je geen andere mensen kwetst en het onderwijs niet wordt belemmerd, is het geen probleem. Bij de sluier gebeurt het laatste want dan heb je geen contact met het kind. Maar door die discussie wordt er ook naar ons gekeken. Jullie zijn ook wel een beetje ex treem, wordt er dan gezegd. Dat is een beetje wrang." Juf den Braven te midden van 'haar' groep vijf op het schoolplein. Al 25 jaar zit juf den Braven (46) in het onderwijs. Al 25 jaar werkt ze bij de School met de Bijbel. Al 25 jaar is ze inwoner van Sint-Annaland en al 25 jaar woont ze recht tegenover de school, in de Schoolstraat. Ze heeft in die periode lesgegeven aan groep drie, vier, vijf, zes en zeven. Al le groepen hebben wel wat, vindt ze. „In groep zes en zeven kun je vak ken als aardrijkskunde en geschiedenis geven. Groep zeven is wel heel intensief, de kinderen beginnen dan al een beetje te puberen, dat bete kent heel veel werk. Na een aantal jaren wil je dan toch wel weer een an dere groep. Ik heb in het begin zeven jaar lesgegeven aan groep drie. Ik was de enige vrouwelijke leerkracht toen, de rest had daar geen zin in. Nu staat er een man voor de klas. Zo zie je hoe de tijden veranderen." In februari 1978 solliciteerde een jongedame uit Tienhoven (Zuid- Holland) bij ongeveer twintig scho len naar een leuke baan als juf. Door de School met de Bijbel in Sint-Annaland, ver van huis, werd ze uitgenodigd voor een gesprek. Ze mocht een proefles geven en werd aangenomen. „Ik kwam uit het midden van het land. In Utrecht volgde ik de peda gogische academie en na mijn sla gen kon ik hier direct aan de slag. Ik weet nog wel dat wij al een week konden schaatsen, hier was nel de ijsbaan open! Toch vond ik het fijn dat de school zo ver was van mijn woonplaats. Ik wilde weg, zelfstan dig worden, op eigen benen staan. En Tholen is een prachtgebied om te wonen. Ik heb me hier altijd op mijn plaats gevoeld." Ze heeft er nog over gedacht om kapster te worden. „Ik wilde naar de huishoudschool, want daar ging mijn vriendin ook heen. Maar de CITO-toets gaf een hogere score en ik ging naar de mavo. Vanaf de ha vo had ik toch wel het plan om juf te worden." Dat idee liet haar niet meer los en juf werd ze. „Ik geef nu les aan groep vijf en dat blijf ik voorlopig doen. We zijn be gonnen aan een project met de naam BAS." Het BAS-project (Bouwen aan een Adaptieve School) streeft ernaar het onderwijs af te stemmen op de pedagogische en didactische behoeften van kinde ren. De inrichting van de school, de klas en het schoolplein, regels e/i routines worden hierop afgestemd. „Eerst deden we het alleen met re kenen, maar we hebben het project uitgebreid naar het algemeen en derwijs. Voor de continuïteit blijven de leerkrachten voorlopig bij hun eigen groep en wisselen we dus niet van klas." In de 25 jaar dat juf Den Braven werkzaam is bij de School met de Bijbel, heeft ze er nooit echt over gedacht elders te gaan werken. „Ik heb hier altijd met plezier gewerkt en gewoond en ik voel me hier ge accepteerd. Ik werk in een leuk team en heb het hier ontzettend naar mijn zin. Natuurlijk is er wel veel veranderd in die 25 jaar, ik probeer met het volgen van cursus sen bij te blijven met de laatste on derwijsontwikkelingen. Er zijn meer faciliteiten bijgekomen. Ik kan nu ook redelijk uit de voeten met de computer. Ik zit op het inter net en ik kan e-mailen. Dat vind ik al heel wat. Je leert de kinderen volwaardig lid te worden van de maatschappij. De computer hoort daarbij. Zo worden verschillende dingen je toch door de maatschap pij opgedrongen." Een warme herinnering is het 75-ja- rig bestaan van de school. „We had den allemaal Ot-en Sien kleding ge huurd, maar toen we de vrijdag voor de feestweek de bestelling eens nader bekeken, bleek het hele maal fout te zijn! Het waren wat kermisachtige kledingstukken, he lemaal niet in de stijl die wij in ge dachten hadden. En een week later was de feèstweek al. Zaterdag heb ben we méters, balen stof, band en kant ingekocht, 's Avonds zijn we al begonnen en we hebben op maandag en dinsdag de kostuums zelf gemaakt. Met het team, met ouders, met familie... In twee dagen tijd zijn al die kleren klaargeko men. Dat hebben we toch maar weer met elkaar gedaan", zegt ze trots. Nu is juf Den Braven zelf aanlei ding voor een feestje. „Ik ben wel benieuwd wat ze allemaal voor me in petto hebben. Het enige dat ik weet, is dat er een receptie is. Toch verwacht ik dat de collega's en de kinderen ook wel iets hebben be dacht, dat zit er dik in. Met Pasen ben ik op vakantie geweest. Ik denk dat er toen iets voor me is georgani seerd, want anders ben ik er altijd. Ik heb wel bewondering voor de klas, ze laten niets merken." De juf maakt zich geen zorgen over wat de plannen zijn voor haar jubileum. Ze is eigenlijk alleen maar nieuwsgie rig naar wat de kinderen voor haar gaan doen, zegt ze. „Zelf heb ik geen kinderen, dat vind ik wel jammer. Mijn zus heeft er wel, daar speel ik een soort sui kertante voor", glimlacht ze. „Door haar kroost heb ik wel veel geleerd over de ontwikkeling van kinderen. Ik begrijp hun gedrag nu soms be ter. Dingen waarvan ik vroeger wel eens dacht: 'he, doe eens gewoon' zijn nu heel normaal voor me, ze horen bij het kind-zijn. Het mooie aan kinderen vind ik dat onbevan gene, de openheid die ze tegen woordig hebben. En dan bedoel ik niet op een brutale manier, maar fatsoenlijk. Toen ik les gaf aan groep drie had ik nog wel eens dat moeders belden: 'Zeg dat ze thuis moet blijven'. Het kind was dan te ziek om naar school te gaan, maar wilde toch. Dat is met name het leuke van groep drie. Ze willen zo graag alles leren en niet achter ko men. In groep drie teren ze lezen en schrijven. Ouders worden er wei eens gek van hoor, de kinderen le zen dan thuis alles wat los en vast zit, tot de zijkant van de melkpak ken toe." Het begeleiden van stagiaires vindt ze erg interessant. „Dat wil ik wel uitbouwen. Ik heb dit jaar een LIO- stagiair begeleid, een leerkracht in opleiding. Die kunnen geheel zelf standig lesgeven, dus was ik niet veel in de klas te vinden. Daardoor heb ik wat meer tijd kunnen beste den aan andere dingen. Zo heb ik dit schooljaar een groot gedeelte van de organisatie van kerst en ko ninginnedag op me genomen. Ook regel ik veel voor de schoolkrant. Die stagiair bleef vijf maanden, waarvan een deel in mijn klas en een deel in groep zeven. Vijf maan den vind ik toch erg veel om van je klas verwijderd te zijn, dan verlies je de band met je leerlingen. Dit was een goede oplossing." Al het aan de juf zelf ligt, zou ze wel in deeltijd willen werken, want ze vindt vrije tijd erg belangrijk. „Helaas zijn mijn persoonlijke om standigheden daar niet naar." Wel gaat ze graag en veel op vakantie. „Dat is mijn hobby. Ik houd van verre reizen maken naar landen met een warm klimaat. En ik houd van luxe. Daarom vertrek ik ook altijd vanaf Amsterdam, daar mag de koffer zwaarder zijn", lacht ze. Mexico, Oman, Kenia, Cuba, de Dominicaanse Republiek, Marok ko, Thailand, zomaar wat landen die juf Den Braven al heeft aange daan. „Ik wil nog wel graag naar Zuid-Afrika, of naar Jemen, ik heb reisverslagen gelezen..." Een ver langende zucht volgt. „Ik houd ook van buitenlands eten. En cultuur vind ik erg belangrijk. Daar kan ik dan in de klas weer over vertellen. Dat is zo leuk aan groep vijf', zegt ze, met glinsterende ogen. „Die be grijpen dat." De zakken worden huis aan huis geleidende brief. Daarin wordt verspreid in een envelop met be- aan de mensen uitgelegd waarom Wethouder L.J. van Doorn doet de eerste envelop door de bus bij een inwoner van Oud-Vossemeer. ze hun afval moeten scheiden en- wordt gevraagd of ze mee willen doen aan de proef. Afval scheiden is beter voor het milieu en ook voor de portemonnee, want het verwerken van GFT-afval is veel goedkoper dan het verwerken van gewoon afval. Aangezien de kos ten voor de verwerking van afval rechtstreeks worden doorberekend in de afvalstoffenheffing, zorgt het beter scheiden van afval voor di rect financieel voordeel, zo staat er in de brief. In ieder pakket zitten twintig zak jes voor in de keukenbak. Wethou der van Doorn licht toe dat die ge maakt zijn van zetmeel en dus 'composteerbaar' zijn. Ook van vlas kunnen zulke zakken gemaakt worden, vertelt hij. Ambtenaar R van Zijst van open bare werken licht toe: „Het is wet telijk verplicht om afval te schei den, maar veel mensen gooien het GFT-afval toch nog steeds in de grijze bak. Vanwege het gemak, of de stank. Daar hebben we nu deze zak voor. Laat die mensen maar eens snuffelen aan dat plastic zak je, zodat ze weten: het probleem van de stank en de smurrie, daar is wat aan te doen." De fabrikant was volgens Van Zijst niet hele maal duidelijk over de houdbaar heid van de zakken en daarom ad viseert Van Zijst, de zak iedere week te vervangen. De proef wordt gehouden in het kader van een actie door heel Zee land met de naam 'Afval: haal eruit wat erin zit'. Van Zijst: „Tholen doet mee met twee kleine projectjes. We hebben een tijdje geleden ook een tweede gratis GFT-container gegeven aan 185 eilanders. Die actie liep tot 4 juli." VERVOLG VAN VOORPAGINA Er zijn echter enkele, bij het bis dom geregistreerde, kerkelijke kunstvoorwerpen zwaar bescha digd en die zaken zijn eigenlijk on vervangbaar. Van het gebroken kruisbeeld staat al vast dat het niet meer te herstellen is en van een an der exemplaar is de houten voet ernstig beschadigd. Frie Clarijs heeft als secretaris van het kerkbe stuur al contact gehad met de ver zekeringsmaatschappij. „Uit die hoek hoeven we echter nergens op te rekenen. Zij keren alleen een schadebedrag uit als er duidelijke sporen zijn van inbraak. We gaan nu kijken of we via het bisdom in Breda eventueel vervangende kunstvoorwerpen kunnen krijgen en of er toch wellicht nog repara tiemogelijkheden zijn. Voor de overige schade zullen we als pa rochie echter zelf op moeten draai en, verwacht ik. Bij het bisdom re ageerden ze ook vol ongeloof toen ik ze op de hoogte bracht van de huisvredebreuk in onze kerk. Zoiets was volgens een woordvoer der nog nooit eerder voorgekomen tijdens een kerkdienst", aldus Cla rijs. Over de financiële afwikkeling ma ken de mensen zich zo kort na het incident in hun kerk nog het minst druk. „Het is vooral een morele kwestie", zo verwoordt kosteres Jo van der Zande haar gevoelens. „Je staat er toch als normaal denkend mens niet bij stil dat zoiets tijdens een kerkdienst in zo'n rustig dorpje kan gebeuren?" De anderen delen die opvatting en ze zijn eigenlijk nog blij dat het zo is afgelopen. „Voor hetzelfde geld heeft zo'n idi oot een mes of vuurwapen bij zich. Je moet er toch niet aan denken wat de gevolgen dan geweest wa ren", zo voegt Anneke Heydra daar nog aan toe. De eerste voorzorgsmaatregelen te gen ongewenste bezoekers heeft de werkploeg van de parochie maan dag al getroffen. Piet Etienne: „De deur aan de achterzijde van de kerk is nu niet meer vanaf de buitenkant te openen." Het is een simpele en doeltreffende oplossing voor de achteringang, maar hij is het met de anderen eens dat er via de grote toegangsdeur, aan de voorkant van de kerk, altijd een of andere idioot de kerkelijke activiteiten kan ver storen. Pastor Bajings was niet voor commentaar bereikbaar.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2003 | | pagina 3