Kaart van het Oudeland duikt op
bij voorbereiden expositie Meestoof
'Het is belangrijk dat er blijvend
aandacht is voor slachtoffers'
In bedrijfskaartenboekje van Thoolse boerderij uit 1765
Museum verwerft pièce de milieu
Boerderijen in de schijnwerper
Kijkuur politie gestolen fietsen
In tijd van oorlog
Samenwerking
Van den Hoek
en Van Oost
9 graven
Gouden speld van Oorlogsgravenstichting voor Wally Blaas
Donderdag 3 april 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Een getekende kaart uit
1765 van het Oudeland bij
Tholen. Daarmee verraste
secretaris Willem Heij-
broek de leden van De
Meestoof op de jaarverga
dering van het streekmuse
um. De plattegrond staat in
een bedrijfskaartenboek,
waarin voor een akker
bouwbedrijf alle percelen
getekend staan. Dergelijke
boekjes worden dit jaar
geëxposeerd, waarmee De
Meestoof inspeelt op het
jaar van de boerderij.
Meekrap
Hulpgoederen
Brochure
Negen klachten
bij meldpunt voor
verkeersonveiligheid
Tot zijn eigen verrassing kreeg Wally Blaas uit Tholen
vrijdag de gouden erespeld uitgereikt van de Oorlogsgra
venstichting. Blaas was 36 jaar lang consul voor deze or
ganisatie en rapporteerde als zodanig jaarlijks over de
toestand van de negen oorlogsgraven op Tholen en Sint-
Philipsland. „Ik heb dat werk altijd met veel plezier ge
daan. Het is heel belangrijk dat er blijvend aandacht is
voor slachtoffers, niet alleen van oorlogsgeweld, maar
ook bijvoorbeeld van de watersnoodramp", zei Blaas in
het gemeentehuis, waar algemeen directeur P.C. van der
Graaf hem de onderscheiding uitreikte.
Java
Reizen
Het Thoolse streekmuseum is een
fraai voorwerp rijker. Het zoge
naamde pièce de milieu, een fruit
schaal op een voet met in het mid
den een vaas voor bloemen, is van
zilver en kristal gemaakt. De
Meestoof kocht het van mevrouw
Martini Buys uit Brugge, een nako
meling van Del Campo die in de
19e eeuw de Anna Jacobapolder bij
Sint-Philipsland bedijkte. Op de
voet staat onder meer '25 jarig ju-
bilé Anna Jacobapolder 1847-
1872'. Het stuk is dus kennelijk in
1872 geschonken in verband met
het 25-jarig bestaan van de polder.
Het werd geschonken aan M.F.M.
Martini Buys, geboren Del Campo
genaamd Camp. Door wie en waar
om, dat is niet bekend. „Het verhaal
achter dit stuk zoeken we nog", al
dus voorzitter Theo Westerveld van
museum De Meestoof.
Magdalena Ferdinanda Maria was
de oudste dochter van Willem Fre-
derik del Campo genaamd Camp en
Anna Jacoba van Sonsbeek. Ze
werd in 1836 geboren te Vlissingen
en trouwde in 1861 met jonkheer
Paulus Hubert Andries Martini
Buys, ambachtsheer van Loener-
sloot, Oucoop en Ter Aa. Het paar
woonde in Rotterdam en Den Haag,
en overleed op kasteel Loenersloot
(in maart 1915, twee dagen na el
kaar). Magdalena kreeg bij de ver
deling van de erfenis van haar vader
de boerderij de Stelberg met toebe
horende gronden. Ze werd in 1909
verkocht, drie jaar nadat het paar al
de Magdalenahoeve van de hand
had gedaan. Martini Buys kreeg in
1882 van de provincie vergunning
om samen met A.H. Brand uit Dor
drecht een eendenkooi te stichten in
de Anna Jacobapolder. Die is in
1916 verkocht aan kooiker Van
Herk.
De Meestoof kocht een fraai stuk aan dat met Anna Jacobapolder
verband houdt.
Het jaar van de boerderij krijgt op
Tholen en Sint-Philipsland op di
verse manieren aandacht. Het
streekmuseum wijdt dit seizoen ex
posities aan de boerderij, bedrijfs-
kaartenboekjes en de meekrap. Op
de jaarvergadering van heemkun
dekring Stad en Lande van Tholen,
15 april in Sint-Annaland, verzorgt
mr. G.W. Smallegange van de
Zeeuwse boerderijenstichting een
lezing met dia's over boerderijen.
En op 14 juni is er een excursie
langs veertien karakteristieke boer
derijen in de streek (genoemde
stichting, Heemschut en de heem
kundekringen van Tholen en Sint-
Philipsland zijn daarbij betrokken).
De trip neemt een volle dag in be
slag en gaat met bussen vanaf het
station in Bergen op Zoom. Behal
ve boerderijen staan het streekmu
seum in Sint-Annaland, een boer-
derijtuin in Poortvliet en de
eendenkooi in Anna Jacobapolder
op het programma.
Op de binnenplaats van het politie
bureau aan de Simon Lindhoutstraat
in Tholen kunnen mensen van wie
een fiets of brommer is gestolen,
woensdagmorgen terecht. Tussen
tien en elf uur is er de gelegenheid
om een vijftigtal gevonden fietsen
en brommers te bekijken, waarvan
de rechtmatige eigenaren tot nog toe
onbekend zijn. Melden die zich ook
woensdag niet, dan gaan de rijwie
len naar een opkoper.
Naast de Tweede Wereldoorlog hebben we sinds enkele weken ook een
Tweede Golfoorlog. Ik ben geen politicoloog, buitenlanddeskundige of de
fensiespecialist, daarom zal ik me op deze plaats ook niet bezondigen aan
het doen van boude uitspraken over rechtvaardiging of afkeuring van het
oorlogsgeweld tussen coalitiegenoten Amerika en Groot-Brittannië en Irak.
Diplomaten zwijgen en wapens spreken op dit moment. Hoe er wereldwijd
ook wordt geprotesteerd tegen het gewelddadig beslechten van de twist tus
sen Bush en Saddam Hussein, er rest slechts één conclusie: waar geen wil
is, is geen weg!
De recente ontwikkelingen zorgen uiteraard wereldwijd voor veel onrust.
Natuurlijk maak ook ik me zorgen over dreigende terroristische aanslagen
en over de grote kloof die dreigt te ontstaan tussen de islamitische en de
westerse wereld. Maar naast die angst vind ik het fascinerend te zien hoe ie
dereen op zijn of haar eigen manier omgaat met of uiting geeft aan gevoe
lens van angst, woede en afkeer. Je hoort en ziet onder deze abnormale om
standigheden de meest vreemde dingen. Neem bijvoorbeeld het verschijnsel
'vredesdemonstratie'. Wie kan mij duidelijk maken waarom mensen, die
massaal voor wereldvrede zeggen te pleiten, de politie ~f ME te lijf gaan
met flessen, stokken, stenen of ander primitief wapentuig Ik vermoed dat
ook hier de invloed van notoire, op sensatie beluste 'beroepsdemonstran
ten' merkbaar is. Waar het bij een protestmars eigenlijk om gaat, is voor de
ze lieden van ondergeschikt belang. Nee, dan de geweldloze, maar vaak niet
minder vreemde, anti-oorlogacties die kunstzinnige beroepsbeoefenaars
houden. Creatief als ze zijn, hebben kunstenaars zo hun eigen manier om de
wereldproblematiek aan de kaak te stellen. De eerste superhits over de oor
log zijn al weer op cd verschenen en onlangs kon ik een glimlach niet on
derdrukken toen ik op tv zag hoe enkele dichters in de open lucht, voor een
handjevol toehoorders, een zelfgemaakt versje over de Golfoorlog stonden
voor te dragen. Nou, dacht ik, dit zal hard aankomen in Washington en Bag
dad.
De wereld is dus heel erg in de war en politieke leiders en de media doen er
alles aan om deze situatie zolang mogelijk in stand te houden. Geruchten en
loze praatjes worden aan de lopende band verspreid, tegengesproken, offi
cieel bevestigd, toch weer ingetrokken en ze blijken uiteindelijk nergens op
gebaseerd. De veldslagen aan het front worden onafgebroken en integraal
op ons tv-scherm gebracht, de ene deskundige na de andere wordt uitvoerig
aan het woord gelaten en alle registers gaan open om de publieke opinie te
beïnvloeden. Een bejaarde islamitische boer staat doodleuk voor de camera
te vertellen hoe hij zojuist met zijn aftandse windbuks een ultra moderne
Amerikaanse Apache gevechtshelikopter heeft neergehaald. De grijze Ira
kees weet op dat moment niet dat hij er met zijn gefantaseerde verhaal
hoogstpersoonlijk verantwoordelijk voor is dat de Dow Jones index onmid
dellijk met maar liefst 153 punten keldert. Wie beweerde daar dat sentimen
ten geen rol spelen op de financiële wereldmarkt?
„Alles gaat volgens plan", zegt Bush. „We hebben de overwinning binnen
handbereik", zegt Saddam. Beide heren houden miljoenen marionetten aan
een touwtje en ze lijken zich allebei geen zorgen te maken. In de optiek van
de twee kemphanen is in tijd van oorlog alles geoorloofd. En hoewel velen
daar wellicht anders over denken (of het graag anders doen geloven) be
perkt onze rol zich voorlopig tot het toekijken naar de afloop van de wed
strijd Bush-Saddam.
Gemeentearchivaris Hans Zuur
deeg toont zich blij verrast met de
kaart van het Thoolse buurtschap.
„Daar was van voor 1832 (de in
voering van het kadaster - red.) he
lemaal geen detailkaart van be
kend", zegt hij. Ze is getekend
door de landmeter Korstiaan Beste
broer. Hij maakte het kaartenboek
destijds voor landbouwer P. van
Luijk. Opmerkelijk is de bebou
wing die staat ingetekend aan
weerskanten van het weggetje dat
naar de zuidkant van het kerkhof
loopt. Die is tegenwoordig prak
tisch helemaal verdwenen. De
kaart is getekend met de Oudeland
sedijk - die aan de oostkant ligt -
onderaan.
Het museum kreeg het kaartenboek
in bruikleen, vertelde Heijbroek.
Hij trof het aan bij familie De Wil
de op de boerderij Vrouw Belya.
„Ze hadden me gezegd dat ze een
kaartenboek uit 1927 hadden, maar
vonden ook dit oude nog." Ook
een ingekleurde prent van de
meestoof die ten westen van boer
derij Cereshof heeft gestaan, kon
Heijbroek laten zien. De aanwin
sten komen goed van pas voor de
komende tentoonstelling 'Boeren
op goede gronden'. De bedrijfs-
kaartenboekjes vormen daar name
lijk een onderdeel van. Deze boek
jes blijken een typisch Zeeuws
verschijnsel te zijn. Ze bevatten al
le bij een boerderij behorende ka
vels, getekend en gesigneerd door
een landmeter, met opgave van de
grootte en aanduiding van de hoek
waarin ze lagen. Een afbeelding
van de ligging van de bedrijfsge
bouwen met erf en tuin staat meest
al op het tweede blad. Het titelblad
is vaak versierd met allerhande or
namenten. In een kaartenboek wor
den nogal eens bladen aangetroffen
die duidelijk door een andere hand
getekend zijn. Heijbroek vermoedt
dat ze uit andere boeken komen, en
bij verkoop van een perceel aan de
nieuwe gebruiker werden gegeven.
In Zeeland loopt momenteel een
project om deze bedrijfskaarten-
boekjes te documenteren. Ze wor
den daartoe allemaal gedigitali
seerd door de universiteit van
Utrecht en er zal een publicatie
verschijnen. Van Tholen en Sint-
Philipsland blijken de meeste
boekjes bewaard gebleven te zijn,
De boerderij (4) op de hoek van de Kerkweg en de Oudelandsedijk bestaat niet meer, en ook voor de rest ziet het Oudeland er anders uit dan
240jaar geleden.
aldus Heijbroek. De Meestoof zal
er een stuk of zestien kunnen to
nen. Tot nog toe was de oudste uit
1770, van landmeter Arie van de
Graaf. Het exemplaar van Beste
broer is vijf jaar ouder. Ook K. van
Dalen, M. Kievit en C. Douw zijn
landmeters die dergelijke boekjes
in opdracht van boeren hebben ge
maakt. Van bijvoorbeeld de Bijen
korf onder Poortvliet, Reigersburg
bij Sint-Maartensdijk en Wulpdal
bij Gorishoek. „En we hebben een
kaartenboek van het slot bij Sint-
Maartensdijk, van De Jonge van
Ellemeet."
Naast de boekjes besteedt het mu
seum aandacht aan de boerderijen
zelf, waarvan er talloze zijn in onze
streek. Onder meer aan de hand
van foto's. Een derde thema is de
meekrap, die in een uitgebreide ex
positie wordt belicht. Die extra
aandacht heeft onder meer te ma
ken met de naam van het museum,
aldus beheerder Frank Kousema
ker. Het fabriekje waarin de wor
tels van de meekrap werden ver
werkt tot een grondstof voor een
rode kleurstof, werd een meestoof
genoemd. Op Tholen en Sint-Phi
lipsland hebben de nodige van deze
stoven gestaan (tien in 1820). Op
de vergadering vertelde P. Priester
- schrijver van het standaardwerk
over de Zeeuwse landbouw tot
1910 - over het ontstaan en de ont
wikkeling van deze teelt. Ze vond
haar hoogtepunt in de periode
1660-1870. Priester vertelde dat in
het oogstseizoen eenderde van de
inwoners van Sint-Annaland elders
verbleef omdat de mannen als
stamper of droger in meestoven
werkten.
De exposities worden op zaterdag
12 april geopend door voorzitter E.
Hage van de ZLTO-afdeling Tho
len.
In zijn jaarverslag gaf voorzitter Theo
Westerveld een overzicht van de za
ken waarmee De Meestoof in 2002
bezig is geweest. Rondom de huisves
ting is het nu zover, dat de gebouwen
van de gemeente (hoofdgebouw, oud
ste schuur en bodewoning) binnen
kort overgedragen zullen worden aan
Marsaki b.v., onderdeel van Castria
Wonen. De benedenverdieping van de
bodewoning wordt verbouwd en in
gericht als koffiekamer en ontvangst
ruimte. Er wordt hard aan gewerkt om
dit op 12 april gereed te hebben. Uit
Stavenisse is een Noorse woning naar
het museum verplaatst. Wil Nelisse
vertelde wat er allemaal voor de in
richting - in jaren-50-stijl - is gevon
den. Ze meldde daarbij dat er onder
meer textiel en gereedschappen ge
merkt met een rood kruisje - hulpgoe
deren van na de Ramp - geëxposeerd
zullen worden. Voor beide bouwpro
jecten is veel werk verzet met betrek
king tot organisatie en financiering,
aldus de voorzitter. De officiële ope
ning van de Noorse woning zal op 18
september zijn, wanneer er landelijke
aandacht is voor de (inter)nationale
hulpverlening na de Ramp. Zo'n 60
ambassadeurs en zaakgelastigden van
landen die destijds te hulp schoten,
worden verwacht voor een program
ma dat op Tholen en in Bergen op
Zoom plaatsvindt. Twee bestuursle
den van het museum zaten in de ge
meentelijke werkgroep die de ramp
herdenking voorbereidde.
Westerveld meldde, dat het restant
Zeeuwse leesplankjes is overgedra
gen aan Rabobank Tholen en via dat
kanaal zijn weg heeft gevonden naar
de basisscholen in de gemeente. Ver
der kwam er in 2002 een einde aan
een bruikleenovereenkomst, waar
door tien schilderijen van Willem
Bruijnzeel geroutineerd werden aan
diens kleinzoon. De werken zijn in
middels in Amsterdam geveild. De
Meestoof bracht geen bod uit, omdat
het museum al verschillende schilde
rijen van Bruijnzeel bezit.
In een serie brochures van de Neder
landse Museumvereniging (NMV)
verscheen begin dit jaar een boekje
gewijd aan De Meestoof. Het is ge
schreven door oud-bestuurslid Eef de
Jonge uit Tholen. Zij belichtte een
aantal speerpunten: meekrap, Chris
Lanooy, merklappen, stijlkamers en
klederdracht, bodemvondsten Rei-
merswaal, het winkeltje, het schoollo
kaal en de landbouwschuur. Het ge
heel is fraai geïllustreerd. De NMV
kan voor de gidsjes een beroep doen
op het De Gijselaar-Hintzenfonds. De
schrijfster kreeg een vergoeding voor
haar werk, maar zij wilde het restant -
na aftrek van de gemaakte kosten -
voor het museum bestemmen. Voor
zitter Westerveld was ingenomen met
de geste, een gift van 455 euro.
De Meestoof sloot 2002 af met een
batig saldo van 3690 euro. De totale
exploitatie vergde 45.474 euro. Van
de gemeente werd 29.945 euro aan
subsidie ontvangen.
De bakkers Van den Hoek uit Sint-
Maartensdijk en Van Oost uit Tho
len gaan samenwerken op het ge
bied van brood. Vanaf maandag
bakt Van Oost het brood voor Van
den Hoek, waardoor de laatste
zich nog meer kan richten op ban
ket. Het vertrek van de broodbak
ker bij Van den Hoek was de aan
leiding voor de verandering. Eerst
zocht hij nog naar een nieuwe me
dewerker, maar het aanbod was zo
mager dat de bakker van de Markt
in Sint-Maartensdijk aan andere
oplossingen ging denken. „Van
Oost in Tholen is enorm goed in
brood en mijn hart ligt bij de ban
ketafdeling. Dat laatste kan ik uit
breiden nu Van Oost het groot
brood voor ons gaat bakken", zegt
Adriaan van den Hoek.
Van Oost is er blij mee. „Wij heb
ben vorig jaar fors geïnvesteerd in
nieuwe ovens om gemakkelijker
te gaan werken. Er was capaciteit
over en het groot brood van Van
den Hoek loopt nu mooi in onze
omzet mee. Hij zal ook het gemak
wel inzien dat hij minder vroeg uit
bed hoeft", lacht André van Oost.
Voor Van den Hoek was de am
bachtsbakker uit Tholen eerste
keus. „We hebben nu een unieke
samenwerking tussen de beste
broodbakker en de beste banket
bakker." Het klein brood doet de
bakker uit Sint-Maartensdijk nog
zelf, evenals gebak en bonbons,
waarvan het assortiment zal wor
den uitgebreid.
Het meldpunt verkeersonveiligheid
Zeeland heeft tot nu toe negen
klachten uit de gemeente Tholen
ontvangen. Vier in de maand janu
ari, drie in februari en tot nu toe
twee in maart. Er werd o.a. geklaagd
over te weinig snelheidscontroles op
de provinciale weg tussen Sint-
Maartensdijk en Stavenisse. Daarbij
werd zelfs de suggestie gedaan om
van deze 80 km weg een 60 km weg
te maken. De provincie was dat eer
der ook van plan, maar de stichting
Actief Stavenisse en de inwoners
hadden daar grote bezwaren tegen.
Klachten kwamen er verder over te
hard rijden op de Hikseweg en op de
Vogelsangsedijk te Oud-Vossemeer,
alsmede de Provincialeweg bij Sta
venisse. Vanuit Tholen werd ook ge
klaagd, dat op de 30 km wegen veel
te weinig wordt gecontroleerd. Een
onverlichte kruising op de N59 en
zichtbelemmeringen op de Razernij-
weg/Boomdijk/Ceresweg werden
ook gemeld bij het speciale tele
foonnummer 0800-8375337. „We
hebben er een heleboel ogen en oren
extra bijgekregen om het wegbeheer
aan te passen", zegt meldpuntcoör
dinator H. Osinga. In heel Zeeland
kwamen er na de opening van het
meldpunt op 6 januari in de eerste
maand van het jaar 292 telefoontjes
binnen.
De consuls die - belangeloos -
voor de stichting de controle uit
voeren op de staat van de oorlogs
graven, zijn vaak in dienst van de
gemeente. Zo ook Blaas, die vorig
jaar als chef openbare werken ver
vroegd uittrad. Daarbij legde hij
ook zijn functie van consul neer,
een functie waarin hij per 1 no
vember 1966 was benoemd. Van
der Graaf wist te vertellen dat de
Tholenaar zeer accuraat te werk
ging, want als een van de weinige
consuls stuurde hij zijn rapportage
steeds op tijd in. „Accuraat, dat ty
peert je ook echt", vond burge
meester W. Nuis. Er zijn weinig
consuls die het zolang volhouden
en daarom besloot het stichtings
bestuur om Blaas de gouden ere-
In de gemeente Tholen vallen
negen graven onder de Oor
logsgravenstichting. Twee er
van zijn daadwerkelijk stich
tingsgraven, met een uniforme
steen. Vier andere zijn militai
re rijksgraven, de overige drie
zijn particuliere graven. In
Tholen liggen twee in 1940
gesneuvelde militairen: Wil
lem Abraham Bierens (25) en
Andries Bogert (34). In Scher-
penisse is er het graf van de in
1945 omgekomen Cornelis
Anthonie van der Werff (18)
en in Sint-Maartensdijk dat
van Pieter van Hemert (23) die
in datzelfde jaar in het Duitse
Borna omkwam. In Anna Ja
cobapolder zijn twee graven:
Jan Marinus van Dijke (21)
overleed in 1944 en Willem
Pieter Lindhout (47) in 1945.
Tenslotte liggen in Sint-Anna
land drie Engelsen begraven,
die in januari 1945 zijn omge
komen. Het zijn John Little
Brown (34), Edward Callan
(19) en Victor Stanley Rapley
(24).
speld toe te kennen. „En ik kan u
vertellen dat dat niet zo vaak ge
beurt." De Tholenaar was niets
vermoedend naar het gemeente
huis gekomen, hij wist niet beter
of er zou een overleg plaatsvinden
over de Rampherdenking. Hij trof
er oud-collega's en persmensen, en
plots kwamen ook zijn vrouw en
dochter binnen. Maar waar het om
ging, wist Blaas nog altijd niet.
Van der Graaf, die pas sinds 1 ja
nuari algemeen directeur is van de
Oorlogsgravenstichting, kende hij
ook niet. Deze lichtte kort het
werk van de stichting toe. Ze is in
1946 in het leven geroepen om Ne
derlandse oorlogsgraven, waar ook
ter wereld, te onderhouden, in
stand te houden of in te richten.
Daarnaast verzorgt de stichting
zo'n 5000 in ons land verspreid
liggende graven van gesneuvelde
geallieerden. Het gaat in totaal om
ruim 50.000 graven in 50 landen,
waarvan 24.500 op Java (zowel
van slachtoffers uit de kampen,
van de politionele acties als op
Nieuw-Guinea gesneuvelden).
Graven van mensen die als militair
zijn omgekomen, door vijandelijke
handelingen, door vervolging of
bij dwangarbeid. De stichting ope
reert vanuit een kantoor in Den
Haag en heeft enkele mobiele
teams voor onderhoudswerk in het
land. Totaal 25 medewerkers en in
Indonesië nog eens 130. In 450 ge
meenten zijn er consuls, aange
steld door de burgemeesters. Het
werk is belangrijk, mede omdat
ook bij jongeren de belangstelling
toeneemt, aldus Van der Graaf.
Blaas zorgde voor een jaarlijkse
controle van de graven. „Ik deed
dat zelf, maar vooral de laatste ja
ren gebeurde het meestal door een
medewerker." Het dagelijkse on
derhoud van de graven is een zaak
van de gemeente. Als er bijzonder
heden zijn, komt de stichting in ac
tie. Maar dat is in al die jaren nooit
nodig geweest. „Er is goed materi
aal gebruikt", aldus Blaas. „Ik heb
Jan Sneep (links) is Wally Blaas opgevolgd als consul voor de oorlogsgravenstichting.
het als mijn taak en zaak gezien
om dit zo goed mogelijk te doen",
zei hij in zijn dankwoord. De Tho
lenaar noemde het een goede zaak
om blijvend aandacht te schenken
aan inwoners die door oorlogsge
weld om het leven zijn gekomen.
Hij wees in dat verband op de aan
passing van het monument in het
Thoolse Bosje, waar de namen van
in Nederlands-Indië omgekomen
inwoners worden toegevoegd. De
plaquette wordt op 26 april ont
huld in het bijzijn van nabestaan
den en belangenorganisaties.
De burgemeester zei dat het de ge
meente Tholen heel wat waard is
om te doen wat de Oorlogsgraven
stichting nastreeft, namelijk het
behouden van oorlogsgraven.
„Voor mij heeft het ook een per
soonlijk tintje. En voor nabestaan
den en verwanten heeft dit een
veel diepere betekenis dan wij
vaak denken", aldus Nuis. Hij
bood Blaas namens het gemeente
bestuur een attentie aan, en zijn
vrouw een boeket.
De Oorlogsgravenstichting krijgt
voor haar werk subsidie van het
ministerie van binnenlandse za
ken. „Wat wij doen is in feite een
overheidstaak op afstand", legt
Van der Graaf uit. De personalia
van de slachtoffers en ligging van
de graven zijn vastgelegd in een
registratiesysteem dat op internet
te raadplegen is (www.ogs.nl). Er
zijn nog zo'n 130.000 Nederlandse
oorlogsslachtoffers waarvan geen
laatste rustplaats bekend is. Hun
namen zijn door de stichting opge
tekend in een boekenreeks die 43
delen omvat. Deze boeken liggen
op de erevelden Loenen en de
Grebbeberg, het voormalige kamp
Westerbork en in Indonesië.
De organisatie regelt verder
bloemleggingen op de erevelden in
het Verre Oosten en organiseert,
voor nabestaanden, pelgrimsreizen
daarheen. Een reizenregeling voor
de voormalige concentratiekampen
in Duitsland en het ereveld in
Salzburg loopt eveneens via de
stichting. Deze kan ook foto's ver
zorgen van erevelden. En ze be
schikt over panelen met informatie
over haar werk, die kostenloos
voor exposities beschikbaar wor
den gesteld.