'Enige plek waar ik geen straatkinderen
zag, was op de top van Mount Kenia'
Bi
Oud-Vossemeerder Erik van Gorsel: Gevaarlijkste dier in Afrika is de mug
Donderdag 6 maart 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
15
Pas na een uur besef ik dat er twee kippen in de karton
nen doos zitten. De man met de doos op zijn schoot
grijnst naar me en zegt 'kuku', kip. Ik kijk nog eens en
zie door de in het karton geprikte luchtgaten een snavel
en zie hoe de kip probeert zijn kop naar buiten te wur
men, tevergeefs. Het moet een vreemd gezicht zijn, een
lange blanke man opeengevouwen tussen eenentwintig
Kenianen in een busje, starend naar een kip in een doos.
Sardientjes in blik hebben een ruimer bestaan. Het enige
dat werkt, zijn de claxon en de radio.
Kakkerlakken
Engels voetbal
Opluchting
Malaria en aids
Levenslust
Straatkinderen
22ZZZZZZZ
Erik van Gorsel (26) is zesdejaars student geneeskunde aan de univer
siteit van Maastricht. Hij groeide op in Oud-Vossemeer, waar zijn ou
ders de boerderij Bagijnhoeve aan de Molendijk bewonen. Van no
vember vorig jaar tot half april dit jaar loopt hij co-schap in een
ziekenhuis in Eldoret, Kenia, en doet daar voor zijn studie onderzoek
naar de gezondheidstoestand van kinderen in de sloppenwijken. Via e-
mail bericht hij ons over zijn eerste maanden in Afrika.
Behendig ontwijkt de bestuurder de
vele gaten in de weg, onderwijl mee
zingend met de liedjes op de radio, en
luid toeterend en gebarend naar de an
dere weggebruikers. Vrachtwagens
die de heuvel op kruipen, een wolk
van zwarte rook uitspuwend. Tege
moetkomend verkeer, toeterend en
seinend met de lichten tijdens een van
de vele inhaalmanoeuvres. Fietsers op
de smalle onregelmatige reep asfalt,
met grote trossen bananen op de ba
gagedrager, keer op keer hun even
wicht verliezend, verdwijnend in de
stofwolken van het voorbij razende
verkeer. En de vele uitgebrande wrak
ken in de berm, meestal 'matatu's',
zo'n busje waarin ik zit. Later besef ik
dat er geen keus is, reizen per matatu
is de enige mogelijkheid. De treinen
rijden al jaren niet meer, de ooit door
de Britten gebouwde treinstations
staan als skeletten in de centra van de
steden, de rails is overwoekerd en de
geiten grazen er zonder op- of omkij
ken tussen de bielzen. Slechts enkele
Kenianen hebben voldoende geld om
een auto te kopen. Verkeersongeval
len zijn een niet te onderschatten risi
co. Iedere dag staat er wel een bericht
in de krant, achteloos in een van de
hoeken van de minder gelezen pagi
na's 'elf doden en zes zwaargewon
den in matatu-accident'. De pas geko
zen president van Kenia, Mwai
Kibaki, raakte in een verkeersongeval
tijdens de verkiezingscampagne
zwaar gewond. Voor medische hulp
vloog hij naar Londen, waar hij door
een team van Britse specialisten ge
holpen werd. Dit geeft al aan dat de
Keniaanse gezondheidszorg in dezelf
de slechte staat verkeert als de infra
structuur. En er zijn maar weinig Ke
nianen die geen familielid verloren in
een verkeersongeval. Na zijn herstel
in Londen werd Kibaki als een held
van de oppositie in de verkiezings
strijd onthaald in Kenia. Hij won de
verkiezingen van 27 december met
een overweldigende meerderheid en
is thans de derde president van Kenia
sinds de onafhankelijkheid in 1963.
Ik ben op weg naar Eldoret, een pro
vinciestad ongeveer 300 kilometer ten
noordwesten van de hoofdstad Nairo
bi. Een roestig bord aan de kant van
de weg geeft aan dat we de evenaar
passeren, ik ben weer terug op het
noordelijk halfrond. Eldoret is met
ongeveer driehonderdduizend inwo
ners de vijfde stad van Kenia, al weet
niemand hoeveel inwoners er in wer
kelijkheid zijn. Het aantal sloppenwij
ken aan de rand van de stad groeit nog
altijd. Er is een medische faculteit
waar men, evenals aan de universiteit
van Nairobi, artsen opleidt, een aantal
dat in totaal veel te klein is om voor
de 32 miljoen Kenianen zorg te kun
nen leveren. Hier zal ik de komende
vijf maanden als medisch student in
het ziekenhuis werken en een onder
zoek uitvoeren naar de gezondheids
toestand van de kinderen in de slop
penwijken. 'Mzungu!', blanke, roept
iemand me toe als ik uit het busje rol
met mijn rugzak. 'Habari?', alles
goed? 'Salama sana!', prima, roep ik
triomfantelijk en loop naar het ge
bouw tegenover het ziekenhuis waar
ik de komende maanden zal wonen.
Een kamer van twee bij drie meter, de
ruit valt van vier hoog naar beneden
als ik het raam open, kakkerlakken
die me verwelkomen en die me nog
altijd gezelschap houden, een toilet
ruimte met alleen koud water en drol
len die niet wegspoelen. Maar al snel
weet ik dat ik niet mag klagen: de
meeste studenten wonen per twee op
een kamer. En er is stromend water en
elektriciteit, een luxe die voor de
meeste Kenianen niet bestaat.
Met meer dan vijfhonderd studenten
in een gebouw. En hoewel ik de enige
blanke ben, voel ik me al na twee da
gen welkom. Ik schud vele handen en
kan maar met moeite alle Afrikaanse
namen onthouden. Zonder enige
moeite word je opgenomen in de
groep, met een vanzelfsprekendheid
die in Europa ondenkbaar is. Niets
geen afspraken maken, niets geen
reeks inleidende gesprekken, niets
geen voor-wat-hoort-wat. Al ben je
'anders', je bent er, welkom, je hoort
er bij. Voor nog geen twintig Keni
aanse shilling - ongeveer 25 eurocent
- heb je een volledige maaltijd. Samen
met de studenten eet ik 'ugali', maïs-
meelpap, 'nyama choma', geroosterd
vlees en een soort spinazie, 'sukuma
wiki', letterlijk vertaald 'duwt je de
week door'. Het zijn niet de wereld
schokkende gebeurtenissen die een
cultuurverschil openbaren, het zijn de
gebeurtenissen en de gebruiken in het
leven van alledag. De studenten kij-
Door Kenia loopt een belangrijke verkeersweg die de havenstad Mombasa aan de kust met de landen verbindt die helemaal niet of voor een klein deel aan zee liggen, zoals
Oeganda, Kongo en Rwanda. Grote vrachtwagens veroorzaken veel stof, zoals hier in de buurt van Eldoret.
verbaasd maar antwoord 'bia baridi
tafadhali', koud bier alstublieft. De
meeste Kenianen drinken hun bier
warm.
Er is hier een merk sigaretten dat
Sportsman heet, maar de beste atleten
ter wereld zijn afkomstig uit Kenia.
Deze Keniaanse lopers braken het
laatste decennium meer wereldre
cords en wonnen meer gouden me
dailles dan alle andere atleten uit de
rest van de wereld bij elkaar. Vrijwel
alle lopers zijn afkomstig van één
stam: de Kalenjin, die traditioneel vee
In het luxe Sirikwa-hotel (met zwembadworden vredesbespre
kingen gehouden tussen Somalische strijdende partijen.
ken mij vreemd aan omdat ik eet met
mijn linker hand (ik ben linkshandig).
Even later begrijp ik waarom: met de
linker hand veegt men zijn achterste
af! Ik lach met ze mee en snel wissel
ik van hand en eet verder. Als je han
den vuil zijn, bied je je pols of elle
boog aan als iemand je een hand wil
geven. En het is heel normaal dat
twee mannen of twee vrouwen hand
in hand over straat lopen, als teken
van vriendschap. Maar elke intimiteit
tussen een man en een vrouw in het
openbaar is taboe. En als de ober in
een bar me vraagt of ik mijn bier
warm of koud wil, kijk ik niet meer
GWERNOP O O 9 9 1
w rwv-t. TWWtstCH «kVMOt kï.21 C C, I
hwMrrt e» i*w fttpubbc o' «Mt/a
Op de bankbiljetten prijkt Daniel Arap Moi, de tweede president van
Kenia die 24 jaar aan de macht was.
hoedden en al vele eeuwen op een
hoogte van tweeduizend meter leven,
in de westelijke hooglanden van een
deel van Kenia dat de 'rift valley'
heet. In Iten, een plaatsje ongeveer
dertig kilometer van Eldoret, is een
trainingskamp waar ook de Neder
landse atletiektop regelmatig traint.
Sport als de weg naar succes, de Ke
niaanse atleten zijn helden, ze geven
Kenia en Afrika weer een plaats in de
wereld. En, wees eerlijk, is het niet
prachtig, het beeld van zo'n schriele
en pezige Keniaan die - soms op blote
voeten - alle overige Amerikaanse en
Europese lopers met hun dikbetaalde
sponsorcontracten er volledig uit
loopt?
Jomo Kenyatta, de eerste president
van onafhankelijk Kenia, beschreef
de rol van de missionarissen en kolo
nialisten als volgt: 'Ze kwamen naar
ons land met de Bijbel, vroegen ons
onze ogen te sluiten en te bidden.
Toen we onze ogen openden, hadden
wij de Bijbel, en zij hadden ons land.'
De erfenis van de blanke missionaris
sen en het Britse koloniale verleden is
nog altijd diep geworteld in de Keni
aanse maatschappij. Het parlement
lijkt op het Britse lagerhuis, rechters
dragen zo'n parmantige pruik, de
meeste politici genoten hun opleiding
in Engeland. En behalve dat men hier
in het verkeer links rijdt - al doet het
er in feite niet toe aan welke kant van
de weg men rijdt - is er één ding waar
alles voor moet wijken: Engels voet
bal op televisie. De studenten in het
ziekenhuis zijn keurig gekleed, in
overhemd en stropdas - een buitenge
woon onpraktisch kledingstuk in een
tropisch klimaat, met glimmende
zwarte schoenen en in helderwitte
doktersjas. Hoe lang ik ook boen op
mijn vuile was, mijn overhemden zijn
altijd nog vuil en gekreukt en die
stropdas zit me ook niet lekker.
'Kenianen zijn erg vreedzaam, behal
ve als ze boos worden'. Met een ge
heimzinnige glimlach vertelt Mwan-
gi, een student met pafferig gelaat en
een grote bril, me deze wijsheid. Hij
wijst me op een artikel in de krant van
vandaag: 'Vermoedelijke dief gedood
door woedende menigte'. De vermoe
delijke dief deed een poging tot in
braak in een winkel, maar iemand
sloeg alarm en een aantal bewoners
greep de man, overgoot hem met ben
zine en stak hem in brand. De overige
vermoedelijke daders werden later
door de politie gered van een lynch
partij door de woedende menigte.
De grens tussen een hartelijk welkom
en verregaande vijandigheid tussen
verschillende bevolkingsgroepen in
Afrika is een complexe zaak, waarin
je als buitenstaander maar moeilijk in
zicht krijgt. Alleen al in Kenia zijn 42
etnische groepen, 'tribes' (stammen),
waaronder de Kikuyu, Masai, Akam-
ba, Kalenjin, Luo en Turkana. Iedere
tribe heeft een eigen taal. Daarnaast
spreekt men Kiswahili in heel Oost-
Afrika. Alleen de geschoolde mensen
spreken Engels.
De enige reden waarom ik in het Si-
rikwa hotel kom, is om er te zwem
men in het enige zwembad van Eldo
ret. Momenteel zijn daar vredes
besprekingen gaande over de meer
dan twaalf jaar durende oorlog in So
malië, het enige land ter wereld zon
der regering. In de lounge van het ho
tel zitten de Somaliërs onderuitgezakt
in de stoelen, lurkend aan een drankje,
tussen de besprekingen door. Maar
wie weet welk bloed aan hun handen
kleeft? Hoe is de aarde in Somalië
rood gekleurd door de rebellenlegers
van deze 'warlords'? Ik spreek een
Noorse vrouw die als waarneemster
bij de vredesbesprekingen betrokken
is. De Keniaanse minister van buiten
landse zaken, Musyoka, heeft van
daag een dringend beroep gedaan op
de aanwezigen om in de heropende
vredesbesprekingen tot een compro
mis te komen, 'want na de veertiende
conferentie willen we geen vijftien
de...' In totaal zijn er 400 afgevaardig
den.
In Zuid-Soedan is al tientallen jaren
een burgeroorlog gaande, in Congo -
Zaire - zijn de afgelopen jaren meer
dan een miljoen mensen omgekomen,
om over de horror van Rwanda maar
te zwijgen. Oeganda is, na de terreur
uit de tijd van Amin en daarna nu een
redelijk vreedzaam land en heeft een
hogere economische groei dan Kenia.
De spanning voor en de massale op
luchting na de vreedzaam verlopen
verkiezingen van 27 december zijn nu
beter te begrijpen. In de aanloop naar
de verkiezingen zijn 'slechts enkele
tientallen mensen' omgekomen bij
rellen. Het gevreesde massale politie
ke en etnische geweld zoals in eerdere
verkiezingen bleef uit. Na 24 jaar
hebben Daniel Arap Moi en zijn partij
Kanu de uitslag van de verkiezingen
gerespecteerd en de macht in handen
gegeven van de oppositiepartij, de
Narc-Rainbow coalitie, met aan het
hoofd de huidige nieuwe president
Mwai Kibaki.
Politiek is het gesprek van de dag. De
studenten drommen samen in de hal
van het ziekenhuis, rond de enige te
levisie die er is, en volgen iedere
avond aandachtig het nieuws. Het is
onmogelijk iets van Kenia te begrij
pen zonder je te verdiepen in de ge
schiedenis en de huidige politieke si
tuatie. Politiek, geld en macht zijn
onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Corruptie is endemisch en komt in al
le lagen van de maatschappij voor.
Maar de verwachtingen zijn hoogge
spannen en de hoop op democratische
vernieuwing, aanpak van corruptie,
verbetering van de infrastructuur, ge
zondheidszorg en onderwijs is groot.
Een veelgedraaid liedje op de radio,
in het Kiswahili gezongen, het re
frein: 'Alles is mogelijk zonder Moi',
't is een vrolijk liedje. Maar voor hoe
lang zullen de mensen dit vrolijke lied
meezingen?
De gevolgen van de politieke omwen
teling zijn meteen duidelijk: mensen
drommen samen voor het ziekenhuis,
verwachten gratis medische zorg zo
als door de huidige regering tijdens de
verkiezingscampagne beloofd is, en
de scholen kunnen de massale in
stroom van nieuwe leerlingen niet
aan. 'Man van 27 begint basisschool',
lees ik de volgende dag in de krant.
De man verliet na de dood van zijn
vader in 1990 als kind school. Zijn
moeder weigerde hem naar school te
laten gaan. Hij woonde een tijd bij
zijn grootmoeder, maar die kon de
steeds hoger wordende schoolgelden
niet betalen. Waarna hij met het hoe
den van vee en een kleine handel in
houtskool probeerde voldoende geld
te verdienen. Maar het geld dat hij
verdiende, werd hem afgenomen door
zijn oudere broer en zijn moeder. 'De
27-jarige bebaarde George Ouma is
nu vol lof over het besluit van de re
gering over gratis basiseducatie en hij
grijpt deze kans met beide handen aan
om alsnog naar school te gaan.' Het
aantal kinderen dat in de jaren negen
tig naar de basisschool ging, is be
droevend laag. Het schoolgeld was
voor een groot deel van de armere ge
zinnen in Kenia, die van minder dan
één euro per dag moeten rondkomen,
niet op te brengen. Het resultaat is de
sastreus: een hele generatie twintigers
die niet kan lezen, schrijven of reke
nen. Hoe help ik een land de afgrond
in? Dankuwel president Moi.
U begrijpt hoe revolutionair het be
sluit van de nieuwe regering is om
gratis basiseducatie te leveren. Het
leidt natuurlijk tot de nodige chaos:
niet genoeg docenten, te kleine
schoolgebouwen, geen lesmateriaal.
En de allerarmsten zijn de pineut. Een
detail in de erfenis van het Britse ko
loniale verleden: het dragen van een
schooluniform is verplicht, kniekou
sen, overhemd, spencer, schoenen. De
arme gezinnen in de sloppenwijken
kunnen dit schooluniform niet betalen
en kinderen worden naar huis ge
stuurd. Al zetje een schoolbord onder
een boom, de kinderen in een kring er
omheen, zittend op de grond, met of
zonder uniform, wat doet het ertoe:
Leer ze lezen en schrijven! Stel je
voor, over tien jaar, berichtje in krant:
'Schooluniform oorzaak van analfa
betisme.'
Sneeuw op de evenaar. Het kan, op
vijfduizend meter hoogte. De eeuwi
ge sneeuw op de toppen van Mount
Kenya, na de in Tanzania gelegen Ki
limanjaro de tweede hoogste berg van
Afrika. We stellen ons Afrika voor als
een oneindige savanne, met hoog
groengeel wuivend gras, in de vlakte
een enkele eenzame boom, op een
van de takken een luipaard, loerend
naar een kudde zebra's of antilopes,
om in de avond op jacht te gaan, tegen
een door de ondergaande zon diep
rood gekleurde hemel. Maar het beeld
van Afrika is minder romantisch dan
in een natuurfilm. Hoe banaal: het ge-
N
vaarlijkste dier in Afrika is de mug.
Malaria is doodsoorzaak nummer één
onder kinderen. Per dag sterven er
meer kinderen aan de gevolgen van
malaria dan aan welke andere oorzaak
ook. Nog geen honderd meter van het
ziekenhuis is een houtzagerij waar
doodskisten gemaakt worden. Naast
een berg zaagsel zie je mannen zwe
tend in de zon zagen, timmeren, schu
ren en lakken. De handel in doodskis
ten is een goede business. Maar veel
familieleden van de overledenen kun
nen de begrafenis niet betalen. De li
chamen van de overledenen in het
mortuarium worden net zolang be
waard tot er voldoende geld verza
meld is voor de begrafenis. Soms
duurt dat jaren.
Zo gaat dat ook met patiënten die de
ziekenhuisrekening niet kunnen beta
len. Ze blijven net zo lang in het zie
kenhuis tot er uiteindelijk voldoende
geld verzameld is. Veertig procent
van het aantal bedden in het zieken
huis is bezet door patiënten met aids.
Wereldwijd leven er 42 miljoen men
sen met aids, waarvan dertig miljoen
in Afrika ten zuiden van de Sahara.
Meer dan vijftig procent van de geïn-
fecteerden is vrouw. In Kenia is de
hiv-prevalentie onder vrouwen in de
leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar,
na Zuid-Afrika, het hoogste. Als ge
volg van de aidsepidemie is de ge
middelde levensverwachting gedaald
met meer dan vijftien jaar. Wereld
wijd hebben meer dan dertien miljoen
kinderen jonger dan vijftien jaar één
of beide ouders verloren als gevolg
van aids. Het hele middenkader van
de bevolking valt weg. De gevolgen
voor de economie en de sociale struc
tuur van de maatschappij zijn desas
treus. 's Middags liggen de patiënten
en familieleden in de schaduw onder
een van de bomen voor het zieken
huis, pratend, rustend, slapend. En de
dokter? Die zit iets verderop, onder
een andere boom. Het is een omge
keerde wereld. Je kunt maar beter ie
dere dag genieten van een beetje
schaduw.
Afrika, de bakermat van de bescha
ving. In deze aarde sliepen al kinde
ren voor er piramides in Egypte wa
ren, voor de Romeinen hun
veldtochten naar het noorden van Eu
ropa begonnen, voor Columbus Ame
rika ontdekte. In het noorden van Ke
nia en in het zuiden van Ethiopië zijn
de oudste archeologische vindplaat
sen uit de geschiedenis van de mens
heid. Maar wie denkt daar nu nog
aan?
Het blijft vreemd: we betalen honder
den dollars om een safari te maken,
een aantal foto's te nemen van een
groep leeuwen in een wildpark, slui
ten ons net als de dieren in de wild
parken op achter hoge hekken, in de
dure hotels. Maar voor dat kind op
straat? Dat kind is ons nog geen shil
ling waard. De enige plek in Kenia
waar ik geen straatkinderen zag, was
op de top van Mount Kenya. Op iede
re straathoek, in iedere steeg, voor ie
dere winkel, de groepjes kinderen, in
vuile gescheurde kleren, meestal zon-
mensen, veelal moeders met kinde
ren, opeengepakt in de huisjes, waar
het hele gezin in één kamer slaapt.
Het gebrek aan middelen staat in
schril contrast met de levendigheid
die er heerst: gekleurde barakken,
kiosken en winkeltjes, markten met
kleurige kleding en fruit, vrolijkheid
en rumoer op straat, muziek, spelende
kinderen, lachend, wuivend, rennend.
Is dit ellende? Ja en nee. Inderdaad,
de levensverwachting van de mensen
is ongeveer veertig jaar, kinderen met
hongerbuikjes lopen op blote voeten
door de roodbestofte straten, mannen
drinken zich dood aan de zelfgestook-
te alcohol, vrouwen sterven aan een
voudig te verhelpen aandoeningen tij
dens de bevalling en het aantal
aidsslachtoffers is niet te tellen. Maar
iedere keer weer ben ik onder de in
druk van de levenslust en de spontane
diepe lach van de Kenianen. Een le
ven in de meest armoedige omstan
digheden betekent niet dat mensen
geen zelfrespect en trots hebben.
Waarom ik helemaal van het andere
eind van de wereld naar Kenia reis
om hier door het rode stof van de
sloppenwijken te lopen? Ik weet, de
tijd van ontdekkingsreizigers, missio
narissen en tropenartsen is voorbij.
Het project waaraan ik werk is be
scheiden: samen met een Keniaanse
arts en drie medisch studenten bezoek
ik de gezinnen in de sloppenwijken.
We richten ons op een groep van ze
ventien gezinnen, waarvan de kinde
ren die eerst op straat leefden nu terug
zijn bij hun familie. Het is geen on
voorwaardelijke begeleiding, alleen
gezinnen die mee willen werken en
hun best doen, blijven bij het project
betrokken. Onafhankelijkheid en zelf-
voorzienendheid is het doel. Kinderen
die eerst, op straat leefden, krijgen de
mogelijkheid weer naar school te
gaan of volgen een opleiding zodat ze
een baan kunnen vinden. Verder is het
doel om informatie te verzamelen
over de gezondheidstoestand van de
kinderen en over de sociale situatie
van alle leden van het huishouden. Zo
is het mogelijk de gezinssituatie te
vergelijken met eerder, en te vervol
gen in de toekomst. En te concluderen
of deze vorm van preventie en inter
ventie werkt of niet.
Vandaag bezoeken we John, Mara en
hun grootmoeder. Na het vertrek van
hun vader uit het huis werden John en
Mara door hun moeder de straat op
gestuurd om geld te verdienen. De
overlevingsstrategieën en de creativi
teit van kinderen zijn haast onuitput
telijk. John, nu zestien jaar, leefde vijf
jaar op straat en zorgde al die tijd voor
zijn broertje Mara, die nu dertien is.
Een jaar geleden kwam John met een
in een straatgevecht opgelopen ernsti
ge hoofdwond op de eerste hulp van
In de hoofdstad Nairobi staan de straten na een regenbui snel blank.
der schoenen, hun gehavende gelaat
vol schrammen, littekens. Ze bedelen,
vragen om voedsel en geld, of ze pro
beren iets te verkopen, plastic zakjes,
pinda's, biscuitjes. Of ze liggen lang
uit in het stof, in de hete middagzon te
slapen, alsof de rest van de wereld
niet bestaat. Mensen stappen over hei)
heen, tot ze door een woedende win
keleigenaar of de politie uit de goot
getrapt worden. Leunend tegen de
muur in de portieken snuiven ze de
lijmdampen uit het potje dat ze tegen
hun mond en neus drukken. Waar is je
moeder, waar is je vader? Moeder
dood, vader dood. Of: moeder dood,
vader weg. Zelfs als een van beide ou
ders nog leeft, is het leven op straat
voor de kinderen vaak beter dan thuis.
Sinds de politieke en etnische conflic
ten begin jaren negentig, ontstonden
er uitgestrekte sloppenwijken aan de
rand van de steden. Alleen al in Eldo
ret is het geschatte aantal kinderen dat
op straat leeft meer dan duizend, en in
heel Kenia wordt het aantal geschat
op meer dan tweehonderdduizend.
Met drie Keniaanse medisch studen
ten bezoek ik gezinnen in 'Langas',
de grootste sloppenwijk in Eldoret.
Een bonte verzameling hutjes van
hout en leem, van golfplaten en plas
tic, zonder stromend water, elektrici
teit of riool. Hier wonen duizenden
het ziekenhuis. Via de Keniaanse arts
die zich het lot van straatkinderen
aantrekt, kreeg hij medische hulp en
met zijn toestemming werd later een
bezoek gebracht aan moeder. Vader is
spoorloos, volgens moeder 'niet he
lemaal goed in zijn hoofd', en moe--
der continu dronken. Grootmoeder
bleek nog in leven en heeft een han
deltje in kleding die ze op de markt
verkoopt. Ze was bereid John en Ma-
ra in huis te nemen, onder de voor
waarde dat ze iedere zaterdag helpen
op de markt. Mara gaat nu naar
school en John heeft een baan als
hulp van een fietsenmaker. Zo leert
hij in de werkplaats en krijgt hij een
kleine vergoeding, juist genoeg om
van te leven. Tevens krijgt hij één
ochtend in de week samen met tien
andere voormalige straatkinderen les
in rekenen. Dit kan hem helpen bij
het kopen en verkopen van de fiet
sen. John en Mara hebben geen con
tact meer met hun moeder. Zij is nog
altijd verslaafd aan de zelfgestookte
alcohol en volgens grootmoeder
'ontvangt ze mannen'.
John en Mara, twee kinderen van de
meer dan duizend in Eldoret: is hun
leven nu beter of slechter dan eerst?
Ik weet het niet. De tijd ligt als een
dief in de nacht op de loer. Wat als
grootmoeder overlijdt?
Wachtende vrouwen van de Masai-stam, een van de 42 etnische groepen, in traditionele kledij in de
droge savanne.