'Enige plek waar ik geen straatkinderen zag, was op de top van Mount Kenia' Bi Oud-Vossemeerder Erik van Gorsel: Gevaarlijkste dier in Afrika is de mug Donderdag 6 maart 2003 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 15 Pas na een uur besef ik dat er twee kippen in de karton nen doos zitten. De man met de doos op zijn schoot grijnst naar me en zegt 'kuku', kip. Ik kijk nog eens en zie door de in het karton geprikte luchtgaten een snavel en zie hoe de kip probeert zijn kop naar buiten te wur men, tevergeefs. Het moet een vreemd gezicht zijn, een lange blanke man opeengevouwen tussen eenentwintig Kenianen in een busje, starend naar een kip in een doos. Sardientjes in blik hebben een ruimer bestaan. Het enige dat werkt, zijn de claxon en de radio. Kakkerlakken Engels voetbal Opluchting Malaria en aids Levenslust Straatkinderen 22ZZZZZZZ Erik van Gorsel (26) is zesdejaars student geneeskunde aan de univer siteit van Maastricht. Hij groeide op in Oud-Vossemeer, waar zijn ou ders de boerderij Bagijnhoeve aan de Molendijk bewonen. Van no vember vorig jaar tot half april dit jaar loopt hij co-schap in een ziekenhuis in Eldoret, Kenia, en doet daar voor zijn studie onderzoek naar de gezondheidstoestand van kinderen in de sloppenwijken. Via e- mail bericht hij ons over zijn eerste maanden in Afrika. Behendig ontwijkt de bestuurder de vele gaten in de weg, onderwijl mee zingend met de liedjes op de radio, en luid toeterend en gebarend naar de an dere weggebruikers. Vrachtwagens die de heuvel op kruipen, een wolk van zwarte rook uitspuwend. Tege moetkomend verkeer, toeterend en seinend met de lichten tijdens een van de vele inhaalmanoeuvres. Fietsers op de smalle onregelmatige reep asfalt, met grote trossen bananen op de ba gagedrager, keer op keer hun even wicht verliezend, verdwijnend in de stofwolken van het voorbij razende verkeer. En de vele uitgebrande wrak ken in de berm, meestal 'matatu's', zo'n busje waarin ik zit. Later besef ik dat er geen keus is, reizen per matatu is de enige mogelijkheid. De treinen rijden al jaren niet meer, de ooit door de Britten gebouwde treinstations staan als skeletten in de centra van de steden, de rails is overwoekerd en de geiten grazen er zonder op- of omkij ken tussen de bielzen. Slechts enkele Kenianen hebben voldoende geld om een auto te kopen. Verkeersongeval len zijn een niet te onderschatten risi co. Iedere dag staat er wel een bericht in de krant, achteloos in een van de hoeken van de minder gelezen pagi na's 'elf doden en zes zwaargewon den in matatu-accident'. De pas geko zen president van Kenia, Mwai Kibaki, raakte in een verkeersongeval tijdens de verkiezingscampagne zwaar gewond. Voor medische hulp vloog hij naar Londen, waar hij door een team van Britse specialisten ge holpen werd. Dit geeft al aan dat de Keniaanse gezondheidszorg in dezelf de slechte staat verkeert als de infra structuur. En er zijn maar weinig Ke nianen die geen familielid verloren in een verkeersongeval. Na zijn herstel in Londen werd Kibaki als een held van de oppositie in de verkiezings strijd onthaald in Kenia. Hij won de verkiezingen van 27 december met een overweldigende meerderheid en is thans de derde president van Kenia sinds de onafhankelijkheid in 1963. Ik ben op weg naar Eldoret, een pro vinciestad ongeveer 300 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Nairo bi. Een roestig bord aan de kant van de weg geeft aan dat we de evenaar passeren, ik ben weer terug op het noordelijk halfrond. Eldoret is met ongeveer driehonderdduizend inwo ners de vijfde stad van Kenia, al weet niemand hoeveel inwoners er in wer kelijkheid zijn. Het aantal sloppenwij ken aan de rand van de stad groeit nog altijd. Er is een medische faculteit waar men, evenals aan de universiteit van Nairobi, artsen opleidt, een aantal dat in totaal veel te klein is om voor de 32 miljoen Kenianen zorg te kun nen leveren. Hier zal ik de komende vijf maanden als medisch student in het ziekenhuis werken en een onder zoek uitvoeren naar de gezondheids toestand van de kinderen in de slop penwijken. 'Mzungu!', blanke, roept iemand me toe als ik uit het busje rol met mijn rugzak. 'Habari?', alles goed? 'Salama sana!', prima, roep ik triomfantelijk en loop naar het ge bouw tegenover het ziekenhuis waar ik de komende maanden zal wonen. Een kamer van twee bij drie meter, de ruit valt van vier hoog naar beneden als ik het raam open, kakkerlakken die me verwelkomen en die me nog altijd gezelschap houden, een toilet ruimte met alleen koud water en drol len die niet wegspoelen. Maar al snel weet ik dat ik niet mag klagen: de meeste studenten wonen per twee op een kamer. En er is stromend water en elektriciteit, een luxe die voor de meeste Kenianen niet bestaat. Met meer dan vijfhonderd studenten in een gebouw. En hoewel ik de enige blanke ben, voel ik me al na twee da gen welkom. Ik schud vele handen en kan maar met moeite alle Afrikaanse namen onthouden. Zonder enige moeite word je opgenomen in de groep, met een vanzelfsprekendheid die in Europa ondenkbaar is. Niets geen afspraken maken, niets geen reeks inleidende gesprekken, niets geen voor-wat-hoort-wat. Al ben je 'anders', je bent er, welkom, je hoort er bij. Voor nog geen twintig Keni aanse shilling - ongeveer 25 eurocent - heb je een volledige maaltijd. Samen met de studenten eet ik 'ugali', maïs- meelpap, 'nyama choma', geroosterd vlees en een soort spinazie, 'sukuma wiki', letterlijk vertaald 'duwt je de week door'. Het zijn niet de wereld schokkende gebeurtenissen die een cultuurverschil openbaren, het zijn de gebeurtenissen en de gebruiken in het leven van alledag. De studenten kij- Door Kenia loopt een belangrijke verkeersweg die de havenstad Mombasa aan de kust met de landen verbindt die helemaal niet of voor een klein deel aan zee liggen, zoals Oeganda, Kongo en Rwanda. Grote vrachtwagens veroorzaken veel stof, zoals hier in de buurt van Eldoret. verbaasd maar antwoord 'bia baridi tafadhali', koud bier alstublieft. De meeste Kenianen drinken hun bier warm. Er is hier een merk sigaretten dat Sportsman heet, maar de beste atleten ter wereld zijn afkomstig uit Kenia. Deze Keniaanse lopers braken het laatste decennium meer wereldre cords en wonnen meer gouden me dailles dan alle andere atleten uit de rest van de wereld bij elkaar. Vrijwel alle lopers zijn afkomstig van één stam: de Kalenjin, die traditioneel vee In het luxe Sirikwa-hotel (met zwembadworden vredesbespre kingen gehouden tussen Somalische strijdende partijen. ken mij vreemd aan omdat ik eet met mijn linker hand (ik ben linkshandig). Even later begrijp ik waarom: met de linker hand veegt men zijn achterste af! Ik lach met ze mee en snel wissel ik van hand en eet verder. Als je han den vuil zijn, bied je je pols of elle boog aan als iemand je een hand wil geven. En het is heel normaal dat twee mannen of twee vrouwen hand in hand over straat lopen, als teken van vriendschap. Maar elke intimiteit tussen een man en een vrouw in het openbaar is taboe. En als de ober in een bar me vraagt of ik mijn bier warm of koud wil, kijk ik niet meer GWERNOP O O 9 9 1 w rwv-t. TWWtstCH «kVMOt kï.21 C C, I hwMrrt e» i*w fttpubbc o' «Mt/a Op de bankbiljetten prijkt Daniel Arap Moi, de tweede president van Kenia die 24 jaar aan de macht was. hoedden en al vele eeuwen op een hoogte van tweeduizend meter leven, in de westelijke hooglanden van een deel van Kenia dat de 'rift valley' heet. In Iten, een plaatsje ongeveer dertig kilometer van Eldoret, is een trainingskamp waar ook de Neder landse atletiektop regelmatig traint. Sport als de weg naar succes, de Ke niaanse atleten zijn helden, ze geven Kenia en Afrika weer een plaats in de wereld. En, wees eerlijk, is het niet prachtig, het beeld van zo'n schriele en pezige Keniaan die - soms op blote voeten - alle overige Amerikaanse en Europese lopers met hun dikbetaalde sponsorcontracten er volledig uit loopt? Jomo Kenyatta, de eerste president van onafhankelijk Kenia, beschreef de rol van de missionarissen en kolo nialisten als volgt: 'Ze kwamen naar ons land met de Bijbel, vroegen ons onze ogen te sluiten en te bidden. Toen we onze ogen openden, hadden wij de Bijbel, en zij hadden ons land.' De erfenis van de blanke missionaris sen en het Britse koloniale verleden is nog altijd diep geworteld in de Keni aanse maatschappij. Het parlement lijkt op het Britse lagerhuis, rechters dragen zo'n parmantige pruik, de meeste politici genoten hun opleiding in Engeland. En behalve dat men hier in het verkeer links rijdt - al doet het er in feite niet toe aan welke kant van de weg men rijdt - is er één ding waar alles voor moet wijken: Engels voet bal op televisie. De studenten in het ziekenhuis zijn keurig gekleed, in overhemd en stropdas - een buitenge woon onpraktisch kledingstuk in een tropisch klimaat, met glimmende zwarte schoenen en in helderwitte doktersjas. Hoe lang ik ook boen op mijn vuile was, mijn overhemden zijn altijd nog vuil en gekreukt en die stropdas zit me ook niet lekker. 'Kenianen zijn erg vreedzaam, behal ve als ze boos worden'. Met een ge heimzinnige glimlach vertelt Mwan- gi, een student met pafferig gelaat en een grote bril, me deze wijsheid. Hij wijst me op een artikel in de krant van vandaag: 'Vermoedelijke dief gedood door woedende menigte'. De vermoe delijke dief deed een poging tot in braak in een winkel, maar iemand sloeg alarm en een aantal bewoners greep de man, overgoot hem met ben zine en stak hem in brand. De overige vermoedelijke daders werden later door de politie gered van een lynch partij door de woedende menigte. De grens tussen een hartelijk welkom en verregaande vijandigheid tussen verschillende bevolkingsgroepen in Afrika is een complexe zaak, waarin je als buitenstaander maar moeilijk in zicht krijgt. Alleen al in Kenia zijn 42 etnische groepen, 'tribes' (stammen), waaronder de Kikuyu, Masai, Akam- ba, Kalenjin, Luo en Turkana. Iedere tribe heeft een eigen taal. Daarnaast spreekt men Kiswahili in heel Oost- Afrika. Alleen de geschoolde mensen spreken Engels. De enige reden waarom ik in het Si- rikwa hotel kom, is om er te zwem men in het enige zwembad van Eldo ret. Momenteel zijn daar vredes besprekingen gaande over de meer dan twaalf jaar durende oorlog in So malië, het enige land ter wereld zon der regering. In de lounge van het ho tel zitten de Somaliërs onderuitgezakt in de stoelen, lurkend aan een drankje, tussen de besprekingen door. Maar wie weet welk bloed aan hun handen kleeft? Hoe is de aarde in Somalië rood gekleurd door de rebellenlegers van deze 'warlords'? Ik spreek een Noorse vrouw die als waarneemster bij de vredesbesprekingen betrokken is. De Keniaanse minister van buiten landse zaken, Musyoka, heeft van daag een dringend beroep gedaan op de aanwezigen om in de heropende vredesbesprekingen tot een compro mis te komen, 'want na de veertiende conferentie willen we geen vijftien de...' In totaal zijn er 400 afgevaardig den. In Zuid-Soedan is al tientallen jaren een burgeroorlog gaande, in Congo - Zaire - zijn de afgelopen jaren meer dan een miljoen mensen omgekomen, om over de horror van Rwanda maar te zwijgen. Oeganda is, na de terreur uit de tijd van Amin en daarna nu een redelijk vreedzaam land en heeft een hogere economische groei dan Kenia. De spanning voor en de massale op luchting na de vreedzaam verlopen verkiezingen van 27 december zijn nu beter te begrijpen. In de aanloop naar de verkiezingen zijn 'slechts enkele tientallen mensen' omgekomen bij rellen. Het gevreesde massale politie ke en etnische geweld zoals in eerdere verkiezingen bleef uit. Na 24 jaar hebben Daniel Arap Moi en zijn partij Kanu de uitslag van de verkiezingen gerespecteerd en de macht in handen gegeven van de oppositiepartij, de Narc-Rainbow coalitie, met aan het hoofd de huidige nieuwe president Mwai Kibaki. Politiek is het gesprek van de dag. De studenten drommen samen in de hal van het ziekenhuis, rond de enige te levisie die er is, en volgen iedere avond aandachtig het nieuws. Het is onmogelijk iets van Kenia te begrij pen zonder je te verdiepen in de ge schiedenis en de huidige politieke si tuatie. Politiek, geld en macht zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Corruptie is endemisch en komt in al le lagen van de maatschappij voor. Maar de verwachtingen zijn hoogge spannen en de hoop op democratische vernieuwing, aanpak van corruptie, verbetering van de infrastructuur, ge zondheidszorg en onderwijs is groot. Een veelgedraaid liedje op de radio, in het Kiswahili gezongen, het re frein: 'Alles is mogelijk zonder Moi', 't is een vrolijk liedje. Maar voor hoe lang zullen de mensen dit vrolijke lied meezingen? De gevolgen van de politieke omwen teling zijn meteen duidelijk: mensen drommen samen voor het ziekenhuis, verwachten gratis medische zorg zo als door de huidige regering tijdens de verkiezingscampagne beloofd is, en de scholen kunnen de massale in stroom van nieuwe leerlingen niet aan. 'Man van 27 begint basisschool', lees ik de volgende dag in de krant. De man verliet na de dood van zijn vader in 1990 als kind school. Zijn moeder weigerde hem naar school te laten gaan. Hij woonde een tijd bij zijn grootmoeder, maar die kon de steeds hoger wordende schoolgelden niet betalen. Waarna hij met het hoe den van vee en een kleine handel in houtskool probeerde voldoende geld te verdienen. Maar het geld dat hij verdiende, werd hem afgenomen door zijn oudere broer en zijn moeder. 'De 27-jarige bebaarde George Ouma is nu vol lof over het besluit van de re gering over gratis basiseducatie en hij grijpt deze kans met beide handen aan om alsnog naar school te gaan.' Het aantal kinderen dat in de jaren negen tig naar de basisschool ging, is be droevend laag. Het schoolgeld was voor een groot deel van de armere ge zinnen in Kenia, die van minder dan één euro per dag moeten rondkomen, niet op te brengen. Het resultaat is de sastreus: een hele generatie twintigers die niet kan lezen, schrijven of reke nen. Hoe help ik een land de afgrond in? Dankuwel president Moi. U begrijpt hoe revolutionair het be sluit van de nieuwe regering is om gratis basiseducatie te leveren. Het leidt natuurlijk tot de nodige chaos: niet genoeg docenten, te kleine schoolgebouwen, geen lesmateriaal. En de allerarmsten zijn de pineut. Een detail in de erfenis van het Britse ko loniale verleden: het dragen van een schooluniform is verplicht, kniekou sen, overhemd, spencer, schoenen. De arme gezinnen in de sloppenwijken kunnen dit schooluniform niet betalen en kinderen worden naar huis ge stuurd. Al zetje een schoolbord onder een boom, de kinderen in een kring er omheen, zittend op de grond, met of zonder uniform, wat doet het ertoe: Leer ze lezen en schrijven! Stel je voor, over tien jaar, berichtje in krant: 'Schooluniform oorzaak van analfa betisme.' Sneeuw op de evenaar. Het kan, op vijfduizend meter hoogte. De eeuwi ge sneeuw op de toppen van Mount Kenya, na de in Tanzania gelegen Ki limanjaro de tweede hoogste berg van Afrika. We stellen ons Afrika voor als een oneindige savanne, met hoog groengeel wuivend gras, in de vlakte een enkele eenzame boom, op een van de takken een luipaard, loerend naar een kudde zebra's of antilopes, om in de avond op jacht te gaan, tegen een door de ondergaande zon diep rood gekleurde hemel. Maar het beeld van Afrika is minder romantisch dan in een natuurfilm. Hoe banaal: het ge- N vaarlijkste dier in Afrika is de mug. Malaria is doodsoorzaak nummer één onder kinderen. Per dag sterven er meer kinderen aan de gevolgen van malaria dan aan welke andere oorzaak ook. Nog geen honderd meter van het ziekenhuis is een houtzagerij waar doodskisten gemaakt worden. Naast een berg zaagsel zie je mannen zwe tend in de zon zagen, timmeren, schu ren en lakken. De handel in doodskis ten is een goede business. Maar veel familieleden van de overledenen kun nen de begrafenis niet betalen. De li chamen van de overledenen in het mortuarium worden net zolang be waard tot er voldoende geld verza meld is voor de begrafenis. Soms duurt dat jaren. Zo gaat dat ook met patiënten die de ziekenhuisrekening niet kunnen beta len. Ze blijven net zo lang in het zie kenhuis tot er uiteindelijk voldoende geld verzameld is. Veertig procent van het aantal bedden in het zieken huis is bezet door patiënten met aids. Wereldwijd leven er 42 miljoen men sen met aids, waarvan dertig miljoen in Afrika ten zuiden van de Sahara. Meer dan vijftig procent van de geïn- fecteerden is vrouw. In Kenia is de hiv-prevalentie onder vrouwen in de leeftijdscategorie van 15 tot 24 jaar, na Zuid-Afrika, het hoogste. Als ge volg van de aidsepidemie is de ge middelde levensverwachting gedaald met meer dan vijftien jaar. Wereld wijd hebben meer dan dertien miljoen kinderen jonger dan vijftien jaar één of beide ouders verloren als gevolg van aids. Het hele middenkader van de bevolking valt weg. De gevolgen voor de economie en de sociale struc tuur van de maatschappij zijn desas treus. 's Middags liggen de patiënten en familieleden in de schaduw onder een van de bomen voor het zieken huis, pratend, rustend, slapend. En de dokter? Die zit iets verderop, onder een andere boom. Het is een omge keerde wereld. Je kunt maar beter ie dere dag genieten van een beetje schaduw. Afrika, de bakermat van de bescha ving. In deze aarde sliepen al kinde ren voor er piramides in Egypte wa ren, voor de Romeinen hun veldtochten naar het noorden van Eu ropa begonnen, voor Columbus Ame rika ontdekte. In het noorden van Ke nia en in het zuiden van Ethiopië zijn de oudste archeologische vindplaat sen uit de geschiedenis van de mens heid. Maar wie denkt daar nu nog aan? Het blijft vreemd: we betalen honder den dollars om een safari te maken, een aantal foto's te nemen van een groep leeuwen in een wildpark, slui ten ons net als de dieren in de wild parken op achter hoge hekken, in de dure hotels. Maar voor dat kind op straat? Dat kind is ons nog geen shil ling waard. De enige plek in Kenia waar ik geen straatkinderen zag, was op de top van Mount Kenya. Op iede re straathoek, in iedere steeg, voor ie dere winkel, de groepjes kinderen, in vuile gescheurde kleren, meestal zon- mensen, veelal moeders met kinde ren, opeengepakt in de huisjes, waar het hele gezin in één kamer slaapt. Het gebrek aan middelen staat in schril contrast met de levendigheid die er heerst: gekleurde barakken, kiosken en winkeltjes, markten met kleurige kleding en fruit, vrolijkheid en rumoer op straat, muziek, spelende kinderen, lachend, wuivend, rennend. Is dit ellende? Ja en nee. Inderdaad, de levensverwachting van de mensen is ongeveer veertig jaar, kinderen met hongerbuikjes lopen op blote voeten door de roodbestofte straten, mannen drinken zich dood aan de zelfgestook- te alcohol, vrouwen sterven aan een voudig te verhelpen aandoeningen tij dens de bevalling en het aantal aidsslachtoffers is niet te tellen. Maar iedere keer weer ben ik onder de in druk van de levenslust en de spontane diepe lach van de Kenianen. Een le ven in de meest armoedige omstan digheden betekent niet dat mensen geen zelfrespect en trots hebben. Waarom ik helemaal van het andere eind van de wereld naar Kenia reis om hier door het rode stof van de sloppenwijken te lopen? Ik weet, de tijd van ontdekkingsreizigers, missio narissen en tropenartsen is voorbij. Het project waaraan ik werk is be scheiden: samen met een Keniaanse arts en drie medisch studenten bezoek ik de gezinnen in de sloppenwijken. We richten ons op een groep van ze ventien gezinnen, waarvan de kinde ren die eerst op straat leefden nu terug zijn bij hun familie. Het is geen on voorwaardelijke begeleiding, alleen gezinnen die mee willen werken en hun best doen, blijven bij het project betrokken. Onafhankelijkheid en zelf- voorzienendheid is het doel. Kinderen die eerst, op straat leefden, krijgen de mogelijkheid weer naar school te gaan of volgen een opleiding zodat ze een baan kunnen vinden. Verder is het doel om informatie te verzamelen over de gezondheidstoestand van de kinderen en over de sociale situatie van alle leden van het huishouden. Zo is het mogelijk de gezinssituatie te vergelijken met eerder, en te vervol gen in de toekomst. En te concluderen of deze vorm van preventie en inter ventie werkt of niet. Vandaag bezoeken we John, Mara en hun grootmoeder. Na het vertrek van hun vader uit het huis werden John en Mara door hun moeder de straat op gestuurd om geld te verdienen. De overlevingsstrategieën en de creativi teit van kinderen zijn haast onuitput telijk. John, nu zestien jaar, leefde vijf jaar op straat en zorgde al die tijd voor zijn broertje Mara, die nu dertien is. Een jaar geleden kwam John met een in een straatgevecht opgelopen ernsti ge hoofdwond op de eerste hulp van In de hoofdstad Nairobi staan de straten na een regenbui snel blank. der schoenen, hun gehavende gelaat vol schrammen, littekens. Ze bedelen, vragen om voedsel en geld, of ze pro beren iets te verkopen, plastic zakjes, pinda's, biscuitjes. Of ze liggen lang uit in het stof, in de hete middagzon te slapen, alsof de rest van de wereld niet bestaat. Mensen stappen over hei) heen, tot ze door een woedende win keleigenaar of de politie uit de goot getrapt worden. Leunend tegen de muur in de portieken snuiven ze de lijmdampen uit het potje dat ze tegen hun mond en neus drukken. Waar is je moeder, waar is je vader? Moeder dood, vader dood. Of: moeder dood, vader weg. Zelfs als een van beide ou ders nog leeft, is het leven op straat voor de kinderen vaak beter dan thuis. Sinds de politieke en etnische conflic ten begin jaren negentig, ontstonden er uitgestrekte sloppenwijken aan de rand van de steden. Alleen al in Eldo ret is het geschatte aantal kinderen dat op straat leeft meer dan duizend, en in heel Kenia wordt het aantal geschat op meer dan tweehonderdduizend. Met drie Keniaanse medisch studen ten bezoek ik gezinnen in 'Langas', de grootste sloppenwijk in Eldoret. Een bonte verzameling hutjes van hout en leem, van golfplaten en plas tic, zonder stromend water, elektrici teit of riool. Hier wonen duizenden het ziekenhuis. Via de Keniaanse arts die zich het lot van straatkinderen aantrekt, kreeg hij medische hulp en met zijn toestemming werd later een bezoek gebracht aan moeder. Vader is spoorloos, volgens moeder 'niet he lemaal goed in zijn hoofd', en moe-- der continu dronken. Grootmoeder bleek nog in leven en heeft een han deltje in kleding die ze op de markt verkoopt. Ze was bereid John en Ma- ra in huis te nemen, onder de voor waarde dat ze iedere zaterdag helpen op de markt. Mara gaat nu naar school en John heeft een baan als hulp van een fietsenmaker. Zo leert hij in de werkplaats en krijgt hij een kleine vergoeding, juist genoeg om van te leven. Tevens krijgt hij één ochtend in de week samen met tien andere voormalige straatkinderen les in rekenen. Dit kan hem helpen bij het kopen en verkopen van de fiet sen. John en Mara hebben geen con tact meer met hun moeder. Zij is nog altijd verslaafd aan de zelfgestookte alcohol en volgens grootmoeder 'ontvangt ze mannen'. John en Mara, twee kinderen van de meer dan duizend in Eldoret: is hun leven nu beter of slechter dan eerst? Ik weet het niet. De tijd ligt als een dief in de nacht op de loer. Wat als grootmoeder overlijdt? Wachtende vrouwen van de Masai-stam, een van de 42 etnische groepen, in traditionele kledij in de droge savanne.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2003 | | pagina 15