Keuzes voor de toekomst door nieuwe Provinciale Staten rn rn 1 Zeeland rs.debat Tien thema's Vier ideeën Provincie Zeeland IMS. stad platteland zoet zout water bestuur organisatie milieu economie Terugblik Keuzes maken Hoofdlijnen Strategische Visie Industrie V -rfar* •nap iÉBÉ&W Landbouw Natuur en landschap De Zeeuwse Visserij Zeeland, watersportland Leefbare dorpen Openbaar vervoer Sociale veiligheid Van thuis- tot ziekenhuiszorg In gesprek met de samenleving Wat kunt u ermee? ■*ri In het najaar van 2000 en begin 2001 vond het Zeelanddebat plaats. Provinciale Staten van Zeeland gingen in gesprek met inwoners en organisaties. Persoonlijk, op internet en door het huis-aan-huis versprei den van een enquête, vroegen zij uw mening over de toekomst van Zeeland. Mede gebaseerd op de resultaten van het Zeelanddebat werd een Strategische Visie opgesteld. Hierin geven Provinciale Staten de hoofd lijnen voor het toekomstige beleid in Zeeland aan. Die hoofdlijnen lig gen vaak in het verlengde van het huidige beleid, de accenten zijn soms anders. De Strategische Visie werd door de staten vastgesteld in oktober 2001 en werkt inmiddels door in de praktijk: in de huidige beleidsontwikkeling en in het dagelijks handelen van de provincie. Op tien onderdelen moeten binnen de hoofdlijnen nog duidelijke keuzes worden gemaakt. Daarom is de notitie 'Nadere uitwerking Strategische Visie provincie Zeeland 2001-2015' opgesteld. Deze notitie schetst het huidige beleid en de lopende ontwikkelingen voor tien thema's. Vervolgens zijn per thema keuzemogelijkheden voor de toekomst aan gegeven. Die keuzes zullen de nieuwe Provinciale Staten van Zeeland moeten maken, na de verkiezingen van 11 maart. De Strategische Visie is een kader waarbinnen provinciaal beleid ver der gestalte moet krijgen. Geen blauwdruk, maar een richtinggevend document voor de middellange termijn. Kernpunten in de Strategische Visie zijn: Het eigen karakter van de provincie moeten we koesteren. Rust en ruimte zijn sterke elementen in het beeld van Zeeland. Nieuwe ontwikkelingen moeten passen binnen bovenstaand beeld. Ingezet wordt op een bescheiden groei van werkgelegenheid en inwonertal. De haven- en industriegebieden Vlissingen-Oost en de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone zijn de zwaartepunten van de Zeeuwse economie. De laat ste jaren is een verschuiving zichtbaar van industrie naar transport en logistiek én naar de dienstensector. Behoud en versterking van de industrie is van groot belang voor eco nomie en werkgelegenheid. Mèt behoud van kwaliteit van de leefomge ving en aandacht voor duurzaamheid. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe bedrijven zich zoveel mogelijk vesti gen op bestaande bedrijventerreinen. Dat biedt kansen voor samen werking en het boeken van milieuwinst. Uiteraard gelden voorwaarden op het gebied van ruimte, uitstoot en energiebelasting, want Zeeland kiest voor schone, hoogwaardige bedrijvigheid, aldus de Strategische Visie. Maar welke insteek kiest de provincie? Een voorwaardenscheppend beleid, met het accent op zuinig en intensief gebruik van de ruimte en dus bundeling van bedrijvigheid. Of moet de provincie meer dan nu sturend optreden als het gaat om vestigingsbeleid? 'M fcÜSpfe mé* m De landbouw, en met name akkerbouw, staat als sector onder druk. De laatste jaren vond schaalvergroting en verbreding van activiteiten plaats. Denk aan verkoop aan huis, het bieden van verblijfsaccommo- datie en agrarisch natuurbeheer. De landbouw moet blijven fungeren als drager van het landelijk gebied en heeft daarvoor een gezonde bedrijfseconomische basis nodig. Dat is een uitgangspunt in de Strategische Visie. Het landbouwbeleid wordt grotendeels bepaald in Brussel en Den Haag. De marges voor provinciaal beleid zijn klein, maar de provincie kan wel bepaalde accenten leggen. Dat roept de vraag op waar deze accenten worden gelegd. Garandeert voortzetting van het huidige beleid voldoende evenwicht tussèn landschapswaarde en landbouwrendement? Moeten natuur en landschap meer voorop staan en wordt de boer meer 'plattelandsondernemer' die aanvullende inkomsten vindt in natuur- en landschapsbeheer? Of krijgt landbouwrendement de nadruk en gaan we voor schaalver groting, specialisatie, nieuwe teelten en biologische landbouw? In Zeeland staan natuur en landschap hoog in het vaandel. Dat is niet alleen goed voor de recreatie, maar ook voor het woon- en werkkli maat. Bescherming van bestaande en ontwikkeling van nieuwe natuur gaan in het Zeeuwse natuurbeleid hand in hand. Natuur en landschap zijn meer dan een doel op zich. Vanuit het mottp 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur' (titel van de laatste rijksnota) wordt de koppeling gelegd met andere beleidsvelden. Bijvoorbeeld door agrarisch natuur beheer, recreatief medegebruik van natuurgebieden en de groene 'aan kleding' van het landschap. De laatste Jtijd staan ontwikkeling en beheer van natuur en landschap echter sterk onder druk als gevolg van rijksbezuinigingen. Maar ook in deze onzekere tijd moet de provincie blijven nadenken over haar eigen rol. Wordt het ingezette natuur- en landschapsbeleid van bescherming, ontwikkeling en verbreding met kracht voortgezet? Of komt er een twee-sporenbeleid? Daarbij zijn overheden verant woordelijk voor de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Voor recreatiegroen, stads- en dorpsbossen, cultuurlandschap e.d. wordt een beroep gedaan op marktpartijen. Hiertoe moet het principe 'rood voor groen' (ter compensatie voor bijvoorbeeld bebou wing wordt ook natuur aangelegd) verder worden geconcretiseerd en geformaliseerd en consequent worden toegepast. De visserij is onlosmakelijk met Zeeland verbonden en voor een aantal dorpen van 'levensbelang'. Het zeevisserijbeleid wordt grotendeels in Brussel gemaakt. Europese hervormingsmaatregelen moeten leiden tot een kleinere Europese vissersvloot. De speelruimte voor de provincie is beperkt en ligt vooral in de voorwaardenscheppende sfeer. In 2003 wordt het Provinciaal Sociaal-Economisch Beleidsplan geactua liseerd, ook voor het onderdeel visserij. De volgende invalshoeken kun nen daarbij worden gekozen: Het huidige beleid wordt voortgezet. Dit richt zich op bevordering van: gunstige fysieke voorwaarden voor de bedrijfsvoering; onder zoek; optimale infrastructuur voor toelevering, afzet en verwerking; nieuwe vormen van visserij en kweek. Daarnaast werkt de provincie aan positieve beeldvorming van de sector en belangenbehartiging bij andere overheden. Er wordt - naast voortzetting van het huidige beleid - sterk ingezet op vernieuwing en kansen. In afwachting van Europees en rijksbeleid voor viskweek, kunnen de mogelijkheden voor Zeeland in kaart wor den gebracht. Tot voor kort werd Zeeland, zowel binnen als buiten de provincie, te weinig gezien als watersportgebied. Terwijl deze sector voor Zeeland economisch veel kan betekenen. Er bleek niet zozeer behoefte aan een visie - zo bleek uit de discussies -, maar aan een actieplan om de groei van de Zeeuwse watersport te bevorderen. In 2002 werd zo'n plan opgesteld, onder regie van de provincie en samen met de betrokken (watersport)organisaties. Het plan wordt inmiddels voortvarend uitgevoerd. Het enthousiasme bij gemeenten, waterschappen, organisaties en investeerders is groot. De provincie moet beslissen in hoeverre zij hier verder op in wil zetten: Financieel, omdat meer geld nodig is voor het vasthouden van het huidige tempo en enthousiasme bij de uitvoering van het plan. Beleidsmatig, omdat het de moeite waard kan zijn bestaand beleid - met name voor jachthavens - tegen het licht te houden. Door schaalvergroting neemt het voorzieningenniveau op het platteland af. Met de toegenomen mobiliteit is dit voor de meeste mensen geen probleem. Maar wél voor kwetsbare groepen als minima, ouderen en gehandicapten. Daartegenover staat dat gemeenten, ondersteund door de provincie, steeds vaker werken aan versterking van de 'sociale infrastructuur'. Een recente ontwikkeling in dit verband is het oprichten van service punten, een suggestie uit het Zeelanddebat. Een servicepunt bundelt een aantal voorzieningen, zoals bijvoorbeeld kinderopvang, een steun punt van een bank en een klussendienst. Het is de bedoeling op meer dere plaatsen in Zeeland pilots uit te voeren. Leefbaarheid heeft niet alleen te maken met voorzieningen, maar onder andere ook met kwaliteit van de omgeving. Nieuwbouw in dor pen is vaak eenheidsworst. Voor de provincie was dit de aanleiding tot een pilotstudie naar de 'organische ontwikkeling' van dorpen in Zeeland. Dit gaat over betere inpassing in het landschap en betere aansluiting bij de oorspronkelijke dorpen. Welk toekomstscenario lijkt nu het beste als het gaat om de rol van de provincie? De provincie blijft regisseur en voorwaardenschepper. De gemeenten nemen initiatief en voeren uit. De provincie neemt een uitvoeringsrol op zich en investeert actief in de kwaliteit van de dorpen. Zij heeft hiertoe eigen mensen in dienst en beschikt over een uitvoeringsfonds. Het provinciaal beleid is toe gespitst op specifieke knelpunten en kwaliteiten van de verschillende dorpen. Het openbaar vervoer in Zeeland wordt betaald door gebruikers en rijk. De provincie is opdrachtgever van de vervoerders en stelt aan hen eisen op hoofdlijnen. Dienstregelingen zijn de verantwoordelijkheid van vervoerders. Het huidige systeem gaat uit van zoveel mogelijk vaste dienstregelin gen - omdat dit duidelijkheid schept -, aangevuld met vraagafhankelijk vervoer (bijvoorbeeld de belbus). Het ideaalbeeld van ieder half uur een bus, wordt echter op veel plaatsen niet gehaald. Moet je hier als pro vincie extra in investeren? Of kies je voor het verleggen van accenten, bijvoorbeeld vooral bussen in spitsuren? De provincie investeert momenteel geen financiën in de busdiensten zelf, maar wel in specifieke projecten, zoals onderzoek, haltevoorzie ningen en exploitatie van de fast ferry Vlissingen-Breskens. Moet de taakverdeling blijven zoals deze nu is of moet de rol van de provincie veranderen. En hoe? Dat is de keuze waarvoor Provinciale Staten staat. De rol van de provincie zou kunnen worden beperkt tot puur wette lijke zaken, waarbij steeds meer taken worden overgelaten aan de markt. Het andere uiterste is dat de provincie de verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit van het openbaar vervoer. Behalve de huidi ge investeringen in projecten, financiert de provincie dan ook mee in die kwaliteitsverbetering en eventueel ook in onderdelen van de exploitatie. Een oudere die 's avonds de straat niet meer op durft. Een meisje dat opgelucht ademhaalt als de bus eindelijk stopt bij een afgelegen en slecht verlichte halte. Buitengesloten worden vanwege je geloof, huid kleur of seksuele geaardheid... (On)veiligheid speelt op allerlei gebieden. De provincie hecht hieraan groot belang en kan, naast haar eigen verantwoordelijkheden op het gebied van openbare orde en veiligheid, een stimulerende rol spelen voor gemeenten. Daadwerkelijk vormgeven van sociale veiligheid gebeurt vooral op gemeentelijk niveau. Hoewel de provincie vindt dat iedereen moet kunnen 'meedoen aan de samenleving', is sociale veiligheid momenteel geen afzonderlijk beleids veld. Is dit juist wel noodzakelijk of volstaan integrale aanpakken (als samenhangend totaal)? De mogelijkheden op een rij: Voortzetting van de huidige situatie: aan sociale veiligheid wordt aan dacht besteed als onderdeel van bestaande beleidsvelden, zoals ruimtelijke ordening en welzijn. Intensiveren van beleid: in projecten en activiteiten wordt sociale vei ligheid integraal meegenomen, maar wel nadrukkelijker. De provincie stimuleert niet alleen eigen projecten, maar juist ook projecten waar in anderen meedoen. Veiligheid wordt een zelfstandig beleidsveld. Projecten en activiteiten - mede op gemeentelijk niveau - worden gefinancierd uit een stimu leringsregeling veiligheid. Vergrijzing, voortschrijdende medisch-technische ontwikkelingen, veran derende inzichten... Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de gezondheidszorg. Beleid voor de zorg is in eerste instantie een rijks aangelegenheid. Centrale thema's in het rijksbeleid zijn: verbetering van de marktwerking, het tot stand brengen van zorgketens (diverse zorg sluit goed op elkaar aan) en indicatiestelling (vaststellen welke zorg iemand nodig heeft) onafhankelijk van de zorgaanbieders. Ook de opvatting 'Wie afhankelijk is van zorg, blijft toch zoveel mogelijk aan de maatschappij deelnemen', wint terrein. Zeker in onze dunbevolkte provincie moeten mensen voor specialisti sche zorg soms verder van huis. Steeds verdergaande specialisaties en schaalvergroting zijn hier de oorzaak van. Aan de andere kant wordt de samenwerking tussen verschillende soorten zorginstellingen inten siever. Het subsidiebudget dat de provincie jaarlijks in kan zetten, is beperkt. Maar gericht ingezet kan dit toch de 'smeerolie' voor vernieuwing vor men. Naast het verstrekken van subsidie kan de provincie ook op andere manieren bijdragen aan de zorg: Ze kan ervoor kiezen puur de wettelijke taken uit te voeren. Dat komt grofweg neer op het opstellen van plannen voor spreiding en capaciteit van de sectoren. Deze optie wordt in de Strategische Visie aangemerkt als te beperkt. De Provincie kan ook kiezen voor de rol van gebiedsregisseur. Zo kan ze een waardevolle bijdrage leveren aan een voor alle inwoners goede en toegankelijke gezondheidszorg. De provincie kan de zorg echter niet 'regelen'. Ze kan wel ondersteunen en stimuleren en gezamenlijk met de betrokken partijen beleid ontwikkelen. Het net werk van voorzieningen moet dan beter op elkaar worden afge stemd. De teleurstellende opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen in 1999 was de aanleiding om na te denken over nieuwe vormen van communicatie: actiever en interactiever (mét de samenleving). Want de maatschappelijke vraag om betrokken te worden bij het maken van beleid, groeit. Dit past ook bij de veranderende rol van de provincie: van regelgever en toezichthouder naar regisseur bij het samen maken van beleid. Voor statenleden biedt interactieve beleidsvorming kansen om hun ver nieuwde rol, als gevolg van dualisering (de scheiding tussen Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten, dus tussen politiek en bestuur), goed te vervullen. Die rol vraagt om een sterkere communicatie binnen en door Provinciale Staten. Zodat tegemoet wordt gekomen aan de roep om een meer open en transparante politiek. Dat nieuwe instrumenten voor de dialoog met bewoners, organisaties en andere overheden nodig zijn, lijkt wel duidelijk. Provinciale Staten moeten zich nog uitspreken over: De manier waarop het betrekken van de samenleving vorm krijgt bij het maken van beleid. In welk stadium wordt de samenleving direct betrokken? En hoe wordt ook in het besluitstadium recht gedaan aan de inbreng vanuit de maatschappij? Op welke manier worden jongeren betrokken bij de interactieve beleidsvorming? Het Zeelanddebat heeft vier concrete ideeën opgeleverd. Drie hiervan hebben inmiddels een vervolg gekregen. Duurzaamheidsbalans: hiermee wordt gemeten hoe de provincie er economisch, sociaal en ecologisch gezien voorstaat, waarbij ook ver wachte ontwikkelingen worden aangegeven. Onlangs is besloten samen met het rijk en twee andere provincies een duurzaamheidsba lans voor Zeeland op te stellen, als pilot voor een eventuele nationale balans. Expertisecentrum zoet en zout water: dit wordt opgepakt binnen het project 'Delta InZicht'. Door bestaande centra met elkaar in contact te brengen, moet een netwerk van kenniscentra ontstaan, is de gedachte. Lokaal informatieloket: hiermee zullen pilots plaatsvinden in de gemeenten Schouwen-Duiveland, Tholen en Noord-Beveland. Recreatieontwikkelingsmaatschappij: een dergelijke organisatie zet zich in voor vernieuwing en verdere ontwikkeling van het toerisme in Zeeland. In 2003 wordt - in dialoog met betrokkenen - het nieuwe Provinciaal Sociaal-Economisch Beleidsplan opgesteld. Het idee voor een recreatieontwikkelingsmaatschappij wordt meegenomen in de dis cussie. Of er draagvlak is en voor welke vorm, moet dan blijken. Als de sector voldoende enthousiast is, volgt de vraag welke rol de provin cie moet innemen: een voortrekkersrol of een afwachtende houding. Het is straks aan de nieuwe Provinciale Staten om keuzes te maken. De politieke partijen kunnen in hun verkiezingscampagne al op de beschreven keuzes inspelen. Als kiezer kunt u de partijen daarop bevragen en becommentariëren en uiteindelijk uw stem uitbrengen. De verkiezingen voor Provinciale Staten zijn op 11 maart. Wilt u het totale rapport 'Nadere Uitwerking Strategische visie Provincie Zeeland' lezen? Dan kunt u dit downloaden van www.zeelanddebat.nl of opvragen bij het informatiecentrum van de provincie, Abdij 9, Middelburg, tel 0118-63 14 00. Het informatiecentrum is geopend van maandag tot en met vrijdag van 9.30 tot 12.30 uur en van 13.30 tot 16.30 uur. Colofon Uitgave: Eindredactie: Redactie: Projectcommissie Strategische Visie (inmiddels opgeheven) Doede Holtkamp (voorzitter commissie) Afdeling Communicatie, Provincie Zeeland

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2003 | | pagina 18