Ds. Kommers: Gods trouw door alles heen 'Over de Ramp kan niet genoeg geschreven en verteld worden' 'Belangrijk om herinnering Ramp levend te houden' Herdenking probeert iets af te sluiten in verwerking van leed BBS 5!> 1 Presentatie van boek voor, door en over Stavenissenaars Het wonder van Sint-Annaland Bijlage Gedenksteen als symbool verbondenheid met slachtoffers Ramp Jr sIimm,njffl w Donderdag 6 februari 2UUJ Bijzondere kerkdienst in Stavenisse Ds. M.J. Kommers schonk zondagmorgen in zijn preek in de N.H. kerk te Stavenisse speciaal aandacht aan de herdenking van de februariramp vijftig jaar geleden. Met 200 kerkgangers was het twee keer zo druk als op een normale zondag. Naast de inwoners waren ook verschil lende oud-Stavenissenaars aanwezig en andere belang stellenden, onder wie burgemeester W. Nuis en wethou der LJ. van Doorn. Aan het begin van de dienst werd 1 minuut stilte in acht genomen. Emoties Oud en jong in boekje 'Stavenisse vertelt Stempel Doorzettingsvermogen Verwerking Voorbeeld nemen Zegen en vloek «g EEINDKAUHl BUDE, DE THOOLSE LOLKAIN 1 Ds. Kommers schetste steeds twee lij nen: aan de ene kant het leed, maar aan de andere kant Gods trouw door alles heen. Hij greep daarvoor terug naar het bijbelboek Ruth, waarin wordt verteld dat Naomi haar man en twee zonen verliest. Een situatie zoals die ook voorkwam op 1 februari 1953, toen vele Stavenissenaren fami lieleden verloren. Naomi duidde het leed: de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. Ondanks dat leed, houdt Hij haar echter ook vast. Volgens ds. Kommers is het best moeilijk om de conclusie te trekken, dat de Ramp een straf van God was. „De vrienden van Job dachten zo. Wie zoiets overkwam, moest wel gro tere zonden gedaan hebben. Naomi ziet ook de slaande hand van God, maar Hij hield haar wel staande!" De predikant benadrukte daarom de tekst uit Ruth 4:14: 'Gelooft zij de Heere die niet heeft nagelaten u heden een Losser te geven.' In de samenzang kwamen de twee lij nen steeds terug, zoals in Psalm 103:8 met de bekende tekst 'Gelijk het gras is ons kortstondig leven' en Psalm 103:9 'Maar 's Heeren gunst zal over die Hem vrezen.' Verder werd Psalm 32:3 gezongen: 'Een zee van ramp moog met haar golven slaan, Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan.' De bijzondere kerkdienst werd beslo ten met het zingen van het Wilhel mus. Mannenkoor Door Eendracht Ver bonden nam zaterdagavond het ini tiatief voor een herdenkingsbijeen komst van de watersnoodramp in de N.H. kerk te Sint-Annaland. Onge veer 250 belangstellenden luisterden naar een programma van koorzang en declamatie. Voorzitter J.P. van Dijke citeerde in zijn terugblik naar 1 februari 1953 de Eendrachtbode over ,Het wonder van Sint-Anna- land.' Er was wel veel materiële schade, maar niemand kwam er om tijdens de watersnood. Ds. P.C. Hoek sprak naar aanleiding van Openba ring 21:1c over 'En de zee was niet meer.' Miijam den Engelsman droeg een gedicht voor dat door een 81-ja rige dorpsgenoot was gemaakt. Bij de samenzang werd o.a. het Water snoodlied gezongen met daarin de tekstregels: 'Menigeen lag in diepe rust, terwijl de golven dijk en kust, met kracht van enen scheurden.' Het mannenkoor zong o.a. 'De Storm.' Ook gemengd koor VZOS, eveneens o.l.v. Rinus van Gorsel en kinder koor Soli Deo Gloria o.l.v. Heieen Troost werkten aan de herdenking mee. Muzikale medewerking was er van de organisten Leen Heijboer en Lené de Graaf, Joke van 't Hof op dwarsfluit en Heieen Troost op blok fluit. Wethouder L.J. van Doorn was namens het gemeentebestuur aanwe zig. In zijn dankwoord uitte ds. Hoek zijn erkentelijkheid aan het mannen koor voor de organisatie van deze herdenking van de watersnoodramp in Sint-Annaland. In de bijlage over de Ramp die vo rige week in de Eendrachtbode verscheen zijn enkele delen van verhalen op pagina 19 aan de ver keerde personen toegeschreven. Het laatste stuk van 'Een muur van schuim en water viel over huizen aan de Kerkweg', vanaf het kopje Andere wereld, is niet verteld door De Rijke. Het zijn de ervaringen van Bram Smits. Dezelfde Bram Smits vertelde ook het laatste deel van het verhaal 'Kleine Plonie bij varkens gelegd om warm te blij ven'. Namelijk vanaf de aan Jo Geluk toegeschreven opmerking dat hij met Hein Heijboer bij de Thoolse brug van een dukw klau terde. Het herkenningspunt van de water stand in 1953, dat op de voorpagi na van de bijlage stond, is vorig jaar geplaatst aan de Derde Dijk. Het ontwerp van vader en zoon Oscar en Jeroen Huiskamp uit Tholen verbeeldt vier 'pijlen'. Op het tekstbordje zijn golven uitge beeld. De constructie is gemaakt bij R.J. Weggemans in Sint-Maar tensdijk. Hoe is het om terug te komen in je huis nadat daar 3 meter water heeft gestaan? Was er al meteen weer een bakker in het dorp om brood te bakken? Het zijn enkele voorbeelden van vragen waarop de samenstel lers van 'Stavenisse vertelt' de antwoorden zochten. „De verhalen die zo bijzonder waren", zei Janet Noom-Smits vrijdagavond in Stavenis se. Op de stoep van De Stove bood ze burgemeester Nuis het eerste exemplaar aan van het boek. Een boek vol 'feiten die ontroeren en die emoties oproepen', aldus de burgemeester. „Weer een boek over de Ramp. Maar ik herhaal wat ik eerder in Sint-Phi- lipsland zei: Er kan niet genoeg over geschreven en verteld worden", zei NuiS. „Het mooie aan dit boek vind ik, dat jongeren uit Stavenisse oude ren - die de Ramp hebben meege maakt en de gevolgen zo direct heb ben gevoeld - hebben geïnterviewd. Dat is een prachtige vorm van ver bondenheid tussen generaties." Het met elkaar praten en nadenken over wat de Ramp voor mensen heeft be tekend, is volgens de burgemeester ook belangrijk bij de verwerking. Daarnaast is het waardevol dat de échte verhalen op deze manier voor het nageslacht bewaard blijven. Ondanks dat de watersnood van 1953 ingrijpend was en er veel leed achter zit, was het voor de groep jon geren bijzonder om dit boek te reali seren, zei Janet Noom die zelf erg in de geschiedenis van Stavenisse is geïnteresseerd. Een jaar geleden al zijn door de stichting Actief Stave nisse twintigers benaderd met het verzoek om mee te doen. Zij zochten op hun beurt mensen om te intervie wen: ouderen die de Ramp mee maakten en later naar het dorp terug keerden om er hun leven weer op te pakken. „Dat het een boek is door, voor en over Stavenissenaars maakt het zo speciaal. Het vormt een mooie herinnering", aldus Janet Noom. De burgemeester schetste Stavenis se, gelegen op de kop van het ei land, als een dorp om trots op te zijn en van te houden. „Het dorp met een kerktoren waarvan wordt ge zegd dat die de meeste tijd van zijn bestaan scheef heeft gestaan. Het is er rustig, er gebeurde nooit zoveel en niemand zat er te wachten op kerkelijke of politieke invloeden van buitenaf. En toen, een halve eeuw geleden rond 3.15 uur brak de dijk van de Margarethapolder." Kort gaf Nuis de bekende feiten weer van wat er die rampnacht ge beurde. „Hoe heeft het kunnen ge beuren? Waarom zijn de mensen niet gewaarschuwd? Wat moest men beginnen tegen dit alles vernietigen de geweld? Opnieuw wordt er ge sproken over prioriteiten en fouten, is er kritiek op autoriteiten. Maar ik vind het vandaag en morgen niet het moment om daar bij stil te staan." Voor de mensen die de Ramp heb ben meegemaakt is, zei de burge meester, de verwerking van de ge volgen het allerbelangrijkste. Hij herinnerde aan de verschrikkelijke tol die de natuur in 1953 eiste. „Het licht van de nieuwe dag mocht he laas niet meer worden aanschouwd door vele mensen. Van niets tot een ramp, binnen een kwartier." 'Stavenisse vertelt' is geen weten schappelijk werk of een scherpe ana lyse van wat er is gebeurd. „Maar het brengt feiten zoals buitenstaanders die niet kunnen weergeven. Feiten die ontroeren en die emoties oproe pen. Emoties die misschien lang zijn weggestopt, maar waarvoor nog steeds plaats kan zijn om ze te uiten, ook 50 jaar later", aldus Nuis. Hij in troduceerde zijn collega Maskiewicz van Iwawa (waarmee Tholen een ste denband heeft), die speciaal voor de herdenking uit Polen was overgeko men. Bij de presentatie waren natuurlijk de schrijvers aanwezig: Peter Andriesse, Hubert v.d. Graaf, Carola v.d. Graaf- Klippel, Ellen Haak-Priem, Atjan Heijboer, John Hout, John Klippel, Rini de Moed, Janet Noom-Smits, Kees van Putte, Corine. de Ruiter en Hubèrt Westdorp. Zij realiseerden het boek samen met Flip de Rijke en Ou- ke Hoedemaker. Dertien verhalen van overlevenden van de Ramp zijn opgetekend in het boekje 'Stavenisse vertelt'. Het bijzondere is, dat de interviews zijn afgenomen door twaalf jongeren uit het dorp die op hun beurt kort hun gedachten bij de Ramp weergeven. Verder zijn twaalf tekeningen opge nomen van leerlingen van beide basisscholen. De titel van het 88 pagi na's tellende werkje kon dan ook niet beter gekozen zijn. De verhalen geven een beeld van wat er in die rampnacht en de vol gende dagen in Stavenisse gebeur de. Persoonlijke ervaringen van wat mensen overkwam, hoe ze dierbaren verloren en hoe ze gered zijn. Dat het voor sommigen na zo'n lange tijd nog altijd moeilijk is om erover te praten, blijkt uit het feit dat vier van de interviews ano niem zijn. 'Hoe jammer ik dat na tuurlijk ook vind, ik begrijp de re actie en probeer me in hun situatie in te leven', schrijft interviewster Janet Noom-Smits daarover. De verhalen geven ook een indruk van hoe de Stavenissenaren na de Ramp de draad weer opgepakt heb ben. Hoe en waar ze geëvacueerd zijn, de terugkeer naar het dorp of het helpen bij het opruimen en weer bewoonbaar maken van Sta venisse. Wonderlijk is bijvoorbeeld het verhaal van een echtpaar dat veiligheid zocht aan de Kloetse- dijk. Doordat de man terugging om zijn varken te halen en zijn vrouw hem na een tijdje ongerust achterna kwam, zijn ze gered. Want de ze ven huisjes aan dit dijkje bezweken en de bewoners verdronken. Aardige details komen soms aan het licht. Zo vertelt mevr. Hendrik- se-Everaers hoe onderwijzer K. Koetsdijk onderweg zijn hoed ver loor op de boot die hen naar Zuid- Beveland bracht. C. Moerland ver haalt hoe de kok van de centrale keuken hem na een dag hard wer ken geen eten wilde geven. En hoe hij werd opgepakt toen hij enkele achtergebleven flessen limonade haalde uit zijn eigen winkel. Weer een ander meldt, hoe enkele jaren na de ramp in een sloot een weck fles met bonen werd gevonden die nog goed bleken te zijn. Oud-kan tonnier Marien Potappel vertelt over het reddingswerk met de peil- boot en in welke straten dat ge beurd is. Hij is op koninginnedag in 1953 met andere getroffenen uit de delta door de koningin ontvan gen op paleis Soestdijk. De jongeren kenden natuurlijk ver halen, maar door de vraaggesprek ken kijken ze nu anders tegen de Ramp aan. 'Je merkt dat het een stempel heeft gedrukt, ervaart de pijn en het verdriet. Terwijl het tot dan toe eigenlijk een gebeurtenis uit het verleden was', schrijft de een. Een ander valt op hoe de men sen de kracht vonden om het leven weer op te pakken. Dat één van de geïnterviewden benadrukte dat de werderopbouw niet alleen maar el lende was, maar grote veranderin gen ten goede in Stavenisse bracht, raakt een derde jongere. Zonder uitzondering vinden ze het belang rijk dat de Ramp herdacht blijft worden, dat de herinnering eraan levend wordt gehouden. Het kan wéér gebeuren, schrijven sommige. Ze ervaren ook, dat in hun omge ving buiten Zeeland de watersnood van 1953 niet iets vanzelfspre kends is. Daar wordt bij het woord 'ramp' aan de Bijlmer of Enschede gedacht. 'Stavenisse vertelt' is een initiatief van de stichting Actief Stavenisse. Voorzitter Flip de Rijke legt in zijn inleiding uit hoe het boekje tot stand kwam. Dat de groep alles zelf deed: interviewen, schrijven, corrigeren, indeling, foto's uitzoe ken en omslag ontwerpen. 'We hadden dit nog nooit gedaan en moesten zodoende vanalles ont dekken en ondervinden. Het was een schitterende ervaring voor ons allemaal', schrijft De Rijke. In zijn voorwoord zegt burgemeester Nuis veel respect te hebben voor het feit dat de groep dit alles zelf deed. 'Hoe gemakkelijk is het niet, ideeën te hebben en deze vervol gens door anderen te laten uitwer ken'. De keuze voor hulpverlening en wederopbouw als thema, getuigt er volgens Nuis van dat de samen stellers juist de moed en het door zettingsvermogen van de Stavenis senaars na de Ramp wilden belichten. In 'Stavenisse vertelt' zijn 21 fo to's opgenomen. De binnenkant van de omslag toont een platte grond van het uitbreidingsplan en wederopbouwplan dat de gemeente na de Ramp liet opstellen. De voor kant geeft een compilatie van fo to's die betrekking hebben op de wederopbouw, de achterzijde toont een groepsfoto van de samenstel lers. Een witte deken ligt er zaterdagmiddag over de begraafplaats in Stave nisse. Onder dat sneeuwdek rust een groot aantal van de inwoners die een halve eeuw geleden omkwamen in de golven. Zij worden deze dag herdacht, en met hen alle inwoners van de gemeente Tholen (166 in ge tal) die het slachtoffer werden van de Ramp. Honderden nabestaanden, belangstellenden en officiële personen verzamelen zich rond de graven waar burgemeester en mevrouw Nuis een krans leggen namens de ge meente. „Ik denk dat herdenken van groot belang is en dus wel degelijk zin heeft", zegt de burgemeester later in een volle hervormde kerk. Ondanks de door hevige sneeuwval slecht berijdbare wegen is het zater dagmiddag druk in Stavenisse. Uit het hele land zijn mensen gekomen voor deze door de gemeente georga niseerde herdenking. Het sneeuwt nog altijd volop als om tien voor vier de stoet zich in beweging zet. Lauw Geuze en Willem-Jan de Fe- ijter van het Thoolse Rode Kruis voorop met een krans, gevolgd door door de burgemeester en wethouders met hun echtgenoten, alsmede pro jectcoördinator W.A. Blaas van de rampherdenking. Na hen volgen (oud-)inwoners van Stavenisse, ver tegenwoordigers van Rode Kruis, brandweer en politie en tal van an dere belangstellenden waaronder veel jonge mensen. Een lange rij. Paraplu's op en diep weggedoken in de kragen van hun jas. Door de Voorstraat, linksaf de Bosstraat in en weer links, langs het hertenkamp de begraafplaats op. Hier zijn de paden sneeuwvrij gemaakt. Het duurt lang voordat iedereen een plekje heeft gevonden rond de graven, waarbo ven de vaderlandse driekleur half stok wappert. Dan klinkt The Last Post, geblazen door Monique de Rooij van Euterpe. Burgemeester en mevrouw Nuis leggen een krans van witte bloemen namens het gemeen tebestuur. Langs die krans lopen al len weer de begraafplaats af. Zodra de burgemeester bij de kerk is aangekomen, onthult hij het blijven de gedenkteken in de toren. Een smalle steen die de waterhoogte van 4,50 meter +NAP aangeeft. En een steen met de aantallen slachtoffers in onze gemeente: Sint-Maartensdijk 2, Sint-Philipsland 9, Stavenisse 153, Tholen 2. 'Moge zij blijvend wor den herdacht' staat eronder (jammer, een taalfout, want de aanvoegende wijs meervoud moet zijn: Mogen). In het plaveisel voor de toren is een schijnwerper aangebracht die de ge denkstenen in het donker verlicht. „Ik hoop dat deze steen een blijvend symbool mag zijn van de verbon denheid van de Thoolse gemeen schap met de slachtoffers van toen", aldus de burgemeester. In de kerk verwelkomt mevrouw A. Boxhoorn-Urbanus uit Tholen de ongeveer 500 aanwezigen en citeert daarbij uit een gedicht van wijlen ir. M.A. Geuze. De burgemeester krijgt het woord en hij verwelkomt in het bijzonder degenen die in Elenahof de bijeenkomst volgen via een ge sloten televisiecircuit. Nuis herin nert eraan dat water in ons land een niet weg te denken verschijnsel is, dat het economisch van belang is. „Het water omarmde ons land als ware het een vriend. Dat het ook een vijand van mens en dier kan zijn, lees en hoor je veel minder vaak. Behalve dan de afgelopen weken." Nuis schetst nog maar eens het ge beurde en memoreert de slachtoffers die op Tholen en Sint-Philipsland vielen, in leeftijd variërend van tien maanden tot 85 jaar. Volgens de burgemeester voelt het gemeentebestuur heel sterk de ver plichting om publiekelijk in herinne ring te brengen wat er in 1953 is ge beurd. „Niet om daarmee oude wonden open te rijten, maar om juist met elkaar op dit moment te trachten iets af te sluiten in de verwerking van al dat leed." Respect en eerbied tonen aan de mensen die zijn omge komen, is wat de gemeente beoogt met de herdenkingsbijeenkomst. Hoewel er, weet Nuis, mensen zijn die liever niet aan de Ramp worden herinnerd, toont de grote belangstel ling in de kerk aan dat er anderzijds grote behoefte bestaat aan een her denking. Ten aanzien van de verwer king bij de overlevenden constateert hij dat de professionele nazorg zoals die er nu is, er toen niet of in veel mindere mate was. Nuis spreekt zijn waardering uit voor wat Actief Sta venisse en Philippuslandt hebben georganiseerd in het kader van de rampherdenking. En hij bedankt de velen die er hun steentje aan bijdra gen. Ook bedankt Nuis de aanwezi ge hulpverleners voor hun inzet tij dens en na de Ramp. Behalve terugkijken wil de burge meester ook vooruitkijken. Er zal aandacht moeten zijn voor de vraag of wij iets geleerd hebben over de gevolgen die het ingrijpen van de mens in een natuurlijk proces kan hebben. „Dat de honger naar land niet tot het laatst toe gestild kan worden door polder na polder te ont wikkelen. Op dat punt dring ik aan op waakzaamheid." Wij moeten ons, aldus Nuis, niet in slaap laten sus sen. Weliswaar zijn er de Deltawer ken, maar die zijn gebaseerd op menselijke berekeningen waaraan grenzen zijn verbonden." Staande nemen de aanwezigen vervolgens een moment stilte in acht. „Onze inwoners zijn van dergelijke rampen verschoond gebleven. Maar we kunnen de psychische en mate riële schade begrijpen, want in het Spreker Arjan Heijboer, zoon van de keersluiswachter, spreekt de aanwezigen in de kerk toe. zuidwesten en westen van Polen heeft men de laatste jaren ook met overstromingen te kampen", zegt burgemeester Maskiewicz van Iwa wa, de Poolse stad waarmee Tholen al negen jaar een stedenband heeft. Hij is speciaal voor de herdenking overgekomen. Maskiewicz spreekt Pools, waarna een tolk het in het Ne derlands vertaalt. „Ik betuig mijn diepste medeleven en rouw. En ik voel de pijn en de rouw van de be woners van Tholen." J. Kempeneers uit Sint-Philipsland en A. Smits uit Stavenisse vertellen als ooggetuigen iets over wat er in 1953 gebeurde. Kempeneers ver haalt hoe de bewoners van twee boerderijen en twee arbeidershuisjes in de Oude Polder tijdig zijn ge waarschuwd doordat één van de be woners op het dorp was en per se te rug de polder in wilde. „Een won derlijke uitkomst", aldus Kempe neers. „Vanmiddag heb ik aan tafel een stukje uit Psalm 107 gelezen 'En de Heere redde ze uit alle benauwd heden'. Toen dacht ik terug aan de 33 bange uren die ik destijds met mijn ouders en broer op zolder door maakte." Smits vertelt hoe hij in de rampnacht met anderen op de Stoof- dijk het water almaar hoger zag ko men, hoe ze de vloedplanken zetten en met jutezakken met grond pro beerden het water te keren. Toen de Margarethapolder volliep en het wa ter over de dijk sloeg, werd Smits meegesleurd, maar hij wist zich vast te grijpen en kwam in de oude boter- fabriek terecht. Het verwondert Smits, zegt hij, dat er juist bij de generatie die de Ramp niet heeft meegemaakt, zo'n brede belangstelling bestaat voor het on derwerp. „Uit ondervinding weet ik, dat het juist voor hen moeilijk of ei genlijk onmogelijk is om ook maar de minste voorstelling te krijgen hoe de ontzettende werkelijkheid is ge weest." De Stavenissenaar gaat ook in op het besef dat 50 jaar geleden bij velen leefde, dat God zijn al machtige hand getoond had. „Nu mogen we met verwondering, dank baar erkennen in die bange nacht ge spaard te zijn. Maar ook, dat God moed en kracht gegeven heeft om verder te gaan." Als vertegenwoordiger van de gene ratie van na de Ramp vertelt Arjan Heijboer uit Stavenisse hoe zijn beeld is opgebouwd uit verhalen van mensen, uit boeken en de jaarlijkse aandacht op de basisschool. Ook monumenten als de fontein en 'de vis' en dijkcoupiires spelen een rol. Evenals de keersluis in de haven, die door zijn vader bediend wordt. Her denken is goed, aldus Heijboer. Niet alleen ter nagedachtenis, maar ook om een beter begrip te krijgen van wat de overlevenden hebben meege maakt en hoe ze de moed hadden om verder te gaan. Gezien de berichtge ving en onderzoeken over een stij gende zeespiegel, zegt ook Heijboer dat het belangrijk is om in de toe komst alert te blijven en indien no dig aan te passen. „Hierbij kunnen we een voorbeeld nemen aan de mensen die de watersnoodramp in 1953 hebben meegemaakt. Die, on danks geleden verliezen, verder moesten, maar ook verder zijn gegaan." De toespraken worden afgewisseld met zang van het Smalstads man nenkoor en muziek van het ensem ble Ars Musica. Kinderen van twee openbare basisscholen lezen korte zelfgeschreven gedichten voor. Van De Schalm in Stavenisse >zijn dat Jacco v.d. Berg, Tim Smits, Mark Tak en Ivana den Hollander. Van De Luijster in Sint-Philipsland Renate Hagenaars, Jasper Quist, Jeroen Ver wijs en Frank den Engelsman. Ze gaan over de Ramp, over het gevaar van de zee en de veiligheid door de Deltawerken. Mevr. J. Meerman-Ot- tevanger uit Tholen dicht hoe zij als kind de watersnood ervoer. Water kan een zegen zijn, maar het kan ook een vloek zijn, zegt ds. W. van Gorsel uit Bergambacht. Een ze gen voor wie dorst heeft, een vloek als er levens mee gemoeid zijn. De predikant is in zijn leven twee keer met de Ramp en de gevolgen gecon fronteerd. De eerste keer toen in 1953 de ouderlijke boerderij aan de Eerste Dijk in Sint-Maartensdijk on der water stond. Vervolgens toen hij veertien jaar later predikant werd in het zwaar getroffen Oude Tonge. Ds. Van Gorsel noemt het 'erg gemakke-, lijk' om na een halve eeuw vast te stellen dat de autoriteiten van toen gefaald hebben. Hij roept de discus sie in herinnering over hoe zo'n ramp kon gebeuren. „Er was de na tuurlijke verklaring, maar volgens anderen had de Heere gesproken. Zij legden het uit als een gericht over ons volksleven. Terwijl de biosco pen volliepen, liepen de kerken im mers leeg. En nu liet de Almachtige merken dat Hij er ook nog was. Dat stond toen openlijk in de kranten." Over dat zondigen liepen de menin gen fel uiteen, waarbij ook de vraag kwam of de bevolking van het zuid westen dan zwaarder had gezondigd dan die van de rest van ons land. „In ieder geval was het duidelijk wat Amos al zei, dat het de Heere is, Die de wateren der zee neemt en ze uit giet op de aardbodem." De predi kant vertelt hoe de Hervormde Ge meente Oude Tonge na de Ramp van een adoptiegemeente een doopvont kreeg met de inscriptie 'Door water waren wij, en blijven wij verbon den'. „In één zin herinnert dat aan het water van de Ramp (het voorge slacht) én aan het water van de doop (het nageslacht)." Met samenzang van het Wilhelmus wordt de sfeervolle bijeenkomst af gesloten. Piet Priem uit Stavenisse begeleidt de samenzang op het or gel, terwijl Eric Quist het inleidende en uitleidende orgelspel voor zijn re kening neemt. De bijeenkomst is ruim een uur later afgelopen dan voorzien. Bij het verlaten van de kerk krijgt iedere aanwezige een boekje waarin de toespraken staan, alsmede een inleiding van de hand van gemeentearchivaris J.P.B. Zuur deeg. En een lijst van alle Thoolse slachtoffers. Omdat de lijst op adres is opgemaakt, geeft ze duidelijk de verschrikking weer van hoe destijds gezinnen door het water zijn getrof fen. Janet Noom-Smits, één van de samenstellers, biedt de burgemeester het eerste exemplaar aan van 'Stavenisse vertelt Lauw Geuze (links) en Willem-Jan de Feijterflankeren de rouwkrans op de begraafplaats in Stavenisse.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2003 | | pagina 3