Ds. Kommers: Gods
trouw door alles heen
'Over de Ramp kan niet genoeg
geschreven en verteld worden'
'Belangrijk om
herinnering Ramp
levend te houden'
Herdenking probeert iets af te
sluiten in verwerking van leed
BBS 5!>
1
Presentatie van boek voor, door en over Stavenissenaars
Het wonder van Sint-Annaland
Bijlage
Gedenksteen als symbool verbondenheid met slachtoffers Ramp
Jr sIimm,njffl w
Donderdag 6 februari 2UUJ
Bijzondere kerkdienst in Stavenisse
Ds. M.J. Kommers schonk zondagmorgen in zijn preek
in de N.H. kerk te Stavenisse speciaal aandacht aan de
herdenking van de februariramp vijftig jaar geleden. Met
200 kerkgangers was het twee keer zo druk als op een
normale zondag. Naast de inwoners waren ook verschil
lende oud-Stavenissenaars aanwezig en andere belang
stellenden, onder wie burgemeester W. Nuis en wethou
der LJ. van Doorn. Aan het begin van de dienst werd 1
minuut stilte in acht genomen.
Emoties
Oud en jong in boekje 'Stavenisse vertelt
Stempel
Doorzettingsvermogen
Verwerking
Voorbeeld nemen
Zegen en vloek
«g
EEINDKAUHl BUDE, DE THOOLSE LOLKAIN 1
Ds. Kommers schetste steeds twee lij
nen: aan de ene kant het leed, maar
aan de andere kant Gods trouw door
alles heen. Hij greep daarvoor terug
naar het bijbelboek Ruth, waarin
wordt verteld dat Naomi haar man en
twee zonen verliest. Een situatie zoals
die ook voorkwam op 1 februari
1953, toen vele Stavenissenaren fami
lieleden verloren. Naomi duidde het
leed: de Almachtige heeft mij grote
bitterheid aangedaan. Ondanks dat
leed, houdt Hij haar echter ook vast.
Volgens ds. Kommers is het best
moeilijk om de conclusie te trekken,
dat de Ramp een straf van God was.
„De vrienden van Job dachten zo.
Wie zoiets overkwam, moest wel gro
tere zonden gedaan hebben. Naomi
ziet ook de slaande hand van God,
maar Hij hield haar wel staande!" De
predikant benadrukte daarom de tekst
uit Ruth 4:14: 'Gelooft zij de Heere
die niet heeft nagelaten u heden een
Losser te geven.'
In de samenzang kwamen de twee lij
nen steeds terug, zoals in Psalm 103:8
met de bekende tekst 'Gelijk het gras
is ons kortstondig leven' en Psalm
103:9 'Maar 's Heeren gunst zal over
die Hem vrezen.' Verder werd Psalm
32:3 gezongen: 'Een zee van ramp
moog met haar golven slaan, Hoe
hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet
aan.'
De bijzondere kerkdienst werd beslo
ten met het zingen van het Wilhel
mus.
Mannenkoor Door Eendracht Ver
bonden nam zaterdagavond het ini
tiatief voor een herdenkingsbijeen
komst van de watersnoodramp in de
N.H. kerk te Sint-Annaland. Onge
veer 250 belangstellenden luisterden
naar een programma van koorzang
en declamatie. Voorzitter J.P. van
Dijke citeerde in zijn terugblik naar
1 februari 1953 de Eendrachtbode
over ,Het wonder van Sint-Anna-
land.' Er was wel veel materiële
schade, maar niemand kwam er om
tijdens de watersnood. Ds. P.C. Hoek
sprak naar aanleiding van Openba
ring 21:1c over 'En de zee was niet
meer.' Miijam den Engelsman droeg
een gedicht voor dat door een 81-ja
rige dorpsgenoot was gemaakt. Bij
de samenzang werd o.a. het Water
snoodlied gezongen met daarin de
tekstregels: 'Menigeen lag in diepe
rust, terwijl de golven dijk en kust,
met kracht van enen scheurden.' Het
mannenkoor zong o.a. 'De Storm.'
Ook gemengd koor VZOS, eveneens
o.l.v. Rinus van Gorsel en kinder
koor Soli Deo Gloria o.l.v. Heieen
Troost werkten aan de herdenking
mee. Muzikale medewerking was er
van de organisten Leen Heijboer en
Lené de Graaf, Joke van 't Hof op
dwarsfluit en Heieen Troost op blok
fluit. Wethouder L.J. van Doorn was
namens het gemeentebestuur aanwe
zig. In zijn dankwoord uitte ds. Hoek
zijn erkentelijkheid aan het mannen
koor voor de organisatie van deze
herdenking van de watersnoodramp
in Sint-Annaland.
In de bijlage over de Ramp die vo
rige week in de Eendrachtbode
verscheen zijn enkele delen van
verhalen op pagina 19 aan de ver
keerde personen toegeschreven.
Het laatste stuk van 'Een muur van
schuim en water viel over huizen
aan de Kerkweg', vanaf het kopje
Andere wereld, is niet verteld door
De Rijke. Het zijn de ervaringen
van Bram Smits. Dezelfde Bram
Smits vertelde ook het laatste deel
van het verhaal 'Kleine Plonie bij
varkens gelegd om warm te blij
ven'. Namelijk vanaf de aan Jo
Geluk toegeschreven opmerking
dat hij met Hein Heijboer bij de
Thoolse brug van een dukw klau
terde.
Het herkenningspunt van de water
stand in 1953, dat op de voorpagi
na van de bijlage stond, is vorig
jaar geplaatst aan de Derde Dijk.
Het ontwerp van vader en zoon
Oscar en Jeroen Huiskamp uit
Tholen verbeeldt vier 'pijlen'. Op
het tekstbordje zijn golven uitge
beeld. De constructie is gemaakt
bij R.J. Weggemans in Sint-Maar
tensdijk.
Hoe is het om terug te komen in je huis nadat daar 3 meter water heeft
gestaan? Was er al meteen weer een bakker in het dorp om brood te
bakken? Het zijn enkele voorbeelden van vragen waarop de samenstel
lers van 'Stavenisse vertelt' de antwoorden zochten. „De verhalen die
zo bijzonder waren", zei Janet Noom-Smits vrijdagavond in Stavenis
se. Op de stoep van De Stove bood ze burgemeester Nuis het eerste
exemplaar aan van het boek. Een boek vol 'feiten die ontroeren en die
emoties oproepen', aldus de burgemeester.
„Weer een boek over de Ramp. Maar
ik herhaal wat ik eerder in Sint-Phi-
lipsland zei: Er kan niet genoeg over
geschreven en verteld worden", zei
NuiS. „Het mooie aan dit boek vind
ik, dat jongeren uit Stavenisse oude
ren - die de Ramp hebben meege
maakt en de gevolgen zo direct heb
ben gevoeld - hebben geïnterviewd.
Dat is een prachtige vorm van ver
bondenheid tussen generaties." Het
met elkaar praten en nadenken over
wat de Ramp voor mensen heeft be
tekend, is volgens de burgemeester
ook belangrijk bij de verwerking.
Daarnaast is het waardevol dat de
échte verhalen op deze manier voor
het nageslacht bewaard blijven.
Ondanks dat de watersnood van
1953 ingrijpend was en er veel leed
achter zit, was het voor de groep jon
geren bijzonder om dit boek te reali
seren, zei Janet Noom die zelf erg in
de geschiedenis van Stavenisse is
geïnteresseerd. Een jaar geleden al
zijn door de stichting Actief Stave
nisse twintigers benaderd met het
verzoek om mee te doen. Zij zochten
op hun beurt mensen om te intervie
wen: ouderen die de Ramp mee
maakten en later naar het dorp terug
keerden om er hun leven weer op te
pakken. „Dat het een boek is door,
voor en over Stavenissenaars maakt
het zo speciaal. Het vormt een mooie
herinnering", aldus Janet Noom.
De burgemeester schetste Stavenis
se, gelegen op de kop van het ei
land, als een dorp om trots op te zijn
en van te houden. „Het dorp met
een kerktoren waarvan wordt ge
zegd dat die de meeste tijd van zijn
bestaan scheef heeft gestaan. Het is
er rustig, er gebeurde nooit zoveel
en niemand zat er te wachten op
kerkelijke of politieke invloeden
van buitenaf. En toen, een halve
eeuw geleden rond 3.15 uur brak de
dijk van de Margarethapolder."
Kort gaf Nuis de bekende feiten
weer van wat er die rampnacht ge
beurde. „Hoe heeft het kunnen ge
beuren? Waarom zijn de mensen
niet gewaarschuwd? Wat moest men
beginnen tegen dit alles vernietigen
de geweld? Opnieuw wordt er ge
sproken over prioriteiten en fouten,
is er kritiek op autoriteiten. Maar ik
vind het vandaag en morgen niet het
moment om daar bij stil te staan."
Voor de mensen die de Ramp heb
ben meegemaakt is, zei de burge
meester, de verwerking van de ge
volgen het allerbelangrijkste. Hij
herinnerde aan de verschrikkelijke
tol die de natuur in 1953 eiste. „Het
licht van de nieuwe dag mocht he
laas niet meer worden aanschouwd
door vele mensen. Van niets tot een
ramp, binnen een kwartier."
'Stavenisse vertelt' is geen weten
schappelijk werk of een scherpe ana
lyse van wat er is gebeurd. „Maar het
brengt feiten zoals buitenstaanders
die niet kunnen weergeven. Feiten
die ontroeren en die emoties oproe
pen. Emoties die misschien lang zijn
weggestopt, maar waarvoor nog
steeds plaats kan zijn om ze te uiten,
ook 50 jaar later", aldus Nuis. Hij in
troduceerde zijn collega Maskiewicz
van Iwawa (waarmee Tholen een ste
denband heeft), die speciaal voor de
herdenking uit Polen was overgeko
men.
Bij de presentatie waren natuurlijk de
schrijvers aanwezig: Peter Andriesse,
Hubert v.d. Graaf, Carola v.d. Graaf-
Klippel, Ellen Haak-Priem, Atjan
Heijboer, John Hout, John Klippel,
Rini de Moed, Janet Noom-Smits,
Kees van Putte, Corine. de Ruiter en
Hubèrt Westdorp. Zij realiseerden het
boek samen met Flip de Rijke en Ou-
ke Hoedemaker.
Dertien verhalen van overlevenden van de Ramp zijn opgetekend in
het boekje 'Stavenisse vertelt'. Het bijzondere is, dat de interviews zijn
afgenomen door twaalf jongeren uit het dorp die op hun beurt kort hun
gedachten bij de Ramp weergeven. Verder zijn twaalf tekeningen opge
nomen van leerlingen van beide basisscholen. De titel van het 88 pagi
na's tellende werkje kon dan ook niet beter gekozen zijn.
De verhalen geven een beeld van
wat er in die rampnacht en de vol
gende dagen in Stavenisse gebeur
de. Persoonlijke ervaringen van
wat mensen overkwam, hoe ze
dierbaren verloren en hoe ze gered
zijn. Dat het voor sommigen na
zo'n lange tijd nog altijd moeilijk
is om erover te praten, blijkt uit het
feit dat vier van de interviews ano
niem zijn. 'Hoe jammer ik dat na
tuurlijk ook vind, ik begrijp de re
actie en probeer me in hun situatie
in te leven', schrijft interviewster
Janet Noom-Smits daarover. De
verhalen geven ook een indruk van
hoe de Stavenissenaren na de
Ramp de draad weer opgepakt heb
ben. Hoe en waar ze geëvacueerd
zijn, de terugkeer naar het dorp of
het helpen bij het opruimen en
weer bewoonbaar maken van Sta
venisse. Wonderlijk is bijvoorbeeld
het verhaal van een echtpaar dat
veiligheid zocht aan de Kloetse-
dijk. Doordat de man terugging om
zijn varken te halen en zijn vrouw
hem na een tijdje ongerust achterna
kwam, zijn ze gered. Want de ze
ven huisjes aan dit dijkje bezweken
en de bewoners verdronken.
Aardige details komen soms aan
het licht. Zo vertelt mevr. Hendrik-
se-Everaers hoe onderwijzer K.
Koetsdijk onderweg zijn hoed ver
loor op de boot die hen naar Zuid-
Beveland bracht. C. Moerland ver
haalt hoe de kok van de centrale
keuken hem na een dag hard wer
ken geen eten wilde geven. En hoe
hij werd opgepakt toen hij enkele
achtergebleven flessen limonade
haalde uit zijn eigen winkel. Weer
een ander meldt, hoe enkele jaren
na de ramp in een sloot een weck
fles met bonen werd gevonden die
nog goed bleken te zijn. Oud-kan
tonnier Marien Potappel vertelt
over het reddingswerk met de peil-
boot en in welke straten dat ge
beurd is. Hij is op koninginnedag
in 1953 met andere getroffenen uit
de delta door de koningin ontvan
gen op paleis Soestdijk.
De jongeren kenden natuurlijk ver
halen, maar door de vraaggesprek
ken kijken ze nu anders tegen de
Ramp aan. 'Je merkt dat het een
stempel heeft gedrukt, ervaart de
pijn en het verdriet. Terwijl het tot
dan toe eigenlijk een gebeurtenis
uit het verleden was', schrijft de
een. Een ander valt op hoe de men
sen de kracht vonden om het leven
weer op te pakken. Dat één van de
geïnterviewden benadrukte dat de
werderopbouw niet alleen maar el
lende was, maar grote veranderin
gen ten goede in Stavenisse bracht,
raakt een derde jongere. Zonder
uitzondering vinden ze het belang
rijk dat de Ramp herdacht blijft
worden, dat de herinnering eraan
levend wordt gehouden. Het kan
wéér gebeuren, schrijven sommige.
Ze ervaren ook, dat in hun omge
ving buiten Zeeland de watersnood
van 1953 niet iets vanzelfspre
kends is. Daar wordt bij het woord
'ramp' aan de Bijlmer of Enschede
gedacht.
'Stavenisse vertelt' is een initiatief
van de stichting Actief Stavenisse.
Voorzitter Flip de Rijke legt in zijn
inleiding uit hoe het boekje tot
stand kwam. Dat de groep alles
zelf deed: interviewen, schrijven,
corrigeren, indeling, foto's uitzoe
ken en omslag ontwerpen. 'We
hadden dit nog nooit gedaan en
moesten zodoende vanalles ont
dekken en ondervinden. Het was
een schitterende ervaring voor ons
allemaal', schrijft De Rijke. In zijn
voorwoord zegt burgemeester Nuis
veel respect te hebben voor het feit
dat de groep dit alles zelf deed.
'Hoe gemakkelijk is het niet,
ideeën te hebben en deze vervol
gens door anderen te laten uitwer
ken'. De keuze voor hulpverlening
en wederopbouw als thema, getuigt
er volgens Nuis van dat de samen
stellers juist de moed en het door
zettingsvermogen van de Stavenis
senaars na de Ramp wilden
belichten.
In 'Stavenisse vertelt' zijn 21 fo
to's opgenomen. De binnenkant
van de omslag toont een platte
grond van het uitbreidingsplan en
wederopbouwplan dat de gemeente
na de Ramp liet opstellen. De voor
kant geeft een compilatie van fo
to's die betrekking hebben op de
wederopbouw, de achterzijde toont
een groepsfoto van de samenstel
lers.
Een witte deken ligt er zaterdagmiddag over de begraafplaats in Stave
nisse. Onder dat sneeuwdek rust een groot aantal van de inwoners die
een halve eeuw geleden omkwamen in de golven. Zij worden deze dag
herdacht, en met hen alle inwoners van de gemeente Tholen (166 in ge
tal) die het slachtoffer werden van de Ramp. Honderden nabestaanden,
belangstellenden en officiële personen verzamelen zich rond de graven
waar burgemeester en mevrouw Nuis een krans leggen namens de ge
meente. „Ik denk dat herdenken van groot belang is en dus wel degelijk
zin heeft", zegt de burgemeester later in een volle hervormde kerk.
Ondanks de door hevige sneeuwval
slecht berijdbare wegen is het zater
dagmiddag druk in Stavenisse. Uit
het hele land zijn mensen gekomen
voor deze door de gemeente georga
niseerde herdenking. Het sneeuwt
nog altijd volop als om tien voor
vier de stoet zich in beweging zet.
Lauw Geuze en Willem-Jan de Fe-
ijter van het Thoolse Rode Kruis
voorop met een krans, gevolgd door
door de burgemeester en wethouders
met hun echtgenoten, alsmede pro
jectcoördinator W.A. Blaas van de
rampherdenking. Na hen volgen
(oud-)inwoners van Stavenisse, ver
tegenwoordigers van Rode Kruis,
brandweer en politie en tal van an
dere belangstellenden waaronder
veel jonge mensen. Een lange rij.
Paraplu's op en diep weggedoken in
de kragen van hun jas. Door de
Voorstraat, linksaf de Bosstraat in en
weer links, langs het hertenkamp de
begraafplaats op. Hier zijn de paden
sneeuwvrij gemaakt. Het duurt lang
voordat iedereen een plekje heeft
gevonden rond de graven, waarbo
ven de vaderlandse driekleur half
stok wappert. Dan klinkt The Last
Post, geblazen door Monique de
Rooij van Euterpe. Burgemeester en
mevrouw Nuis leggen een krans van
witte bloemen namens het gemeen
tebestuur. Langs die krans lopen al
len weer de begraafplaats af.
Zodra de burgemeester bij de kerk is
aangekomen, onthult hij het blijven
de gedenkteken in de toren. Een
smalle steen die de waterhoogte van
4,50 meter +NAP aangeeft. En een
steen met de aantallen slachtoffers in
onze gemeente: Sint-Maartensdijk 2,
Sint-Philipsland 9, Stavenisse 153,
Tholen 2. 'Moge zij blijvend wor
den herdacht' staat eronder (jammer,
een taalfout, want de aanvoegende
wijs meervoud moet zijn: Mogen).
In het plaveisel voor de toren is een
schijnwerper aangebracht die de ge
denkstenen in het donker verlicht.
„Ik hoop dat deze steen een blijvend
symbool mag zijn van de verbon
denheid van de Thoolse gemeen
schap met de slachtoffers van toen",
aldus de burgemeester.
In de kerk verwelkomt mevrouw A.
Boxhoorn-Urbanus uit Tholen de
ongeveer 500 aanwezigen en citeert
daarbij uit een gedicht van wijlen ir.
M.A. Geuze. De burgemeester krijgt
het woord en hij verwelkomt in het
bijzonder degenen die in Elenahof
de bijeenkomst volgen via een ge
sloten televisiecircuit. Nuis herin
nert eraan dat water in ons land een
niet weg te denken verschijnsel is,
dat het economisch van belang is.
„Het water omarmde ons land als
ware het een vriend. Dat het ook een
vijand van mens en dier kan zijn,
lees en hoor je veel minder vaak.
Behalve dan de afgelopen weken."
Nuis schetst nog maar eens het ge
beurde en memoreert de slachtoffers
die op Tholen en Sint-Philipsland
vielen, in leeftijd variërend van tien
maanden tot 85 jaar.
Volgens de burgemeester voelt het
gemeentebestuur heel sterk de ver
plichting om publiekelijk in herinne
ring te brengen wat er in 1953 is ge
beurd. „Niet om daarmee oude
wonden open te rijten, maar om juist
met elkaar op dit moment te trachten
iets af te sluiten in de verwerking
van al dat leed." Respect en eerbied
tonen aan de mensen die zijn omge
komen, is wat de gemeente beoogt
met de herdenkingsbijeenkomst.
Hoewel er, weet Nuis, mensen zijn
die liever niet aan de Ramp worden
herinnerd, toont de grote belangstel
ling in de kerk aan dat er anderzijds
grote behoefte bestaat aan een her
denking. Ten aanzien van de verwer
king bij de overlevenden constateert
hij dat de professionele nazorg zoals
die er nu is, er toen niet of in veel
mindere mate was. Nuis spreekt zijn
waardering uit voor wat Actief Sta
venisse en Philippuslandt hebben
georganiseerd in het kader van de
rampherdenking. En hij bedankt de
velen die er hun steentje aan bijdra
gen. Ook bedankt Nuis de aanwezi
ge hulpverleners voor hun inzet tij
dens en na de Ramp.
Behalve terugkijken wil de burge
meester ook vooruitkijken. Er zal
aandacht moeten zijn voor de vraag
of wij iets geleerd hebben over de
gevolgen die het ingrijpen van de
mens in een natuurlijk proces kan
hebben. „Dat de honger naar land
niet tot het laatst toe gestild kan
worden door polder na polder te ont
wikkelen. Op dat punt dring ik aan
op waakzaamheid." Wij moeten ons,
aldus Nuis, niet in slaap laten sus
sen. Weliswaar zijn er de Deltawer
ken, maar die zijn gebaseerd op
menselijke berekeningen waaraan
grenzen zijn verbonden." Staande
nemen de aanwezigen vervolgens
een moment stilte in acht.
„Onze inwoners zijn van dergelijke
rampen verschoond gebleven. Maar
we kunnen de psychische en mate
riële schade begrijpen, want in het
Spreker Arjan Heijboer, zoon van de keersluiswachter, spreekt de aanwezigen in de kerk toe.
zuidwesten en westen van Polen
heeft men de laatste jaren ook met
overstromingen te kampen", zegt
burgemeester Maskiewicz van Iwa
wa, de Poolse stad waarmee Tholen
al negen jaar een stedenband heeft.
Hij is speciaal voor de herdenking
overgekomen. Maskiewicz spreekt
Pools, waarna een tolk het in het Ne
derlands vertaalt. „Ik betuig mijn
diepste medeleven en rouw. En ik
voel de pijn en de rouw van de be
woners van Tholen."
J. Kempeneers uit Sint-Philipsland
en A. Smits uit Stavenisse vertellen
als ooggetuigen iets over wat er in
1953 gebeurde. Kempeneers ver
haalt hoe de bewoners van twee
boerderijen en twee arbeidershuisjes
in de Oude Polder tijdig zijn ge
waarschuwd doordat één van de be
woners op het dorp was en per se te
rug de polder in wilde. „Een won
derlijke uitkomst", aldus Kempe
neers. „Vanmiddag heb ik aan tafel
een stukje uit Psalm 107 gelezen 'En
de Heere redde ze uit alle benauwd
heden'. Toen dacht ik terug aan de
33 bange uren die ik destijds met
mijn ouders en broer op zolder door
maakte." Smits vertelt hoe hij in de
rampnacht met anderen op de Stoof-
dijk het water almaar hoger zag ko
men, hoe ze de vloedplanken zetten
en met jutezakken met grond pro
beerden het water te keren. Toen de
Margarethapolder volliep en het wa
ter over de dijk sloeg, werd Smits
meegesleurd, maar hij wist zich vast
te grijpen en kwam in de oude boter-
fabriek terecht.
Het verwondert Smits, zegt hij, dat
er juist bij de generatie die de Ramp
niet heeft meegemaakt, zo'n brede
belangstelling bestaat voor het on
derwerp. „Uit ondervinding weet ik,
dat het juist voor hen moeilijk of ei
genlijk onmogelijk is om ook maar
de minste voorstelling te krijgen hoe
de ontzettende werkelijkheid is ge
weest." De Stavenissenaar gaat ook
in op het besef dat 50 jaar geleden
bij velen leefde, dat God zijn al
machtige hand getoond had. „Nu
mogen we met verwondering, dank
baar erkennen in die bange nacht ge
spaard te zijn. Maar ook, dat God
moed en kracht gegeven heeft om
verder te gaan."
Als vertegenwoordiger van de gene
ratie van na de Ramp vertelt Arjan
Heijboer uit Stavenisse hoe zijn
beeld is opgebouwd uit verhalen van
mensen, uit boeken en de jaarlijkse
aandacht op de basisschool. Ook
monumenten als de fontein en 'de
vis' en dijkcoupiires spelen een rol.
Evenals de keersluis in de haven, die
door zijn vader bediend wordt. Her
denken is goed, aldus Heijboer. Niet
alleen ter nagedachtenis, maar ook
om een beter begrip te krijgen van
wat de overlevenden hebben meege
maakt en hoe ze de moed hadden om
verder te gaan. Gezien de berichtge
ving en onderzoeken over een stij
gende zeespiegel, zegt ook Heijboer
dat het belangrijk is om in de toe
komst alert te blijven en indien no
dig aan te passen. „Hierbij kunnen
we een voorbeeld nemen aan de
mensen die de watersnoodramp in
1953 hebben meegemaakt. Die, on
danks geleden verliezen, verder
moesten, maar ook verder zijn
gegaan."
De toespraken worden afgewisseld
met zang van het Smalstads man
nenkoor en muziek van het ensem
ble Ars Musica. Kinderen van twee
openbare basisscholen lezen korte
zelfgeschreven gedichten voor. Van
De Schalm in Stavenisse >zijn dat
Jacco v.d. Berg, Tim Smits, Mark
Tak en Ivana den Hollander. Van De
Luijster in Sint-Philipsland Renate
Hagenaars, Jasper Quist, Jeroen Ver
wijs en Frank den Engelsman. Ze
gaan over de Ramp, over het gevaar
van de zee en de veiligheid door de
Deltawerken. Mevr. J. Meerman-Ot-
tevanger uit Tholen dicht hoe zij als
kind de watersnood ervoer.
Water kan een zegen zijn, maar het
kan ook een vloek zijn, zegt ds. W.
van Gorsel uit Bergambacht. Een ze
gen voor wie dorst heeft, een vloek
als er levens mee gemoeid zijn. De
predikant is in zijn leven twee keer
met de Ramp en de gevolgen gecon
fronteerd. De eerste keer toen in
1953 de ouderlijke boerderij aan de
Eerste Dijk in Sint-Maartensdijk on
der water stond. Vervolgens toen hij
veertien jaar later predikant werd in
het zwaar getroffen Oude Tonge. Ds.
Van Gorsel noemt het 'erg gemakke-,
lijk' om na een halve eeuw vast te
stellen dat de autoriteiten van toen
gefaald hebben. Hij roept de discus
sie in herinnering over hoe zo'n
ramp kon gebeuren. „Er was de na
tuurlijke verklaring, maar volgens
anderen had de Heere gesproken. Zij
legden het uit als een gericht over
ons volksleven. Terwijl de biosco
pen volliepen, liepen de kerken im
mers leeg. En nu liet de Almachtige
merken dat Hij er ook nog was. Dat
stond toen openlijk in de kranten."
Over dat zondigen liepen de menin
gen fel uiteen, waarbij ook de vraag
kwam of de bevolking van het zuid
westen dan zwaarder had gezondigd
dan die van de rest van ons land. „In
ieder geval was het duidelijk wat
Amos al zei, dat het de Heere is, Die
de wateren der zee neemt en ze uit
giet op de aardbodem." De predi
kant vertelt hoe de Hervormde Ge
meente Oude Tonge na de Ramp van
een adoptiegemeente een doopvont
kreeg met de inscriptie 'Door water
waren wij, en blijven wij verbon
den'. „In één zin herinnert dat aan
het water van de Ramp (het voorge
slacht) én aan het water van de doop
(het nageslacht)."
Met samenzang van het Wilhelmus
wordt de sfeervolle bijeenkomst af
gesloten. Piet Priem uit Stavenisse
begeleidt de samenzang op het or
gel, terwijl Eric Quist het inleidende
en uitleidende orgelspel voor zijn re
kening neemt. De bijeenkomst is
ruim een uur later afgelopen dan
voorzien. Bij het verlaten van de
kerk krijgt iedere aanwezige een
boekje waarin de toespraken staan,
alsmede een inleiding van de hand
van gemeentearchivaris J.P.B. Zuur
deeg. En een lijst van alle Thoolse
slachtoffers. Omdat de lijst op adres
is opgemaakt, geeft ze duidelijk de
verschrikking weer van hoe destijds
gezinnen door het water zijn getrof
fen.
Janet Noom-Smits, één van de samenstellers, biedt de burgemeester het eerste exemplaar aan van 'Stavenisse vertelt
Lauw Geuze (links) en Willem-Jan de Feijterflankeren de rouwkrans op de begraafplaats in Stavenisse.