'Zou u zoo goed willen wezen...'
'Als we niet weg waren gegaan
hadden we het niet overleefd'
450 dijkwerkers en
200 evacué's in
Oud-Vossemeer
Inwoners van Poortvliet
werden niet geëvacueerd
Sinaasappelen van koningin voor schooljeugd in Stavenisse
Adoptie door
Noord-Holland
Donderdag 3U januari 2UU3
'Geachte burgemeester. Zou u zoo goed willen wezen
om dat pakketje aan een uwer onderdanen te geven die
het erg nodig heeft. Dat kunt u beter bekijken als dat ik
dat kan. Het komt van een Amsterdamsche huisvrouw. U
hoeft geen naam te noemen want dat wil ik niet. Gaarne
had ik het toegedacht aan een jonge Moeder. U beleefd
dankend. Amsterdam 25-2-53'. Dit briefje, dat hoorde
bij een pakket babykleertjes, is bewaard in het archief
van de voormalige gemeente Stavenisse. Daarin is veel
meer correspondentie te vinden met betrekking tot hulp
verlening na de watersnood, uit binnen- en buitenland.
Opbouwfonds
Woningen
Dakloze Bram Steijn met moeder en opa eerste bewoners Deens huis
Opklapbed
Voordat
Bram Steijn en Marie den Braber hadden trouwplannen.
Op maandag 2 februari 1953 zou de kleine arbeiderswo
ning aan de Achterstraat in Sint-Philipsland voor hun
worden verbouwd waar Steijn met zijn moeder en opa
woonde. De nacht ervoor maakte het woeste water het
huisje echter met de grond gelijk. Ze werden dakloos en
kregen een Deense woning toegewezen, Margrethe.
zz
fckrNDKAL-HlBUJJE, UtS IJriOOLSJL CUUKAIN1
Hulp kwam er in allerlei vormen
naar de door de Ramp getroffen
gebieden, zo wordt duidelijk. In
geld zowel als in natura. Een fir
ma uit Den Haag bijvoorbeeld
bood vier 'rijwielhulpmotoren'
aan. Het gemeentebestuur van Sta
venisse verlootte die onder 23 ge
gadigden die hun brommer waren
kwijtgeraakt. C.M. Mol, H. Hend-
rikse, J. van Beveren en H. van
Haaften kwamen op die manier in
juni aan een vervoermiddel. De
bemanning van het koopvaardij
schip Aagterdijk zamelde spon
taan geld in en kocht daarvan een
koe. Het beest - toepasselijk Aagje
genoemd - werd op 1 mei door de
kapitein - de heer Kruithof uit
Tholen - overgedragen aan de
zwaar gedupeerde melkboer W.
Stoutjesdijk. Het kantoorpersoneel
van een sigarettenfabriek stuurde
een pakket sigaretten voor de 'stil
le werkers' die in de eerste weken
na de ramp in het dorp actief wa
ren bij opruimwerkzaamheden,
van een sigarenfabriek in Valkens-
waard kwamen 4000 sigaren 'in
doosjes van 4'. Van een schoolklas
uit Wassenaar komen inktlappen
en boeken, van een school in het
Italiaanse Genova-Bolzaneto komt
speelgoed, de gemeente 's-Gra-
vendeel stuurt tien kazen. Een in
woner van Brussel biedt een aan
tal kisten aardewerk aan en 18
stoelen.
Vrouwenorganisaties tonen zich
ook actief: de afdeling Amsterdam
van de Unie van Vrouwelijke Vrij
willigers geeft 520 potten met hy
acinthen, de afdeling Sneek van
Vrouwelijke Hulpverlening laat
leerlingen van de ambachtsschool
in die plaats 67 naaidozen maken
en de damesafdeling van de kon.
Ned. bond van oud-onderofficie-
ren in Den Helder breit 35 paar
wollen sokken. Een bijzonder ge
schenk was er van ons vorsten
huis. Bij haar bezoek aan het
zwaar getroffen dorp op 23 maart
bood de koningin een kist sinaas
appelen aan voor de teruggekeer
de kinderen. Burgemeester Ver
burg legde de uitreiking ervan op
foto vast en stuurde de kiekjes
naar Soestdijk.
In georganiseerd verband werd
eveneens hulp geboden. Zo zit er
in het archief een lijst met 160 na
men van landarbeiders aan wie
kleine landbouwwerktuigen uitge
reikt werden. Een andere lijst
meldt elf personen die in aanmer
king kwamen voor een tractor via
een hulpactie uit de gemeente
Haarlemmermeer. Zo zijn er over
zichten van mensen die in aanmer
king kwamen voor hennen of voor
eierkolen. Via de stichting voor de
landbouw worden biggen aange
boden, afkomstig uit Gaasterland.
Eind maart leverde de kring
Noord-Breda van het Rode Kruis
levensmiddelen (koffie, thee, ge
condenseerde melk, chocolade en
blikken vlees), lies- en dijklaarzen
en een kist lysol.
Leerlingen van een gymnasium te
Frankfurt am Main maakten 100
Mark over naar het Rampenfonds,
bedoeld voor Stavenisse. Een in
woner van het Overijsselse Wier
den schonk 1000 gulden, een
Fransman uit Presles 5000 francs,
het personeel van een oliemaat
schappij in Detroit 1170 gulden en
het Groene Kruis te Poortvliet 500
gulden.
Een inwoonster van Rotterdam za
melde geld en goederen in in
Moustier sur Sambre, waar haar
schoonvader burgemeester was.
De broers H. en L. Plansoen in
Belleville te New Jersy - hun va
der kwam van Stavenisse - verza
melden kleren.
In deze Amerikaanse staat werd
zelfs een hulpcomité in het leven
geroepen: Helping Hands for Hol
land. Nederlandse Shell-ingeni-
eurs hielden een inzameling in
Pasadena (Texas), terwijl uit Aus
tralië 12.517 gulden kwam van de
Nederlandse vereniging te Illawa-
ra (New South Wales) en 1170
pond uit Wollollong. In de Belgi
sche gemeenten Lambusart en Lil-
lo werd via collecten 24.000 frank
ingezameld voor Stavenisse, in het
Zwitserse Carouge 1000 francs.
De Franse gemeente Mantes adop
teert Stavenisse en via allerlei ac
ties wordt 1,3 miljoen francs bij
gedragen voor hulp en we
deropbouw van het verwoeste
dorp.
Voor de geldschenkingen roept
burgemeester Verburg een specia
le stichting in het leven, de stich
ting Opbouwfonds Stavenisse.
Deze gedenksteen in 't Ouwe Raed'uus herinnert aan de hulp die Poortvliet kreeg uit Hulst.
Verburg financiert er de films
'Storm over Stavenisse' en 'Stave
nisse der zee ontrukt' van, die hij
overal vertoont. De baten van deze
vertoningen komen weer aan het
fonds ten goede. Het jeugdwerk in
het dorp, het interieur van het
dorpshuis en de aanleg van het
hertenkamp (waarvoor de ge
meente Bergen twee herten
schonk) zijn zaken waaraan het
geld wordt besteed.
Voor de inrichting van een kleu
terschool komen giften van de Ac
tie Kinderhulp te Zweden, het
Zwitserse Rode Kruis en het Rode
Kruis Drachten. Een gift van de
Bundesjugendring uit Duitsland
wordt via de Ned. Jeugdgemeen
schap besteed aan spelmateriaal
voor het dorpshuis. Dit gebouw,
bekend als 'de brak' was een
schenking van de Oecumenische
Raad van Kerken te Utrecht. In de
kerstweek van 1953 verblijven
drie bejaarden in het H. Dunant-
huis te Zeist. In juni bezoekt een
groep inwoners Mantes-la-Jolie.
Verburg krijgt er de de stadsme-
daille, terwijl zijn Franse ambtge
noot op diens beurt in 1955 ere
burger van Stavenisse wordt. In
het voorjaar van 1954 schenkt een
inwoonster van Vlierden een flin
ke partij heesters en bomen.
De genie te Keizersveer stelt in
Stavenisse enkele dukws beschik
baar, de genie te Den Bosch zorgt
voor 12 boten, zwemvesten, ped
dels e.d. Tholen biedt het onder
komen voor een hulpsecretarie
gratis aan. Uit het hele land ko
men politiemensen om het geëva
cueerde dorp te bewaken en te hel
pen bij het bergen van verdronken
inwoners. Militairen - ook uit Bel
gië en Frankrijk - bevrijden men
sen uit benarde posities en helpen
bij het versterken van de dijken.
Daarvoor komen ook overal van
daan arbeiders en studenten naar
het getroffen gebied. Bij de evacu
atie van mensen en vee spelen vis
sers en binnenvaartschippers een
belangrijke rol.
In Poortvliet kwam een ploeg
straatmakers uit Hoorn hulp bie
den bij de wederopbouw en Haar
lemmermeer zorgde voor een hou
ten gebouw dat als kleuterschool
kon dienen. Uit Hulst - de vorige
woonplaats van burgemeester Van
Doorn - kwamen ook straatmakers,
en een tijdelijk ambtenaar om de
secretarie te versterken. Ook werd
uit deze Zeeuws-Vlaamse plaats
nogal wat kleding naar het dorp
gestuurd en de schooljeugd werd
voor een uitstapje uitgenodigd.
Een plaquette in de raadzaal
schonk Hulst als blijvende herin
nering. Op zijn beurt bood Poort
vliet een zilveren tafelbel met in
scriptie aan voor de raadzaal van
Hulst. Gereedschapspakketten uit
Canada werden in Poortvliet, Sint-
Annaland en Sint-Philipsland uit
gereikt.
Bijzondere giften waren een groot
aantal houten woningen. In Stavenis
se werden 19 van deze huizen ge
bouwd, geschonken door het Noorse
Rode Kruis. Sint-Philipsland kreeg
vijf woningen uit Denemarken en ze
ven uit Oostenrijk (waaronder de
ambtswoning voor de burgemeester).
Laatstgenoemd dorp werd geadop
teerd door Stad en Ambt Delden en
Hengelo die onder meer een noodge-
meentehuis en een brandspuit beko
stigden. Het graafschap Bentheim in
Duitsland financierde de bouw van
een kleuterschool en de inrichting er
van werd deels betaald door de
Zweedse organisatie Radda Barnen
(evenals in Stavenisse, Sint-Anna-
land, Poortvliet en Sint-Maartens
dijk). Wijkgebouwen van het Groene
Kruis in Sint-Philipsland, Sint-Maar
tensdijk, Sint-Annaland, Stavenisse,
Poortvliet en Oud-Vossemeer zijn
gefinancierd met Zwitsers geld, uit
de actie Chaine du bonheur. Het Hol
land Huis in Scherpenisse is betaald
door de georganiseerde landbouw in
Noord-Holland. Ook Ons Dorpshuis
in Anna Jacobapolder en het herten
kamp in Stavenisse zijn met 'ramp-
geld' gerealiseerd.
Het echtpaar Steijn-den Braber in zijn Deense woning Margrethe, waarin van binnen in de loop van de jaren het nodige is aangepast.
vertellen dat er een weduwe was on
dergebracht op de tweede etage van
een huis in de Vughtstraat. Toen
bleek moeder gewoon naast ons te
zitten zonder dat we dat wisten. Na
vier dagen vonden we haar terug."
Steijn hielp mee met het opruimen
van de ravage in het dorp en reed 's
ochtends met de bus naar Sint-Phi
lipsland om 's avonds weer terug te
gaan naar Roosendaal. Zijn moeder
was ingeloot voor een Deense wo
ning. Steijn trok er in met zijn moe
der en opa, zijn vrouw kwam er in
1956 bijwonen nadat ze waren ge
trouwd. Steijns moeder sliep op een
opklapbed in de woonkamer, opa
woonde in een van de twee kleine
kamertjes. Het echtpaar kreeg twee
kinderen, in 1958 en in 1966. „Toen
de oudste werd geboren, zijn we in
het kleine kamertje van 2 bij 3 gaan
wonen en hebben we een deur naar
de slaapkamer gemaakt. Er stond een
grote tafel in met twee armstoelen en
een dressoir. Daar hebben we acht
jaar zo in gewoond. Iedere zaterdag
zat het hier vol met familie. Ooms,
tantes, nichtjes en neefjes. Het was
een vol huis, maar ook heel gezellig.
Maar het inwonen was ook wel een
opgaaf. Zeker toen de kinderen klein
waren. Dertig jaar lang hebben we
met elkaar omgegaan. Het was voor
ons weggelegd."
Net als bij de buren Verwijs is hun
huis nog van hout, maar binnen is
het een en ander verbouwd. Er is een
grote keuken in gemaakt en in de ra
men zijn kleine ruitjes gezet. Ook de
Pak
wat je nodig hebt
voordat het water stijgt
neem mee
wat je niet missen kunt
voordat de dijk bezwijkt
en zeg
zeg wat je zeggen moet
voordat het water aan je
lippen staat
Eef de Jonge-Everaert
Tholen.
kolenkachel is uit het interieur ver
wijderd. En in de aanbouw werd een
slaapkamer gemaakt voor de jongste
zoon. Nu is het een werkkamer voor
Steijn die diaken is van de Oud Ge
reformeerde Gemeente in Sint-Phi
lipsland. „Het nadeel is het onder
houd. Af en toe heb je wel eens rotte
planken, maar het is nog steeds mijn
hobby om het bij te houden. Het is
goed geïsoleerd, alles gelijkvloers
en nooit vochtig, en we wonen hier
lekker vrij. We hebben nooit over
wogen om elders te gaan wonen.
Hier moet je ook alles zelf doen, in
een woonzorgcentrum tegenwoordig
ook."
In juni 1953 richten een groot aantal
gemeenten uit de kop van Noord-Hol
land - en de Utrechtse gemeente
Maartensdijk (waar dhr. Schuller bur
gemeester was die eerder in Sint-
Maartensdijk stond - de stichting A-
doptie Eiland Tholen op. Zij leggen
per inwoner een kwartje in om daar
van hulp te bieden aan de getroffen
gemeenten op Tholen. Stavenisse,
maar ook Poortvliet, Scherpenisse,
Sint-Annaland en Sint-Maartensdijk
wordt de helpende hand geboden. Er
worden tijdelijk technische en andere
ambtenaren gedetacheerd, enkele di
rectieketen in bruikleen gegeven,
Alkmaar biedt Stavenisse een rentelo
ze kasgeldlening van 30.000 gulden.
De stichting bemiddelt om elektri-
ciëns te vinden die de beschadigde
huizen weer bewoonbaar maken. Ook
bemiddelt ze bij het vinden van een
sociaal werkster. Uit Grootebroek,
Hoogwoud (de vroegere woonplaats
van de Poortvlietse huisarts Kugel) en
Den Helder wordt speelgoed naar
Poortvliet en Stavenisse gebracht, er
wordt een filmprojector aangeschaft
en muziekinstrumenten voor de fan
fare. Verder schenkt elke gemeente
een pak stencilpapier voor het mede
delingenblad dat Stavenisse ten be
hoeve van de geëvacueerde inwoners
wil uitgeven. In totaal 326 kinderen
uit de vijf dorpen gaan een weekje
naar Noord-Holland op vakantie. De
stichting betaalt enkele muziek- en to
neeluitvoeringen, maar ook een ver
enigingsgebouw en herstel van een
speelplaats in Sint-Maartensdijk en
geeft in Poortvliet en Sint-Annaland
bijdragen voor het verenigingsleven.
Bijna 45.000 gulden wordt er op deze
manier aan hulpverlening uitgegeven.
Het sluitstuk is het beeldhouwwerk
van G. Bolhuis - bekend als 'de vis' -
dat op de Derde Dijk tussen Stavenis
se en Sint-Maartensdijk wordt ge
plaatst.
De burgemeester van Alkmaar is
voorzitter van de stichting die in fe
bruari 1959 wordt opgeheven. De
deelnemende gemeenten waren Win
kel, Heemskerk, Den Helder, Hoog
woud, Bergen, Twisk, Obdam, Castri-
cum, Oudorp, Zwaag, Nieuwe
Niedorp, Abbekerk, Midwoud, Cal-
lantsoog, Zijpe, Berkhout, Spanbroek,
Venhuizen, Hensbroek, Limmen, Eg-
mond aan Zee, Heiloo, Avenhom,
Nibbixwoud, Egmond-Binnen, Aker
sloot, Schoorl, Ursem, Opperdoes, Sy-
bekarspel, Oude Niedorp, Opmeer,
Oudendijk, Zuid- en Noordschermer,
Haarlemmermeer, Bovenkarspel, Alk
maar, Maartensdijk, Oterleek, Groote
broek en Hoom.
Steijn en zijn vrouw wonen er nog
steeds. Met veel genoegen, maar ze
kijken ook met dankbaarheid terug.
Ze hebben een speciale belangstel
ling gekregen voor Margrethe. Zij is
nu koningin van Denemarken, maar
toen het huisje werd gebouwd was ze
de oudste prinses, een van de drie
dochters van koning Frederik en ko
ningin Ingrid. Margrethe trouwde in
1967 met een Franse graaf en toen
het echtpaar in 1992 zijn zilveren
bruiloft vierde, stuurde mevrouw
Steijn een mapje met foto's aan het
echtpaar. Ze kreeg een kaartje terug
met een afbeelding van het stel.
Bij de ingebruikname van de woning
was er ook een Deense delegatie
aanwezig, maar Steijn kan zich niet
meer de datum herinneren wanneer
het huis in 1954 betrokken werd.
Het had maar weinig gescheeld of
hij, zijn moeder en opa hadden de
ramp niet overleefd. „Opa wou niet
weg. Hij wou naar de zolder in zijn
huisje. Ik was op de kade wezen kij
ken en had gezien dat het water in
eens was gezakt. Ik ben teruggegaan
en toen zijn we van de Achterstraat
naar de Oostdijk gelopen. We waren
nog maar onderaan de trapjes toen
was het water er ook. Als we niet
weg waren gegaan, waren we ver
dronken. Het was een enorm geraas.
Heel de Achterstraat en de helft van
de Schoolstraat is in een keer wegge
slagen. Het geraas leek wel op domi
nostenen die omvallen. Het was ver
schrikkelijk. We waren dakloos."
Steijn (1932) laat een foto zien van
een deel van het huisje, het achter
huis waar je moest bukken om naar
binnen te gaan. „Ik heb er dikwijls
genoeg mijn hoofd gestoten. Geen
wonder dat het in een keer weg was.
Het was heel klein en we wilden het
gaan verbouwen want we stonden op
trouwen."
Een andere foto laat zien wat er van
over is. Het water is weg, maar van
het huisje is niet veel te zien dan puin
tussen ander puin. Van andere hui
zen.
Ze werden op 1 februari met een
luxe auto naar Steenbergen gebracht,
naar de HKI, de kunstzijdefabriek.
Opa ging naar een oom in Rotterdam
en in de chaos van de eerste dagen na
de ramp raakte Bram zijn moeder
kwijt. Mevrouw Steijn (1933): „We
werden naar een school gebracht en
moesten op stro slapen. We kregen
een kamer in een herenhuis van aan
nemer Bakker in de Vughtstraat. Ik
kon daar in het huishouden helpen en
voor de kinderen zorgen, maar we
zochten nog steeds naar zijn moeder.
Op het gemeentehuis wisten ze te
De eerste Deense woning wordt officieel in gebruik genomen. Vr.n.
moeder Steijn. neefje A. Verwijs, opa'A. Kosten, Bram Steijn, Marie
Geuze en tante Kee Kosten-Verwijs.
Het water maakte dat Poortvliet wekenlang geïsoleerd lag. Alleen het
hoger gelegen centrum van het dorp - een cirkel met een straal van zo'n
40 meter - bleef droog en daarop was heel de bevolking geconcentreerd.
Elektriciteit en waterleiding waren, zoals overal, uitgevallen. Rond zes
uur 's morgens was alarm geslagen, nadat de zeedijk van de Klaas van
Steenlandpolder het op twee plaatsen had begeven. Het grootste gat was
bij de sluis in deze dijk, het andere iets ervoor bij een bunker. Toen het
instromende water twee gaten in de Polderdijk sloeg, liep de Poortvliet
en Mallandpolder vanuit het zuiden langzaam onder. Huisraad werd op
zolders gestouwd en mensen en vee afgevoerd. In het dorp werden de
hervormde pastorie en de openbare school als opvangcentra ingericht.
Ook werd daar graan opgeslagen. Vee werd op het school- en het kerk
plein gestald. Voedsel en andere spullen werden door vliegtuigen ge
dropt: rubberboten, brood, boter en blikgroente. Zondagavond nam bur
gemeester Van Doorn het besluit om zijn gemeente niet te evacueren,
maar iedereen te laten blijven zodat het herstel ter hand genomen kon
worden.
Meteen 's maandags voeren Thoolse schippers de polder in om er ach
tergebleven mensen van boerderijen te halen. Met man en macht werd
vanaf de eerste dag aan het dichten van de dijken gewerkt, want elke
vloed bracht nieuw water. Op dinsdag was het grote gat in de Polderdijk
dicht. Maar de gedichte gaten in de zeedijk bij de sluis aan de Schelp-
hoek braken verschillende keren opnieuw open. Daar werkten tussen de
1000 en 1500 mensen. Commissaris van de koningin De Casembroot
nam er op 5 februari een kijkje. Het besluit werd genomen om de sluis
met 15 meter te verlengen. Begin maart stond 80% van het dorp droog,
de laatste huizen volgden in de tweede helft van april. Op koninginne
dag bood de vrouw van huisarts Kugel aan de burgemeester een tegeltje
aan met daarop het gemeentewapen. Het was een symbolisch blijk van
erkentelijkheid namens de bevolking, voor iedereen die zich na de
Ramp had ingezet. Iedere inwoner droeg er één cent aan bij.
In Oud-Vossemeer werd pas rond tweeën alarm geslagen voor gevaar
lijk hoog water, meldt de krant van toen. Op het nippertje konden in de
coupure bij de haven de vloedplanken gezet worden. Het water reikte al
snel tot de bovenste balk en dreigde de Vogelsangpolder in te lopen.
Veel bewoners van de daarin gelegen Veerstraat en Quartier liepen al de
hele avond en nacht heen en weer om naar het almaar stijgende water te
kijken. Plotseling zagen ze het enkele tientallen meters zakken. De oor
zaak was in het donker niet te zien, maar dat moest een dijkdoorbraak
zijn (aan de Brabantse kant, zoals later bleek). De schade in Oud-Vosse
meer bleef beperkt tot een gat in de kruin van de dijk van de Van Haaf-
tenpolder ten noorden van het dorp. Zondag werden mannen opgetrom
meld om dat te helpen dichten en versterken. Die ochtend werden ook
de sluizen van de binnendijken verzegeld.
Inmiddels was duidelijk dat aan de overkant Nieuw-Vossemeer was
overstroomd. Vanaf de Thoolse kant gingen mannen met boten van veer
schipper Pols de Eendracht over. Zij haalden 169 inwoners van zolders
en daken en brachten hen in veiligheid. Uit Sint-Annaland kwamen in
middels evacué's, in de loop van de week ook van elders en dat liep op
tot 200 personen. Ook werden in
het dorp 450 mannen onderge
bracht die aan de dijken kwamen
werken. Zij verbleven hoofdzake
lijk in de scholen, terwijl hun
maaltijden bereid werden in een
centrale keuken in Hof van Hol
land. Mannen uit het dorp werkten
's maandags na de Ramp in de
Weihoek, terwijl velen de dag er
op eerst naar Sint-Maartensdijk
gingen en daarna naar Sint-Anna
land om aan de dijken te werken.
Die eerste maandag landde bij het
dorp een piloot van het vliegveld
Woensdrecht, die toen nog niets
wist over de toestand op het ei
land Tholen. Met vrachtwagens
werd de drinkwatervoorziening
voor Sint-Annaland ter hand ge
nomen (Vossemeer had dinsdag
weer leidingwater en de dag erna
elektriciteit). Vanaf de derde fe-
bruariweek kon één school ge
bruikt worden voor het geven van
onderwijs. In mei waren er nog
een kleine tachtig evacué's, voor
namelijk uit Schouwen-Duive-
land, in het dorp. Autoverkeer via
het pontveer was pas vanaf okto
ber weer mogelijk.
De inwoners droegen gul bij voor
het Rampenfonds, er werd ruim
23.000 gulden ingezameld. Verder
werd uit piëteit met de getroffen
gemeenten dit jaar geen kermis
gevierd.
I. burgemeester L.J. de Jonge,
den Braber, tante Miet Kosten-