'Naar menselijke begrippen veilig, maar
kracht natuur laat zich niet berekenen'
Kluis in bankgebouw vervangen
door kansel in nieuw godshuis
Zwabberleid en geen
verantwoord beleid
rond visie Sportlaan
tl
Nieuwjaarsrecepties
Aanpassen
Vossenkuil
beter dan
megaproject
r*
Donderdag 9 januari 2003
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
33 uren lang zat Jan Kempeneers vijftig jaar geleden met
zijn ouders en jongere broer op zolder in hun huis aan de
Rijksweg te wachten op hulp. 'Ik herinner me dat ik ge
regeld mijn knieën boog en smeekte tot God voor be
houd van ons leven. Dit moetje meegemaakt hebben wil
je er over mee kunnen praten. Steeds maar denken dat je
elk ogenblik zult verdrinken en geen redding zien',
schrijft hij in 'De ramp op Sint-Philipsland'. Naast zijn
eigen herinneringen aan de watersnood, tekende Kempe
neers die van nog eens 58 mensen op. Het resulteerde in
een boek van 368 bladzijden met ruim 200 illustraties.
Luchtfoto's
Elkaar aanvullen
Sirene viel uit
Jan Kempeneers werkte met voldoening aan boek over Ramp op Sint-Philipsland
Twee traptreden hoger
Vrije Hervormde Gemeente in Scherpenisse krijgt kerk zonder klok
Dik glas
Kracht van natuur
Jarenlang al liep de inmiddels 67-ja-
rige Jan Kempeneers rond met het
plan om een fotoboek of een boek
samen te stellen ter herinnering aan
de watersnoodramp op Sint-Philips-
land. In 1990 zette hij zijn eigen
herinneringen op papier, voor zijn
kinderen en kleinkinderen. Daarna
interviewde hij enkele mensen.
'Maar de tijd was nog niet rijp',
schrijft de amateur-historicus in de
inleiding van zijn boek. De belang
stelling voor wat er rondom hem ge
beurde was er vanaf zijn kinderja
ren. Op het evacuatieadres in
Bergen op Zoom kocht Kempeneers
na de Ramp twee schriften en plakte
daarin plaatjes en berichten van de
watersnood uit alle kranten. Zijn
opoe en een oom waren onder de
negen slachtoffers in het dorp, zodat
een onuitwisbare herinnering bleef.
Het idee voor een gedenkteken
kwam dan ook van hem en hij
mocht het eind 1994 onthullen, vlak
voor het opgaan van Sint-Philips
land in de nieuwe gemeente Tholen.
Ongeveer twee jaar heeft Jan Kem
peneers aan zijn boek gewerkt. „Ik
ben gewoon op onderzoek gegaan
en heb deze en gene gevraagd mee
te werken", zegt hij. Bijna niemand
weigerde. De Sint-Philipslander
heeft, mede dankzij eerdere foto
boeken en publicaties over het dorp,
tal van contacten. De interviews
brachten soms een soort kettingre
actie teweeg. „In ieder vraagge
sprek worden personen genoemd.
En die mensen weten soms weer
meer te vertellen over een bepaalde
gebeurtenis", legt Kempeneers uit.
Dat betekende dan een telefoontje
of een volgend interview, iets wat
hij tevoren had onderschat. Totaal
46 cassettebandjes met vraagge
sprekken leverde het op. Kempe
neers typte ze woordelijk uit en
maakte vandaaruit zijn verhalen.
„Ik nam ze zelfs mee op vakantie."
Zijn andere hobby's moesten wijken
voor dit karwei.
Naast mensen raadpleegde Kempe
neers tal van kranten, tijdschriften
en boeken. En archieven. Natuurlijk
dat van de voormalige gemeente
Sint-Philipsland. Maar ook ging hij
naar Hengelo en Stad- en Ambt-
Delden (tegenwoordig gemeente
Hof van Twente), destijds de adop
tiegemeenten, en kopieerde er de
correspondentie die hij aantrof over
de hulp aan Sint-Philipsland. In het
archief van het Rode Kruis in Den
Haag vond Kempeneers onder meer
een albumpje met foto's van de
overdracht van Deense geschenk
woningen. Het archief van de land
macht daarentegen leverde niet zo
veel op. Tijdens zijn gesprekken
deed Kempeneers behoorlijk wat
fotomateriaal op en van Aerocamera
(fotograaf Michel Hofmeester)
kocht hij een aantal luchtfoto's
waarbij er flink over de prijs is on
derhandeld. „De heemkundekring
beschikt nu over zo'n 300 foto's van
de watersnoodramp." Kempeneers'
boek wordt door heemkundekring
Philippuslandt uitgegeven. Met het
eigenlijke schrijven is hij in septem
ber 2001 begonnen. „In verband
met de herkenbaarheid voor de
mensen, het is tenslotte een plaatse
lijk boek, heb ik elk groot interview
als een apart verhaal gehouden. De
kortere gesprekken met andere
mensen zijn erin verwerkt."
Het viel Jan Kempeneers op dat de
mensen die hij interviewde, heel
open waren. „Bij echtparen vulden
man en vrouw elkaar vaak aan wan
neer ze hun ervaringen vertelden."
Garanderen dat alles wat hem is
verteld, ook werkelijk zo is ge
beurd, kan hij niet. „Het is vijftig
jaar geleden en dan moet je er reke
ning mee houden dat herinneringen
vervormd zijn. Wat niet wil zeggen
dat iemand met opzet iets verkeerd
zegt." Soms gaven andere bronnen -
zoals brieven - of vraaggesprekken
met anderen, aan dat iemand iets
vertelde dat niet klopte. Verder
merk je volgens hem gauw genoeg
wanneer iemand zichzelf tegen
spreekt. In dat opzicht is het een
voordeel wanneer de interviewer
zijn gesprekspartner kent. Het viel
Kempeneers op dat mensen uit één
straat, zonder iets van elkaar te we
ten, eikaars verhalen aanvulden.
'Vooral bij de mensen die in de
Achterstraat en in het Karreveld
woonden is dat opmerkelijk. Als je
veel mensen op één dorp interviewt,
dan past de beschrijving als de stuk
jes van een legpuzzel in elkaar.' Op
vallend noemt Kempeneers het ook
dat velen huiverig zijn om te vertel
len hoe ze voor hun leven gebeden
hebben in die angstige uren. „In het
recent verschenen boekje van
Nieuw-Vossemeer valt juist op dat
de mensen daar er heel open over
zijn."
In de verhalen wordt beschreven
hoe mensen zich, ternauwernood
soms, wisten te redden. Hoe ze wer
den opgevangen - met name bij de
mensen die op de Oostdijk woon
den. De lezer krijgt een beeld van
de ravage die het water aanrichtte,
maar ook van de opvang in Steen
bergen (waar iedereen werd geregi
streerd in de kunstzijdefabriek) en
in Roosendaal. Van het opruimen
van de rommel in de huizen bij te
rugkeer en de noodvoorzieningen
die toen werden getroffen. „Er zijn
dingen aan het licht gekomen die tot
nog toe nooit openbaar zijn ge
maakt", aldus Kempeneers. Hem is
duidelijk geworden dat veel mensen
echt op het nippertje zijn gered.
Maar ook dat er door oplettendheid
van verschillende inwoners tijdig is
gewaarschuwd, ook in de polders
buiten het dorp. „Anders waren er
beslist meer mensen verdronken."
Oud-politieman Van de Velde en
oud-brandweercommandant Beur-
kens zijn twee van de vele inwoners
die in het boek aan het woord ko
men. Kempeneers kreeg de inter
views via prof. dr. Selma Leijdes-
dorff van de Universiteit van
Amsterdam. Haar studenten ver
richten begin jaren negentig onder
zoek voor het Documentatiecen
trum Nieuwe Geschiedenis. Uit de
verhalen blijkt hoe er al vroeg in de
avond van 31 januari ongerustheid
Ik heb als tekstschrijver een heerlijk vak. Vanuit mijn ambt als scribent kom
ik op fascinerende plaatsen en ik ontmoet het hele jaar door veel interessan
te mensen die, om wat voor reden dan ook, op dat moment in de belangstel
ling staan. Veel van die leidende (of lijdende) voorwerpen uit mijn verhalen
kom ik traditiegetrouw tegen op de diverse nieuwjaarrecepties waaraan ik
me deze eerste dagen van januari beroepshalve nu eenmaal moet onderwer
pen. Het is overal hetzelfde ritueel en in de meeste gevallen werk ik de or
giën van plichtmatige kussen en slappe handdrukken dan ook puur op routi
ne af.
Druk netwerkend en niets ontziend rollen onbekende grootheden en provin
ciale captains of industrie bij dergelijke bijeenkomsten over elkaar heen,
ongegeneerd slepen ze hierbij hun opgedofte en bevallige (tenminste in
sommige gevallen) echtgenotes als levend visitekaartje met zich mee door
de locale sociëteit. Als hyena's struinen de leden van de goegemeente de
buffetten af en geen enkel gratis glas sherry, port of dure cognac blijft on
aangeroerd. De gesprekken (wellicht een groot woord in dit geval) die, tus
sen twee hapjes of slokjes door, worden gevoerd verlopen ook altijd volgens
het vaste stramien. „Heb jij nog goede voornemens Carl?" Nou nee kerel,
als ik met mijn toko weer net zo'n succesvol jaar beleef als het vorige ben ik
zeer tevreden, ik zat in september al aan mijn target.„En in de privé-
sfeer", zo probeer ik het zakelijk gezwam enigszins te doorbreken, „staan
daar nog spannende of leuke dingen te gebeuren?" Op deze vraag hadden
mijn gesprekspartners klaarblijkelijk niet gerekend en met twee minder
waardige blikken op mij gericht draai ik me maar snel om, op zoek naar
mensen die nog wel gewoon enig contact met moeder aarde hebben. In een
hoekje staan twee kirrende dames zich gezamenlijk te vergrijpen aan een
fles likeur en uit mijn ooghoek zie ik hoe een gebruinde vijftiger demonstra
tief de aandacht trekt door dubieuze armbewegingen te maken. Mijn
nieuwsgierigheid is gewekt en van een veilige afstand volg ik de minicursus
golf die door de licht beschonken hoofdrolspeler wordt gegeven. „Ik hou het
maar bij mijn wekelijks partijtje bridge,zo vertrouwt een omstander mij
ongevraagd toe. Hij spreekt het woordje 'bridge'echter zo bekakt uit dat er
enkele ingrediënten van een zojuist genuttigde bitterbal zijn mond verlaten.
Als een murw geslagen bokser word ik gered door de bel. Geamuseerd kijkt
de gastheer van vanavond hoe de gasten slaafs op zijn glassignaal reage
ren. „Beste mensen, namens onze organisatie wil ik u allen een zeer geluk
kig nieuwjaar toewensen. Dat is voor mij (en vele aanwezigen) het enige
begrijpelijke stukje tekst van de hele speech want met een grote flits ver
schijnen op een groot videoscherm achtereenvolgens jaarcijfers, statistie
ken, grafieken, nieuwe doelstellingen en verwachtingen. Tijdens deze one-
manshow en de daarbij behorende promotiefilm, weet ik dankbaar gebruik
van de schemering in de zaal te maken en ik neem met gezwinde spoed de
benen. Heerlijk die frisse buitenlucht, mijn stropdas kan weer voor een jaar
de kast in want dit was gelukkig het laatste verplichte nummer op mijn tour
nee langs nieuwjaarsrecepties. Oh ja, voor ik het vergeet: Een zeer gezond
en voorspoedig jaar voor iedereen!
Jan Kempeneers wijst op het zolderraam van de vroegere ouderlijke woning in de Oudepolder waar hij een halve eeuw geleden met zijn
ouders en broer angstige uren doormaakte.
bestond over de hoge waterstand,
hoe die in de gaten is gehouden.
Hoe ze 's nachts velen hebben ge
waarschuwd. Hoe er zandzakken
zijn gevuld met het zand dat aan de
Rijksweg lag voor de bouw van een
tankstation. Tegen half vier 's mor
gens is de sirene in werking gesteld,
maar die viel na vijf minuten uit ge
lijk met de elektriciteit. Ook zijn de
klokken geluid om de inwoners te
alarmeren. De Sluisblok, in de Hen-
riëttepolder, kwam later onder water
dan de rest van het dorp. Tevergeefs
was nog geprobeerd de sluis dicht te
draaien.
Afzonderlijke hoofdstukken zijn ge
wijd aan het weer in dat weekeinde,
aan het breken van de dijken, aan de
negen slachtoffers, de evacuatie en
de terugkeer. Ook de hulpverlening
wordt beschreven. De adoptiege
meenten Hengelo en Stad- en Ambt-
Delden verleenden al snel na de
ramp bijstand op velerlei terreinen.
Het Duitse graafschap Bentheim be
kostigde een nieuwe kleuterschool,
Deense en Oostenrijkse geschenk
woningen werden gebouwd. Maar
er kwamen bijvoorbeeld ook zestig
biggen uit Twente, en speelgoed. En
gereedschap uit Canada.
Het blijkt dat op 31 januari via de
radio regelmatig is gewaarschuwd
voor storm en zware storm uit
noordwestelijke richting. Om kwart
over vijf 's middags is een waar
schuwing afgegeven voor 'gevaar
lijk hoog water' in de groepen Rot
terdam, Willemstad en Bergen op
Zoom. Deze waarschuwing behels
de een waarschuwing voor grote
overlast en plaatselijk dreiging van
gevaar. Politieman Van de Velde
kreeg die waarschuwing telefonisch
vanuit Middelburg, met het verzoek
de burgemeester, de brandweercom
mandant en de dijkgraaf op de
hoogte te stellen.
Jan Kempeneers verhaalt hoe hun ge
zin werd gewaarschuwd door Gerard
van Nieuwenhuijzen van boerderij
Broedershof, maar dat het water er al
was voor ze konden vluchten. Tevo
ren waren waardevolle spullen naar
de zolder gebracht, waar Jan en zijn
broer sliepen (hun ouders sliepen be
neden). Snel bracht vader Kempe
neers nog eieren en brood naar bo
ven. Het water in het huis steeg tot
zo'n 40 cm onder de zolder. Kempe
neers beschrijft de kolkende zee, de
storm en de kou. En de ongerustheid
van zijn moeder over haar moeder en
broer, die naderhand inderdaad ver
dronken bleken te zijn. Zondagsmid
dags kwam het water nog twee trap
treden hoger dan het 's morgens had
gestaan. Een petroleumstel zorgde 's
avonds voor wat licht. Wachten in
spanning, bidden, over de zolder
heen en weer lopen, 's Maandags was
er nog altijd geen hulp gekomen en
i i
f.:
••tl"-!'
Het voormalige Rahobankgebouw krijgt een kerkelijk aanzien. De grote ramen aan de Laban Deurloostraat zijn vervangen door smalle
hoge exemplaren.
Het gebouw krijgt binnen en buiten steeds meer de vorm van een kerk,
maar de leden van de Vrije Hervormde Gemeente in Scherpenisse hebben
het nog steeds over de bank. De voormalige vestiging van de Rabobank
aan de Wilhelminastraat en de Laban Deurloostraat verandert langzaam
maar zeker in een kerk. Doordeweeks wordt er vooral 's avonds in ge
werkt, op zaterdag en tijdens vakanties steken vrijwillige bouwvakkers
hun handen uit de mouwen. Het wordt een kerk zonder klokgelui en de
kluis wordt er vervangen door een kansel.
Volgens scriba J. Bolier verloopt de
verbouw op rolletjes. „Het zijn alle
maal vrijwilligers. De jongste is 19,
de oudste 72 jaar. We hebben al heel
veel gedaan. En de sfeer is heel
goed. Het is gezellig onder elkaar.
We gaan naar de bank, zeggen we
dan. Het kan best zijn dat die naam
nog lang blijft bestaan."
De kerkzaal is al goed zichtbaar nu
de vloeren van de verdieping en de
muren eruit zijn gesloopt. Twee sta
len spanten stutten nu het dak. Nog
enkele weken en het plafond en de
spanten kunnen worden bekleed. De
muur aan de oostkant in de kerkzaal
bestaat uit schoon wit metselwerk.
Hier komt ook de preekstoel die
vrijdagmiddag naar binnen is gedra
gen toen dat nog kon, namelijk
voordat de grote ramen werden ver
vangen door smalle exemplaren.
Het eerste werk bestond uit het ver
wijderen van de bankkluis. „Dat
was een grote operatie. De kluis
woog zeven ton en is in twee stuk
ken, van elk 40 en 30 ton, met een
kraan over het gebouw gehesen. De
wanden waren van beton en veertig
centimeter dik, de deur woog 1500
kilo. De boel is met twee opladers
vervoerd." Ook het verwijderen van
twee stalen balken in de vloeren van
de verdieping van elk 6,60 meter
lengte, was geen sinecure. De muur
tussen het kantoorgedeelte en de
kluis is verwijderd waardoor er een
grote zaal is ontstaan.
Het gebouw moet een kerkelijk aan
zicht krijgen, legt Bolier uit. Een ar
chitectenbureau uit Bergen op
Zoom heeft er een ontwerp voor ge
maakt. Een van de elementen die
het gezicht van de kerk bepaalt, is
het raamwerk. De bestaande grote
vierkante ramen aan de Laban
Deurloostraat moesten eruit en ver
vangen worden door smalle hoge
ramen. De ramen aan de voorkant
van het gebouw moeten kleiner
worden gemaakt. „Aan die eisen
probeer je te voldoen. Of er ook nog
een spitsje op komt is niet zeker. Als
het er komt, dan zal het maar een
meter hoog zijn. In deze omgeving
past geen grote spits."
Wat wel zeker is, is dat er geen klok
op of aan het gebouw komt. „In de
bespreking met de gemeente is dat
meteen al gezegd dat er niet geluid
mag worden. We mogen namelijk
geen geluidsoverlast veroorzaken.
Sommigen zouden zich aan het ge
lui storen, zondagochtend om half
tien. Dus die klok komt er niet om
dat we niemand tot overlast willen
zijn."
De ruiten in de ramen worden om
die reden ook met extra dik glas uit
gevoerd, zegt Bolier. „Er komt een
spouw in van 20 millimeter, de rui
ten worden 34 millimeter dik. Het
wordt bruingetint glas."
In de zaal is plaats voor ruim 100
vaste zitplaatsen. De kerkbanken
staan al opgeslagen (en opnieuw be
schilderd) in het woonhuis ernaast.
Het complex bestond oorspronke
lijk uit drie woonhuizen. Van twee
wordt nu een kerkgebouw gemaakt,
de derde wordt ingericht als consis
torie.
Van het moment dat de bouwver
gunning is verleend (op 21 oktober)
wordt er bijna dagelijks aan de ver
bouw gewerkt. De ingang van het
bankgebouw blijft gehandhaafd.
Daar komt de garderobe. Er zijn in
middels ook al twee toiletten inge
bouwd (waarvan een voor inva
liden). Ook is de cv-installatie al
geplaatst. „We hebben maar een
paar dagen een hete luchtkanon
hoeven plaatsen om de zaak droog
en vorstvrij te houden."
Er is geen opleverdatum gesteld.
„Nee, we zijn allemaal vrijwilligers.
We willen niemand opjagen. Er is
dus ook geen datum dat de eerste
dienst er zal worden gehouden. We
gaan gewoon rustig verder en willen
er eigenlijk ook geen ruchtbaarheid
aan geven. Daar hebben we geen
behoefte aan."
Voor de kerkgangers die met de au
to naar de Wilhelminastraat willen
komen, is volgens Bolier voldoende
ruimte. In deze straat zijn volgens
hem vijf parkeerplaatsen beschik
baar. Voor de kerk zelf veertien,
maar ook achter de kerk waar nu
een berging en een garage staan, is
ruimte. „En aan het eind van de La
ban Deurloostraat is een grote par
keerplaats. Dat zal geen problemen
geven."
De gemeenteleden kerken al vanaf
de eerste zondag na biddag 1996 in
het Holland Huis. Twee diensten op
zondag en een keer in de veertien
dagen wordt op donderdagavond
een bijbellezing verzorgd. Op zater
dagmiddag worden de stoelen voor
de dienst op zondag klaargezet, op
maandagmorgen weer opgeruimd.
„Dat waren we al gewend toen de
Nederlandse Hervormde Kerk in
1972 werd gerestaureerd," zegt Bo
lier over de kerk waarvan de Vrije
Hervormde Gemeente is afgeschei
den.
op voorstel van Jan werd een laken
aan een worstestok uit het raam ge
hangen. En toen naderde op een ge
geven moment een boot met drie
mannen erin, studenten uit Utrecht.
Zij brachten de vier leden van het ge
zin Kempeneers naar de dijk. Een
busje van het Rode Kruis vervoerde
hen daarop naar Steenbergen. Het ge
zin kwam in Bergen op Zoom te
récht, bij de families Havermans en
Van Olmen in de Borgvlietsedreef.
Ze bleven er acht weken. Na een paar
weken ging Jan met zijn vader terug.
Binnen in het huis viel de schade
mee, maar de buitenspouw van de
achtergevel was zwaar ontzet en alle
bijgebouwen verdwenen. Jan ging
daarna dagelijks uit Bergen op Zoom,
met de werkmansbussen vanaf Roo
sendaal, terug om het huis schoon te
maken. Begin april ging het gezin er
weer wonen. Jan hielp bij de oprui
ming in het dorp en ging daarna aan
de slag bij zijn oom Willem Ligten-
dag die aannemer was.
Kempeneers beschrijft hoe zijn vader
het huis liet bouwen op hetzelfde ni
veau als de Rijksweg, op een hoogte
van 1,21 m +NAP zoals een hoogte-
kaart van het waterschap aangeeft.
Volgens hem heeft er 2,30 meter wa
ter in huis gestaan. Daarom trekt hij
in twijfel wat er over het waterpeil in
de Oudepolder staat in het verslag
van Rijkswaterstaat over de storm
vloed. „Dat geeft 3 meter +NAP aan,
maar ik kom uit op een halve meter
meer."
In een inleidend hoofdstuk wijst
Kempeneers erop, hoe door inpolde
ring er vanaf de negentiende eeuw
steeds minder ruimte is gekomen
voor het water. Eén van de gevolgen
was, dat door de stroming het Zijpe
flink dieper is geworden. Toen er
rond 1850 plannen waren om het
Slaak af te dammen, werd er op Tho
len en Sint-Philipsland geprotesteerd.
Men was bevreesd dat het water in de
Mosselkreek en de Eendracht opge
stuwd zou worden en dat de bestaan
de dijken daartegen niet bestand zou
den zijn.
Ook verhaalt hij hoe er na de oorlog
meer aandacht was voor het herstel
van de schade, dan voor de verwaar
loosde zeedijken. Maar het gaat hem
te ver, te zeggen dat de Ramp voor
komen had kunnen worden. 'Achter
af is het eenvoudig te beredeneren
hoe het had moeten zijn. Maar vaak
dempen we de put pas als het kalf
verdronken is'. Na de uitvoering van
het Deltaplan zijn we naar menselijke
begrippen veilig, schrijft Kempe
neers. In 1953 kwam het water in
Sint-Philipsland 55 centimeter hoger
dan het hoogste peil sinds 1825: 4,55
m +NAP, terwijl de hoogte van de
dijk 5,20 m +NAP was. 'De kracht
van de natuur laat zich niet bereke
nen', is zijn conclusie. De schrijver
heeft met veel voldoening aan het
boek gewerkt, zegt hij.
'De ramp op Sint-Philipsland' wordt
zaterdag 25 januari gepresenteerd. Er
zijn 1200 exemplaren gedrukt en in
middels zijn er al 700 boeken besteld.
Fragmenten emit zijn te vinden op de
website van heemkundekring Philip
puslandt: www.sint-philipsland.nl.
Stemmen
van lezers
Hiermee wil ik als bewoner van de
Schoolstraat in Oud-Vossemeer re
ageren op de publikatie over de Vos
senkuil in de Eendrachtbode van 3
januari 2003. Als een van de om
wonenden van de Vossenkuil ben ik
vorig jaar door de gemeente samen
met de andere bewoners van de
huurwoningen aan de Schoolstraat
uitgenodigd om op 19 november te
horen wat zij met de Vossenkuil van
plan waren. En niet wat de publicatie
suggereert, dat wij nu ook de ge
meente als gesprekspartner hebben
over een eventuele verhuizing van
ons.
Wij hebben als bewoners o.m. op 17
januari 2000 afspraken gemaakt over
een eventuele herhuisvesting met de
woningstichting Beter Wonen, nu
Castria Wonen. Een gemeente mag
volgens de regels enkel in de relatie
huurder en verhuurder tussenbeide
komen als er sprake is van verpaupe
ring, en dat hebben ze ondanks brie
ven van ons aan b. en w. altijd nage
laten, dus verdere bemoeizucht van
de gemeente wijzen we categorisch
af. Zij zijn geen gesprekspartner
voor ons en dat ze door hun eigen
vertragingen straks subsidie mislo
pen, is hun probleem en niet het on
ze. De gemeente heeft wat dat betreft
al een geschiedenis van misgelopen
subsidies.
Het genoemde grijs en zwart gebruik
van dorpshuis de Vossenkuil werd
ons op 19 november 2002 ook ge
meld. Dat betrof echter uitsluitend
de vergaderruimten op de eerste ver
dieping. Het gebruik van de zalen
op de begane grond is t.o.v. de vori
ge beheerder verminderd. Uit de pu
blicatie zou men anders kunnen op
maken.
Het is bekend dat de gemeente graag
ons belastingeld wil uitgeven, kijk
maar naar de zorgvuldige' besluit
vorming rond het nieuwe luchtkas
teel/gemeentehuis ter vervanging
van wat sommige gemeente-ambte
naren liefkozend 'de duivetil' noe
men.
Misschien is een nieuw, groter ge
meentehuis wel noodzakelijk gezien
het feit dat sommigen zich daar als
keizer Karei de Grote gedragen in
hun koninkrijkje. En zo zijn er nog
wel meer 'over de balk' projecten te
noemen op Tholen.
Wat is er eigenlijk mis met de huidi
ge Vossenkuil dat het een mega-in-
vestering van 1,8 miljoen euro nodig
heeft, die wij als burgers uiteraard
weer moeten gaan ophoesten?
Aanpassen aan de eisen van de tijd
kost heel wat minder.
Dhr. C.W. Boogaart,
Schoolstraat 5,
4698 AN Oud-Vossemeer.
Overigens trekt de wethouder Heij-
boer die 9422 handtekeningen min
of meer in twijfel. Nou ja.. (TB 16-
12-02)
8. Hoewel er vrees is voor parkeer
problemen op de Markt met Lidl en
de Spar vindt Heijboer parkeren in
de smalstad geen probleem immers:
een klant kan zijn auto op de Haven
zetten en kan makkelijk via de Kaai-
straat naar de (einde) Markt. (EB 5-
12-02) Je zult in een regenbui je wa
gentje terug moeten brengen!
9. Gemeenteraad besluit maandag
avond over de visie Sportlaan in Sint-
Maartensdijk. Daarmee blijft de ves
tiging van een discountzaak als Aldi
aan de Sportlaan onmogelijk
Dit voorstel behaalde in de commis
sie gemeentelijke ontwikkeling een
royale meerderheid van ABT, SGP,
CU en PvdA (EB 19-12-02)
10. Vestiging van discount aan de
Sportlaan mogelijk. Er gloort licht
voor de vestiging van een Aldi aan de
Sportlaan in Sint-Maartensdijk. De
gemeenteraad aanvaardde unaniem
een aangepast amendement van
CDA, CU en D66, die vestiging mo
gelijk maakt. (EB 27-12-02)
11. Het gekrakeel tussen wethouder
Heijboer en dhr. Blom is leuk om te
lezen, maar is verloren tijd.
12. ABT wil weer een extern onder
zoek (wat zij eerst veroordeelde) naar
de verkeersbewegingen tengevolge
van Lidl op de Markt en Westvest.
Advies: Ga eens kijken als de moe
ders en/of vaders hun kinderen naar
school brengen/ afhalen, dan spaar je
de externe kosten!
Meneer Blom heeft gelijk, die zegt:
We blinken uit in het uitstellen van
beslissingen. Hoewel hij daarmee
ook zichzelf veroordeelde!
ABT sluit zich daarbij aan. Ook deze
beloofde (als nieuwkomer) verande
ring te brengen in het uitstellen van
beslissingen, maar helaas.
Mogen wij, gezien dit zwabberbeleid
stellen dat de integriteit, die ooit werd
geprezen, ter discussie staat? Kan dit
worden gedefinieerd als zorgvuldig
verantwoord beleid? Is het een won
der dat 70% van de burgers een nega
tief oordeel heeft over het functione
ren van de politieke partijen?
Vergelijk nu eens 2 en 3, 3 en 4, 4 en
5, 6 en 7, 8 en 12, 3 en 5 met 10.
enz. en trek je conclusies.
C. Rijnberg
Sint-Maartensdijk.
Is de behandeling van de Aldi-zaak
een verantwoord beleid? Op 6 de
cember 2001 zei wethouder Van
Kempen: Er is tijd nodig om een
zorgvuldig beleid voor de Sportlaan
te ontwikkelen. Dat zorgvuldig be
leid ziet er als volgt uit:
1De plaats blijkt een probleem. Bin
nen zes weken komt er uitsluitsel, al
dus wethouder Heijboer op 10 mei
2002.
2. Gemeente is bereid het beleid te
wijzigen, alle fracties gaan 4 juli
2002 akkoord!
3. Gemeentebestuur wil vestiging
van discountzaak in Sint-Maartens
dijk. Tot nu toe was detailhandel aan
de rand van een dorp een netelige
kwestie waar het gemeentebestuur
nee tegen zei, zo meldt de EB op 7-
11-02.
4. Aldi kan volgend jaar vestiging
openen, zo bleek in de commissie
g.o„ wat alle fracties ondersteunden,
meldde de EB een week later.
5. De visie ontwikkeling Sportlaan is
als een bom ingeslagen, want daaruit
blijkt: Lidl aan de Markt mag, maar
Aldi aan de Sportlaan niet, zo kopte
de EB van 28-11-2002. Voor Aldi is
daarom geen plaats meer. Het college
blijft erbij dat levensmiddelenzaken
in de dorpskom horen en dat is
in 1998 al tegen Aldi gezegd, aldus
Heijboer. Het toevoegen van een
nieuwe supermarkt buiten het kern
winkelgebied zou juist een averecht
se werking hebben en de over
levingskansen van de bestaande win
kels in Sint-Maartensdijk op den
duur verder kunnen verslechteren, al
dus de visie Sportlaan en omgeving,
zie EB 28-11-2002.
6. Raad verdeeld over Sportlaan.
Meerderheid tegen super buiten cen
trum smalstad. SGP, PvdA, ABT en
CU stemden in met de visie ontwik
keling Sportlaan en omgeving waar
geen plaats is voor een discounter.
PvdA laat nu alles afhangen van de
snelheid waarmee een vestiging naar
Sint-Maartensdijk mogelijk wordt
gemaakt. Volgens Heijboer is dat
Lidl, meldt de EB 5-12-2002.
7. Discounter Aldi kan binnen een
week de deuren aan de Sportlaan
openen. Er zijn circa 9400 handteke
ningen ingeleverd bij de wethouder.