'Littekens van oorlog zitten ook in de hoofden van mensen' Het weer maakt het spannend voor de Thoolse akkerbouwers Op vakantie in Bosnië naar teruggekeerde vluchtelingen Poortvliet Werkstraf voor slaan politieman en hennepteelt Donderdag 15 augustus 2002 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Bus stampvol Uitzichtloos Gewond geraakt Wonden Budelpack Verschillen groot Valse meeldauw l Loes Maas rechts) uit Tholen op bezoek bij Elma Pasic met haar zoontje Alvir op haar flat in Gorazde. „Er moet in Bosnië worden geïn vesteerd. Er moet werk gecreëerd worden zodat mensen aan hun toe komst kunnen bouwen. Als Neder land wil dat vluchtelingen terug gaan, dan zouden we ze moeten helpen om daar een bestaan op te bouwen." Dat zegt Loes Maas uit Tholen. Ze is net terug uit Bosnië- Herzegowina waar ze samen met Marianne Istas-Baets uit Poort vliet teruggekeerde vluchtelingen heeft bezocht Bosniërs die in Poortvliet woonden en in 1998 te ruggingen om in eigen land weer een bestaan op te bouwen. Dat gaat erg moeizaam, zo blijkt uit het relaas na een veertiendaags be zoek aan een land dat bezig is op te krabbelen uit de puinhopen van de oorlog. Beiden zijn betrokken bij de opvang van vluchtelingen op Tholen. Loes - Maas (50) als ambtenaar van de ge meente, Marianne Istas (44) als vrij willigster bij de begeleidingsgroep van vluchtelingen in Poortvliet. Ze gingen samen 'op vakantie', maar hadden eerst geen weet van eikaars plannen. Marianne: „De zusjes Mevlida en Madzida Karcic die jaren in Poort vliet woonden en nu in Bergen op Zoom, hadden me al heel vaak ge vraagd om eens mee te gaan. Ze gaan elke zomer naar Bosnië. Kom toch eens kijken hoe mooi ons land is, zeiden ze. Je hoeft nergens bang voor te zijn. Er liggen geen mijnen meer. Ik was het al jaren van plan. Je hoort zoveel verhalen. Nu kon ik het zelf eens zien." Ook voor Loes was het een wens om - als privépersoon - eens naar Bosnië te gaan. Zij was via de ge- meen te nauw betrokken bij de tijde lijke regeling opvang ontheemden (TROO) voor vluchtelingen uit het 'voormalig Joegoslavië. De 21 Bos nische vluchtingen werden op 30 november 1992 in Poortvliet en Sint-Maartensdijk gehuisvest in vier 'huurhuizen van de stichting Beter Wonen, die de woningen voor een jaar gratis beschikbaar had gesteld. De woningen werden met hulp van bedrijven ingericht voor de veelal onvolledige gezinnen, en er werd een begeleidingsgroep met vrijwilli gers opgericht. De ontheemden ver bleven drie maanden in de Johan Willem Frisokazeme in Zuid-Laren voordat ze naar Tholen kwamen. Ook later kwamen er ex-Joegosla- ven naar Tholen. Via gezinshereni ging of via de regeling opvang asiel zoekers. Een deel van hen (6) keerde terug naar Bosnië. Anderen verlieten de gemeente Tholen. Nu wonen er nog ex-Joegoslaven in Tholen en Sint-Maartensdijk. Sarajevo was in 1992 een belegerde stad. In de loop der jaren werden er meer dan 2.500.000 granaten afge vuurd vanuit de bergen rond de stad met toppen van ruim 2000 meter hoog. Er vielen 12.000 doden en een paar honderdduizend gewon den. Eind 1992 had bijna de helft van de vier miljoen inwoners van Bosnië huis en haard verlaten. Via de tijdelijke opvang (waarvan niemand de duur kon inschatten) leerde Loes Maas de zusjes Karcic kennen, maar ook hun vader Jusuf Karcic. En de verpleegster Elma Pa sic die met haar twee kinderen, de tweeling Nedim en Harris, ook in Poortvliet woonde. Elma Pasic ken de op haar beurt de familie Karcic. Haar tante was een buurvrouw van Karcic in Visegrad, een stad ten oos ten van Sarajevo, tegen de grens met wat nu Joegoslavië heet Elma Pasic was weduwe. Haar man was, voor dat ze naar Nederland kwam, aan een ziekte overleden. Ze keerde vier jaar geleden terug naar haar land. „Ze had gezegd dat ze me een kaart zou sturen met haar adres. Een jaar na haar terugkeer moest ik maar op bezoek komen. Ik had me al een tijd voorgenomen het te doen. Door om standigheden kon ik pas dit jaar. Via de zusjes Karcic hoorde ik dat Ma rian ook zou gaan. Toen hebben we afgesproken dat we met zijn vieren zouden gaan." Elma had in Poortvliet Safet Sijeric leren kennen, een vluchteling uit Gorazde die later naar Nederland was gekomen en een neef is van de zusjes Karcic. Ze trouwden na hun terugkeer in Bosnië en hebben nu samen een kind, Alvir. Het hele jaar door is er een recht streekse busverbinding naar Saraje vo, vanuit Rotterdam, maar ook vanuit Antwerpen. Vanuit België voor 160 euro retour. Marianne: „We hadden vier grote tassen met kleren meegenomen. Tot grote er gernis van de chauffeur. De bus zat namelijk stampvol. Iedereen had tassen met eten meegenomen." Ze had kleding ingezameld, onder meer via haar werk op de afdeling inkoop van Akkermans Techniek in Bergen op Zoom. Ze waren de eni ge twee Nederlanders in het gezel schap van Bosniërs. Allemaal op weg naar familie in hun geboorte land. Iedereen sprak Nederlands. „Met de zusjes Karcic reizen was natuurlijk ideaal. Ze kenden de weg en waren in Bosnië onze tolken." De reis naar Gorazde, via Duitsland, Oostenrijk, Slovenië en Kroatië, was lang. In totaal duurde het 35 uur voordat ze op de plaats van be stemming waren. In de Bosnische hoofdstad Sarajevo werden ze opge wacht door familieleden van Karcic en Safet die hen met een auto naar de eindbestemming brachten, onge veer 100 kilometer ten zuidoosten van Sarajevo. Een tocht van enkele uren door de bergen. Naar Gorazde, de stad die tijdens de oorlog maan denlang door de Bosnische Serviërs van de buitenwereld was afgesloten. Smalle wegen, haarspeldbochten, onverlichte tunnels. Loes zat voorin. Ze griezelt er nu nog van. Marianne logeerde bij de ouders van Safet in een huisje in de bergen, Loes bij Elma en Safet en hun kin deren, in een flatje met twee slaap kamers. „Het is net wat ze kunnen betalen, terwijl Safet toch een goede baan heeft als systeembeheerder bij de posterijen. Ze hebben weinig geld. De werkloosheid is er hoog. Uitkeringen zijn er niet. In Gorazde was voor de oorlog een fabriek waar 2000 mensen werkten, nu werken er 200. Oude staatsbedrijven zijn in particuliere handen overgegaan, maar er is geen kapitaal om te inves teren." Gorazde kende veel (petro chemische) industrie. En heeft delf stoffen zoals kolen en zink. Daarnaast wordt er akkerbouw en veeteelt bedreven. Marianne: „Als je daar geen werk hebt, is de situatie uitzichtloos. Dat maakt het voor de zussen ook zo moeilijk. Ze zouden wel terug wil len en dolgraag iets doen, maar er is geen werk." Ook voor ouderen is het leven niet gemakkelijk, zegt Loes Maas. „Teruggekeerde oudere vluchtelingen krijgen van hieruit een pensioentje. Dat is genoeg om van te leven. Dat lijkt heel nobel van Nederland. Die ouderen hebben het beter dan Bosnische ouderen zonder pensioen. Maar worden ze ziek dan krijgen ze niets vergoed. Maar het spaart Nederland ook geld uit; ou deren die teruggaan doen hier geen beroep meer op de gezonheidszorg terwijl ouderen er juist meer ge bruik van maken." Ze maakten er ook kennis met Er- ma, de zus van Safet die een heup aandoening heeft. Maar die niet ge opereerd kan worden omdat er geen geld voor is en er onvoldoende me dische apparatuur voorhanden is. „In Duitsland zou ze zo geholpen kunnen worden." De Thoolse gasten werden met open armen ontvangen. Ze leerden er 'pi tabroodjes' bakken, kregen les in de beginselen van het Bosnisch en ze werden mee uit zwemmen genomen in de rivier Drina (364 kilometer lang). Loes: „Dat was erg leuk. Ze zijn ontzettend gastvrij. Ze konden nu ook laten zien waar ze ons in Ne derland over hadden verteld. Dat in de zomer bijvoorbeeld de mensen allemaal buiten op straat leven. Dat het dus inderdaad klopte wat ze ons verteld hadden." In Gorazde is het druk, maar alleen in de zomer als familieleden die in West-Europa wonen, hun geboorte plaats bezoeken. „Je ziet overal mensen. De terrassen zitten vol, maar in de winter zijn er maar twee cafeetjes open. Bovendien is het dan heel koud. Tot twintig graden onder nul. De centrale verwarming is nog steeds kapot. Mensen stoken hout en kolen. De bomen op de hellingen worden gekapt. Dat is hier en daar te zien. Voor de oorlog werden de bossen juist heel goed geconser veerd en ook nu is het nog erg bos rijk." Op een van de foto's is te zien hoe de bomen tot schijven zijn gezaagd. Mensen vinden er nu een kleine ne ring in, maar hebben betere tijden gekend. Gorazde was een van de zes zogenaamde safe havens die de Ver enigde Naties in 1993 had ingesteld. Een moslimenclave, diep in oost- Bosnië waar vanaf juli 1992 al veel vluchtelingen uit de directe omge ving naartoe waren gekomen tijdens het offensief van de Bosnische Ser viërs. Het weerzien met oude bekenden was hartelijk. Safet ziet er volgens Loes wel een stuk beter uit dan toen hij in Poortvliet woonde. „Hier sliep hij slecht. Kon zich niet con centreren. Had nachtmerries. Hij was in de oorlog gewond geraakt. En zat in Gorazde. Door de VN- troepen is hij daar toen weg kunnen komen." Safet keerde in 1998 eerder terug dan Elma. Zij komt uit Visegrad en kon daar niet terug naar toe. Deze stad ten oosten van Gorazde hoort in de nieuwe federale indeling bij Bosnië, maar is Servisch gebied. Loes: „Ze kunnen er niet gaan wo nen. Elma kon naar Bosnië terugke ren dankzij Safet waar ze bij zijn fa milie in kon wonen." Voor Elma, inmiddels 39, was de periode in Nederland moeilijk, ver telt Loes. „Ze kon hier als verpleeg ster niet aan de slag. Dat is toch gek, terwijl er een tekort zou komen aan verpleegkundigen. Dat wisten ze van tevoren, maar de instellingen mochten geen vluchtelingen in laten stromen. Ze was goed opgeleid en had al zeventien jaar ervaring. In Nederland zou ze opnieuw de oplei ding moeten doen, maar dan moest ze eerst een baan hebben om op school te worden toegelaten. Dat lukte niet. Jonge meiden krijgen voorrang, want die zijn goedkoper." De verpleegster had heimwee naar Bosnië, zegt Loes, „Maar ze was ook onzeker over de terugkeer. Was het goed voor de kinderen? Wat voor toekomst hebben die daar? Safet heeft de doorslag gegeven." Elma maakte gebruik van de inter nationale organisatie voor migratie (IOM) in Den Haag. Die kent zoge naamde terugkeerprogramma's voor vluchtelingen die Nederland willen verlaten. Het IOM betaalt de reis kosten en verstrekt leefgeld voor de eerste twee maanden. De wonden van de oorlog zijn nog lang niet geheeld. Marianne: „We hoorden van iedereen verhalen over hoe het geweest was in de oorlog. Waar ze geschuild hadden in de ga rage als er geschoten werd. Hoe er een kind was gedood door een gra naat toen het even naar buiten ging na tien dagen in een kelder te heb ben gezeten. Ze vertelden er alle maal over. En zeggen nu: het is voorbij. We hebben geboft, we heb ben het overleefd. Er kan ook weer gelachen worden, maar de mensen hebben nog erg veel te verwerken." Ook Loes kreeg veel ooggetuigever slagen te horen. De ellende werd haar soms te veel. „Overal waar je kwam, kwamen de verhalen uit de oorlog. Aan de gebouwen kun je het nog goed zien. Ze zijn kapot of zit ten vol gaten van granaten. Ook he le mooie monumentale gebouwen. Bij de familie waar we een barbecue hadden, was het terras afgeschermd met het zeildoek dat in de oorlog voor de kapotte ramen hing. Van flatgebouwen worden de daken ge repareerd, de appartementen ver kocht. Die moet je dan zelf opknap pen. Veel staat nog leeg. De littekens zitten niet alleen in de ge bouwen, maar ook in de hoofden van de mensen." Ze bezochten ook Sarajevo, vlakbij de bron van de rivier de Bosna. De stad die eeuwenlang symbool stond voor verdraagzaamheid. Een multi culturele samenleving waar mos lims, katholieken, orthodoxen en jo den in vrede woonden en werkten. Een ongedeelde stad. De stad heeft zwaar te lijden gehad, ingesloten door bergen en jarenlang doelwit van scherpschutters. Maar Maas en Istas zagen er in het centrum de moskee, de synagoge, de katholieke en de Grieks-orthodoxe kerk nog bij elkaar staan. Ze verbleven er drie dagen in het huis van een Bosnisch echtpaar en raakten onder de indruk van de oude binnenstad met de smalle straatjes, Turkse markt en de aanwezigheid van VN-militairen die sinds 1995 als Stabilisation force (SFOR) toezien op de naleving van het Daytonakkoord. Dat bepaalt onder meer dat 51 pro cent van het totale grondgebied van Bosnië uit een federatie van mos lims en Kroaten bestaat. Sarajevo is de hoofdstad van deze federatie. 49 procent van Bosnië wordt gevormd door de Republika Srpska voor de Bosnische Serviërs met als hoofd stad Banja Luka. Er is een parle mentaire democratie, met een presi dium van drie leden: een moslim, een Kroaat en Serviër. „Je ziet de VN-militairen overal. Op den duur merk je het niet meer. De mensen zijn er toch wel blij mee dat ze er zijn. Ze kunnen optreden bij kleine conflicten." Groot was hun verbazing toen ze op straat in Sarajevo bekenden tegen kwamen: de huisschilder Ismael Re- sic met zijn vrouw en kinderen uit Sint-Maartensdijk. „Die was op be zoek bij de ouders van zijn vrouw. We wisten niet wat we zagen." Loes Maas is blij dat ze haar vakan tie in Bosnië heeft doorgebracht. „Het is goed om te merken dat de teruggekeerde vluchtelingen echt gelukkig zijn nu ze thuis zijn. Ze zijn ontspannen. Rustiger dan wan neer ze hier waren. Het is aan hun gezichten te zien. Ook al zijn er nog heel veel problemen. Ik wilde het wel eens van de andere kant zien. Vluchtelingen die hier wonen, wil len wel graag terug, maar ze weten niet waar ze in terecht komen. Bos nië is bankroet. Als er geen steun aan de families in Bosnië zou zijn van de mensen die in West-Europa wonen, zou het land nog armer zijn. Mensen die hier werken, maken geld over. Zelfs mensen die een uit kering hebben, sturen nog geld." Nederland of het Nederlandse be drijfsleven zou volgens Maas inves teringen moeten plegen in Bosnië, zoals de Marshallhulp na de Twee de Wereldoorlog de getroffen lan den er weer bovenop hielp. Dat zou pas echt zoden aan de dijk zetten, vindt ze. „Madzida Karcic werkt bij Budelpack in Poortvliet. Budelpack als internationaal bedrijf zou daar toch wat op kunnen zetten?" En als dat niet kan, dan zou er op zijn minst iets voor de ouderen ge daan kunnen worden. „De meeste menden hebben geen AOW of pen sioen. Helemaal niks. Dat is schrij nend. Als je alleen hen al kunt on dersteunen, dan kunnen ze van hun geld gewoon hun spullen daar ko pen. Dat steun je ook de midden stand. Op kleine schaal heeft dat al effect." De vakantiegangers zouden wel wat willen doen, maar zijn er nog niet uit. Marianne: „We hebben het hier zo goed. Dat besef je weer eens als je daar bent geweest en ziet hoe de mensen er moeten leven." Loes: „Je hoort nu vaak zeggen dat vluchtelingen maar terugmoeten naar hun eigen land, maar Neder land heeft ze ook opgenomen. Ze maken deel uit van onze samenle ving. We hebben er allemaal mee te maken. Bosnië ligt om de hoek. Dat is geen ver-van-mijn-bed-show." Ze gaan samen met Mevlida (41) en Madzida (37) nog maar eens rond de tafel zitten. „Mensen hier zouden projecten daar kunnen steunen. Zo als de SOS-kinderdorpen voor weeskinderen. Daar werken vrou wen die zelf een kind hebben en er dan nog 3 of 4 onder hun hoede ne men. Daar worden ze voor betaald, zodat zij ook kunnen leven." Geraadpleegde literatuur: -Elma Softic: Dagen en nachten in Sarajevo, dagboeknotities en brieven 1992-1995(1996). -Johan en Aida Verheyden: Bosnië (1996). -NRC Handelsblad: De ver woesting van Joegoslavië (1993). Ondergelopen straten, huizen waarin het water staat, blikseminslag, ri vieren die buiten hun oevers treden, hagelstenen als pingpongballen, windhozen en ingestorte bruggen. Deze beelden van extreem weer over al in Europa zien we de laatste weken op televisie en in de krant. Ook in eigen land treden plaatselijk met regelmaat felle buien op. En als de re genkansen afnemen, is dat volgens de meteorologen steeds maar voor een paar dagen. Het weer maakt dat vooral de akkerbouwers in span ning zitten. Het graan is rijp en ook de aardappelen moeten uit de grond. Maar met de zware oogstmachines gaat dat niet zomaar. „We zijn opgeschrikt door al die grond dan andere jaren, terwijl de beelden", vertelt ZLTO-voorzitter E. Hage uit Scherpenisse. De landbouwvoorman geeft aan dat het weer voor een zekere spanning zorgt bij de akkerbouwers. „We wachten met smart op droog weer, maar we zijn bang dat het slecht blijft." De redactie spreekt hem maandagmorgen en dan is het be wolkt. Na een droog en zonnig weekeinde heeft het juist in de maandagnacht wat geregend. „Een halve millimeter, maar daardoor kan vanmorgen het graan niet ge dorst worden. Wanneer de zon nog doorkomt en er is wat wind, dan droogt het echter snel en kan er misschien aan het einde van de middag begonnen worden", geeft Hage aan. Zowel zaterdag als zon dag is het graan er op plekken af gegaan, vertelt hij. Toch zijn er ook percelen waar al wel een be gin is gemaakt,, maar waar men gestopt is. Ook op een enkel aard appelperceel staat de rooier wer keloos op het land, en soms het water tussen de bedden. Als het droog blijft, kunnen er lange da gen gemaakt worden en met de huidige machines kan er behoor lijk wat oogstwerk verzet worden. „Dan wordt het voor de loonwer kers weer het probleem wie ze eerst moeten helpen." Van de vroege aardappels zitten er momenteel nog wat meer in de late rassen nog volop groeien. Bij warm en vochtig weer ligt bij het gewas de schimmel phytophtera al gauw op de loer. „Het hele sei zoen is al vrij vochtig en er is veel gespoten, met korte tussenpozen. Tot echte uitbraken van phytoph tera is het dan ook nog niet geko men, hoewel je altijd wel ergens zieke planten in een perceel hebt." Bij de tarwe, die rijp genoeg is, is het gevaar aanwezig dat ze gaat kiemen als gevolg van het overma tige vocht. Dat 'schot' veroorzaakt een mindere opbrengst, maar kan er ook toe leiden dat het graan niet meer voor menselijke consumptie geschikt is en alleen nog als vee voer is te gebruiken. Wat het vochtpercentage betreft, dat moet voor tarwe op 16% liggen. „Bij de rijpe percelen zoals we die nu op Tholen en Sint-Philipsland heb ben, is het vocht snel op peil. Za terdag en zondag bijvoorbeeld lag het maar tienden van procenten te hoog", geeft Hage aan. Zou een akkerbouwer met droogkosten voor het graan geconfronteerd worden, dan hakt dat er financieel behoorlijk in. En dat terwijl de prijsverwachting al niet hoog is. Hage: „De prijs is belangrijk min der dan vorig jaar." Het weer is duidelijk van invloed op de op brengst van de gewassen en daar mee op het inkomen. De ZLTO- voorzitter schetst dat in de natste gebieden in het land de neerslag de afgelopen weken juist op het foute moment viel. En de verschil len zijn plaatselijk groot. Hage wijst op Roosendaal en omgeving, met de geweldige bui vorige week maandag. „Ook bij ons viel er toen 30 millimeter, maar over een langere tijd verspreid." Overigens was vorige week dinsdag in het werkgebied van de CZAV al 20% van het graan gedorst en Tholen wijkt van dat beeld niet af, aldus de ZLTO-voorzitter. Een heel slecht seizoen is het voor de uien, maar dat komt niet zozeer door het slechte weer. Er is een massale uitbraak van valse meel dauw opgetreden. „Iedere uiente- ler heeft ermee te maken. Voor de knol heeft het geen gevolgen, maar het blad sterft af en dat beïn vloedt de groei." De valse meel dauw - die alleen preventief te be strijden valt - kon uitbreken doordat de telers niet mochten spuiten met de middelen die er voor geschikt zijn. „Een motie van de Tweede Kamer om de middelen tóch toe te staan, heeft het demis sionaire kabinet naast zich neerge legd", zegt Hage. Eind juli heeft de nieuwe minister van landbouw een noodverordening uitgevaar digd die tot 1 oktober van kracht is, maar dat is te laat. „Intens triest", noemt de landbouwvoor man dat. Hij wijst naar de milieu beweging die het verbod op de be strijdingsmiddelen volgens hem op haar conto heeft. „Gelukkig heeft ze aangekondigd om in het huidige politieke klimaat niet te gen het besluit van de minister in beroep te gaan. Dat betekent een omslag." Hage geeft aan dat de landbouw iedere oproep tot over leg en samenwerking met de mi lieubeweging wil honoreren. Een 41-jarige inwoner is door de politierechter in Middelburg ver oordeeld tot een werkstraf van 80 uren wegens mishandeling en be dreiging van een politieman, als mede vernieling van diens motor fiets. Bovendien moet hij 1150 euro aan het slachtoffer betalen en 743 euro schade vergoeden aan de politie Zeeland. De Tholenaar fietste in maart over de Provincialeweg tussen Sint- Maartensdijk en Stavenisse. Ter hoogte van de Weelweg had een politieman een bromfietser staan de gehouden omdat deze geen helm droeg. De fietser bemoeide zich ermee, begon te schelden richting de politieman en sloeg en schopte deze. Ook trapte de man de motor van de agent omver. Hij werd echter overmeesterd. Zijn gedrag leverde hem de hierboven genoemde straf op. Bovendien gaf de rechter hem een voorwaardelij ke gevangenisstraf van drie maan den. Ook een andere Tholenaar kreeg een werkstraf opgelegd. In zijn woning vond de politie vorig jaar juni 50 hennepplanten. Volgens de advocaat van de 25-jarige man, teelde hij die voor eigen gebruik, maar zelf zei de man een extraatje te hebben kunnen gebruiken om dat hij flinke schulden had. Hij was verslaafd geweest aan cocaïne en alcohol, maar inmiddels afge kickt. De rechter legde 20 uren werk straf op, vijf uren minder dan de officier van justitie had geëist. Vrijwilligster Marianne Istas (tweede van links) uit Poortvliet aan de oevers van de Drina, samen met Erma, (zus van Safet) en Mevlida Karcic uit Bergen op Zoom, plus de tweeling Nedim en Harris. Terwijl de plassen op het land staan, staan machines soms stil zoals hier op een perceel aardappelen in de Priestermeetpolder tussen Sint Annaland en Oud-Vossemeer.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2002 | | pagina 3