'Littekens van oorlog zitten
ook in de hoofden van mensen'
Het weer maakt het spannend
voor de Thoolse akkerbouwers
Op vakantie in Bosnië naar teruggekeerde vluchtelingen Poortvliet
Werkstraf voor
slaan politieman
en hennepteelt
Donderdag 15 augustus 2002
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Bus stampvol
Uitzichtloos
Gewond geraakt
Wonden
Budelpack
Verschillen groot
Valse meeldauw
l
Loes Maas rechts) uit Tholen op bezoek bij Elma Pasic met haar zoontje Alvir op haar flat in Gorazde.
„Er moet in Bosnië worden geïn
vesteerd. Er moet werk gecreëerd
worden zodat mensen aan hun toe
komst kunnen bouwen. Als Neder
land wil dat vluchtelingen terug
gaan, dan zouden we ze moeten
helpen om daar een bestaan op te
bouwen." Dat zegt Loes Maas uit
Tholen. Ze is net terug uit Bosnië-
Herzegowina waar ze samen met
Marianne Istas-Baets uit Poort
vliet teruggekeerde vluchtelingen
heeft bezocht Bosniërs die in
Poortvliet woonden en in 1998 te
ruggingen om in eigen land weer
een bestaan op te bouwen. Dat
gaat erg moeizaam, zo blijkt uit
het relaas na een veertiendaags be
zoek aan een land dat bezig is op te
krabbelen uit de puinhopen van de
oorlog.
Beiden zijn betrokken bij de opvang
van vluchtelingen op Tholen. Loes
- Maas (50) als ambtenaar van de ge
meente, Marianne Istas (44) als vrij
willigster bij de begeleidingsgroep
van vluchtelingen in Poortvliet. Ze
gingen samen 'op vakantie', maar
hadden eerst geen weet van eikaars
plannen.
Marianne: „De zusjes Mevlida en
Madzida Karcic die jaren in Poort
vliet woonden en nu in Bergen op
Zoom, hadden me al heel vaak ge
vraagd om eens mee te gaan. Ze
gaan elke zomer naar Bosnië. Kom
toch eens kijken hoe mooi ons land
is, zeiden ze. Je hoeft nergens bang
voor te zijn. Er liggen geen mijnen
meer. Ik was het al jaren van plan.
Je hoort zoveel verhalen. Nu kon ik
het zelf eens zien."
Ook voor Loes was het een wens
om - als privépersoon - eens naar
Bosnië te gaan. Zij was via de ge-
meen te nauw betrokken bij de tijde
lijke regeling opvang ontheemden
(TROO) voor vluchtelingen uit het
'voormalig Joegoslavië. De 21 Bos
nische vluchtingen werden op 30
november 1992 in Poortvliet en
Sint-Maartensdijk gehuisvest in vier
'huurhuizen van de stichting Beter
Wonen, die de woningen voor een
jaar gratis beschikbaar had gesteld.
De woningen werden met hulp van
bedrijven ingericht voor de veelal
onvolledige gezinnen, en er werd
een begeleidingsgroep met vrijwilli
gers opgericht. De ontheemden ver
bleven drie maanden in de Johan
Willem Frisokazeme in Zuid-Laren
voordat ze naar Tholen kwamen.
Ook later kwamen er ex-Joegosla-
ven naar Tholen. Via gezinshereni
ging of via de regeling opvang asiel
zoekers. Een deel van hen (6)
keerde terug naar Bosnië. Anderen
verlieten de gemeente Tholen. Nu
wonen er nog ex-Joegoslaven in
Tholen en Sint-Maartensdijk.
Sarajevo was in 1992 een belegerde
stad. In de loop der jaren werden er
meer dan 2.500.000 granaten afge
vuurd vanuit de bergen rond de stad
met toppen van ruim 2000 meter
hoog. Er vielen 12.000 doden en
een paar honderdduizend gewon
den. Eind 1992 had bijna de helft
van de vier miljoen inwoners van
Bosnië huis en haard verlaten.
Via de tijdelijke opvang (waarvan
niemand de duur kon inschatten)
leerde Loes Maas de zusjes Karcic
kennen, maar ook hun vader Jusuf
Karcic. En de verpleegster Elma Pa
sic die met haar twee kinderen, de
tweeling Nedim en Harris, ook in
Poortvliet woonde. Elma Pasic ken
de op haar beurt de familie Karcic.
Haar tante was een buurvrouw van
Karcic in Visegrad, een stad ten oos
ten van Sarajevo, tegen de grens met
wat nu Joegoslavië heet Elma Pasic
was weduwe. Haar man was, voor
dat ze naar Nederland kwam, aan
een ziekte overleden. Ze keerde vier
jaar geleden terug naar haar land.
„Ze had gezegd dat ze me een kaart
zou sturen met haar adres. Een jaar
na haar terugkeer moest ik maar op
bezoek komen. Ik had me al een tijd
voorgenomen het te doen. Door om
standigheden kon ik pas dit jaar. Via
de zusjes Karcic hoorde ik dat Ma
rian ook zou gaan. Toen hebben we
afgesproken dat we met zijn vieren
zouden gaan."
Elma had in Poortvliet Safet Sijeric
leren kennen, een vluchteling uit
Gorazde die later naar Nederland
was gekomen en een neef is van de
zusjes Karcic. Ze trouwden na hun
terugkeer in Bosnië en hebben nu
samen een kind, Alvir.
Het hele jaar door is er een recht
streekse busverbinding naar Saraje
vo, vanuit Rotterdam, maar ook
vanuit Antwerpen. Vanuit België
voor 160 euro retour. Marianne:
„We hadden vier grote tassen met
kleren meegenomen. Tot grote er
gernis van de chauffeur. De bus zat
namelijk stampvol. Iedereen had
tassen met eten meegenomen." Ze
had kleding ingezameld, onder
meer via haar werk op de afdeling
inkoop van Akkermans Techniek in
Bergen op Zoom. Ze waren de eni
ge twee Nederlanders in het gezel
schap van Bosniërs. Allemaal op
weg naar familie in hun geboorte
land. Iedereen sprak Nederlands.
„Met de zusjes Karcic reizen was
natuurlijk ideaal. Ze kenden de weg
en waren in Bosnië onze tolken."
De reis naar Gorazde, via Duitsland,
Oostenrijk, Slovenië en Kroatië,
was lang. In totaal duurde het 35
uur voordat ze op de plaats van be
stemming waren. In de Bosnische
hoofdstad Sarajevo werden ze opge
wacht door familieleden van Karcic
en Safet die hen met een auto naar
de eindbestemming brachten, onge
veer 100 kilometer ten zuidoosten
van Sarajevo. Een tocht van enkele
uren door de bergen. Naar Gorazde,
de stad die tijdens de oorlog maan
denlang door de Bosnische Serviërs
van de buitenwereld was afgesloten.
Smalle wegen, haarspeldbochten,
onverlichte tunnels. Loes zat voorin.
Ze griezelt er nu nog van.
Marianne logeerde bij de ouders
van Safet in een huisje in de bergen,
Loes bij Elma en Safet en hun kin
deren, in een flatje met twee slaap
kamers. „Het is net wat ze kunnen
betalen, terwijl Safet toch een goede
baan heeft als systeembeheerder bij
de posterijen. Ze hebben weinig
geld. De werkloosheid is er hoog.
Uitkeringen zijn er niet. In Gorazde
was voor de oorlog een fabriek waar
2000 mensen werkten, nu werken er
200. Oude staatsbedrijven zijn in
particuliere handen overgegaan,
maar er is geen kapitaal om te inves
teren." Gorazde kende veel (petro
chemische) industrie. En heeft delf
stoffen zoals kolen en zink.
Daarnaast wordt er akkerbouw en
veeteelt bedreven.
Marianne: „Als je daar geen werk
hebt, is de situatie uitzichtloos. Dat
maakt het voor de zussen ook zo
moeilijk. Ze zouden wel terug wil
len en dolgraag iets doen, maar er is
geen werk." Ook voor ouderen is
het leven niet gemakkelijk, zegt
Loes Maas. „Teruggekeerde oudere
vluchtelingen krijgen van hieruit
een pensioentje. Dat is genoeg om
van te leven. Dat lijkt heel nobel van
Nederland. Die ouderen hebben het
beter dan Bosnische ouderen zonder
pensioen. Maar worden ze ziek dan
krijgen ze niets vergoed. Maar het
spaart Nederland ook geld uit; ou
deren die teruggaan doen hier geen
beroep meer op de gezonheidszorg
terwijl ouderen er juist meer ge
bruik van maken."
Ze maakten er ook kennis met Er-
ma, de zus van Safet die een heup
aandoening heeft. Maar die niet ge
opereerd kan worden omdat er geen
geld voor is en er onvoldoende me
dische apparatuur voorhanden is.
„In Duitsland zou ze zo geholpen
kunnen worden."
De Thoolse gasten werden met open
armen ontvangen. Ze leerden er 'pi
tabroodjes' bakken, kregen les in de
beginselen van het Bosnisch en ze
werden mee uit zwemmen genomen
in de rivier Drina (364 kilometer
lang). Loes: „Dat was erg leuk. Ze
zijn ontzettend gastvrij. Ze konden
nu ook laten zien waar ze ons in Ne
derland over hadden verteld. Dat in
de zomer bijvoorbeeld de mensen
allemaal buiten op straat leven. Dat
het dus inderdaad klopte wat ze ons
verteld hadden."
In Gorazde is het druk, maar alleen
in de zomer als familieleden die in
West-Europa wonen, hun geboorte
plaats bezoeken. „Je ziet overal
mensen. De terrassen zitten vol,
maar in de winter zijn er maar twee
cafeetjes open. Bovendien is het dan
heel koud. Tot twintig graden onder
nul. De centrale verwarming is nog
steeds kapot. Mensen stoken hout
en kolen. De bomen op de hellingen
worden gekapt. Dat is hier en daar
te zien. Voor de oorlog werden de
bossen juist heel goed geconser
veerd en ook nu is het nog erg bos
rijk."
Op een van de foto's is te zien hoe
de bomen tot schijven zijn gezaagd.
Mensen vinden er nu een kleine ne
ring in, maar hebben betere tijden
gekend. Gorazde was een van de zes
zogenaamde safe havens die de Ver
enigde Naties in 1993 had ingesteld.
Een moslimenclave, diep in oost-
Bosnië waar vanaf juli 1992 al veel
vluchtelingen uit de directe omge
ving naartoe waren gekomen tijdens
het offensief van de Bosnische Ser
viërs.
Het weerzien met oude bekenden
was hartelijk. Safet ziet er volgens
Loes wel een stuk beter uit dan toen
hij in Poortvliet woonde. „Hier
sliep hij slecht. Kon zich niet con
centreren. Had nachtmerries. Hij
was in de oorlog gewond geraakt.
En zat in Gorazde. Door de VN-
troepen is hij daar toen weg kunnen
komen."
Safet keerde in 1998 eerder terug
dan Elma. Zij komt uit Visegrad en
kon daar niet terug naar toe. Deze
stad ten oosten van Gorazde hoort
in de nieuwe federale indeling bij
Bosnië, maar is Servisch gebied.
Loes: „Ze kunnen er niet gaan wo
nen. Elma kon naar Bosnië terugke
ren dankzij Safet waar ze bij zijn fa
milie in kon wonen."
Voor Elma, inmiddels 39, was de
periode in Nederland moeilijk, ver
telt Loes. „Ze kon hier als verpleeg
ster niet aan de slag. Dat is toch gek,
terwijl er een tekort zou komen aan
verpleegkundigen. Dat wisten ze
van tevoren, maar de instellingen
mochten geen vluchtelingen in laten
stromen. Ze was goed opgeleid en
had al zeventien jaar ervaring. In
Nederland zou ze opnieuw de oplei
ding moeten doen, maar dan moest
ze eerst een baan hebben om op
school te worden toegelaten. Dat
lukte niet. Jonge meiden krijgen
voorrang, want die zijn goedkoper."
De verpleegster had heimwee naar
Bosnië, zegt Loes, „Maar ze was
ook onzeker over de terugkeer. Was
het goed voor de kinderen? Wat
voor toekomst hebben die daar?
Safet heeft de doorslag gegeven."
Elma maakte gebruik van de inter
nationale organisatie voor migratie
(IOM) in Den Haag. Die kent zoge
naamde terugkeerprogramma's voor
vluchtelingen die Nederland willen
verlaten. Het IOM betaalt de reis
kosten en verstrekt leefgeld voor de
eerste twee maanden.
De wonden van de oorlog zijn nog
lang niet geheeld. Marianne: „We
hoorden van iedereen verhalen over
hoe het geweest was in de oorlog.
Waar ze geschuild hadden in de ga
rage als er geschoten werd. Hoe er
een kind was gedood door een gra
naat toen het even naar buiten ging
na tien dagen in een kelder te heb
ben gezeten. Ze vertelden er alle
maal over. En zeggen nu: het is
voorbij. We hebben geboft, we heb
ben het overleefd. Er kan ook weer
gelachen worden, maar de mensen
hebben nog erg veel te verwerken."
Ook Loes kreeg veel ooggetuigever
slagen te horen. De ellende werd
haar soms te veel. „Overal waar je
kwam, kwamen de verhalen uit de
oorlog. Aan de gebouwen kun je het
nog goed zien. Ze zijn kapot of zit
ten vol gaten van granaten. Ook he
le mooie monumentale gebouwen.
Bij de familie waar we een barbecue
hadden, was het terras afgeschermd
met het zeildoek dat in de oorlog
voor de kapotte ramen hing. Van
flatgebouwen worden de daken ge
repareerd, de appartementen ver
kocht. Die moet je dan zelf opknap
pen. Veel staat nog leeg. De
littekens zitten niet alleen in de ge
bouwen, maar ook in de hoofden
van de mensen."
Ze bezochten ook Sarajevo, vlakbij
de bron van de rivier de Bosna. De
stad die eeuwenlang symbool stond
voor verdraagzaamheid. Een multi
culturele samenleving waar mos
lims, katholieken, orthodoxen en jo
den in vrede woonden en werkten.
Een ongedeelde stad. De stad heeft
zwaar te lijden gehad, ingesloten
door bergen en jarenlang doelwit
van scherpschutters. Maar Maas en
Istas zagen er in het centrum de
moskee, de synagoge, de katholieke
en de Grieks-orthodoxe kerk nog bij
elkaar staan. Ze verbleven er drie
dagen in het huis van een Bosnisch
echtpaar en raakten onder de indruk
van de oude binnenstad met de
smalle straatjes, Turkse markt en de
aanwezigheid van VN-militairen die
sinds 1995 als Stabilisation force
(SFOR) toezien op de naleving van
het Daytonakkoord.
Dat bepaalt onder meer dat 51 pro
cent van het totale grondgebied van
Bosnië uit een federatie van mos
lims en Kroaten bestaat. Sarajevo is
de hoofdstad van deze federatie. 49
procent van Bosnië wordt gevormd
door de Republika Srpska voor de
Bosnische Serviërs met als hoofd
stad Banja Luka. Er is een parle
mentaire democratie, met een presi
dium van drie leden: een moslim,
een Kroaat en Serviër. „Je ziet de
VN-militairen overal. Op den duur
merk je het niet meer. De mensen
zijn er toch wel blij mee dat ze er
zijn. Ze kunnen optreden bij kleine
conflicten."
Groot was hun verbazing toen ze op
straat in Sarajevo bekenden tegen
kwamen: de huisschilder Ismael Re-
sic met zijn vrouw en kinderen uit
Sint-Maartensdijk. „Die was op be
zoek bij de ouders van zijn vrouw.
We wisten niet wat we zagen."
Loes Maas is blij dat ze haar vakan
tie in Bosnië heeft doorgebracht.
„Het is goed om te merken dat de
teruggekeerde vluchtelingen echt
gelukkig zijn nu ze thuis zijn. Ze
zijn ontspannen. Rustiger dan wan
neer ze hier waren. Het is aan hun
gezichten te zien. Ook al zijn er nog
heel veel problemen. Ik wilde het
wel eens van de andere kant zien.
Vluchtelingen die hier wonen, wil
len wel graag terug, maar ze weten
niet waar ze in terecht komen. Bos
nië is bankroet. Als er geen steun
aan de families in Bosnië zou zijn
van de mensen die in West-Europa
wonen, zou het land nog armer zijn.
Mensen die hier werken, maken
geld over. Zelfs mensen die een uit
kering hebben, sturen nog geld."
Nederland of het Nederlandse be
drijfsleven zou volgens Maas inves
teringen moeten plegen in Bosnië,
zoals de Marshallhulp na de Twee
de Wereldoorlog de getroffen lan
den er weer bovenop hielp. Dat zou
pas echt zoden aan de dijk zetten,
vindt ze. „Madzida Karcic werkt bij
Budelpack in Poortvliet. Budelpack
als internationaal bedrijf zou daar
toch wat op kunnen zetten?"
En als dat niet kan, dan zou er op
zijn minst iets voor de ouderen ge
daan kunnen worden. „De meeste
menden hebben geen AOW of pen
sioen. Helemaal niks. Dat is schrij
nend. Als je alleen hen al kunt on
dersteunen, dan kunnen ze van hun
geld gewoon hun spullen daar ko
pen. Dat steun je ook de midden
stand. Op kleine schaal heeft dat al
effect."
De vakantiegangers zouden wel wat
willen doen, maar zijn er nog niet
uit. Marianne: „We hebben het hier
zo goed. Dat besef je weer eens als
je daar bent geweest en ziet hoe de
mensen er moeten leven."
Loes: „Je hoort nu vaak zeggen dat
vluchtelingen maar terugmoeten
naar hun eigen land, maar Neder
land heeft ze ook opgenomen. Ze
maken deel uit van onze samenle
ving. We hebben er allemaal mee te
maken. Bosnië ligt om de hoek. Dat
is geen ver-van-mijn-bed-show."
Ze gaan samen met Mevlida (41) en
Madzida (37) nog maar eens rond
de tafel zitten. „Mensen hier zouden
projecten daar kunnen steunen. Zo
als de SOS-kinderdorpen voor
weeskinderen. Daar werken vrou
wen die zelf een kind hebben en er
dan nog 3 of 4 onder hun hoede ne
men. Daar worden ze voor betaald,
zodat zij ook kunnen leven."
Geraadpleegde literatuur:
-Elma Softic: Dagen en nachten
in Sarajevo, dagboeknotities en
brieven 1992-1995(1996).
-Johan en Aida Verheyden:
Bosnië (1996).
-NRC Handelsblad: De ver
woesting van Joegoslavië
(1993).
Ondergelopen straten, huizen waarin het water staat, blikseminslag, ri
vieren die buiten hun oevers treden, hagelstenen als pingpongballen,
windhozen en ingestorte bruggen. Deze beelden van extreem weer over
al in Europa zien we de laatste weken op televisie en in de krant. Ook in
eigen land treden plaatselijk met regelmaat felle buien op. En als de re
genkansen afnemen, is dat volgens de meteorologen steeds maar voor
een paar dagen. Het weer maakt dat vooral de akkerbouwers in span
ning zitten. Het graan is rijp en ook de aardappelen moeten uit de
grond. Maar met de zware oogstmachines gaat dat niet zomaar.
„We zijn opgeschrikt door al die grond dan andere jaren, terwijl de
beelden", vertelt ZLTO-voorzitter
E. Hage uit Scherpenisse. De
landbouwvoorman geeft aan dat
het weer voor een zekere spanning
zorgt bij de akkerbouwers. „We
wachten met smart op droog weer,
maar we zijn bang dat het slecht
blijft." De redactie spreekt hem
maandagmorgen en dan is het be
wolkt. Na een droog en zonnig
weekeinde heeft het juist in de
maandagnacht wat geregend. „Een
halve millimeter, maar daardoor
kan vanmorgen het graan niet ge
dorst worden. Wanneer de zon nog
doorkomt en er is wat wind, dan
droogt het echter snel en kan er
misschien aan het einde van de
middag begonnen worden", geeft
Hage aan. Zowel zaterdag als zon
dag is het graan er op plekken af
gegaan, vertelt hij. Toch zijn er
ook percelen waar al wel een be
gin is gemaakt,, maar waar men
gestopt is. Ook op een enkel aard
appelperceel staat de rooier wer
keloos op het land, en soms het
water tussen de bedden. Als het
droog blijft, kunnen er lange da
gen gemaakt worden en met de
huidige machines kan er behoor
lijk wat oogstwerk verzet worden.
„Dan wordt het voor de loonwer
kers weer het probleem wie ze
eerst moeten helpen."
Van de vroege aardappels zitten er
momenteel nog wat meer in de
late rassen nog volop groeien. Bij
warm en vochtig weer ligt bij het
gewas de schimmel phytophtera al
gauw op de loer. „Het hele sei
zoen is al vrij vochtig en er is veel
gespoten, met korte tussenpozen.
Tot echte uitbraken van phytoph
tera is het dan ook nog niet geko
men, hoewel je altijd wel ergens
zieke planten in een perceel hebt."
Bij de tarwe, die rijp genoeg is, is
het gevaar aanwezig dat ze gaat
kiemen als gevolg van het overma
tige vocht. Dat 'schot' veroorzaakt
een mindere opbrengst, maar kan
er ook toe leiden dat het graan niet
meer voor menselijke consumptie
geschikt is en alleen nog als vee
voer is te gebruiken. Wat het
vochtpercentage betreft, dat moet
voor tarwe op 16% liggen. „Bij de
rijpe percelen zoals we die nu op
Tholen en Sint-Philipsland heb
ben, is het vocht snel op peil. Za
terdag en zondag bijvoorbeeld lag
het maar tienden van procenten te
hoog", geeft Hage aan. Zou een
akkerbouwer met droogkosten
voor het graan geconfronteerd
worden, dan hakt dat er financieel
behoorlijk in. En dat terwijl de
prijsverwachting al niet hoog is.
Hage: „De prijs is belangrijk min
der dan vorig jaar." Het weer is
duidelijk van invloed op de op
brengst van de gewassen en daar
mee op het inkomen. De ZLTO-
voorzitter schetst dat in de natste
gebieden in het land de neerslag
de afgelopen weken juist op het
foute moment viel. En de verschil
len zijn plaatselijk groot. Hage
wijst op Roosendaal en omgeving,
met de geweldige bui vorige week
maandag. „Ook bij ons viel er
toen 30 millimeter, maar over een
langere tijd verspreid." Overigens
was vorige week dinsdag in het
werkgebied van de CZAV al 20%
van het graan gedorst en Tholen
wijkt van dat beeld niet af, aldus
de ZLTO-voorzitter.
Een heel slecht seizoen is het voor
de uien, maar dat komt niet zozeer
door het slechte weer. Er is een
massale uitbraak van valse meel
dauw opgetreden. „Iedere uiente-
ler heeft ermee te maken. Voor de
knol heeft het geen gevolgen,
maar het blad sterft af en dat beïn
vloedt de groei." De valse meel
dauw - die alleen preventief te be
strijden valt - kon uitbreken
doordat de telers niet mochten
spuiten met de middelen die er
voor geschikt zijn. „Een motie van
de Tweede Kamer om de middelen
tóch toe te staan, heeft het demis
sionaire kabinet naast zich neerge
legd", zegt Hage. Eind juli heeft
de nieuwe minister van landbouw
een noodverordening uitgevaar
digd die tot 1 oktober van kracht
is, maar dat is te laat. „Intens
triest", noemt de landbouwvoor
man dat. Hij wijst naar de milieu
beweging die het verbod op de be
strijdingsmiddelen volgens hem
op haar conto heeft. „Gelukkig
heeft ze aangekondigd om in het
huidige politieke klimaat niet te
gen het besluit van de minister in
beroep te gaan. Dat betekent een
omslag." Hage geeft aan dat de
landbouw iedere oproep tot over
leg en samenwerking met de mi
lieubeweging wil honoreren.
Een 41-jarige inwoner is door de
politierechter in Middelburg ver
oordeeld tot een werkstraf van 80
uren wegens mishandeling en be
dreiging van een politieman, als
mede vernieling van diens motor
fiets. Bovendien moet hij 1150
euro aan het slachtoffer betalen en
743 euro schade vergoeden aan de
politie Zeeland.
De Tholenaar fietste in maart over
de Provincialeweg tussen Sint-
Maartensdijk en Stavenisse. Ter
hoogte van de Weelweg had een
politieman een bromfietser staan
de gehouden omdat deze geen
helm droeg. De fietser bemoeide
zich ermee, begon te schelden
richting de politieman en sloeg en
schopte deze. Ook trapte de man
de motor van de agent omver. Hij
werd echter overmeesterd. Zijn
gedrag leverde hem de hierboven
genoemde straf op. Bovendien gaf
de rechter hem een voorwaardelij
ke gevangenisstraf van drie maan
den.
Ook een andere Tholenaar kreeg
een werkstraf opgelegd. In zijn
woning vond de politie vorig jaar
juni 50 hennepplanten. Volgens de
advocaat van de 25-jarige man,
teelde hij die voor eigen gebruik,
maar zelf zei de man een extraatje
te hebben kunnen gebruiken om
dat hij flinke schulden had. Hij
was verslaafd geweest aan cocaïne
en alcohol, maar inmiddels afge
kickt.
De rechter legde 20 uren werk
straf op, vijf uren minder dan de
officier van justitie had geëist.
Vrijwilligster Marianne Istas (tweede van links) uit Poortvliet aan de oevers van de Drina, samen met
Erma, (zus van Safet) en Mevlida Karcic uit Bergen op Zoom, plus de tweeling Nedim en Harris.
Terwijl de plassen op het land staan, staan machines soms stil zoals hier op een perceel aardappelen in de Priestermeetpolder tussen Sint
Annaland en Oud-Vossemeer.