'Kleinkinderen moeten butter
en suuker kunnen zeggen'
Smaak paardenliefhebbers
van Arabier naar Fries
Kans op gezondgheidscentrum paarden in Poortvliet
De spinne
Donderdag 8 augustus 2002
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
9
In de boekenkast de Cronyck van Zeeland en andere
fraaie boeken over het cultureel erfgoed van de provin
cie. Aan de muur de spreuk die de Zeeuwse taele de
mooiste van aolemaele noemt. Een aquarel van Ben van
Rooij, de schilder die als geen ander de schoonheid van
de Thoolse schorren heeft vastgelegd. Het is duidelijk,
Nel Slager-den Engelsman uit Oud-Vossemeer heeft wat
met Zeeland. Op allerlei manieren zet ze zich in voor het
behoud van de streektaal en het eigen erfgoed. Een ge
vecht tegen de bierkaai. „We moeten redden wat er te
redden valt. Maar redden doen we het nooit."
Bijbelboek Ruth in Zeeuwse vertaling bijna gereed
Zwartjes uit het Noorden
'Blommi#'
O uderwety Zeeuws-
woord/ voor bes-
ncuuvd/ warm/ weer.
Tegenwoordig zit ook
het dialect zonder
zuurstof. Thuis wordt
steeds minder Thools
gesproken. Ook op de
schoolpleinen ver
dwijnt de streektaal.
Daarom blommig. een
zomer-serie over Thole-
naren die zich inzetten
voor het behoud van
l het dialect.
Schaamte
Opgeruimd karakter
Megagevoelig
Containers
Rugklachten
Cadillac onder paarden
'Buiten in de zandbak sprak ik Zeeuws met de kinderenzegt Nel Slager.
De kans bestaat dat Hinke Bak
ker uit Poortvliet bij haar stoete
rij Kyzon van Friese stamboek-
paarden een gezondheidscentrum
voor alle paardenrassen begint.
Zelf is ze nog heel voorzichtig met
het naar buitenbrengen van het
plan, maar als het aan haar ligt
gaat het gezondheidscentrum nog
dit jaar open.
"Ik durf er nog niet veel over te ver
tellen", zegt ze eerlijk. "Ik ben bang
dat wanneer ik nu al alles uit de doe
ken doe, dat een ander met het idee
aan de haal gaat. En dat wil ik niet."
Wat Hinke Bakker voor ogen staat is
een centrum voor paarden waarbij een
ziekte is geconstateerd. In haar cen
trum kan het dier dan behandeld wor
den. "Paardeneigenaren gaan nu bij
voorbeeld naar de paardenkliniek in
Roosendaal of Bergen op Zoom. Daar
wordt vastgesteld wat het dier heeft
en welke behandeling daarbij nodig
is. Voor die behandeling hoeft het
paard dan niet daar te blijven."
Bakker heeft bij haar woning onge
veer vijf hectare grond. Die opper
vlakte is voldoende om zowel de stoe
terij voor Friese volbloedpaarden- als
het gezondheidscentrum te vestigen.
Ze ziet voordelen voor zowel de eige
naren als de paarden. "Soms is een
paard ziek en mag er enige tijd niet op
worden gereden. Of het paard mag
nog niet worden aangespannen. In
een gezondheidscentrum krijgt het
dier dan een goede behandeling en
kan gelijk met enige regelmaat wor
den gecontroleerd of de behandeling
aanslaat. Dat kan de dierenarts doen,
maar ook de eigenaar of verzorger
zelf."
Bakker fokt zelf ook paarden, maar
de handel komt wat haar betreft pas
op de tweede plaats. "We hoeven er
niet van te leven. Het is eigenlijk een
uit de hand gelopen hobby. Waar we
overigens in ons gezin veel plezier
aan beleven. Maar het is te riskant om
het inkomen van de paardenfokkerij
te laten afhangen. Onze belangrijkste
inkomstembron is ons poedercoating-
bedrijf (Van Buuren Coating- red) op
het industrieterrein van Tholen."
De Friese paarden liggen ondanks de
economische teruggang en de af
wachtende houding van consumenten
goed in de markt, constateert ook
Hinke Bakker. Met toenemende re
gelmaat wordt bij haar door paarden
liefhebbers informatie ingewonnen
over de zwartjes uit het Noorden.'
In de wei, op de kruising van de Bram
van Groenewegeweg en de Bitter-
hoekseweg grazen negentien tot twin
tig Friese paarden. Een typerend ras
met een trots flink hoofd dat voorzien
is van lange zwarte manen. Een ras
dat steunt op benen met de bekende
sokken aan de voeten.
Hinke Bakker weet ook waarom de
populariteit van het ras de laatste tijd
toeneemt. "Het is een werkwillig
paard met een goed geheugen. Al doe
je een jaar niets met hem of haar en je
zou hem daarna voor de wagenspan
nen, is het na twee of drie galopspron
getjes net alsof hij er gisteren heeft
voorgestaan. Bij meer warmbloedige
paarden is dat vaak anders en kost het
veel moeite het dier weer in het gareel
te krijgen."
Het komt er niet alleen op neer dat de
Friezen volgens Bakker gemakkelijk
zijn te hanteren, maar ook dat de
smaak van het publiek aan verande
ringen onderhevig is. "Ook wij heb
ben een periode gehad dat voor het
Friese paard amper belangstelling be
stond. Nu gaat het weer de goede kant
uit."
Wat een Fries kost is volgens Hinke
afhankelijk van het stamboek. Hoe
langer de bloedlijn, hoe duurder. Bak
ker in jargon: "Een goed paard zit vol
/- X
Zeventig jaar geleden werd Nel
Slager geboren op wat ze zelf het
mooiste plekje van de wereld
noemt. Het huisje bij het gemaal
de Drie Grote Polders, even buiten
Oud-Vossemeer. Opa was er ma
chinist en haar vader nam het
werk als vanzelf over. De idylle
van een jeugd. Een kronkelende
Eendracht, geurend naar getij. Een
paradijs op aarde. Pas in 1944, bij
de inundatie van het eiland, reali
seerde ze zich hoe bijzonder de
plek was. Samen met haar moeder
vertrok ze naar het Groningse Ha
ren. Pa bleef achter op zijn post en
maalde de Thoolse polders droog.
Zestien maanden bleef Nel in den
vreemde. Daar, in het noorden,
werd ze zich bewust van haar wor
tels. Ze sloot vriendschap met
meiden uit Friesland en Drente.
Ineens hoorde ze haar eigen
streektaal. Het begin van een fas
cinatie. „Dialecten waren er eer
der dan het Nederlands. Het
Zeeuws hoor je in talloze varian
ten en verwantschappen van op
Flakkee tot in Noord-Frankrijk.
Het Zeeuws mag nooit verloren
gaan en moet voor het nageslacht
worden bewaard."
Wie zo bekoord is door taal en het
overdragen op toekomstige gene
raties, komt haast vanzelfsprekend
in het onderwijs terecht. Nel den
Engelsman werd kleuterjuf. In
haar eigen Vossemeer, in Smur-
diek, Scherpenisse, over het hele
eiland is ze gezeild. Na haar hu
welijk met Jaap Slager kreeg ze
nog slechts een tijdelijke aanstel
ling. Het eerste kind betekende
ontslag. Zo ging dat toen nog. La
ter, toen de kinderen groter waren,
trad ze opnieuw in. Ze stond ook
nog voor de klas in het lager on
derwijs. Haar loopbaan omspant
een periode van ruim dertig jaar.
Binnen de schoolmuren sprak ze
altijd Nederlands. Dat was voor
geschreven en dus deed ze het.
„Maar buiten in de zandbak sprak
ik Zeeuws met de kinderen. Je
merkte dat ze ineens heel andere
dingen vertelden, veel intiemer.
Zo werkt dat met dialect. Het zit
als een warme deken om je heen."
Jaap en Nel Slager hebben drie
kleindochters. Echte oogappels,
zoals het hoort. Geen van de klein
kinderen spreekt nog Zeeuws,
hoewel de ouders de streektaal
wel beheersen. „Het verdriet ons
zeer. Ouders zijn bang dat hun
kinderen hiaten in het Nederlands
krijgen als ze thuis dialect spre
ken. Die angst leidt er toe dat het
Zeeuws in de gezinnen als voert
aal wordt opgegeven. Het heeft
ook veel te maken met schaamte.
Zeeuwen hebben daar altijd al last
van gehad. Al kort na de oorlog
gaven naar de Noord Oost Polder
vertrokken Zeeuwse boeren hun
dialect op, terwijl hun Friese en
Groningse buren dat niet deden.
Tot op de dag van vandaag hoor je
in de nieuwe polders Gronings en
Fries, maar geen Zeeuws meer. We
zouden wat trotser en chauvinisti
scher moeten zijn. We maken er
wel eens grapjes over. Onze klein
kinderen krijgen hier alleen pan
nenkoeken als ze butter en suuker
kunnen zeggen."
De Zeeuwse commissaris van de
koningin W.T. van Gelder heeft
herhaaldelijk verklaard een warm
voorstander te zijn van het gebruik
van de streektaal. In de visie van
Van Gelder zouden zelfs de raads
vergaderingen in het Zeeuws mo
gen worden gehouden. Ook zijn er
aanzetten om de streektaal in het
basisonderwijs her in te voeren als
bijvak. Slager gelooft niet in der
gelijke initiatieven. „In Zeeuws-
Vlaanderen zijn ze er heel ver
mee, dankzij de inzet van een ge
motiveerde onderwijzer. Op Tho
len leeft het helemaal niet. Ik heb
er zelf ook grote twijfels over.
Zeeuws als bijvak klinkt net zoals
het geven van Arabisch of een an
dere buitenlandse taal die ver
plicht moet worden aangeboden,
projecten waar je als school nog
extra voor moet betalen ook.
Zeeuws moet kostenloos zijn en
aan de keukentafel worden ge
sproken."
In d'n oek bie 't racm zit 'n
spinne
Zoas ze daer zit, laete zitte, d'r
nie an buhinne
Om ze te pakken,
Je mag daer bluuve tot vrie-
dag, dan is 't hubeurd
Dan oor je deur Lenie uut d'n
oek husleurd
Wat prucies je lot is, za'k mü
nie voorspelle
Lenie ou nie van spinnen, dat
kan'kje wè vertelle...
(Nel wacht op haar werkster)
Zelf is Nel Slager druk in de weer
met een Zeeuwse vertaling van het
bijbelboek Ruth. Ze doet dat niet
alleen. Ook dorpsgenoot Cees de
Leeuw en Lea Rijstenbil uit
Scherpenisse draaien mee in het
werkgroepje. Aan het eind van de
zomer moet de tekst gereed zijn.
Een uit vijf leden bestaande com
missie, Waaronder drie predikan
ten, gaat de tekst vervolgens kri
tisch bekijken. Oud-Tholenaar
Krijn van der Jagt geeft theologi-
'N prachtug dienk. In de weke
op de schouwe bie de klokke,
in zondags mee nae kerreke. Ie
liep d'r mee in z'n aerm. Weet
je wé, deftug, 't zwarte pak an,
in z'n aer in de brijantienne of
oe dat spul ok jêête mag. Zag
iedetjeen op de kerrekpad, 'm
toch wé? Noe zat Jewannes op
't oogzael op de voorste banke,
je kon dan bekan jêêl de kerre
ke deurkieke. Ie zat bekan bie
d'n domenie op de preekstoel.
Ie lei z'n biebel netjes op de
kerrekbanke, vreef nog even
mit z'n witte zakdoek over de
zilvere sloten, ziezo, die blon-
ke je tehen.'
(fragment: D'n nieuwe biebel)
sche adviezen. In andere delen van
Zeeland wordt ondertussen ook
hard gewerkt aan het in het
Zeeuws omzetten van bijbelboe
ken. Uiteindelijk zal de Zeeuwse
Bijbel Vertaalgroep zorgen voor
een uniforme spelling. Een uitge
ver wordt nog gezocht. Slager be
leeft veel plezier aan het bijbelse
vertaalwerk. „We zijn met opzet
begonnen met Ruth. Het boek
heeft maar vier hoofdstukken en
we zijn tenslotte maar met een
klein groepje. Het is wel precies
iets voor mij. Het mes snijdt aan
twee kanten. Er komt een Zeeuws
boek bij en dan nog wel de Bijbel.
In september hopen we verder te
gaan met het boek Esther. Maar
het eind van het project maak ik
natuurlijk nooit mee."
Ook bij andere gelegenheden legt
Slager relaties tussen dialect en
religie. Met Pinksteren las ze bij
een oecumenische dienst in een
boomgaard aan de Langeweg bij
Oud-Vossemeer een toepasselijke
tekst voor. In het Zeeuws, dat
spreekt. De reacties waren bijzon
der enthousiast. Met kerst schrijft
ze voor de krant van de School
met de Bijbel De Ark in haar
woonplaats al jaren een kerstver
haal in dialect. Slager treedt soms
ook op in cabareteske stukjes, in
zalen en voor de lokale en regio
nale omroep. Talloze verhalen uit
haar jeugd, versjes en dorpsverha
len heeft ze aan het papier toever
trouwd. Ze levert bijdragen aan
Werèntug, de dialectrubriek in De
Eendrachtbode. Samen met Lea
Rijstenbil werkt ze ook aan een
supplement van het Zeeuwse
woordenboek. Ook brengt ze
volksgebruiken uit de streek in
kaart. Informatie waar het Meer-
tensinstituut, een landelijke instel
ling die zich richt op het behoud
van het cultureel erfgoed, zijn
voordeel mee doet. Ze is ook
nauw betrokken bij streekmuseum
De Meestoof. Israël en schilderen
zijn twee andere passies waar Sla
ger haar tijd in steekt. Ze doet het
allemaal graag. Soms begint ze
echter de jaren te voelen. Ze is
niet meer het meisje van de Drie
Grote Polders tenslotte. Slager
heeft een opgeruimd karakter, dus
klagen doet ze niet. Toch zijn er
momenten dat ze bang is dat, met
haar generatie, ook het dialecton
derzoek uitsterft. „Ons clubje ver
grijst. We hebben dringend jonge
ren in de groep nodig. Een levende
taal moet zich altijd vernieuwen
en dat geldt ook voor de onderzoe
kers. Anders redden we het
nooit."
'Toen brocht z'aolles in ge-
reêdeid en gieng mit d'r
schoondochters trug nae Juda,
want z'éo vernome dat den Eê-
re z'n eige et lot van z'n volk
angetrokke ao en wi bróód ge
geven ao. Dus gieng ze mit d'r
twee schoondochters weg van
waer a ze geweuind ao. Toen
ze onderwegt waere om nae
Juda trug te gaen, zei Noömi
tegen d'r schoöndochters: Toe,
gae trug, draoi omme julder en
gae nae 't uus van j'n eige
moeders. Ik ope dan den Eêre
goed vö julder zè weze zoas
julder ok goed gewist bin vö
de gestorvenen en vö mien.'
(Ruth 1:6-8)
Dat Nederlanders liefhebbers van
paarden en van paardrijden zijn, mag
blijken uit een lijst van mogelijkhe
den.
Zo is er de Lipizzaner Vereniging
Nederland die de Spaanse Rijschool
met die witte paarden heeft omarmd.
Er zijn minstens 110 leden die probe
ren de volgelingen van de 25 paarden
die in Nederland staan, raszuiver te
houden.
Dan zijn er de recreatieruiters. Hun
vereniging NWR telt 400.000 leden
waaronder 72.000 wedstrijdruiters.
Er is de de Vereniging Hippische
Wedstrijdsport Gehandicapten.
En de Ned. Ver. Het Dameszadel.
Dat houdt in september van dit jaar
in Leusden het Kampioenschap
Amazonezit.
Of het Natural Horsemanship Het
Voetpad. Dat zich bezig houdt met
paardrijkunst. Doel is het voorkomen
van domheden, staat in de statuten.
Domheden zijn het paard over de
neus aaien en veel aan het lijf frutse
len.
Dan is er het Western Riding. Zoals de
VWRT Twente. Daar wordt het rijden
op een Amerikaanse cowboyachtige
manier op pony's beoefend. De berij
ders dragen een cowboyhoed, ze wen
den en aceeleren snel. "Geen rodeo",
zeggen ze er nadrukkelijk bij. "Alles
blijft rustig. Losse teugel, zonder con
stante beendruk. Wel slalommen waar
bij af en toe de kont van het paard naar
beneden komt."
De club telt 36 leden.
Het Nederlandse Connemasa Pony
Stamboek in Den Bosch heeft 150 le
den. Het gaat om liefhebbers van po
ny's uit deze Ierse bergstreek. Er
worden er in Nederland ongeveer
1000 per jaar gefokt. Het is een
sportpony die goed is voor dressuur,
om te springen en goed met mensen
kan omgaan. De pony is lief voor
kinderen, zegt de club.
Dan is er de Vereniging van Het
Ezelsstamboek. Opgericht in 1976
door ezelliefhebbers. Er zijn enkele
tientallen leden die meer belangstel
ling willen kweken voor de ezel.
En de Vereniging 'Het Groninger
Paard' in Marum. Opgericht in 1982
met als doel de veelzijdigheid, de be
trouwbaarheid en de ijver van dit ras
te onderstrepen.
Dat geldt ook de Vereniging Fjorden-
paarden in Emst&Omst. Sinds 1964
verzorgen de leden de promotie van
het Fjordenpaard.
Terug naar de cowboys. Naar de
Zuid-West Westernrijders op Flak
kee. Op papier bestaat de club nog
steeds, maar om iemand te pakken te
krijgen is moeilijk. Dus wat ze willen
bereiken, blijft nog onduidelijk. De
website op internet is alleen via een
wachtwoord toegankelijk.
Dat geldt niet voor de site van de 55
leden van de Vereniging Lusitano
Vrienden Nederland in de Dwergko
nijnenstraat in Almere. De club groei
qua ledenaantal gestaag, zeggen ze
en de bedoeling is belangstelling te
kweken voor een paard dat uitmunt
in moed, kracht en beheersing.
met zijn toenmalige echtgenote in het
klein met het fokken van het Bedoui-
nenpaard. Ze woonden toen in De
Heen. "Het deel waar wij woonden
werd natuurgebied. Gelukkig konden
we op Poortvliet terecht."
De echtverbintenis hield geen stand
en zes jaar geleden ging zijn vrouw
elders verder met het fokken van Ara
bieren. Zijn huidige vriendin, de
schilderes Ellen Janse, werd eveneens
verliefd op de karaktervolle vierbe-
ners en samen werken ze nu op de
stoeterij. "John meer voor de handel.
Ik kan ze moeilijk verkopen, want ik
vind ze allemaal erg lief en doe er niet
graag afstand van", verklaart ze.
Ellen heeft niettemin een belangrijke
stem bij de verkoop. "Er kwam hier
laatst een dame die een paard wilde
kopen. Ze had een weitje van vijftig
vierkante meter, omgeven met prik
keldraad. Daar zou het dier de hele
dag in moeten lopen. We hebben
'nee' gezegd. Ook toen ze meer geld
bood. Arabieren zijn megagevoelig.
Als je ze een klap geeft, vergeten ze
dat nooit meer. Zo'n paard is dan ook
niet geschikt voor drukke kinderen."
Stoeterij Mazuna heeft intussen dertig
paarden in de wei. Dat is het maxi
mum. De fok is, vanwege de matige
verkopen, even op een laag pitje ge
zet. "Straks ben je alleen nog aan het
werk voor je paarden. Dat is niet de
bedoeling. Het roer moet om", vindt
Ellen.
Machura geeft haar gelijk. "Je kunt
ook niet aan alle dertig paarden vol
doende aandacht geven."
Door flink te adverteren verwacht het
stoeterijduo meer paarden te kunnen
verkopen. "Je krijgt door veel adver
teren wel ander publiek", constateert
Machura. Zoals een bakkersknecht
die 2500 euro vakantiegeld te beste
den had en wel een Arabier wilde aan
schaffen. "Daar kun je zo'n paard niet
van onderhouden. Je krijgt naast de
aanschaf de kosten van de dierenarts.
Van de hoefsmid. Van de zadelmaker.
Van de verzekering, van de rijkleding
en de pensionkosten. Een bedrag van
250 euro per maand in een pension,
ben je snel kwijt", rekenen ze voor.
In de nieuwe lokatie ligt de nadruk
straks niet meer zozeer op het fokken
van Arabische volbloeds. Er komt een
binnenbak waar de eigen paarden
worden getraind. Ook kan er paardrij
les worden gegeven. Daarnaast komt
er een paardenpension. "Alles klein
schalig", haasten de twee te verduide
lijken. "Omwonenden en het ge
meentebestuur hoeven niet bang te
zijn voor manege-achtige toestanden.
Daar hebben we geen tijd voor. Voor
die kleinschalige activiteiten nemen
we iemand in dienst."
Machuro zegt het er maar van tevoren
bij. Dit om problemen te voorkomen.
Die heeft hij, na het afbranden van
een grote schuur vorig jaar, al genoeg
gehad. "De paarden werden gered,
maar moesten wel worden onderge
bracht. Je moet je dieren toch be
schermen tegen regen, wind en nacht
vorst."
Om die reden zette hij een paar con
tainers weg. "Niemand had er last
van. Bijna niemand zag ze zelfs. Be
halve een gemeenteambtenaar. Wat
die voor problemen gemaakt heeft, is
niet te beschrijven. Je zou willen dat
de gemeente wat meer met de bevol
king meedacht."
Friese paarden wat meer in de belang
stelling. Maar tussen 1985 en 1995
had je al een Arabier verkocht voor
het goed en wel was geboren", wijst
hij op kopers uit de hoek van artsen,
advocaten, directeuren, aannemers en
boerendochters. "En toen kostte hier
een paard al snel 20.000 gulden. Nu
nog niet de helft."
Vijftien jaar geleden begon Machura
met papieren. Dat komt uit een gene
ratie met drie sterren. Dan hebben de
overgrootouders, de grootouders en
de moeder van het veulen goede pa
pieren. Voor zo'n paard betaal je dan
ongeveer 10.000 gulden. Zeg maar
4000 euro."
Een paard met wat minder bekende
voorouders staat bij Bakker in de wei
voor rond de 2000 euro. Dat betekent
niet dat ze zo maar aan iedereen een
paard verkoopt. Je moet van goeden
huize komen om er een in je trailertje
te laden en vooral bewijzen datje lief
hebber bent. "Er staat nu een hengstje
in de wei, dat is zo'n poepie. Zo hart
stikke lief. Die geef ik niet zomaar
aan iemand mee."
Ze merkt dat er niet alleen landelijk
meer belangstelling voor het Friese
paard is. Ook Tholen weet zijn weg
naar de stoeterij Kyzon te vinden.
Niet dat elke kijker ook een koper is,
maar dat hoeft van Hinke Bakker ook
niet. "We zijn pas een jaar echt bezig
met fokken. Vorig jaar hadden we ons
eerste veulen. Intussen hebben we
paarden verkocht aan liefhebbers op
Flakkee en in Brabant. Internationaal
zijn we nog niet bezig. Ook al hebben
we wel internationale contacten.
Maar wie weet. Kyzon is niet voor
niets Tibetaans voor 'geluk in over
vloed'.
Dat geldt echter niet voor iedereen,
beaamt Bakker. "Een deel van het
paardenwereldje is slecht. Er worden
nog steeds paarden verkocht die wat
mankeren. En vooral bij de aankoop
van een jong paard duurt het even
voordat je daar achter bent. Maar dan
heb je al wel betaald."
Hinke Bakker heeft ontdekt dat er
veel gebeurt voor geld. Veel gebeurt
dat niet in het belang van het paard, en
noch minder in dat van de eigenaar.
"Friezen liggen nu goed in de markt.
Dus worden ze vlug afgericht, ingere
den en volgedouwd. Drachtig ge
maakt dus. Normaal mag dat pas als
de paarden vier jaar oud zijn. Nu ge
beurt het al bij twee jaar. Met als ge
volg steeds meer paarden met bijvoor
beeld rugklachten. Vaak ontdek je dat
pas als ze acht jaar zijn maar dan kan
je er eigenlijk niet op rijden."
De Thoolse dierenarts W. Brons weet
zo een-twee-drie geen slechte paar
denhandelaren te noemen. "Als je
pech hebt koop je een paard met
darmkolieken. Of met een slag in de
darm. Zo'n paard heeft buikpijn, maar
kan aan de kwaal wel goed worden
geholpen. Dat kan wel eens flink in de
papieren lopen", wijst hij op de risi
co's van een aanschaf. "Het gaat om
risicovolle operaties en die moeten
ook nog eens snel worden uitgevoerd.
Vaak is het er op of er onder", is zijn
ervaring na bezoeken aan de paarden-
klinieken in Roosendaal, Utrecht of in
België. "Als een paard geopereerd
moet worden, kost dat snel twee tot
drieduizend euro."
Brons merkt wel dat de belangstelling
op Tholen om een paard aan te schaf
fen toeneemt. "Inderdaad is dat ook
een landelijke trend. Mensen hebben
wat meer te besteden en mensen op
Tholen hebben van oudsher een grote
liefde voor het paard. Ze kopen om te
rijden, of als huisdier, of als gezel
schapsdier voor een paard dat ze al
hebben."
Zo wordt hij af en toe geroepen als er
een Shetlandpony ziek is. "Dan gaat
het vaak om die mini-Shetlandertjes.
Daar kun je eigenlijk niets mee, maar
het is leuk om ze te verzorgen."
Ook Brons waarschuwt er voor niet te
lichtvaardig lot de aanschaf van een
paard te besluiten. "Kinderen willen
nogal eens zeuren over een pony. En
soms met de beste bedoelingen. Maar
na een paar maanden kijken ze er niet
meer naar om en waar ga je als ouders
dan met het paardje naar toe".
Brons heeft niet bepaald een gouden
tip die moet voorkomen dat mensen
een verkeerde aankoop doen. "Je
moet nagaan of het paard gezond is.
Kijken of het niet kreupel is; luisteren
of het niet hoest. Beenwerk en longen
moeten goed zijn. Niet iedereen kan
dat zien. Daarom wordt steeds meer
de dierenarts ingeschakeld om te kij
ken of alles in orde is. Vooral bij paar
den waarmee mensen dressuur gaan
rijden of gaan springen. Die willen
zekerheid."
Dat geldt volgens Brons eveneens
voor mensen die aan paardenraces
willen deelnemen of iets heel pittigs
onder het zitvlak willen voelen. Die
mensen komen voor de aanschaf van
een paard haast automatisch bij Johan
Machura en Ellen Janse terecht. Sa
men runnen ze de stoeterij Mazura in
Sint-Maartensdijk. Een kleine stoete
rij zeggen ze zelf, gespecialiseerd in
Arabische volbloedpaarden. "De Ca
dillac onder de paarden", vinden ze,
wijzend op wat eens de trots van de
Amerikaanse autoindustrie was.
Net als met de Cadillac, is ook de be
langstelling voor de Arabische vol
bloed achteruit gegaan. John Machura
(de naam is Pools) is maar wat blij dat
hij een goede baan bij Shell Pemis
heeft, want met het fokken van de
Arabieren kan hij de kost niet verdie
nen en is de aanstaande verhuizing
van Poortvliet naar Tholen niet beta
len. "In Tholen wordt de stoeterij zes
maal zo groot."
Dat de verkoop het even laat afweten
wijt Machura aan de teruglopende
economie en de mode. "Nu staan de
Hinke Bakker vindt dat de Friezen goed in gareel blijvenze zijn ook zeer werkwillig.
.iÉFJWi
Wanneer de stoeterij Machura verhuist naar Tholen, wordt hij zes maal zo groot.