Plan jeugdraad wint prijs op manifestatie voor jongeren 'Gevolgen van intensieve landbouw niet alleen op de boeren afwentelen' 'Fusie nodig, maar is nog geen gelopen race' Thoolse jongens en meisjes willen een hangplek in elke woonkern Eén bestuur voor peuterspeelzalen Het einde van 'the godfather' Donderdag 31 januari 2002 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Een jeugdraad om voor alle jongeren van Tholen tussen de 11 en 18 jaar iets te organiseren. Dat plan won vrijdag avond 2500 euro tijdens de slotmanifestatie van de jeugd- debatten in Meulvliet in Tholen. Thoolse jongeren willen dat er in elke woonkern een hangplek komt. Ook een overdekt zwembad scoort hoog onder de jeugd. Voorlich ting over alcohol en drugs haalt minder punten, maar wordt niet onbelangrijk geacht. De raadsleden bleken goed op de hoogte te zijn van de wensen van de jeugd. Bijverdienen Spannend De acht peuterspeelzalen streven ernaar om de krachten te bundelen. In plaats van acht besturen zou er een cen traal bestuur moeten komen, plus twee beroepskrachten. De besturen van de verschillende peuterspeelzalen moe ten hun fiat nog aan de fusie geven, maar voorzitter J. van 't Hof van stichting de Sgakel acht de kans groot dat het gaat lukken, zo zei hij woensdag na het bestuurlijk overleg in Sint-Maartensdijk. Lonen stegen Voor de problemen op milieugebied die momenteel in de landbouw spelen, kan de schuld niet eenzijdig bij de boeren gelegd worden. De overheid is mede-verantwoordelijk, be toogde SGP-fractievoorzitter in de Tweede Kamer B.J. van der Vlies vrijdag in Tholen op een regionale avond van de SGP-studievereniging Calvijn en SGP-jongeren. M. Jaco- busse van Het Zeeuwse Landschap zei dat zijn organisatie tot volle tevredenheid natuurgebieden door boeren laat be heren. Hij noemde dat 'een product net zoals aardappelen of uien'. Maar ook een boer is slechts als rentmeester over zijn grond aangesteld, aldus Jacobusse. Beide sprekers wa ren het erover eens dat natuur niet als een luxe gezien moet worden, maar als iets waaraan mensen behoefte hebben. Inkomenssteun Accent op beheer SGP'er Van der Vlies en M. Jacobusse vinden natuurbeheer dooor agrariërs waardevol Verrommeling Waterberging Macht is groot De stemming onder de jongeren zat er op de heenweg naar Tholen al goed in. De touringcar die leeg van uit Anna Jacobapolder vertrok, pik te in Sint-Philipsland de eerste jon geren op. Onderweg breidde het aantal reizigers zich uit en klonk het trance-nummer Something van Las- go door de luxe bus. In Scherpenis- se stapten de 15-jarige Ellen Hage en de 13-jarige Jozina Bevelander in. „Ik kom voor de hapjes," lacht Ellen. „Nee hoor, we gaan omdat er een vriendin van ons in het jeugdpa- nel zit. We hebben er veel over ge hoord. En we hebben er hartstikke veel zin in." Ze blijven giechelen. Wat zij willen dat er voor de jeugd wordt gedaan? Speelterreinen voor de kleine kin deren. Basketbalpalen om te kunnen spelen. Of volleybal, zegt Jozina. „Of een gebouw waar je samen kan komen." In Poortvliet staat één meisje bij de halte, maar in Oud-Vossemeer stap pen acht jongens en meisjes de bus in. Ter hoogte van Botshoofd wordt Party-affair van dj Boozy Woozy aangeheven. Voor hen kan de avond al niet meer stuk. Dat enthousiasme zet zich voort in de sportzaal, waar omroep Tholen voor de muziek zorgt en David Bruggeman van de stichting Alexan der uit Amsterdam de avond leidt. Er zijn zo'n vijftig jongeren. De kerngroep Kan Beter, die een jeugd bij lage heeft gemaakt voor de ge meentelijke nota over jeugdbeleid, mag zich op het podium voorstel len. Het zijn tien jongeren afkom stig uit alle woonkernen: Joost van Dort, Lotte Leemreijze, Frans For tuin, Ruth van de Sande, Cees-Jan Koopman, Amanda Bout, Timo Buijs, Frans Boogaard, Mariëlle Lindhoud, Ellen Rottier, Anika Boxhoorn, Geertrui Burgers, Jeroen van Starkenburg en Hermen Geluk. Ze praatten onder meer over ver voer, criminaliteit, werken, vrije tijd, school en thuis. De meesten kenden elkaar niet. Bij de gevoerde debatten met de jeugd zaten drie raadsleden de bij eenkomsten voor: M.A.J. van der Linde (PvdA), E. Frigge-Hogestee- ger (VVD) en A.L. Piet (Christenu nie). Hoe ze dat deden, wilde Brug geman weten. Hermen: „Ze luisteren goed en doen in ieder ge val zo dat ze het belangrijk vinden." Er zijn plannen gemaakt door de jongeren. Of daar wat mee zal ge beuren? Mariëlle: „Ik denk wel dat het helpt, anders zouden ze er niet zo veel geld aan uitgeven." Wat er zoal gezegd is in de panels? Dat de meeste kernen saai zijn. Dat jongeren graag jeugd uit andere dorpen ontmoeten willen. Dat ze gauw weggestuurd worden als ze ergens (voet)ballen. Dat ze daarom veel thuis zitten te computeren. Maar dat ze ook iets 'terugdoen' als de buurt klaagt: zit er een paaltje los dan wordt het uit de grond gehaald. De meesten gaan nog niet uit. Daar om zou een bus die langs de woon kernen rijdt bij 'alle hangplekken' wel leuk zijn. En op school zouden er meer feesten moeten worden ge organiseerd en minder huiswerk ge geven. En voorlichting over drugs en alcohol zou door de jeugd zelf gedaan moeten worden. Vrienden zijn belangrijk om over problemen te praten. En blowen (roken van een joint) valt op Tholen wel mee. Wel wordt er te hard gereden. Er zou meer controle moeten zijn en er zouden hogere boetes moeten wor den uitgedeeld. Jongeren zouden automobilisten zelf aan het verstand kunnen brengen dat ze te hard rij den. Het fietspad langs de Tholense- weg moet verbeterd worden en op veel meer plaatsen moeten straten beter worden verlicht. Jongeren vanaf 16 jaar blijken bijna allemaal bij te verdienen. En bijna niemand van de jongens denkt er aan van Tholen weg te gaan. Bij de meisjes ligt dat aantal hoger. Dat heeft te maken met de sociale con trole: iedereen houdt je in de gaten. Al die punten staan in de bijlage 'onze mening over de nota lokaal jeugdbeleid Tholen' die aan wet houder mevr. M.A.E. Velthuis werd overhandigd. Dan is het tijd voor actie. De raads leden worden getest op hun kennis over de Thoolse jongeren. Zes raadsleden worden in twee teams ondergebracht. Team I zijn J.P. Bout (CDA), Frigge en J. van den Donker (D66), team II Van der Linde, Piet en M.A.H. den Haan (PvdA). Maar eerst worden ze de zaal uitgestuurd en gaan de ongeveer 60 jongeren een lijst met actiepunten invullen. De raadsleden moeten dan raden hoeveel jongeren voor of tegen zo'n actiepunt zijn. Het wordt een nek-aan-nekrace, maar team II wint met 9 tegen 7. Van der Linde, Piet en Den Haan krijgen de eretitel 'verstand van jon geren'. Een van de actiepunten is dat het beter is om één overdekt zwembad te hebben dan twee openluchtba- den. Alle jongeren blijken daar voor te zijn. Piet dacht 80 procent, Van den Donker 75 procent. De inschat ting van het percentage werd beoor deeld door de jongeren, maar ook de uitleg van de raadsleden werd gewogen. Bij het actiepunt over voorlichting geven over drugs en alcohol was het verschil het grootst. Van de jonge ren is daar 60 procent voor. De raadsleden dachten dat de jeugd daar meer behoefte aan zou hebben. Bout zei 80 procent, Van der Linde 90 procent. Over een hangplek in elke woonkern was weinig verschil van mening. Honderd procent van de jongeren ziet dat zitten. Me vrouw Frigge schatte dat als enige helemaal goed in, Den Haan zat er met 95 procent een klein stukje on der. De jeugdjury gaf punten en gaf ook argumenten. Het laatste onderdeel wordt span nend. Er worden tennisballen rond gedeeld onder de jongeren. Die mo gen ze in een opgespannen doek gooien als ze het eens zijn met een project dat door jongeren wordt voorgesteld om 2500 euro te win nen. Cees-Jan Koopman en Joost van Dort pleiten voor en directe ac tie. Het plaatsen van meer basket balpalen. In elke woonkern eentje. Maar omdat Tholen al voorzien is en er eentje komt in Sint-Maartensdijk, stelt het duo voor om er eentje in Poortvliet te zetten. Frans Boogaard lanceert het plan om voetbalvelden beter te gebrui ken. Juist op dagen dat ze door de vereniging niet worden gebruikt. De jeugd zou het trainingsveld kunnen benutten en zelf beheren. De vereni ging zou hen daarbij kunnen helpen. De vereniging zou daarvoor beloond moeten worden. Plan drie wordt door drie meisjes op ludieke wijze gepresenteerd. Een voor een komen Anika Boxhoom, Ruth van de Sande en Geertrui Bur gers dansend het podium op. Anders gekleed en ieder op hele andere mu ziek. Ze raken daarover in gesprek. Dat het niets wordt zo omdat ze alle drie zo verschillen. Een manier om wel iedereen aan zijn trekken te la ten komen, is het samen te doen in een jeugd- of jongerenraad, stelt Ruth voor. De raad kan dan bijvoor beeld een sportmiddag organiseren of bandjes op laten treden en overal wat leuks doen voor de jeugd. En de gemeente advies geven. Met de tennisballen maken de jon geren uit welk plan het wint: de bas ketbalpalen krijgen drie ballen, het gebruiken van bestaande sportvel den 10 en het instellen van een jon gerenraad 25. En dus 2500 euro. Wethouder Velthuis vindt het een goed idee, zegt ze aan het slot van de bijeenkomst. „Maar ook de ande re plannen zijn niet slecht, bijvoor beeld om gebruik te maken van sportvelden die er ai zijn." Ze bena drukte dat de avond geen eindmani- festatie was, maar het einde van het begin. „We willen graag in gesprek blijven met jongeren. In de nieuwe raad zullen we snel over het jeugd beleid gaan praten." In de bus terug is de stemming op perbest. Bijna alle jongeren hebben zich nu achterin verenigd. Buiten waait het en regent het. Binnen zingt de jeugd nummers van Marco Bor- sato en Bl0f. Het is net een school reisje. Hoe Ellen Hage uit Scherpe- nisse de avond vond? „Tof." Volgens Van 't Hof ligt de fusie op koers, zo bleek tijdens het overleg van de voorzitters en penning meesters van de afzonderlijke be sturen. „De noodzaak is ook groot. Nu is het zo dat acht bestu ren hetzelfde moeten doen als het om het innen van ouderbijdrage gaat, het overleggen met de ge meente of het aanvragen van sub sidie. Je moet dan op een vergade ring elkaar informeren wat je gedaan hebt." Ook krijgen de peuterspeelzalen steeds meer te maken met de nieu we regels die bijvoorbeeld de Ar- bowet stelt en over hoe aansprake lijkheden geregeld moeten wor den. „Er zijn nogal wat zaken die op ons af komen. De besturen wor den gevormd door vrijwilligers. Dat zijn bijna altijd ouders. Je hebt met mutaties te maken. Over het algemeen moet er na twee jaar weer iemand anders worden ge zocht omdat de kinderen ook maar twee jaar op de peuterspeelzaal zitten. Dat betekent veel wisselin gen van mensen en kennis." Om dat te ondervangen en de zaak te stroomlijnen zou er een centraal bestuur moeten komen, plus twee beroepskrachten: een coördinator en een administratief medewerker. Voor de laatste is al een adverten tie geplaatst. Voor de afzonderlij ke peuterspeelzalen zouden ouder raden voor de praktische zaken kunnen zorgen. Bij de acht peuter speelzalen zijn nu meer dan veer tig bestuursleden betrokken voor 325 kinderen met in totaal negen tien parttime leidsters. Een beroepskracht moet iemand zijn die op de hoogte is van de ontwikkelingen op het gebied van het peuterwerk. Zo'n coördinator kan volgens Van 't Hof het bestuur en de leidsters ondersteunen. „Het moet iemand zijn die van de hoed en de rand weet en daarvoor is op geleid. Het liefst iemand die peda gogisch is onderlegd." De administratief medewerker kan zich dan meer met de praktische zaken bezighouden, zoals het aan vragen van subsidie en het innen van de ouderbijdrage. „Het zijn geen volledige banen. Om ze te betalen hoeven de ouderbijdragen niet omhoog. Dat kan uit het bud get van de gemeente. Die heeft daar straks ook voordeel van om dat er dan niet langer door acht peuterspeelzalen subsidie hoeft te worden aangevraagd." Uitgangspunt van de fusie is dat de peuter en het personeel er beter van moeten worden, zegt Van 't Hof. „Voor het personeel is het ook van belang. Met extra oplei dingen kun je dat naar een nog ho ger plan trekken. Het vooroverleg verloopt goed, maar het is wel zo dat je als peuterspeelzaal je eigen identiteit weggeeft." Zo'n 2,5 jaar geleden raakte een aantal peuterspeelzalen financieel in de problemen. „De lonen van het personeel stegen, maar de sub sidies bleven op hetzelfde peil. Om de extra kosten op te vangen, werden de reserves aangesproken, maar die raakten ook op. Nu is de subsidie geïndexeerd en stijgt jaarlijks mee met 2 tot 3 procent." Wanneer de fusie rondkomt, is nog niet zeker. Volgens Van 't Hof is het nog geen gelopen race, maar is de intentie er wel om er samen uit te komen. „Het moet nog goed besproken worden in de afzonder lijke besturen. Begin februari ko men we weer bij elkaar, maar er is geen datum afgeproken dat het rond moet zijn. Dus is er ook nog geen garantie te geven dat het lukt." Voorzitter M. Eversen van peuter speelzaal De Pluus in Oud-Vosse meer is al meer dan twintig jaar bestuurslid. Ook hij is ervan over tuigd dat de fusie noodzakelijk is, maar dat een en ander wel grondig moet worden voorbereid. „We moeten niet fuseren omwille van de fusie. We zijn al een heel stuk opgeschoten. Het zal er zeker wel van komen, maar een bouwwerk moet eerst wel goed staan, voordat je gaat verhuizen." Dat de tegenstellingen tussen de landbouw en de milieubeweging zo scherp zijn, verbaast Jacobusse, zei hij tot de meer dan honderd aanwe zigen in het Calvijn college. „Als het over een belangentegenstelling tussen landbouw en natuur gaat, lo pen de gemoederen vaak verbazend hoog op. Nauwelijks tegengas ech ter werd er gegeven bij de plannen voor Sluis aan zee en het Goese Meer, waarbij landbouwgrond wordt opgeofferd aan respectievelijk ontpoldering en woningbouw." De natuurbeheerder stelde dat boeren een belangrijke rol hebben gespeeld - en nog spelen - bij zowat ieder stuk natuur. „Het ingrijpen door de boer heeft tot een verrijking geleid. Dat bijvoorbeeld 80% van de wereld populatie van de grutto in ons land is te vinden, danken we aan onze manier van landbouw bedrijven. En zijn in het verdronken land van Saeftinge na minutieus zoeken veer tig plantensoorten te vinden, op een akker waar het onkruid niet is bes treden zijn dat er simpelweg veel meer." Na de Tweede Wereldoorlog veranderde het beeld, gaf Jacobusse aan. De toepassing van moderne landbouwmethoden, intensivering, kunstmestgebruik en verkavelingen grepen diep in de natuur in. Jacobusse vindt niet dat er van een tegenstelling sprake is. „Boer en na tuur komen elkaar tegen in een claim om de ruimte." Hij zei dat Het Zeeuwse Landschap vele honderden hectaren voormalige landbouw grond in eigendom heeft. In principe wordt die aan boeren in beheer uit gegeven, die daarbij geen intensieve methoden mogen toepassen. „Dat gebeurt tot wederzijdse tevreden heid, maar Den Haag maakt het ons daarbij niet gemakkelijk. Zo hebben we weliswaar de mogelijkheid ge kregen om grond in natuurpacht uit te geven - dus met beperkingen - maar een nadeel is dat tegelijkertijd een deel van de subsidies is ge schrapt." Jacobusse noemde de be heersovereenkomst voor weidevo- gelgebieden en bloemrijke akker randen als voorbeelden. Over dat laatste - op Tholen gestimuleerd via de vorig jaar gevormde stichting ag rarisch natuur- en landschapsbeheer - was Jacobusse niet echt positief. „Er staat een lucratieve vergoeding voor de boeren tegenover en dat is terecht. Maar het is eerder een vorm van inkomenssteun dan dat het na- tuurrendement oplevert. Want wat voegt he{ Canadese bosliefje toe aan de Nederlandse natuur?" Het Zeeuwse Landschap ontwikkelt op verzoek van landbouworganisatie ZLTO een tiental pakketten voor ak- kerrandbeheer, onder meer komt er een experiment met een schelpen- rand voor pioniervogels. De indirecte resultaten van het be heer door de boer zijn voor de na tuur best groot, zei Jacobusse. Het draagt bij aan een betere toekomst voor de boer en daarmee aan een leefbaar en vitaal platteland. Verder hebben de beheersovereenkomsten ertoe bijgedragen dat bij boeren een stuk bewustwording is gegroeid ten aanzien van natuurwaarden. Hij vond dat een boer beloond dient te worden voor het product natuur, net zoals voor andere producten. De na tuurbeheerder ging ook op het bij belse aspect in. Heel vaak wordt de natuur als beeld of voorbeeld ge bruikt in de bijbel. Een houding die sommige boeren etaleren - ik doe op mijn grond wat ik wil - past niet, aangezien de mens slechts als rent meester is gesteld. „Zo is het bij voorbeeld niet toegestaan om een door God geschapen dier, of het nou schadelijk is of niet, uit te roeien." Jacobusse nuanceerde dat later in de discussie, door te stellen dat bestrij den wél mag. Van der Vlies hield zijn gehoor voor dat de SGP zowel voor de natuur als voor de boeren is. „Het gaat om de schepping van de Heere God. Die mogen we gebruiken, ontwikkelen en ons ten dienste stellen, maar moeten we ook zo ongeschonden mogelijk bewaren." In dat licht zal ook de standpuntbepaling plaatsvin den ten aanzien van biotechnologie, waarover de Kamer momenteel de batteert. Het Kamerlid is niet alleen landbouwwoordvoerder voor zijn fractie, maar tevens ondervoorzitter van de vaste kamercommissie voor landbouw en visserij. Hij stelde dat intensivering in de landbouw - meer doen met de beperkte ruimte - nodig was door de stijgende kosten van le vensonderhoud en arbeid „Het is door de overheid gestimuleerd en die is dan ook mede verantwoorde lijk voor de gevolgen. Dat kan niet afgewenteld worden op de boeren alleen." Begin jaren zeventig kwam er het besef dat deze intensieve land bouw botste met de milieubelangen en dat leidde tot flinke spanningen. „Maar zachtjesaan is het besef ge komen dat we tegen de grenzen van de draagkracht aanlopen." Dat als gevolg van het structuiir- In de pauze wisselt Kamerlid Van der Vlies (midden) van gedachten met enkele bezoekers van de SGP thema-avond. schema Groene Ruimte naast wo ningbouw, industrie en infrastruc tuur nu ook de natuur een aanslag doet op het landbouwareaal, is een gegeven. Maar de SGP vraagt zich of of die doelstelling niet te hoog gegrepen is, want alle natuurgebie den moeten ook onderhouden wor den. De rendementen op boerenbe drijven zijn de afgelopen jaren fors gedaald, maar boeren moeten een boterham kunnen blijven verdienen in de ogen van de staatkundig gere formeerden. „De Tweede Kamer heeft mede daarom het accent ge legd op natuurbeheer. Vorig jaar is op voorstel van de SGP 25 miljoen gulden uit de pot voor aankoop van natuurterreinen overgeheveld naar het beheer." Van der Vlies zei dat ook zijn fractie ervan overtuigd is, dat het in de landbouw niet kan blij ven gaan zoals het ging. Er zal ex tensivering in bepaalde gebieden moeten plaatsvinden en die kunnen dan afgebakend worden. „Maar de bedrijven moeten niet op slot wat ontwikkeling betreft." In de Kamer heeft de SGP gestemd tégen de am- moniakemissiewet en onderdelen van de stankemissiewet. Op het terrein van de bestrijdings middelen heeft Van der Vlies bereikt dat de Kamer de inspanningsver plichtingen afzwakte die aan de boe ren gesteld werden, en dat bepaalde middelen onmisbaar zijn verklaard. „Ik wil u persoonlijk bedanken voor uw inzet daarbij", kreeg de SGP'er te horen van akkerbouwer J. Hees termans uit Oud-Vossemeer. Het Kamerlid zei dat het niet aan de boe ren ligt dat ze nog geen alternatieven hebben voor middelen die ze voor bepaalde teelten niet kunnen missen. „De multinationals die ze moeten ontwikkelen, doen dat niet omdat de afzetmogelijkheden te klein zijn." Hij vindt dat er in samenspraak met de sector aan veranderingen gewerkt moet worden, maar dan in een tem po dat de landbouw aankan. De con tinuïteit van de agrarische bedrijven is immers in het geding. Op veel plaatsen in ons land zijn er onvol doende perspectieven voor bedrijfs opvolging. „Dat gaat. denk ik, te hard. Waak voor de verrommeling van het buitengebied en pas op dat - wanneer er gaten vallen - anderen daar niet inspringen." Deze waar schuwing richtte Vart der Vlies aan de gemeenten en hij verwees naar de Thoolse situatie met de toeloop van intensieve veehouderijen. „Wil je de natuur dienen, dan heb je krachtige boerenbedrijven nodig. Maar laten we één ding beseffen: in alle om standigheden zijn we diep,en steil van God afhankelijk, en van Zijn ze gen", aldus Kamerlid Van der Vlies. In de discussie zei Jacobusse dat een rijke, gevarieerde natuur geen luxe is, maar iets wat de mens nodig heeft. Van der Vlies was het daar mee eens: „De natuur moet ons wat te zeggen hebben. In de Flevopol- ders was, toen daar gebouwd ging worden, aanvankelijk géén groen gepland en dat werd door veel men sen als een kwelling ervaren." Is er onderhand niet genoeg natuur? Slaat de balans weer niet te ver door en hoe staat de SGP tegenover ontei genen van grond voor natuur, wilde iemand uit de zaal weten. De partij heeft daar altijd moeite mee gehad, aldus Van der Vlies. Maar het alge meen belang kan zodanig zijn, dat het niet anders kan. Hij stelde wel een goede compensatie als voor waarde. Wat de SGP'er betreft, hoeft er in totaliteit niet meer na tuurgebied bij te komen in ons land. „Maar zo hier en daar moet er nog wel wat kunnen." Jacobusse vond, als natuurbeheerder, de vraag of er voldoende natuurgebied is, moeilijk te beantwoorden. „Je bepaalt dat in een democratie met zijn allen." Hij zei ook, dat de beheerders niet mo gen mopperen over het geld dat overheid jaarlijks voor natuurbeheer beschikbaar stelt. Wethouder K.A. Heijboer roerde het waterbeheer aan. In dat kader kwam ontpolderen van landbouwgrond aan de orde, iets waar de SGP altijd te gen is geweest, zei Van der Vlies. Ja cobusse was voor noch tegen. „Voor mij is het géén beladen begrip, maar in de discussie is de fout gemaakt het aan de natuur op te hangen terwijl het veiligheidsaspect rondom de Westerschelde zeker zo belangrijk is. Ik denk dat ontpoldering in Zeeland onontkoombaar zal zijn." Bij calami teiten natuurgebieden als waterber ging gebruiken, kreeg niet on voorwaardelijk de steun van de na tuurbeheerder. „Ik zeg ja mits. Dat wil ik van gebied tot gebied bekij ken, want bijvoorbeeld met schraal- land heb ik een probleem gezien de bemesting." Een aanwezige wilde weten of inpolderen van het Marker meer ten behoeve van de landbouw mogelijk zou kunnen voorkomen dat boeren - zoals nu wel gebeurt - emi greren. Jacobusse vond het niet con sequent om het gebied - nu een natuurgebied met internationale waarden - op te offeren voor de land bouw en tegelijkertijd veel geld uit te geven om elders natuur te creëren. Van der Vlies zei dat in de Tweede Kamer evenmin een meerderheid is te vinden voor inpoldering. Daarbij spelen de waterhuishoudkundige ge volgen voor het oude land een rol. Verder zei hij dat de akkerbouwers in ons land het nog redelijk goed heb ben, hoewel 30% van de boeren on der het bestaansminimum leeft en er veel stille armoede heerst. Dat kli maat maakt dat er aarzeling bestaat om te investeren en dus is het maar de vraag of de sector op nieuwe mo gelijkheden in de Markerwaard zit te wachten. Een jongere in de zaal had met diverse boeren gesproken en hun conclusie was dat een boer mét visie moet zien dat hij uit Nederland weg komt. Wie geen visie heeft, moet blij ven en accepteren dat hij geknecht wordt. Een emotie die Van der Vlies begreep. „Er worden teveel regels in te korte tijd opgelegd. Maar het luis tert in ons dichtbevolkte land nu een maal nauwer dan elders in de EU." Emigreren is volgens de SGP'er niet de oplossing, want voed-selveilig- heid, dierwelzijn en gezondheid zul len maken dat de regelgeving op ter mijn óveral aangepast gaat worden. Ook Jacobusse vond de regels in ons land soms ver doorschieten en hij noemde de perspectieven voor agra riërs slecht. Maar het beknotten ge beurt niet door de natuurbeheerders, stelde hij. De oppervlakte landbouwareaal in relatie tot de voedselvoorziening kwam eveneens ter sprake. Van alle agrarische producten in ons land wordt 70 tot 80% geëxporteerd; na de Verenigde Staten en Frankrijk is Nederland het derde exportland. De productie is dus vele malen groter dan we voor eigen gebruik nodig hebben. „Maar zou de export weg vallen, dan zou dat een beproeving zijn", zei Van der Vlies. Er is dus sprake van een economische pijler en daarom zal de spanning tussen landbouw en natuur blijven, meende Jacobusse. Hij stelde wel, dat er we reldwijd nog genoeg grond is die in tensiever gebruikt kan worden zon der dat de natuur daarvan schade ondervindt. Dertig jaar geleden voorspelde de Club van Rome (een groep vooraanstaande economen) een voedseltekort als er geen ge- boortenbeperking zou komen. Van der Vlies zei dat er natuurlijk een voedselprobleem is. „Maar geen schaarste. Het is meer een probleem van de verdeling." Geboortenbeper- king wijst de SGP af. „In onze op tiek néém je geen kinderen. Je krijgt ze." De heer Van Houdt concludeerde dat de miljoenen die in het verleden op Tholen in de ruilverkaveling zijn ge stopt, eigenlijk weggegooid geld zijn geweest. Hij doelde op het te rugdraaien van toen genomen maat regelen, zoals het uit productie ne men van landbouwgrond en af sluiten van polderwegen. „Op Zuid- Bevalnd zijn ze kennelijk slimmer, want daar is alles zo gebleven als het was, merk ik wanneer ik daar rond fiets." Jacobusse gaf hem enigszins gelijk. „Maar soms moet je fouten herstellen. En dat gebeurt ook op Zuid-Beveland." Hij vulde aan het Het Zeeuwse Landschap waar mo gelijk zijn terreinen openstelt voor de recreant. Maar op Tholen heeft de stichting geen eigendommen (wél op Sint-Philipsland). Heestermans vond dat de landbouw veel schade ondervindt door de na tuurorganisaties. Hij noemde als voorbeelden de disteloverlast, het niet mogen bejagen van ganzen, een den en duiven, vliegen die uit kada vers komen en schapen besmetten, én het niet mogen verbreden van dammen naar akkers omdat er bloemdijken liggen. De akkerbou wer stelde dat de macht van instan ties als Het Zeeuwse Landschap erg groot is. Jacobusse ging daar niet op in, maar zei wel dat zijn organisatie jaarlijks veel geld uittrekt voor dis- telbestrijding en met jagers contrac ten afsluit om actie te ondernemen als er overlast van wild is. Van der Vlies merkte op dat de overheid er voor moet waken dat bepaalde afge dwongen maatregelen niet dermate veel onbegrip opwekken dat het draagvlak ervoor afkalft. In zijn slotwoord kwam voorzitter W. Heijboer van studievereniging Calvijn tot de conclusie dat een agra riër tegenwoordig zowel boer als boswachter moet zijn (het thema van de avond). Hij was de avond begon nen met het laten zingen van de ver- sen 17, 18 en 19 van Psalm 107 en het lezen van Psalm 8. Tot besluit werd vers 7 van Psalm 33 gezongen. Het einde van onze eigen godfather op Tholen is nabij. Na jaren van strijd tegen zijn rivalen moet hij op geven. Hij, Bas de Man, die als eni ge op het hele eiland nog één klein lichtpuntje vormde in de immense duisternis, wordt simpelweg als vuil behandeld door onze goede vrien den (ohjajajaja) van de gemeente. Al jaren is zijn kroeg in Sint-Anna- land de enige echte gezellige bar op het eiland. De versnaperingen zijn goed betaalbaar, voor één piek is je jas de gehele avond veilig, het is al tijd gezellig en voor een praatje is Bas altijd in. Zo ook als hij 's avonds voor de hongerige uitgaan ders nog een lekker bord friet met gebakken mosselen maakt. Het eni ge vertier dat de gemeente ons als jeugd biedt, is het vernieuwen van de bushokruiten, zodat een stel idio ten deze weer maar even lekker ka pot kan gooien. Het is duidelijk tijd voor een revolutie bij de gemeente Tholen, zodat die wel inziet dat Bas de Man moet blijven. Ik pleit er voor, dat de boetes dus kwijtge scholden moeten worden opdat Tholens laatste beetje hoop in ban ge dagen niet teloorgaat. De zater dagavond zal anders nooit meer het zelfde zijn. Dus ambtenaartjes, wetende dat jullie werk zeer zwaar is - je krijgt namelijk best last van een klotsmaag als je de hele dag koffie drinkt - neem deze roep seri eus en doe wat aan deze nijpende si tuatie. Leo Geluk, Klikspaanweg 79, 2324 LV Leiden. Jongeren konden in Meulvliet hun mening geven over actiepunten uit de jeugdnota.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2002 | | pagina 3