Johan Aarnoudse wil bijdragen
aan opener karakter SGP-fractie
't voordeel
van de winter...
halve prijs!
1 1
6 maart
Nu heel veel voor de
den Engelsman c^van Driel
en fusies baren zorgen
Waterschapsbestuurder uit Oud-Vossemeer stapt over naar gemeente
Uit de staten van Zeeland
Vrijdag 4 januari 2002
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
7
De- kinderen van 5, 3, 2 en 0 jaar zijn naar bed. Vader Jo
han Aarnoudse heeft voorgelezen voor ze en is bezig om
aan de tafel in de kamer het kinderboekje te herstellen.
„Op 1 november is onze vierde dochter geboren. Dat
was de eerste debatavond over Tholen 2025, maar die
heb ik toen laten schieten. Ik was thuis nodig. Kinderen
zijn een rijk bezit en gelukkig zijn ze allemaal gezond."
De 35-jarige J.M. Aarnoudse uit Oud-Vossemeer is één
van de nieuwe kandidaten bij de gemeenteraadsverkie
zingen van 6 maart 2002 die op een verkiesbare plaats
staat. Bij de SGP is hij op de vierde plaats de hoogst ge
noteerde nieuweling, direct achter het zittende trio Heij-
boer, Hoek en Klippel. Hij wordt gewaardeerd door de
SGP-leden uit de gehele gemeente.
Waterschap
Landbouwopleiding
'Als ik de kans
kreeg, zou ik
boer willen zijn'
Goede leerschool
Op weg naar
raadsverkiezingen
Geen
achterkamertjespolitiek
Drie wethouders
'Werken met de
portemonnee van
ander valt niet mee'
Dierenwinkel
'Ik houd van een
stevige discussie
maar ik ben
geen straatvechter'
Niet tegen sport
Raadscommissie
over postagentschap
W
WÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊIIIÊSÊÈÊÈÊÈÈÊÊÊÊtÈÊÈÊÊÊÊÈÈÊÈÊÊÊtÊÊÊÊÊKSKÊIÊttÊÈÈ<
Aarnoudse zelf gebruikt liever het
woord vertrouwen. „Het draait im
mers niet om mij. Personen staan niet
op de voorgrond, het gaat om onze
beginselen. En principiële punten we
gen het zwaarst."
Vrouwen in de Staatkundig Gerefor
meerde Partij zijn daarvan een voor
beeld. Vrijdag werd bekend, dat de
commissie gelijke behandeling zich
zelf niet bevoegd acht om een uit
spraak te doen over de weigering van
de SGP om een vrouw als volwaardig
lid toe te laten. „Ik kan de landelijke
commotie over dit onderwerp niet be
grijpen", zegt Aarnoudse. „Het komt
vaak over, dat het met geweld gaat,
maar gelukkig staan heel veel vrou
wen in onze kring er uit vrije keus
achter dat ze geen lid worden van de
SGP. Als het over de rechten van de
vrouw gaat, kunnen we ons beter
druk maken over prostitutie. Op
grond van Gods Woord zijn we niet
voor het lidmaatschap van vrouwen,
maar sommige vrouwen zullen daar
moeite mee hebben. Wij willen onze
beginselen tot meerdere erkenning
brengen. Alleen uit liefde tot de naas
te en niet om macht uit te oefenen. De
SGP heeft niet tot doel om een
machtsfactor te worden."
Wat gaat Aarnoudse volgend jaar
doen wanneer er een nieuw college
van b. en w. gekozen moet worden
met mevr. Velthuis als PvdA-kandi-
daat? Volgt hij de lijn van Jan Kees
Koopman, die als enige SGP'er te
genstemde toen Velthuis de vacature
Moerland vervulde? Aarnoudse wil
zich er niet over uitlaten. „Dat zal niet
iedereen waarderen, maar ik zeg het
nu niet. Ik heb er wel een standpunt
over, maar de tijd is er nog niet voor
om dat kenbaar te maken. Ik begin
ook pas, dus ben ik voorzichtig. Som
migen zullen dat zwak vinden, maar
zakelijke dingen liggen nu eenmaal
gemakkelijker dan principiële. Voor
veel mensen is het geen populaire
boodschap, maar het gaat ons erom
wat God wil."
De raadsfractie van de SGP laat de in
dividuele leden vrij in dit soort kwes
ties, zo bleek wel bij de verkiezing
van mevr. Velthuis als PvdA-wethou-
der. „De praktijk is, dat er over princi
piële punten verschillend gedacht
wordt, maar het streven is om er een
heid in te krijgen. Voor sommigen is
het echter een gewetenszaak."
Aarnoudse behoort tot hetzelfde kerk
genootschap als de lijsttrekker van de
SGP in 1998, A. Kersbergen: de Ge
reformeerde Gemeente in Nederland.
De worsteling met de principes ligt
daar gevoeliger dan in de Gerefor
meerde Gemeente of de Nederlandse
Hervormde Kerk. Hoewel bij dat laat
ste kerkgenootschap de richting Het
Gekrookte Riet (waartoe Jan Kees
Koopman behoort) zeer dicht bij de
Gereformeerde Gemeente in Neder
land komt. Kersbergen was destijds
de kandidaat-wethouder, maar hij
wilde geen collega-wethouder steu
nen die de belofte in plaats van de eed
aflegde. Aarnoudse behoort tot de
zelfde leerschool. Als secretaris van
de SGP-kiesvereniging Oud-Vosse-
meer werkt hij al geruime tijd met
zijn voorzitter Kersbergen samen.
Wat ideologie betreft, zal het nieuwe
raadslid tot de rechter vleugel binnen
de fractie behoren, maar zijn open
baar optreden tot nu toe kenmerkten
zich vooral door praktische zaken. En
dan met name bij het waterschap.
Voor de fusie maakte hij als hoofdin
geland voor de categorie ingezetenen
twee jaar deel uit van het waterschap
Tholen. Hij deed mee aan de discus
sie over het basisplan watervoorzie
ning, waarbij de kosten waren opge
lopen van 25 tot 45 gulden per ha. De
Vossemeerder stroomde door naar het
fusiewaterschap Zeeuwse Eilanden,
waar hij voorzitter werd van de ge-
biedscommissie Tholen. Daar kon hij
zich profileren. „Het waterschap is
wat zakelijker dan de gemeenteraad.
Je hebt er wel met bloedgroepen te
maken zoals de landbouw, natuur en
milieu en bedrijfsgebouwd. Ik ben nu
aan mijn tweede zittingsperiode bezig
voor de categorie ingezetenen. Als
SGP'ers binnen Zeeuwse Eilanden
hebben we wel contacten, maar het is
niet zo, dat er elke vergadering voor
overleg is. Als je over een bepaald on
derwerp een standpunt hebt, moet je
er steun voor zien te zoeken, anders
haal je het niet." Het leggen van con
tacten met collega's voor de commis
sievergaderingen is Aarnoudse dan
ook niet vreemd. Maar ook zonder
steun durft de Vossemeerder met een
standpunt naar voren komen. Zoals
over handhaving van de districten bij
de keuze van gezworenen. Als enige
hoofdingeland stemde hij voor het
vastleggen van een Thoolse zetel in
het dagelijks bestuur. Inmiddels is dat
door het provinciaal bestuur in tact
gelaten. Aarnoudse liet ook een eigen
standpunt horen bij de inzet van me
dewerkers van het waterschap bij de
autoloze zondag in Goes. Daar was
hij niet voor. „Overigens was dit één
van de weinige principiële punten die
in het waterschap aan de orde is ge
weest."
Na twee jaar waterschap Tholen en
acht jaar Zeeuwse Eilanden stapt
Aarnoudse over naar de gemeentepo
litiek. „Waterschap en raad vind ik
niet te combineren, naast mijn werk
en gezin." Daarom kiest de Vosse
meerder nu voluit voor de gemeente
politiek. „Ik heb wel een stukje be
kendheid gekregen door het
waterschap. Ook het meedraaien in
het verenigingsleven binnen de partij
heeft daarbij een rol gespeeld. Mee
denken en meeleven is belangrijk. Ik
kwam destijds als opvolger van mijn
achterneef Arend Aarnoudse in de
schaduwffactie, waarvan ik minimaal
acht jaar deel heb uitgemaakt. Oud-
Vossemeer heeft met 30 leden maar
een kleine SGP-kiesvereniging, maar
wel een actieve." Teun Aarnoudse,
ook een achterneef, was destijds frac
tievoorzitter en na 6 maart lijkt de
Thoolse gemeenteraad opnieuw een
Aarnoudse in de gelederen te krijgen.
De geboren en getogen Vossemeerder
is eraan toe. „Overigens denk ik niet,
dat ik een rasechte politicus ben. Ik
profileer me niet over de rug van een
ander. Je hebt als raadsüd een dienen
de functie voor de bevolking, maar je
kunt ook niet elke wens in vervulling
laten gaan. Het zakelijk bezig zijn, dat
staat me wel aan."
Johan Aarnoudse heeft een land-
bouw-opleiding. Zijn vader werkte
o.a. op het landbouwbedrijf van
Hendrik van Gorsel (Bagijnhoeve),
later bij de gebr. Koopman en het zil-
veruienbedrijf SVZ. Thuis waren er
elf kinderen (7 meisjes en 4 jongens);
Johan is de oudste zoon. „Als ik de
kans kreeg, zou ik zelf boer willen
zijn, maar daarvoor zijn de mogelijk
heden niet aanwezig. Als je grond
moet kopen, kun je dat puur land
bouwkundig gezien niet rendabel ma
ken. Alleen bedrijven die elders ontei
gend zijn voor woningbouw of
bedrijventerreinen vestigen zich nog
op Tholen."
Johan volgde de middelbare land
bouwschool in Goes en de hogere
landbouwschool in Dordrecht, waar
hij de richting plantenteelt koos. Hij
liep stage in de Flevopolder en in
Westzaan in de kop van Noord-Hol
land. „Tijdens mijn opleiding deed je
ook een stuk algemene ontwikkeling
op. Mijn afstudeeropdracht ging over
het zoet water op Tholen met als titel:
Een lust of een last? Het was met na
me veel literatuurstudie, maar de
Johan en Nelleke Aarnoudse met hun kinderen Carin (5), Petra (2), Dianne (3) en Willemieke (2 maanden).
pluspünten van het basisplan Tholen
voor de peilbeheersing kwamen ook
wel aan bod."
Na zijn studie moest Johan Aarnoud
se als oudste zoon van het gezin zijn
dienstplicht, vervullen. Hij zat in de
voorste linies. Als chauffeur van een
M 113 pantservoertuig maakte hij
deel uit van een verkenningspeleton.
„De Golfoorlog van 1991 viel mid
den in mijn diensttijd, dus dat was
best wel spannend." Aarnoudse be
gon als huzaar en zwaaide als korpo
raal af. Daarna kon hij een baan gaan
zoeken en dat werd Van Iperen in
Westmaas, een landelijk opererende
toeleverancier van gewasbescher
mingsmiddelen, meststoffen en poot-
goed voor de akkerbouw, vollegronds
tuinbouw en de glastuinbouw. Aarn
oudse rijdt als vertegenwoordiger
zo'n 50.000 km per jaar. Zijn werkge
bied ligt voornamelijk in de Hoekse
Waard, maar ook op Tholen heeft hij
enkele klanten. Hij heeft een com
merciële functie, vopral in de buiten
dienst, maar ook wel op het kantoor.
„Van Iperen heeft 45 mensen in
dienst en ik werk in het akkerbouw
team met zes collega's. Voor het leve
ren van vloeibare meststoffen vervul
len we een landelijke functie. Als je in
het bedrijfsleven werkzaam bent,
moet je wel wennen aan de gemeen
telijke organisatie. Daar heb ik nu in
de schaduwffactie al mee te maken en
dan zeg ik: daar wen je nooit aan. Het
waterschap is slagvaardiger dan de
gemeente, zo is mijn ervaring."
Johan Aarnoudse kijkt tevreden terug
op tien jaar waterschap. „Dat is een
goede leerschool geweest. Vooral na
de wateroverlast in 1998 in Sint-Phi-
lipsland en Sint-Annaland was het
leiden van de gebiedscommissie een
moeilijker opgave. Belangrijk is dan
om heel goed te luisteren. Voor mijn
werk houd ik ook wel eens inleidin
gen, maar dan kun je veel directer zijn
dan bij het waterschap en de gemeen
te. Je groeit echter ook in een organi
satie en net zoals bij het waterschap
hoop ik bij de gemeente ook contac
ten op te bouwen met ambtenaren en
collega's. Mijn piek ligt in de zomer
maanden, maar het is een kwestie van
goed plannen en je klanten tevreden
stellen om daarnaast het raadswerk
nog te kunnen doen."
De commissie gemeentelijke ontwik
keling heeft de voorkeur van Aarn
oudse. „Openbare werken en ruimte
lijke ordening hebben mijn interesse.
En ik zie het ook als een opgave om
de kloof tussen burgers en bestuur te
SS
I®;
helpen dichten. Dat is toch één van de
onderwerpen die uit de debatten Tho
len 2025 naar voren is gekomen. Wat
leeft er bij de mensen? Niet alles wat
gewenst is, kun je inwilligen, want je
moet keuzes maken."
De Vossemeerse raadskandidaat zegt
een hekel te hebben aan achterkamer
tjespolitiek. Toch staat de SGP-fractie
o.l.v. M. Dijke en wethouder K.A.
Heijboer niet bekend als de grootste
voorstander van openheid. Aarnoud
se, na Peter Hoek straks het op één na
jongste lid van de fractie, is van een
nieuwe generatie politici die directer
is en grotere openheid nastreeft. „De
meeste weerstand ontstaat omdat je
niet open bent en niet omdat je een
andere opvatting hebt. Je hoeft het
niet met elkaar eens te zijn, maar wel
moet je de zaak samen bespreken. Ik
kan er slecht tegen wanneer iets met
een zogenaamde mantel der liefde be
dekt wordt. Via een gezonde discussie
moetje zaken tot stand brengen. En je
moet ook durven bij te sturen of zelfs
terug te draaien."
Als lid van de schaduwffactie maakte
Aarnoudse de voorbereiding van de
raadsvergaderingen mee en wanneer
hij dan het raadsverslag las, zat hij
soms hoofdschuddend aan tafel. „Dat
is geen verwijt, maar ik vind toch, dat
de fractie wat krachtiger moet opere
ren. Van afstand is dat gemakkelijk
gezegt en ik weet niet wat ik straks
doe, maar ik houd wel van een stevige
discussie, al ben ik ook weer geen
straatvechter. De politiek kan wel
hard zijn. Je kunt behoorlijk onderuit
gehaald worden, maar daar moet je
tegen kunnen. Ik heb echter wel een
behoorlijk ontwikkeld rechtvaardig
heidsgevoel."
Durft Aarnoudse nog geen uitspraak
te doen over het steunen van een
vrouwelijke wethouder, hij is wel
voorstander van drie wethouders in
plaats van vier. „De huidige situatie
met vier collegepartijen is nogal
breed. Komt dat de besluitvorming
wel ten goede? Mijn persoonlijke
voorkeur gaat uit naar drie wethou
ders, want ik ben voor daadkracht. De
burgemeester kan dan wat meer taken
krijgen dan hij nu heeft, maar de raad
zit daarbij en kan controle uitoefe
nen."
Ingaande op een aantal hete hangij
zers wil Aarnoudse geen bedrijfseco
nomische motieven hanteren ten aan
zien van de zwaar verliesgevende
haven van Sint-Philipsland, waar al
leen rond de kerst en jaarwisseling
nog een paar schepen liggen. „Een
monument is ook niet rendabel, maar
dat houd je toch in ere. Wij zijn er ook
niet voor om het verlies te beperken
door de recreatiefunctie van de ha
vens te versterken. Recreatie is naar
onze opvattingen niet de basis voor
werkgelegenheidsbeleid. De zon
dagsrust en de rust in het algemeen
zijn ook in het geding. Er moet op
Tholen wel een stuk werkgelegenheid
zijn, want dat gecross en gependel
heeft ook zijn nadelen."
Zelf maakt Aarnoudse ook heel wat
kilometers voor zijn werk, maar hij
blijft in Oud-Vossemeer wonen. „Ik
heb het hier naar mijn zin. Het eiland
Tholen is prachtig om te wonen. Van
af 1995 wonen we in dit huis aan de
Dorpsweg, een vooroorlogse woning
uit 1938 met een flinke tuin. Tuinie
ren is mijn hobby en ik heb ook een
kas. Alleen ligt alles niet nog op win-
tervoor en dat is niet naar mijn boe-
renhart, maar ik heb er nog geen gele
genheid voor gehad. Lezen is ook een
hobby van me en techniek interes
seert me ook, maar niet als hobby."
Hoewel geboren en getogen in Oud-
Vossemeer is Johan Aarnoudse niet
uitgesproken chauvinistisch aange
legd. Zijn kinderen gaan naar de Re-
hobothschool in Stavenisse en zijn
vrouw haalt boeken in de bibliotheek
van Tholen omdat de keuze daar veel
groter is dan in de uitleenpost Oud-
Vossemeer. „Ik zal trachten gemeen
telijk te denken, maar het in stand
houden van plaatselijke (winkel-)
voorzieningen is natuurlijk ook een
verantwoordelijkheid van de inwo
ners zelf. We hebben in Vossemeer
pas een dierenwinkel en daar maken
we gebruik van voor het kopen van
voer voor ons konijn. Dat halen we
niet in de supermarkt, ook al is het
daar misschien twee kwartjes goed
koper. Men mag het elders kopen,
maar dan moet je ook niet klagen
wanneer zo'n speciaalwinkel dan ver
dwijnt. Een gemeentebestuur kan zijn
inwoners niet verplichten om in eigen
■dorp te kopen, maar de gemeente
heeft wel een verantwoordelijkheid in
het scheppen van voorwaarden. Zo
moet er voor voldoende parkeergele
genheid gezorgd worden. In Oud-
Vossemeer en ook in andere dorpen is
het matig gesteld met de winkelvoor
zieningen, maar de bevolking is daar
ook zelf schuldig aan."
Ten aanzien van de bibliotheek mag
er van de SGP-kandidaat best bewus
ter naar de kosten gekeken worden.
„Als je ziet wat zo'n boekje kost en
wat de lezer daarvoor betaalt. Daar
komt bij, dat er een categorie boeken
is waar we niet achter kunnen staan."
De principiële punten komen steeds
naar voren. „In Oud-Vossemeer heb
je de kermis en het carnaval. Daar zal
ik zeker niet voorstemmen. Ik ga met
heel veel verschillende typen mensen
om, maar je hebt toch je waarden en
normen die ontleend zijn aan Gods
Woord. Maar hoe breng je dat over.
Dat is een opgave. Uit liefde tot je-
naaste moet je zeggen: op grond van
Gods Woord is het beter om dit of dat
niet te doen. Ook in de gemeenteraad
moetje de Bijbelse boodschap op ge
paste wijze uitdragen. Er is immers
gevochten voor een stuk gewetens
vrijheid en er zullen dan ook zeker za
ken zijn, waar ik niet zomaar even een
beslissing in neem. Maar de SGP is
niet fundamentalisch. Wij passen
geen dwang toe of boetes zoals in Af
ghanistan. Wij kiezen uit overtuiging,
uit liefde tot de naaste. De boodschap
dragen wij uit omdat je gelooft, dat
alle mensen hetzelfde nodig hebben
als schepsels van de enige, ware God.
Dat vergemakkelijkt overigens het
brengen van die boodschap niet."
Aarnoudse bekleedt binnen zijn kerk
genootschap geen functies, maar is
wel een trouw kerkganger.
En principiële keuzes zouden volgens
de SGP-kandidaat ook veel geld kun
nen opleveren. „Als je kijkt hoeveel
geld er op Tholen naar de sport gaat
en welk een beperkt deel van de be
volking daarvan gebruik maakt, dan
zeg ik: een evenwichter verdeling van
de gemeenschapsgelden zou op zijn
plaats zijn. Ik ben niet tegen sport.
Voetballen deed ik in mijn jeugd heel
graag. Balspel en gymnastiek, maar
geen wedstrijdsport. Wat is het nut
daarvan? Een mens is erop uit om
prestaties te leveren en dan krijg je de
competitie, de bekerstrijd en zelfs het
aankopen van spelers. Waar leidt dat
niet allemaal toe?"
Aarnoudse realiseert zich dat de sport
op Tholen flink georganiseerd is.
„Hoe sterker mensen voor hun belan
gen opkomen, des te meer ga je het
standpunt over dat onderwerp nog
eens heroverwegen. En dan kan dat
wel eens tot een ander besluit leiden,
dan wanneer er geen actie geweest
zou zijn. Want wie is er ongevoelig
voor actie? Het is echter een kwalijke
ontwikkeling wanneer alleen de
'schreeuwers' gehoord worden. Dat is
ook het gevaar van de debatavonden
Tholen 2025. Een behoorlijke cate
gorie van de bevolking is daar niet
aan bod gekomen en daar moet je als
raadsleden rekening mee houden. De
overheid is er voor de burgers."
Aarnoudse vindt, dat er bij de bouw
van het nieuwe gemeentehuis onvol
doende open gehandeld is richting de
inwoners. „Je weet dat zo'n onder
werp gevoelig ligt en dat het veel ge
meenschapsgeld kost. Communicatie
en het besluitvormingstraject wegen
dan extra zwaar. Hoe ga je daarmee
om richting de bevolking? Werken
met een ander zijn portemonnee valt
niet mee. Maar ik ben er voor de in
woners, al zal ik niet elk onderwerp
op de raadstafel leggen. Hoe groot is
het probleem en hoeveel mensen gaat
het aan, bekijk ik dan eerst. Maar ik
heb wel een functie om die mensen
hun weg te laten vinden in het ge
meentehuis. Dat deed ik bij het water
schap ook wanneer het om prakti
sche, individuele punten ging."
Aarnoudse zal zijn partij wel meebla-
zen in de gemeenteraad van Tholen.
Uitglijders neemt hij op de koop toe.
Dat bleek in bij het waterschap
Zeeuwse Eilanden ('ik zit hier om te
leren', zei hij toen dijkgraaf Gosse-
laar hem óp een stopwoord opmerk
zaam maakte) en het slotdebat Tholen
2025, toen de Vossemeerder eerlijk
bekende ook de betekenis van het
door hem gebruikte woord ,footlose'
niet te kennen. „Ik kan heel serieus
zijn, maar ook humoristisch."
Wanneer tenslotte de foto gemaakt
moet worden, kiest Johan Aarnoudse
voor een gezinsfoto. Zijn vrouw - de
uit Sint-Annaland afkomstige Nelleke
v.d. Perk - vindt deze Amerikaanse
aanpak eerst niet zo'n goed idee. „We
zijn het niet altijd eens, maar na de
storm klaart altijd de lucht weer op",
laat ze weten. Johan blijft aandringen
op de gezinsfoto. „Wat is immers een
mens alleen? Het is zeer waardevol
om een vrouw en kinderen te hebben.
En tot de kandidatuur voor de ge
meenteraad heb ik in overleg met
mijn vrouw besloten. Dat doe je sa
men. Zo zit ik in de nieuwe raadsfrac
tie ook niet als individu", aldus de
Oud-Vossemeerse nummer vier van
de SGP-lijst voor de gemeenteraads
verkiezingen op 6 maart 2002.
De raadscommissie algemeen bestuur
en welzijn bespreekt donderdagavond
een motie van de gemeenteraad van
het Friese Neijefurd voor het behoud
van dienstverlening van de postagent
schappen. Ook Tholen ondervindt al
de gevolgen van de reorganisatie bij
de postkantoren. Zowel Stavenisse als
Sint-Maartensdijk zitten al zonder
postbank, zodat er geen geldhandelin
gen meer mogelijk zijn. Zeker met de
overgang van de gulden naar de euro
per 1 januari betekent dat een inwis-
selpunt minder. In Stavenisse is te
vens de dienstverlening wat postza
ken betreft in het agentschap nieuwe
stijl verminderd. Sint-Maartensdijk
heeft dat nog kunnen redden, maar
meerdere plaatsen gaan dezelfde weg
als Stavenisse, om te beginnen Oud-
Vossemeer.
In de Tweede Kamer is de kwestie
ook al aan de orde geweest, maar het
ministerie van verkeer en waterstaat
blijkt niets te kunnen doen tegen het
uitkleden van de postagentschappen.
De Postbank wet blijkt geen verplich
tingen te bevatten over de omvang
van de dienstverlening. De postkanto
ren mogen dat zelf bepalen. Ook met
het omzetten van postagentschappen
in servicepunten wordt niet in strijd
met de wet gehandeld.
Op verzoek van staatssecretaris De
Vries van verkeer en waterstaat gaat
minister Zalm van financiën wel on
derzoeken, of de banken met hun
dienstverlening nog wel aan maat
schappelijke eisen voldoen. Naast het
vervallen van de postbank sluiten ook
de andere banken kantoren, waardoor
steeds meer mensen niet meer in hun
eigen woonplaats voor geldhandelin
gen terecht kunnen. De Thoolse
raadscommissie mag er donderdag
avond zijn zegje over doen.
K. m
BS: JB «f
mi
T':,;v
Voorstraat 15, 4697 EH Sint-Annaland lïB®
Tel/Fax (0166) 65 24 90 IjlStMBMI .IIIIIIEB
woensdagmiddag gesloten ij
vrijdag koopavond ij
m
Advertentie I.M.
i
De laatste statenvergadering van het jaar 2001 kenmerkte zich
door de korte en weinig politiek geladen agenda. De link naar
de actualiteit werd gelegd door de CDA-fractie met zoals dat in
het jargon heet het stellen van vragen 'vreemd aan de orde van
de dag'. Op deze manier kan een actueel punt dat niet op de
agenda staat, bij het begin van de vergadering alsnog aan de
orde komen. Het betrof vragen als gevolg van bezorgdheid
over de concentratie van de afdeling kindergeneeskunde en
verloskunde in het Oosterscheldeziekenhuis te Goes.
Directe aanleiding voor ge
noemde concentratie is dat het
Streekziekenhuis Walcheren
(in Vlissingen) zijn enige fullti
me kinderspecialist ziet ver
trekken. Deze vacature kan niet
worden ingevuld omdat er een
groot tekort is aan medisch
specialisten. Dit tekort moet
niet worden gezien als een in
cident, maar als een structu
reel gegeven. Deskundigen
zeggen dat het (vanwege de
duur van de opleiding) wel 10
jaar kan duren voordat de te
korten zijn opgeheven. Daarbij
komt, dat kleine ziekenhuizen
extra onder druk komen te
staan omdat wél beschikbare
artsen kiezen voor grotere
maatschappen. Vijf specialis
ten per vakgroep wordt gead
viseerd als ondergrens. Dit ge
nereert betere werkomstandig
heden.
De bezorgdheid over de con
centratie van kindergenees
kunde en verloskunde in Wal
cheren en De Bevelanden staat
niet op zichzelf. In de regio be
staat de angst dat de concen
tratie een eerste stap is op weg
naar een verdere, langzame af
bouw van medische voorzie
ningen. Als voorbeeld is ge
noemd het ontmantelen van
het ziekenhuis in Zierikzee. An
dere dreigende voorbeelden
daarvan zijn Alphen a.d. Rijn,
Baarn, Kerkrade, Oldenzaal en
Velsen. Waar de CDA-fractie
voor heeft gepleit, is een gede
gen visie over de ziekenhuis
zorg in Zeeland op de lange
termijn.
Voor de lezerskring van dit
blad zijn het specialistentekort
en dreigende fusieprocessen
J. v.d. Merbel, CDA, Tholen.
dus niet een 'ver-van-mijn-
(ziek)bedshow', want deze
dreiging gaat ook aan West-
Brabant niet voorbij.
De schaalvergroting in de zie
kenhuiszorg wordt ingegeven
door bedrijfseconomische fac
toren. Het aanbod overheerst,
de vraag van de burger om ba
siszorg dicht bij huis delft het
onderspit. Inmiddels is in een
rapport van het Sociaal Cultu
reel Planbureau 'Tussen bed
en budget' aangetoond dat de
kosten per behandelde patient
in grote ziekenhuizen niet per
definitie lager zijn dan in klei
ne. Die laatste hebben wél
voordelen als kwaliteit en per
soonlijke benadering. Fusies
en concentraties die op be
drijfseconomische gronden
zijn aangegaan, leveren, op
andere terreinen in de maat
schappij, zelden beloofde in
houdelijke kwaliteitsverbete
ring op. Een ander negatief
aspect van fusie is de inper
king van de bereikbaarheid
van de zorg voor een grote
groep burgers.
De vaste Tweede-Kamercom
missie Volksgezondheid heeft
kortgeleden nog vergaderd
over de kleine en middelgrote
ziekenhuizen. Sinds een aantal
jaren wordt de regulering van
de ziekenhuiscapaciteit steeds
meer overgelaten aan het veld.
Gevolg is dat spreiding van de
ziekenhuiszorg niemands ex
clusive verantwoordelijkheid
meer is. De overheid laat het
aan partijen over, ziekenhuizen
worden geprikkeld tot fusie
(bonus) en concentratie (bezui
niging), specialisten stellen
normen en verzekeraars ont
wikkelen zich tot landelijke
schadeverzekeraars die zich
voorbereiden op de slag met
Europa en op de vraag of men
al dan niet 'de beurs' op moet.
Niemand heeft tot taak het al
gemeen belang te waarbor
gen. Omdat ziekenhuisbestu
ren veelal stichtingen zijn en
geen publiek karakter hebben,
blijft een zorgvuldige afweging
van het algemeen belang met
democratisch toezicht aan de
hand van goede spelregels
noodzakelijk.
V