Van Lethbridge naar Lenteplein
in je geboortedorp Scherpenisse
Nationaal park wil
helderheid gemeente
over 't Lamsoortje
Afscheid oude Oosterscheldeschool
met veiling schoolspullen en reünie
Stienkpit
Ingezworen
Nieuwe koffers
voor maaltijden
Aardappelveiling
neemt gas terug
Donderdag 30 augustus 2001
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
„Daar stonden de paarden, hier werden de varkens ge
voerd en daar stonden drie koeien. En door die deur ging
de wagen naar binnen." Leen Jansens uit Winnipeg in
Canada weet het nog precies. Hij staat weer op zijn ge
boortegrond aan het Lenteplein in Scherpenisse voor de
schuur waar zijn vader beesten hield. Zijn bezoek aan
Nederland zit er weer bijna op. Jansens emigreerde in
1958 naar Canada. En het was alweer 25 jaar geleden.dat
hij in ons land was. Maar niet eerder waren de verande
ringen hier hem zo opgevallen als tijdens dit bezoek,
zegt de 82-jarige emigrant.
Beschadigd
Emigrant Leen Jansens uit Canada na kwart eeuw weer even op Tholen
Nieuwe leden
Zoet water
Familiebezoek
Stoofstraat
Drempels
Wethouder R. Ravensteijn moet maandag in het dage
lijks bestuur van het overlegorgaan nationaal park in op
richting Oosterschelde duidelijk maken, hoe de gemeen
te Tholen de toekomst van het multifunctioneel centrum
(mfc) in Sint-Maartensdijk ziet. Dit in verband met de
nog niet betaalde subsidie van 100.000 gulden voor dat
mfc bij kinderboerderij 't Lamsoortje bij camping de
Muie in Sint-Maartensdijk. Het gebouw wordt zaterdag
morgen officieel geopend door de burgemeester en aan
sluitend is er een open dag.
Bruine kiekendief
Half miljoen
Half september verhuizing basisschool Scherpenisse en oktober opening
Ongeveer 45 jaar nadat ze in gebruik is genomen, wordt
de Oosterscheldeschool aan de Laban Deurloostraat in
Scherpenisse opgedoekt. Op woensdag 12 september
krijgen de leerlingen voor het eerst les in de nieuwbouw
bij de watertoren. Drie dagen later is de oude school nog
het decor voor een dag vol activiteiten en een reünie, een
initiatief van de medezeggenschaps- en de ouderraad en
het onderwijsteam. Op de reünie wordt door veel oud
leerlingen van de school - van alle leeftijden - enthou
siast gereageerd, vertellen Coby van der Werff en Jan
van Gorsel van het organisatiecomité.
Scarpenesse
Zijn broer Job Jansens (69) uit Tho-
len haalde hem twee weken geleden
op van Schiphol. Onderweg keek de
Canadese Jansens zijn ogen uit:
„Soms moest ik vragen: waar zijn
we nou? Het was onherkenbaar. Er is
zoveel gebouwd. De wegen zijn uit
gebreid. maar ook de industrieterrei
nen, de steden en ook de kleine dor
pen. Dat was overweldigend. Wat
jullie hier in zo'n klein landje met
bijna 16 miljoen mensen presteren,
daar neem ik mijn petje voor af."
Leven we nu in een hoogconjuctuur.
eind jaren vijftig was dat geheel niet
het geval. Jansens weet er alles van.
Er was weinig werk, de werkloos
heid was hoog en de regering had
volgens Jansens zelfs niet voldoende
geld om sommige wegenbouwpro
jecten af te maken. Hij woonde toen
in Nieuwerkerk aan den IJssel: „Ik
weet nog dat ze het werk aan de gro
te weg tussen Rotterdam en Utrecht
hebben stilgelegd. Het viaduct waar
ze toen mee bezig waren, bleef ge
woon liggen."
Emigratie naar Canada, Australië en
Nieuw-Zeeland werd toen door de
overheid gestimuleerd. Jansens was
aanvankelijk molenaar, maar werkte
later als vrachtrijder in een meelfa
briek om grondstoffen bij klanten te
brengen. „Ik kon niet meer tegen het
werken in het stof en zag toen hier in
Nederland geen kans om hogerop te
komen. Ook voor mijn drie zonen
van 10, 8 en 3 jaar niet. Mijn vrouw
had al twee broers in Canada. Ik heb
toen haar overgehaald om ook te
gaan emigreren."
Jansens deed dat via de Christelijke
Emigratie Centrale (CEC) in Den
Haag waar hij zich op 1 februari
1958 aanmeldde. Het adres staat
hem nog helder voor de geest. Ook
de data die van belang waren om al
les voor het vertrek in orde te maken.
Zo leverde hij op 4 februari het in
schrijfformulier in. En werd het ge
zin Jahsens op 10 april in de Canade-
Bij de voormalige drinkput op
het Lenteplein in Scherpenisse
gaan de gedachten weer naar
vroeger. „Vanaf deze kant lie
pen de beesten de put in om te
drinken. Ik heb er 's winters
als kind op gespeeld als hij
was dichtgevroren. Het hek
was altijd kapot. Dat ze hem
nu op een of andere manier
willen besehermen, is natuur
lijk goed. Maar ik zou hem
niet meer openmaken. Het was
altijd een stienkpit, hoor. Ik
heb er eens iemand in zien val
len, een vrouw die zich vast
wilde houden aan een paaltje
om af te stappen. Dat paaltje
brak."
se ambassade medisch gekeurd.
Twee dagen later lag er al een brief
op de deurmat met de vertrekdatum:
21 mei vanuit Rotterdam via de Hol-
land-Amerikalijn met ms De Grote
Beer. „We moesten voor 31 oktober
vertrekken. Als dat niet ging, moes
ten we alles weer opnieuw doorlo
pen."
Het schip dat de oversteek maakte,
was maar voor de helft gevuld met
passagiers. „Het schip had niet zo'n
goede reuk. Het had een keer een
ongeluk gehad. Was beschadigd en
weer gerepareerd, maar voldeed
toch minder goed dan voorheen. Ve
le emigranten zagen ervanaf met dit
schip te reizen en zeiden dan liever
te wachten tot de Waterman of de
Zuiderkruis voer." Het was Jansens
aangeraden om maar een hut te hu
ren, omdat het met de drie kinderen
op een van de grote slaapzalen wel
licht te onrustig zou zijn. De over
tocht verliep voorspoedig, al moest
De Grote Beer op de Atlantische
Oceaan twee dagen een storm door
staan. Jansens schudt nu nog met
zijn hoofd als hij eraan terugdenkt.
„We vertrokken op woensdag om
vier uur 's middags en kwamen de
week daarop, op donderdag om ze
ven uur 's morgens, aan in Halifax
in Nova Scotia."
De stewards aan boord hielpen de
nieuwkomers met hun bagage en
kisten huisraad door de douane
heen. „Die spraken allemaal Engels.
Ik had ook al wat Engels geleerd,
maar toen ze vroegen of ik ook een
naaimachine bij me had, wist ik niet
wat ze bedoelden. Maar we kwamen
er goed doorheen." De eindbestem
ming voor het gezin was Lethbridge
in Alberta, in het westen van het im
mense land, tussen British Colum
bia en Saskatchewan. Lethbrigde
ligt in het meest westelijke deel van
Alberta op ongeveer 100 kilometer
van de grens met de Verenigde Sta
ten en zo'n 300 kilometer ten zuiden
van Calgary, bekend van de Olympi
sche winterspelen. Alberta is samen
met Manitoba en Saskatchewan een
uitgestrekt prairiegebied met veel
landbouw en veeteelt. „Ik woon in
een landbouwgebied met veel graan
en suikerbieten. De grond is er nogal
hard, de opbrengsten zijn er niet zo
hoog als hier. Ten zuiden van Leth
brigde is weinig landbouw, maar
wel veeteelt. Er lopen nog kuddes
mestvee die met cowboy en paard
worden samengedreven. Ongeveer
80 kilometer noordoostelijk van
Lethbridge verbouwen ze veel aard
appelen. En ten zuidoosten daarvan
veel bonen en zonnebloemen."
Vanuit Halifax ging de reis verder
met de trein: vier dagen en vier
nachten. Met één overstap in Mont-
Leen Jansens bezocht het Lenteplein waar hij 82 jaar geleden werd geboren en haalde herinneringen aan vroeger tijden op.
real duurde die tocht in totaal 95
uren. „Dan krijg je een klein beetje
indruk van hoe groot dat land is."
De kinderen vermaakten zich, zegt
Jansens. „Die fantaseerden in Ne
derland al wat ze daar allemaal zou
den kunnen doen. We hadden hier
maar een klein tuintje, maar daar in
Canada zouden ze bomen om kun
nen hakken en putten graven, zeiden
ze."
De kerk speelde een belangrijke rol
bij de emigratie. Via de CEC was de
Hervormde kerk in Nieuwerkerk op
de hoogte gebracht van Jansens
voorgenomen vertrek. „Dominee
Van Dijk van onze kerk wist al dat
we weg zouden gaan. Via het kan
toor in Ontario is toen de Reformed
Church of America ingeschakeld en
die sturen dan weer bericht naar de
kerk in de plaats waar je naartoe
gaat. In ons geval in Lethbridge. De
dominee van die kerk stuurde ons
weer een Brief dat we met open ar
men zouden worden ontvangen. Zij
waren blij met onze komst, want dan
hadden ze er ook weer nieuwe leden
bij."
Jansens stuurde een telegram dat ze
eraan kwamen. Op het station in
Letbridge werd het gezin opgewacht
door een ouderling met een auto.
„Die bracht ons weer onder bij een
Hollands echtpaar. Daar bleven we
een week. Daarna konden we in een
huisje." In deze week werd ook al
meteen naar werk gezocht. „Een van
de zonen van een diaken nam me
mee. We reden door heel de stad en
waren al op vijftien plekken ge
weest. Niemand had werk voor me.
Toen zijn we maar even koffie gaan
drinken en we zouden het de vol
gende dag weer proberen. De jon
gen zei dat hij op weg naar huis nog
één adresje had. Toen we daar kwa
men had de baas net iemand "inge
huurd, maar die wilde hij toch niet
nemen omdat hij te lui was. Hij zei
tegen me: als je werken wilt, dan
kun je morgen komen voor 1 dollar
per uur en voor een week. Als je in
die tussentijd wat anders kunt vin
den, neem dat dan aan. Maar ik ben
er 27 jaar gebleven."
Toen Jansen bij Olivar Industrial
Supply werd aangenomen, was hij
nummer 23. Toen hij in in 1985 met
pensioen ging, had het bedrijf twaalf
vestigingen in heel Canada met
meer dan 500 personeelsleden. Het
bedrijf verkoopt sproei-installaties,
pompen, drijfriemen, kogellagers,
irrigatiebuizen en andere benodigd
heden voor de landbouw. Het bere
genen van akkerland heeft er een ho
ge vlucht genomen. „De installaties
zijn duur. Ze kosten 70.000 dollar
maar kunnen een groot gebied be
slaan. Op verschillende punten kan
de installatie op ondergrondse lei
dingen worden aangesloten."
Op Tholen zoekt de landbouw ook
naar mogelijkheden om beter ge
bruik te maken van zoet water, uit
het Zoommeer. Jansens beseft dat
het vooral voor de 'gevoelige teel
ten' zoals groenten van belang is 'om
te zorgen dat er in korte tijd goed ge
oogst kan worden. Maar hij beseft
ook dat de investeringen voor boeren
hoog zijn terwijl de te beregenen op
pervlakte in verhouding tot de opper
vlakte in Canada, klein is. „Terwijl
zo'n installatie even duur blijft."
Hij vraagt zich ook af of er hier wel
voldoende zoet water beschikbaar is.
Het Zoommmeer lijkt wat dat betreft
onuitputtelijk, in Canada zijn de boe
ren afhankelijk van het smelwater uit
de bergen. „Dit jaar heeft het er wei
nig gesneeuwd. Er is heel weinig af
voer van bergwater. Bovendien heeft
het dit voorjaar niet geregend. Men
sen die het water goed kunnen ge
bruiken, zijn gerantsoeneerd. Alleen
op kritieke momenten mogen ze het
gebruiken." Volgens Jansens zijn
door de droogte en de hitte veel van
de gewassen verbrand. „Het graan is
wel opgekomen, maar staat niet ho
ger dan 15 centimeter. Als je als boer
niks anders hebt, dan wordt het
moeilijk. De broer van mijn schoon
dochter heeft er ook een kippenmes-
terij bij. Die levert om de zes weken
65.000 kippen af. Die redt het wel,
maar veeboeren hebben het ook
moeilijk als het vee onvoldoende kan
grazen omdat er te weinig gras is
door de droogte."
Emigrant in Nederland, immigrant in
Canada. Om de kans van slagen in
het nieuwe land te vergroten, had
Jansens van tevoren gevraagd naar
welk gebied hij het beste zou kunnen
gaan. „Er was me toen gezegd dat
we naar Alberta moesten gaan. De
broers van mijn vrouw woonden
oostelijker, in Ontario. Daar had
mijn vrouw ook graag naar toe ge
wild. Maar in 1962 toen ik een auto
kon kopen, zijn we er naartoe gere
den. Met de hele familie en een tent
om onderweg te overnachten. Toen
we er geweest waren, zei ze dat het
op de 'prairies' toch beter was."
Het huisje waar de familie in 1958 in
trok, lag buiten de stad. Er lag een
groot stuk land omheen waar 'de
jongens erg van hebben genoten.'
Maar de wc stond buiten en er was
geen stromend water. Het water
werd drie keer per week gebracht
met een tankwagen en opgvangen in
een gegalvaniseerd vat van 350 liter.
Dat vat stond ook buiten. „In de win
ter vroor het water vast. Dan moest
je het met een bijl loshakken. Maar
ik heb ook wel eens een gat in het vat
gekapt. Later hebben we de ton bin
nengezet." Om het binnen warm te
krijgen, stookte Jansens kolen. Als
het erg koud was ook nog een olieka
chel want het kan er 's winters 20
graden vriezen.
Na drie jaar betrok het gezin een
huurhuis in de stad. Met een kachel
op aardgas, de wc binnen en een
badkamer. Zestien jaar bleef het ge
zin er wonen, om daarna weer naar
een ander huis te verhuizen. „Dat
was een heel mooi huis. Maar er was
veel te doen aan het buitenwerk. We
hebben er achttien jaar gewoond en
het toen verkocht." Jansens bewoont
nu een seniorenappartement. Vorig
jaar overleed zijn vrouw. Zijn drie
zonen zijn volgens hem goed te
rechtgekomen, maar slechts eentje
spreekt er nog vlot Nederlands. De
oudste, die met een 'Hollands meis
je' is getrouwd.
Het korte bezoek aan Nederland is
vooral een familiebezoek. Jansens
kwam al eerder: in 1965, 1975 en
1976. „Mijn vrouw en ik komen al
lebei uit grote huishoudens. Bij ons
waren we met zijn twaalven, bij mijn
vrouw thuis met zijn tienen. Als je
ouders sterven, wordt de band met
Nederland minder. Later kregen we
met ongevallen te maken en werd
mijn vrouw ongeneeslijk ziek. Ik heb
haar drie jaar, van 1997 tot 2000,
verzorgd. Dan kom je nergens meer.
Ik heb hier alleen nog broers en
schoonzussen, die ik allemaal be
zoek. Nevelt en nichtjes moeten er
niet op rekenen dat ik op de thee
kom, want ik heb maar veertien da
gen."
Op aandringen van zijn schoondoch
ter is Jansens naar het reisbureau ge
stapt om naar Nederland te gaan.
„Het is toch nog onverwacht ge
beurd. Ze zei: Nu moet je het doen,
nu kun je het nog. Er was een toestel
van Martinair voor 272 passagiers.
Er waren nog twee stoelen vrij. Dan
is eF eentje verkocht, zei ik." Met
zo'n grote familie betekent dat toch
een strak bezoekschema. Zijn broer
Job bracht hem op 15 adressen door
heel Nederland. „We deden twee fa
milies per dag. 's Ochtends eentje en
's middags eentje." Ze combineerden
Wemeldinge en Nieuwerkerk, gin
gen naar Poortvliet, naar Leerbroek
en Andel, bezochten een familielid
in Geldermalsen waar ook iemand
uit Kesteren naar toe kwam, reden
naar Ameide en Asperen. De langste
rit was naar Sneek en dan terug via
Dinxperloo, zo'n 650 kilometer.
Jansens onderhoudt ook vanuit Ca
nada nog contact met zijn geboorte
dorp Scherpenisse. Hij klikt via in
ternet de website van Kees Kleppe
uit Scherpenisse aan die allerlei fei
ten en foto's van het dorp verzamelt
en op zijn site plaatst. „Een foto van
het Lentestraatje waar ik ben gebo
ren staat ook op het internet. Mijn
zoon correspondeert via internet met
een neef in Vlissingen en ik kijk ook
af en toe naar de homepage van de
Eendrachtbode en de PZC."
Jansens woonde van 1918 tot 1930
in Scherpenisse. Toen is het gezin
verhuisd naar Alphen aan den Rijn
waar zijn vader een melkwinkel be
gon. Maar hij had zo'n heimwee
naar Tholen dat hij er ongeveer an
derhalf jaar later weer terugkeerde.
Ze kwamen op de Deehoeve te wo
nen, maar na acht maanden nam
Jansens senior de boerderij over
van Adriaan Luyck aan de Stoof
straat in Poortvliet (nu Coppoolse).
Tijdens de evacuatie in 1944 ging
Leen naar Leerbroek (bij Leerdam)
waar zijn oudste zuster woonde die
getrouwd was met een boer. Daar
leerde Leen zijn vrouw kennen. „Ik
ben daar in de buurt blijven han
gen." Zo woonde hij in Maasdam
en Nieuwerkerk aan den IJssel, en
in Leerbroek. Van heimwee heeft
hij nooit last gehad in Canada, zegt
hij. „Als ik een bed heb om te sla
pen en ik kan mijn brood verdie
nen, vind ik het overal goed." Die
instelling bracht hem naar Canada.
Eenmaal terug in Nederland is Jan
sens verbaasd over de veranderin
gen. „Zoveel mensen, bijna alle
maal werk. Alles goed
onderhouden. Het is een hele pres
tatie. Ik moet aan een uitspraak van
koningin Emma denken. Dat was
een wijs vrouwtje: We willen groot
zijn in alles waarin een klein volk
groot kan zijn. Dat heb ik hier nu
gezien. Dat heeft ze niet voor niks
gezegd."
Wat hem verder opvalt zijn de vele
verkeersmaatregelen op de wegen
en in de straten. „Er staan overal
versperringen: paaltjes, betonnen
randen en drempels. De straten zijn
hier al zo smal. Ik weet niet of dit
wel de juiste oplossing is. Maar ja,
ik verdiep me er verder maar niet in,
want woensdag ben ik weer weg."
Jansens denkt er niet over om voor
goed terug te komen naar Neder
land. „Nee, ik ben daar ingeburgerd
en mijn kinderen wonen er. Ik heb
er negen kleinkinderen en een ach
terkleinkind." Via zijn zoon Leo
ontmoette Jansens onlangs in Win
nipeg ook een andere immigrant
met Thoolse voorouders. „Ik heb
daar een middag gesproken met Jan
de Viet uit New Westminster. Zijn
familie komt uit Sint-Maartensdijk.
Zijn zoon Lenny en mijn zoon zijn
in Winnipeg lid van dezelfde kerk.
Jan de Viet kwam er op bezoek en
vertelde me dat hij in het voorjaar
op Tholen was geweest. Ik moet
zeggen dat ik de naam De Viet hele
maal niet kende, terwijl ik als jon
gen toch bijna iedere zaterdagavond
op Smurdiek kwam."
Jansens heeft een dubbele na
tionaliteit. Toen hij in Canada
arriveerde kreeg hij de status
van Tanded-emigrant'. „Dat
betekende onder meer dat ze je
nooit het land uit zouden zet
ten als je werkloos zou wor
den. Na vijf jaar kon je de Ca
nadese nationaliteit aanvragen.
Nu is dat na driejaar. Dat heb
ben we gedaan. Er volgt dan
een soort ceremonie; je wordt
als Canadees staatsburger in
gezworen. Dat was in 1963.
Maar je behoudt ook het Ne
derlanderschap. De kinderen
en kleinkinderen ook. Tot ze
achttien zijn. Dan mogen ze
kiezen.'
„De gemeente moet zich verant
woordelijk weten voor dit gebouw.
Daarvoor moeten positieve signalen
afgegeven worden", zegt secretaris
mr. F.M.M. van Pelt van het overleg
orgaan. Dat orgaan had twee eisen
gesteld aan het platform leefbaar
platteland Tholen. Ten eerste een
professionele begeleider voor het
multifunctionele centrum en ten
tweede een duidelijk toekomstper
spectief met een beleid waarin de
continuïteit van het mfc is gewaar
borgd. Aan de eerste voorwaarde is
inmiddels voldaan doör het aantrek
ken van oud-leraar H. Venekamp uit
Tholen als begeleider van het mfc.
„Over het ingediende toekomstper
spectief hebben wij echter wat op
merkingen", zegt Van Pelt. „Over
de continuïteit willen we inhoude
lijk meer horen van de wethouder,
maar ons streven is om het tot tevre
denheid van een ieder op te lossen."
Volgens Ravensteijn is de eenmalige
bijdrage van 25.000 gulden van de
gemeente een bewijs dat die positief
staat tegenover het mfc. „Het is een
goed initiatief, maar de gemeente
wil niet teveel risico lopen. We trek
ken niet opnieuw onze portemon
nee, maar in de raadscommissie
hebben verschillende fracties duide
lijk gemaakt dat de gemeente het
mfc als private aangelegenheid on
dersteunt. Overigens heeft het natio
naal park de oorspronkelijke eisen
aan het mfc ook bijgesteld", zegt
wethouder Ravensteijn.
Met de onthulling van een naam
bord opent burgemeester W. Nuis
zaterdagmorgen om 10.50 uur het
mfc officieel, en een half uur later
verricht hij in het gebouw de ope
ning van de door Venekamp ge
maakte foto-expositie over de bruine
kiekendief.
Van j4en tot vijf uur is iedereen wel
kom om een kijkje te komen nemen
in het gebouw, maar zeker ook bij de
kinderboerderij en de heemtuin. De
hele dag door zijn er demonstraties
met jachthonden (o.a. Engelse sprin
ger spaniels en pups), 's Middags
zijn er optredens van het Smalstads
mannenkoor (14 u.), de Small Town
Line Dancers (14.30 u.), de
Lamsöören (15 u.) en Euterpe (16
u.). Dat gebeurt allemaal binnen, om
de dieren niet te verstoren. Het Eer
ste Zeeuwse Jachthoornkorps zet de
officiële opening muzikaal luister
bij.
De bouw van het mfc, een initiatief
van het platform leelbaar platteland
Tholen en inmiddels ondergebracht
in de stichting Scaldis Naturalis,
heeft twee jaar in beslag genomen
en vergde 550.000 gulden. Dit geld
is voor het grootste deel via subsi
dies en uit sponsoring verkregen.
Verder kreeg men schenkingen en
staken veel vrijwilligers een handje
toe.
Het gebouw dient als onderkomen
voor de dagopvang van Het Gors en
stichting De Schutse. De bedoeling
is dat er in de toekomst ook lichame
lijk gehandicapten en cliënten van
Emergis komen te werken, aldus se
cretaris E. Frigge-Hogesteeger van
het platform. Daarnaast is er de edu
catieve functie, als informatiecen
trum over het nationaal park Ooster
schelde en plek voor het geven van
natuuronderricht aan de inwoners
(zoals schoolklassen). Naast het na
tionaal park geven Staatsbosbeheer,
het Zeeuws biologisch museum, wa
terschap Zeeuwse Eilanden en de
politie voorlichting in het gebouw. In
de expositieruimte worden wissel
tentoonstellingen gepland. Ook is
daar een winkeltje waarin de cliënten
van de dagopvang zelfgemaakte
spulletjes verkopen. f
Een aantal van de mensen die een feestelijke dag voorbereiden op de Oosterscheldeschool, v.l.n.r. Doppie den Braber, Johan van de Velde,
Jan van Gorsel, Coby van der Werff, Rianne Goedegebiaire en Yvonne van Casand.
Wie een souvenir of een tastbare
herinnering aan de oude basisschool
wil bemachtigen, moet zaterdag 15
september zeker naar Scherpenisse
komen. Er wordt namelijk vanafles
verkocht: van de gordijnen en kjtp-
stokhaken tot oude boekjes, land
kaarten en foto's toe. Het meeste bij
inschrijving, maar de waardevollere
zaken worden bij opbod geveild. De
opbrengst is bedoeld om nieuwe
speeltoestellen te kopep,. „Een klim-
rek staat bovenaan het lijstje van het
team", zegt Coby v.d. Werff. Tij
dens het gesprek gaat de telefoon en
weer meldt zich iemand voor de
reünie. Jan van Gorsel noteert de
naam. „Want veel mensen die infor
meren, willen weten of die en die
ook komt." Hij laat een grote poster
zien die speciaal is gemaakt om de
dag onder de aandacht te brengen
van oud-leerlingen. Ook oud-leer
krachten worden benaderd.
De feestelijke dag in en om de oude
school staat in het teken van gezel
ligheid en ontmoeting, maar ook
van actie. Ze staat bol van de activi
teiten. Na de opening om drie uur 's
middags is er eerst aandacht voor
het zilveren onderwijsjubileum van
juf Wil Potter. Tot vijf uur kunnen
de kinderen zich laten schminken,
terwijl vanaf kwart voor vier inge
schreven kan worden voor het ko
pen van spullen van de school. Om
kwart over vijf begint de verkoop en
de veiling is om zes uur gepland.
„Op zolder lagen een heleboel oude
materialen, foto's en dia's en we
vinden dat die het beste terecht kun
nen komen bij mensen die er iets
aan hebben", zegt Van Gorsel.
Een sponsorloop is er die zaterdag
middag ook: om vier uur voor de
huidige leerlingen en om acht uur
voor 'de leerlingen van toen' (zij
kunnen zich aanmelden voor deel
name bij Trudie Stoutjesdijk
662674 of Coby v.d. Werff 662588).
Tussen half vijf en half acht rijdt er
een huifkar van de oude naar de
nieuwe school. Iedereen kan mee
rijden en het nieuwe schoolgebouw
bezichtigen. Dan is er ook nog een
touwtrekwedstrijd, om zeven uur,
waarvoor jong en oud zich kan op
geven. In één van de lokalen is een
foto-expositie ingericht. Klassefo
to's en beelden van schoolactivitei
ten zijn daar te zien. Ook zijn er fo
to's te koop en (groepjes) mensen
kunnen zich laten fotograferen. Er
is een rommelmarkt, een grabbel
ton, zaklopen, 'folklore-mikken'
(een variant op blikgooien), snoep-
zakken voor de jeud. De organisatie
rekent op goed weer en richt een
terras in, waar een hapje en een
drankje genuttigd kunnen worden.
Om de sfeer te verhogen is er mu
ziek.
In 1956 verhuisde de openbare la
gere school in Scherpenisse van de
Schoolstraat naar de Laban Deur
loostraat. Op 20 december 1957
was de officiële opening van het ge
bouw, waarin ook de christelijke
school onderdak vond. Mevrouw
Van der Slikke-Minderhoud - bij ie
dereen in het dorp bekend als juf
frouw Minderhoud - was toen
schoolhoofd, juf Van de Velde en
meester Duijnhouwer de andere
leerkrachten. De oude school deed
naderhand nog dienst als onderko
men voor verenigingen en de bibli
otheek. Jeugdvereniging Scarpenes
se was de laatste gebruiker en in
1984 viel het gebouw in de School
straat ten prooi aan de slopersha
mer. Zijn naam kreeg de Ooster
scheldeschool begin jaren zeventig,
in de tijd dat er werd gepraat over
het afsluiten of openhouden van de
Oosterschelde. De kleuters zaten al
die jaren apart. Eerst in een ge
bouwtje op het terrein van de sport
club aan de Langeweg (met juf An
neke als leidster), en rond 1975
werd aan de Wilhelminastraat de
Blokkendoos gebouwd. Uiteindelijk
kwam het tot een basisschool onder
één dak.
In verband met de verhuizing naar
de nieuwbouw hebben de kinderen
van de Oosterscheldeschool op 10
en 11 september geen les. Op
woensdag 12 september gaan ze op
hun nieuwe stek aan de slag. Ook
de Groen van Prinstererschool en
peuterspeelzaal de Scarpejaantjes
verhuizen naar het voormalige ter
rein van de gemeentewerkplaats,
waar ieder een eigen gebouw heeft.
De officiële opening van de nieuwe
scholen is op 3 oktober.
Verkeersexamen. Tholen krijgt een
bijdrage van het regionaal orgaan ver
keersveiligheid in de kosten van het
verkeersexamen voor 359 kinderen.
Er wordt 3,50 betaald als een leer
ling zowel het praktisch als schrifte
lijk examen heeft afgelegd en ƒ2,- als
"*illeen schriftelijk examen is/gedaan.
De tien jaar oude koffers van de war
me maaltijdvoorziening zijn aan ver
vanging toe. Oosterschelde thuiszorg
wil voor 66.307 gulden 400 nieuwe,
gele cassettes aanschaffen. De ge
meente zou daarvan 38.317 gulden
moeten subsidiëren, zo blijkt uit een
voorstel van b. en w. aan de raads
commissie algemeen bestuur en wel
zijn. Het college staat er positief te
genover, want er is al twee jaar langer
dan de overeengekomen afschrij
vingstermijn met de transportkoffer
tjes gewerkt. Op basis van gemeente
lijke besluitvorming is de thuiszorg
slechts op bescheiden wijze in staat
geweest om te reserveren voor ver
nieuwing. Daarom willen b. en w. nu
het verzoek voor honderd procent in
willigen. Het geld ervoor is er dank
zij het feit dat de voor de stichting
Welzijn voor Ouderen geraamde be
dragen door de verminderde activi
teiten toch niet gebruikt worden. De
warme maaltijdvoorziening telt 170
deelnemers die vanuit Ten Anker in
Tholen of de Schutse in Sint-Anna-
land van aardappelen, groenten en
vlees worden voorzien. Wanneer de
chauffeur de volle cassette brengt,
neemt hij de lege mee terug, zodat er
minimaal twee per klant nodig zijn.
Voor Sint-Philipsland zelfs drie om
dat het anders teveel kost om die
weer terug te brengen naar de keuken
(de derde koffer blijft bij de bezor
ger). Met nog wat reserve zijn er
daarom 400 koffers nodig. Een werk
groep heeft drie nieuwe types gepro
beerd. Onder meer een koffer met
stenen in plaats van stalen bakjes,
maar die zijn bij de klanten, bezor
gers en de keukens toch niet bevallen,
vertelt Bets Gaakeer van Ooster
schelde thuiszorg. Daarom wordt het
bestaande type koffertje met stalen
bakjes gehandhaafd.
Met ingang van deze week is het aan
tal veildagen in Sint-Annaland terug
gebracht van vijf naar twee. Mede
door de tropische temperaturen liep
de aanvoer van aardappelen donder
dag en vrijdag sterk terug. Flinke re-
gen- en onweersbuien op zondag
avond maakten het rooien maandag
ochtend onmogelijk, zodat het goed
uitpakte dat de veilingklok die dag
niet draaide. Dinsdag gebeurde dat
weer wel bij een aanvoer van 155 ton.
Dinsdag 28 augustus: Doré 38-40,
Gloria 28, Frieslander 38-41, Nicola
42-45, Eigenheimer 38-42, Bintje 31,
Bildtstar 37-39, bonken 50-70, drie
lingen 4-13. kriel 40-56, aanvoer 155
ton. 4