Van Lethbridge naar Lenteplein in je geboortedorp Scherpenisse Nationaal park wil helderheid gemeente over 't Lamsoortje Afscheid oude Oosterscheldeschool met veiling schoolspullen en reünie Stienkpit Ingezworen Nieuwe koffers voor maaltijden Aardappelveiling neemt gas terug Donderdag 30 augustus 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 „Daar stonden de paarden, hier werden de varkens ge voerd en daar stonden drie koeien. En door die deur ging de wagen naar binnen." Leen Jansens uit Winnipeg in Canada weet het nog precies. Hij staat weer op zijn ge boortegrond aan het Lenteplein in Scherpenisse voor de schuur waar zijn vader beesten hield. Zijn bezoek aan Nederland zit er weer bijna op. Jansens emigreerde in 1958 naar Canada. En het was alweer 25 jaar geleden.dat hij in ons land was. Maar niet eerder waren de verande ringen hier hem zo opgevallen als tijdens dit bezoek, zegt de 82-jarige emigrant. Beschadigd Emigrant Leen Jansens uit Canada na kwart eeuw weer even op Tholen Nieuwe leden Zoet water Familiebezoek Stoofstraat Drempels Wethouder R. Ravensteijn moet maandag in het dage lijks bestuur van het overlegorgaan nationaal park in op richting Oosterschelde duidelijk maken, hoe de gemeen te Tholen de toekomst van het multifunctioneel centrum (mfc) in Sint-Maartensdijk ziet. Dit in verband met de nog niet betaalde subsidie van 100.000 gulden voor dat mfc bij kinderboerderij 't Lamsoortje bij camping de Muie in Sint-Maartensdijk. Het gebouw wordt zaterdag morgen officieel geopend door de burgemeester en aan sluitend is er een open dag. Bruine kiekendief Half miljoen Half september verhuizing basisschool Scherpenisse en oktober opening Ongeveer 45 jaar nadat ze in gebruik is genomen, wordt de Oosterscheldeschool aan de Laban Deurloostraat in Scherpenisse opgedoekt. Op woensdag 12 september krijgen de leerlingen voor het eerst les in de nieuwbouw bij de watertoren. Drie dagen later is de oude school nog het decor voor een dag vol activiteiten en een reünie, een initiatief van de medezeggenschaps- en de ouderraad en het onderwijsteam. Op de reünie wordt door veel oud leerlingen van de school - van alle leeftijden - enthou siast gereageerd, vertellen Coby van der Werff en Jan van Gorsel van het organisatiecomité. Scarpenesse Zijn broer Job Jansens (69) uit Tho- len haalde hem twee weken geleden op van Schiphol. Onderweg keek de Canadese Jansens zijn ogen uit: „Soms moest ik vragen: waar zijn we nou? Het was onherkenbaar. Er is zoveel gebouwd. De wegen zijn uit gebreid. maar ook de industrieterrei nen, de steden en ook de kleine dor pen. Dat was overweldigend. Wat jullie hier in zo'n klein landje met bijna 16 miljoen mensen presteren, daar neem ik mijn petje voor af." Leven we nu in een hoogconjuctuur. eind jaren vijftig was dat geheel niet het geval. Jansens weet er alles van. Er was weinig werk, de werkloos heid was hoog en de regering had volgens Jansens zelfs niet voldoende geld om sommige wegenbouwpro jecten af te maken. Hij woonde toen in Nieuwerkerk aan den IJssel: „Ik weet nog dat ze het werk aan de gro te weg tussen Rotterdam en Utrecht hebben stilgelegd. Het viaduct waar ze toen mee bezig waren, bleef ge woon liggen." Emigratie naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland werd toen door de overheid gestimuleerd. Jansens was aanvankelijk molenaar, maar werkte later als vrachtrijder in een meelfa briek om grondstoffen bij klanten te brengen. „Ik kon niet meer tegen het werken in het stof en zag toen hier in Nederland geen kans om hogerop te komen. Ook voor mijn drie zonen van 10, 8 en 3 jaar niet. Mijn vrouw had al twee broers in Canada. Ik heb toen haar overgehaald om ook te gaan emigreren." Jansens deed dat via de Christelijke Emigratie Centrale (CEC) in Den Haag waar hij zich op 1 februari 1958 aanmeldde. Het adres staat hem nog helder voor de geest. Ook de data die van belang waren om al les voor het vertrek in orde te maken. Zo leverde hij op 4 februari het in schrijfformulier in. En werd het ge zin Jahsens op 10 april in de Canade- Bij de voormalige drinkput op het Lenteplein in Scherpenisse gaan de gedachten weer naar vroeger. „Vanaf deze kant lie pen de beesten de put in om te drinken. Ik heb er 's winters als kind op gespeeld als hij was dichtgevroren. Het hek was altijd kapot. Dat ze hem nu op een of andere manier willen besehermen, is natuur lijk goed. Maar ik zou hem niet meer openmaken. Het was altijd een stienkpit, hoor. Ik heb er eens iemand in zien val len, een vrouw die zich vast wilde houden aan een paaltje om af te stappen. Dat paaltje brak." se ambassade medisch gekeurd. Twee dagen later lag er al een brief op de deurmat met de vertrekdatum: 21 mei vanuit Rotterdam via de Hol- land-Amerikalijn met ms De Grote Beer. „We moesten voor 31 oktober vertrekken. Als dat niet ging, moes ten we alles weer opnieuw doorlo pen." Het schip dat de oversteek maakte, was maar voor de helft gevuld met passagiers. „Het schip had niet zo'n goede reuk. Het had een keer een ongeluk gehad. Was beschadigd en weer gerepareerd, maar voldeed toch minder goed dan voorheen. Ve le emigranten zagen ervanaf met dit schip te reizen en zeiden dan liever te wachten tot de Waterman of de Zuiderkruis voer." Het was Jansens aangeraden om maar een hut te hu ren, omdat het met de drie kinderen op een van de grote slaapzalen wel licht te onrustig zou zijn. De over tocht verliep voorspoedig, al moest De Grote Beer op de Atlantische Oceaan twee dagen een storm door staan. Jansens schudt nu nog met zijn hoofd als hij eraan terugdenkt. „We vertrokken op woensdag om vier uur 's middags en kwamen de week daarop, op donderdag om ze ven uur 's morgens, aan in Halifax in Nova Scotia." De stewards aan boord hielpen de nieuwkomers met hun bagage en kisten huisraad door de douane heen. „Die spraken allemaal Engels. Ik had ook al wat Engels geleerd, maar toen ze vroegen of ik ook een naaimachine bij me had, wist ik niet wat ze bedoelden. Maar we kwamen er goed doorheen." De eindbestem ming voor het gezin was Lethbridge in Alberta, in het westen van het im mense land, tussen British Colum bia en Saskatchewan. Lethbrigde ligt in het meest westelijke deel van Alberta op ongeveer 100 kilometer van de grens met de Verenigde Sta ten en zo'n 300 kilometer ten zuiden van Calgary, bekend van de Olympi sche winterspelen. Alberta is samen met Manitoba en Saskatchewan een uitgestrekt prairiegebied met veel landbouw en veeteelt. „Ik woon in een landbouwgebied met veel graan en suikerbieten. De grond is er nogal hard, de opbrengsten zijn er niet zo hoog als hier. Ten zuiden van Leth brigde is weinig landbouw, maar wel veeteelt. Er lopen nog kuddes mestvee die met cowboy en paard worden samengedreven. Ongeveer 80 kilometer noordoostelijk van Lethbridge verbouwen ze veel aard appelen. En ten zuidoosten daarvan veel bonen en zonnebloemen." Vanuit Halifax ging de reis verder met de trein: vier dagen en vier nachten. Met één overstap in Mont- Leen Jansens bezocht het Lenteplein waar hij 82 jaar geleden werd geboren en haalde herinneringen aan vroeger tijden op. real duurde die tocht in totaal 95 uren. „Dan krijg je een klein beetje indruk van hoe groot dat land is." De kinderen vermaakten zich, zegt Jansens. „Die fantaseerden in Ne derland al wat ze daar allemaal zou den kunnen doen. We hadden hier maar een klein tuintje, maar daar in Canada zouden ze bomen om kun nen hakken en putten graven, zeiden ze." De kerk speelde een belangrijke rol bij de emigratie. Via de CEC was de Hervormde kerk in Nieuwerkerk op de hoogte gebracht van Jansens voorgenomen vertrek. „Dominee Van Dijk van onze kerk wist al dat we weg zouden gaan. Via het kan toor in Ontario is toen de Reformed Church of America ingeschakeld en die sturen dan weer bericht naar de kerk in de plaats waar je naartoe gaat. In ons geval in Lethbridge. De dominee van die kerk stuurde ons weer een Brief dat we met open ar men zouden worden ontvangen. Zij waren blij met onze komst, want dan hadden ze er ook weer nieuwe leden bij." Jansens stuurde een telegram dat ze eraan kwamen. Op het station in Letbridge werd het gezin opgewacht door een ouderling met een auto. „Die bracht ons weer onder bij een Hollands echtpaar. Daar bleven we een week. Daarna konden we in een huisje." In deze week werd ook al meteen naar werk gezocht. „Een van de zonen van een diaken nam me mee. We reden door heel de stad en waren al op vijftien plekken ge weest. Niemand had werk voor me. Toen zijn we maar even koffie gaan drinken en we zouden het de vol gende dag weer proberen. De jon gen zei dat hij op weg naar huis nog één adresje had. Toen we daar kwa men had de baas net iemand "inge huurd, maar die wilde hij toch niet nemen omdat hij te lui was. Hij zei tegen me: als je werken wilt, dan kun je morgen komen voor 1 dollar per uur en voor een week. Als je in die tussentijd wat anders kunt vin den, neem dat dan aan. Maar ik ben er 27 jaar gebleven." Toen Jansen bij Olivar Industrial Supply werd aangenomen, was hij nummer 23. Toen hij in in 1985 met pensioen ging, had het bedrijf twaalf vestigingen in heel Canada met meer dan 500 personeelsleden. Het bedrijf verkoopt sproei-installaties, pompen, drijfriemen, kogellagers, irrigatiebuizen en andere benodigd heden voor de landbouw. Het bere genen van akkerland heeft er een ho ge vlucht genomen. „De installaties zijn duur. Ze kosten 70.000 dollar maar kunnen een groot gebied be slaan. Op verschillende punten kan de installatie op ondergrondse lei dingen worden aangesloten." Op Tholen zoekt de landbouw ook naar mogelijkheden om beter ge bruik te maken van zoet water, uit het Zoommeer. Jansens beseft dat het vooral voor de 'gevoelige teel ten' zoals groenten van belang is 'om te zorgen dat er in korte tijd goed ge oogst kan worden. Maar hij beseft ook dat de investeringen voor boeren hoog zijn terwijl de te beregenen op pervlakte in verhouding tot de opper vlakte in Canada, klein is. „Terwijl zo'n installatie even duur blijft." Hij vraagt zich ook af of er hier wel voldoende zoet water beschikbaar is. Het Zoommmeer lijkt wat dat betreft onuitputtelijk, in Canada zijn de boe ren afhankelijk van het smelwater uit de bergen. „Dit jaar heeft het er wei nig gesneeuwd. Er is heel weinig af voer van bergwater. Bovendien heeft het dit voorjaar niet geregend. Men sen die het water goed kunnen ge bruiken, zijn gerantsoeneerd. Alleen op kritieke momenten mogen ze het gebruiken." Volgens Jansens zijn door de droogte en de hitte veel van de gewassen verbrand. „Het graan is wel opgekomen, maar staat niet ho ger dan 15 centimeter. Als je als boer niks anders hebt, dan wordt het moeilijk. De broer van mijn schoon dochter heeft er ook een kippenmes- terij bij. Die levert om de zes weken 65.000 kippen af. Die redt het wel, maar veeboeren hebben het ook moeilijk als het vee onvoldoende kan grazen omdat er te weinig gras is door de droogte." Emigrant in Nederland, immigrant in Canada. Om de kans van slagen in het nieuwe land te vergroten, had Jansens van tevoren gevraagd naar welk gebied hij het beste zou kunnen gaan. „Er was me toen gezegd dat we naar Alberta moesten gaan. De broers van mijn vrouw woonden oostelijker, in Ontario. Daar had mijn vrouw ook graag naar toe ge wild. Maar in 1962 toen ik een auto kon kopen, zijn we er naartoe gere den. Met de hele familie en een tent om onderweg te overnachten. Toen we er geweest waren, zei ze dat het op de 'prairies' toch beter was." Het huisje waar de familie in 1958 in trok, lag buiten de stad. Er lag een groot stuk land omheen waar 'de jongens erg van hebben genoten.' Maar de wc stond buiten en er was geen stromend water. Het water werd drie keer per week gebracht met een tankwagen en opgvangen in een gegalvaniseerd vat van 350 liter. Dat vat stond ook buiten. „In de win ter vroor het water vast. Dan moest je het met een bijl loshakken. Maar ik heb ook wel eens een gat in het vat gekapt. Later hebben we de ton bin nengezet." Om het binnen warm te krijgen, stookte Jansens kolen. Als het erg koud was ook nog een olieka chel want het kan er 's winters 20 graden vriezen. Na drie jaar betrok het gezin een huurhuis in de stad. Met een kachel op aardgas, de wc binnen en een badkamer. Zestien jaar bleef het ge zin er wonen, om daarna weer naar een ander huis te verhuizen. „Dat was een heel mooi huis. Maar er was veel te doen aan het buitenwerk. We hebben er achttien jaar gewoond en het toen verkocht." Jansens bewoont nu een seniorenappartement. Vorig jaar overleed zijn vrouw. Zijn drie zonen zijn volgens hem goed te rechtgekomen, maar slechts eentje spreekt er nog vlot Nederlands. De oudste, die met een 'Hollands meis je' is getrouwd. Het korte bezoek aan Nederland is vooral een familiebezoek. Jansens kwam al eerder: in 1965, 1975 en 1976. „Mijn vrouw en ik komen al lebei uit grote huishoudens. Bij ons waren we met zijn twaalven, bij mijn vrouw thuis met zijn tienen. Als je ouders sterven, wordt de band met Nederland minder. Later kregen we met ongevallen te maken en werd mijn vrouw ongeneeslijk ziek. Ik heb haar drie jaar, van 1997 tot 2000, verzorgd. Dan kom je nergens meer. Ik heb hier alleen nog broers en schoonzussen, die ik allemaal be zoek. Nevelt en nichtjes moeten er niet op rekenen dat ik op de thee kom, want ik heb maar veertien da gen." Op aandringen van zijn schoondoch ter is Jansens naar het reisbureau ge stapt om naar Nederland te gaan. „Het is toch nog onverwacht ge beurd. Ze zei: Nu moet je het doen, nu kun je het nog. Er was een toestel van Martinair voor 272 passagiers. Er waren nog twee stoelen vrij. Dan is eF eentje verkocht, zei ik." Met zo'n grote familie betekent dat toch een strak bezoekschema. Zijn broer Job bracht hem op 15 adressen door heel Nederland. „We deden twee fa milies per dag. 's Ochtends eentje en 's middags eentje." Ze combineerden Wemeldinge en Nieuwerkerk, gin gen naar Poortvliet, naar Leerbroek en Andel, bezochten een familielid in Geldermalsen waar ook iemand uit Kesteren naar toe kwam, reden naar Ameide en Asperen. De langste rit was naar Sneek en dan terug via Dinxperloo, zo'n 650 kilometer. Jansens onderhoudt ook vanuit Ca nada nog contact met zijn geboorte dorp Scherpenisse. Hij klikt via in ternet de website van Kees Kleppe uit Scherpenisse aan die allerlei fei ten en foto's van het dorp verzamelt en op zijn site plaatst. „Een foto van het Lentestraatje waar ik ben gebo ren staat ook op het internet. Mijn zoon correspondeert via internet met een neef in Vlissingen en ik kijk ook af en toe naar de homepage van de Eendrachtbode en de PZC." Jansens woonde van 1918 tot 1930 in Scherpenisse. Toen is het gezin verhuisd naar Alphen aan den Rijn waar zijn vader een melkwinkel be gon. Maar hij had zo'n heimwee naar Tholen dat hij er ongeveer an derhalf jaar later weer terugkeerde. Ze kwamen op de Deehoeve te wo nen, maar na acht maanden nam Jansens senior de boerderij over van Adriaan Luyck aan de Stoof straat in Poortvliet (nu Coppoolse). Tijdens de evacuatie in 1944 ging Leen naar Leerbroek (bij Leerdam) waar zijn oudste zuster woonde die getrouwd was met een boer. Daar leerde Leen zijn vrouw kennen. „Ik ben daar in de buurt blijven han gen." Zo woonde hij in Maasdam en Nieuwerkerk aan den IJssel, en in Leerbroek. Van heimwee heeft hij nooit last gehad in Canada, zegt hij. „Als ik een bed heb om te sla pen en ik kan mijn brood verdie nen, vind ik het overal goed." Die instelling bracht hem naar Canada. Eenmaal terug in Nederland is Jan sens verbaasd over de veranderin gen. „Zoveel mensen, bijna alle maal werk. Alles goed onderhouden. Het is een hele pres tatie. Ik moet aan een uitspraak van koningin Emma denken. Dat was een wijs vrouwtje: We willen groot zijn in alles waarin een klein volk groot kan zijn. Dat heb ik hier nu gezien. Dat heeft ze niet voor niks gezegd." Wat hem verder opvalt zijn de vele verkeersmaatregelen op de wegen en in de straten. „Er staan overal versperringen: paaltjes, betonnen randen en drempels. De straten zijn hier al zo smal. Ik weet niet of dit wel de juiste oplossing is. Maar ja, ik verdiep me er verder maar niet in, want woensdag ben ik weer weg." Jansens denkt er niet over om voor goed terug te komen naar Neder land. „Nee, ik ben daar ingeburgerd en mijn kinderen wonen er. Ik heb er negen kleinkinderen en een ach terkleinkind." Via zijn zoon Leo ontmoette Jansens onlangs in Win nipeg ook een andere immigrant met Thoolse voorouders. „Ik heb daar een middag gesproken met Jan de Viet uit New Westminster. Zijn familie komt uit Sint-Maartensdijk. Zijn zoon Lenny en mijn zoon zijn in Winnipeg lid van dezelfde kerk. Jan de Viet kwam er op bezoek en vertelde me dat hij in het voorjaar op Tholen was geweest. Ik moet zeggen dat ik de naam De Viet hele maal niet kende, terwijl ik als jon gen toch bijna iedere zaterdagavond op Smurdiek kwam." Jansens heeft een dubbele na tionaliteit. Toen hij in Canada arriveerde kreeg hij de status van Tanded-emigrant'. „Dat betekende onder meer dat ze je nooit het land uit zouden zet ten als je werkloos zou wor den. Na vijf jaar kon je de Ca nadese nationaliteit aanvragen. Nu is dat na driejaar. Dat heb ben we gedaan. Er volgt dan een soort ceremonie; je wordt als Canadees staatsburger in gezworen. Dat was in 1963. Maar je behoudt ook het Ne derlanderschap. De kinderen en kleinkinderen ook. Tot ze achttien zijn. Dan mogen ze kiezen.' „De gemeente moet zich verant woordelijk weten voor dit gebouw. Daarvoor moeten positieve signalen afgegeven worden", zegt secretaris mr. F.M.M. van Pelt van het overleg orgaan. Dat orgaan had twee eisen gesteld aan het platform leefbaar platteland Tholen. Ten eerste een professionele begeleider voor het multifunctionele centrum en ten tweede een duidelijk toekomstper spectief met een beleid waarin de continuïteit van het mfc is gewaar borgd. Aan de eerste voorwaarde is inmiddels voldaan doör het aantrek ken van oud-leraar H. Venekamp uit Tholen als begeleider van het mfc. „Over het ingediende toekomstper spectief hebben wij echter wat op merkingen", zegt Van Pelt. „Over de continuïteit willen we inhoude lijk meer horen van de wethouder, maar ons streven is om het tot tevre denheid van een ieder op te lossen." Volgens Ravensteijn is de eenmalige bijdrage van 25.000 gulden van de gemeente een bewijs dat die positief staat tegenover het mfc. „Het is een goed initiatief, maar de gemeente wil niet teveel risico lopen. We trek ken niet opnieuw onze portemon nee, maar in de raadscommissie hebben verschillende fracties duide lijk gemaakt dat de gemeente het mfc als private aangelegenheid on dersteunt. Overigens heeft het natio naal park de oorspronkelijke eisen aan het mfc ook bijgesteld", zegt wethouder Ravensteijn. Met de onthulling van een naam bord opent burgemeester W. Nuis zaterdagmorgen om 10.50 uur het mfc officieel, en een half uur later verricht hij in het gebouw de ope ning van de door Venekamp ge maakte foto-expositie over de bruine kiekendief. Van j4en tot vijf uur is iedereen wel kom om een kijkje te komen nemen in het gebouw, maar zeker ook bij de kinderboerderij en de heemtuin. De hele dag door zijn er demonstraties met jachthonden (o.a. Engelse sprin ger spaniels en pups), 's Middags zijn er optredens van het Smalstads mannenkoor (14 u.), de Small Town Line Dancers (14.30 u.), de Lamsöören (15 u.) en Euterpe (16 u.). Dat gebeurt allemaal binnen, om de dieren niet te verstoren. Het Eer ste Zeeuwse Jachthoornkorps zet de officiële opening muzikaal luister bij. De bouw van het mfc, een initiatief van het platform leelbaar platteland Tholen en inmiddels ondergebracht in de stichting Scaldis Naturalis, heeft twee jaar in beslag genomen en vergde 550.000 gulden. Dit geld is voor het grootste deel via subsi dies en uit sponsoring verkregen. Verder kreeg men schenkingen en staken veel vrijwilligers een handje toe. Het gebouw dient als onderkomen voor de dagopvang van Het Gors en stichting De Schutse. De bedoeling is dat er in de toekomst ook lichame lijk gehandicapten en cliënten van Emergis komen te werken, aldus se cretaris E. Frigge-Hogesteeger van het platform. Daarnaast is er de edu catieve functie, als informatiecen trum over het nationaal park Ooster schelde en plek voor het geven van natuuronderricht aan de inwoners (zoals schoolklassen). Naast het na tionaal park geven Staatsbosbeheer, het Zeeuws biologisch museum, wa terschap Zeeuwse Eilanden en de politie voorlichting in het gebouw. In de expositieruimte worden wissel tentoonstellingen gepland. Ook is daar een winkeltje waarin de cliënten van de dagopvang zelfgemaakte spulletjes verkopen. f Een aantal van de mensen die een feestelijke dag voorbereiden op de Oosterscheldeschool, v.l.n.r. Doppie den Braber, Johan van de Velde, Jan van Gorsel, Coby van der Werff, Rianne Goedegebiaire en Yvonne van Casand. Wie een souvenir of een tastbare herinnering aan de oude basisschool wil bemachtigen, moet zaterdag 15 september zeker naar Scherpenisse komen. Er wordt namelijk vanafles verkocht: van de gordijnen en kjtp- stokhaken tot oude boekjes, land kaarten en foto's toe. Het meeste bij inschrijving, maar de waardevollere zaken worden bij opbod geveild. De opbrengst is bedoeld om nieuwe speeltoestellen te kopep,. „Een klim- rek staat bovenaan het lijstje van het team", zegt Coby v.d. Werff. Tij dens het gesprek gaat de telefoon en weer meldt zich iemand voor de reünie. Jan van Gorsel noteert de naam. „Want veel mensen die infor meren, willen weten of die en die ook komt." Hij laat een grote poster zien die speciaal is gemaakt om de dag onder de aandacht te brengen van oud-leerlingen. Ook oud-leer krachten worden benaderd. De feestelijke dag in en om de oude school staat in het teken van gezel ligheid en ontmoeting, maar ook van actie. Ze staat bol van de activi teiten. Na de opening om drie uur 's middags is er eerst aandacht voor het zilveren onderwijsjubileum van juf Wil Potter. Tot vijf uur kunnen de kinderen zich laten schminken, terwijl vanaf kwart voor vier inge schreven kan worden voor het ko pen van spullen van de school. Om kwart over vijf begint de verkoop en de veiling is om zes uur gepland. „Op zolder lagen een heleboel oude materialen, foto's en dia's en we vinden dat die het beste terecht kun nen komen bij mensen die er iets aan hebben", zegt Van Gorsel. Een sponsorloop is er die zaterdag middag ook: om vier uur voor de huidige leerlingen en om acht uur voor 'de leerlingen van toen' (zij kunnen zich aanmelden voor deel name bij Trudie Stoutjesdijk 662674 of Coby v.d. Werff 662588). Tussen half vijf en half acht rijdt er een huifkar van de oude naar de nieuwe school. Iedereen kan mee rijden en het nieuwe schoolgebouw bezichtigen. Dan is er ook nog een touwtrekwedstrijd, om zeven uur, waarvoor jong en oud zich kan op geven. In één van de lokalen is een foto-expositie ingericht. Klassefo to's en beelden van schoolactivitei ten zijn daar te zien. Ook zijn er fo to's te koop en (groepjes) mensen kunnen zich laten fotograferen. Er is een rommelmarkt, een grabbel ton, zaklopen, 'folklore-mikken' (een variant op blikgooien), snoep- zakken voor de jeud. De organisatie rekent op goed weer en richt een terras in, waar een hapje en een drankje genuttigd kunnen worden. Om de sfeer te verhogen is er mu ziek. In 1956 verhuisde de openbare la gere school in Scherpenisse van de Schoolstraat naar de Laban Deur loostraat. Op 20 december 1957 was de officiële opening van het ge bouw, waarin ook de christelijke school onderdak vond. Mevrouw Van der Slikke-Minderhoud - bij ie dereen in het dorp bekend als juf frouw Minderhoud - was toen schoolhoofd, juf Van de Velde en meester Duijnhouwer de andere leerkrachten. De oude school deed naderhand nog dienst als onderko men voor verenigingen en de bibli otheek. Jeugdvereniging Scarpenes se was de laatste gebruiker en in 1984 viel het gebouw in de School straat ten prooi aan de slopersha mer. Zijn naam kreeg de Ooster scheldeschool begin jaren zeventig, in de tijd dat er werd gepraat over het afsluiten of openhouden van de Oosterschelde. De kleuters zaten al die jaren apart. Eerst in een ge bouwtje op het terrein van de sport club aan de Langeweg (met juf An neke als leidster), en rond 1975 werd aan de Wilhelminastraat de Blokkendoos gebouwd. Uiteindelijk kwam het tot een basisschool onder één dak. In verband met de verhuizing naar de nieuwbouw hebben de kinderen van de Oosterscheldeschool op 10 en 11 september geen les. Op woensdag 12 september gaan ze op hun nieuwe stek aan de slag. Ook de Groen van Prinstererschool en peuterspeelzaal de Scarpejaantjes verhuizen naar het voormalige ter rein van de gemeentewerkplaats, waar ieder een eigen gebouw heeft. De officiële opening van de nieuwe scholen is op 3 oktober. Verkeersexamen. Tholen krijgt een bijdrage van het regionaal orgaan ver keersveiligheid in de kosten van het verkeersexamen voor 359 kinderen. Er wordt 3,50 betaald als een leer ling zowel het praktisch als schrifte lijk examen heeft afgelegd en ƒ2,- als "*illeen schriftelijk examen is/gedaan. De tien jaar oude koffers van de war me maaltijdvoorziening zijn aan ver vanging toe. Oosterschelde thuiszorg wil voor 66.307 gulden 400 nieuwe, gele cassettes aanschaffen. De ge meente zou daarvan 38.317 gulden moeten subsidiëren, zo blijkt uit een voorstel van b. en w. aan de raads commissie algemeen bestuur en wel zijn. Het college staat er positief te genover, want er is al twee jaar langer dan de overeengekomen afschrij vingstermijn met de transportkoffer tjes gewerkt. Op basis van gemeente lijke besluitvorming is de thuiszorg slechts op bescheiden wijze in staat geweest om te reserveren voor ver nieuwing. Daarom willen b. en w. nu het verzoek voor honderd procent in willigen. Het geld ervoor is er dank zij het feit dat de voor de stichting Welzijn voor Ouderen geraamde be dragen door de verminderde activi teiten toch niet gebruikt worden. De warme maaltijdvoorziening telt 170 deelnemers die vanuit Ten Anker in Tholen of de Schutse in Sint-Anna- land van aardappelen, groenten en vlees worden voorzien. Wanneer de chauffeur de volle cassette brengt, neemt hij de lege mee terug, zodat er minimaal twee per klant nodig zijn. Voor Sint-Philipsland zelfs drie om dat het anders teveel kost om die weer terug te brengen naar de keuken (de derde koffer blijft bij de bezor ger). Met nog wat reserve zijn er daarom 400 koffers nodig. Een werk groep heeft drie nieuwe types gepro beerd. Onder meer een koffer met stenen in plaats van stalen bakjes, maar die zijn bij de klanten, bezor gers en de keukens toch niet bevallen, vertelt Bets Gaakeer van Ooster schelde thuiszorg. Daarom wordt het bestaande type koffertje met stalen bakjes gehandhaafd. Met ingang van deze week is het aan tal veildagen in Sint-Annaland terug gebracht van vijf naar twee. Mede door de tropische temperaturen liep de aanvoer van aardappelen donder dag en vrijdag sterk terug. Flinke re- gen- en onweersbuien op zondag avond maakten het rooien maandag ochtend onmogelijk, zodat het goed uitpakte dat de veilingklok die dag niet draaide. Dinsdag gebeurde dat weer wel bij een aanvoer van 155 ton. Dinsdag 28 augustus: Doré 38-40, Gloria 28, Frieslander 38-41, Nicola 42-45, Eigenheimer 38-42, Bintje 31, Bildtstar 37-39, bonken 50-70, drie lingen 4-13. kriel 40-56, aanvoer 155 ton. 4

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 3