Scherpenissepolder op de schop,
ruimte voor ganzen en grazers
Verburgh
Negen kilometer kastanjepalen
voor afrasteren natuurgebied
Amsterdammers
waarderen boeren
Kleilaag
Runderen
Donderdag 2 augustus 2001
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
7
De Gatweg en de Schoondorpseweg in het natuuront
wikkelingsgebied Scherpenisse worden afgesloten, maar
ze blijven voor een groot deel wel liggen. Het is te duur
om de ruim 2,5 kilometer lange wegen helemaal weg te
graven. De sloten naast de wegen worden gedempt. Ver
wacht wordt dat er na een jaar niets meer van de wegen
te zien zal zijn als de natuur er de vrije hand heeft gekre
gen. Het waterpeil in het gebied wordt aanzienlijk ver
hoogd. Boeren in de buurt vrezen voor kwelwater in hun
akkers, maar door het gescheiden afvoeren van het water
uit het gebied wordt geprobeerd dit tegen te gaan. In het
terrein aan de zuidkust van Tholen blijven vier boerderij
en en een burgerwoning liggen. Het gebied is voor een
deel bedoeld voor de opvang van ganzen, maar ook an
dere vogels voelen er zich thuis. De eerste kemphanen
zijn er al waargenomen. En er komen ook runderen.
Kruising
Gatweg en Schoondorpseweg gaan dichtmaar blijven deels liggen
Bezwaar
In de plomp
b.if.
Antwerpsestraat 12 - 14 - 16
4611 AG Bergen op Zoom
tel. 0164 - 237940 Fax 245360
specialisten in
- Computers, netwerken, systemen op maat.
- Hi-end audio, speciale luisterruimte].
- Beeld en geluidsystemen door heel uw huis.
- Eigen technische dienst en service afdeling
Weterings Groenvoorzieningen Oud-Vossemeer is een van
de onderaannemers die aan het natuurontwikkelingsge
bied in de Scherpenissepolder werken. Frank Weterings is
samen met Toon Havermans bezig om palen te slaan voor
de omheining van het 180 ha. grote gebied. Het is de be
doeling dat er straks rundvee gaat grazen. Daarom moet er
een afrastering komen. Over een totale lengte van negen
kilometer. Van Tuttelhoek tot Schelphoek.
Fietsers
Klaas van Steeland
Nieuwe kansen landelijk gebied
Geen popconcerten
Wie nu het gebied binnenrijdt, grondwerk, 2. het aanbrengen van
maakt kans opgewacht te worden
door de kluut. Met zijn lange poten
hangt de sierlijke vogel luidt roe
pend in de wind boven de bezoeker.
Om hem op afstand te houden. De
kluut nestelt graag op vlak en
schaars begroeid terrein aan ondie
pe waterplassen. Dat biedt deze pol
der ruimschoots en in toenemende
mate.
Maar ook de opgeworpen wallen en
de vers gegraven brede watergangen
langs de grens van het gebied vallen
op. Ze bakenen het terrein af. De
aarde van deze kades is op sommige
plaatsen zwart: veen dat uit het ge
bied is gegraven en hier is opgewor
pen. Hier en daar steekt er een oran
je draineerbuisje uit. Sporen uit een
recent verleden.
De Scherpenissepolder is een
veengebied en heeft altijd al
last gehad van verzilting. Vol
gens vice-voorzitter E. Hage
van de landinrichtingscom
missie is het bedrijfsecono
misch gezien een moeilijk ge
bied geweest. „Er zijn plekken
waar je gewoon wegzakte met
je machines. Er ligt maar een
dunne kleilaag op het veen
waardoor je groeikracht voor
de gewassen mist. De grond is
ook te slap. En je hebt hier te
maken met een hoog waterpeil
en verzilting. Er komen onge
looflijke zoutplekken voor. Bij
eb en vloed kun je het grond
waterpeil zien stijgen."
Volgens Hage was het gebied
wel geschikt voor begrazing.
Een groot deel was weiland.
Alleen van de noordkant is ak
kerland gemaakt. „En alleen
omdat de machines nu over
bredere banden beschikken is
het goed te bewerken."
Op de vruchtbare delen in het
noordwestelijk deel is landbouw
grond afgegraven. Hier bloeit de
wilde kamille weelderig. De plas
sen in het gebied zijn met graafma
chines een stuk groter gemaakt, er
zijn ook nieuwe bijgekomen. Vele
sloten tussen de percelen zijn ge
dempt. Een gebied volop in veran
dering.
De eerste fase is bijna afgerond,
vertellen C.M. de Jonge en vice-
voorzitter E. Hage van de landin
richtingscommissie Poortvliet. De
Jonge is medewerkster inrichting
van de dienst landelijk gebied
(DLG) uit Goes. Het bestek bestaat
namelijk uit drie onderdelen: 1. het
kunstwerken zoals een gemaaltje,
duikers en stuwen en 3. het afwer
ken van het project. Totale kosten
ongeveer twee miljoen gulden.
Het ontgraven van het gebied, het
dempen van sloten en het oprichten
van de wallen is nagenoeg klaar. De
Jonge: „De kades zijn aangelegd
om in geval van calamiteiten water
vast te kunnen houden, zoals bij
zware regenval. Dan wordt er eerst
voorrang gegeven aan de afvoer van
het water uit de landbouw." Gemid
deld wordt het peil er 70 centimeter
onder NAP.
De tweede fase is het aanleggen van
kunstwerken. Het kwelwater uit het
Boezem- en Botgat zal door een ge-
maaltje in de dijksloot opgepompt
worden zodat het brakke water via
een stalen duiker in het natuurge
bied loopt. „Vanuit de natuur uit ge
zien is dat waardevol. In Nederland
en Europa zijn zulke gebieden met
brak water vrij zeldzaam. De land
bouw heeft alleen maar last van
kwelwater. Het wordt straks via een
natuurlijk verloop afgevoerd naar
de watergang langs de Kruijten-
burgsedijk. Vandaaruit gaat het naar
het gemaal de Loohoek." De land
bouw heeft er dan geen last meer
van, zegt De Jonge. Voorheen liep
het brakke water in de sloten rond
het gebied. In de buurt van de boer
derij van de familie Van der Zwan
komt een duiker die al dit water
moet verwerken.
Onder de Platteweg komt een 'dui
kerkruising', legt ze uit. Twee bui
zen die het brakke water uit het na
tuurgebied van het zuidwestelijke
deel naar het zuidoostelijke deel
voeren en daaronder een buis voor
het water uit het landbouwgebied.
Verder worden er stuwen geplaatst
waarmee de waterstand op een be
paald peil kan worden gehouden.
„Het waterschap kan altijd ingrij
pen."
Vooral het aanbrengen van de dui
ker in de Kruytenburgsedijk is een
ingrijpend karwei omdat het werk
plaatsvindt in een periode dat er niet
in de dijk mag worden gegraven,
het zogenaamde stormseizoen dat
loopt van 15 oktober tot 15 maart.
„Het is een waterkerende dijk. De
buizen moeten er ingebracht wor
den door middel van doorpersing.
In het talud van de dijk aan de oost
kant wordt wel een gat gegraven,
maar daarvoor moeten we aan de
andere kant van de dijk een stalen
wand plaatsen."
De aanbesteding van dit werk ge
beurt op 28 augustus. Half septem-
De uit 1860 daterende Boezemdijk, met rechts het onderhoudspad waarvan de openstelling voor fietsers nog in discussie is.
ber wordt er met het werk voor de
tweede fase begonnen. De opleve
ring is op 1 december gepland.
Maar De Jonge houdt een slag om
-de arm. Een en ander hangt af van
de gewenste maten van het benodig
de materiaal. „Als het geen stan-
daardmaten zijn dan duurt de leve
ring van de buizen langer en kan het
wel volgend jaar worden."
Is er een stormseizoen waarmee bij
de inrichting van het gebied reke
ning moet worden gehouden, er is
ook een ganzenseizoen. Dat loopt
van 1 november tot 1 april. Ook dan
ln het zuidwestelijke deel van de polder is een tijdelijke opslag voor verwijderde materialen.
mogen er geen werkzaamheden
plaatsvinden. Volgens Hage laten
ganzen zich echter niet gauw van de
wijs brengen door menselijke aan
wezigheid en zal het met verstoring
wel meevallen. „Als we bezig wa
ren op het land, dan kwamen de
ganzen bij wijze van spreken mee
rijden op de ploeg."
De derde fase behelst het afwerken
van het terrein en het instellen van
de laatste maatregelen. Een niet on
belangrijke periode omdat dan het
gebied zijn definitieve vorm krijgt.
De Jonge: „Zo zijn er altijd wel be
paalde sloten die nog niet zijn dicht-
gereden." Belangrijker echter is het
afsluiten van het gebied voor het
verkeer. Zo worden de Schoondorp
seweg en de Gatweg 'aan de open
baarheid onttrokken' zoals het offi
cieel heet. Met andere woorden:
afgesloten voor het publiek. Hage:
„Dat is in het plan opgenomen. Op
enig moment zullen er maatregelen
komen. Dat zal wel aangekondigd
worden, maar er is geen bezwaar te
gen mogelijk."
Tegen deze verkeersmaatregelen
werd tijdens de hoorzitting eind mei
in het Holland Huis in Scherpenisse
bezwaar gemaakt. Bewoners in en
rond het gebied moeten straks een
andere route kiezen. Zo kunnen de
families Poot en Bolier aan de Plat
teweg, en De Wilde aan de Gatweg
niet meer via de Schoondorpseweg
VERVOLG VAN VOORPAGINA
De polder heeft al eeuwen te maken
met verzilting. Op sommige plaatsen
groeit dan ook zeekraal. Poot heeft
heel zijn leven al zeekraal binnen
dijks kunnen snijden in het karren-
veld. „Zoute planten hebben hier al
tijd gestaan. Op de lage plekken. Ik
heb de stukken wel eens afgetuind
omdat de zeekraal kapotgetrapt werd
door het vee, maar ze was ook wel
eens door anderen afgesneden." De
kwaliteit was volgens Poot prima.
„Ze hoeft niet van de schorren te ko
men, maar ze moet wel van zoute
grond komen, anders groeit ze niet."
De invloed van de Oosterschelde in
dit deel van de polder is groot. Het
kwelwater perst zich onder de dijk
door. Er liggen aders met zout water.
Poot weet er alles van. „Er zijn natte
plekken onder aan de dijk bij de
Schelphoek waar het nooit droog
wordt. Daar moet je ook nooit rijden
met een machine, want dan zak je er
weg. Op sommige plekken in de
sloot zag je bij hoog water ook ge
woon het Oosterscheldewater naar
boven komen."
Straks zal er meer water toegelaten
worden in het gebied. Kwelwater uit
de zeearm. Volgens biologen zal dat
een bijzondere plantengroei geven
die uitzonderlijk is in Nederland en
zelfs in Europa. Er zullen ook runde
ren in het gebied worden toegelaten
om de planten kort te houden. Onge
veer een rund per hectare is toege
staan. Poot heeft zo zijn vraagtekens
bij dit beleid. „Als je het natter
maakt, wordt de ondergrond rotter.
In de zomer verwachten ze dat het
droog genoeg is voor rundvee. Maar
als er wat gebeurt met die beesten?
Als er eentje tot zijn hart in de plomp
zakt. Hoe kun je daar bijkomen? Dat
zal heus wel eens gebeuren. Nu kon
je er altijd nog naar toe via de pol
derwegen, maar straks? Hoe zit het
met de controle? Ik ga elke dag twee
keer kijken naar mijn schapen. Ze
zullen zo'n beest wel laten 'liggen,
denk ik. Voor mij is dat onbegrijpe
lijk."
Lachend zegt hij dat het vlees ten
prooi zal vallen aan de gieren die
laatst op Schouwen-Duiveland zijn
gesignaleerd. „Die kwamen al vast
op verkenning."
En dat het gebied snel onderloopt,
was de afgelopen jaren bij overvloe
dige regenval wel te merken. Poot
herinnert zich het jaar 1960 toen het
ook veel had geregend. „Er was toen
in een van de weilanden hier in 'den
Iengel' een koe die het hoogste punt
had opgezocht, maar op een eilandje
was komen te staan. Het beest stond
te roepen om gemolken te worden,
maar we konden er zelf niet bijko
men. Het water kon toen snel weg,
want er was een gemaaltje."
Mevrouw Poot: „Toen was het nog
echte natuur. Dit wordt gemaakt."
Het echtpaar hoopt echter nog lang
te kunnen blijven wonen op hun
stek. Graag hadden ze op de plek van
het houten huisje een optrekje laten
bouwen, maar daar krijgen ze geen
toestemming voor. Poot: „We zullen
de laatsten hier wel zijn. Maar ik wil
niet met de borst vooruit overal tegen
zijn, hoor. Ik wil met iedereen op
goede voet leven en hier nog rustig
kunnen blijven wonen. Zolang als
het gaat."
Advertentie J.M.
F. Weterings links) en A. Havermans rasteren met 2200 palen en 27 kilometer prikkeldraad het natuurontwikkelingsgebied af.
Dat zijn 2200 palen en 27 kilome- den steeds minder aangewend. De
ter prikkeldraad, legt Weterings
uit. „De palen komen uit Zuid-
Frankrijk. Het is kastanjehout. Dat
is duurzaam hout. Die gaan bijna
dertig jaar mee. Tegenwoordig
zijn het bijna altijd palen van de
tamme kastanje. Maar er wordt
ook wel acacia gebruikt."
Vurenhout wordt volgens Wete
rings zeker voor dit soort gebie-
palen van die houtsoort gaan niet
zo lang mee en bovendien mogen
ze niet behandeld zijn met een of
ander conserveermiddel die de le
vensduur verlengt. In Nederland
zijn ook wel kastanjepalen te krij
gen, maar dat is mondjesmaat om
dat er te weinig kastanjebomen
zijn om aan de vraag te kunnen
voldoen.
De palen zijn twee meter lang en
worden een voor een met een ma
chine de grond in geduwd. Op de
hoeken van het terrein moeten de
palen ook nog geschoord worden
met twee steunpalen. „Daar komt
de meeste druk op straks als het
draad eraan vast zit." Havermans
houdt een paal schuin tegen de
staande paal en Weterings zaagt er
met een elektrische zaag een punt
je af. De stukjes hout van de
steunpalen die op deze manier
overblijven worden door Haver
mans in de grond geslagen met
een hamer om de steunpalen weer
vast te zetten. Zo wordt de gehele
paal gebruikt. Met spijkers wor
den de steunpalen vastgezet. Het
tweetal heeft al heel wat kilome
ters gereden en gelopen op het ter
rein. Hier en daar ligt ook Jjet
prikkeldraad al klaar. „Er komen
drie draden aan de palen. Bij el
kaar 27 kilometer prikkeldraad."
Weterings houdt zich bezig met
groenaanleg, maar kweekt daar
naast ook aardbeien in de kassen
aan de Patrijzenweg in Oud-Vos
semeer. „Dat is goed te combine
ren. Het inplanten van bomen en
struiken gebeurt in het voorjaar en
najaar. Eind april is dat afgelopen
en dan is het tijd voor de aardbei
en."
Het gebied wordt voor een groot
deel afgesloten voor het publiek.
De Gatweg en de Schoondorpse
weg worden gedeeltelijk wegge-
graven. Dit najaar moet Wete
rings ook al boven op de
Kruytenburgsedijk een hek plaat
sen waarmee later de Schoondorp
seweg afgesloten kan worden.
en Snabbeweg naar Tholen, maar
moeten via Poortvliet.
De Jonge: „Op de Kruytenburgse
dijk komt een stalen hek met een
bord met de aanduiding wegver
smalling. De weg blijft nog open
voor het werk aan de duikerkrui
sing." Het was de bedoeling dat de
Gatweg en de Schoondorpseweg
geheel zouden worden weggegra-
ven, maar daar ziet DLG van af. Het
wordt te duur om het asfalt en de
fundering van deze wegen weg te
halen. Bovendien ligt in de berm -
als complicerende factor - ook nog
een glasvezelkabel. De Jonge: „Er
wordt wel een deel van de wegen
weggehaald. Over een lengte van
een kilometer ongeveer, van de plas
in het zuidwestelijke deel naar de
plas in het zuidoostelijke deel. Bij
de ingangen van de Gatweg, de
Schoondorpseweg en de Lage
Broekweg wordt twintig meter weg
weggehaald. De rest blijft liggen.
Dat werd te duur. Het zou 1,6 mil
joen gulden gaan kosten."
De sloten aan beide zijden van de
wegen worden gedempt. Doordat de
waterstand wordt verhoogd en de
natuur de vrije hand krijgt, denkt
Hage dat er over een jaar niets meer
van de wegen te zien zal zijn. „Er
blijft een smal strookje asfalt over.
De plantengroei zal verder opruk
ken. Ik voorspel dat je straks niets
meer van de wegen zal herkennen."
Ten opzichte van het winterpeil
komt het water 90 centimeter hoger
te staan. Maar niet alle sloten wor
den gedempt. In het zuidoostelijke
deel blijven de waterlopen open
omdat ze de historische kavelstruc
tuur weergeven. Zo loopt er een ka
velpad van de Schoondorpseweg
naar de Schelphoek. Nu gedeelte
lijk over het terrein van Van der
Zwan.
De landinrichtingscommissie buigt
zich nu nog over de vraag of de
Platteweg gebruikt kan worden
voor fietsers. Het gaat om het stukje
onderhoudspad van het waterschap
dat langs het Botgat over de zeedijk
loopt en uitkomt op het buitendijks
fietspad. Nu is het afgesloten en
een deel van de dijk is door het wa
terschap verpacht. Hage: „De com
missie heeft DLG gevraagd om
daar naar te kijken. We beseffen dat
commissielid Louis Sauter (namens
de natuurorganisaties - red.) daar
met andere ogen tegenaan kijkt,
maar tot nu toe zijn we er steeds
uitgekomen. Als landbouwers zijn
we in de commissie in de meerder
heid, maar als het om natuur gaat
laten we Sauters standpunt zwaar
der wegen."
Mocht dit doorgaan, dan zou dat
betekenen dat fietsers het gebied
dwars door kunnen steken van zuid
naar noord, of andersom. Voor het
overige wordt het terrein niet toe
gankelijk. Mogelijk dat er wel ex
cursies zullen worden gehouden
door staatsbosbeheer, maar dat zal
dan beperkt zijn en buiten het vo-
gelbroedseizoen plaatsvinden. De
Jonge: „Het gebied wordt zo nat
dat je het niet kan betreden. Daar
om komt er wel een vogelkijkhut
aan de rand van het gebied." Er za
ten al veel vogels in het gebied,
maar er is al een toename gezien
van kluut, tureluur, kieviet, aal
scholver en grutto. Ook de eerste
kemphanen zijn gesignaleerd.
Bij het opmaken van het plan voor
het natuurontwikkelingsgebied is er
naar gestreefd om een afgerond ter
rein te maken, met duidelijke gren
zen (bijvoorbeeld langs bestaande
waterlopen). Landbouwers in het
gebied zouden buiten het gebied
landbouwgrond kunnen krijgen via
de zogenaamde toedeling. Voor het
verplaatsen van landbouwbedrijven
was ook geld beschikbaar. Hage:
„Maar verplaatsen kan strikt op
vrijwillige basis. Het is wel gepro
beerd, maar niet gelukt. Natuuront
wikkeling mocht hier ook nooit tot
onteigening leiden." De Jonge be
nadrukt dat verplaatsing op zich
niet voldoende is. „Zo'n bedrijf
moet dan ook rendabel zijn en vol
doende perspectief hebben, bij
voorbeeld met een opvolger."
Het ging om drie bedrijven: de fa
milies Bolier en Poot aan de Platte
weg en de familie Duijnhouwer aan
de Lage Broekweg. Volgens Hage
heeft Poot gebruik gemaakt van ar
tikel 146 uit de ruilverkavelingswet
om zijn land in te leveren tegen een
financiële compensatie (plus een
subsidie op elke hectare die hij in
geleverd heeft), heeft Duijnhouwer
voor een tussenoplossing gekozen
door een deel van zijn grond in te
leveren en heeft Bolier al zijn
grond behouden.
Behalve deze drie agrarische be
drijven, zijn er nog twee niet-agra-
riërs: oud-waterschapskantonnier
A. Bolier in de burgerwoning in het
Boezem- en Botgat en A. van der
Zwan in een monumentale boerde
rij bij de Schelphoek. Enclaves in
het natuurgebied.
Het natuurontwikkelingsgebied
hoort straks tot de zogeheten ecolo
gische hoofdstructuur die in 1991
door het ministerie van landbouw,
natuurbeheer en visserij is vastge
steld. De zuidkant van Tholen werd
daarin aangewezen als natuur- en
reservaatgebied. De provincie Zee
land nam dat over en maakte er het
plan Tureluur van. Een deel van de
Schakerloopolder in Tholen valt er
onder, maar ook de Klaas van Stee
landpolder in Poortvliet. Die laatste
wordt echter niet als natuurgebied
ingericht. Bij de ruilverkaveling
bleek er te weinig 'overbedeling',
De Scherpenissepolder moet
dienen als opvanggebied voor
ganzen. In de wintermaanden
komen de dieren er rusten en
fourageren. De winter wordt
voor de ganzen, de zomer voor
het vee. Het is de bedoeling
dat er 4 tot 4,5 maanden per
jaar runderen gaan grazen. Dat
gebeurt alleen in de zomer
maanden wanneer het terrein
droog genoeg is voor het vee.
Samen met staatsbosbeheer
zal de landinrichtingscommis
sie bekijken of er onder veete
lers in de buurt belangstelling
is om een coöperatie op te
richten. De leden daarvan kun
nen dan in het gebied vee laten
grazen. In het Prunjegebied op
Schouwen Duiveland wordt
dat ook gedaan. In oktober
wordt daarover voorlichting
gegeven.
dat wil zeggen te weinig grond om
alle boeren tegemoet te komen. Bo
vendien is de Klaas van Steeland
polder als akkerland heel vrucht
baar. En dat kan niet gezegd
worden van een groot deel van het
natuurontwikkelingsgebied in de
Scherpenissepolder. Hage: „Juist
deze grond was slecht van struc
tuur. Het bestond voornamelijk uit
grasland, alleen in de noordwest
hoek zat akkerbouw, ongeveer. 15
ha. Die goede landbouwgrond is
weggegraven en gebruikt om er
stukken land buiten het gebied mee
te verbeteren. Je onttrekt de land
bouw aan de boeren in dit gebied
met slechte grond en je verbetert de
structuur van de overblijvers."
Volgens Hage zijn de boeren posi
tief over alle veranderingen. „Ik
hoor weinig kritiek. Wel willen we
als landbouw de invloed van het
hoge grondwaterpeil in de gaten
houden. Er is wel een natuurlijke
scheiding aangebracht tussen het
natuurgebied en de landbouwperce-
len, maar je kunt op je klompen
aanvoelen dat er door de hogere
waterstand kwel onstaat benoorden
het gebied. We willen dan ook dat
er een strook van 200 meter in het
landbouwgebied beter ontwaterd
wordt en zijn daarover in gesprek
gegaan met de provincie. Er zijn
peilbuizen geplaatst om de huidige
situatie te meten. We zullen er naar
moeten blijven kijken. Kwel is een
sluipmoordenaar. Er mag geen boer
aan ten onder gaan."
Er kan veel gedaan worden om een bezoek aan het landelijk gebied nog
aantrekkelijker te maken. Natuur, rust en ruimte zijn de zaken die ste
delingen op het platteland hopen te vinden. Boeren kunnen daarop in
spelen. Dat vinden althans de Amsterdammers, zo blijkt uit een enquête
en workshops die vorig jaar zomer onder inwoners van de hoofdstad
zijn gehouden door het Landbouw-economisch instituut te Wageningen.
Heel wat Amsterdammers fietsen of
wandelen regelmatig in het lande
lijk gebied. De rust, de ruimte en de
groene omgeving zijn voor hen
aantrekkelijk en ze willen er dan
ook graag activiteiten ondernemen.
Boeren kunnen daarop inspelen
door het aanbieden van overnach
tingen, excursies of boerderijpro
ducten, of door het openen van een
terras of een kinderboerderij. Dat
zijn een aantal mogelijkheden die
de boer heeft om de stedeling ertoe
te verleiden zijn geld op het platte
land uit te geven. Voor de boer zelf,
wiens positie er niet makkelijker op
lijkt te worden, biedt dat kansen op
nieuwe inkomensbronnen. Uit het
onderzoek blijkt dat de waardering
van de Amsterdammer voor boeren
groot is.
Voor een stedeling is het platteland
een gebied dat prettig is om in de
vrije tijd te bezoeken: om er te
wandelen, fietsen, picknicken, ont
spannen en de omgeving te bekij
ken. Tóch zijn er ook zaken waar
aan men zich stoort. Vooral
verstoring van rust en ruimte door
geluids- en verkeersoverlast, door
horizonvervuiling of door activitei
ten als skeeler- en wielèrpelotons
gp popconcerten maken een bezoek
minder aantrekkelijk. De onder
vraagden missen in het landelijk
gebied nogal eens (meer) natuur,
rust en ruimte, maar ook recreatie
ve voorzieningen, natuurgerichte
voorzieningen en infrastructuur. Er
kan in hun ogen veel gedaan wor
den om een bezoek aan de polder
nog aantrekkelijker te maken. Bij
voorbeeld door activiteiten en voor
zieningen voor kinderen, door na-
tuureducatie en door informatie
over natuur, cultuurhistorie en boe
renleven. Dit ligt in het verlengde
van nieuwe mogelijkheden die men
ziet voor boeren.
Bezoekers van het landelijk gebied
willen actief bezig zijn. Ze zijn
vaak geïnteresseerd in het gebied,
de natuur en de mensen die er wer
ken. Ze willen af en toe kunnen af
stappen en wat drinken of eten op
een terras. Wanneer boeren hierop
inspelen en hen kunnen verleiden
tot een bedrijfsbezoek, een rondlei
ding, een kop koffie of het kopen
van eigengemaakte producten, dan
valt er wat te verdienen. Behalve
voor de boeren geldt dit ook voor
andere ondernemers en voor aan
bieders van cultuurhistorie.
De ondervraagde Amsterdammers
vinden meer variatie in planten en
bebossing, minder grote stallen en
meer aandacht voor cultuurhistorie
„belangrijk.