Scherpenissepolder op de schop, ruimte voor ganzen en grazers Verburgh Negen kilometer kastanjepalen voor afrasteren natuurgebied Amsterdammers waarderen boeren Kleilaag Runderen Donderdag 2 augustus 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 De Gatweg en de Schoondorpseweg in het natuuront wikkelingsgebied Scherpenisse worden afgesloten, maar ze blijven voor een groot deel wel liggen. Het is te duur om de ruim 2,5 kilometer lange wegen helemaal weg te graven. De sloten naast de wegen worden gedempt. Ver wacht wordt dat er na een jaar niets meer van de wegen te zien zal zijn als de natuur er de vrije hand heeft gekre gen. Het waterpeil in het gebied wordt aanzienlijk ver hoogd. Boeren in de buurt vrezen voor kwelwater in hun akkers, maar door het gescheiden afvoeren van het water uit het gebied wordt geprobeerd dit tegen te gaan. In het terrein aan de zuidkust van Tholen blijven vier boerderij en en een burgerwoning liggen. Het gebied is voor een deel bedoeld voor de opvang van ganzen, maar ook an dere vogels voelen er zich thuis. De eerste kemphanen zijn er al waargenomen. En er komen ook runderen. Kruising Gatweg en Schoondorpseweg gaan dichtmaar blijven deels liggen Bezwaar In de plomp b.if. Antwerpsestraat 12 - 14 - 16 4611 AG Bergen op Zoom tel. 0164 - 237940 Fax 245360 specialisten in - Computers, netwerken, systemen op maat. - Hi-end audio, speciale luisterruimte]. - Beeld en geluidsystemen door heel uw huis. - Eigen technische dienst en service afdeling Weterings Groenvoorzieningen Oud-Vossemeer is een van de onderaannemers die aan het natuurontwikkelingsge bied in de Scherpenissepolder werken. Frank Weterings is samen met Toon Havermans bezig om palen te slaan voor de omheining van het 180 ha. grote gebied. Het is de be doeling dat er straks rundvee gaat grazen. Daarom moet er een afrastering komen. Over een totale lengte van negen kilometer. Van Tuttelhoek tot Schelphoek. Fietsers Klaas van Steeland Nieuwe kansen landelijk gebied Geen popconcerten Wie nu het gebied binnenrijdt, grondwerk, 2. het aanbrengen van maakt kans opgewacht te worden door de kluut. Met zijn lange poten hangt de sierlijke vogel luidt roe pend in de wind boven de bezoeker. Om hem op afstand te houden. De kluut nestelt graag op vlak en schaars begroeid terrein aan ondie pe waterplassen. Dat biedt deze pol der ruimschoots en in toenemende mate. Maar ook de opgeworpen wallen en de vers gegraven brede watergangen langs de grens van het gebied vallen op. Ze bakenen het terrein af. De aarde van deze kades is op sommige plaatsen zwart: veen dat uit het ge bied is gegraven en hier is opgewor pen. Hier en daar steekt er een oran je draineerbuisje uit. Sporen uit een recent verleden. De Scherpenissepolder is een veengebied en heeft altijd al last gehad van verzilting. Vol gens vice-voorzitter E. Hage van de landinrichtingscom missie is het bedrijfsecono misch gezien een moeilijk ge bied geweest. „Er zijn plekken waar je gewoon wegzakte met je machines. Er ligt maar een dunne kleilaag op het veen waardoor je groeikracht voor de gewassen mist. De grond is ook te slap. En je hebt hier te maken met een hoog waterpeil en verzilting. Er komen onge looflijke zoutplekken voor. Bij eb en vloed kun je het grond waterpeil zien stijgen." Volgens Hage was het gebied wel geschikt voor begrazing. Een groot deel was weiland. Alleen van de noordkant is ak kerland gemaakt. „En alleen omdat de machines nu over bredere banden beschikken is het goed te bewerken." Op de vruchtbare delen in het noordwestelijk deel is landbouw grond afgegraven. Hier bloeit de wilde kamille weelderig. De plas sen in het gebied zijn met graafma chines een stuk groter gemaakt, er zijn ook nieuwe bijgekomen. Vele sloten tussen de percelen zijn ge dempt. Een gebied volop in veran dering. De eerste fase is bijna afgerond, vertellen C.M. de Jonge en vice- voorzitter E. Hage van de landin richtingscommissie Poortvliet. De Jonge is medewerkster inrichting van de dienst landelijk gebied (DLG) uit Goes. Het bestek bestaat namelijk uit drie onderdelen: 1. het kunstwerken zoals een gemaaltje, duikers en stuwen en 3. het afwer ken van het project. Totale kosten ongeveer twee miljoen gulden. Het ontgraven van het gebied, het dempen van sloten en het oprichten van de wallen is nagenoeg klaar. De Jonge: „De kades zijn aangelegd om in geval van calamiteiten water vast te kunnen houden, zoals bij zware regenval. Dan wordt er eerst voorrang gegeven aan de afvoer van het water uit de landbouw." Gemid deld wordt het peil er 70 centimeter onder NAP. De tweede fase is het aanleggen van kunstwerken. Het kwelwater uit het Boezem- en Botgat zal door een ge- maaltje in de dijksloot opgepompt worden zodat het brakke water via een stalen duiker in het natuurge bied loopt. „Vanuit de natuur uit ge zien is dat waardevol. In Nederland en Europa zijn zulke gebieden met brak water vrij zeldzaam. De land bouw heeft alleen maar last van kwelwater. Het wordt straks via een natuurlijk verloop afgevoerd naar de watergang langs de Kruijten- burgsedijk. Vandaaruit gaat het naar het gemaal de Loohoek." De land bouw heeft er dan geen last meer van, zegt De Jonge. Voorheen liep het brakke water in de sloten rond het gebied. In de buurt van de boer derij van de familie Van der Zwan komt een duiker die al dit water moet verwerken. Onder de Platteweg komt een 'dui kerkruising', legt ze uit. Twee bui zen die het brakke water uit het na tuurgebied van het zuidwestelijke deel naar het zuidoostelijke deel voeren en daaronder een buis voor het water uit het landbouwgebied. Verder worden er stuwen geplaatst waarmee de waterstand op een be paald peil kan worden gehouden. „Het waterschap kan altijd ingrij pen." Vooral het aanbrengen van de dui ker in de Kruytenburgsedijk is een ingrijpend karwei omdat het werk plaatsvindt in een periode dat er niet in de dijk mag worden gegraven, het zogenaamde stormseizoen dat loopt van 15 oktober tot 15 maart. „Het is een waterkerende dijk. De buizen moeten er ingebracht wor den door middel van doorpersing. In het talud van de dijk aan de oost kant wordt wel een gat gegraven, maar daarvoor moeten we aan de andere kant van de dijk een stalen wand plaatsen." De aanbesteding van dit werk ge beurt op 28 augustus. Half septem- De uit 1860 daterende Boezemdijk, met rechts het onderhoudspad waarvan de openstelling voor fietsers nog in discussie is. ber wordt er met het werk voor de tweede fase begonnen. De opleve ring is op 1 december gepland. Maar De Jonge houdt een slag om -de arm. Een en ander hangt af van de gewenste maten van het benodig de materiaal. „Als het geen stan- daardmaten zijn dan duurt de leve ring van de buizen langer en kan het wel volgend jaar worden." Is er een stormseizoen waarmee bij de inrichting van het gebied reke ning moet worden gehouden, er is ook een ganzenseizoen. Dat loopt van 1 november tot 1 april. Ook dan ln het zuidwestelijke deel van de polder is een tijdelijke opslag voor verwijderde materialen. mogen er geen werkzaamheden plaatsvinden. Volgens Hage laten ganzen zich echter niet gauw van de wijs brengen door menselijke aan wezigheid en zal het met verstoring wel meevallen. „Als we bezig wa ren op het land, dan kwamen de ganzen bij wijze van spreken mee rijden op de ploeg." De derde fase behelst het afwerken van het terrein en het instellen van de laatste maatregelen. Een niet on belangrijke periode omdat dan het gebied zijn definitieve vorm krijgt. De Jonge: „Zo zijn er altijd wel be paalde sloten die nog niet zijn dicht- gereden." Belangrijker echter is het afsluiten van het gebied voor het verkeer. Zo worden de Schoondorp seweg en de Gatweg 'aan de open baarheid onttrokken' zoals het offi cieel heet. Met andere woorden: afgesloten voor het publiek. Hage: „Dat is in het plan opgenomen. Op enig moment zullen er maatregelen komen. Dat zal wel aangekondigd worden, maar er is geen bezwaar te gen mogelijk." Tegen deze verkeersmaatregelen werd tijdens de hoorzitting eind mei in het Holland Huis in Scherpenisse bezwaar gemaakt. Bewoners in en rond het gebied moeten straks een andere route kiezen. Zo kunnen de families Poot en Bolier aan de Plat teweg, en De Wilde aan de Gatweg niet meer via de Schoondorpseweg VERVOLG VAN VOORPAGINA De polder heeft al eeuwen te maken met verzilting. Op sommige plaatsen groeit dan ook zeekraal. Poot heeft heel zijn leven al zeekraal binnen dijks kunnen snijden in het karren- veld. „Zoute planten hebben hier al tijd gestaan. Op de lage plekken. Ik heb de stukken wel eens afgetuind omdat de zeekraal kapotgetrapt werd door het vee, maar ze was ook wel eens door anderen afgesneden." De kwaliteit was volgens Poot prima. „Ze hoeft niet van de schorren te ko men, maar ze moet wel van zoute grond komen, anders groeit ze niet." De invloed van de Oosterschelde in dit deel van de polder is groot. Het kwelwater perst zich onder de dijk door. Er liggen aders met zout water. Poot weet er alles van. „Er zijn natte plekken onder aan de dijk bij de Schelphoek waar het nooit droog wordt. Daar moet je ook nooit rijden met een machine, want dan zak je er weg. Op sommige plekken in de sloot zag je bij hoog water ook ge woon het Oosterscheldewater naar boven komen." Straks zal er meer water toegelaten worden in het gebied. Kwelwater uit de zeearm. Volgens biologen zal dat een bijzondere plantengroei geven die uitzonderlijk is in Nederland en zelfs in Europa. Er zullen ook runde ren in het gebied worden toegelaten om de planten kort te houden. Onge veer een rund per hectare is toege staan. Poot heeft zo zijn vraagtekens bij dit beleid. „Als je het natter maakt, wordt de ondergrond rotter. In de zomer verwachten ze dat het droog genoeg is voor rundvee. Maar als er wat gebeurt met die beesten? Als er eentje tot zijn hart in de plomp zakt. Hoe kun je daar bijkomen? Dat zal heus wel eens gebeuren. Nu kon je er altijd nog naar toe via de pol derwegen, maar straks? Hoe zit het met de controle? Ik ga elke dag twee keer kijken naar mijn schapen. Ze zullen zo'n beest wel laten 'liggen, denk ik. Voor mij is dat onbegrijpe lijk." Lachend zegt hij dat het vlees ten prooi zal vallen aan de gieren die laatst op Schouwen-Duiveland zijn gesignaleerd. „Die kwamen al vast op verkenning." En dat het gebied snel onderloopt, was de afgelopen jaren bij overvloe dige regenval wel te merken. Poot herinnert zich het jaar 1960 toen het ook veel had geregend. „Er was toen in een van de weilanden hier in 'den Iengel' een koe die het hoogste punt had opgezocht, maar op een eilandje was komen te staan. Het beest stond te roepen om gemolken te worden, maar we konden er zelf niet bijko men. Het water kon toen snel weg, want er was een gemaaltje." Mevrouw Poot: „Toen was het nog echte natuur. Dit wordt gemaakt." Het echtpaar hoopt echter nog lang te kunnen blijven wonen op hun stek. Graag hadden ze op de plek van het houten huisje een optrekje laten bouwen, maar daar krijgen ze geen toestemming voor. Poot: „We zullen de laatsten hier wel zijn. Maar ik wil niet met de borst vooruit overal tegen zijn, hoor. Ik wil met iedereen op goede voet leven en hier nog rustig kunnen blijven wonen. Zolang als het gaat." Advertentie J.M. F. Weterings links) en A. Havermans rasteren met 2200 palen en 27 kilometer prikkeldraad het natuurontwikkelingsgebied af. Dat zijn 2200 palen en 27 kilome- den steeds minder aangewend. De ter prikkeldraad, legt Weterings uit. „De palen komen uit Zuid- Frankrijk. Het is kastanjehout. Dat is duurzaam hout. Die gaan bijna dertig jaar mee. Tegenwoordig zijn het bijna altijd palen van de tamme kastanje. Maar er wordt ook wel acacia gebruikt." Vurenhout wordt volgens Wete rings zeker voor dit soort gebie- palen van die houtsoort gaan niet zo lang mee en bovendien mogen ze niet behandeld zijn met een of ander conserveermiddel die de le vensduur verlengt. In Nederland zijn ook wel kastanjepalen te krij gen, maar dat is mondjesmaat om dat er te weinig kastanjebomen zijn om aan de vraag te kunnen voldoen. De palen zijn twee meter lang en worden een voor een met een ma chine de grond in geduwd. Op de hoeken van het terrein moeten de palen ook nog geschoord worden met twee steunpalen. „Daar komt de meeste druk op straks als het draad eraan vast zit." Havermans houdt een paal schuin tegen de staande paal en Weterings zaagt er met een elektrische zaag een punt je af. De stukjes hout van de steunpalen die op deze manier overblijven worden door Haver mans in de grond geslagen met een hamer om de steunpalen weer vast te zetten. Zo wordt de gehele paal gebruikt. Met spijkers wor den de steunpalen vastgezet. Het tweetal heeft al heel wat kilome ters gereden en gelopen op het ter rein. Hier en daar ligt ook Jjet prikkeldraad al klaar. „Er komen drie draden aan de palen. Bij el kaar 27 kilometer prikkeldraad." Weterings houdt zich bezig met groenaanleg, maar kweekt daar naast ook aardbeien in de kassen aan de Patrijzenweg in Oud-Vos semeer. „Dat is goed te combine ren. Het inplanten van bomen en struiken gebeurt in het voorjaar en najaar. Eind april is dat afgelopen en dan is het tijd voor de aardbei en." Het gebied wordt voor een groot deel afgesloten voor het publiek. De Gatweg en de Schoondorpse weg worden gedeeltelijk wegge- graven. Dit najaar moet Wete rings ook al boven op de Kruytenburgsedijk een hek plaat sen waarmee later de Schoondorp seweg afgesloten kan worden. en Snabbeweg naar Tholen, maar moeten via Poortvliet. De Jonge: „Op de Kruytenburgse dijk komt een stalen hek met een bord met de aanduiding wegver smalling. De weg blijft nog open voor het werk aan de duikerkrui sing." Het was de bedoeling dat de Gatweg en de Schoondorpseweg geheel zouden worden weggegra- ven, maar daar ziet DLG van af. Het wordt te duur om het asfalt en de fundering van deze wegen weg te halen. Bovendien ligt in de berm - als complicerende factor - ook nog een glasvezelkabel. De Jonge: „Er wordt wel een deel van de wegen weggehaald. Over een lengte van een kilometer ongeveer, van de plas in het zuidwestelijke deel naar de plas in het zuidoostelijke deel. Bij de ingangen van de Gatweg, de Schoondorpseweg en de Lage Broekweg wordt twintig meter weg weggehaald. De rest blijft liggen. Dat werd te duur. Het zou 1,6 mil joen gulden gaan kosten." De sloten aan beide zijden van de wegen worden gedempt. Doordat de waterstand wordt verhoogd en de natuur de vrije hand krijgt, denkt Hage dat er over een jaar niets meer van de wegen te zien zal zijn. „Er blijft een smal strookje asfalt over. De plantengroei zal verder opruk ken. Ik voorspel dat je straks niets meer van de wegen zal herkennen." Ten opzichte van het winterpeil komt het water 90 centimeter hoger te staan. Maar niet alle sloten wor den gedempt. In het zuidoostelijke deel blijven de waterlopen open omdat ze de historische kavelstruc tuur weergeven. Zo loopt er een ka velpad van de Schoondorpseweg naar de Schelphoek. Nu gedeelte lijk over het terrein van Van der Zwan. De landinrichtingscommissie buigt zich nu nog over de vraag of de Platteweg gebruikt kan worden voor fietsers. Het gaat om het stukje onderhoudspad van het waterschap dat langs het Botgat over de zeedijk loopt en uitkomt op het buitendijks fietspad. Nu is het afgesloten en een deel van de dijk is door het wa terschap verpacht. Hage: „De com missie heeft DLG gevraagd om daar naar te kijken. We beseffen dat commissielid Louis Sauter (namens de natuurorganisaties - red.) daar met andere ogen tegenaan kijkt, maar tot nu toe zijn we er steeds uitgekomen. Als landbouwers zijn we in de commissie in de meerder heid, maar als het om natuur gaat laten we Sauters standpunt zwaar der wegen." Mocht dit doorgaan, dan zou dat betekenen dat fietsers het gebied dwars door kunnen steken van zuid naar noord, of andersom. Voor het overige wordt het terrein niet toe gankelijk. Mogelijk dat er wel ex cursies zullen worden gehouden door staatsbosbeheer, maar dat zal dan beperkt zijn en buiten het vo- gelbroedseizoen plaatsvinden. De Jonge: „Het gebied wordt zo nat dat je het niet kan betreden. Daar om komt er wel een vogelkijkhut aan de rand van het gebied." Er za ten al veel vogels in het gebied, maar er is al een toename gezien van kluut, tureluur, kieviet, aal scholver en grutto. Ook de eerste kemphanen zijn gesignaleerd. Bij het opmaken van het plan voor het natuurontwikkelingsgebied is er naar gestreefd om een afgerond ter rein te maken, met duidelijke gren zen (bijvoorbeeld langs bestaande waterlopen). Landbouwers in het gebied zouden buiten het gebied landbouwgrond kunnen krijgen via de zogenaamde toedeling. Voor het verplaatsen van landbouwbedrijven was ook geld beschikbaar. Hage: „Maar verplaatsen kan strikt op vrijwillige basis. Het is wel gepro beerd, maar niet gelukt. Natuuront wikkeling mocht hier ook nooit tot onteigening leiden." De Jonge be nadrukt dat verplaatsing op zich niet voldoende is. „Zo'n bedrijf moet dan ook rendabel zijn en vol doende perspectief hebben, bij voorbeeld met een opvolger." Het ging om drie bedrijven: de fa milies Bolier en Poot aan de Platte weg en de familie Duijnhouwer aan de Lage Broekweg. Volgens Hage heeft Poot gebruik gemaakt van ar tikel 146 uit de ruilverkavelingswet om zijn land in te leveren tegen een financiële compensatie (plus een subsidie op elke hectare die hij in geleverd heeft), heeft Duijnhouwer voor een tussenoplossing gekozen door een deel van zijn grond in te leveren en heeft Bolier al zijn grond behouden. Behalve deze drie agrarische be drijven, zijn er nog twee niet-agra- riërs: oud-waterschapskantonnier A. Bolier in de burgerwoning in het Boezem- en Botgat en A. van der Zwan in een monumentale boerde rij bij de Schelphoek. Enclaves in het natuurgebied. Het natuurontwikkelingsgebied hoort straks tot de zogeheten ecolo gische hoofdstructuur die in 1991 door het ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij is vastge steld. De zuidkant van Tholen werd daarin aangewezen als natuur- en reservaatgebied. De provincie Zee land nam dat over en maakte er het plan Tureluur van. Een deel van de Schakerloopolder in Tholen valt er onder, maar ook de Klaas van Stee landpolder in Poortvliet. Die laatste wordt echter niet als natuurgebied ingericht. Bij de ruilverkaveling bleek er te weinig 'overbedeling', De Scherpenissepolder moet dienen als opvanggebied voor ganzen. In de wintermaanden komen de dieren er rusten en fourageren. De winter wordt voor de ganzen, de zomer voor het vee. Het is de bedoeling dat er 4 tot 4,5 maanden per jaar runderen gaan grazen. Dat gebeurt alleen in de zomer maanden wanneer het terrein droog genoeg is voor het vee. Samen met staatsbosbeheer zal de landinrichtingscommis sie bekijken of er onder veete lers in de buurt belangstelling is om een coöperatie op te richten. De leden daarvan kun nen dan in het gebied vee laten grazen. In het Prunjegebied op Schouwen Duiveland wordt dat ook gedaan. In oktober wordt daarover voorlichting gegeven. dat wil zeggen te weinig grond om alle boeren tegemoet te komen. Bo vendien is de Klaas van Steeland polder als akkerland heel vrucht baar. En dat kan niet gezegd worden van een groot deel van het natuurontwikkelingsgebied in de Scherpenissepolder. Hage: „Juist deze grond was slecht van struc tuur. Het bestond voornamelijk uit grasland, alleen in de noordwest hoek zat akkerbouw, ongeveer. 15 ha. Die goede landbouwgrond is weggegraven en gebruikt om er stukken land buiten het gebied mee te verbeteren. Je onttrekt de land bouw aan de boeren in dit gebied met slechte grond en je verbetert de structuur van de overblijvers." Volgens Hage zijn de boeren posi tief over alle veranderingen. „Ik hoor weinig kritiek. Wel willen we als landbouw de invloed van het hoge grondwaterpeil in de gaten houden. Er is wel een natuurlijke scheiding aangebracht tussen het natuurgebied en de landbouwperce- len, maar je kunt op je klompen aanvoelen dat er door de hogere waterstand kwel onstaat benoorden het gebied. We willen dan ook dat er een strook van 200 meter in het landbouwgebied beter ontwaterd wordt en zijn daarover in gesprek gegaan met de provincie. Er zijn peilbuizen geplaatst om de huidige situatie te meten. We zullen er naar moeten blijven kijken. Kwel is een sluipmoordenaar. Er mag geen boer aan ten onder gaan." Er kan veel gedaan worden om een bezoek aan het landelijk gebied nog aantrekkelijker te maken. Natuur, rust en ruimte zijn de zaken die ste delingen op het platteland hopen te vinden. Boeren kunnen daarop in spelen. Dat vinden althans de Amsterdammers, zo blijkt uit een enquête en workshops die vorig jaar zomer onder inwoners van de hoofdstad zijn gehouden door het Landbouw-economisch instituut te Wageningen. Heel wat Amsterdammers fietsen of wandelen regelmatig in het lande lijk gebied. De rust, de ruimte en de groene omgeving zijn voor hen aantrekkelijk en ze willen er dan ook graag activiteiten ondernemen. Boeren kunnen daarop inspelen door het aanbieden van overnach tingen, excursies of boerderijpro ducten, of door het openen van een terras of een kinderboerderij. Dat zijn een aantal mogelijkheden die de boer heeft om de stedeling ertoe te verleiden zijn geld op het platte land uit te geven. Voor de boer zelf, wiens positie er niet makkelijker op lijkt te worden, biedt dat kansen op nieuwe inkomensbronnen. Uit het onderzoek blijkt dat de waardering van de Amsterdammer voor boeren groot is. Voor een stedeling is het platteland een gebied dat prettig is om in de vrije tijd te bezoeken: om er te wandelen, fietsen, picknicken, ont spannen en de omgeving te bekij ken. Tóch zijn er ook zaken waar aan men zich stoort. Vooral verstoring van rust en ruimte door geluids- en verkeersoverlast, door horizonvervuiling of door activitei ten als skeeler- en wielèrpelotons gp popconcerten maken een bezoek minder aantrekkelijk. De onder vraagden missen in het landelijk gebied nogal eens (meer) natuur, rust en ruimte, maar ook recreatie ve voorzieningen, natuurgerichte voorzieningen en infrastructuur. Er kan in hun ogen veel gedaan wor den om een bezoek aan de polder nog aantrekkelijker te maken. Bij voorbeeld door activiteiten en voor zieningen voor kinderen, door na- tuureducatie en door informatie over natuur, cultuurhistorie en boe renleven. Dit ligt in het verlengde van nieuwe mogelijkheden die men ziet voor boeren. Bezoekers van het landelijk gebied willen actief bezig zijn. Ze zijn vaak geïnteresseerd in het gebied, de natuur en de mensen die er wer ken. Ze willen af en toe kunnen af stappen en wat drinken of eten op een terras. Wanneer boeren hierop inspelen en hen kunnen verleiden tot een bedrijfsbezoek, een rondlei ding, een kop koffie of het kopen van eigengemaakte producten, dan valt er wat te verdienen. Behalve voor de boeren geldt dit ook voor andere ondernemers en voor aan bieders van cultuurhistorie. De ondervraagde Amsterdammers vinden meer variatie in planten en bebossing, minder grote stallen en meer aandacht voor cultuurhistorie „belangrijk.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 9