'Het moet zo lijken alsof het in één adem geschreven is' 'Parkeerprobleem voor vrachtwagens dreigt een groot drama te worden' Heemkundekring strijdt tegen 'geheugenverlies' Zuinig zijn op rijkdom van gemeentearchief Fietstochtje Donderdag 5 juli 2001 eendachtbode, de thoolse courant 9 Activiteiten rond monumentendag en kunstroute Wat elders in de provincie lukt, dat kun je op Tholen wel vergeten, had Aad de Klerk, consulent regionale ge schiedbeoefening van de stichting cultureel erfgoed Zee land uit Middelburg meegekregen. Hij kwam dus maan dagavond niet met een eenvoudige opgave naar het gemeentehuis in Sint-Maartensdijk voor oprichting van een heemkundekring op Tholen, de laatste witte vlek in de provincie. Maar De Klerk zag het eerder als een uit daging om het tegendeel te bewijzen, dan als een advies om zich er maar bij neer te leggen. Spannend Te pluriform Gedurfde gedachte Vossemeersedijk ruim 1 maand dicht bij aanleg rotonde Deltaweg Tholen Dichter os Steegstra (61lid werkgroep open monumentendag Tholen Als je ergens gaat wonen moet je kwartier maken, zegt Jos Steegstra die een half jaar geleden in Tholen kwam wonen. Dat doet de gepensioneerde ROC-directeur door lid te worden van de werkgroep open monumentendag Tholen, maar hij doet dat ook als dichter in zijn poëzie. Zijn eerste indrukken van het eiland staan al op papier. Een gedicht over De Pluimpot gaat over de afgedamde geul maar ook over de vraag hoe te ontwarren wat de toeschouwer ziet als hij ergens aankomt. Steegstra maakt al \eertig jaar poëzie. Er verschenen 12 bundels van zijn haid. De dertiende komt begin oktober uit in Bergen op Zoom. Vrachtwagenchauffeur Pim Koedood uit Tholen bij Mega Truck Festival Tholea zorgt maar slecht voor zijn vrachtwagen chauffeurs, vindt Pim Koedood (43) uit Tholen-stad. „Het parkeerprobleem hier dreigt een groot drama te worden Binnen de bebouwde kom mag je niet parke ren, terwijl ergens anders geen plaats is. Er zijn hier minstens acht vrachtwagenchauffeurs die zich elke avond een slag in de rondte rijden om hun wagen weg te zetten. En ik ga niet - zoals chauffeurs in Poortvliet moeten - parkeren bij de Chinees in Scherpenisse. Dan moetje met de auto naar je auto. Dat is toch te gek voor woorden?!' Vooral Ruikt naar zee Gedenkteken Drie lessen File voorblijven Enorme neus „Bij de cursus .Geschiedenis te kijk Het verleden van Tholen en Sint- Philipsland in beeld' ging het begin dit jaar immers net zo. Tot ons aller vreugde werd dat echter een groot succes met 45 deelnemers. Daar was hele grote tevredenheid over. En uit de 20 ingevulde enquêteformulieren bleek, dat er 17 ja zeiden tegen een heemkundekring Tholen. Twee ble ken er lid te zijn van Philippuslandt en slechts 1 antwoordde nee. Van de 20 waren er 13 bereid om donateur te worden, 6 eventueel en 1 voelde naar niet voor. Als belangrijkste on derwerp noemden 17 mensen de dorps- en streekgeschiedenis, 13 monumenten, 12 archeologie, 8 streekmuseum en 6 genealogie. Ne gen mensen wilden wel meewerken aan de oprichting van een heemkun dekring Tholen, negen anderen ga ven neen als antwoord." Volgens de Klerk neemt de belang stelling voor vroeger toe. „Of je daar nu het etiket heemkunde, ge schiedenis of cultuurhistorie op plakt. Geschiedenis is ontzettend leuk, boeiend, aardig en spannend. Veldnamen, kleine monumenten, verhalen en overleveringen, het is soms een race tegen de klok om het nog te behouden. Een heemkunde kring levert strijd tegen geheugen verlies. En met Huizinga zeg ik: wie het verleden niet kent, heeft geen recht op de toekomst." De consulent zag een heemkunde kring bij het vervagen van de gren zen en de invoering van de euro als een tegenbeweging voor het behoud van regionale sentimenten. „Er zijn lieden die willen dat alles op elkaar gaat lijken, maar het eigene dient juist geaccentueerd en levendig ge houden te worden." De heemkundekring Sint-Philips- land doet daar als jongste loot aan mee met 150 leden en Halsteren met 370 leden onder wie 15 van Tholen. Philippine heeft er 230, Middelburg zelfs 2500. J. Kempeneers vertelde over zijn ervaringen in Sint-Philips- land. Hij stond pas met zijn medebe stuurders op de braderie. Een dia avond trok een heleboel mensen over de streep, want voor die tijd bleek de drempel te hoog. Drs. W. Heijbroek herinnerde aan Stadsher stel Tholen, dat 85 leden telde, maar na aankoop van een pand aan de Ring in Oud-Vossemeer liep de ver eniging op de klippen. Als Huis en Heem gingen een aantal mensen nog door. Zo is er een inventarisatie van boerderijen vastgelegd. De Bond Heemschut, de laatste benaming voor de groep, heeft zelfs nog een potje met geld, vertelde Heijbroek. De heemkundekring Tholen in op richting zou dat wel kunnen gebrui ken. Overigens kreeg Sint-Philips- land 1500 gulden startsubsidie van de gemeente, zodat Tholen mis schien ook een beroep kan doen op de lokale overheid. Erkenning door een gemeentebestuur achtte De Klerk zeker op zijn plaats. A. van Oost uit Tholen is bestuurslid van de heemkundekring Halsteren, waar gemiddeld zo'n 35 van de 370 leden de vergaderingen bezoeken. Hij schetste, dat Sint-Philipsland een meer homogene gemeenschap is dan Tholen. „De pluriformiteit van Tholen is enorm. Denk aan de ker kelijke gezindten, koren, jeugdver enigingen, sportclubs, enz. En de agenda's van de mensen zijn vol", aldus Van Oost, die het moeilijk vond om draagvlak te vinden voor oprichting van een heemkundekring Tholen en dan ook nog voor conti nuïteit te zorgen. „Je komt er pas achter door te begin nen en de seinen staan eerder op groen dan op rood", concludeerde De Klerk. „Als de tijd nu niet rijp is, dan weet ik het niet meer. Maar ik heb liever in alle zorgvuldigheid een voorbereidingsfase, dan onder druk een oprichting regelen." Potentieel is er wel, daarvan was ook voorzitter drs. Th.G.A. Wester- veld van streekmuseum de Meestoof overtuigd. „Als je ziet dat Ko van Oeveren met zijn mensen in Stave- nisse 500 mensen naar een fototen toonstelling krijgt, dan is er grote betrokkenheid dankzij herkenbaar heid. Dat streven we in het museum ook na en voor de heemkundekring moeten we ook zo'n formule schep pen. Voor de Meestoof zie ik een heemkundekring als een welkome aanvulling en verdieping. Het muse um zou ook als onderkomen kunnen dienen", zei Westerveld. De hete rogeniteit waarover Van Oost sprak, had Westerveld ook bij het museum ervaren, maar dat wordt toch lang zaam, maar zeker minder. Ook L. Hage sprak over onderlinge rivali teit. De Klerk merkte vanuit zijn ja renlange ervaring op, dat import mensen vaak een heemkundige kring oprichten, waarna de au-'o- tochtone bevolking later aansluit omdat die het ook wel ziet zitten. Hij waarschuwde ervoor om mensen van buiten nooit te laten domineren. Plaatselijke mensen dienen mede vorm te geven aan zo'n heemkundi ge kring. Plaatselijk een draagvlak scheppen, noemde J. Kempeneers het geheim van een heemkundekring. „Aan de gemeentelijke herindeling zijn we in Sint-Philipsland wel gewend, maar we blijven Fluplanders." S. Nieuw koop had dat in zijn vorige woon plaats Willemstad ook ervaren. „Na verlies van de zelfstandigheid neemt de eigen identiteit toe. De geschiede nis is belangrijk. Een diaserie heeft de Sint-Philipslanders uit hun huizen gekregen, op Tholen moeten we ook bekijken wat ons samen kan binden. Er zijn ideeën genoeg, zoals bijvoor beeld een kunstroute op monumen tendag, maar mensen moeten hun schouders eronder zetten. Het gaat om bevlogenheid met continuïteit. En eenheid in verscheidenheid." Heijbroek stelde, dat onder de 700 leden van de streekmuseumvereni ging een potentieel aanwezig is voor de heemkundekring. Hij noemde het een gedurfde gedachte om een koe pel te vormen, waaronder zich dan ook Sint-Philipsland zou scharen. „We hebben elkaar in elk geval no dig", zei Kempeneers. Van Oost meende, dat er te weinig gangmakers zijn op Tholen. „Als zich niet een aantal mensen willen inspannen, dan kunnen we het verge ten", zei De Klerk. Toen kwamen er tenslotte nog vijf aanwezigen in de werkgroep die het plan voor oprich ting van een heemkundekring Tho len nader gaat uitwerken. Aangezien zich ook acht geïnteresseerden we gens vakantie e.d. hadden afgemeld, is het aantal gegadigden misschien nog groter. Na de zomervakantie zal blijken of er verder draagvlak gevon den kan worden voor een heemkun dekring Tholen. De Thoolse bevolking is mat gesla gen door het beleid van het gemeen tebestuur om geen oud archief meer onder te brengen in het nieuwe ge meentehuis. Dat zei Anton van Oost uit Tholen na een belronde onder potentiële gegadigden voor de op richting van een heemkundekring. „Jammer, maar het plan voor slui ting van het gemeentearchief onder mijnt de pogingen om een Thoolse heemkundevereniging te stichten. Als het archief wegvalt, waar doen we het dan nog voor, kreeg ik te ho ren. Het gemeentearchief is inder daad een belangrijke bron voor ons werk. Gezien de commotie hier over, valt het me op, dat er zo wei nig mensen zijn", zei Van Oost. „Het archief kan niet weg en gaat ook niet weg!", zei Jan Kempe neers uit Sint-Philipsland resoluut. Hij noemde de medewerking van archivaris Zuurdeeg van groot be lang voor een heemkundige kring. Simon Nieuwkoop uit Tholen had bij zijn komst uit Willemstad, waar de heemkunde-vonk al was overge slagen, een hele cultuurhistorische verzameling in het Thoolse archief aangetroffen. „Heel bijzonder. Wat een rijkdom hier! Daar moeten we zuinig op zijn. Maar je moet het zo niet laten staan. We moeten er- veel meer mee doen", aldus Nieuwkoop, die benadrukte als privé-persoon te spreken. (Nieuwkoop is gemeente secretaris van Tholen-red). A. Verswijveren herinnerde nog aan de tijd, dat Andreas Kloet met het veer Gorishoek-Yerseke op de fiets naar het archief in Middelburg ging. Hij wilde op Tholen een archief houden en niet afhankelijk worden van de Zeeuwse hoofdstad. De provincie houdt woensdag spe ciaal voor de bedrijven in de Slab- becoornpolder en op Welgelegen een inloopmiddag in verband met de aanleg van een rotonde op het kruispunt Deltaweg/Oud-Vosse meersedijk. Op 11 juli kan men tus sen half vijf en zes uur in de Gast huiskapel in de Kerkstraat te Tholen terecht. Daar zijn ontwerp tekeningen te zien en geven mede werkers van de provincie een toe lichting. Begin september begint de aanleg van de rotonde. Het karwei duurt tot eind oktober. Tegelijk wordt het fietspad en een deel van de Oud-Vossemeersedijk van een nieuwe asfaltlaag voorzien. Het kruispunt Deltaweg en de Oud-Vos semeersedijk worden tussen 3 sep tember en 12 oktober voor alle ver keer afgesloten. Het verkeer naar bedrijventerrein Slabbecoornpolder wordt via een tijdelijke aansluiting op de Eendrachtsweg omgeleid. Het verkeer van en naar Oud-Vos- semeer wordt omgeleid via de Grindweg, Ten Ankerweg, Postweg richting Poortvliet en via de Ka- dijk, Hogeweg, Duivekeetseweg naar de Molenweg in Oud-Vosse meer. Wie de inloopmiddag niet kan bezoeken, kan nog informatie krijgen bij mevr. S. Vermeirssen, tel. 0118-631565. Jos Steegstra i neergestreken in een monumentaal pandje in de Visstraat in Tholen. Ovtral waar Steegstra aankomt, vra:gt de dichter zich dat af wat hij ziet Door studie probeert hij erach ter e komen wat er schuilgaat achter de |lekken die hij bezoekt. Dan pas kumen zijn gedichten groeien tot een volwaardig gedicht. Fysieke aanvezigheid en reflectie op de ge schiedenis van de plek spelen een rol in het werk van Steegstra (61). Zijn belangstelling voor archeologie neemt daarbij een prominente plaats in. Een heel recent voorbeeld van wat Steegstra bezighoudt, is onlangs onthuld in het nieuwe park Kijk in de Pot in Bergen op Zoom. Daar ligt een 'tijdscapsule' met een tekst van hem die geschreven is voor die plek, maar voor alle plekken kan dienen waar de geschiedenis zijn sporen heeft achtergelaten: 'Grond die je omwoelt is heilig om al zolang: het ongewiste laat zich ontfutselen door ieder die op de knieën gaat.' Steegstra kan het niet laten om, waar hij ook komt, te bukken voor steen tjes of scherfjes en ze op te rapen en mee naar huis te nemen. Het idee dat iemand anders, misschien eeu wen geleden ze ook in de hand heeft gehad, fascineert hem. Hij laat een Romeinse dakpan zien, een stukje eenvoudig gebakken aardewerk, maar wel met de afdruk van een hondenpoot erin. „Als ik dit zie, ben ik dichter bij Rome. Het zijn tekens van vroeger. Net als een landschap tekens van vroeger heeft. Beide zijn voor mij een bron van inspiratie." Steegstra praat daar graag over en als hij de kans krijgt aan een stuk door. Veert onmiddellijk weer op om te illustreren wat hij bedoelt, hoe hij in het leven staat, wat hem beweegt. Bij een bezoek aan de Rammegors bijvoorbeeld, vindt hij veertjes en een lege eierschaal. „Ik weet dat hier een vogel uit is gekomen. Dat brengt me aan het dromen. Ik zie het als signalen. Net als scherven. Het heeft allemaal betekenis." De lege eierschaal, een fietstochtje, maar ook een krantenbericht kan voor Steegstra aanleiding zijn voor een gedicht. „Meestal is het alleen een aanzet. Dan volgt de studie over dat onderwerp. Dan ga ik me docu menteren. Ik kan me er eindeloos in verdiepen." Koeiood parkeert zelf zijn wagen op industrieterrein Noord, vlakbij de Timpa. Maar Tholen heeft voor vrachtwagens te weinig plaats vindt hij. Soms is er plek op industrieterrein Noord, in de buurt van Timpa of het autobedrijf van Bal. Koedood: „Hooguit in het weekeinde kun je daar een plaatsje vinden. De rest van de week staat het vol. Met au to's van Bal er auto's van het per soneel van Tirrpa. Ik ken vrouwen die drie straten verder wonen, en werken bij Timpa. Die komen tóch met de auto. Dat betekent zoeken, rondrijden, keren, je wordt er niet goed van. Zeker niet als je de hele dag hard hebt ge werkt en je teiug naar je gezin wilt." Als het parkeren helemaal niet lukt, wijkt Koedood uit naar de haven in Tholen. „Vooral als je overdag wat vroeger thuis bent, is daar nog plaats. Soms ga ik 's avonds terug om de auto daar weg te halen en hem op het industrie terrein te parkeren." De oplossing is wat Koedood be treft simpel en goedkoop. „Op in dustrieterrein Slabbecoornpolder. Rechts onder de brug. Daar ligt een stukje grond waar niets mee wordt gedaan. Leg er stenen neer, zet er een hek omheen en geef ie dere chauffeur een sleutel van het hek. Ik ben ervan overtuigd dat de werkgevers voor een goed en be veiligd parkeerterrein wel wat over hebben. De chauffeur is, via het fietspad dat daar ligt, binnen een paar minuten in de bebouwde kom van Tholen." In diezelfde omgeving is de bouw van het nieuwe gemeentehuis gepland. „Maak daar dan gelijk een par keerplaats voor vrachtwagens. Dat gaat in een moeite door." Meer ruimte voor vrachtwagens krijgen Koedood en zijn collega's tijdens het Mega Truck Festival in het voormalige pretpark Walibi Flevo. Het park heet nu SixFlags Holland en is onder meer in het weekeinde van 23 en 24 september het decor van het truckfestival. Koedood vertegenwoordigt daar Tholen met een fraaie DAF van zijn werkgever Transportcentrale in Rotterdam. Koedood doet er voor de tweede keer mee. „Er valt 'van alles te beleven", wijst hij op de folder van het organiserende VDB Promotions in Hoeven. VDB verwacht honderden vrachtauto- chauffeurs die zich bezighouden met de presentatie van het fraaiste exemplaar, met wedstrijden en showprogramma's. Bij dat laatste ontbreekt Neerlands bekendste trucker Henk Wijngaard uiteraard niet. Er komen oldtimers, histori sche trucks, miniaturen, onderde len en er zijn behendigheidswed strijden. Koedood: „Het is voor truckers vooral gezellig. Er is veel te eten, te drinken en te kletsen. Die verdieping is terug te vinden in het eindresultaat. Het is een werk wijze die in veel van zijn bundels is te herkennen. Tot nu toe verschenen er twaalf. De dertiende staat op sta pel en moet in het najaar verschijnen bij de uitgeverij WEL in Bergen op Zoom. Het wordt een soort bloemle zing met 100 gedichten met 40 nieu we. Hij kent de uitgeverij door zijn literaire kontakten in het Brabantse. En is ook lid van Bozaar, een nieu we kunstensociëteit van Bergen op Zoom en omstreken. Steegstra werd in Groningen gebo ren en begon al vroeg met dichten. Als zovelen als puber, maar hij is het blijven doen. Al ruim veertig jaar wijdt hij zich aan poëzie en heeft ook steeds uitgevers gevonden die zijn werk wilden uitgeven. Hij heeft een kleine kring van vaste lezers en is blij dat hij zijn werk al die jaren heeft kunnen laten drukken. „Ik hoef dat nooit in eigen beheer te doen. Dat is een voorrecht. Je moet je realiseren dat er alleen al in Ne derland 1 miljoen mensen zijn die gedichten schrijven." Zijn eerste bundel Ongewapend kwam uit in 1964 in Groningen waar hij toen woonde. Later ver huisde hij naar Bergen (Noord-Hol land) waar hij een leidinggevende functie vervulde aan de Volkshoge school. Steegstra is pedagoog. Van Bergen ging hij naar Oss om daar aan het ROC, het regionaal opleidin gen centrum Noord-Oost Brabant leiding te geven. Tot zijn pensione ring. Dat hij nu in Tholen woont komt omdat zijn vrouw in Roosen daal werkt (lerares Frans) en het vanuit hier makkelijker is om naar het tweede huis te gaan in Frankrijk. „Toen we hier kwamen kijken, wa ren we meteen verkocht. Het ruikt hier nog naar zee en het huisje is een prachtig poppenhuisje." Zijn laatste werk Indruisen tegen mist zag in 1997 het licht bij uitge verij De Beuk in Amsterdam. Ge middeld verkoopt hij 400 tot 500 exemplaren van zijn dichtbundels. „Dat is voor een bundel niet slecht. Het is bekend dat poëzie slecht ver koopt. Er zijn er maar enkelen die ervan kunnen leven. De meesten hebben een baan. Of ze moeten het hebben van optredens en niet zozeer van de verkoop zelf." Steegstra maakt aantekeningen die vervolgens maanden kunnen blijven liggen voordat hij er mee verder gaat. Dat sleutelen aan woorden en zinnen kan even duren. „Het moet zo lijken dat het in één adem ge schreven is. Soms wordt je dat gege ven, maar meestal niet. Ik ben ook steeds minder gauw tevreden. Want het gaat bij mij niet om emoties, om gevoeligheid in mijn gedichten. Het woord ik komt er ook niet meer in voor." Volgens Steegstra is een dichter te vergelijken met een schilder die over vakmanschap moet beschikken om datgene uit te kunnen beelden wat hij uit wil beelden. „Bij een fietstochtje hier op Tholen kom je langs een bordje met tekst. Daar leun je dan tegen aan als eerste oriëntatie. Maar dat is nog maar het begin. Poëzie is dan een soort onder zoek." Hij was actief bij archeologisch op gravingen tijdens zijn Brabantse pe riode en heeft bijvoorbeeld in Oss de tekst gemaakt voor een gedenkte ken in een woonwijk, samen met de kunstenaar Han Klinkhamer met wie hij veel samenwerkt. Steegstra is gedreven. Of het nu om zijn dichtkunst gaat, de studie cul tuurwetenschappen die hij nu volgt aan de Open Universiteit of over zijn lidmaatschap van de werkgroep open monumentendag Tholen. „Nu ik geen baan meer heb, wil ik een bijdrage leveren aan de gemeen schap door als vrijwilliger mee te helpen. Een nederige taak in het le ven en een makkelijke manier om mensen te leren kennen." Je stapt af en lecst:"Doorde zoute kwel vanuit de Oosterscheldc is het water brak," en op deze hoogwatervluchtplaats, broedkust voor scholekster, visdiefje en kluut, hoor je het nerveus gekrijs van meeuwen opvliegend alsof ze op eieren lopen. Men zegt dat dit rest van de zestiende-eeuwsc snede door Tholen, noemt het Pluimpot om windwuivend riet, stil water waarin eenden bodemdiep duiken. Langs de oevers woekert zeekraal en zeebies, op iets hogere delen rietorchis en voszegge en in bossen broeden ondermeer ransuil en tjiftjaf. Hoe ontwar je watje leest, watje weet, wat je ziet? Voor het hele gezin is er wel wat te beleven." Dat Koedood de enige Tholenaar onder de deelnemers is, vindt hij wel jammer. Hij somt een aantal trans portbedrijven (op het eiland) op waarvan hij zeker weet dat de werk nemers zich goed zullen amuseren. Terwijl ook nog eens de reclame voor Thoolse bedrijven gegaran deerd is. Ook de naamsbekendheid van Tholen zou met wat meer deel- nemers van het eiland zijn gediend, vindt de in Rotterdam geboren Tho lenaar. „Ik woon vanaf mijn zesde jaar in Tholen. Mijn vader was vroe ger eigenaar van café 1' Esperance in Sint-Annaland. Koedood praat eigenlijk liever niet over die periode. „Mijn zusje is in de Voorstraat verongelukt. Ze zou nu 38 zijn geweest." Koedood ver telt hoe de chauffeur van een vrachtwagen van een elektriciteits bedrijf lampen in lantaarnpalen verwisselde. Zijn zusje zat, samen met een vriendje, op de step naar de activiteiten te kijken. Tijdens een manoeuvre van de chauffeur, zo herinnert Koedood zich, raakte de vrachtwagen het stepje. Het vriendje viel op het trottoir, zijn zusje op de straat en ze werd over reden. „Het gezin was in diepe rouw gedompeld", weet hij nog. Hij klinkt wat bitter als hij de reac ties van de dorpsbewoners be schrijft. „In die periode was het op Tholen gebruikelijk dat gestorve nen werden begraven. Toch wilden mijn vader en moeder dat mijn zus je werd gecremeerd. Die beslissing heeft ze in Sint-Annaland de kop gekost. Wie laat z'n eigen kind ver branden, zeiden de mensen en kwamen niet meer in het café van mijn vader. Wc konden de zaak sluiten." Wat Pim Koedood betreft, is de strafmaat nog steeds onbegrijpe lijk. „Mij is bijgebleven dat de chauffeur zonder toezicht van een bijrijder niet achteruit had mogen rijden. De man kreeg een boete van 25 gulden voor die overtreding. Terwijl als je destijds een haas doodreed je op een boete van 250 gulden kon rekenen." Vader Koe dood zat echter niet bij de pakken neer en begon in Oud-Vossemeer opnieuw met een café. Pim zag de horeca niet zo zitten. Hij had veel meer belangstelling voor vrachtwagens. „Ik wilde altijd met iemand in een vrachtwagen meerijden. Vanaf mijn zestiende jaar kon ik al rijden. Bij de aardap- pelhandel van Westdorp in Sint- Annaland. Naar de veiling in Sint- Annaland en soms ook aardappelen uitventen in Den Haag." Op z'n 18e haalde Koedood zijn rijbewijs. „Na drie lessen in een luxe auto bij autorijschool Pipping en twee uur tjes in de vrachtwagen van Hengst- mengel", vertelt hij niet zonder trots. Na een jaartje in de aardappelhan- del kwam de klad een beetje in de sector. Koedood solliciteerde bij scheepswerf De Schelde in Vlis- singen en bracht een jaar in de scheepsbouw door. Ook daar werd het werk minder. „Ik ben voor me zelf begonnen. Visboer. Met een marktwagen in België. Acht jaar. Prachtige handel. Mijn zoon uit mijn eerste huwelijk doet het nu ook", vertelt de Tholenaar. Want het leven van een vrachtwagen chauffeur mag dan bol staan van de vrijheid-blijheidgedachte, een week van huis is een week van huis en niet elke vrouw kan daar lang tegen. Koedood zit nu 15 jaar 'op de baan'. „Eerst bij Intramast uit Oud-Gastel. Heel Europa door. Veel van huis. Soms twee weken aan een stuk. We hadden dat wel met elkaar besproken en ik ver diende ook veel geld in die tijd. Toch kon ze er op den duur niet meer tegen." Koedood maakte we ken van zeventig tot tachtig uur. Slapen deed hij in de auto en intus sen kent hij alle grote parkeerplaat sen van Frankrijk, Spanje en Italië. „Nee, nooit narigheid gehad. Nooit overvallen. Geen asielzoekers. Ik deed autotransporten, maar ben nog geen schroefje kwijt geraakt." Hij heeft de criminaliteit ook wei nig kans gegeven. „Als je naar Na pels ging voor leveranties aan het Amerikaanse leger bijvoorbeeld en je kwam 's nachts aan, dan ging je niet in Napels staan, maar veertig kilometer ervoor. Op een beveilig de plek." Intramast kreeg in het begin van de jaren '90 minder werk en Koedood stapte over naar transportbedrijf Geuze in Sint-Annaland. „Veel dis- tributiewerk in Nederland." Van Geuze ging hij naar de Rotterdamse fruittransporteur Citronas. „Wat meer thuis. Veel werk in Nederland en België via de verlader Transport centrale. Citronas deed echter zijn enige vrachtwagen weg en nu werk ik al weer vier jaar voor de Trans portcentrale. Met die vrachtwagen ga ik naar het truckfestival." Koedood vindt het vak van chauffeur nog steeds het mooiste dat er is. „Vooral dat gevoel van vrijheid dat je hebt. Ik moet er niet aan denken veertig uur per week in een loods op een heftruck te zitten. Ik moet buitenlucht zien." Koedood is intussen hertrouwd en heeft twee jonge kinderen. „Ik ben graag weg, maar kom weer net zo graag snel thuis." Dat betekent niet dat Koe dood kortere werkweken maakt. „Het wordt steeds gekker in het ver keer. Als je je vracht ergens op tijd wilt afleveren, moet je vaak 's och tends om halfvijf de deur uit. Dan blijf je de file voor." Koedood heeft maar weinig goede woorden over voor de bestuurders van luxe auto's. „Het is vechten om elke centimeter. De mensen worden steeds sneller kwaad. Vooral als een vrachtwagen gaat inhalen. Inhalen is een menselijke reactie. Als een wagen voor je tachtig rijdt en jij rijdt 81dan haal je in. Het is alleen jammer dat de vrachtwagen die wordt ingehaald niet even wat gas mindert. Dan ben ik er sneller voor bij en krijg je geen sliert luxe auto's achter je." Daar zal in september weinig spra ke van zijn. Dan glinstert zijn DAF de bezoekers tegemoet. „Een prach tige wagen. Mooi geluid." Maar wat hem betreft mag de Scania er ook zijn. Of de Mack. „Het mooist vind ik de Pieter Bilt. Een Amerikaanse vrachtwagen. Niet zo comfortabel als de DAF, maar erg indrukwek kend met zijn enorme neus." Vol gens Koedood rijden er nog geen 100 van in Nederland. Op SixFlags Holland in de Flevopolder hoopt hij er enkele tegen te komen. „Een heerlijk festival. Beetje rondlopen, potje bier, barbecue en elkaar ver halen vertellen over wat je hebt meegemaakt. Ja, naarmate het weekend vordert, worden de verha len sterker. Maar je kunt zien dat truckers een grote familie zijn. Vooral in het buitenland helpen we elkaar. Desnoods rijden we honderd kilometer extra om elkaar te komen helpen." Koedood erkent dat het een man nenwereld is. Toch signaleert hij steeds meer vrouwelijke chauffeurs. „En ze rijden goed. Alleen zie ik ze nog niet zo snel op de vluchtstrook een wiel wisselen. Of een container dichtmaken. Daar is veel lichamelij ke kracht voor nodig."

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 9