'Het moet zo lijken alsof het
in één adem geschreven is'
'Parkeerprobleem voor vrachtwagens
dreigt een groot drama te worden'
Heemkundekring strijdt
tegen 'geheugenverlies'
Zuinig zijn
op rijkdom van
gemeentearchief
Fietstochtje
Donderdag 5 juli 2001
eendachtbode, de thoolse courant
9
Activiteiten rond monumentendag en kunstroute
Wat elders in de provincie lukt, dat kun je op Tholen wel
vergeten, had Aad de Klerk, consulent regionale ge
schiedbeoefening van de stichting cultureel erfgoed Zee
land uit Middelburg meegekregen. Hij kwam dus maan
dagavond niet met een eenvoudige opgave naar het
gemeentehuis in Sint-Maartensdijk voor oprichting van
een heemkundekring op Tholen, de laatste witte vlek in
de provincie. Maar De Klerk zag het eerder als een uit
daging om het tegendeel te bewijzen, dan als een advies
om zich er maar bij neer te leggen.
Spannend
Te pluriform
Gedurfde gedachte
Vossemeersedijk
ruim 1 maand dicht
bij aanleg rotonde
Deltaweg Tholen
Dichter os Steegstra (61lid werkgroep open monumentendag Tholen
Als je ergens gaat wonen moet je kwartier maken, zegt
Jos Steegstra die een half jaar geleden in Tholen kwam
wonen. Dat doet de gepensioneerde ROC-directeur door
lid te worden van de werkgroep open monumentendag
Tholen, maar hij doet dat ook als dichter in zijn poëzie.
Zijn eerste indrukken van het eiland staan al op papier.
Een gedicht over De Pluimpot gaat over de afgedamde
geul maar ook over de vraag hoe te ontwarren wat de
toeschouwer ziet als hij ergens aankomt. Steegstra maakt
al \eertig jaar poëzie. Er verschenen 12 bundels van zijn
haid. De dertiende komt begin oktober uit in Bergen op
Zoom.
Vrachtwagenchauffeur Pim Koedood uit Tholen bij Mega Truck Festival
Tholea zorgt maar slecht voor zijn vrachtwagen
chauffeurs, vindt Pim Koedood (43) uit Tholen-stad.
„Het parkeerprobleem hier dreigt een groot drama te
worden Binnen de bebouwde kom mag je niet parke
ren, terwijl ergens anders geen plaats is. Er zijn hier
minstens acht vrachtwagenchauffeurs die zich elke
avond een slag in de rondte rijden om hun wagen weg te
zetten. En ik ga niet - zoals chauffeurs in Poortvliet
moeten - parkeren bij de Chinees in Scherpenisse. Dan
moetje met de auto naar je auto. Dat is toch te gek voor
woorden?!'
Vooral
Ruikt naar zee
Gedenkteken
Drie lessen
File voorblijven
Enorme neus
„Bij de cursus .Geschiedenis te kijk
Het verleden van Tholen en Sint-
Philipsland in beeld' ging het begin
dit jaar immers net zo. Tot ons aller
vreugde werd dat echter een groot
succes met 45 deelnemers. Daar was
hele grote tevredenheid over. En uit
de 20 ingevulde enquêteformulieren
bleek, dat er 17 ja zeiden tegen een
heemkundekring Tholen. Twee ble
ken er lid te zijn van Philippuslandt
en slechts 1 antwoordde nee. Van de
20 waren er 13 bereid om donateur
te worden, 6 eventueel en 1 voelde
naar niet voor. Als belangrijkste on
derwerp noemden 17 mensen de
dorps- en streekgeschiedenis, 13
monumenten, 12 archeologie, 8
streekmuseum en 6 genealogie. Ne
gen mensen wilden wel meewerken
aan de oprichting van een heemkun
dekring Tholen, negen anderen ga
ven neen als antwoord."
Volgens de Klerk neemt de belang
stelling voor vroeger toe. „Of je
daar nu het etiket heemkunde, ge
schiedenis of cultuurhistorie op
plakt. Geschiedenis is ontzettend
leuk, boeiend, aardig en spannend.
Veldnamen, kleine monumenten,
verhalen en overleveringen, het is
soms een race tegen de klok om het
nog te behouden. Een heemkunde
kring levert strijd tegen geheugen
verlies. En met Huizinga zeg ik: wie
het verleden niet kent, heeft geen
recht op de toekomst."
De consulent zag een heemkunde
kring bij het vervagen van de gren
zen en de invoering van de euro als
een tegenbeweging voor het behoud
van regionale sentimenten. „Er zijn
lieden die willen dat alles op elkaar
gaat lijken, maar het eigene dient
juist geaccentueerd en levendig ge
houden te worden."
De heemkundekring Sint-Philips-
land doet daar als jongste loot aan
mee met 150 leden en Halsteren met
370 leden onder wie 15 van Tholen.
Philippine heeft er 230, Middelburg
zelfs 2500. J. Kempeneers vertelde
over zijn ervaringen in Sint-Philips-
land. Hij stond pas met zijn medebe
stuurders op de braderie. Een dia
avond trok een heleboel mensen
over de streep, want voor die tijd
bleek de drempel te hoog. Drs. W.
Heijbroek herinnerde aan Stadsher
stel Tholen, dat 85 leden telde, maar
na aankoop van een pand aan de
Ring in Oud-Vossemeer liep de ver
eniging op de klippen. Als Huis en
Heem gingen een aantal mensen nog
door. Zo is er een inventarisatie van
boerderijen vastgelegd. De Bond
Heemschut, de laatste benaming
voor de groep, heeft zelfs nog een
potje met geld, vertelde Heijbroek.
De heemkundekring Tholen in op
richting zou dat wel kunnen gebrui
ken. Overigens kreeg Sint-Philips-
land 1500 gulden startsubsidie van
de gemeente, zodat Tholen mis
schien ook een beroep kan doen op
de lokale overheid. Erkenning door
een gemeentebestuur achtte De
Klerk zeker op zijn plaats.
A. van Oost uit Tholen is bestuurslid
van de heemkundekring Halsteren,
waar gemiddeld zo'n 35 van de 370
leden de vergaderingen bezoeken.
Hij schetste, dat Sint-Philipsland
een meer homogene gemeenschap is
dan Tholen. „De pluriformiteit van
Tholen is enorm. Denk aan de ker
kelijke gezindten, koren, jeugdver
enigingen, sportclubs, enz. En de
agenda's van de mensen zijn vol",
aldus Van Oost, die het moeilijk
vond om draagvlak te vinden voor
oprichting van een heemkundekring
Tholen en dan ook nog voor conti
nuïteit te zorgen.
„Je komt er pas achter door te begin
nen en de seinen staan eerder op
groen dan op rood", concludeerde
De Klerk. „Als de tijd nu niet rijp is,
dan weet ik het niet meer. Maar ik
heb liever in alle zorgvuldigheid een
voorbereidingsfase, dan onder druk
een oprichting regelen."
Potentieel is er wel, daarvan was
ook voorzitter drs. Th.G.A. Wester-
veld van streekmuseum de Meestoof
overtuigd. „Als je ziet dat Ko van
Oeveren met zijn mensen in Stave-
nisse 500 mensen naar een fototen
toonstelling krijgt, dan is er grote
betrokkenheid dankzij herkenbaar
heid. Dat streven we in het museum
ook na en voor de heemkundekring
moeten we ook zo'n formule schep
pen. Voor de Meestoof zie ik een
heemkundekring als een welkome
aanvulling en verdieping. Het muse
um zou ook als onderkomen kunnen
dienen", zei Westerveld. De hete
rogeniteit waarover Van Oost sprak,
had Westerveld ook bij het museum
ervaren, maar dat wordt toch lang
zaam, maar zeker minder. Ook L.
Hage sprak over onderlinge rivali
teit. De Klerk merkte vanuit zijn ja
renlange ervaring op, dat import
mensen vaak een heemkundige
kring oprichten, waarna de au-'o-
tochtone bevolking later aansluit
omdat die het ook wel ziet zitten.
Hij waarschuwde ervoor om mensen
van buiten nooit te laten domineren.
Plaatselijke mensen dienen mede
vorm te geven aan zo'n heemkundi
ge kring.
Plaatselijk een draagvlak scheppen,
noemde J. Kempeneers het geheim
van een heemkundekring. „Aan de
gemeentelijke herindeling zijn we in
Sint-Philipsland wel gewend, maar
we blijven Fluplanders." S. Nieuw
koop had dat in zijn vorige woon
plaats Willemstad ook ervaren. „Na
verlies van de zelfstandigheid neemt
de eigen identiteit toe. De geschiede
nis is belangrijk. Een diaserie heeft
de Sint-Philipslanders uit hun huizen
gekregen, op Tholen moeten we ook
bekijken wat ons samen kan binden.
Er zijn ideeën genoeg, zoals bijvoor
beeld een kunstroute op monumen
tendag, maar mensen moeten hun
schouders eronder zetten. Het gaat
om bevlogenheid met continuïteit.
En eenheid in verscheidenheid."
Heijbroek stelde, dat onder de 700
leden van de streekmuseumvereni
ging een potentieel aanwezig is voor
de heemkundekring. Hij noemde het
een gedurfde gedachte om een koe
pel te vormen, waaronder zich dan
ook Sint-Philipsland zou scharen.
„We hebben elkaar in elk geval no
dig", zei Kempeneers.
Van Oost meende, dat er te weinig
gangmakers zijn op Tholen. „Als
zich niet een aantal mensen willen
inspannen, dan kunnen we het verge
ten", zei De Klerk. Toen kwamen er
tenslotte nog vijf aanwezigen in de
werkgroep die het plan voor oprich
ting van een heemkundekring Tho
len nader gaat uitwerken. Aangezien
zich ook acht geïnteresseerden we
gens vakantie e.d. hadden afgemeld,
is het aantal gegadigden misschien
nog groter. Na de zomervakantie zal
blijken of er verder draagvlak gevon
den kan worden voor een heemkun
dekring Tholen.
De Thoolse bevolking is mat gesla
gen door het beleid van het gemeen
tebestuur om geen oud archief meer
onder te brengen in het nieuwe ge
meentehuis. Dat zei Anton van Oost
uit Tholen na een belronde onder
potentiële gegadigden voor de op
richting van een heemkundekring.
„Jammer, maar het plan voor slui
ting van het gemeentearchief onder
mijnt de pogingen om een Thoolse
heemkundevereniging te stichten.
Als het archief wegvalt, waar doen
we het dan nog voor, kreeg ik te ho
ren. Het gemeentearchief is inder
daad een belangrijke bron voor ons
werk. Gezien de commotie hier
over, valt het me op, dat er zo wei
nig mensen zijn", zei Van Oost.
„Het archief kan niet weg en gaat
ook niet weg!", zei Jan Kempe
neers uit Sint-Philipsland resoluut.
Hij noemde de medewerking van
archivaris Zuurdeeg van groot be
lang voor een heemkundige kring.
Simon Nieuwkoop uit Tholen had
bij zijn komst uit Willemstad, waar
de heemkunde-vonk al was overge
slagen, een hele cultuurhistorische
verzameling in het Thoolse archief
aangetroffen. „Heel bijzonder. Wat
een rijkdom hier! Daar moeten we
zuinig op zijn. Maar je moet het zo
niet laten staan. We moeten er- veel
meer mee doen", aldus Nieuwkoop,
die benadrukte als privé-persoon te
spreken. (Nieuwkoop is gemeente
secretaris van Tholen-red).
A. Verswijveren herinnerde nog aan
de tijd, dat Andreas Kloet met het
veer Gorishoek-Yerseke op de fiets
naar het archief in Middelburg ging.
Hij wilde op Tholen een archief
houden en niet afhankelijk worden
van de Zeeuwse hoofdstad.
De provincie houdt woensdag spe
ciaal voor de bedrijven in de Slab-
becoornpolder en op Welgelegen
een inloopmiddag in verband met
de aanleg van een rotonde op het
kruispunt Deltaweg/Oud-Vosse
meersedijk. Op 11 juli kan men tus
sen half vijf en zes uur in de Gast
huiskapel in de Kerkstraat te
Tholen terecht. Daar zijn ontwerp
tekeningen te zien en geven mede
werkers van de provincie een toe
lichting. Begin september begint de
aanleg van de rotonde. Het karwei
duurt tot eind oktober. Tegelijk
wordt het fietspad en een deel van
de Oud-Vossemeersedijk van een
nieuwe asfaltlaag voorzien. Het
kruispunt Deltaweg en de Oud-Vos
semeersedijk worden tussen 3 sep
tember en 12 oktober voor alle ver
keer afgesloten. Het verkeer naar
bedrijventerrein Slabbecoornpolder
wordt via een tijdelijke aansluiting
op de Eendrachtsweg omgeleid.
Het verkeer van en naar Oud-Vos-
semeer wordt omgeleid via de
Grindweg, Ten Ankerweg, Postweg
richting Poortvliet en via de Ka-
dijk, Hogeweg, Duivekeetseweg
naar de Molenweg in Oud-Vosse
meer. Wie de inloopmiddag niet
kan bezoeken, kan nog informatie
krijgen bij mevr. S. Vermeirssen,
tel. 0118-631565.
Jos Steegstra i neergestreken in een monumentaal pandje in de Visstraat in Tholen.
Ovtral waar Steegstra aankomt,
vra:gt de dichter zich dat af wat hij
ziet Door studie probeert hij erach
ter e komen wat er schuilgaat achter
de |lekken die hij bezoekt. Dan pas
kumen zijn gedichten groeien tot
een volwaardig gedicht. Fysieke
aanvezigheid en reflectie op de ge
schiedenis van de plek spelen een
rol in het werk van Steegstra (61).
Zijn belangstelling voor archeologie
neemt daarbij een prominente plaats
in.
Een heel recent voorbeeld van wat
Steegstra bezighoudt, is onlangs
onthuld in het nieuwe park Kijk in
de Pot in Bergen op Zoom. Daar ligt
een 'tijdscapsule' met een tekst van
hem die geschreven is voor die plek,
maar voor alle plekken kan dienen
waar de geschiedenis zijn sporen
heeft achtergelaten:
'Grond die je omwoelt
is heilig om al zolang:
het ongewiste laat zich
ontfutselen door ieder
die op de knieën gaat.'
Steegstra kan het niet laten om, waar
hij ook komt, te bukken voor steen
tjes of scherfjes en ze op te rapen en
mee naar huis te nemen. Het idee
dat iemand anders, misschien eeu
wen geleden ze ook in de hand heeft
gehad, fascineert hem. Hij laat een
Romeinse dakpan zien, een stukje
eenvoudig gebakken aardewerk,
maar wel met de afdruk van een
hondenpoot erin. „Als ik dit zie, ben
ik dichter bij Rome. Het zijn tekens
van vroeger. Net als een landschap
tekens van vroeger heeft. Beide zijn
voor mij een bron van inspiratie."
Steegstra praat daar graag over en
als hij de kans krijgt aan een stuk
door. Veert onmiddellijk weer op om
te illustreren wat hij bedoelt, hoe hij
in het leven staat, wat hem beweegt.
Bij een bezoek aan de Rammegors
bijvoorbeeld, vindt hij veertjes en
een lege eierschaal. „Ik weet dat
hier een vogel uit is gekomen. Dat
brengt me aan het dromen. Ik zie het
als signalen. Net als scherven. Het
heeft allemaal betekenis."
De lege eierschaal, een fietstochtje,
maar ook een krantenbericht kan
voor Steegstra aanleiding zijn voor
een gedicht. „Meestal is het alleen
een aanzet. Dan volgt de studie over
dat onderwerp. Dan ga ik me docu
menteren. Ik kan me er eindeloos in
verdiepen."
Koeiood parkeert zelf zijn wagen op industrieterrein Noord, vlakbij de Timpa. Maar Tholen heeft voor vrachtwagens te weinig plaats vindt hij.
Soms is er plek op industrieterrein
Noord, in de buurt van Timpa of
het autobedrijf van Bal. Koedood:
„Hooguit in het weekeinde kun je
daar een plaatsje vinden. De rest
van de week staat het vol. Met au
to's van Bal er auto's van het per
soneel van Tirrpa. Ik ken vrouwen
die drie straten verder wonen, en
werken bij Timpa. Die komen
tóch met de auto. Dat betekent
zoeken, rondrijden, keren, je
wordt er niet goed van. Zeker niet
als je de hele dag hard hebt ge
werkt en je teiug naar je gezin
wilt." Als het parkeren helemaal
niet lukt, wijkt Koedood uit naar
de haven in Tholen. „Vooral als je
overdag wat vroeger thuis bent, is
daar nog plaats. Soms ga ik 's
avonds terug om de auto daar weg
te halen en hem op het industrie
terrein te parkeren."
De oplossing is wat Koedood be
treft simpel en goedkoop. „Op in
dustrieterrein Slabbecoornpolder.
Rechts onder de brug. Daar ligt
een stukje grond waar niets mee
wordt gedaan. Leg er stenen neer,
zet er een hek omheen en geef ie
dere chauffeur een sleutel van het
hek. Ik ben ervan overtuigd dat de
werkgevers voor een goed en be
veiligd parkeerterrein wel wat
over hebben. De chauffeur is, via
het fietspad dat daar ligt, binnen
een paar minuten in de bebouwde
kom van Tholen." In diezelfde
omgeving is de bouw van het
nieuwe gemeentehuis gepland.
„Maak daar dan gelijk een par
keerplaats voor vrachtwagens. Dat
gaat in een moeite door."
Meer ruimte voor vrachtwagens
krijgen Koedood en zijn collega's
tijdens het Mega Truck Festival in
het voormalige pretpark Walibi
Flevo. Het park heet nu SixFlags
Holland en is onder meer in het
weekeinde van 23 en 24 september
het decor van het truckfestival.
Koedood vertegenwoordigt daar
Tholen met een fraaie DAF van
zijn werkgever Transportcentrale
in Rotterdam. Koedood doet er
voor de tweede keer mee. „Er valt
'van alles te beleven", wijst hij op
de folder van het organiserende
VDB Promotions in Hoeven. VDB
verwacht honderden vrachtauto-
chauffeurs die zich bezighouden
met de presentatie van het fraaiste
exemplaar, met wedstrijden en
showprogramma's. Bij dat laatste
ontbreekt Neerlands bekendste
trucker Henk Wijngaard uiteraard
niet. Er komen oldtimers, histori
sche trucks, miniaturen, onderde
len en er zijn behendigheidswed
strijden. Koedood: „Het is voor
truckers vooral gezellig. Er is veel
te eten, te drinken en te kletsen.
Die verdieping is terug te vinden in
het eindresultaat. Het is een werk
wijze die in veel van zijn bundels is
te herkennen. Tot nu toe verschenen
er twaalf. De dertiende staat op sta
pel en moet in het najaar verschijnen
bij de uitgeverij WEL in Bergen op
Zoom. Het wordt een soort bloemle
zing met 100 gedichten met 40 nieu
we. Hij kent de uitgeverij door zijn
literaire kontakten in het Brabantse.
En is ook lid van Bozaar, een nieu
we kunstensociëteit van Bergen op
Zoom en omstreken.
Steegstra werd in Groningen gebo
ren en begon al vroeg met dichten.
Als zovelen als puber, maar hij is het
blijven doen. Al ruim veertig jaar
wijdt hij zich aan poëzie en heeft
ook steeds uitgevers gevonden die
zijn werk wilden uitgeven. Hij heeft
een kleine kring van vaste lezers en
is blij dat hij zijn werk al die jaren
heeft kunnen laten drukken. „Ik
hoef dat nooit in eigen beheer te
doen. Dat is een voorrecht. Je moet
je realiseren dat er alleen al in Ne
derland 1 miljoen mensen zijn die
gedichten schrijven."
Zijn eerste bundel Ongewapend
kwam uit in 1964 in Groningen
waar hij toen woonde. Later ver
huisde hij naar Bergen (Noord-Hol
land) waar hij een leidinggevende
functie vervulde aan de Volkshoge
school. Steegstra is pedagoog. Van
Bergen ging hij naar Oss om daar
aan het ROC, het regionaal opleidin
gen centrum Noord-Oost Brabant
leiding te geven. Tot zijn pensione
ring. Dat hij nu in Tholen woont
komt omdat zijn vrouw in Roosen
daal werkt (lerares Frans) en het
vanuit hier makkelijker is om naar
het tweede huis te gaan in Frankrijk.
„Toen we hier kwamen kijken, wa
ren we meteen verkocht. Het ruikt
hier nog naar zee en het huisje is een
prachtig poppenhuisje."
Zijn laatste werk Indruisen tegen
mist zag in 1997 het licht bij uitge
verij De Beuk in Amsterdam. Ge
middeld verkoopt hij 400 tot 500
exemplaren van zijn dichtbundels.
„Dat is voor een bundel niet slecht.
Het is bekend dat poëzie slecht ver
koopt. Er zijn er maar enkelen die
ervan kunnen leven. De meesten
hebben een baan. Of ze moeten het
hebben van optredens en niet zozeer
van de verkoop zelf."
Steegstra maakt aantekeningen die
vervolgens maanden kunnen blijven
liggen voordat hij er mee verder
gaat. Dat sleutelen aan woorden en
zinnen kan even duren. „Het moet
zo lijken dat het in één adem ge
schreven is. Soms wordt je dat gege
ven, maar meestal niet. Ik ben ook
steeds minder gauw tevreden. Want
het gaat bij mij niet om emoties, om
gevoeligheid in mijn gedichten. Het
woord ik komt er ook niet meer in
voor."
Volgens Steegstra is een dichter te
vergelijken met een schilder die
over vakmanschap moet beschikken
om datgene uit te kunnen beelden
wat hij uit wil beelden. „Bij een
fietstochtje hier op Tholen kom je
langs een bordje met tekst. Daar
leun je dan tegen aan als eerste
oriëntatie. Maar dat is nog maar het
begin. Poëzie is dan een soort onder
zoek."
Hij was actief bij archeologisch op
gravingen tijdens zijn Brabantse pe
riode en heeft bijvoorbeeld in Oss
de tekst gemaakt voor een gedenkte
ken in een woonwijk, samen met de
kunstenaar Han Klinkhamer met
wie hij veel samenwerkt.
Steegstra is gedreven. Of het nu om
zijn dichtkunst gaat, de studie cul
tuurwetenschappen die hij nu volgt
aan de Open Universiteit of over
zijn lidmaatschap van de werkgroep
open monumentendag Tholen. „Nu
ik geen baan meer heb, wil ik een
bijdrage leveren aan de gemeen
schap door als vrijwilliger mee te
helpen. Een nederige taak in het le
ven en een makkelijke manier om
mensen te leren kennen."
Je stapt af en lecst:"Doorde zoute kwel
vanuit de Oosterscheldc is het water brak,"
en op deze hoogwatervluchtplaats, broedkust
voor scholekster, visdiefje en kluut, hoor je
het nerveus gekrijs van meeuwen opvliegend
alsof ze op eieren lopen. Men zegt dat dit rest
van de zestiende-eeuwsc snede door Tholen,
noemt het Pluimpot om windwuivend riet,
stil water waarin eenden bodemdiep duiken.
Langs de oevers woekert zeekraal en zeebies,
op iets hogere delen rietorchis en voszegge en
in bossen broeden ondermeer ransuil en tjiftjaf.
Hoe ontwar je watje leest, watje weet, wat je ziet?
Voor het hele gezin is er wel wat te
beleven."
Dat Koedood de enige Tholenaar
onder de deelnemers is, vindt hij wel
jammer. Hij somt een aantal trans
portbedrijven (op het eiland) op
waarvan hij zeker weet dat de werk
nemers zich goed zullen amuseren.
Terwijl ook nog eens de reclame
voor Thoolse bedrijven gegaran
deerd is. Ook de naamsbekendheid
van Tholen zou met wat meer deel-
nemers van het eiland zijn gediend,
vindt de in Rotterdam geboren Tho
lenaar. „Ik woon vanaf mijn zesde
jaar in Tholen. Mijn vader was vroe
ger eigenaar van café 1' Esperance in
Sint-Annaland.
Koedood praat eigenlijk liever niet
over die periode. „Mijn zusje is in
de Voorstraat verongelukt. Ze zou
nu 38 zijn geweest." Koedood ver
telt hoe de chauffeur van een
vrachtwagen van een elektriciteits
bedrijf lampen in lantaarnpalen
verwisselde. Zijn zusje zat, samen
met een vriendje, op de step naar
de activiteiten te kijken. Tijdens
een manoeuvre van de chauffeur,
zo herinnert Koedood zich, raakte
de vrachtwagen het stepje. Het
vriendje viel op het trottoir, zijn
zusje op de straat en ze werd over
reden. „Het gezin was in diepe
rouw gedompeld", weet hij nog.
Hij klinkt wat bitter als hij de reac
ties van de dorpsbewoners be
schrijft. „In die periode was het op
Tholen gebruikelijk dat gestorve
nen werden begraven. Toch wilden
mijn vader en moeder dat mijn zus
je werd gecremeerd. Die beslissing
heeft ze in Sint-Annaland de kop
gekost. Wie laat z'n eigen kind ver
branden, zeiden de mensen en
kwamen niet meer in het café van
mijn vader. Wc konden de zaak
sluiten."
Wat Pim Koedood betreft, is de
strafmaat nog steeds onbegrijpe
lijk. „Mij is bijgebleven dat de
chauffeur zonder toezicht van een
bijrijder niet achteruit had mogen
rijden. De man kreeg een boete van
25 gulden voor die overtreding.
Terwijl als je destijds een haas
doodreed je op een boete van 250
gulden kon rekenen." Vader Koe
dood zat echter niet bij de pakken
neer en begon in Oud-Vossemeer
opnieuw met een café.
Pim zag de horeca niet zo zitten.
Hij had veel meer belangstelling
voor vrachtwagens. „Ik wilde altijd
met iemand in een vrachtwagen
meerijden. Vanaf mijn zestiende
jaar kon ik al rijden. Bij de aardap-
pelhandel van Westdorp in Sint-
Annaland. Naar de veiling in Sint-
Annaland en soms ook aardappelen
uitventen in Den Haag." Op z'n
18e haalde Koedood zijn rijbewijs.
„Na drie lessen in een luxe auto bij
autorijschool Pipping en twee uur
tjes in de vrachtwagen van Hengst-
mengel", vertelt hij niet zonder
trots.
Na een jaartje in de aardappelhan-
del kwam de klad een beetje in de
sector. Koedood solliciteerde bij
scheepswerf De Schelde in Vlis-
singen en bracht een jaar in de
scheepsbouw door. Ook daar werd
het werk minder. „Ik ben voor me
zelf begonnen. Visboer. Met een
marktwagen in België. Acht jaar.
Prachtige handel. Mijn zoon uit
mijn eerste huwelijk doet het nu
ook", vertelt de Tholenaar. Want
het leven van een vrachtwagen
chauffeur mag dan bol staan van
de vrijheid-blijheidgedachte, een
week van huis is een week van
huis en niet elke vrouw kan daar
lang tegen.
Koedood zit nu 15 jaar 'op de
baan'. „Eerst bij Intramast uit
Oud-Gastel. Heel Europa door.
Veel van huis. Soms twee weken
aan een stuk. We hadden dat wel
met elkaar besproken en ik ver
diende ook veel geld in die tijd.
Toch kon ze er op den duur niet
meer tegen." Koedood maakte we
ken van zeventig tot tachtig uur.
Slapen deed hij in de auto en intus
sen kent hij alle grote parkeerplaat
sen van Frankrijk, Spanje en Italië.
„Nee, nooit narigheid gehad. Nooit
overvallen. Geen asielzoekers. Ik
deed autotransporten, maar ben
nog geen schroefje kwijt geraakt."
Hij heeft de criminaliteit ook wei
nig kans gegeven. „Als je naar Na
pels ging voor leveranties aan het
Amerikaanse leger bijvoorbeeld en
je kwam 's nachts aan, dan ging je
niet in Napels staan, maar veertig
kilometer ervoor. Op een beveilig
de plek."
Intramast kreeg in het begin van de
jaren '90 minder werk en Koedood
stapte over naar transportbedrijf
Geuze in Sint-Annaland. „Veel dis-
tributiewerk in Nederland." Van
Geuze ging hij naar de Rotterdamse
fruittransporteur Citronas. „Wat
meer thuis. Veel werk in Nederland
en België via de verlader Transport
centrale. Citronas deed echter zijn
enige vrachtwagen weg en nu werk
ik al weer vier jaar voor de Trans
portcentrale. Met die vrachtwagen
ga ik naar het truckfestival."
Koedood vindt het vak van
chauffeur nog steeds het mooiste
dat er is. „Vooral dat gevoel van
vrijheid dat je hebt. Ik moet er niet
aan denken veertig uur per week in
een loods op een heftruck te zitten.
Ik moet buitenlucht zien." Koedood
is intussen hertrouwd en heeft twee
jonge kinderen. „Ik ben graag weg,
maar kom weer net zo graag snel
thuis." Dat betekent niet dat Koe
dood kortere werkweken maakt.
„Het wordt steeds gekker in het ver
keer. Als je je vracht ergens op tijd
wilt afleveren, moet je vaak 's och
tends om halfvijf de deur uit. Dan
blijf je de file voor."
Koedood heeft maar weinig goede
woorden over voor de bestuurders
van luxe auto's. „Het is vechten om
elke centimeter. De mensen worden
steeds sneller kwaad. Vooral als een
vrachtwagen gaat inhalen. Inhalen
is een menselijke reactie. Als een
wagen voor je tachtig rijdt en jij
rijdt 81dan haal je in. Het is alleen
jammer dat de vrachtwagen die
wordt ingehaald niet even wat gas
mindert. Dan ben ik er sneller voor
bij en krijg je geen sliert luxe auto's
achter je."
Daar zal in september weinig spra
ke van zijn. Dan glinstert zijn DAF
de bezoekers tegemoet. „Een prach
tige wagen. Mooi geluid." Maar wat
hem betreft mag de Scania er ook
zijn. Of de Mack. „Het mooist vind
ik de Pieter Bilt. Een Amerikaanse
vrachtwagen. Niet zo comfortabel
als de DAF, maar erg indrukwek
kend met zijn enorme neus." Vol
gens Koedood rijden er nog geen
100 van in Nederland. Op SixFlags
Holland in de Flevopolder hoopt hij
er enkele tegen te komen. „Een
heerlijk festival. Beetje rondlopen,
potje bier, barbecue en elkaar ver
halen vertellen over wat je hebt
meegemaakt. Ja, naarmate het
weekend vordert, worden de verha
len sterker. Maar je kunt zien dat
truckers een grote familie zijn.
Vooral in het buitenland helpen we
elkaar. Desnoods rijden we honderd
kilometer extra om elkaar te komen
helpen."
Koedood erkent dat het een man
nenwereld is. Toch signaleert hij
steeds meer vrouwelijke chauffeurs.
„En ze rijden goed. Alleen zie ik ze
nog niet zo snel op de vluchtstrook
een wiel wisselen. Of een container
dichtmaken. Daar is veel lichamelij
ke kracht voor nodig."