'Kinderen mogen best zweten
en zwoegen voor een repetitie'
Venekamp geen doorsnee leraar
en ook nog lang niet uitgesproken
Brandveiligheid horeca
jaarlijks gecontroleerd
Flauwvallen
Chris van 't Hof (46) een kwart eeuw actiefin Thools onderwijs
Stagiaires
SGP-raadslid
Ruim vijftig oud-leerlingen bij afscheid op Schelde college
Donderdag 21 juni 2001
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Wat hem morgen (vrijdag) allemaal te wachten staat tij
dens de viering van zijn zilveren jubileum weet hij niet,
maar het gonst van de activiteiten in en buiten het
schoolgebouw. „Ze zeggen dat ik in een luchtballon
moet. Dat is een fabeltje. Ze proberen me gewoon ze
nuwachtig te maken,'*-zegt directeur Chris van 't Hof van
de christelijke basisschool Koningin Juliana in Sint-Phi
lipsland. De school maakte de afgelopen acht jaar een
sterke groei door met zo'n vijftig kinderen. Uitbreiding
staat op stapel, maar er komt eerst een leerlingenstop.
Juliana van Stolberg
Vroege aardappel
Kunstmest
Mondiger
Standje gekregen
Kleurrijk figuur
Bordwerk knudde
Distelverordening
Rammegors
Gebruiksvergunning in de toekomst verplicht
Thoolse horecagelegenheden en dorpshuizen gaan jaar
lijks gecontroleerd worden op naleving van de brandvei
ligheidsvoorschriften. Burgemeester W. Nuis heeft dat
gezegd in de commissie algemeen bestuur en welzijn,
waar de resultaten van een controle bij 28 gebouwen
werd besproken. Wanneer zaken niet kloppen, wordt er
opgetreden. Maar dat kan pas als er gebruiksvergunnin
gen verstrekt zijn. De controle wees uit dat er nauwelijks
afwijkingen zijn van de afgegeven bouwvergunningen.
Maar in zestien gevallen speelt een beperking van het
aantal bezoekers doordat toegangsdeuren naar binnen
draaien. In elf gelegenheden bleken nooduitgangen ge
blokkeerd en in twaalf gevallen bleek achter de bar en in
de keuken geen brandblusser aanwezig.
Veiligheidsinstructie
JL
Er zitten nu 200 leerlingen op
school. Over enkele weken gaan er
24 af,, maar volgens de prognose ko
men ef in augustus ook al 21 bij.
„Elk kind dat vier is, mag naar
school. Die komen er tijdens het
schooljaar bij. Na de peildatum van
1 oktober verwachten we ook nog
ëens 25 leerlingen. Dan krijg je
straks een groep van 45 kinderen.
Dat is niet te doen. Dit hebben we
nog nooit meegemaakt. Daarom
gaan we vanaf 1 december een leer
lingenstop invoeren. Dan zitten we
op 30 tot 33 kinderen. Dat is het
maximum. We proberen wel of kin
deren vanaf hun vierde jaar één of
anderhalve dag naar school kunnen
komen om ze toch al kennis te laten
maken."
Te geestdriftig was Van 't Hof
toen hij op een warme zomer
dag de moord op Willem van
Oranje aan de leerlingen uit
groep acht uit de doeken deed.
Op het moment dat Balthasar
Gerards achter een pilaar klaar
staat om de aanslag te plegen,
valt een van de leerlingen in de
klas flauw. „Dat gaf paniek na
tuurlijk. We hebben het kind
uit het lokaal gedragen. Maar
toen ik weer de klas binnen
kwam viel er weer een kind
flauw. Volgens de huisarts was
het een combinatie van warm
weer en mijn manier van ver
tellen geweest. Te realistisch.
Vanaf dat moment vertel ik het
minder spannend."
De maatregel van een leerlingen
stop is niet nieuw voor de Koningin
Juliana. Afgelopen schooljaar was
die ook al van kracht, maar dan van
af 1 april. De groei die de school
doormaakt, geeft problemen met de
huisvesting. „We zitten nu al overal
les te geven. In de gemeenschaps
ruimte en ook in de gymnastiek-
ruimte. Als de peuterspeelzaal en de
bibliotheek worden afgebroken, ko
men er straks drie nieuwe lokalen
en een directeurs- en personeels
ruimte bij."
De school woekert al enkele jaren
met de ruimte. Er was geen grond
beschikbaar om uit te breiden. „Als
gevolg daarvan zitten we nu mud-
Vol." Maar nu de peuterspeelzaal en
de uitleenpost ondergebracht zijn in
de vernieuwde Wimpel, kan er vol
gens Van 't Hof snel met de sloop
worden begonnen. „Het liefst zou je
zelf met de hamer willen begin
nen." Maar van 't Hof weet dat hij
nog even moet wachten voordat het
zover is. „Het is ook niemand kwa
lijk te nemen, hoor. De leerlingen-
groei is zeer positief. En als de huis
vesting in orde is, gaan we een
nieuwe kleuterjuffrouw benoemen.
Volgend jaar hebben we nog een
moeilijk jaar, maar met een mooi
vooruitzicht."
Het schoolteam telt zeven leer
krachten met een volledige betrek
king, vier parttimers en een conciër
ge. Van 't Hof volgde in 1985 het
hoofd van de school Geense op. Het
was het jaar dat het basisonderwijs
werd ingevoerd voor het kleuter- en
lager onderwijs. Klassen werden
groepen, de twee scholen werden
één. „Alles ging op zijn kop. Vooral
inhoudelijk. Geense wilde niet meer
aan alle veranderingen meedoen. Ik
heb op de functie gesolliciteerd en
ben aangenomen. Een directeur
krijgt altijd groep 8 en ik had het
voordeel dat ik al samen met Geen
se een paar jaar de hoogste klas had
gedaan."
Van 't Hof begon zijn loopbaan ech
ter in Sint-Maartensdijk aan de Ju
liana van Stolbergschool. In een pe
riode dat er - net als nu - een gebrek
was aan onderwijzers. „Ik ben op
23 juni 1976 begonnen, maar ik had
in november 1975 mijn benoeming
al toen ik nog op de opleiding zat,
de Driestar in Gouda. Er was toen
ook schaarste aan personeel. Het
gebeurde zelfs dat er vertegenwoor
digers van schoolbesturen van de
Veluwe - maar ook uit Zeeland - 's
avonds naar het internaat kwamen
om te vragen of je wilde sollicite
ren."
Van 't Hof schreef op een vacature
aan de school in de smalstad, deed
een proefles en werd aangenomen.
Hoofd van de school was toen
Goedhart. De jonge onderwijzer
kreeg klas 2 (nu groep vier) onder
zijn hoede en later ook de helft van
klas 3. Het was gewoonte om als
leerkracht op huisbezoek te gaan.
„Dat was altijd na schooltijd, 's
middags of 's avonds. Het is belang
rijk om de thuissituatie te leren ken
nen. De kinderen vinden het ook al
tijd heel leuk als je ze opzoekt."
Tijdens een van de bezoeken aan
zijn leerlingen leerde hij zijn toe
komstige vrouw kennen, Rosa Mol,
de zus van Rini Mol die bij Van 't
Hof in de klas zat.
Op 1 augustus 1978 begon Van 't
Chris van 't Hof kende het dorp Sint-Philipsland niet toen hij er in 1978 benoemd werd als onderwijzer.
Hof aan de Koningin Julianaschool
in Sint-Philipsland. „Er was een
vacature na het vertrek van het
hoofd A. Labruyère die de school
hier in 1949 heeft opgericht. Hij
was een markant figuur en is heel
lang onderwijzer geweest. Ik kwam
toen in de tweede klas terecht en we
trouwden op 1 december. De kinde-
Het contact met ouders ver
loopt soepel, zegt Van 't Hof.
„Het is een voordeel dat je
dialect spreekt." Toen hij nog
in de Voorstraat woonde,
kweekte hij aardappelen in de
grote tuin achter het huis. „In
mei, juni had ik dan al vroege
aardappelen. Dan kwamen de
kinderen met hun ouders bij de
meester aardappelen kopen.
Dan ben je gewoon één met de
bevolking. Dat scheelt. Maar
hier wonen heeft ook een na
deel. Ze weten je altijd te vin
den."
ren hadden zodoende een bmiloft in
Sint-Maartensdijk. Het was al heel
lang geleden dat ze een trouwerij
hadden gehad. Ze waren er vol
van."
De keuze voor Sint-Philipsland was
weloverwogen. „We wilden wel
graag in de buurt blijven. Liever
niet in Sint-Maartensdijk waar mijn
vrouw vandaan komt, maar wel er
gens in Zeeland of op Flakkee.
Maar ik kende Sint-Philipsland he
lemaal niet. Ik was er zelf nog nooit
geweest. Ik kom zelf van Sint-An-
naland en heb hier geen familie. De
verbindingen lagen toen anders. Je
kunt je het nu niet meer voorstellen,
maar ik wist er niks van."
Ondanks de soms wat negatieve
klanken over de invoering van het
basisonderwijs is Van 't Hof over
wegend positief. „Toen het lager
onderwijs nog bestond, stond er
weinig op papier over wat je wilde
met de school. Bij de invoering van
basisschool zijn we meer gaan na
denken over wat we doen. Er is een
schoolwerkplan gekomen, nu het
schoolplan. Voor elk vakgebied
staat alles uitgeschreven. Het is een
enorme inspanning. Naast de romp
slomp werpt het ook zijn vruchten
af. Er is veel meer oog voor de leer
ling. Als leerkracht zie je nu veel
meer de problemen waar een kind
mee te maken heeft. Er is meer aan
dacht voor zwakke leerlingen. Daar
zit het rendement. Ook voor de wat
begaafdere leerlingen heb je meer
aandacht. Die kun je verdichtings-
stof aanbieden, zeg maar wat extra
kunstmest. De zwakke leerlingen
reik je een kapstok aan om ze op je
eigen school te houden."
Vooral dat laatste is van groot be
lang zegt Van 't Hof. De kinderen
die naar het speciaal onderwijs
moeten, gaan vanwege hun geloofs
overtuiging naar een reformatori
sche school in Kapelle. „Dat geeft
problemen met vervoer. Dat is voor
kinderen van 5, 6 jaar erg zwaar. We
proberen met aangepaste program
ma's leerlingen hier te houden zodat
ze ook in het reguliere voortgezet
onderwijs verder kunnen komen. En
dat is natuurlijk leuk als dat lukt.
Dat geeft voldoening."
Het nadeel van het basisonderwijs
is dat de kleuters zo snel moeten
gaan leren. „Die klacht hoor je veel
van de kleuterleidsters. Komen de
kinderen in groep 1, dan moeten ze
na een paar maanden al allerlei toet
sen doen. Alles moet in getalletjes
worden uitgedrukt. Als leerkracht
Ondanks dat leerkrachten ge
makkelijk aan de bak kunnen
komen, heeft de Koningin Ju
lianaschool twee open sollici
taties gekregen. „Van stagiai
res, die willen hier erg graag
werken. Ze vragen of er vaca
tures zijn. Een half jaar gele
den hadden we 7 sollicitanten
vooreen vacature. En vier jaar
geleden waren dat er 18. Dat
hebben we nog nooit meege
maakt. Dat zegt wel iets over
de sfeer op school."
moet je elke dag de zaak op papier
zetten. De inspectie controleert dat
ook. De kleuters krijgen te weinig
tijd om zelf dingen te leren ontdek
ken."
De Koningin Julianaschool is een
reformatorische school en het is dan
volgens Van 't Hof ook vanzelfspre
kend dat de leerlingen worden op
gevoed 'conform de Bijbelse nor
men en waarden'. „Het gaat daarbij
niet alleen om Bijbelles, maar om
het hele klimaat op school. We spre
ken elkaar aan op Gods Woord. Hoe
ga je om met elkaar, is belangrijk.
Elkaar respecteren, eikaars hebbe
lijkheden en onhebbelijkheden ac
cepteren. Werken in een open kli
maat waar kinderen zich veilig en
geborgen voelen. We proberen ze
op een ontspannen manier te laten
presteren. Maar ook dat ze verant
woordelijkheid voelen voor elkaar."
In de kwart eeuw in het onderwijs is
Van 't Hof ook opgevallen dat de
leerlingen veranderd zijn. „Kwa
men ze twintig jaar geleden nog wat
schuw en verlegen de school bin
nen, nu zijn ze mondiger en vrijer.
Maar er zijn ook veel meer proble
men bij kinderen die hier op school
beginnen. Gedrags- en opvoedings
problemen. Ze zijn veel drukker.
We leven in een overspannen maat
schappij. Het is druk in de gezin
nen. Beide ouders werken vaak, dat
heeft zijn invloed op de kinderen.
Veel maatschappelijke problemen
worden bij ons neergelegd, maar dat
is geen taak voor de school. We
hebben wel mogelijkheden, maar
we hebben ook onze grenzen."
Een ander negatief aspect van het
basisonderwijs is volgens Van 't
Hof het tempo waarin vernieuwin
gen moeten worden ingevoerd.
„Dat gaat zo snel. Leermethodes
die goed gaan, moeten weg. Zouden
we het dan allemaal verkeerd heb
ben gedaan? Met een rekenmethode
kon je jarenlang vooruit. Vanaf 1
augustus komt er een totaal ver
nieuwde methode vanwege de in
voering van de euro. We doen nu
aan realistisch rekenen. Dat is geba
seerd op inzicht. Een kind moet we
ten wat hij aan het doen is. Maar het
probleem is dat ze niet meer kunnen
cijferen. Vroeger moest je vellen
vol schrijven met staartdelingen. Nu
zijn het verhaaltjes en daaruit moet
je kunnen opmaken welke rekenme
thode je moet toepassen: optellen of
aftrekken bijvoorbeeld." Van 't Hof
As bang dat deze methode doorslaat
en het evenwicht verloren gaat.
De directeur is blij met de groei van
de school, van 135 in 1976 naar 180
in 2001 (peildatum), maar hij zou
geen leiding willen geven aan een
hele grote school. „De combinatie
van lesgeven en leiding geven hier
is heel leuk. Ik kies echt voor een
dorpsschool. Uit volle overtuiging.
Een grote school zou voor mij geen
promotie wezen. Ik wil contact met
de werkvloer houden. Dan weet je
ook waar je teamleden tegenaan lo
pen." Aardrijkskunde, geschiedenis,
begrijpend lezen, Engels maar ook
rekenen en taal geeft Van 't Hof.
Dat doet hij graag. Hij is voor gede
gen onderwijs, zegt hij. „Tegen
woordig wordt er op zelfstandig
heid van leerlingen gehamerd. Na
tien minuten uitleg moeten ze zelf
aan de slag in groepjes. Dan verdeel
je je aandacht. Het gaat om een sa
menspel. Je moet meer begeleider
zijn dan leider. Maar ik ben nog ou
derwets. Laatst heb een half uur
achtereen lesgegeven. Net zolang
tot ze het snapten."
„Als de inspectie achter in de klas
had gestaan, had ik een standje ge
kregen. Kinderen mogen best zwe
ten en zwoegen voor een repetitie.
Ik ben kritisch op wat de overheid
van ons verlangt. Meer zelfstandig
heid en verantwoordelijkheid van
de leerling o.k., maar dat kan tot
een bepaalde hoogte. Dat kinderen
ook moeten aangeven wat ze goed
aankunnen is ook onbijbels. De
zelfstandigheid mag niet doorslaan.
Als leerkracht zit je er bovenop.
Door aan te moedigen. De schou
ders eronder te zetten. Ik zeg ook
vaak tegen een leerling: Zet hem op.
Je kan het. Dan krijgen de kinderen
het gevoel dat ze het kunnen omdat
de meester het zegt."
Voor de herindeling was Van 't
Hof vier jaar raadslid voor de
SGP in de gemeenteraad van
Sint-Philipsland. „Toen we bij
Tholen kwamen, heb ik me
niet meer op de lijst willen zet
ten. Er kwamen dan allerlei
commissies bij. Dat zou zo
veel tijd gaan vergen. Dat zou
ten koste gaan van de school
en mijn gezin. Maar ik ben
nog wel voorzitter van de
plaatselijke kiesvereniging."
Van 't Hof legt uit dat de school
voortgekomen is uit de Gerefor
meerde Gemeente en de Oud Gere
formeerde Gemeente. „De Neder
lands Hervormde kerk zat toen niet
in het bestuur. Dat is veel later ge
beurd. We hadden altijd maar enke
le leerlingen van de Hervormde
kerk, maar dat zijn er de laatste ja
ren steeds meer geworden. De kerk
muren staan gelukkig minder hoog
dan vroeger in Sint-Philipsland. De
betrokkenheid vanuit de kerken is er
heel duidelijk. Elke zondag wordt er
in gebed aan de school gedacht."
Een paar jaar geleden heeft Van 't
Hof nog eens geïnformeerd naar
een andere school. „Dan denk je: zit
ik hier niet vastgeroest. Het is bij
het vragen van inlichtingen geble
ven. Je moet er nogal wat voor in de
steek laten om ergens anders te be
ginnen. Ik heb niet geschreven. La
ter werd ik gebeld of ik toch niet
wilde solliciteren. Ik heb hier in
Sint-Philipsland een standplaats in
plaats van een loopbaan, zeg ik wel
eens."
Ruim vijftig oud-leerlingen schudden Harm Venekamp vrijdagmiddag
de hand in de kantine van het Schelde college in Sint-Maartensdijk bij
diens afscheid als docent. Venekamp stond veertig jaar voor de klas,
waarvan 36 jaar op Tholen. Aan de wand hingen de ruim 1500 namen
van alle eindexamenkandidaten uit de periode van de ulo in Tholen
vanaf 1966 tot en met die van het vmbo in de smalstad van 2000.
Maandag komen daar nog eens 65 na
men bij als de leerlingen van het
Schelde college hun diploma krijgen
Uitgereikt. Venekamp was geen door
snee leraar. Hij werd dan ook met een
Rolls Royce door twee oud-leerlingen
van huis opgehaald.
„Van elk jaar is er wel een vertegen
woordiging geweest. Maar de meeste
kwamen toch vooral uit de periode
van de mulo en de vroege mavo dan
van de laatste periode van het vbo. De
band was vroeger steviger en ik was
Ook veel jonger. Niettemin heb ik het
zeer op prijs gesteld dat er zoveel
mensen zijn gekomen. Ik heb ze ook
allemaal herkend. Een keer zat ik fout
Inet een voornaam. Bovendien heb ik
voor het afscheid al een berg post ge
had van oud-leerlingen die lieten we
ten dat ze niet konden komen omdat
het een moeilijke tijd was, tussen vier
en zes uur. Er zaten uitvoerige brieven
bij met herinneringen aan de lessen
die ze gehad hebben. Daaruit blijkt
dat ze me meer als zomaar een les
boer hebben ervaren. Daar was ik
zeer door geroerd," zo zei hij na af
loop.
Onder de namen hingen ook nog eens
een paar honderd foto's uit de loop
baan van de 61-jarige leraar Neder
lands en biologie die opgroeide in As
sen. Vele oud-leerlingen bekeken de
kiekjes van de schoolavonden met op
tredens van leerlingen en van de jaar
lijkse zeilkampen in Friesland. Het
hoofd van de jeugdherberg uit Grouw
zat zelfs in de zaal. Het Noorden was
overigens goed vertegenwoordigd
door Venekamps familie en schoonfa
milie. Onder meer uit Winsum boven
Groningen.
Onder de reünisten waren Corrie
Stoutjesdijk en Adrie Guiljam de leer
lingen van het eerste eindexamenjaar
waar Venekamp mee te maken kreeg.
Anders dan nu mochten de docenten
toen geen examens van de eigen leer
lingen afnemen. De ulo-leerlingen
gingen bijvoorbeeld naar Bergen op
Zoom (het zaaltje van De Hollandse
Tuin) om in één dag examen te doen.
Alk ging jarenlang naar Assen om te
examineren in Groningen. Op een
dag moesten de leerlingen hun kennis
spuien. Ze hadden toen tien vakken.
Bij het onderdeel literatuur moesten
ze vijf boeken hebben gelezen en
twee gedichten, waarvan een uit het
hoofd kennen. Dat was in Groningen
Septemberdag in Walcheren."
Venekamp deed voor hoe een Gro-
rtingse jongen met een Groningse
tongval en volslagen ongeïnspireerd
het gedicht voordroeg. Of de leerling
het mooi vond? „Nee niks aan, het
moest van de meester, zei hij."
Als eerbetoon aan deze leerling en
aan het Noorden droeg Venekamp tot
slot van het officiële gedeelte het ge
dicht Hlbt hoogeland van Ede Staal
(1941-1986) voor. De leraar Engels
die in het Gronings dialect gedichten
en liederen schreef en zong, en vooral
de laatste jaren landelijke bekendheid
begint te krijgen via zijn cd's.
Maar het afscheid begon in Tholen
waar Venekamp met zijn vrouw werd
opgehaald door een Rölls Royce uit
het bouwjaar 1977. Een 8-cilinder
Silver Shadow II in kerrymetallic en
hazelnoot. Het is een van de wagens
uit de verzameling van oud-leerlinge
Jos Rinses uit Uden die samen met
haar zus Barbara uit Dordrecht de
scheidende docent naar Sint-Maar
tensdijk bracht. „Venekamp was geen
standaardleraar," vertelt Jos. „Het
was een kleurrijk figuur. Hij was niet
alleen maar leraar. Om het les geven
heen was meer. Hij was de Rolls Roy
ce onder de leraren. Dat is hij."
Venekamp werd verwelkomd door di
recteur M. Spaapen van de vestiging
van het Schelde college in de smal
stad. Ze zette de toon van de bijeen
komst door te zeggen dat het een af
scheid vieren van Venekamp betrof,
na 36 jaar werkzaam te zijn geweest
in het voortgezet onderwijs op Tho
len.
Venekamps vrouw Elleke kreeg eerst
het woord. Ze zei dat haar man nog
veel plannen heeft. En dat ze hoopte
dat hij ze uit zal kunnen voeren in
goede gezondheid. „De tijd is snel ge
gaan. Je hield van het vak en het les
geven. Je was altijd blij als je leerlin
gen kon motiveren. Als ze goede
prestaties leverden. Dat merkten we
dan ook thuis. Het is een mooie tijd
geweest. Er waren ook andere dingen
waar je belangstelling voor had. De
natuur en de politiek. We hebben er
mee meegeleefd. We zijn trots op je.
Altijd had je weer energie om nieuwe
uitdagingen aan te gaan. Toch ben je
altijd dezelfde gebleven. In Assen
leerde ik je kennen toen je me bijles
gaf. Na het huwelijk heb je me altijd
gestimuleerd om verder te leren." Ze
bedankte hem daarvoor. Ook de twee
kinderen (zoon en dochter) en haar
vrienden betrok ze in haar dank
woord.
J. de Jong, lid van de centrale directie
zei dat Venekamp de kunst verstond
om anderen enthousiast te maken
voor zijn vakken en dat hij als docent
geen 'droog verhaal' vertelde. De
Jong had het dossier Venekamp ge
licht en schetste aan de hand van fei
ten en anekdotes de levensloop van de
Drent die in 1960 aan de Hervormde
Kweekschool afstudeerde en in 1961
volledig bevoegd werd. Een jaartje
voor de klas stond op een lagere
school in Grolloo en daarna enkele ja
ren aan de openbare Clematisschool
in Rotterdam lesgaf en in 1965 solli
citeerde op de ulo in Tholen. Samen
met twee andere kandidaten.
Uit het verslag van het bezoek aa.t de
Oud-leerlingen bekijken samen met Venekamp de foto's op de reünie in de kantine van het Schelde college, v.l.n.r. Adrie Quist uit Tholen, Isa
Leemrijze-Goedegebuure uit Sint-Annaland en Goozina Steketee-Bijl uit Sint-Maartensdijk.
school in Rotterdam viel op te mer
ken dat het lokaal van Venekamp er
netjes en opgeruimd uitzag, maar dat
het bordwerk minder verzorgd was.
Volgens De Jong zou dat altijd
'knudde' blijven. Verder bleek dat de
kandidaat rustig en beslist overkwam
en dat zijn houding en spraak correct
en beschaafd waren. Bovendien heer
ste er 'een prettig sfeer in de klas
waarin hij leerlingen wist te active
ren.'
De Jong onderbrak zijn toespraak om
Venekamps echtgenote bloemen aan
te reiken nadat hij had verteld dat het
stel in 1965 trouwde. Naast zijn werk
op school was Venekamp tussen
1974 en 1995 actief als statenlid voor
de PvdA. „Daarvoor moest je elke
vrijdag naar Middelburg. Je collega's
waren het daarmee eens. Zo zie je dat
echt socialisme bestaat." Venekamp
werd in 1972 adjunct-directeur en
schooldecaan van de mulo. Toen in
1986 de Thoolse scholengemeen
schap ontstond kon hij het decaan
schap weer oppakken. In 1995 werd
het Schelde college gevormd. En dat
was volgens De Jong niet iets waar
Venekamp halsreikend naar uit hadv
gekeken. Niettemin stelde De Jongt
dat Venekamp de functie van decaan
'prima' heeft verricht. Namens de
school kreeg Venekamp als dank een
envelop met jnhoud.
Wethouder W.C. van Kempen sprak
namens de bestuurscommissie en het
gemeentebestuur. Hij wees op de
schaalvergroting en de specialisatie
die in het onderwijs heeft plaatsge
had en de rol die Venekamp bij de fu
sies vervulde. „Je zult je aandeel in
de meningsvorming over hoe het ver
der moest wel hebben gegeven. Alles
bij elkaar heb je je dus 36 jaar ingezet
voor het voortgezet onderwijs in on
ze gemeente."
Van Kempen stipte ook het statenlid
maatschap aan van de docent. „Daar
blijkt ook jou interesse voor biologie.
Want uit die tijd herinner ik me nog
dat het afschaffen van de provinciale
distelverordening voor jou een hot
item was. Je vond de distel een
mooie plant. Een bloeiend distelveld
had een zekere bekoring. Maar in een
provincie waarin het agrarisch volks
deel sterk vertegenwoordigd was en
is, en waar ik ook roots htb liggen,
had men toch enige moeite met jouw
idee. Distels noemen we op Tholen
stekels en voor velen is het nog
steeds 'vuulte.'
De wethouder bedankte Venekamp
voor wat hij voor het voortgezet on
derwijs heeft gedaan. „Voor heel veel
Thoolse leerlingen die op weg waren
via de school een plaats in de maat
schappij te vinden. Dat is het ten
diepste wat je hebt gedaan, waar je
energie in hebt gestoken." Als dank
kreeg Venekamp de afscheidsreceptie
aangeboden.
Namens de personeelsvereniging be
dankte docente huishoudkunde Y. de
Veth-de Wolf haar scheidende colle
ga. Zij voorspelde dat Venekamp
straks tijd te kort zal komen. Ze had
hem met de old-timer naar school ge
bracht zien worden, terwijl het toch
veel vaker voorkwam dat hij op skee
lers en met rugzak naar de smalstad
kwam. En wie gaat er nu naar Fries
land mee op kamp? Om te zeilen? De
Veth noemde Venekamp een globe
trotter die je op school nooit boter
hammen zag eten, maar die wel altijd
een 'appeltje voor de dorst' bij zich
had. Venekamp kreeg dan ook cap
mandje met appels en een potje rnfet
slakken in slootwater, compleet met
de larve van een libelle.
Tot slot droeg oud-leerling A. de Viet
uit Sint-Maartensdijk een gedicht
voor dat was geïnspireerd op Herin
nering aan Holland van H. Marsman.
En waarin Venekamp wordt gety
peerd als een man met een baard en
een pijp (vrij naar Paul van Ostaaij-
en), als biologiedocent die vertelde
over het leven der oceanen (met
dichtregels van Lucebert), over zijn
geliefde stekje in het Rammegors om
de kiekendief te observeren (met rijm
van Guido Gezelle) en over zijn lange
periode in het onderwijs, van ulo naar
vbmo dat uitmondde in Oote oote boe
van de dichter Jan Hanlo.
Venekamp bedankte iedereen die een
bijdrage had geleverd aan zijn af
scheidsreceptie. In de eerste plaats
zijn gezin en familie. „Het is een
beetje verdrietig dat zulke momenten
als deze er niet meer zijn. Ik mag nog
een keer als decaan optreden bij de di
ploma-uitreiking. Wie weet wat de
toekomst brengt. Ik ben nog niet uit
gesproken."
De controle strekte zich uit over ho
recagelegenheden, dorpshuizen
(uitgezonderd De Wimpel in Sint-
Philipsland die juist werd ver
bouwd) en kantines op campings.
De gemeente schakelde er een bu
reau voor in, maar ook de afdeling
volkshuisvesting, milieu en bouw
kundige zaken én de brandweer. De
resultaten zijn inmiddels schriftelijk
aan de exploitanten meegedeeld.
„Dan kunnen ze vast aan het werk
met het treffen van maatregelen",
zei Nuis. Eerder dit jaar besloot hij,
als uitvloeisel van de controle, de
zolder van De Vossenkuil in Oud-
Vossemeer en een vergaderkamer
op de eerste verdieping van Haes-
tinge in Sint-Maartensdijk te sluiten
omdat de vluchtwegen niet aan de
eisen voldeden.
Hoewel er nauwelijks afwijkingen
van de bouwvergunning zijn gecon
stateerd, is er volop werk aan de
winkel. Want bij de controle is
vooruitgelopen op de invoering van
een gebruiksvergunning en daar
voor stelt de bouwverordening al
lerhande eisen. Tot nu toe kende
Tholen deze vergunning niet, maar
er is beleid in voorbereiding. Als er
een verordening ligt, zal horeca-on-
dernemers gevraagd worden een ge
bruiksvergunning aan te vragen.
Deze wordt verplicht. Ondernemers
die alle geconstateerde manco's
verhelpen, zullen zo'n vergunning
na aanvraag als het ware per om
gaande krijgen, zei brandweercom
mandant J. de Feijter in de commis
sie. „Wie niets doet, krijgt geen
vergunning en daar zullen sancties
op staan. Maar we gaan ervanuit dat
de uitbaters hun verantwoordelijk
heid kennen", aldus de burgemees
ter op vragen van SGP en VVD.
„En wie de vergunning aanvraagt,
bepaalt zelf zijn marges." De Feijter
gaf hiervan een voorbeeld: wanneer
alle toegangsdeuren naar binnen
opendraaien, mogen maximaal 50
mensen in een etablissement vertoe
ven. „Wie met dat aantal tevreden
is, kan de situatie zo laten." CDA en
VVD vroegen de burgemeester om
jaarlijks te rapporteren en die toe
zegging kregen ze. Als de raad wil
dat er handhaving plaatsvindt, moet
ze zich realiseren dat dat financiële
consequenties heeft omdat het
menskracht vergt, zei Nuis zonder
omwegen.
Tijdens de controle is op een 24-tal
zaken getoetst. In het gunstigste ge
val waren er tien niet in orde, in het
ongunstigste 21 (het gemiddelde
ligt op 15). Vluchtwegen die ge
blokkeerd zijn of niet aan de eisen
voldoen, alsmede het ontbreken van
brandblussers zijn zaken die onmid
dellijk aangepakt dienen te worden.
Voor een groot aantal voorschriften
geldt een periode van 13 weken om
ze te realiseren, terwijl een vijftal
binnen 26 weken uitgevoerd moet
zijn. Wat in alle 28 gevallen ont
breekt, is een brandveiligheidsin
structie voor het personeel, een op
stellingsplan (voor ruimten waarin
meer dan 50 personen kunnen ver
blijven) en een onderhoudsregister
voor de brandveiligheidsinstallaties.
Niet-brandbare versiering en brand
vertragende gordijnen zijn in maar
één etablissement aanwezig. De
zichtbaarheid van nood-/transpa-
rantverlichting en de jaarlijkse con
trole hiervan is in maar twee geval
len toereikend. Maar bijvoorbeeld
een ontruimingsplan kennen 17 ge
legenheden niet (waaronder de ge
meentelijke dorpshuizen), vlucht
wegaanduidingen ontbreken in 21
van de 28 gecontroleerde panden en
in evenzoveel gevallen zouden
nooddeuren voorzien moeten wor
den van een panieksluiting. Een
blusdeken is in 13 gevallen niet
zichtbaar aanwezig. Een ontrui
mingsalarminstallatie ontbreekt in
zes gevallen.
De rapporten van de controle zijn in
te zien door derden. „Maar wel ver
gezeld van een toelichting door een
ambtenaar. Ze worden niet zomaar
ergens neergelegd of op internet ge-
ïfct", zei de burgemeester.