'Kinderen mogen best zweten en zwoegen voor een repetitie' Venekamp geen doorsnee leraar en ook nog lang niet uitgesproken Brandveiligheid horeca jaarlijks gecontroleerd Flauwvallen Chris van 't Hof (46) een kwart eeuw actiefin Thools onderwijs Stagiaires SGP-raadslid Ruim vijftig oud-leerlingen bij afscheid op Schelde college Donderdag 21 juni 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Wat hem morgen (vrijdag) allemaal te wachten staat tij dens de viering van zijn zilveren jubileum weet hij niet, maar het gonst van de activiteiten in en buiten het schoolgebouw. „Ze zeggen dat ik in een luchtballon moet. Dat is een fabeltje. Ze proberen me gewoon ze nuwachtig te maken,'*-zegt directeur Chris van 't Hof van de christelijke basisschool Koningin Juliana in Sint-Phi lipsland. De school maakte de afgelopen acht jaar een sterke groei door met zo'n vijftig kinderen. Uitbreiding staat op stapel, maar er komt eerst een leerlingenstop. Juliana van Stolberg Vroege aardappel Kunstmest Mondiger Standje gekregen Kleurrijk figuur Bordwerk knudde Distelverordening Rammegors Gebruiksvergunning in de toekomst verplicht Thoolse horecagelegenheden en dorpshuizen gaan jaar lijks gecontroleerd worden op naleving van de brandvei ligheidsvoorschriften. Burgemeester W. Nuis heeft dat gezegd in de commissie algemeen bestuur en welzijn, waar de resultaten van een controle bij 28 gebouwen werd besproken. Wanneer zaken niet kloppen, wordt er opgetreden. Maar dat kan pas als er gebruiksvergunnin gen verstrekt zijn. De controle wees uit dat er nauwelijks afwijkingen zijn van de afgegeven bouwvergunningen. Maar in zestien gevallen speelt een beperking van het aantal bezoekers doordat toegangsdeuren naar binnen draaien. In elf gelegenheden bleken nooduitgangen ge blokkeerd en in twaalf gevallen bleek achter de bar en in de keuken geen brandblusser aanwezig. Veiligheidsinstructie JL Er zitten nu 200 leerlingen op school. Over enkele weken gaan er 24 af,, maar volgens de prognose ko men ef in augustus ook al 21 bij. „Elk kind dat vier is, mag naar school. Die komen er tijdens het schooljaar bij. Na de peildatum van 1 oktober verwachten we ook nog ëens 25 leerlingen. Dan krijg je straks een groep van 45 kinderen. Dat is niet te doen. Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Daarom gaan we vanaf 1 december een leer lingenstop invoeren. Dan zitten we op 30 tot 33 kinderen. Dat is het maximum. We proberen wel of kin deren vanaf hun vierde jaar één of anderhalve dag naar school kunnen komen om ze toch al kennis te laten maken." Te geestdriftig was Van 't Hof toen hij op een warme zomer dag de moord op Willem van Oranje aan de leerlingen uit groep acht uit de doeken deed. Op het moment dat Balthasar Gerards achter een pilaar klaar staat om de aanslag te plegen, valt een van de leerlingen in de klas flauw. „Dat gaf paniek na tuurlijk. We hebben het kind uit het lokaal gedragen. Maar toen ik weer de klas binnen kwam viel er weer een kind flauw. Volgens de huisarts was het een combinatie van warm weer en mijn manier van ver tellen geweest. Te realistisch. Vanaf dat moment vertel ik het minder spannend." De maatregel van een leerlingen stop is niet nieuw voor de Koningin Juliana. Afgelopen schooljaar was die ook al van kracht, maar dan van af 1 april. De groei die de school doormaakt, geeft problemen met de huisvesting. „We zitten nu al overal les te geven. In de gemeenschaps ruimte en ook in de gymnastiek- ruimte. Als de peuterspeelzaal en de bibliotheek worden afgebroken, ko men er straks drie nieuwe lokalen en een directeurs- en personeels ruimte bij." De school woekert al enkele jaren met de ruimte. Er was geen grond beschikbaar om uit te breiden. „Als gevolg daarvan zitten we nu mud- Vol." Maar nu de peuterspeelzaal en de uitleenpost ondergebracht zijn in de vernieuwde Wimpel, kan er vol gens Van 't Hof snel met de sloop worden begonnen. „Het liefst zou je zelf met de hamer willen begin nen." Maar van 't Hof weet dat hij nog even moet wachten voordat het zover is. „Het is ook niemand kwa lijk te nemen, hoor. De leerlingen- groei is zeer positief. En als de huis vesting in orde is, gaan we een nieuwe kleuterjuffrouw benoemen. Volgend jaar hebben we nog een moeilijk jaar, maar met een mooi vooruitzicht." Het schoolteam telt zeven leer krachten met een volledige betrek king, vier parttimers en een conciër ge. Van 't Hof volgde in 1985 het hoofd van de school Geense op. Het was het jaar dat het basisonderwijs werd ingevoerd voor het kleuter- en lager onderwijs. Klassen werden groepen, de twee scholen werden één. „Alles ging op zijn kop. Vooral inhoudelijk. Geense wilde niet meer aan alle veranderingen meedoen. Ik heb op de functie gesolliciteerd en ben aangenomen. Een directeur krijgt altijd groep 8 en ik had het voordeel dat ik al samen met Geen se een paar jaar de hoogste klas had gedaan." Van 't Hof begon zijn loopbaan ech ter in Sint-Maartensdijk aan de Ju liana van Stolbergschool. In een pe riode dat er - net als nu - een gebrek was aan onderwijzers. „Ik ben op 23 juni 1976 begonnen, maar ik had in november 1975 mijn benoeming al toen ik nog op de opleiding zat, de Driestar in Gouda. Er was toen ook schaarste aan personeel. Het gebeurde zelfs dat er vertegenwoor digers van schoolbesturen van de Veluwe - maar ook uit Zeeland - 's avonds naar het internaat kwamen om te vragen of je wilde sollicite ren." Van 't Hof schreef op een vacature aan de school in de smalstad, deed een proefles en werd aangenomen. Hoofd van de school was toen Goedhart. De jonge onderwijzer kreeg klas 2 (nu groep vier) onder zijn hoede en later ook de helft van klas 3. Het was gewoonte om als leerkracht op huisbezoek te gaan. „Dat was altijd na schooltijd, 's middags of 's avonds. Het is belang rijk om de thuissituatie te leren ken nen. De kinderen vinden het ook al tijd heel leuk als je ze opzoekt." Tijdens een van de bezoeken aan zijn leerlingen leerde hij zijn toe komstige vrouw kennen, Rosa Mol, de zus van Rini Mol die bij Van 't Hof in de klas zat. Op 1 augustus 1978 begon Van 't Chris van 't Hof kende het dorp Sint-Philipsland niet toen hij er in 1978 benoemd werd als onderwijzer. Hof aan de Koningin Julianaschool in Sint-Philipsland. „Er was een vacature na het vertrek van het hoofd A. Labruyère die de school hier in 1949 heeft opgericht. Hij was een markant figuur en is heel lang onderwijzer geweest. Ik kwam toen in de tweede klas terecht en we trouwden op 1 december. De kinde- Het contact met ouders ver loopt soepel, zegt Van 't Hof. „Het is een voordeel dat je dialect spreekt." Toen hij nog in de Voorstraat woonde, kweekte hij aardappelen in de grote tuin achter het huis. „In mei, juni had ik dan al vroege aardappelen. Dan kwamen de kinderen met hun ouders bij de meester aardappelen kopen. Dan ben je gewoon één met de bevolking. Dat scheelt. Maar hier wonen heeft ook een na deel. Ze weten je altijd te vin den." ren hadden zodoende een bmiloft in Sint-Maartensdijk. Het was al heel lang geleden dat ze een trouwerij hadden gehad. Ze waren er vol van." De keuze voor Sint-Philipsland was weloverwogen. „We wilden wel graag in de buurt blijven. Liever niet in Sint-Maartensdijk waar mijn vrouw vandaan komt, maar wel er gens in Zeeland of op Flakkee. Maar ik kende Sint-Philipsland he lemaal niet. Ik was er zelf nog nooit geweest. Ik kom zelf van Sint-An- naland en heb hier geen familie. De verbindingen lagen toen anders. Je kunt je het nu niet meer voorstellen, maar ik wist er niks van." Ondanks de soms wat negatieve klanken over de invoering van het basisonderwijs is Van 't Hof over wegend positief. „Toen het lager onderwijs nog bestond, stond er weinig op papier over wat je wilde met de school. Bij de invoering van basisschool zijn we meer gaan na denken over wat we doen. Er is een schoolwerkplan gekomen, nu het schoolplan. Voor elk vakgebied staat alles uitgeschreven. Het is een enorme inspanning. Naast de romp slomp werpt het ook zijn vruchten af. Er is veel meer oog voor de leer ling. Als leerkracht zie je nu veel meer de problemen waar een kind mee te maken heeft. Er is meer aan dacht voor zwakke leerlingen. Daar zit het rendement. Ook voor de wat begaafdere leerlingen heb je meer aandacht. Die kun je verdichtings- stof aanbieden, zeg maar wat extra kunstmest. De zwakke leerlingen reik je een kapstok aan om ze op je eigen school te houden." Vooral dat laatste is van groot be lang zegt Van 't Hof. De kinderen die naar het speciaal onderwijs moeten, gaan vanwege hun geloofs overtuiging naar een reformatori sche school in Kapelle. „Dat geeft problemen met vervoer. Dat is voor kinderen van 5, 6 jaar erg zwaar. We proberen met aangepaste program ma's leerlingen hier te houden zodat ze ook in het reguliere voortgezet onderwijs verder kunnen komen. En dat is natuurlijk leuk als dat lukt. Dat geeft voldoening." Het nadeel van het basisonderwijs is dat de kleuters zo snel moeten gaan leren. „Die klacht hoor je veel van de kleuterleidsters. Komen de kinderen in groep 1, dan moeten ze na een paar maanden al allerlei toet sen doen. Alles moet in getalletjes worden uitgedrukt. Als leerkracht Ondanks dat leerkrachten ge makkelijk aan de bak kunnen komen, heeft de Koningin Ju lianaschool twee open sollici taties gekregen. „Van stagiai res, die willen hier erg graag werken. Ze vragen of er vaca tures zijn. Een half jaar gele den hadden we 7 sollicitanten vooreen vacature. En vier jaar geleden waren dat er 18. Dat hebben we nog nooit meege maakt. Dat zegt wel iets over de sfeer op school." moet je elke dag de zaak op papier zetten. De inspectie controleert dat ook. De kleuters krijgen te weinig tijd om zelf dingen te leren ontdek ken." De Koningin Julianaschool is een reformatorische school en het is dan volgens Van 't Hof ook vanzelfspre kend dat de leerlingen worden op gevoed 'conform de Bijbelse nor men en waarden'. „Het gaat daarbij niet alleen om Bijbelles, maar om het hele klimaat op school. We spre ken elkaar aan op Gods Woord. Hoe ga je om met elkaar, is belangrijk. Elkaar respecteren, eikaars hebbe lijkheden en onhebbelijkheden ac cepteren. Werken in een open kli maat waar kinderen zich veilig en geborgen voelen. We proberen ze op een ontspannen manier te laten presteren. Maar ook dat ze verant woordelijkheid voelen voor elkaar." In de kwart eeuw in het onderwijs is Van 't Hof ook opgevallen dat de leerlingen veranderd zijn. „Kwa men ze twintig jaar geleden nog wat schuw en verlegen de school bin nen, nu zijn ze mondiger en vrijer. Maar er zijn ook veel meer proble men bij kinderen die hier op school beginnen. Gedrags- en opvoedings problemen. Ze zijn veel drukker. We leven in een overspannen maat schappij. Het is druk in de gezin nen. Beide ouders werken vaak, dat heeft zijn invloed op de kinderen. Veel maatschappelijke problemen worden bij ons neergelegd, maar dat is geen taak voor de school. We hebben wel mogelijkheden, maar we hebben ook onze grenzen." Een ander negatief aspect van het basisonderwijs is volgens Van 't Hof het tempo waarin vernieuwin gen moeten worden ingevoerd. „Dat gaat zo snel. Leermethodes die goed gaan, moeten weg. Zouden we het dan allemaal verkeerd heb ben gedaan? Met een rekenmethode kon je jarenlang vooruit. Vanaf 1 augustus komt er een totaal ver nieuwde methode vanwege de in voering van de euro. We doen nu aan realistisch rekenen. Dat is geba seerd op inzicht. Een kind moet we ten wat hij aan het doen is. Maar het probleem is dat ze niet meer kunnen cijferen. Vroeger moest je vellen vol schrijven met staartdelingen. Nu zijn het verhaaltjes en daaruit moet je kunnen opmaken welke rekenme thode je moet toepassen: optellen of aftrekken bijvoorbeeld." Van 't Hof As bang dat deze methode doorslaat en het evenwicht verloren gaat. De directeur is blij met de groei van de school, van 135 in 1976 naar 180 in 2001 (peildatum), maar hij zou geen leiding willen geven aan een hele grote school. „De combinatie van lesgeven en leiding geven hier is heel leuk. Ik kies echt voor een dorpsschool. Uit volle overtuiging. Een grote school zou voor mij geen promotie wezen. Ik wil contact met de werkvloer houden. Dan weet je ook waar je teamleden tegenaan lo pen." Aardrijkskunde, geschiedenis, begrijpend lezen, Engels maar ook rekenen en taal geeft Van 't Hof. Dat doet hij graag. Hij is voor gede gen onderwijs, zegt hij. „Tegen woordig wordt er op zelfstandig heid van leerlingen gehamerd. Na tien minuten uitleg moeten ze zelf aan de slag in groepjes. Dan verdeel je je aandacht. Het gaat om een sa menspel. Je moet meer begeleider zijn dan leider. Maar ik ben nog ou derwets. Laatst heb een half uur achtereen lesgegeven. Net zolang tot ze het snapten." „Als de inspectie achter in de klas had gestaan, had ik een standje ge kregen. Kinderen mogen best zwe ten en zwoegen voor een repetitie. Ik ben kritisch op wat de overheid van ons verlangt. Meer zelfstandig heid en verantwoordelijkheid van de leerling o.k., maar dat kan tot een bepaalde hoogte. Dat kinderen ook moeten aangeven wat ze goed aankunnen is ook onbijbels. De zelfstandigheid mag niet doorslaan. Als leerkracht zit je er bovenop. Door aan te moedigen. De schou ders eronder te zetten. Ik zeg ook vaak tegen een leerling: Zet hem op. Je kan het. Dan krijgen de kinderen het gevoel dat ze het kunnen omdat de meester het zegt." Voor de herindeling was Van 't Hof vier jaar raadslid voor de SGP in de gemeenteraad van Sint-Philipsland. „Toen we bij Tholen kwamen, heb ik me niet meer op de lijst willen zet ten. Er kwamen dan allerlei commissies bij. Dat zou zo veel tijd gaan vergen. Dat zou ten koste gaan van de school en mijn gezin. Maar ik ben nog wel voorzitter van de plaatselijke kiesvereniging." Van 't Hof legt uit dat de school voortgekomen is uit de Gerefor meerde Gemeente en de Oud Gere formeerde Gemeente. „De Neder lands Hervormde kerk zat toen niet in het bestuur. Dat is veel later ge beurd. We hadden altijd maar enke le leerlingen van de Hervormde kerk, maar dat zijn er de laatste ja ren steeds meer geworden. De kerk muren staan gelukkig minder hoog dan vroeger in Sint-Philipsland. De betrokkenheid vanuit de kerken is er heel duidelijk. Elke zondag wordt er in gebed aan de school gedacht." Een paar jaar geleden heeft Van 't Hof nog eens geïnformeerd naar een andere school. „Dan denk je: zit ik hier niet vastgeroest. Het is bij het vragen van inlichtingen geble ven. Je moet er nogal wat voor in de steek laten om ergens anders te be ginnen. Ik heb niet geschreven. La ter werd ik gebeld of ik toch niet wilde solliciteren. Ik heb hier in Sint-Philipsland een standplaats in plaats van een loopbaan, zeg ik wel eens." Ruim vijftig oud-leerlingen schudden Harm Venekamp vrijdagmiddag de hand in de kantine van het Schelde college in Sint-Maartensdijk bij diens afscheid als docent. Venekamp stond veertig jaar voor de klas, waarvan 36 jaar op Tholen. Aan de wand hingen de ruim 1500 namen van alle eindexamenkandidaten uit de periode van de ulo in Tholen vanaf 1966 tot en met die van het vmbo in de smalstad van 2000. Maandag komen daar nog eens 65 na men bij als de leerlingen van het Schelde college hun diploma krijgen Uitgereikt. Venekamp was geen door snee leraar. Hij werd dan ook met een Rolls Royce door twee oud-leerlingen van huis opgehaald. „Van elk jaar is er wel een vertegen woordiging geweest. Maar de meeste kwamen toch vooral uit de periode van de mulo en de vroege mavo dan van de laatste periode van het vbo. De band was vroeger steviger en ik was Ook veel jonger. Niettemin heb ik het zeer op prijs gesteld dat er zoveel mensen zijn gekomen. Ik heb ze ook allemaal herkend. Een keer zat ik fout Inet een voornaam. Bovendien heb ik voor het afscheid al een berg post ge had van oud-leerlingen die lieten we ten dat ze niet konden komen omdat het een moeilijke tijd was, tussen vier en zes uur. Er zaten uitvoerige brieven bij met herinneringen aan de lessen die ze gehad hebben. Daaruit blijkt dat ze me meer als zomaar een les boer hebben ervaren. Daar was ik zeer door geroerd," zo zei hij na af loop. Onder de namen hingen ook nog eens een paar honderd foto's uit de loop baan van de 61-jarige leraar Neder lands en biologie die opgroeide in As sen. Vele oud-leerlingen bekeken de kiekjes van de schoolavonden met op tredens van leerlingen en van de jaar lijkse zeilkampen in Friesland. Het hoofd van de jeugdherberg uit Grouw zat zelfs in de zaal. Het Noorden was overigens goed vertegenwoordigd door Venekamps familie en schoonfa milie. Onder meer uit Winsum boven Groningen. Onder de reünisten waren Corrie Stoutjesdijk en Adrie Guiljam de leer lingen van het eerste eindexamenjaar waar Venekamp mee te maken kreeg. Anders dan nu mochten de docenten toen geen examens van de eigen leer lingen afnemen. De ulo-leerlingen gingen bijvoorbeeld naar Bergen op Zoom (het zaaltje van De Hollandse Tuin) om in één dag examen te doen. Alk ging jarenlang naar Assen om te examineren in Groningen. Op een dag moesten de leerlingen hun kennis spuien. Ze hadden toen tien vakken. Bij het onderdeel literatuur moesten ze vijf boeken hebben gelezen en twee gedichten, waarvan een uit het hoofd kennen. Dat was in Groningen Septemberdag in Walcheren." Venekamp deed voor hoe een Gro- rtingse jongen met een Groningse tongval en volslagen ongeïnspireerd het gedicht voordroeg. Of de leerling het mooi vond? „Nee niks aan, het moest van de meester, zei hij." Als eerbetoon aan deze leerling en aan het Noorden droeg Venekamp tot slot van het officiële gedeelte het ge dicht Hlbt hoogeland van Ede Staal (1941-1986) voor. De leraar Engels die in het Gronings dialect gedichten en liederen schreef en zong, en vooral de laatste jaren landelijke bekendheid begint te krijgen via zijn cd's. Maar het afscheid begon in Tholen waar Venekamp met zijn vrouw werd opgehaald door een Rölls Royce uit het bouwjaar 1977. Een 8-cilinder Silver Shadow II in kerrymetallic en hazelnoot. Het is een van de wagens uit de verzameling van oud-leerlinge Jos Rinses uit Uden die samen met haar zus Barbara uit Dordrecht de scheidende docent naar Sint-Maar tensdijk bracht. „Venekamp was geen standaardleraar," vertelt Jos. „Het was een kleurrijk figuur. Hij was niet alleen maar leraar. Om het les geven heen was meer. Hij was de Rolls Roy ce onder de leraren. Dat is hij." Venekamp werd verwelkomd door di recteur M. Spaapen van de vestiging van het Schelde college in de smal stad. Ze zette de toon van de bijeen komst door te zeggen dat het een af scheid vieren van Venekamp betrof, na 36 jaar werkzaam te zijn geweest in het voortgezet onderwijs op Tho len. Venekamps vrouw Elleke kreeg eerst het woord. Ze zei dat haar man nog veel plannen heeft. En dat ze hoopte dat hij ze uit zal kunnen voeren in goede gezondheid. „De tijd is snel ge gaan. Je hield van het vak en het les geven. Je was altijd blij als je leerlin gen kon motiveren. Als ze goede prestaties leverden. Dat merkten we dan ook thuis. Het is een mooie tijd geweest. Er waren ook andere dingen waar je belangstelling voor had. De natuur en de politiek. We hebben er mee meegeleefd. We zijn trots op je. Altijd had je weer energie om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Toch ben je altijd dezelfde gebleven. In Assen leerde ik je kennen toen je me bijles gaf. Na het huwelijk heb je me altijd gestimuleerd om verder te leren." Ze bedankte hem daarvoor. Ook de twee kinderen (zoon en dochter) en haar vrienden betrok ze in haar dank woord. J. de Jong, lid van de centrale directie zei dat Venekamp de kunst verstond om anderen enthousiast te maken voor zijn vakken en dat hij als docent geen 'droog verhaal' vertelde. De Jong had het dossier Venekamp ge licht en schetste aan de hand van fei ten en anekdotes de levensloop van de Drent die in 1960 aan de Hervormde Kweekschool afstudeerde en in 1961 volledig bevoegd werd. Een jaartje voor de klas stond op een lagere school in Grolloo en daarna enkele ja ren aan de openbare Clematisschool in Rotterdam lesgaf en in 1965 solli citeerde op de ulo in Tholen. Samen met twee andere kandidaten. Uit het verslag van het bezoek aa.t de Oud-leerlingen bekijken samen met Venekamp de foto's op de reünie in de kantine van het Schelde college, v.l.n.r. Adrie Quist uit Tholen, Isa Leemrijze-Goedegebuure uit Sint-Annaland en Goozina Steketee-Bijl uit Sint-Maartensdijk. school in Rotterdam viel op te mer ken dat het lokaal van Venekamp er netjes en opgeruimd uitzag, maar dat het bordwerk minder verzorgd was. Volgens De Jong zou dat altijd 'knudde' blijven. Verder bleek dat de kandidaat rustig en beslist overkwam en dat zijn houding en spraak correct en beschaafd waren. Bovendien heer ste er 'een prettig sfeer in de klas waarin hij leerlingen wist te active ren.' De Jong onderbrak zijn toespraak om Venekamps echtgenote bloemen aan te reiken nadat hij had verteld dat het stel in 1965 trouwde. Naast zijn werk op school was Venekamp tussen 1974 en 1995 actief als statenlid voor de PvdA. „Daarvoor moest je elke vrijdag naar Middelburg. Je collega's waren het daarmee eens. Zo zie je dat echt socialisme bestaat." Venekamp werd in 1972 adjunct-directeur en schooldecaan van de mulo. Toen in 1986 de Thoolse scholengemeen schap ontstond kon hij het decaan schap weer oppakken. In 1995 werd het Schelde college gevormd. En dat was volgens De Jong niet iets waar Venekamp halsreikend naar uit hadv gekeken. Niettemin stelde De Jongt dat Venekamp de functie van decaan 'prima' heeft verricht. Namens de school kreeg Venekamp als dank een envelop met jnhoud. Wethouder W.C. van Kempen sprak namens de bestuurscommissie en het gemeentebestuur. Hij wees op de schaalvergroting en de specialisatie die in het onderwijs heeft plaatsge had en de rol die Venekamp bij de fu sies vervulde. „Je zult je aandeel in de meningsvorming over hoe het ver der moest wel hebben gegeven. Alles bij elkaar heb je je dus 36 jaar ingezet voor het voortgezet onderwijs in on ze gemeente." Van Kempen stipte ook het statenlid maatschap aan van de docent. „Daar blijkt ook jou interesse voor biologie. Want uit die tijd herinner ik me nog dat het afschaffen van de provinciale distelverordening voor jou een hot item was. Je vond de distel een mooie plant. Een bloeiend distelveld had een zekere bekoring. Maar in een provincie waarin het agrarisch volks deel sterk vertegenwoordigd was en is, en waar ik ook roots htb liggen, had men toch enige moeite met jouw idee. Distels noemen we op Tholen stekels en voor velen is het nog steeds 'vuulte.' De wethouder bedankte Venekamp voor wat hij voor het voortgezet on derwijs heeft gedaan. „Voor heel veel Thoolse leerlingen die op weg waren via de school een plaats in de maat schappij te vinden. Dat is het ten diepste wat je hebt gedaan, waar je energie in hebt gestoken." Als dank kreeg Venekamp de afscheidsreceptie aangeboden. Namens de personeelsvereniging be dankte docente huishoudkunde Y. de Veth-de Wolf haar scheidende colle ga. Zij voorspelde dat Venekamp straks tijd te kort zal komen. Ze had hem met de old-timer naar school ge bracht zien worden, terwijl het toch veel vaker voorkwam dat hij op skee lers en met rugzak naar de smalstad kwam. En wie gaat er nu naar Fries land mee op kamp? Om te zeilen? De Veth noemde Venekamp een globe trotter die je op school nooit boter hammen zag eten, maar die wel altijd een 'appeltje voor de dorst' bij zich had. Venekamp kreeg dan ook cap mandje met appels en een potje rnfet slakken in slootwater, compleet met de larve van een libelle. Tot slot droeg oud-leerling A. de Viet uit Sint-Maartensdijk een gedicht voor dat was geïnspireerd op Herin nering aan Holland van H. Marsman. En waarin Venekamp wordt gety peerd als een man met een baard en een pijp (vrij naar Paul van Ostaaij- en), als biologiedocent die vertelde over het leven der oceanen (met dichtregels van Lucebert), over zijn geliefde stekje in het Rammegors om de kiekendief te observeren (met rijm van Guido Gezelle) en over zijn lange periode in het onderwijs, van ulo naar vbmo dat uitmondde in Oote oote boe van de dichter Jan Hanlo. Venekamp bedankte iedereen die een bijdrage had geleverd aan zijn af scheidsreceptie. In de eerste plaats zijn gezin en familie. „Het is een beetje verdrietig dat zulke momenten als deze er niet meer zijn. Ik mag nog een keer als decaan optreden bij de di ploma-uitreiking. Wie weet wat de toekomst brengt. Ik ben nog niet uit gesproken." De controle strekte zich uit over ho recagelegenheden, dorpshuizen (uitgezonderd De Wimpel in Sint- Philipsland die juist werd ver bouwd) en kantines op campings. De gemeente schakelde er een bu reau voor in, maar ook de afdeling volkshuisvesting, milieu en bouw kundige zaken én de brandweer. De resultaten zijn inmiddels schriftelijk aan de exploitanten meegedeeld. „Dan kunnen ze vast aan het werk met het treffen van maatregelen", zei Nuis. Eerder dit jaar besloot hij, als uitvloeisel van de controle, de zolder van De Vossenkuil in Oud- Vossemeer en een vergaderkamer op de eerste verdieping van Haes- tinge in Sint-Maartensdijk te sluiten omdat de vluchtwegen niet aan de eisen voldeden. Hoewel er nauwelijks afwijkingen van de bouwvergunning zijn gecon stateerd, is er volop werk aan de winkel. Want bij de controle is vooruitgelopen op de invoering van een gebruiksvergunning en daar voor stelt de bouwverordening al lerhande eisen. Tot nu toe kende Tholen deze vergunning niet, maar er is beleid in voorbereiding. Als er een verordening ligt, zal horeca-on- dernemers gevraagd worden een ge bruiksvergunning aan te vragen. Deze wordt verplicht. Ondernemers die alle geconstateerde manco's verhelpen, zullen zo'n vergunning na aanvraag als het ware per om gaande krijgen, zei brandweercom mandant J. de Feijter in de commis sie. „Wie niets doet, krijgt geen vergunning en daar zullen sancties op staan. Maar we gaan ervanuit dat de uitbaters hun verantwoordelijk heid kennen", aldus de burgemees ter op vragen van SGP en VVD. „En wie de vergunning aanvraagt, bepaalt zelf zijn marges." De Feijter gaf hiervan een voorbeeld: wanneer alle toegangsdeuren naar binnen opendraaien, mogen maximaal 50 mensen in een etablissement vertoe ven. „Wie met dat aantal tevreden is, kan de situatie zo laten." CDA en VVD vroegen de burgemeester om jaarlijks te rapporteren en die toe zegging kregen ze. Als de raad wil dat er handhaving plaatsvindt, moet ze zich realiseren dat dat financiële consequenties heeft omdat het menskracht vergt, zei Nuis zonder omwegen. Tijdens de controle is op een 24-tal zaken getoetst. In het gunstigste ge val waren er tien niet in orde, in het ongunstigste 21 (het gemiddelde ligt op 15). Vluchtwegen die ge blokkeerd zijn of niet aan de eisen voldoen, alsmede het ontbreken van brandblussers zijn zaken die onmid dellijk aangepakt dienen te worden. Voor een groot aantal voorschriften geldt een periode van 13 weken om ze te realiseren, terwijl een vijftal binnen 26 weken uitgevoerd moet zijn. Wat in alle 28 gevallen ont breekt, is een brandveiligheidsin structie voor het personeel, een op stellingsplan (voor ruimten waarin meer dan 50 personen kunnen ver blijven) en een onderhoudsregister voor de brandveiligheidsinstallaties. Niet-brandbare versiering en brand vertragende gordijnen zijn in maar één etablissement aanwezig. De zichtbaarheid van nood-/transpa- rantverlichting en de jaarlijkse con trole hiervan is in maar twee geval len toereikend. Maar bijvoorbeeld een ontruimingsplan kennen 17 ge legenheden niet (waaronder de ge meentelijke dorpshuizen), vlucht wegaanduidingen ontbreken in 21 van de 28 gecontroleerde panden en in evenzoveel gevallen zouden nooddeuren voorzien moeten wor den van een panieksluiting. Een blusdeken is in 13 gevallen niet zichtbaar aanwezig. Een ontrui mingsalarminstallatie ontbreekt in zes gevallen. De rapporten van de controle zijn in te zien door derden. „Maar wel ver gezeld van een toelichting door een ambtenaar. Ze worden niet zomaar ergens neergelegd of op internet ge- ïfct", zei de burgemeester.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 3