Na ruim veertig jaar pas apart museum voor watersnoodramp Budelpack Copackers gaat met hoofdkwartier naar Brabant Verburgh Rechtzaak moord op Zwagemaker is voor de vijfde maal aangehouden ét onze Ja'i !1fJ I 1 1 V brillen mag u gezien worden Staatsecretaris De Vries opent caisson in Ouwerkerk Overname grootste concurrent Klöckner Pentapack Verdachte vindt bevindingen Pieter Baan Centrum suggestief Donderdag 5 april 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 11 Haast symbolisch en zoals wel vaker in Zeeland, is de wind lastig vandaag. Het is maandagmiddag en er staat een stevige bries bij een overigens stralend zonnetje. Een uitgelezen dag om een museum te openen. Al is het dan een museum voor de watersnoodramp van 1953, bepaald geen aangename periode in de Zeeuwse geschiedenis. Deze ramp die ook op Tholen en Sint-Philipsland vele slachtoffers heeft geëist en grote schade aanrichtte, heeft nu in de caissons bij Ouwerkerk een centrale gedenk plaats gekregen. Staatssecretaris J.M. de Vries van ver keer en waterstaat verrichtte de openingshandeling. Emotioneel Vernuft inzetten Compositie 166 Tholenaren om het leven Met terugwerkende kracht tot 1 januari neemt Budel pack de grootste concurrent Klöckner Pentapack over. Dat betekent 3 vestigingen in Engeland, Duitsland en België met 812 medewerkers en een omzet van 164 mil joen gulden. Met de bestaande 8 Budelpack-bedrijven in Nederland, Spanje en Engeland ontstaat er nu een con cern dat aan 2000 mensen werk biedt en een omzet haalt van 225 miljoen euro. André Nieuwkerk uit Tholen is de trotse directeur van het grootste verpakkingsbedrijf van merkartikelen in Europa. Maar net zoals Philips uit Eindhoven met het hoofdkantoor uitweek naar Amster dam, zo zal het hoofdkwartier van het sterk gegroeide Budelpack in West-Brabant terecht komen. Introductievideo Europees denken b.v. Antwerpsestraat 12 - 14 - 16 4611 AG Bergen op Zoom tel. 0164 - 237940 Fax 245360 specialisten in - Computersnetwerken, systemen op maat. - Hi-end audio, (speciale luisterruimte). - Beeld en geluidsystemen door heel uw huis. - Eigen technische dienst en service afdeling. Uitvinder Opnieuw is de rechtzaak tegen de 41-jarige O. uit Sint- Maartensdijk uitgesteld. O. zit al sinds 28 maart vorig jaar vast op verdenking van de moord op zijn huisge noot Job Zwagemaker (52) in de nacht van vrijdag 4 februari 2000. De verdachte is het niet eens met het rapport dat het Pieter Baan Centrum in Leiden over hem heeft opgesteld. Ook kloppen volgens hem de ver klaringen van de politie niet. Volgens rechter W. ter Berg zal de volgende zitting voor eind juni moeten plaatsvinden. Dan worden er twee gedragsdeskundigen en de politierechercheurs opgeroepen om in de straf zaak te getuigen. De zitting zal dan een hele dag in be slag nemen, zo zei de rechter. Zeven weken Derde advocaat Ui*aU De rampnacht van 31 januari op 1 februari 1953 verwoeste het Zeeuw se land, delen van Zuid-Holland en Noord-Brabant en hun inwoners. In zuidwest-Nederland kwamen 1835 mensen om in het water. Meer dan 200.000 dieren verdronken. Er stond 200.000 hectare land onder water en 500 km dijk was beschadigd of zelfs geheel verdwenen. Op Tholen en Sint-Philipsland lieten 167 mensen het leven plus dat er nog twee Tho- lenaren in Oosterland verdronken. Al snel na de Ramp waren er men sen die dachten over een grootscha lige herdenking of een museum. Maar het is er nooit van gekomen. Tot nu dan. Eén van de initiatiefne mers voor het nu geopende museum Watersnood 1953 is Ria Geluk (voor D66 in de gemeenteraad van Schou- wen-Duiveland en voormalig staten lid). Ze is tevens voorzitter van de stichting Caissons Ouwerkerk en ze heet de aanwezigen bij de openings plechtigheid welkom. „Veel mensen vonden het vreemd dat pas in 1993 - veertig jaar na dato - de eerste groot schalige herdenking van de Ramp plaatsvond. En men vond het ook vreemd dat er nog geen museum was dat gewijd was aan de water snoodramp", vertelt mevr. Geluk ten overstaan van de vele gasten. „Het is niet de eerste keer dat er ge sproken wordt over een museum voor de watersnoodramp. In het ver leden gebeurde dat ook al. Er is ge sproken, getekend en ontworpen, maar het is er nooit van gekomen. Na de herdenking in 1993, waarbij onder anderen ook koningin Beatrix aanwezig was, hebben we met een aantal mensen dat weer opgepakt. En ook toen duurde het nog tot 1997 totdat de stichting Caissons Ouwer kerk werd opgericht. We gingen op zoek naar gelden. We kregen eerst een subsidie van het ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij, in het kader van plattelandsvernieu wing. Dat kon, door slim combine ren. Een boerderij veranderde van agrarische naar recreatieve functie, door het krekengebied werd een wandelpad aangelegd en het muse um zou er komen. We kregen de subsidie in 1998 en toen kwam alles in een stroomversnelling." De stichting Caissons Ouwerkerk had inmiddels één van caissons (enorme, betonnen bakken die ge bruikt werden om gaten in de zee dijk te dichten) uitgekozen om het museum in onder te brengen. In fe bruari 1999 begon men aan het werk met het zagen van gaten in de beton nen muren om ingangen te maken en in april begon de eigenlijke ver bouwing Er werd gedraineerd, het dak werd gerestaureerd en er kwa men lichtkoepels in. Eind 1999 be gon men met de inrichting en in sep tember vorig jaar was er een proefopenstelling. Nu zijn de deuren dus echt geopend voor het grote pu bliek. „Hier is iets ingericht waar vrijwel alle vrijwilligers die eraan hebben meegewerkt, zelf mee te ma ken hebben gehad.Water is een the ma voor nu en later. We mogen niet vergeten hoe belangrijk het voor ons is", aldus mevr. Geluk die aangeeft dat het caisson niet onnodig opge sierd is. „Het is sober en dat laten we ook zo. Dat past nu eenmaal bij het onderwerp." Ze meldt nog dat de totale verbouw en inrichting zo'n 6 ton heeft gekost plus nog een ton aan vrijwilligersarbeid die in geld niet meegerekend wordt, maar wel hard nodig is geweest. Burgemeester J.J.P.M. Asselbergs van Schouwen-Duiveland houdt een gevoelige toespraak. „De water snoodramp van 1953 is voor het zuidwestelijk deltagebied de meest ingrijpende gebeurtenis van de twin tigste eeuw geweest. Daar waar in den lande de Tweede Wereldoorlog als keerpunt wordt gezien, praten we hier over voor en na de Ramp", al dus Asselbergs. „Op Schouwen- Duiveland vielen 531 slachtoffers, 2,2 procent van de totale bevolking. Ook oud-Scherpenissenaar Kees Slager (midden met baardis betrokken geweest bij de inrichting van het museum in het caisson waarvan de wanden zo ongerept mogelijk gelaten zijn en daardoor een fraai decor vormen voor onder meer de foto-tentoonstelling. Met name Ouwerkerk en Nieuwer- kerk werden zwaar getroffen. Hier verdronk 1 op de 6 inwoners. De Ramp ligt bij velen nog heel emotio neel. Iedereen probeert op zijn of haar manier het verleden achter zich te laten. Maar we weten dat het zo niet werkt. Een spreekwoord zegt: 'Lijden gaat voorbij, geleden heb ben nooit'. De huidige generatie is opgegroeid met de 'zekerheid' van de deltawerken en kan zich het ver schrikkelijke van de ramp niet voor stellen. Daarom is het goed dat er een plek is waar dit herdacht kan blijven worden. Ik heb bijzonder veel waardering Voor het feit dat het initiatief juist uit de plaatselijke be volking is gekomen." Behalve de provincie Zeeland, zijn ook Zuid-Holland en Noord-Bra bant uitgenodigd, omdat ook hier de Ramp heeft huisgehouden. Zeeuws gedeputeerde en waarnemend com missaris van de koningin L. Cop- poolse, spreekt namens de drie pro vincies. „ledereen hier heeft wel met de Ramp te maken gehad. Het was een ongekende ramp die chaos teweeg bracht. Het leek of de zond vloed was gekomen. Er is niet één plaats om te gedenken, want er zijn zoveel plaatsen waar het water huis hield. Er is niet één monument, maar alle mensen hebben hun eigen monument. En het bijzondere van dit museum is, dat ik gezien heb dat zoveel mensen hün monument hier naartoe gebracht hebben. Het is niet alleen een stukje historie. Maar men kan hier de geschiedenis zien, horen en voelen. Men kan hier zelfs iets kwijt." Staatssecreataris mevr. De Vries verricht na de toespraken de ope ningshandeling bij het caisson. Een zeil verhult een bord. Vanwege de wind is dit vastgebonden en als be stuursleden van de stichting het los maken, wil de straffe wind er met een mee vandoor. Uiteindelijk kan mevr. De Vries het doek wegtrek ken en wordt er een bord zichtbaar met de tekst 'Museum watersnood 1953'. De staatssecretaris heeft het allemaal niet van dichtbij meege maakt. „Ik was toen nog een klein meisje, maar ik herinner me nog wel dat mijn vader me meenam naar de binnenhaven van Scheveningen. En daar lagen alle tonnen in het wa ter. En ik kan me wel een beetje in denken hoe erg het in Zeeland moet zijn geweest", aldus mevr. De Vries die ook over de toekomst sprak. „Als we zien dat we te maken krij gen met klimaatveranderingen, een stijgende zeespiegel en verhoogde afvoer van de rivieren, dan zien we dat we niet moeten wachten tot er weer een ramp gebeurt. Al ons tech nische vernuft zullen we in moeten zetten om ervoor te zorgen dat Ne derland in deze eeuw net zo veilig blijft als ze sinds de Ramp is ge weest." Onder de tonen van een speciale compositie 'In Memoriam' van Lex van Delden waarvan hij als in een soort voorgevoel de eerste stukken ai componeerde in de nacht nog voordat de Ramp bekend werd, gaan de gasten het caisson binnen. Na de zware deuren volgt de mo derne entree van een museum. Maar gelukkig is niet het hele cais son opgedirkt. Dat is bewust ge daan. Ruwe, bevlekte, betonnen wanden en roestige metalen onder delen, geven een fraai contrast met de met straatstenen geplaveide vloer en de ruim opgezette tentoon stelling. Aan de ene kant beginnend met een paneel dat uitleg geeft over de oorzaken van de Ramp en aan de anderen kant met een lange lijst met namen. Namen van hen die omgekomen zijn door het water. Aan de muur hangt een kist met daaruit koptelefoons. Wie eraan luistert, hoort indringende verhalen van mensen die de ramp zelf heb ben beleefd. In een miniscuul theatertje wordt het Polygoonjour naal vertoond met beelden van de rampgebieden. Gedichten over de ramp, soms in schokkende beschrij vingen, hangen op witte doeken van het plafond. Door het water aangetaste spullen, maar ook foto's en brieven zijn aan de wanden, in de vitrines en op tafels terug te vin den. Ook is er een hoerenkamer in gericht in de stijl van de jaren '50. Een maquête van het deltagebied met op alle plaatsen een soort vlag met een klokje erop dat aangeeft hoe laat de dijken braken. En ach terin het caisson is een grote ruimte ingericht met oude machines die ge bruikt werden bjj de herstelwerk zaamheden. Stoomtreintjes, dragli nes, bulldozers. Ook is een stuk zeedijk in diverse fasen te zien, net als een oud dijkwerkershokje. De bezoekers zijn onder de indruk. Niet zozeer van de grootte van het museum - na drie kwartier heb je het wel gezien - maar wel van de sfeer en de indrukken die de ten toonstelling achterlaat. Het is voor de mensen die de Ramp hebben meegemaakt een plaats van herken ning en misschien wel van een stukje herbeleving. Voor de genera tie van na de Ramp, is het een in drukwekkende kennismaking met een zwarte bladzijde uit de geschie denis. Het museum is te vinden aan de Weg van de Buitenlandse Pers in Ouwerkerk. Op Tholen en Sint-Philipsland kwamen veel mensen om het leven, met name in Stavenisse waar 153 inwoners (bijna ne gen procent van de totale be volking) om het leven kwamen en nog eens drie mensen van elders. Op Sint-Philipsland verloren 9 inwoners het leven en in Sint-Maartensdijk 2. Twee jonge Tholenaren die in Oosterland verbleven, ver dronken daar. Er kwamen 27 polders onder water te staan. De dijken braken op negen plaatsen door aan de zuid westkant van Stavenisse, de Klaas van Steelandpolder te Poortvliet, de Oude Polder bij Sint-Philipsland en de Willem polder bij Anna Jacobapolder. Het westen en midden van Tholen en vrijwel geheel Sint- Philipsland kwamen onder water te staan. Bij elkaar zo'n 6560 hectare, waarvan 4792 ha landbouwgrond, 1064 ha grasland en 38 ha boomgaard. Vijftien kilometer zeewering werd beschadigd. Op Tholen en Sint-Philipsland kwamen 150 paarden, 866 koeien, 75 schapen en geiten, 1000 var kens en 7000 stuks pluimvee om in de golven. Er werden op Tholen 250 huizen en 60 boerderijen totaal vernield. 350 huizen en 200 boerderijen raakten zwaar beschadigd en 1000 woningen en 150 boer derijen liepen lichte schade op. Op Sint-Philipsland wer den 60 huizen en 10 boerderij en vernield. 100 woningen en 20 boerderijen zwaar bescha digd en 2000 huizen en 20 boerderijen licht beschadigd. Kortom een echte ramp voor vele inwoners. „De kans is te verwaarlozen dat het Frankfurt (281 personeelsleden), hoofdkantoor in Poortvliet blijft", zegt Nieuwkerk na een turbulente week met korte nachten. De eindon derhandelingen met Klöckner gingen tot 's nachts toe door. In april wil de directie van Budelpack international een beslissing nemen over de vesti ging van het hoofdkantoor. „Het wordt Bergen op Zoom, Roosendaal of Breda, waar in de eerste fase 20 mensen zullen gaan werken. Dat houdt in, dat er uit Poortvliet 10-12 arbeidsplaatsen verdwijnen." Volgens Nieuwkerk doet het ge meentebestuur van Tholen nu 'zijn uiterste best' om de al jaren geplande uitbreidingsmogelijkheden voor zo wel Bouman-Potter als Budelpack te verwezenlijken. „Men werkt er hard aan, maar er is meer tijd nodig. Om de achterstand in te halen, moet je eerder in jaren dan in maanden den ken." Overigens zal de overname van Klöckner Pentapack en daarmee een uitbreiding van de verpakkingscapa citeit volgens Nieuwkerk 'een rem mende invloed' hebben op de vesti ging Poortvliet. Er zal eerder sprake zijn van een bevriezing van de situ atie, dan van uitbreiding, maar wat in de pijplijn zit, wil Nieuwkerk toch nog wel verwezenlijken. Gedurende een driedaagse rondreis verwelkomde Nieuwkerk woensdag, donderdag en vrijdag de voormalige Klöckner Pentapack-medewerkers in de fabrieken te Ranstadt vlakbij Rhymney in Zuid-Wales (356 men sen) en het Belgische grensstadje Ha- mont (175 medewerkers), slechts een paar kilometer verwijderd van het Nederlandse Budel, waar 30 jaar ge leden de basis werd gelegd voor de huidige onderneming. „Wij zijn bij zonder verheugd met deze belangrij ke stap voorwaarts", zegt Nieuw kerk. „Het stelt ons in staat om onze markten beter te bedienen en het schept volop nieuwe carrièrekansen voor onze 2000 werknemers in Euro pa." De nieuwe groep zal onder de bedrijfsnaam Budelpack opereren. Klöckner Pentapack heeft een eigen verkoopkantoor in Parijs en daarvan kan nu ook Poortvliet profiteren. Voor alle over te nemen bedrijven is een speciale introductievideo over Budelpack in de landstaal gemaakt. Die werd ook vertoond tijdens de welkomstpresentatie door Nieuw kerk. De 812 vaste medewerkers van Klöckner Pentapack kregen de vi deoband mee om thuis nog eens rus tig te kunnen bekijken. 'Een nieuwe Europese uitdaging' is de titel van de band, waarop André Nieuwkerk in vrijetijdskleding op de zeedijk bij Poortvliet staat, uitkijkend over de Oosterschelde. Kleine foto's van de 11 vestigingen maken de videoband compleet. „We krijgen steeds weer kansen om iets nieuws te bouwen", zegt Nieuw kerk. „Als we een nieuwe fabriek op nemen in de groep, doen we dat om- Advertentie I.M. dat we iets in die fabriek zien. Budel pack moet een netwerk zijn van be drijven die elkaar versterken en aan vullen. Fabrieken die niet lokaal denken, maar Europees. Die niet al les zelf doen, maar gebruikmaken van eikaars sterke kanten. Gezamen lijk gaan we een nieuwe Europese uitdaging aan." Net voor de kerst kondigden Budel pack en Klöckner de fusie aan, maar toen moest het boekenonderzoek nog plaatsvinden. De accountants vonden geen lijken in de kast en daardoor kan de geplande overname met terug werkende kracht doorgaan. „Van Europees marktleider in con tract verpakken, willen we groeien naar leidend producent en verpakker voor consumentenproducten", zegt Nieuwkerk. Wereldwijd leidende merkartikelfabrikanten maken ge bruik van de diensten van Budelpack zoals Procter Gamble, Nestlé, Johnson Johnson, Kraft Jacobs Suchard, Unilever, Kellogg, Kimber ly-Clark en Sara Lee. De Poortvlietse onderneming helpt klanten bij het uit bouwen van merken door het verzor gen van productintroducties, monster verpakkingen, maar ook door het overnemen van productie- en verpak kingsprocessen. Het overgenomen Klöckner Penta pack is de verpakkingsafdeling van een veel groter Duits concern met 9000 medewerkers en een omzet van meer dan 3 miljard DM. Het ruim 40 jaar bestaande bedrijf was tot en met 1999 de absolute marktleider op ver- pakkingsgebied, maar vorig jaar pas seerde Budelpack met 170 miljoen gulden de 164 miljoen omzet van de Duitse concurrent. Nieuwkerk noemt Klöckner net als Budelpack een kwa- liteitsbedrijf. De Duitsers waren in 1963 uitvinder van de doordruk ver pakking voor medicijnen en het ver frissingsdoekje datje in een vliegtuig krijgt. In 1970 werd de afbreekblister en het tijdschriftensachet geïntrodu ceerd. De eerste stazak op horizonta le machines, zoals Budelpack die nu o.a. maakt voor de Redband snoep- pot, maakte Klöckner in 1980. Verkopers van de twee concurrenten kwamen elkaar altijd weer tegen op de Europese markt, want ze bedien den dezelfde klanten. De Duitsers be haalden de helft van hun omzet in de cosmetica en de wasmiddelen. Voe dingsmiddelen en farmaceutische producten nemen elk een kwart van de omzet voor hun rekening. Hoewel het bedrijf geen verlies maakt, is het in de ogen van de directie onvoldoen de winstgevend. „Ook de winst van Budelpack is - hoewel vorig jaar sterk verbeterd - nog steeds te laag", zegt Nieuwkerk. „Daarom lag het voor de hand dat beide partijen heb ben gekeken of de gezamenlijke po sitie versterkt kon worden. De kosten kunnen nu worden verlaagd en we kunnen een grotere verpakkingscapa citeit bieden. De volumes stijgen ook voortdurend en om de grote projecten te kunnen uitvoeren, zijn ook steeds grotere ondernemingen nodig. Ook het tekort aan arbeidskrachten in Ne derland kan op deze manier elders* gemakkelijk worden opgevangen." Voor de vijfde keer maakte O. een rit van het huis van bewaring naar de rechtbank in Middelburg. Zijn advocaat wist de zaak wederom aangehouden te krijgen voor een contra-expertise op het psychologisch rapport van het Pieter Baan Centrum. De officier van justitie H.I. den Hartog wees er de meervoudige kamer op dat de zaak al vier keer eerder was aangehouden. En ze bracht een nieuw feit in de zaak naar voren. Volgens Den Hartog was er meer bekend geworden over de wijze waarop Zwagema ker om het leven is gebracht. Het slachtoffer zou met een stoel of een stoelpoot zijn geslagen en van de trap zijn geduwd, gegooid of geslagen. Tegen de toevoeging aan de ten lastelegging werd geen be zwaar gemaakt door verdachte en zijn raadsman mr. E.R. Moes. Verdachte reageerde echter wel kort op dit punt. Via zijn tolk liet hij weten zich er niets van te her inneren omdat hij toen 'hartstikke dronken' was. Maar volgens Ter Berg deed dat nu niet ter zake en ging het alleen om depjuridische implicaties. O.'s advocaat vroeg om aanhou ding van de zaak. Hij lichtte toe dat de verdachte zich niet kan vin den in het rapport dat het Pieter Baan Centrum over hem heeft uit gebracht. Die adviseerde om O. bij veroordeling een terbeschik kingstelling (t.b.s.) en dwangver pleging op te leggen. „Cliënt heeft kritiek op het rapport. Hij ver zoekt om een contra-expertise. Hij heeft eerder met een psycholoog gesproken, later met een psychia ter. Die spreken elkaar tegen. Er moet een derde deskundige ko men." Bovendien vond de raadsman dat O. erg laat van de bevindingen van het Pieter Baan Centrum op de hoogte is gesteld. Zo laat dat een derde deskundige niet meer voor de zitting kon worden geraad pleegd. Volgens Moes vindt ^de verdachte het rapport 'suggestief en niet op zijn persoon van toe passing.' Ook zouden de verklaringen van de verbalisanten volgens de ver dachte niet deugen. Volgens Moes heeft O. nadat hij is opgepakt op 28 maart vorig jaar, 'herhaaldelijk en vruchteloos' om een eigen ad vocaat gevraagd. „Hem is dat recht niet geboden. Hem is ook niet voorgehouden dat hij recht op een tolk had." Volgens Moes gaat het om twee verbalisanten (re chercheurs die O. verhoorden en een verklaring opstelden die door verdachte is ondertekend). De officier van justitie was het niet eens met het verzoek. „Ik heb in het betoog geen gefundeerde kritiek gehoord. Verdachte is ze ven weken in het Pieter Baan Cen trum geweest. Heeft gesprekken gehad met deskundigen en is ge observeerd door de groepsleiding. Het rapport telt 40 bladzijden. Er is uitvoerig gekeken naar welke stoornissen verdachte in zijn ge drag vertoont. Bovendien zal ver dachte niet in aanmerking komen voor tbs omdat hij na detentie niet in Nederland kan blijven omdat hij geen verblijfsvergunning heeft. Hij zal dan uitgezet worden naar Marokko." Moes had op woensdag - de dag voor de zitting - de officier van justitie via een fax om aanhouding van de zaak verzocht. Dat was naar haar huisadres gestuurd, ter wijl ze een vrije dag had, zei ze. Den Hartog verweet de verdedi ging van O. een 'weinig serieuze houding'. Ze had zelf daarna tot twee keer toe geprobeerd Moes te bereiken, maar dat was niet ge lukt. Ook vond ze dat het rapport van het Pieter Baan Centrum al lang genoeg gereed was om er op te kunnen reageren. Over het tweede punt, het verhoor door de politie, zei Den Hartog dat het om verklaringen ging die in het Nederlands zijn opgesteld en door O. zijn ondertekend. „De drijfveer van verdachte is: Ik ben het er niet mee eens. Ik wil niet veroordeeld worden. De eerste da gen na zijn aanhouding waren er twee verhoren per dag, later een per dag. Er is geen druk op hem gelegd. Ik verzet me tegen het ho ren van de verbalisanten." Moes vond dat er voldoende rede nen waren om een contra-experti se te vragen. „Cliënt is het niet eens met de inhoud van het rap port en niet zozeer vanwege de conclusie dat er tbs gevraagd wordt. Dat doet eigenlijk niet ter zake omdat hij toch niet in Neder land mag blijven." Ter Berg schortte daarop de zitting. Na ruim een half uur beraadslagingen meldde hij gehoor te willen geven aan het verzoek. Het was voldoen de onderbouwd, zei hij. De recht bank bleek gevoelig voor het ar gument dat er te weinig tijd was tussen het verschijnen van het rap- j^ort, op 7 maart, en de zitting op donderdag. „Deze periode is te kort om hem in gelegenheid te stellen een deskundige in te roe pen. Voor een eerlijk proces moet hij die kans krijgen. Dat verzoek willen wij honoreren." Ook wil de rechtbank twee ge dragsdeskundigen oproepen, de psycholoog en de psychiater, die O. hebben onderzocht. Tenslotte worden ook de twee verbalisanten opgeroepen die alle verhoren heb ben gedaan. „De volgende zitting is binnen drie maanden. Vóór 29 juni. Die tijd is nodig voor de con tra-expertise op kosten van de ver dachte. Maar dan gaan we er een hele dag voor uittrekken," zo zei hij tegen de familie van het slacht offer die in groten getale naar de Middelburgse rechtbank was ge komen en al drie kwartier langer moest wachten dan gepland. De zitting zou om half drie beginnen, maar doordat de advocaat laat uit Breda was vertrokken, begon de zaak pas tegen half vier. Moes is overigens de derde advocaat van O, sinds zijn aanhouding. En het is de vijfde maal dat de strafzaak tegen O. wordt aange houden. De laatste keer was op 8 maart. Daarvoor op 28 september. Op 6 juli vorig jaar gelastte de rechtbank een onderzoek van O. door het Pieter Baan Centrum, na advies van gedragsdeskundigen. De officier vond dat toen niet no dig, maar ook voor de toenmalige advocaat van O., mr P. Maes uit Middelharnis, hoefde dat niet. Ondanks het feit dat O. al jaren in Nederland woont, maakte hij ge bruik van een Marokkaanse tolk. O. spreekt wel Nederlands en ook Duits. Hij kwam als kind met zijn ouders mee naar Duitsland. Keer de voor een periode van ongeveer tien jaar weer terug naar Marokko en kwam daarna naar Nederland waar hij tevergeefs probeerde een verblijfsvergunning te bemachti gen. Huiselijk geweld. Op 20 en 21 september wordt in Middelburg een internationaal congres over geweld in de huiselijke kring ge houden. De provincie heeft hier voor bureau Arts en samenleving opdracht verleend voor 50.000 gulden. Wtutrom roti a met minder genoegen nemen Grote Ke»kstraat5-t3 Steenbergen Telefoon (0167)553385 Advertentie I.M.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 11