Na ruim veertig jaar pas apart
museum voor watersnoodramp
Budelpack Copackers gaat met
hoofdkwartier naar Brabant
Verburgh
Rechtzaak moord op Zwagemaker is
voor de vijfde maal aangehouden
ét onze
Ja'i !1fJ I 1 1 V
brillen
mag u
gezien
worden
Staatsecretaris De Vries opent caisson in Ouwerkerk
Overname grootste concurrent Klöckner Pentapack
Verdachte vindt bevindingen Pieter Baan Centrum suggestief
Donderdag 5 april 2001
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
11
Haast symbolisch en zoals wel vaker in Zeeland, is de
wind lastig vandaag. Het is maandagmiddag en er staat
een stevige bries bij een overigens stralend zonnetje. Een
uitgelezen dag om een museum te openen. Al is het dan
een museum voor de watersnoodramp van 1953, bepaald
geen aangename periode in de Zeeuwse geschiedenis.
Deze ramp die ook op Tholen en Sint-Philipsland vele
slachtoffers heeft geëist en grote schade aanrichtte, heeft
nu in de caissons bij Ouwerkerk een centrale gedenk
plaats gekregen. Staatssecretaris J.M. de Vries van ver
keer en waterstaat verrichtte de openingshandeling.
Emotioneel
Vernuft inzetten
Compositie
166 Tholenaren
om het leven
Met terugwerkende kracht tot 1 januari neemt Budel
pack de grootste concurrent Klöckner Pentapack over.
Dat betekent 3 vestigingen in Engeland, Duitsland en
België met 812 medewerkers en een omzet van 164 mil
joen gulden. Met de bestaande 8 Budelpack-bedrijven in
Nederland, Spanje en Engeland ontstaat er nu een con
cern dat aan 2000 mensen werk biedt en een omzet haalt
van 225 miljoen euro. André Nieuwkerk uit Tholen is de
trotse directeur van het grootste verpakkingsbedrijf van
merkartikelen in Europa. Maar net zoals Philips uit
Eindhoven met het hoofdkantoor uitweek naar Amster
dam, zo zal het hoofdkwartier van het sterk gegroeide
Budelpack in West-Brabant terecht komen.
Introductievideo
Europees denken
b.v.
Antwerpsestraat 12 - 14 - 16
4611 AG Bergen op Zoom
tel. 0164 - 237940 Fax 245360
specialisten in
- Computersnetwerken, systemen op maat.
- Hi-end audio, (speciale luisterruimte).
- Beeld en geluidsystemen door heel uw huis.
- Eigen technische dienst en service afdeling.
Uitvinder
Opnieuw is de rechtzaak tegen de 41-jarige O. uit Sint-
Maartensdijk uitgesteld. O. zit al sinds 28 maart vorig
jaar vast op verdenking van de moord op zijn huisge
noot Job Zwagemaker (52) in de nacht van vrijdag 4
februari 2000. De verdachte is het niet eens met het
rapport dat het Pieter Baan Centrum in Leiden over
hem heeft opgesteld. Ook kloppen volgens hem de ver
klaringen van de politie niet. Volgens rechter W. ter
Berg zal de volgende zitting voor eind juni moeten
plaatsvinden. Dan worden er twee gedragsdeskundigen
en de politierechercheurs opgeroepen om in de straf
zaak te getuigen. De zitting zal dan een hele dag in be
slag nemen, zo zei de rechter.
Zeven weken
Derde advocaat
Ui*aU
De rampnacht van 31 januari op 1
februari 1953 verwoeste het Zeeuw
se land, delen van Zuid-Holland en
Noord-Brabant en hun inwoners. In
zuidwest-Nederland kwamen 1835
mensen om in het water. Meer dan
200.000 dieren verdronken. Er stond
200.000 hectare land onder water en
500 km dijk was beschadigd of zelfs
geheel verdwenen. Op Tholen en
Sint-Philipsland lieten 167 mensen
het leven plus dat er nog twee Tho-
lenaren in Oosterland verdronken.
Al snel na de Ramp waren er men
sen die dachten over een grootscha
lige herdenking of een museum.
Maar het is er nooit van gekomen.
Tot nu dan. Eén van de initiatiefne
mers voor het nu geopende museum
Watersnood 1953 is Ria Geluk (voor
D66 in de gemeenteraad van Schou-
wen-Duiveland en voormalig staten
lid). Ze is tevens voorzitter van de
stichting Caissons Ouwerkerk en ze
heet de aanwezigen bij de openings
plechtigheid welkom. „Veel mensen
vonden het vreemd dat pas in 1993 -
veertig jaar na dato - de eerste groot
schalige herdenking van de Ramp
plaatsvond. En men vond het ook
vreemd dat er nog geen museum
was dat gewijd was aan de water
snoodramp", vertelt mevr. Geluk
ten overstaan van de vele gasten.
„Het is niet de eerste keer dat er ge
sproken wordt over een museum
voor de watersnoodramp. In het ver
leden gebeurde dat ook al. Er is ge
sproken, getekend en ontworpen,
maar het is er nooit van gekomen.
Na de herdenking in 1993, waarbij
onder anderen ook koningin Beatrix
aanwezig was, hebben we met een
aantal mensen dat weer opgepakt.
En ook toen duurde het nog tot 1997
totdat de stichting Caissons Ouwer
kerk werd opgericht. We gingen op
zoek naar gelden. We kregen eerst
een subsidie van het ministerie van
landbouw, natuurbeheer en visserij,
in het kader van plattelandsvernieu
wing. Dat kon, door slim combine
ren. Een boerderij veranderde van
agrarische naar recreatieve functie,
door het krekengebied werd een
wandelpad aangelegd en het muse
um zou er komen. We kregen de
subsidie in 1998 en toen kwam alles
in een stroomversnelling."
De stichting Caissons Ouwerkerk
had inmiddels één van caissons
(enorme, betonnen bakken die ge
bruikt werden om gaten in de zee
dijk te dichten) uitgekozen om het
museum in onder te brengen. In fe
bruari 1999 begon men aan het werk
met het zagen van gaten in de beton
nen muren om ingangen te maken
en in april begon de eigenlijke ver
bouwing Er werd gedraineerd, het
dak werd gerestaureerd en er kwa
men lichtkoepels in. Eind 1999 be
gon men met de inrichting en in sep
tember vorig jaar was er een
proefopenstelling. Nu zijn de deuren
dus echt geopend voor het grote pu
bliek. „Hier is iets ingericht waar
vrijwel alle vrijwilligers die eraan
hebben meegewerkt, zelf mee te ma
ken hebben gehad.Water is een the
ma voor nu en later. We mogen niet
vergeten hoe belangrijk het voor ons
is", aldus mevr. Geluk die aangeeft
dat het caisson niet onnodig opge
sierd is. „Het is sober en dat laten
we ook zo. Dat past nu eenmaal bij
het onderwerp." Ze meldt nog dat de
totale verbouw en inrichting zo'n 6
ton heeft gekost plus nog een ton
aan vrijwilligersarbeid die in geld
niet meegerekend wordt, maar wel
hard nodig is geweest.
Burgemeester J.J.P.M. Asselbergs
van Schouwen-Duiveland houdt een
gevoelige toespraak. „De water
snoodramp van 1953 is voor het
zuidwestelijk deltagebied de meest
ingrijpende gebeurtenis van de twin
tigste eeuw geweest. Daar waar in
den lande de Tweede Wereldoorlog
als keerpunt wordt gezien, praten we
hier over voor en na de Ramp", al
dus Asselbergs. „Op Schouwen-
Duiveland vielen 531 slachtoffers,
2,2 procent van de totale bevolking.
Ook oud-Scherpenissenaar Kees Slager (midden met baardis betrokken geweest bij de inrichting van het museum in het caisson waarvan
de wanden zo ongerept mogelijk gelaten zijn en daardoor een fraai decor vormen voor onder meer de foto-tentoonstelling.
Met name Ouwerkerk en Nieuwer-
kerk werden zwaar getroffen. Hier
verdronk 1 op de 6 inwoners. De
Ramp ligt bij velen nog heel emotio
neel. Iedereen probeert op zijn of
haar manier het verleden achter zich
te laten. Maar we weten dat het zo
niet werkt. Een spreekwoord zegt:
'Lijden gaat voorbij, geleden heb
ben nooit'. De huidige generatie is
opgegroeid met de 'zekerheid' van
de deltawerken en kan zich het ver
schrikkelijke van de ramp niet voor
stellen. Daarom is het goed dat er
een plek is waar dit herdacht kan
blijven worden. Ik heb bijzonder
veel waardering Voor het feit dat het
initiatief juist uit de plaatselijke be
volking is gekomen."
Behalve de provincie Zeeland, zijn
ook Zuid-Holland en Noord-Bra
bant uitgenodigd, omdat ook hier de
Ramp heeft huisgehouden. Zeeuws
gedeputeerde en waarnemend com
missaris van de koningin L. Cop-
poolse, spreekt namens de drie pro
vincies. „ledereen hier heeft wel
met de Ramp te maken gehad. Het
was een ongekende ramp die chaos
teweeg bracht. Het leek of de zond
vloed was gekomen. Er is niet één
plaats om te gedenken, want er zijn
zoveel plaatsen waar het water huis
hield. Er is niet één monument,
maar alle mensen hebben hun eigen
monument. En het bijzondere van
dit museum is, dat ik gezien heb dat
zoveel mensen hün monument hier
naartoe gebracht hebben. Het is niet
alleen een stukje historie. Maar men
kan hier de geschiedenis zien, horen
en voelen. Men kan hier zelfs iets
kwijt."
Staatssecreataris mevr. De Vries
verricht na de toespraken de ope
ningshandeling bij het caisson. Een
zeil verhult een bord. Vanwege de
wind is dit vastgebonden en als be
stuursleden van de stichting het los
maken, wil de straffe wind er met
een mee vandoor. Uiteindelijk kan
mevr. De Vries het doek wegtrek
ken en wordt er een bord zichtbaar
met de tekst 'Museum watersnood
1953'. De staatssecretaris heeft het
allemaal niet van dichtbij meege
maakt. „Ik was toen nog een klein
meisje, maar ik herinner me nog
wel dat mijn vader me meenam naar
de binnenhaven van Scheveningen.
En daar lagen alle tonnen in het wa
ter. En ik kan me wel een beetje in
denken hoe erg het in Zeeland moet
zijn geweest", aldus mevr. De Vries
die ook over de toekomst sprak.
„Als we zien dat we te maken krij
gen met klimaatveranderingen, een
stijgende zeespiegel en verhoogde
afvoer van de rivieren, dan zien we
dat we niet moeten wachten tot er
weer een ramp gebeurt. Al ons tech
nische vernuft zullen we in moeten
zetten om ervoor te zorgen dat Ne
derland in deze eeuw net zo veilig
blijft als ze sinds de Ramp is ge
weest."
Onder de tonen van een speciale
compositie 'In Memoriam' van Lex
van Delden waarvan hij als in een
soort voorgevoel de eerste stukken
ai componeerde in de nacht nog
voordat de Ramp bekend werd,
gaan de gasten het caisson binnen.
Na de zware deuren volgt de mo
derne entree van een museum.
Maar gelukkig is niet het hele cais
son opgedirkt. Dat is bewust ge
daan. Ruwe, bevlekte, betonnen
wanden en roestige metalen onder
delen, geven een fraai contrast met
de met straatstenen geplaveide
vloer en de ruim opgezette tentoon
stelling. Aan de ene kant beginnend
met een paneel dat uitleg geeft over
de oorzaken van de Ramp en aan de
anderen kant met een lange lijst
met namen. Namen van hen die
omgekomen zijn door het water.
Aan de muur hangt een kist met
daaruit koptelefoons. Wie eraan
luistert, hoort indringende verhalen
van mensen die de ramp zelf heb
ben beleefd. In een miniscuul
theatertje wordt het Polygoonjour
naal vertoond met beelden van de
rampgebieden. Gedichten over de
ramp, soms in schokkende beschrij
vingen, hangen op witte doeken
van het plafond. Door het water
aangetaste spullen, maar ook foto's
en brieven zijn aan de wanden, in
de vitrines en op tafels terug te vin
den. Ook is er een hoerenkamer in
gericht in de stijl van de jaren '50.
Een maquête van het deltagebied
met op alle plaatsen een soort vlag
met een klokje erop dat aangeeft
hoe laat de dijken braken. En ach
terin het caisson is een grote ruimte
ingericht met oude machines die ge
bruikt werden bjj de herstelwerk
zaamheden. Stoomtreintjes, dragli
nes, bulldozers. Ook is een stuk
zeedijk in diverse fasen te zien, net
als een oud dijkwerkershokje.
De bezoekers zijn onder de indruk.
Niet zozeer van de grootte van het
museum - na drie kwartier heb je
het wel gezien - maar wel van de
sfeer en de indrukken die de ten
toonstelling achterlaat. Het is voor
de mensen die de Ramp hebben
meegemaakt een plaats van herken
ning en misschien wel van een
stukje herbeleving. Voor de genera
tie van na de Ramp, is het een in
drukwekkende kennismaking met
een zwarte bladzijde uit de geschie
denis. Het museum is te vinden aan
de Weg van de Buitenlandse Pers in
Ouwerkerk.
Op Tholen en Sint-Philipsland
kwamen veel mensen om het
leven, met name in Stavenisse
waar 153 inwoners (bijna ne
gen procent van de totale be
volking) om het leven kwamen
en nog eens drie mensen van
elders. Op Sint-Philipsland
verloren 9 inwoners het leven
en in Sint-Maartensdijk 2.
Twee jonge Tholenaren die in
Oosterland verbleven, ver
dronken daar. Er kwamen 27
polders onder water te staan.
De dijken braken op negen
plaatsen door aan de zuid
westkant van Stavenisse, de
Klaas van Steelandpolder te
Poortvliet, de Oude Polder bij
Sint-Philipsland en de Willem
polder bij Anna Jacobapolder.
Het westen en midden van
Tholen en vrijwel geheel Sint-
Philipsland kwamen onder
water te staan. Bij elkaar zo'n
6560 hectare, waarvan 4792
ha landbouwgrond, 1064 ha
grasland en 38 ha boomgaard.
Vijftien kilometer zeewering
werd beschadigd. Op Tholen
en Sint-Philipsland kwamen
150 paarden, 866 koeien, 75
schapen en geiten, 1000 var
kens en 7000 stuks pluimvee
om in de golven. Er werden
op Tholen 250 huizen en 60
boerderijen totaal vernield.
350 huizen en 200 boerderijen
raakten zwaar beschadigd en
1000 woningen en 150 boer
derijen liepen lichte schade
op. Op Sint-Philipsland wer
den 60 huizen en 10 boerderij
en vernield. 100 woningen en
20 boerderijen zwaar bescha
digd en 2000 huizen en 20
boerderijen licht beschadigd.
Kortom een echte ramp voor
vele inwoners.
„De kans is te verwaarlozen dat het Frankfurt (281 personeelsleden),
hoofdkantoor in Poortvliet blijft",
zegt Nieuwkerk na een turbulente
week met korte nachten. De eindon
derhandelingen met Klöckner gingen
tot 's nachts toe door. In april wil de
directie van Budelpack international
een beslissing nemen over de vesti
ging van het hoofdkantoor. „Het
wordt Bergen op Zoom, Roosendaal
of Breda, waar in de eerste fase 20
mensen zullen gaan werken. Dat
houdt in, dat er uit Poortvliet 10-12
arbeidsplaatsen verdwijnen."
Volgens Nieuwkerk doet het ge
meentebestuur van Tholen nu 'zijn
uiterste best' om de al jaren geplande
uitbreidingsmogelijkheden voor zo
wel Bouman-Potter als Budelpack te
verwezenlijken. „Men werkt er hard
aan, maar er is meer tijd nodig. Om
de achterstand in te halen, moet je
eerder in jaren dan in maanden den
ken."
Overigens zal de overname van
Klöckner Pentapack en daarmee een
uitbreiding van de verpakkingscapa
citeit volgens Nieuwkerk 'een rem
mende invloed' hebben op de vesti
ging Poortvliet. Er zal eerder sprake
zijn van een bevriezing van de situ
atie, dan van uitbreiding, maar wat in
de pijplijn zit, wil Nieuwkerk toch
nog wel verwezenlijken.
Gedurende een driedaagse rondreis
verwelkomde Nieuwkerk woensdag,
donderdag en vrijdag de voormalige
Klöckner Pentapack-medewerkers in
de fabrieken te Ranstadt vlakbij
Rhymney in Zuid-Wales (356 men
sen) en het Belgische grensstadje Ha-
mont (175 medewerkers), slechts een
paar kilometer verwijderd van het
Nederlandse Budel, waar 30 jaar ge
leden de basis werd gelegd voor de
huidige onderneming. „Wij zijn bij
zonder verheugd met deze belangrij
ke stap voorwaarts", zegt Nieuw
kerk. „Het stelt ons in staat om onze
markten beter te bedienen en het
schept volop nieuwe carrièrekansen
voor onze 2000 werknemers in Euro
pa." De nieuwe groep zal onder de
bedrijfsnaam Budelpack opereren.
Klöckner Pentapack heeft een eigen
verkoopkantoor in Parijs en daarvan
kan nu ook Poortvliet profiteren.
Voor alle over te nemen bedrijven is
een speciale introductievideo over
Budelpack in de landstaal gemaakt.
Die werd ook vertoond tijdens de
welkomstpresentatie door Nieuw
kerk. De 812 vaste medewerkers van
Klöckner Pentapack kregen de vi
deoband mee om thuis nog eens rus
tig te kunnen bekijken. 'Een nieuwe
Europese uitdaging' is de titel van de
band, waarop André Nieuwkerk in
vrijetijdskleding op de zeedijk bij
Poortvliet staat, uitkijkend over de
Oosterschelde. Kleine foto's van de
11 vestigingen maken de videoband
compleet.
„We krijgen steeds weer kansen om
iets nieuws te bouwen", zegt Nieuw
kerk. „Als we een nieuwe fabriek op
nemen in de groep, doen we dat om-
Advertentie I.M.
dat we iets in die fabriek zien. Budel
pack moet een netwerk zijn van be
drijven die elkaar versterken en aan
vullen. Fabrieken die niet lokaal
denken, maar Europees. Die niet al
les zelf doen, maar gebruikmaken
van eikaars sterke kanten. Gezamen
lijk gaan we een nieuwe Europese
uitdaging aan."
Net voor de kerst kondigden Budel
pack en Klöckner de fusie aan, maar
toen moest het boekenonderzoek nog
plaatsvinden. De accountants vonden
geen lijken in de kast en daardoor
kan de geplande overname met terug
werkende kracht doorgaan.
„Van Europees marktleider in con
tract verpakken, willen we groeien
naar leidend producent en verpakker
voor consumentenproducten", zegt
Nieuwkerk. Wereldwijd leidende
merkartikelfabrikanten maken ge
bruik van de diensten van Budelpack
zoals Procter Gamble, Nestlé,
Johnson Johnson, Kraft Jacobs
Suchard, Unilever, Kellogg, Kimber
ly-Clark en Sara Lee. De Poortvlietse
onderneming helpt klanten bij het uit
bouwen van merken door het verzor
gen van productintroducties, monster
verpakkingen, maar ook door het
overnemen van productie- en verpak
kingsprocessen.
Het overgenomen Klöckner Penta
pack is de verpakkingsafdeling van
een veel groter Duits concern met
9000 medewerkers en een omzet van
meer dan 3 miljard DM. Het ruim 40
jaar bestaande bedrijf was tot en met
1999 de absolute marktleider op ver-
pakkingsgebied, maar vorig jaar pas
seerde Budelpack met 170 miljoen
gulden de 164 miljoen omzet van de
Duitse concurrent. Nieuwkerk noemt
Klöckner net als Budelpack een kwa-
liteitsbedrijf. De Duitsers waren in
1963 uitvinder van de doordruk ver
pakking voor medicijnen en het ver
frissingsdoekje datje in een vliegtuig
krijgt. In 1970 werd de afbreekblister
en het tijdschriftensachet geïntrodu
ceerd. De eerste stazak op horizonta
le machines, zoals Budelpack die nu
o.a. maakt voor de Redband snoep-
pot, maakte Klöckner in 1980.
Verkopers van de twee concurrenten
kwamen elkaar altijd weer tegen op
de Europese markt, want ze bedien
den dezelfde klanten. De Duitsers be
haalden de helft van hun omzet in de
cosmetica en de wasmiddelen. Voe
dingsmiddelen en farmaceutische
producten nemen elk een kwart van
de omzet voor hun rekening. Hoewel
het bedrijf geen verlies maakt, is het
in de ogen van de directie onvoldoen
de winstgevend. „Ook de winst van
Budelpack is - hoewel vorig jaar
sterk verbeterd - nog steeds te laag",
zegt Nieuwkerk. „Daarom lag het
voor de hand dat beide partijen heb
ben gekeken of de gezamenlijke po
sitie versterkt kon worden. De kosten
kunnen nu worden verlaagd en we
kunnen een grotere verpakkingscapa
citeit bieden. De volumes stijgen ook
voortdurend en om de grote projecten
te kunnen uitvoeren, zijn ook steeds
grotere ondernemingen nodig. Ook
het tekort aan arbeidskrachten in Ne
derland kan op deze manier elders*
gemakkelijk worden opgevangen."
Voor de vijfde keer maakte O. een rit van het huis van bewaring naar de rechtbank in Middelburg. Zijn advocaat wist de zaak wederom
aangehouden te krijgen voor een contra-expertise op het psychologisch rapport van het Pieter Baan Centrum.
De officier van justitie H.I. den
Hartog wees er de meervoudige
kamer op dat de zaak al vier keer
eerder was aangehouden. En ze
bracht een nieuw feit in de zaak
naar voren. Volgens Den Hartog
was er meer bekend geworden
over de wijze waarop Zwagema
ker om het leven is gebracht. Het
slachtoffer zou met een stoel of
een stoelpoot zijn geslagen en van
de trap zijn geduwd, gegooid of
geslagen. Tegen de toevoeging aan
de ten lastelegging werd geen be
zwaar gemaakt door verdachte en
zijn raadsman mr. E.R. Moes.
Verdachte reageerde echter wel
kort op dit punt. Via zijn tolk liet
hij weten zich er niets van te her
inneren omdat hij toen 'hartstikke
dronken' was. Maar volgens Ter
Berg deed dat nu niet ter zake en
ging het alleen om depjuridische
implicaties.
O.'s advocaat vroeg om aanhou
ding van de zaak. Hij lichtte toe
dat de verdachte zich niet kan vin
den in het rapport dat het Pieter
Baan Centrum over hem heeft uit
gebracht. Die adviseerde om O.
bij veroordeling een terbeschik
kingstelling (t.b.s.) en dwangver
pleging op te leggen. „Cliënt heeft
kritiek op het rapport. Hij ver
zoekt om een contra-expertise. Hij
heeft eerder met een psycholoog
gesproken, later met een psychia
ter. Die spreken elkaar tegen. Er
moet een derde deskundige ko
men."
Bovendien vond de raadsman dat
O. erg laat van de bevindingen van
het Pieter Baan Centrum op de
hoogte is gesteld. Zo laat dat een
derde deskundige niet meer voor
de zitting kon worden geraad
pleegd. Volgens Moes vindt ^de
verdachte het rapport 'suggestief
en niet op zijn persoon van toe
passing.'
Ook zouden de verklaringen van
de verbalisanten volgens de ver
dachte niet deugen. Volgens Moes
heeft O. nadat hij is opgepakt op
28 maart vorig jaar, 'herhaaldelijk
en vruchteloos' om een eigen ad
vocaat gevraagd. „Hem is dat
recht niet geboden. Hem is ook
niet voorgehouden dat hij recht op
een tolk had." Volgens Moes gaat
het om twee verbalisanten (re
chercheurs die O. verhoorden en
een verklaring opstelden die door
verdachte is ondertekend).
De officier van justitie was het
niet eens met het verzoek. „Ik heb
in het betoog geen gefundeerde
kritiek gehoord. Verdachte is ze
ven weken in het Pieter Baan Cen
trum geweest. Heeft gesprekken
gehad met deskundigen en is ge
observeerd door de groepsleiding.
Het rapport telt 40 bladzijden. Er
is uitvoerig gekeken naar welke
stoornissen verdachte in zijn ge
drag vertoont. Bovendien zal ver
dachte niet in aanmerking komen
voor tbs omdat hij na detentie niet
in Nederland kan blijven omdat
hij geen verblijfsvergunning heeft.
Hij zal dan uitgezet worden naar
Marokko."
Moes had op woensdag - de dag
voor de zitting - de officier van
justitie via een fax om aanhouding
van de zaak verzocht. Dat was
naar haar huisadres gestuurd, ter
wijl ze een vrije dag had, zei ze.
Den Hartog verweet de verdedi
ging van O. een 'weinig serieuze
houding'. Ze had zelf daarna tot
twee keer toe geprobeerd Moes te
bereiken, maar dat was niet ge
lukt. Ook vond ze dat het rapport
van het Pieter Baan Centrum al
lang genoeg gereed was om er op
te kunnen reageren.
Over het tweede punt, het verhoor
door de politie, zei Den Hartog
dat het om verklaringen ging die
in het Nederlands zijn opgesteld
en door O. zijn ondertekend. „De
drijfveer van verdachte is: Ik ben
het er niet mee eens. Ik wil niet
veroordeeld worden. De eerste da
gen na zijn aanhouding waren er
twee verhoren per dag, later een
per dag. Er is geen druk op hem
gelegd. Ik verzet me tegen het ho
ren van de verbalisanten."
Moes vond dat er voldoende rede
nen waren om een contra-experti
se te vragen. „Cliënt is het niet
eens met de inhoud van het rap
port en niet zozeer vanwege de
conclusie dat er tbs gevraagd
wordt. Dat doet eigenlijk niet ter
zake omdat hij toch niet in Neder
land mag blijven." Ter Berg
schortte daarop de zitting. Na
ruim een half uur beraadslagingen
meldde hij gehoor te willen geven
aan het verzoek. Het was voldoen
de onderbouwd, zei hij. De recht
bank bleek gevoelig voor het ar
gument dat er te weinig tijd was
tussen het verschijnen van het rap-
j^ort, op 7 maart, en de zitting op
donderdag. „Deze periode is te
kort om hem in gelegenheid te
stellen een deskundige in te roe
pen. Voor een eerlijk proces moet
hij die kans krijgen. Dat verzoek
willen wij honoreren."
Ook wil de rechtbank twee ge
dragsdeskundigen oproepen, de
psycholoog en de psychiater, die
O. hebben onderzocht. Tenslotte
worden ook de twee verbalisanten
opgeroepen die alle verhoren heb
ben gedaan. „De volgende zitting
is binnen drie maanden. Vóór 29
juni. Die tijd is nodig voor de con
tra-expertise op kosten van de ver
dachte. Maar dan gaan we er een
hele dag voor uittrekken," zo zei
hij tegen de familie van het slacht
offer die in groten getale naar de
Middelburgse rechtbank was ge
komen en al drie kwartier langer
moest wachten dan gepland. De
zitting zou om half drie beginnen,
maar doordat de advocaat laat uit
Breda was vertrokken, begon de
zaak pas tegen half vier. Moes is
overigens de derde advocaat van
O, sinds zijn aanhouding.
En het is de vijfde maal dat de
strafzaak tegen O. wordt aange
houden. De laatste keer was op 8
maart. Daarvoor op 28 september.
Op 6 juli vorig jaar gelastte de
rechtbank een onderzoek van O.
door het Pieter Baan Centrum, na
advies van gedragsdeskundigen.
De officier vond dat toen niet no
dig, maar ook voor de toenmalige
advocaat van O., mr P. Maes uit
Middelharnis, hoefde dat niet.
Ondanks het feit dat O. al jaren in
Nederland woont, maakte hij ge
bruik van een Marokkaanse tolk.
O. spreekt wel Nederlands en ook
Duits. Hij kwam als kind met zijn
ouders mee naar Duitsland. Keer
de voor een periode van ongeveer
tien jaar weer terug naar Marokko
en kwam daarna naar Nederland
waar hij tevergeefs probeerde een
verblijfsvergunning te bemachti
gen.
Huiselijk geweld. Op 20 en 21
september wordt in Middelburg
een internationaal congres over
geweld in de huiselijke kring ge
houden. De provincie heeft hier
voor bureau Arts en samenleving
opdracht verleend voor 50.000
gulden.
Wtutrom roti a met minder
genoegen nemen
Grote Ke»kstraat5-t3 Steenbergen
Telefoon (0167)553385
Advertentie I.M.