Verpleegplaatsen in verzorging Ten Anker 'We willen de 70 jaar nog wel halen, dat mag je toch zeker wel hopen?' „In het begin was er geen muziek, dus zongen we zelf bij ritmische oefeningen Rina Bolier en Gerda Lisseveld jubileren bij Excelsior 'Ik ga de boel niet uitdagen' De oorlog van Brinkhorst Bloed geven blijft tot 2004 Familie Hoek-Stoutjesdijk viert 65-jarig huwelijk in Ten Anker Donderdag 29 maart 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Mensen kunnen in vertrouwde omgeving blijven Acht plaatsen in het verzorgingshuis van Ten Anker wor den per 1 mei omgezet in verpleeghuisplaatsen. Momen teel worden de kamers aangepast. Vestigingsdirecteur M.C. Felius is blij met de toewijzing. Het grote voordeel is volgens hem dat de bewoners in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven. En dat er niet verbouwd hoeft te worden. St.-Philipslander krijgt werkstraf ontucht dochter 'Al wel honderden reacties smalstad' Zo vaak gebeurt het niet. Een echtpaar dat al 65 jaar getrouwd is. Maandag vierden Chris (85) en Din- gena (84) Hoek-Stoutjes- dijk dat heugelijke feit. Een hecht paar en dat maakt het tegelijk ook moeilijk, want ze wonen beiden in een ander deel van zorgcentrum Ten An ker in Tholen. Handel Antiek Jagertjes Pijn Geloviger Het zwaaien in de ringen en het springen over kasten heeft plaatsgemaakt voor bedachtzamer bewegin gen, maar de 61-jarige Ri- na Bolier-Geuze uit Poort vliet is nog steeds actief bij gymvereniging Excelsior in haar woonplaats. Ze is er al 50 jaar lid, waarvan een groot deel ook be stuurslid. Datzelfde geldt voor de 52-jarige Gerda Lisseveld-van Tiggele die 25 jaar lid is van Excelsior. Openbare les 55 Draaiende houden Probeersel Thjos Tholen CDiLXiECTJM Woord en Daad Reumafonds Ten Anker in Tholen heeft op dit moment 60 plaatsen in het verzor gingshuis en 61 in het verpleeghuis. Per 1 mei worden dat er respectieve lijk 52 en 69. Dat past helemaal in de ontwikkeling dat ouderen steeds langer zelfstandig blijven wonen en draagt er toe bij dat wachtlijsten te ruggedrongen worden, zegt Felius. In de Thoolse situatie is dat op dit moment minder urgent. Want verge leken met het landelijke beeld is de wachtlijst voor het verpleeghuis kort, terwijl die voor het verzor gingshuis juist behoorlijk lang is. De acht nieuwe verpleeghuisplaatsen worden gefinancierd via de algeme ne wet bijzondere ziektekosten. Ze zijn bedoeld voor ouderen met li chamelijke gebreken (somatisch). Doordat de kamers verspreid door het hele huis komen, wordt de werk druk voor het personeel een beetje verdeeld, stelt Felius. Aanpassingen zijn met name nodig aan het sanitair, maar ook linoleum, vitrage en een kast maken onderdeel uit van een verpleeghuiskamer. Voor de bewo ners wordt de grootste verandering dat ze hun eigen huisarts kwijtraken en onder de hoede komen van de verpleeghuisarts, fysio- en ergothe- 240 uren dienstverlening (met af trek van voorarrest) en een voor waardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. Die straf heeft de rechtbank gisteren de 42-jarige G.V. uit Sint- Philipsland opgelegd. V. pleegde van 1993 tot 1995 meerdere keren ontucht met zijn nu 17-jarige doch ter. Dat was in de periode dat het meisje, samen met haar broertje, in het kader van een bezoekregeling om de veertien dagen in het week einde aan zijn zorgen was toever trouwd. V. had in die tijd ook een al coholprobleem. Zijn vrouw was van hem gescheiden, maar kwam in de zomer van 1995 met de kinderen weer bij hem wonen. Kort daarop kreeg de vrouw kanker en ze over leed ruim twee jaar geleden. Sinds dien zorgt V. voor zijn kinderen (zijn dochter ging zeven maanden geleden het huis uit). Dat laatste as pect speelde een rol bij de eis van de officier van justitie, twee weken geleden. Hij vroeg om een werk straf (naar de maat van zes maanden celstraf). Die eis is door de recht bank ingewilligd. Als bijzondere voorwaarde is opgelegd dat V. zich dient te gedragen naar aanwijzingen van de reclassering. Stemmen van lezers Vanwege het mond- en klauwzeer in Nederland en Europa leek het afge lopen weekeinde inderdaad oorlog. Maar dan wel in de supermarkten. De melk was vrijdag al uitverkocht. Volgens professor Kol zijn de boeren in Nederland overbodig. Misschien bedoelde hij dat ze voor de duur van één dag overbodig zijn, want 2 da gen, dan zijn de schappen al leeg! LTO Nederland (de gezamenlijke landbouworganisaties) en boeren: voer actie voor uw bestaan. De de fensieve houding moet veranderen in een agressieve, offensieve houding. De Nederlandse veestapel moet in geënt worden, zoals dat voor 1992 jaarlijks gebeurde. Uit economisch belang gezonde veestapels afmaken, daar durf je toch niet van te dromen. Import van Argentijns vlees (en an dere herkomsten) moet opnieuw be zien worden. Boeren: laat uw gezond vee niet afmaken. Verenigt u! A.C. Geluk, Krommeweg 6, Sint-Maartensdijk. De actie van het evenementenco mité smalstad en ondernemers in Sint-Maartensdijk over de leefbaar heid heeft tot nu toe volgens P. Groffen 'honderden' reacties opge leverd. Op vijf plaatsen kunnen in woners een pamflet inleveren waar op ze kenbaar maken dat ze zich zorgen maken over het teruglopen van de voorzieningen in hun dorp. Dat kan tot en met zaterdag. Het is nog niet bekend hoeveel pa pieren er zijn ingeleverd, maar vol gens comitélid Groffen loopt het in de honderden. „Als ik zo de bussen bekijk, dan loopt het behoorlijk, maar we hebben nog geen aantallen geteld. Dan gebeurt pas zaterdag na afloop." Op die dag wil Groffen zelf nog post vatten bij een van de winkels om mensen op de actie attent te ma ken. „Vragen of ze het pamflet heb ben ingevuld, of dat ze mee willen denken over het behoud van de voorzieningen." Het comité wil volgende week het resultaat bespreken. Dan wordt uit gemaakt hoe de uitslag onder de aandacht van de Thoolse politiek zal worden gebracht. Het comité vindt.de actie geslaagd als er 500 tot 600 reacties zijn binnengekomen. rapeut die in Ten Anker werken. „De grote winst voor ons is, dat we alles onder één dak hebben. Ook de aanvullende verpleeghuiszorg wordt binnen het verzorgingshuis geboden en zo kunnen bewoners op hun ei gen plek blijven." Ten Anker is één van de weinige instellingen die de verpleeghuiszorg op deze manier or ganiseert en bereidt dit dan ook al geruime tijd voor. „Het streven voor de toekomst is om zorg daar te bie den waar mensen het graag willen en waar het het beste kan, namelijk thuis. Waarschijnlijk zullen er op termijn dan ook zorgplaatsen bijko men in de serviceflat of Maartenshof in Sint-Maartensdijk." De realise ring van de nieuwe verpleeghuis plaatsen valt samen met een schil derbeurt en het leggen van nieuw zeil in het verzorgingshuis. „Toeval, maar het is zo wel voor iedereen duidelijk dat er iets verandert in Ten Anker", zegt Felius. Anderhalf jaar lang liep er een proefproject in het zorgcentrum, waarbij de zorg aan bewoners van de serviceflat door Ten Anker werd geleverd in plaats van door de thuis zorg. De insteek was, dat dit beter, sneller en goedkoper kon. Op 1 maart liep het project af en hoewel het prima is gelopen, is nog niet 100% zeker dat het wordt voortge zet. Felius geeft aan dat het ook van belang is voor de werkgelegenheid in de instelling: er werkten 21 men sen in de proef. De organisatie van de bloedafna- me-avonden door het Thoolse Ro de Kruis hing aan een zijden draad, maar nu heeft het bestuur te horen gekregen dat de donors waar schijnlijk nog tot 2004 naar Meul- vliet in Tholen, Haestinge in Sint- Maartensdijk en de Wimpel in Sint-Philipsland kunnen blijven komen. Donderdagavond kwamen 489 donors naar Meulvliet onder wie 32 mensen die voor de eerste keer een halve liter bloed kwamen geven. Bij de controle werden er 19 kandidaten afgewezen. Op de laatste donderdag van september is er weer een bloedafname in Haes tinge. In zijn arbeidzame leven was Chris Hoek koopman. Een 'vrije jongen' die handelde in vanalles en nog wat. Die zelfstandigheid heeft hem altijd getrokken. Vijfjaar geleden stonden hij en zijn vrouw ook in het middel punt van de belangstelling toen ze hun 60-jarige bruiloft vierden. Mevr. Hoek was toen nog goed ter been en stond haar man terzijde die sinds heel wat jaren in een rolstoel zit. En nu... De zelfstandigheid wordt al maar minder en Hoek heeft grote zorgen om zijn vrouw die in middels op de verpleegafdeling Vliedberg van Ten Anker woont. „Soms zie ik het ook wel eens niet meer zitten. Dat mag u gerust we ten", zegt Hoek. „Niet dat ik eruit zou willen stappen, begrijp me niet verkeerd. Daar hoop ik voor ge spaard te blijven. Maar het is wel heel moeilijk." Het lijkt misschien of Hoek niet dankbaar zou zijn, maar het tegendeel is waar. Terug kijkend op de afgelopen 65 huwe lijksjaren, kan hij niet anders con cluderen dan dat het een goede tijd is geweest. „Al hebben we ook best moeilijke tijden gekend." Hoek is afkomstig uit Sint-Maar tensdijk en hij zal altijd een Smur- diekenaar blijven, ook al moest hij dan noodgedwongen naar Tholen verhuizen. Geboren in een groot ge zin met een goede en hechte fami lieband, was Hoek altijd al iemand die zijn eigen weg ging. „Ik zag mensen voor zeven gulden een hele week hard werken, en ik wist dat ik dat niet wilde. Ik kon niet voor een baas werken. Niet dat ik een hekel aan mensen heb, maar ze moeten mij niet zeggen wanneer ik wat moet doen. Dat wil ik zelf bepa len", vertelt Hoek. „Ik ging daarom in de handel. Ik verkocht vanalles. Oud ijzer, vodden, zelfs nog oude auto's en antiek." Heel het eiland Tholen en ook Nieuw-Vossemeer behoorden tot het werkgebied van de Smurdieke- naar. Toen hij op een dag bij de fa milie Stoutjesdijk in Stavenisse aanbelde om te vragen of er nog oud ijzer, vodden of antiek te koop was, ontmoette hij Dingena. Na een jaar verkering trouwden ze op 26 maart 1936. Crisisjaren met veel ar moede. „We woonden in een piep klein huisje aan de Vijf Zinnen. Dat Al 65 jaar samen, maar toch apart in Ten Anker. En dat is eigenlijk de enige schaduw over het huwelijksgeluk van het echtpaar Hoek. is er allang niet meer en toen waren het ook al huisjes die je tegenwoor dig bij wijze van spreken in brand zou steken. Later gingen we naar de Jacoba van Beierenstraat en daarna naar een bejaardenhuisje aan de Cornelis Vermuijdenstraat. Maar het lopen ging bij mij niet meer zo goed en ik kwam in een rolstoel te recht. Toen zijn we verhuisd naar het oude Maartenshof. Maar dat werd gesloopt en nu zitten we al weer zes jaar hier in Ten Anker. Overigens hebben we het hier prima naar onze zin. Aan de verpleging en de hulp mankeert hier helemaal niets. Er wordt vaak over dat soort dingen geklaagd, maar hier is het heel goed. Ze helpen je overal mee. En dat mag ook wel eens gezegd worden." De keuze voor de handel bezorgde het gezin Hoek inderdaad een ho ger inkomen dan werk als landar beider. De ingekochte spullen wer den weer verkocht aan bijvoor beeld Groenleer uit Zierikzee en De Winter uit Bergen op Zoom. Maar er moest wel flink aangepakt worden. Mevr. Hoek werkte voor haar huwelijk als koeienwachter bij boer De Rijke. Daarna was ze nog tien jaar werkster bij boer Ge luk (aan de Krommeweg). „Maar ze heeft jaren ook meegeleurd. We hadden elk een wagen en een paardje. Nou ja, eigenlijk waren het grote pony's. En zij verdiende nog meer dan ik, want ik nam tus sen de middag eens een borreltje, maar zij nooit. Je weet hoe dat gaat", zegt Hoek met een lachje. „Eigenlijk heb ik dat nooit goed begrepen. Mensen smoorden van de armoede, maar wél lappen voor een flesje jenever." Het mooiste aan zijn vak heeft hij altijd de zelfstandigheid gevonden. „En om te verkopen, vond ik het antiek altijd heel leuk. Kijk, na tuurlijk gaf je wel eens te weinig voor iets. Als iemand vroeg hoe veel een vaasje waard was, dan gaf ik er een tientje voor, terwijl ik wist dat het heel wat meer waard was. Ik ben daar heel open in. Dat moet ook wel. Want ik heb ook spullen gehad (oude kachels bij voorbeeld) die ik niet kwijt kon en die voor oud ijzer naar de schroot hoop gingen. Maar laat me één ding zeggen: er is nog nooit een eerlijke koopman geweest", lacht Hoek. „Ik verkocht graag antiek. Daarvoor ging ik naar Amsterdam. Naar de jodenbuurt. Ik heb heel wat zaken gedaan met joodse men sen en ik moet zeggen dat het goe de mensen zijn om mee om te gaan." Met dat joodse is nog wel wat aan de hand. Gedurende de Tweede Wereldoorlog heeft mevr. Hoek nog gevangen gezeten in Bergen op Zoom. „Ze dachten dat ze jodin was. Maar ze is toch mogen blij ven", vertelt Hoek die in 1942 zelf ook gevangen gezet werd. „Ik had een stukje van een jagertje meege nomen (een neergestort gevechts vliegtuig - red.). Daar werd ik voor opgesloten. Ik kreeg wel goed te eten, maar ook veel slaag. Later ben ik nog 'eingesperrt' in Frank rijk. Zuid-Frankrijk was toen nog niet bezet en wij moesten werk verrichten. Op zes jagers passen. Samen met een andere Tholenaar heb ik toen zand in de benzine tanks gedaan. We werden er voor in de cel gezet, maar we hebben elkaar nooit verraden." Weer terug in Sint-Maartensdijk moest Hoek zich elke dag melden in Halsteren. „Dat heb ik nooit ge daan. Ik heb zelfs wel brieven ge kregen waarin me de doodstraf werd aangezegd. Toen ben ik zo'n beetje ondergedoken en ik deed zwart werk", zegt Hoek. „Ik ben erg tegen oorlog. Ik heb nooit voor de Duitsers willen werken, maar ik had dat ook niet voor Engelsen of Amerikanen gedaan. Het is goed dat we bevrijd zijn, anders had ik nu denk ik niet in dit bejaardente huis gezeten. Maar wij zijn Neder landers en geen Duitsers, Engelsen of Amerikanen." Het leven van de handel ging na de oorlog gewoon door. Ook de te genslag dat één van de paardjes stierf (door het eten van verkeerd voedsel), kwam het gezin Hoek weer te boven met hulp van vader Hoek. „Op een feestdag vroeg hij waarom ik niet iets lekkers nam. Ik zei dat ik moest sparen voor een nieuw paardje. Toen zei hij: 'Be stel jij maar wat, dat paardje komt er.' Hij heeft dat toen betaald. Een heel lieve man, mijn vader. Helaas al weer heel veel jaren uit de tijd." Ook op zijn vrouw is Hoek nog steeds gek. Het doet hem daarom des meer zeer dat haar gezondheid de afgelopen jaren sterk is terug gelopen. Hield ze vijf jaar geleden hun woon- en slaapkamer nog voor een deel zelf schoon, nu moet ze verzorgd worden en zit ook zij in een rolstoel. „Ze zit op de ver pleegafdeling. Soms is ze zo hel der als u en ik, maar dan ineens begrijpt ze dingen weer niet. Waarom ze niet bij mij kan blij ven. Ik zoek haar elke morgen en middag op. Twee keer anderhalf uur. Maar ik moet ook weer weg. En dat doet pijn. Ik mis haar." Het echtpaar Hoek kreeg drie kin deren: twee dochters en een zoon. Ze wonen in Sint-Maartensdijk, Bergen op Zoom en Den Helder. Er waren best armoedige tijden en in de loop der jaren waren er ook tegenslagen. Toch zou Hoek het - terugkijkend op de snel gepasseer de jaren - niet anders doen als het over moest. Of toch wel... „Ik zou wat geloviger leven. Want ik heb wel heel wat minder fraaie dingen gedaan. Je wilt toch de waarheid horen? Zo is het. En als je dood gaat, gaat je ziel omhoog. Dat kun je lezen in de bijbel. En daar ben ik wel eens bang voor. Want als je jong bent, kijk je daar vaak anders tegenaan. 'Het boldert allemaal wel', denk je dan. Maar je ziet toch ook dat heel wat mensen als ze oud zijn, ineens spijt krijgen. En het had zeker beter gekund." Ondanks het feit dat ze wel eens in de put zitten, is het echtpaar Hoek gelukkig in Ten Anker. „We heb ben het hier goed naar onze zin en ik hoef echt niet weg. Bovendien zijn we er allebei nog. En we ho pen de zeventig jaar getrouwd nog te halen. Dat mag je toch zeker wel hopen?" Gcrda Lisseveld is eigenlijk al lan ger lid van de Poortvlietse gymver eniging. „Ik ben rond 1955 lid ge worden. Je kon toen naar de gym als je naar de 'grote school' ging. En dat deed ik. Maar toen ik naar het voortgezet onderwijs ging, ben ik afgehaakt. Vaak gaat dat zo. Later (in 1975) ben ik weer lid geworden. In de krant stond toen een oproep voor leden en daar hebben toen veel mensen gehoor aan gegeven", zegt mevr. Lisseveld die momenteel van wege haar gezondheid niet meer ac tief meegymt. In 1978 werd ze be stuurslid en dat bleef ze tot een jaar of vier geleden. Eigenlijk had ze vo rig jaar gehuldigd moeten worden, maar zij werd over het hoofd ge zien. Iets wat onlangs op de jaarver gadering goed werd gemaakt. Mevr. Bolier is vrijwel vanaf de op richting van Excelsior lid. „Ik ben op 1 maart 1951 lid geworden. De vereniging is in 1949 opgericht, maar pas in 1950 begon er pas een grotere groep te komen. Toen was er ook leiding voor de jongeren, daarvoor alleen voor volwassenen. Ik was tien jaar toen ik lid werd. En dat kostte nog best wat praten voor dat ik op gym mocht", vertelt mevr. Bolier. „De contributie bedroeg voor de jeugd vijftien cent per week en voor de volwassenen twintig cent. Je mocht erop als je zes jaar was. De kleutergym is later pas ge komen." Mevr. Bolier kent geen on derbreking in haar lidmaatschap en ze vervulde 37 jaar een bestuurs functie waarvan 35 jaar als penning meester. „Ach hoe gaat dat. Er niet zoveel mensen die in het bestuur willen zitten en als ze je vragen, dan stel je je toch weer herkiesbaar. Ze ker als je telkens met algemene stemmen wordt herkozen." Het gymmen in de beginperiode van Excelsior ging er toch wel wat an ders aan toe dan tegenwoordig. Uni formen waren er al wel. En altijd is het blauw-wit geweest. „De jongens hadden een witte bloes en een blau we korte broek, de meisjes een witte bloes en een blauw rokje. De dames droegen een witte gymjurk", vertelt mevr. Bolier. „We hadden toch wel veel toestellen die er nu nog zijn. Ringen, kasten, banken, een wan drek en een lage brug. Maai' bij- Rina Bolier (links) en Gerda Lisseveld zijn gymvereniging Excelsior al respectievelijk 50 en 25 jaar trouw. voorbeeld geen trampoline, dat is iets van latere datum." Beide dames herinneren zich nog dat Excelsior met openbare lessen naar buiten ging. „Dan werden we opgehaald door de muziek en gin gen we hier op 't weitje demonstra ties geven. Met knotsen en een ge huurd buiten-ringenstel van UDI uit Bergen op Zoom", weet mevr. Bo lier nog. „Toen hadden we echt veel bekijks. Ik weet nog wel dat we bij het vijfjarig bestaan zo'n zeshon derd toeschouwers hadden. Tegen woordig zou zoiets niet meer te doen zijn. De mensen komen er niet meer op af, maar ook de leden zou den er niet meer voor te porren zijn." Ook de knotsen en hoepels waarmee toen nog volop ritmische oefeningen werden gedaan, zijn verdwenen. „Tegenwoordig is daar geen belangstelling meer voor. Het is wel eens leuk om zoiets op een jubileumviering nog eens te doen. Maar niet als vast onderdeel vanjje programma", zegt mevr. Lisseveid. De beide dames vinden dat niet jammer. „Dat is het verleden. Dat ligt nu achter ons. Het is een ont wikkeling waar je in mee moet gaan." De ritmische oefeningen werden in de beginperiode niet be geleid door muziek. „Daar hadden we geen geld voor. Dus in het begin zongen we er zelf maar bij", vertelt mevr. Bolier. „Later kregen we een pick-up met platen. Weer later een bandrecorder, een kleine cassettere corder, een soundmixer en nu heb ben we een stereosetje." De twee jubilarissen zijn nauw be trokken bij Excelsior. Behalve hun langdurige lidmaatschap blijkt dat ook uit het feit dat ze beiden heel lang in het bestuur hebben gezeten. Waarom zit iemand twintig of zelfs meer dan dertig jaar in een bestuur? „Dat ging eigenlijk vanzelf. Het was een goede sfeer ojder elkaar. En je werd telkens weei gevraagd", zegt mevr. Lisseveld. „Je wilt toch de vereniging draaiende houden en het is niet zo gemakkelijk om be stuursleden te vinden." Wat dat be treft zit Excelsior in een luxe posi tie. Gedurende vrijwel het hele bestaan van de vereniging bestond het bestuur uit zeven mensen. Bo vendien zijn de meesten ook vrij trouw, het geen blijkt uit de twee jubilarissen. Met leden is dat een beetje anders. Het was niet altijd gemakkelijk om de leden vast te houden. „In het be gin ging dat nog wel. Er was toen niets anders. We hadden toen be hoorlijk wat jongens in de vereni ging. Maar toen de voetbal kwam, is dat snel afgelopen. Nu hebben we geen aparte jongensgroep meer, daarvoor zijn er te weinig. We heb ben wel een trouwe herentrim- groep", vertelt mevr. Bolier. Overi gens is het ledental van Excelsior met 122 nu op een top. De jubila rissen vinden zeker niet dat gypi- nastiek een meidensport is. „Die gedachte is er heel lang wel ge weest. Maar ik denk dat dit nu toch niet meer zo meespeelt. Het feit blijft wel dat er erg weinig jongens op gym zitten. Maar kijk op t.v. maar eens naar een turnwedstrijd voor heren. Dat zie je dat het zeker niet iets allen voor meisjes is." De twee dames vinden het belang rijk om lid te blijven van de gym vereniging. Zelfs mevr. Lisseveld die zelf niet meer actief mee kan gymen. „Je voelt je er nog steeds bij betrokken. Ik ben er altijd graag naar toe gegaan en nog steeds help ik waar ik kan. Je wilt de vereni ging draaiende houden. Dat is ook belangrijk voor zo'n klein dorp waar al niet zoveel is. En veel men sen blijven lang lid. We hebben dan ook een vrij stabiele groep van ou dere mensen die met elkaar gy men", vertelt mevr. Lisseveld. „Zo lang het kan, blijven we lid. Dus gaan we gewoon nog maar even door", besluiten de twee jubilaris- VERVOLG VAN VOORPAGINA N. Achabar benadrukte dat het er 's zomers gezellig is om te voetballen, maar dat het in de herfst en winter daar niet kan. Daardoor wordt er vol gens hem wel eens bij de cafetaria op de Haven 'bij Lenie' een balletje ge trapt. Het verleggen van de toegang naar het trapveld stuitte weer op proble men bij de familie Schuurmans. Zij wonen vlakbij het trapveldje. Maar volgens Aarnoudse kan de gemeente een dam over de sloot leggen, zodat ze niet langs de woning van de fami lie hoeven komen. J. de Viet vond het niet logisch dat er een hangplek op het trapveld komt. „De jeugd wil wat te zien hebben en zelf ook in het zicht staan. Op de Ha ven is leven, daar komt volk langs. Er zijn nu twee stroken van de bushalte vrij om er iets te maken. Niet om te voetballen, dat kan op het trapveld. Maar alleen in de zomer." Aarnoudse en ook de heer Schuur mans deelden die mening. Schuur mans vroeg zich af waarom de hang plek 'met alle geweld' verplaatst moest worden. „In de zomer zitten we nu al vaak in de herrie. Ik ga er niet heen als de muziek te hard staat. Ik ga de boel niet uitdagen. De brom mers rijden er op en neer." A. Methöfer maakte zich zorgen over de troep die de jeugd achter zal laten. Hij vroeg zich af of er toezicht komt. „Als daar 30 tot 40 jongeren komen, dan kan het een rotzooitje worden." Maar volgens Achabar kunnen jonge ren daar op aangesproken worden. Ravensteijn zei dat daarover afspra ken moeten worden gemaakt met de jeugd. Mevr. Zeitzer stelde vast dat er eigenlijk een oplossing voor zomer en winter moet komen. „In de winter is het een blubberzooi en wordt het een crossveld. Als er een huisje komt, dan ziet dat er wel schattig uit, maar wil len we daar naar toe?" Ravensteijn wees op de uitkomst van een enquête onder de jeugd van de smalstad. „Daarin kwam dat wel naar voren. We zuigen dit niet uit onze duim, maar we willen wel weten of het gebruikt zal worden. We willen een gezamenlijk standpunt. Het wordt een probeersel. Na een half jaar of een jaar bekijken we het opnieuw." P. Withagen zei ook tegen een hang plek aan de Hogeweg op te zien. „Als die er komt, dan is er geen plaats voor jongere kinderen die daar willen voet ballen. Als ik het hier zo hoor, weet ik niet of de jongeren het zelf ook wel willen." M. Achabar stelde voor het bushokje van steen te maken, maar wees er op dat de hele club jongeren daar niet in zal passen. De Viet vond dat jongeren geen overlast moeten veroorzaken en dat er bij het toezicht op de hangplek ook een taak van de politie ligt. R. de Jong stelde voor een betonblok voor de ingang van het trapveld te leggen zodat er geen auto's op het veld kun nen rijden. M. Visser zei dat de hangplek aan de Hogeweg te ver uit het dorp komt te liggen. „Ik geloof niet dat dit aantrek kelijk is voor ons." De discussie verplaatste zich naar het toezicht houden op de hangplek. Vol gens Achabar moet er een toezicht houder komen. Wel iemand die goed met de jongeren weet om te gaan. Maar Aarnoudse twijfelde aan de in zet van de politie. „Wie gaat dat doen? Ze komen niet." Daar waren Van der Wielen en Reitsma het niet mee eens. Reitsma stelde dat het van belang is om iemand op zijn gedrag aan te spreken. En dat dit voor 90 pro cent werkt. En als men er niet uit komt, dan komt de politie heus wel. Een van de jongeren zag het pro bleem helemaal niet. E. Brinkman: „We zijn al voorzien in een hangplek. Er zijn geen problemen met de jeugd. Wat heeft het voor zin 20.000 gulden uit te geven? Je moet wel iets aan de verkeerssituatie doen." Visser bracht daarop naar voren dat er eigenlijk weinig te doen was voor de jeugd. Waardoor de inspraak weer een andere kant opging. Nu naar een permanente voorziening voor de jeugd die in alle seizoenen soelaas biedt. M. Snip maakte zich daar sterk voor en haalde de jeudgsoos Thjos in Tholen als voorbeeld aan. „Daar staat een bankstel, computer en een tafel voetbal. We zouden er de hele week 's avonds in terecht moeten kunnen. En 's middags iets voor de jongere jeugd." N. Cross sloot zich daarbij aan. „Een plek waar jongeren binnen lol kunnen hebben en buiten kunnen voetballen." Waarop Ravensteijn concludeerde dat de jeugd graag een combinatie ziet. Van een gebouwtje met soosachtige achtiviteiten plus een buitenterrein. Het comité Woord en Daad Tholen heeft ƒ10.920,05 ingezameld voor het werk van de reformatorische hulpac tie. Het geld is bestemd voor een on derwijsproject in het Ethiopische Gambella. De opbrengst per woon kern was: Tholen ƒ3431,30, Poort vliet ƒ907,-, Scherpenisse ƒ891,20, Sint-Maartensdijk ƒ1392,85, Stave- f'isse ƒ1124,50, Sint-Annaland 1645,15, Oud-Vossemeer ƒ641,05 en Sint-Philipsland ƒ887,-. Gevers en collectanten worden bedankt voor de geleverde bijdrage. De collecte voor het nationaal reuma fonds heeft in Sint-Philipsland en An na Jacobapolder ƒ1895,- opgebracht, in Stavenisse ƒ1380,50 (65 gulden meer dan vorig jaar), Sint-Maartens dijk ƒ2219,90, Sint-Annaland ƒ2039,20 en Tholen-stad ƒ4009,15. ^Gevers en collectanten wordt partei ijk dank gezegd voor hun bijdragen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 3