'Mensen vinden het heel fijn dat alles weer lekker aan de kant is' 'Raak schieten is een slag die je te pakken moet zien te krijgen' IS Gemeentesecretaris met brede inzet Scherpenisse Corrie van Zetten en Mina Potappel kwart eeuw bij de thuishulp Grote opkomst NPV Tholen A.L.G. van Doorn (89) overleden Sint-Philipslander Lauw Quist haalt zijn 55e jachtakte Vervanging van voorzitter in commissie Vier ton voor kinderopvang Donderdag 15 maart 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Ze zijn dit jaar allebei 25 jaar in dienst. Eerst bij de stich ting maatschappelijke dienstverlening Noord-Zeeland en sinds jaren alweer bij de stichting Oosterschelde thuis zorg. Ze stoffen en strijken, gaan met de stofzuiger door het huis, maken de wc schoon, zemen de ramen, ver schonen het bed en wassen af bij mensen die dat zelf niet meer kunnen. Een aantal zaken die ze vroeger nog wel deden, mogen ze niet meer doen. Hun functie is thuis hulp A. Corrie van Zetten-de Groen uit Sint-Maartens dijk en Mina Potappel-Potappel uit Tholen doen het werk nog graag. De keren dat ze een tijdlang niet konden werken, kwam door valpartijen met de fiets. Straatje schuren Glasgordijnen Looprekjes Lief en leed Op 89-jarige leeftijd is donderdagavond in het Sint Fran- ciscusziekenhuis te Roosendaal A.L.G. van Doorn over leden, de laatste gemeentesecretaris van Scherpenisse. Hij verbleef sinds de opening van de Vroonhof in 1999 in het Sint-Annalandse woonzorgcentrum, vanwaar hij vorige week in het ziekenhuis terecht kwam en nog on verwacht overleed. Jaarvergadering Philadelphia In 1946 vroeg Lauw Quist voor het eerst een jachtakte aan. Dit jaar haalde de 79-jarige Sint-Philipslander zijn 55e en dat mag bijzonder genoemd worden. Er zijn niet veel jagers die dat aantal bereiken, meent jachtopzichter Han van Vossen. Een uitzondering is Wim Gaakeer uit Oud-Vossemeer, die deze week zijn 56e akte haalde op het politiebureau in Tholen. Quist is een goede schutter. „Mijn vader was dat ook. Die zei altijd: Als je goed kijkt, schiet je nooit mis. En dat is waar." Vier geweren Nijlganzen Vangst zeer slecht Uitbreiding Sluisweg Bazaar voor Soedanezen Geense meeste vis Texacostation P. Dekker Zn St. Annaland 8 cent korting Corrie van Zetten (50) begon de eerste week van januari in 1976. „Mijn zoontje zat op de kleuter school. Ik wilde wel wat gaan wer ken. Mijn zus zat ook al in het werk. Bij haar sprak ik de leidster, me vrouw Nuyten, erover. Na een paar weken kreeg ik bericht dat ik voor twee ochtenden kon beginnen. Het was raak want binnen een maand waren het vijf ochtenden. Het ging erg snel." Mina Potappel (58) woonde toen nog in Poortvliet waar haar man bij de PTT werkte. „Ik hield daar al vijf jaar de christelijke school schoon. Dat was ik een beetje beu. Ik wilde best helpster worden. Daar heb ik toen over gesproken met me vrouw Van der Slikke. Die zou me opgeven. De andere week belde ze me dat ik kon beginnen. Op 17 fe bruari ben ik in dienst gekomen. Ik begon met twee ochtenden in de week in Tholen. Ik had geen auto, maar de leidster kwam me halen en bracht me weer naar huis." De helpster kwam bij een oud echt paar terecht. Mina nam haar doch tertje mee naar Tholen. „Ze zat nog niet op school en ik had er geen op pas voor. Toen kon je je kind nog gewoon meenemen. Ik nam kleur tjes mee en dan zat dat kind heerlijk aan tafel te spelen. De mensen had den er schik in dat ze meekwam. Ze vond het zelf ook leuk, want ze kreeg alle aandacht." Corrie hoefde haar kinderen niet mee te nemen. Ze zaten immers al op school. Maar als ze thuis waren en ze moest uit werken, dan was er altijd een oppas voor. Ze kwam bij een alleenstaande vrouw terecht, j „Indertijd nam je nog de was mee naar huis. Dat mag niet meer. Zo zot was je toen. Het was heel leuk bij haar. Als ik kwam, lag er een si naasappel klaar. Die moest ik eerst i opeten." Na de dood van haar moeder wilde Mina meer gaan werken. Het wer den drie ochtenden en dat gecombi neerd met het schoonhouden van de school. „Dat was toch niet zo mak kelijk. Dat heb ik vijf maanden vol gehouden. Je moest elke keer op en neer rijden. Toen ben ik met de school gestopt." Ook mevrouw Van Zetten ging meer werken. „Ze hadden nog ie mand nodig voor twee ochtenden en een woensdagochtend. Ik heb ook nog een paar jaar twee middagen gewerkt, maar dat werd me te gor tig. Ik had al een particuliere plek en had kinderen thuis. Je moet ten slotte je werk thuis ook doen." Het werk van nu is vergeleken met 25 jaar geleden sterk veranderd, zeggen beiden. „Je mag nu geen straatje meer schuren. Schoonma ken mag ook niet meer. Kousen of een corset aandoen mogen wij ook niet meer," zegt de jongste van de twee. Ze hebben er moeite mee dat ze dat niet meer mogen. Juist zij, voor wie het zo gewoon was om te doen. Potappel: „Je was het ge wend. Je keek er niet naar. Nu is al les opgedeeld. Wij zijn A, maar er zijn ook B's en C's en de wijkver pleging natuurlijk. Ieder heeft zijn taak gekregen. Nu komt een ander de kousen aandoen, terwijl ik er om negen uur ook ben. Dat is toch zon de. De mensen begrijpen het ook niet." De thuishulpen werken over het al gemeen altijd in de plaats waar ze zelf wonen. Soms wordt er een be roep op ze gedaan om elders te gaan werken. Zo heeft Corrie van Zetten vier jaar lang op een boerderij in de Scherpenissepolder thuishulp ver richt. „Ik moest er drie keer in de week naar toe. Ik ging op de fiets. Ik heb overdag geen auto thuis en ik fiets graag (ze is de enige vrouw bij toerclub de Bidon in Sint-Maartens dijk - red.). Soms door weer en wind, met een oliepak aan. Als het glad was, was ik wel eens benauwd want het huis lag vlakbij een grote watergang." Voor het gebruik van de fiets staat tegenwoordig een fietsvergoeding als de afstand meer dan zes kilome ter bedraagt. „Ik heb het een keer gemeten. Toen ben ik op de race fiets gegaan. Het was bijna vijf kilo meter." Mina Potappel gaat in Tholen met de fiets naar haar werk. Daar beleef de ze ook wat mee. „Dat was 22 jaar terug. Ik was bij een oude man en ik wilde een broek van hem was sen. Maar die wasmachine was daar zo oud en ik was bang dat ik er aan vast zou blijven haken. Ik heb toen de broek maar mee naar huis geno men, maar onderweg ben ik die ver loren. Mijn snelbinders waren ook niet zo goed meer. Ik vond het na tuurlijk heel erg. Ik wilde dat niet Corrie van Zetten-de Groen (links) en Mina Potappel-Potappel hebben het beiden erg naar de zin als thuishulp. op mijn geweten hebben en ben toen naar het politiebureau gegaan om aangifte te doen. Maar ja, die broek was oud met 'fluzen' eraan, dus die is vast door iemand de Vest ingeschopt toen die op straat lag. Die broek is nooit meer gevonden. Ik heb het toen verteld en ik mocht om een nieuwe. Nadien heb ik nooit meer iets mee naar huis genomen." Ook Corrie maakte iets dergelijks mee toen ze glasgordijnen mee naar huis nam om ze in de wasmachine te stoppen. „Ze kwamen er hele maal geschift en gescheurd uit. Van de verzekering zou ik niks krijgen omdat ik ze mee had genomen. Met hangende pootjes ben ik terug ge gaan naar die mevrouw. Ach zei ze, zijn mijn gordijnen kapot? Houd je jas maar aan, dan gaan we samen nieuwe halen." De thuishulp komt soms jarenlang bij dezelfde mensen in huis. Er ont staat zo'n band dat de cliënt soms ook buiten de twee ochtenden een beroep op de hulp doet. Van Zetten: „Ik ging ook wel op zaterdag langs om koffie te drinken. Dat heb ik mezelf aangeleerd. Dan maak je er zonde van als iemand alleen thuis zit. Maar als je dan een keer niet komt, dan verwachten ze je toch." Potappel beaamt dat. „Meestal gaan de mensen naar Ten Anker. Dan word ik zaterdags gebeld of ik niet eens langs wil komen. Het is zelfs zo dat iemand me wel eens ge vraagd heeft of ik niet in de straat wilde komen waar zij woonde. Er stond een huis leeg, had ze gezien." Corrie doet er nog een schepje bo venop. „Sommigen mensen heb je zo mee te doen. Ik ging er op zater dag en zondag nog wel naar toe toen ze erg hulpbehoevend was. Een boterham klaarmaken of zo. Dat is liefdewerk, maar de mensen zijn zo dankbaar." Mina heeft op een werkplek 17 jaar geholpen in het huishouden. Op dinsdag en vrijdag. „Het was bij een echtpaar. Toen mijn moeder be graven is, waren zij er ook." Corrie: „Ik ben 12 jaar aan een stuk bij een alleenstaande vrouw gekomen. Dat wordt gewoon je tweede moeder." Soms werken de thuishulpen met zijn tweeën bij een cliënt. Om beur ten. Dat geeft wel eens fricties. „We waren een jaar lang met zijn tweeën bij een mevrouw. Als ik kwam, zat ze de andere hulp af te kraken. Ik dacht dat zal ze bij de ander ook wel over mij doen. Toen zijn we samen naar de leidster gegaan en hebben het probleem besproken. We zijn er allebei weggegaan en er zijn twee nieuwe voor in de plaats gekomen." Wat ook veranderd is, is dat oude ren meer hulpmiddelen hebben dan een kwart eeuw geleden. Mina: „Er lopen veel meer mensen met loop rekjes of rollators. Die zag je vroe ger niet." Het werk geeft voldoening, zeggen beide thuishulpen. Mina: „De men sen vinden het fijn dat alles aan de kant is. Dat het schoon is en dat ze even een praatje kunnen maken." Beiden zijn zf een tijdje uit de rou latie geweest. Corrie drie keer zes weken. Als fanatieke toerfietser brak ze een keer een sleutelbeen, liep ze na een val een hersenschud ding op en raakte haar arm een keer uit de kom. Mina kwam ook een keer slecht terecht toen ze op de nol bij Gorishoek met de fiets ten val kwam en een zware kneuzing aan haar been opliep. Ze zat vijf maan den in de ziektewet. Corrie is ook eens mentor geweest. Ze moest drie jonge hulpen begelei den in het werk. „Dat was wel leuk om te doen. Je leert er zelf ook van. Je merkt de verschillen. Er was er eentje bij die ouderen heel goed wist te bewegen zelf iets te doen. Maar je ziet ook al gauw wie het niet in de vingers heeft." Maandelijks wordt er een teambe spreking gehouden. In Tholen be staat de groep thuishulpen (A, B en C) uit veertien dames, in Sint- Maartensdijk zitten de 9 A en B- hulpen bij elkaar. De band tussen de dames in Tholen is groot, zo vertelt mevrouw Potappel. „Twee keer per jaar maken we met alle teamgenoten en oud-collega's een uitstapje. We hebben er zelfs een speciaal potje voor. Het lief- en leedpotje. Daar gooien we elk jaar tien gulden in." Mevrouw Van Zetten zou zoiets ook wel willen met haar ploeg, maar dat is tot nu toe niet gelukt, zegt ze. „Ik heb wel eens de wens om ergens samen te gaan eten, maar dat gaat bij ons niet." Waar ze beiden tegenop zien is het invullen van het logboek. Elke keer als ze de cliënt hebben be zocht, moeten ze opschrijven wat ze gedaan hebben. Ook de wijk zuster en de huisarts maken aante keningen in het logboek. Mina: „Ik ben er niet kapot van. Als je er alleen bent, wat moet je dan op schrijven?" Corrie: „Het is en nadeel dat ie dereen er uit kan lezen. Het voor deel is als er eens een ander is ge weest. Dan weet je wat er gedaan is." Beiden hebben ze het nog erg naar de zin bij de thuiszorg. Corrie „Het maakt me niet uit al moet ik twee keer op een dag een wc schoonmaken." Mina: „Het maakt mij ook niet uit wat we moeten doen. Ik wil het tot het einde vol brengen." De algemene ledenvergadering van de Nederlandse patiëntenvereniging afdeling Tholen (NPV) trok dinsdag avond een volle zaal in de Vossenkuil in Oud-Vossemeer. Het bestuur had op hooguit 60 belangstellenden gere kend, maar er waren er 75. Er moes ten zelfs nog stoelen bijgezet worden voor de avond die over geloof en de pressie ging. De NPV zoekt leden in Tholen, Sta- venisse en Sint-Annaland die actief willen worden in de vrijwillige thuis zorg. De NPV doet mee aan het cen trale meldpunt vrijwillige thuiszorg in Sint-Maartensdijk en dat werpt vruchten af, zo zei bestuurslid J.C.S. Deurloo-Janssen uit Poortvliet. „We worden goed benaderd. Alleen kun nen we sommige dorpen niet berei ken omdat we er geen vrijwilligers hebben. Het gaat om Tholen, Stave- nisse en Sint-Annaland. Vrijwilligers uit andere dorpen kunnen er niet naar toe omdat ze geen auto hebben." Secretaris Verloop deed een oproep aan de leden om zich op te geven om deel te nemen aan besturen, plat forms en cliëntenraden. Hij werd in het bestuur herkozen, terwijl Chr. Koopman uit Sint-Maartensdijk en mevr. J. Franssen uit Scherpenisse nieuw werden benoemd. Van Doom was Scherpenissenaar in hart en nieren en droeg in belangrijke mate bij aan het gemeenschapsgevoel in één van de kleinere dorpen van het eiland Tholen. Daarvoor zette hij zich persoonlijk in op een aantal terreinen, met name op sportief gebied. Voor de Tweede Wereldoorlog nam Van Doom het initiatief voor de oprichting van de voetbalvereniging DEVO. Die afkorting stond voor 'Door eendrach tig volhouden overwinnen'. Aan de Langeweg had hij - via de door het echtpaar Van Doom in het leven ge roepen stichting sportgemeenschap Volharding - een eigen sportveld be schikbaar, maar die accommodatie al leen bleek toch niet voldoende om na de oorlog met een nieuwe club te be ginnen. Het werd een samenwer kingsverband met Poortvliet, maar Scherpenisse deed mee in de Sport- combinatie Poortvliet Scherpenisse (SPS). De voetbalvereniging had zijn bijzondere voorliefde en behalve be stuurlijk als secretaris leverde hij ook allerlei hand- en spandiensten. Dankzij de medewerking van de fa milie M.W. Kloet kreeg Scherpenisse in de na de februariramp van 1953 af gesloten Pluimpot een ijsbaan. Ook hierbij was Van Doom mede-oprich ter van de ijsclub, voorzitter en ten slotte erelid. Op onderwijsgebied was Van Doom betrokken bij de neutraal bijzondere kleuterschool Marijke die op zijn ter rein aan de Langeweg stond. Van Doom was een overtuigd voorstander van openbaar onderwijs in het belang van de sociale samenhang van de be volking. Eenheid in plaats van hok jesgeest. Dit paste ook bij de Christe lijke Historische Unie (CHU) waarin de Scherpenissenaar politiek actief 1 was. Zijn betrokkenheid bij de plaatselijke gemeenschap kwam naar voren in het diakenschap van de Hervormde Ge- meente Scherpenisse, waarvoor hij ook de grond- en pachtzaken behar tigde. Van Doom was ook organisator van bejaardenreizen met particuliere au to's. In de ouderenzorg stond hij me de aan de basis van de oprichting van Ten Anker in Tholen, waarvan hij ook regent werd. Maar de meeste energie stak hij toch in Scherpenisse, waar Van Doom ook vanzelfsprekend één van de motoren van de Dorpsgemeen schap was. Scherpenisse verzette zich eerder met succes tegen samenvoeging met Sint- Maartensdijk, maar per I juli 1971 verloor de gemeente Scherpenisse toch haar zelfstandigheid bij de ge meentelijke herindeling op het eiland. Scherpenisse, dat een kleine gemeen telijke organisatie had en de burge meester moest delen met Sint-Maar tensdijk, was daar ook aan toe. Wethouder D. Kleppe sprak tijdens de afscheidsbijeenkomst in het Hol land Huis in juni 1971 ook over de vaak geringe bezetting van de ge meentesecretarie. Hij uitte zijn er kentelijkheid ten opzichte van de gemeentesecretaris, die een bijna veer- tigjarige periode in Scherpe nisse afsloot, met een gouden horlo ge. De opheffing van de zelfstandi ge gemeente deed pijn, liet Van Doorn in zijn afscheidstoespraak blijken. „Maar in het leven zijn er zaken die wezenlijk van meer be lang zijn. We moeten ons inspannen voor het behoud van de vrede, een stabiele welvaart, een goed milieu, handhaving van onze democratische instellingen en een versterking van onze geestelijke bagage. Dat sluit gehechtheid aan de plaatselijke ge meenschap niet uit, maar we moe ten ons hoeden voor een te enge ge zichtskring", aldus gemeentesecre taris Van Doorn bij zijn afscheid in juni 1971. Van Doorn woonde meer dan zestig jaar aan de Langeweg in zijn ge boortedorp, maar vertrok in 1999 met zijn vrouw naar de Vroonhof in Sint-Annaland, Daar ontmoette hij wel meer oud-Scherpenissenaren, maar zijn hart lag toch nog steeds in Scherpenisse, waar hij dinsdag ook werd begraven. Ons Huis aan de Langeweg, het gebouw dat de stich ting sportgemeenschap Volharding destijds overdroeg aan Philadelphia voor de wekelijkse activiteiten voor geestelijk gehandicapten, herinnert nog aan de betekenis van A.L.G. van Doorn voor Scherpenisse. Op 28 maart om half acht houdt de oudervereniging Philadelphia de jaar lijkse ledenvergadering in het Holland Huis in Scherpenisse. Directeur J.B. Hulstein van Het Gors geeft daar een toelichting op de plannen (dagop vang) bij kinderboerderij 't Lamsoor- tje in Sint-Maartensdijk. En hij geeft informatie over het wonen van ver standelijk gehandicapten. Ook niet- leden zijn deze avond welkom. Een leven zonder de jacht kan Lauw Quist zich eigenlijk niet voorstellen. In zijn jonge jaren ging hij al met zijn vader mee en na de oorlog vroeg hij zelf een jachtakte aan. Quists kinderen en kleinkinderen groeiden met de jacht op. Jaagde hij zelf de laatste tijd wat minder, nu neemt dat weer toe doordat zijn kleinzoon enthousiast is geraakt. „Na de be vrijding heb ik me vrijwillig ge meld voor militaire dienst. Met Engelsen, Polen en Canadezen lie pen we wacht langs de zeedijk. We hadden Duitse geweren", her innert de Sint-Philipslander zich. In 1946 kon hij een jachtakte aan vragen, maar het probleem was dat hij geen geweer had. En dat was ook nergens te krijgen. „Mijn broer heeft er een voor me op de kop getikt in België, een enkel loops. Ik heb er drie jaar mee ge jaagd en toen in Zierikzee een dubbelloops gekocht." Een exa men zoals tegenwoordig, was in die tijd niet vereist voor een jacht akte. Quist legde dat dan ook pas veel later af, in 1975. „Dat was via PBNA. Elke maand was er één dag cursus in het gemeentehuis in Poortvliet." Tegenwoordig moetje 18 jaar zijn om examen te kunnen doen, maar vanaf 16 jaar mag ie mand al mee gaan jagen. Een jachtakte moet jaarlijks verlengd worden. Op de gronden van De Jager in An na Jacobapolder pacht Quist al ja renlang de jacht. Jaarlijks wordt daar een klopjacht gehouden, waar bij heel de familie meegaat. ,Ik heb de jacht naast de eendenkooi en daar zitten altijd veel hazen. Dit na jaar schoten we er 65 op één dag." Vroeger werden daarvoor ook vaak jagers van elders uitgenodigd en op zijn beurt jaagde Quist dan in bij voorbeeld Kruisland of Heerjans- dam. Wel zo'n twintig jaar jaagde hij samen met Cent den Braber in het Rammegors, maar dat mag niet meer. „Ik ging er eens met Den Braber en Wim Gaakeer op de een den. We schoten samen 43 eenden, ik zat in het midden en mijn hond haalde er 36", vertelt Quist. De laatste jaren heeft hij zelf geen jachthond meer. De Sint-Philips lander kan wel een boek schrijven over wat hij zoal heeft meege maakt, zegt hij. Zoals die keer dat hij op Schouwen met twee konijnen aan het stuur van zijn fiets reed. en een jonge politieman hem staande hield omdat hij een overtreding ver moedde. De agent beweerde name lijk dat het om hazen ging en de jacht daarop was al gesloten. „Ik zei hem nog dat ik als jager niet zo dom zou zijn om met geschoten ha zen rond te rijden." Een boer die in de buurt woonde, hielp de politie man uit de droom. De jacht is een middel om de wild stand op peil te houden en gewas- schade te beperken. „Als De Jager schade ondervindt van duiven of eenden, belt hij me." Het betekent soms urenlang in een sloot zitten zonder één vogel te schieten. „Maar dat is de liefhebberij." De Sint-Philipslander wordt al vele ja ren geplaagd door reuma. Zodoen de loopt hij niet veel meer, maar post tijdens de drijfjachten. Ook de keuze voor een geweer is door zijn kwaal bepaald. „Ik schiet al acht jaar met het lichtere 20 kaliber ge weer." Quist heeft verder nog twee 12-kaliber geweren en een 6 riim vuurbuks. Ze staan in een stalen ge- weerkast in de slaapkamer. „Je mag zes geweren hebben en maximaal twee van hetzelfde kaliber." Hij kan elk soort wild raken, zegt hij. „Het is een slag die je te pakken moet zien te krijgen. Sommigen leren het nooit. Terwijl je schiet, moetje met je geweer meegaan met de bewe ging van het wild." Het is zaak om een dier zo te raken, dat het meteen dood is en niet aangeschoten. „Ha zen schiet ik in de kop." Als je het graag doet, is jagen een mooi werk, zegt Quist. „Ik heb dui zenden stuks wild geschoten, ei genlijk is het jammer dat ik dat nooit heb bijgehouden." Dat er de laatste jaren zoveel regels zijn ge komen, vindt hij minder plezierig. Mocht je altijd meer dan twintig soorten wild schieten, nu zijn er dat maar zes meer. „We schieten nu ook op nijlganzen. Die zag je hier voorheen nooit, maar de laatste ja ren wél. Ze zijn niet beschermd en mogen het hele jaar door bejaagd worden. Ik heb er al 22 geschoten." Op de aanwezigheid van een stalen geweerkast wordt gecontroleerd en wapens mogen niet zonder foedraal vervoerd worden. „Het moet alle maal geld kosten", meent Quist. Ook de patronen zijn duurder, nu er niet meer met lood geschoten mag worden. „Vroeger kostten ze 6 of 7 cent per stuk en tegenwoordig een gulden." Voor de jachtakte moet jaarlijks 175 gulden betaald wor den. En dan is er nog het lidmaat schap van de jagersvereniging. Ondanks alles blijft Lauw Quist de jacht een mooie hobby vinden. „Maar zonder een eigen jachtter rein zou ik het niet willen doen, want ik wil niet afhankelijk zijn van een ander." Dat een kleinzoon van hem nu ook jaagt, doet hem deugd. „En twee andere kleinkin deren, van 9 en 11 jaar, willen ook al gaan sparen voor een geweer", aldus de Sint-Philipslandse jager. De voorzitter van een gemeentelijke adviescommissie mag niet het stand punt van zijn fractie vertolken, zelfs als hij in een vergadering het enige raadslid is van zijn partij. Dat vinden burgemeester en wethouders, maar verder willen ze tegemoetkomen aan de wens van de VVD om wat te doen aan de situatie dat soms een fractie niet kan stemmen in een commissie. Een ontbrekend lid moet vervangen kunnen worden door de voorzitter, en deze op zijn beurt kan een raadslid van buiten de commissie (geen wet houder) als vervanger vragen, is het voorstel. Het probleem (waarmee al leen de VVD kampt, in de commissie gemeentelijke ontwikkeling), doet zich voor als een fractie drie raadsze- tels bezet, een wethouder heeft en een commissievoorzitter levert. Over de periode 1997 tot en met 2002 krijgt de gemeente Tholen via een stimuleringsmaatregel van het rijk totaal 1.664.936 gulden om een uitbreiding van de kinderopvang te realiseren. Inmiddels zijn binnen die maatregel 62,56 plaatsen gere aliseerd door kinderopvang Tholen, dat daarvoor tot nu toe ruim 327 mille kreeg. Gerealiseerd, maar nog niet uitbetaald, is een bedrag van bijna 401 mille. De stichting vraagt voor dit jaar om 400.217 gulden, voor het starten van drie nieuwe groepen en kosten van automatise ring en certificering, extra kosten voor financieel management en het dekken van aanloopverliezen. Uit het gemeentefonds krijgt de stich ting kinderopvang 175.000 gulden, waarvan ruim 76 mille besteed wordt aan het inkopen van plaatsen voor kinderen op sociaal-medische indicatie. Na betaling van de ge vraagde bijdrage resteert er nog bij na 937.000 gulden voor 2002 en de jaren daarna (dan is de stimule ringsmaatregel afgelopen). Uit die pot wil de gemeente vanaf volgend jaar ook de exploitatiesubsidie gaan betalen. De commissie algemeen bestuur en welzijn brengt vanavond een advies uit. VERVOLG VAN PAGINA 2 De vangst in de eerste wedstrijd van het seizoen was voor hengelsport vereniging De Knorhaan zeer slecht. Alleen Ramon Konings ving in het laatste half uur nog een bot van 31,3 cm. En daar bleef het bij. De leden krijgen op 24 maart een herkansing in de wedstrijd die net als zaterdag bij Stavenisse wordt gevist. Elke derde maandag van de maand, dus nu 19 maart, haalt de voetbalvereniging SPS oud papier op. Zet u het gereed a.u.b. Advertentie I.M. Sint-Philipsland J. Knop mag zijn woning aan de Sluisweg uitbreiden. De provincie heeft voor het plan (dat afwijkt van het bestemmingsplan) een verkla ring van geen bezwaar afgegeven. De uitbreiding van de woning be slaat 58,4 vierkante meter op grond met de bestemming 'agrarische doeleinden'. Volgens de geldende regels mag er uitgebreid worden tot een totaal bewoonbaar vloeropper vlak van 150 vierkante meter en daar blijft Knop binnen met 135 vierkante meter. Mevr. Stuurman hoopt weer te komen met stof-, handwerk- en hobbyartikelen enz. op D.V. 16 maart van 10.00 tot 17.00 uur in het verenigingsgebouw, Voor straat 36. Advertentie I.M. De Gereformeerde Kerk van Anna Jacobapolder houdt op 7 april een grote bazaar ten bate van de hulp aan Soedanese vluchtelingen in de Egyptische hoofdstad Cairo. Er is gekozen voor dit doel omdat de pre dikant van de gemeente, ds. Boers tra, momenteel werkzaam is in Cai ro. Hij bezoekt in zijn werk ook de vluchtelingen die Soedanese oor logsslachtoffers zijn. De Egyptische regering doet weinig aan de opvang van deze mensen, omdat ze bang is voor internationale aandacht en ne gatieve publiciteit. De Verenigde Naties zorgt wel voor wat onderdak en voedsel en probeert in andere landen opvang te vinden, maar dat kan jaren duren. Deze christelijke Soedanezen proberen hun eigen kerkelijke gemeente in Egypte in stand te houden. Ze worden daarbij begeleid door de protestantse St. Andrews Church ter plaatse. Zoge naamde 'lerende ouderlingen' zijn aangsteld. Dat zijn zelf ook vluchte lingen die de bijbel in hun eigen taal aan hun mensen uitleggen. Ze ver zorgen kerkdiensten en pastoraat. Met de opbrengst van de bazaar worden twee evangelisten onder steund. Op de bazaar wordt van al les verkocht en er is tevens een rom melmarkt. Men kan onder meer perkplanten kopen die op 12 mei dan thuis worden bezorgd. Spelle tjes en etenswaren ontbreken ook niet. Verder wordt er een loterij ge organiseerd waarvoor in de week van 26 maart huis-aan-huis loten worden verkocht. De bazaar duurt van een uur tot half vijf en vindt plaats in Ons Dorpshuis. Johan Geense is de winnaar gewor den van de viswedstrijd van zeehen- gelclub De Makreel. Geense be haalde 2405 punten. Jarco Verwijs werd tweede met 2145 punten, ge volgd door Gert-Jan Glasbergen (1105 p), C. den Braber (785 p) en J.Lindt (735 p). op benzine en diesel gratis rocksen voor gratis cadeaus Advertentie LM. Als je het graag doet, is jagen een mooi werk, zegt Lauw Quist. t

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 3