„We hebben hier in Ten Anker veel gehuild, maar nog meer gelachen" Van bouwvallig pand naar kazerne brandweer aan Bou Kooijmanstraat Lijsttrekker van SGP zal eerder bekend zijn Vuurwerkvandalisme in Oud-Vossemeer Straatbrandje in smalstad Joke Imandt-Plasmans stapt na 37 jaar uit het kappersvak Peuterspeelzaal De Pluus in Oud-Vossemeer bestaat kwart eeuw Vrijdag 5 januari 2001 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Procedure Andersom krijgt gezin naar Canada De bewoners van zorgcen trum Ten Anker zitten met hun handen in het haar. Letterlijk, want vrijdag na men ze afscheid van Joke Imandt-Plasmans uit Tho len. Zeventien jaar was zij de kapster van Ten Anker. In totaal heeft ze het kap persvak echter 37 jaar be dreven. Reden genoeg voor het zorgcentrum om een afscheidsfeestje te or ganiseren. Aparte ruimte Dweilen Paniek Peuterspeelzaal De Pluus in Oud-Vossemeer zit krap be huisd. De oude brandweerkazerne aan de Bou Kooij manstraat is eigenlijk te klein voor de 45 kindertjes die wekelijks één of twee dagdelen De Pluus bezoeken. De driewielers hangen tegen de muur, voor een gesprek met ouders onder vier ogen is geen ruimte. Het bestuur dringt bij de gemeente aan op nieuwbouw of uitbreiding. Maar dat zit er voorlopig nog niet in. De Pluus is na 25 jaar ge worteld in de dorpsgemeenschap. Op vrijdag 9 februari wordt het jubileum gevierd in De Vossenkuil. Tweede liefde Toestemming pastoor College geschrokken Reservepot Thuis voelen Klompen In de Eendrachtbode van 29 december 2000 trof u een artikel aan met deze aanhef. Het bericht gaf het gesprek goed weer, dat de hoofdredac teur dhr. Heijboer met ondergetekende had. Maar ik moet bij nader in zien iets recht zetten. In mijn berichtgeving ben ik niet correct geweest. Het is niet waar, dat dhr. A. Kersbergen zich om gezondheidsredenen terugtrok als kandidaat-wethouder. Pas na de verkiezingen en na het aanwijzen van de kandidaat-wethouder binnen de fractie en nadat de nieuwe raad haar taak weer aan had gevangen, heeft dhr. Kersbergen zich om gezondheidsredenen teruggetrokken als raadslid. verenigingen en zendt deze tezamen met de bovengenoemde aanbeve ling voor de lijsttrekker aan de plaatselijke kiesverenigingen. 4. Iedere plaatselijke kiesvereniging stelt in een ledenvergadering een zogenaamde groslijst op. Deze groslijst bestaat uit de namen van de kandidaten van de naamlijst van de plaatselijke kiesverenigingen en de rangschikking is volgens de voor keur van de leden van de plaatselij ke kiesvereniging. De groslijsten worden tenminste drie maanden voor de wettelijk vastgestelde dag van de kandidaatstelling voor de ge meenteraadsverkiezingen ingediend bij de secretaris van de kiesvereni ging- 5. Tenminste twee maanden voor de wettelijk vastgestelde dag van de kandidaatstelling voor gemeente raadsverkiezingen belegt het be stuur van de gemeentelijke kiesver eniging een vertrouwensvergade- ring met de afgevaardigden van de plaatselijke kiesverenigingen. In de ze vertrouwensvergadering wordt de voorlopige kandidatenlijst vast gesteld. Deze voorlopige kandida tenlijst komt tot stand door toepas sing van het puntenstelsel door de secretaris van de kiesvereniging op de groslijst van de plaatselijke kies verenigingen en door besluiten van de vertrouwensvergadering. 6. Tussen de vertrouwensvergade ring en de ledenvergadering waar op de voorlopige kandidatenlijst definitief wordt vastgesteld, wordt de kandidaten gevraagd een hand tekening te zetten onder een ver klaring ter bewilliging van de plaats op de lijst, die tevens in houdt, dat kandidaten afzien van het innemen van een raadszetel die op basis van voorkeurstemmen wordt verkregen. Zonder deze handtekening is het niet mogelijk op de definitieve kandidatenlijst te worden geplaatst. 7. Uiterlijk binnen 11 dagen na de vertrouwensvergadering belegt het bestuur een ledenvergadering waarop de voorlopige kandidaten lijst definitief wordt vastgesteld. De SGP wil duidelijkheid. Vanaf de plaatselijke kiesvereniging is er vol ledige inbreng. We gaan met ver trouwen de verkiezingen tegemoet. Het SGP-beginsel is het waard om binnen de gemeenteraad uitgedra gen te worden. Als achterban moe ten we onze schouders eronder zet ten. J.W. Duvekot, Platteweg 12, Scherpenisse. In eerste instantie had hij wel inte resse voor het kandidaat-wethou derschap Maar er was verschil van inzicht binnen de fractie. Dhr. Kersbergen kon geen steun geven aan andere wethouder(s) die de eed weigerde(n) af te leggen. Andere fractieleden betreurden dat ook, maar zouden wel eventueel als wethouder willen fungeren. Be stuur en fractie in meerderheid wil den toch trachten een wethouder binnen de collegevorming van de nieuwe gemeenteraad te verkrij gen. Ik hoop hiermee een verkeerde ge dachte weg te nemen en dhr. Kers bergen recht te doen. Hij heeft zich jaren met al zijn kracht ingezet voor de SGP, ja de bevolking van Tholen. Ik heb met hem contact gehad en we willen geen discussie via de krant, maar de lezers en on ze SGP-achterban moeten ook de juiste gang van zaken lezen. Verder wil ik nog doorgeven de pro cedure, die de SGP in haar nieuwe statuten heeft vastgesteld om deel te nemen aan de komende gemeente raadsverkiezingen en een lijst met kandidaten te verkrijgen om een fractie te hebben binnen de nieuwe gemeenteraad. Artikel 27 kandidaatstelling ge meenteraadsverkiezingen 1Tenminste vier maanden voor de wettelijk vastgestelde dag van de kandidaatstelling voor de leden van de raad van de gemeente Tholen, verzoekt de secretaris van de ge meentelijke kiesvereniging aan de plaatselijke kiesverenigingen om namen op te geven van personen die zij beginselgetrouw en geschikt achten om als gemeenteraadslid op te treden. Deze aanbeveling is ge rangschikt volgens voorkeur van de leden van de plaatselijke kiesvereni ging- 2. Het bestuur van de gemeentelijke kiesvereniging kiest in overleg met en op voordracht van de gemeente raadsfractie de lijsttrekker voor de aanstaande gemeenteraadsverkie zingen. Bij de aanbieding van de naamlijsten van de plaatselijke kies verenigingen wordt de naam van de lijsttrekker als aanbeveling gepre senteerd. 3. De secretaris van de gemeentelij ke kiesvereniging verzamelt de naamlijsten van de plaatselijke kies- Eigenlijk was ik wel benieuwd naar het effect in het Thoolse van de vuurwerkramp in Enschede?" Ram pen die mensen via de media con fronteren met sporen van geweld en diep menselijk leed. Zijn we van daag de dag zo vluchtig geworden, dat we na de dertiende mei in En schede nu al zijn vergeten dat er ge zinnen zijn uiteengerukt en letterlijk zitten op de puinhopen van hun le ven? In Oud-Vossemeer begon het afste ken van vuurwerk al ongeveer vier weken geleden. Niet zomaar een rotje, maar soms al vrij zwaar vuur werk. De maatregel van de plaatse lijke overheid ten spijt om extra controle te houden in de week voor afgaande aan oudejaarsavond. Zon dagmorgen was ik thuis, Je denkt bij je zelf: 'Moeten we daar nu blij mee zijn, met zo'n maatregel dat er van tien uur 's avonds tot twee uur 's nachts vuurwerk geknald mag worden?' Al ruim voor tien uur ste gen de kruitdampen omhoog en werden de trommelvliezen getest. Voor de middag ging het non-stop door. Dan raak je nog geïrriteerd ook! Van zondagsrust kun je dan ook niet meer spreken. Via de media hoorde ik dat er min der vuurwerk is verkocht. Daar zal zeker de ramp invloed op gehad hebben en daar ben ik blij mee. Mijn indruk is dat het in het alge meen ook rustiger was in Oud-Vos semeer, het was voornamelijk sier vuurwerk. In het centrum van het dorp was het in tegenstelling tot an dere jaren, waar soms grensover schrijdend vuurwerk werd gebruikt, ook rustig. Maar naarmate de kleine uurtjes gingen tellen, nam het volu me toe, onze jongeren hadden nog iets in petto. De bekende hangplek van onze jongeren werd het toneel van geweld en uitspattingen. Dan lig je echt niet meer rustig in bed; je denkt aan brand en vernielingen. Op een zeker moment, rond half twee, werd de telefooncel op geblazen met een zoveel... zoveel....zo veel....klapper. Maar blijkbaar was het effect nog niet groot genoeg en bleven zij de telefooncel bestoken met vuurwerk. Nou bij daglicht be keken, is er ook niet veel meer van over. Denk niet dat jongens van 16 tot 18 jaar dit doen. Nee, jongens van 12 tot 13 jaar beleven vreselijk veel plezier aan dit schouwspel. In de bushokjes sta je nu ook niet meer uit de wind! Spelen met water en vuur, dat doen kinderen het liefst. Veel ouders we ten daarvan. Vuurwerk heeft op jon geren een onweerstaanbare aantrek kingskracht. Daarin verschillen ze niet van volwassen mensen. Maar stel, je vriend verliest met het afste ken een oog of jij verliest een hand. Of je ma of pa krijgt een hartaanval en nu heb je net de telefooncel no dig. Het is maar secondenwerk. Een telefooncel is een dienstverle ning waarvan we in normale situ aties gebruik van kunnen maken. Maar in noodsituaties kan het ie mands redding zijn! Dan spreken we nog maar niet over de kosten die we met zijn allen moeten betalen. Wat kinderen, jongeren, voor ons betekenen, werd ons op 1 januari weer eens duidelijk.Want als kinde ren door een ramp omkomen, wordt je hart in tweeën gescheurd. Jonge lui, het is soms secondenwerk. We houden van jullie en God houdt van jullie het meest! P.J. van Halum, Voorstraat 8, Oud-Vossemeer. De brandweer van Sint-Maartens dijk is in de nieuwjaarsnacht uitge rukt voor een straatbrandje in de Wilhelminastraat. Op het parkeer terrein waren enkele pallets en kerstbomen aangestoken om het nieuwe jaar te begroeten. Omstreeks kwart voor een arriveer de de blusgroep, maar de spuitgas ten zijn niet met water in actie ge komen. Volgens bevelvoerder J. Dorst van de blusgroep ging het meer om een vreugdevuur en heeft de brandweer het vuur 'gecontro leerd' uit laten gaan. Na een half uur is de blusgroep weer naar de kazer ne teruggegaan. De stichting Andersomuit Tholen heeft een succes geboekt. Eén van de opgevangen gezinnen (uitgeproce deerde asielzoekers) hebben toe stemming gekregen te emigreren naar Canada (waar al familie woont). Na een lange strijd, heeft de familie - mede dankzij inspanningen van de stichting - een visum gekregen. De stichting Andersom vangt diverse uitgeprocedeerde asielzoekers op (waaronder een jonge minderjarige moeder uit China) in twee woningen en probeert hen verder te helpen. Joke Imandt (opgegroeid in Bots hoofd, tussen Oud-Vossemeer en Tholen) was vijftien toen ze in het kapperswereldje stapte. Ze begon te werken voor een baas. Na vier jaar in Bergen op Zoom te hebben ge staan, werkte ze zestien jaar als zet bazin in een kapsalon aan de Kerk straat in Tholen. „Dat was best moeilijk in het begin. Ik was baas over mensen die veel ouder waren dan ik. Zij konden dat moeilijk ac cepteren. Maar het lukte uiteinde lijk wel", vertelt Joke. Haar link met Ten Anker is in die tijd al be gonnen. „Als jong meisje had ik echt niet de behoefte om met oudere mensen te werken. Maar de bewo ners van Ten Anker kwamen vaak bij ons in de kapsalon. Ze werden dan met een busje gebracht. Zo leer de ik er veel kennen." Het ging niet zo goed met de ondernemingen van de baas van Joke. Hij moest enkele kapsalons verkopen, waaronder die in Tholen. „Ik ben toen voor mezelf begonnen. Ambulant kapper zoge zegd. Dat zag je in die tijd nog maar nauwelijks. En het was ook al niet gewoon dat je als vrouw bleef wer ken nadat je getrouwd was. Maar dat heb ik altijd gedaan. En daar mee was mijn man ook één van de eerste vaders die alleen met de kin derwagen op stap ging. Nu is dat gewoon, maar toen leverde dat nog best veel commentaar op." Als ambulant kapster werkte Joke ook in Ten Anker. Ze kende er im mers de mensen die nu ineens de kapsalon waar ze altijd kwamen, gesloten zagen worden. „De toen malige directrice zei: 'Wat moeten we nu?' En ik heb toen gezegd dat ik wel eens naar Ten Anker wilde komen. Maar ik kreeg het er steeds drukker mee. En in die tijd was er geen aparte ruimte voor. Ik knipte bij de mensen in de badkamer of aan het bed", vertelt de kapster. Vele bewoners van Ten Anker zaten voor de spiegel in de 17 jaar dat Joke Imandt hier de kapsalon runde. „Dat heb ik jarenlang volgehouden. Toen tien jaar geleden het nieuwe Ten Anker werd gebouwd, werd er een aparte ruimte voor de kapsalon gemaakt. En sindsdien heb ik daar mijn werk in gedaan. Twintig uren per week. De andere twintig ben ik werkzaam in de huishoudelijke dienst van Ten Anker. Dat blijf ik ook na mijn afscheid als kapster nog doen." Zeventien jaar kapster in Ten Anker. Een hele tijd, maar toch houdt Joke er niet mee op omdat ze het vak niet meer ziet zitten. „Nee, ik stop eigen lijk op doktersadvies. Het is voor mijn benen niet meer goed dat ik de hele dag sta. De dokter heeft gezegd dat ik dan beter kan lopen. Dus het werk in de huishoudelijke dienst gaat nog wel. Bovendien heb ik thuis ook nog genoeg werk. En hoe wel ik echt met pijn in mijn hart af scheid neem van de kapsalon, moet ik voor mijn gezondheid kiezen." In de kapsalon van Ten Anker ko men zowel heren als dames. Daar voor heeft Joke Imandt ook haar pa pieren. Ze ziet veel mensen in haar ondoorzichtige, glazen halve cirkel naast de receptie van het zorgcen trum. „Oudere mensen zijn niet minder ijdel dan jongere. Je zou dat misschien verwachten, maar ook ouderen willen er nog steeds ver zorgd uitzien. Of ze moeten van fa milie", zegt Joke. Watergolven en permanenten zijn de meest voorko mende behandelingen. Dat is echter niet altijd gemakkelijk. „Als je met dementerende mensen te maken hebt, is het wel eens lastig. Ze wil len dan bijvoorbeeld ineens niet meer spoelen als de permanent vloeistof erin zit. Maar dat zal toch echt moeten. Dan is het wel eens een hele toer. Ik heb sponzen waar mee ik dan water over hun hoofd kan laten lopen. Menige keer heb ik hier de vloer moeten dweilen omdat alles kletsnat was. Maar daar moet je tegen kunnen." Knippen in Ten Anker is dus duide lijk anders dan in een gewone kap salon. „Zeker weten. Je hebt veel meer contact met de mensen. Je gaat ze door en door kennen. En ei genlijk ben je van alles. Maatschap pelijk werkster, zuster en kapster. We hebben dan ook veel samen ge huild, maar meer nog gelachen. En dat is belangrijk", zegt Joke. Een minder fijn deel van haar werk is het feit dat ze regelmatig klanten verliest. Er overlijden immers toch met enige regelmaat mensen uit het verzorgings- en verpleeghuis. „Dat is natuurlijk heel naar, maar je moet dat van je af kunnen zetten. Geluk kig kon ik er altijd goed mee om gaan. Anders was dit werk niet te doen geweest", zegt Joke die echter met heel veel bewoners een goede band heeft opgebouwd. „Die blijft natuurlijk wel, vanwege mijn werk in de huishoudelijke dienst. Maar toch heb ik voor alle bewoners een pen laten maken met mijn naam er op, als aandenken." De scheidende kapster werd vrijdag verrast met een feestje. „Ze hadden er niets van gezegd, alleen dat ik moest zorgen dat ik om half drie klaar was met werken. Ik dacht dat het bij een kopje koffie met de col lega's zou blijven, maar het was veel meer", zegt een aangenaam verraste Joke Imandt. Zij werd toe gesproken door vestigingsleider Mark Feleus en hoofd huishoudelij ke dienst Addy Vos. Het personeel verzorgde een sketch over het kap- persbestaan van Joke en ook was er een line-dancegroep. Receptioniste Jopie Meerman las een gedicht voor en er was accordeonmuziek waarbij één van de muzikanten een voorma lige klant van Joke was uit de kap salon in de Kerkstraat. „Het leuke is dat ik hier mensen weer tegenkom die in de Kerkstraat ook klant wa ren." De 52-jarige Joke gaat dus nog door met haar werk in de huishoudelijke dienst van Ten Anker. De kapsalon wordt qvergenomen door vier jonge dames van De Knipperij uit Lepel straat. Dat brengt wel veranderingen met zich mee. „Dat was paniek on der de bewoners. 'Kunnen we dan kiezen wie we willen?', vroegen ze. Maar dat weet ik natuurlijk niet. Het zal best wennen worden. De mensen zijn aan mij gewend. En het voor deel van één kapper is dat je er een vertrouwensrelatie mee opbouwt. Verandering is altijd moeilijk. Maar ik heb de mensen gevraagd om mijn opvolgers de kans te geven", aldus Joke. De nieuwe kapsters (Conny van Oers, Suzan Nefs, Linda de Koek en Ellen Gommers) hebben zich in een foldertje al voorgesteld aan de bewoners. Zij willen het aan tal producten in de kapsalon dras tisch uit gaan breiden. Verschillende soorten shampoos en ook haarkleu- ringen, hoofdmassages en haarmas- kers worden vanaf vandaag (want dan opent de kapsalon weer) aange boden. De openingstijden verande ren ook. Was Joke elke dag een aan tal uren open, in de nieuwe situatie zal dat op dinsdag en vrijdag een he le dag het geval zijn. Voor Joke is het in elk geval defini tief afgelopen. „Bewoners hebben me wel gevraagd of ik ze nog wilde helpen als ze 'moeilijk' zaten. Maar daar kan ik niet aan beginnen. Dat zou broodnijd zijn. En er is dan al tijd wel iemand die moeilijk zit. Nee, nu moeten de nieuwe kapsters het doen. Al geloof ik gerust dat de mensen me er nog wel op aan zullen spreken." De eerste pogingen tot het oprich ten van een peuterspeelzaal in het dorp kwamen van mevrouw De Looze, de echtgenote van de toen malige huisarts, zo vertelt voorzit ter M. Eversen. „Dat is haar toen niet gelukt maar later lukten het anderen wel. Ze zijn begonnen op 12 februari 1976. In een bouwval lig pandje op de hoek van de Voor straat/Raadhuisstraat met twee groepjes van 30 kinderen. Ze wil den daar snel weg want het huis was eigenlijk niet geschikt. Toen de brandweer was opgeheven, konden de peuters terecht in de brandweerkazerne. Daar zitten ze nog steeds." De mensen van het eerste uur wa ren mevr. Gelok (overleden), E. van Maanen (secretaris), M. Kleiss, M. Hendrikse (penning meester) en J. Voorhagen (voorzit ter). De eerste leidsters waren Maike Rijnberg en Willy de Kreek. In 1982 namen Lia Hop mans en Janneke Brouwer het over. Lia Hopmans (49) is nog steeds als juf verbonden aan De Pluus. Ze is hoofdleidster. De an dere twee leidsters zijn Jacqueline Hommel (36) en Marion de Jager (33). Peuters verblijven maar enkele ja ren op een peuterspeelzaal. De jongste kinderen zitten meestal nog in de luiers als ze binnenko men en gaan op hun vierde al weer naar de kleuterschool. Het bestuur bestaat veelal uit ouders van de kinderen die de speelzaal bezoeken. Gaan de kinderen naar de 'grote' school, dan verdwijnen ook de meeste ouders weer uit het bestuur. Bij De Pluus is vanaf 1982 Ever sen echter onafgebroken voorzit ter gebleven. Toen zijn dochter El- les naar De Pluus ging, werd Eversen gevraagd om in het be stuur te komen. Hij werd voorzit ter en bleef dat tot op de dag van vandaag. Het is voor hem zijn tweede liefde geworden, zegt hij. „Speelgoed was er nauwelijks. We sukkelden wat aan met oude fiets jes. Die namen we op vrijdag mee naar huis om ze te maken en brach ten ze maandag weer terug." Ever sen herinnert zich ook nog het jaar 1986 toen De Pluus volgens hem aan de rand van een faillissement stond. „We moesten toen bijna een leidster ontslaan. We hadden op dat moment weinig kinderen. De leid ster heeft toen zelfs een verklaring getekend dat ze onder het mini mumloon zou werken. De ouder bijdrage verhogen was ook niet doenlijk, want dan haken er weer ouders af en kom je in een vicieuze cirkel terecht." De Pluus is toen allerlei acties be gonnen om geld bij elkaar te krij gen om de financiële positie te verbeteren. Tijdens de wielerron de gingen vrijwilligers met een standje bij de katholieke kerk staan in de Dorpsweg. „Het wie- Iercomité heeft ons een keer weg willen sturen, maar wij hadden toestemming van de pastoor ge kregen." Later verhuisde De Pluus met de kraam naar de Ringjaarmarkt. Eind jaren tachtig begon het be stuur ook met een fancy fair op koninginnedag die volgens Ever sen meestal tussen de 4000 en 5000 gulden oplevert. „Met het geld konden we de leidsters weer betalen en weer voorzichtig speel goed aan gaan schaffen. We deden het samen met de Oranjevereni ging die toen ook bijna op zijn gat lag." Om de kinderen beter te begelei den, maakte Eversen zich zo'n vijftien jaar geleden sterk voor twee betaalde leidsters. „Voor een groep van vijftien kinderen heb je die nodig. Samen met Peter Moer land van peuterspeelzaal Olleke Bolleke in Sint-Annaland heb ik de nota '2 voor 15' geschreven. Toen die in de gemeenteraad werd behandeld waren er een heleboel ouders naar de raadszaal geko men. Dat maakte wel indruk. De peuterspeelzaal was vooral vol gens de christelijke partijen alleen maar voor luie moeders. Maar nu kun je een peuterspeelzaal echt niet meer missen en we merken ook dat de peuterspeelzaal steeds meer geaccepteerd wordt." De leidster constateert dat ook in de praktijk. „Er zijn ouders die hun eerste kinderen niet naar de peu terspeelzaal brachten, maar nu het jongste wel." Kampte De Pluus toen met geld gebrek, nu is de huisvesting vol gens Eversen een struikelblok. „We beschikken over 40 meter vloeroppervlakte. Wettelijk is dat nu minstens 60 vierkante meter. Er is geen apart keukentje of een leidsterskamertje. Maar bij het be zoek van het college een paar maanden geleden is het gemeente bestuur toch wel geschrokken." Volgens leidster Jacqueline ont breekt het ook aan een fatsoenlij ke tafel om de kinderen van een schone luier te voorzien. En is de ruimte om te fietsen beperkt. „Ook als we iets willen bespreken met een ouder over een kind, moet je perse wachten tot iedereen weg is. Er is geen aparte ruimte voor." Volgens de voorzitter heeft De Pluus ook te lijden van water dat van het hoger gelegen voetbalter rein komt. „Het gebouw heeft al twee keer blank gestaan. Nieuw bouw wordt echt urgent, maar tot 2005 komt het nog in geen enkele begroting voor." Bestuurlijk is er volgens de voor zitter de laatste tien jaar veel ver beterd. De oprichting van de over koepelende organisatie Sgakel (waar alle 8 Thoolse peuterspeel zalen bij zijn aangesloten) zorgt voor het stroomlijnen van de op vang. De openingstijden, de ou derbijdrage en de salarissen van de leidsters zijn hetzelfde. De leidsters worden verplicht een op leiding te volgen. Ook krijgen alle leidsters dezelfde cursussen aan geboden. Zo volgt Jacqueline de cursusen observeren en registeren. Onder meer bedoeld om vroegtij dige stoornissen te onderkennen. „Dat was er landelijk al voor kleu ters. Dat was erg goed bevallen en nu is het ook voor peuters." Pro blemen kunnen bij een speciaal team gemeld worden. Alledrie de juffrouwen zaten eerst in het bestuur van De Pluus. Lia was zelfs penningmeester. Toen ze leidster konden worden, stapten ze uit het bestuur. De Pluus beschikt volgens Ever sen over een 'behoorlijke reserve- pot'. Hoe hoog die is, wil hij niet zeggen. „Maar we kunnen ons goed redden. Het is ook belangrijk om wat extra's te hebben voor het geval het aantal kinderen terug loopt." Het bestuur van De Pluus staat dan ook niet te trappelen om te fuseren tot één Thoolse stich ting voor alle peuterspeelzalen, zegt Eversen. „Daar ben ik een felle tegenstander van. Met zo'n fusie krijg je overal dependances. Dat kun je pas doen als je be roepsbestuurders hebt. Nu kunnen we nog zoveel vrijwilligers krij gen in het dorp." Volgens Eversen zal dat moeilij ker gaan wanneer er een centraal bestuur komt. „Nu zijn er veel wisselingen in de besturen, maar dat zal dan ook het geval zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het nu nog niet werkt, maar het zal ooit wel een verplichting worden want de wijzigingen zijn talrijk. Een deel van de administratie is al overge nomen. Een fusie is goed als de tijd er rijp voor is." De kinderen krijgen elke keer dat ze De Pluus bezoeken hetzelfde programma aangeboden. Juf Jac queline: „Eerst mogen ze vrij spe len en fietsen. Om half tien gaan we opruimen en eten. Daarna kun nen ze weer vrij spelen, maar ha len we er ook andere speelmateri aal bij. Van kwart over tien tot half elf ruimen we alles weer op en gaan we aan tafel. Dan wordt er gedronken en worden de namen voorgelezen. Na vijf keer kennen de kinderen elkaar. Bij mooi weer gaan ze buiten spelen en als dat niet kan kunnen ze binnen knutse len, kleien, liedjes zingen in de kring of lezen we voor. Om half twaalf is het tijd om naar huis te gaan, maar de meesten willen niet." Voor sommige kinderen is het moeilijk om zonder moeder in De Pluus te blijven spelen. „Meestal is het moment van afscheid nemen even moeilijk. We hebben wel eens kinderen waarvan we denken dat het na twee keer niet lukt, maar de derde keer vinden ze het prachtig. Dat zijn dan juist weer de kinderen die niet meer mee naar huis willen. Dat is zo mooi om te zien." Volgens Jacqueline is het belang rijk dat de kinderen zich snel thuis voelen in De Pluus. „Ze moeten kunnen blijven wie ze zijn. Door dingen samen te doen, leren ze ook veel. Een peuterspeelzaal is toch ook een voorloper van de ba sisschool. We proberen -ze ook warmte te geven. Sommige kinde ren willen gewoon een uur bij je op schoot zitten." Voor ouders is het volgens Ever sen belangrijk dat ze een paar uur de handen vrij hebben. „Vroeger had je grote gezinnen. De oudsten zorgden voor de kleintjes. Dat is nu veel minder." De voorzitter denkt er wel eens over om te stoppen, maar zou graag de nieuwbouw of de uitbrei ding van De Pluus nog willen mee maken, zegt hij. Doordat hij zo lang actief is, kent hij veel mensen en lukt het Eversen steeds om de vacatures van secretaris en pen ningmeester vervuld te krijgen. „Het is zo ontzettend leuk." De jaarlijkse rommelmarkt is voor Eversen een hoogtepunt. Door zijn werk als agent van een verzeke ringsmaatschappij bezoekt hij veel klanten thuis. Hebben ze spullen om op te ruimen, dan slaat Eversen het op voor de fancy fair. „Zo kreeg ik eens een zak met oude klompen. Die waren allemaal ge dragen. Er was iemand die kocht de hele zak. Je weet nooit waar handel in zit." Daarnaast houdt secretaris Marie José Nijssen een kledingbeurs van tweede hands kleding. Jacqueline: „Het wordt gewoon aan huis bij haar ingeleverd en een keer per jaar in de garage verkocht. Dat loopt heel goed." Govert Bras is penningmeester. En twee andere bestuursleden poetsen elke week het gebouw schoon. Volgens Ever sen draagt iedereen zijn steentje bij, maar hij benadrukt dat de leid sters uiteindelijk het werk voor de kinderen moeten doen. Het bestuur en de leidsters zijn te vreden over de plaats van De Pluus aan de Bou Kooijmanstraat. Het ligt in het centrum van het dorp en volgens Eversen is er nog ruimte om er een stukje aan te bouwen. Voorzitter M. Eversen en de leidsters Lia Hopmans en Jacqueline Hommel.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2001 | | pagina 3