„We hebben hier in Ten Anker veel
gehuild, maar nog meer gelachen"
Van bouwvallig pand naar kazerne
brandweer aan Bou Kooijmanstraat
Lijsttrekker van SGP
zal eerder bekend zijn
Vuurwerkvandalisme
in Oud-Vossemeer
Straatbrandje
in smalstad
Joke Imandt-Plasmans stapt na 37 jaar uit het kappersvak
Peuterspeelzaal De Pluus in Oud-Vossemeer bestaat kwart eeuw
Vrijdag 5 januari 2001
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Procedure
Andersom krijgt
gezin naar Canada
De bewoners van zorgcen
trum Ten Anker zitten met
hun handen in het haar.
Letterlijk, want vrijdag na
men ze afscheid van Joke
Imandt-Plasmans uit Tho
len. Zeventien jaar was zij
de kapster van Ten Anker.
In totaal heeft ze het kap
persvak echter 37 jaar be
dreven. Reden genoeg
voor het zorgcentrum om
een afscheidsfeestje te or
ganiseren.
Aparte ruimte
Dweilen
Paniek
Peuterspeelzaal De Pluus in Oud-Vossemeer zit krap be
huisd. De oude brandweerkazerne aan de Bou Kooij
manstraat is eigenlijk te klein voor de 45 kindertjes die
wekelijks één of twee dagdelen De Pluus bezoeken. De
driewielers hangen tegen de muur, voor een gesprek met
ouders onder vier ogen is geen ruimte. Het bestuur dringt
bij de gemeente aan op nieuwbouw of uitbreiding. Maar
dat zit er voorlopig nog niet in. De Pluus is na 25 jaar ge
worteld in de dorpsgemeenschap. Op vrijdag 9 februari
wordt het jubileum gevierd in De Vossenkuil.
Tweede liefde
Toestemming pastoor
College geschrokken
Reservepot
Thuis voelen
Klompen
In de Eendrachtbode van 29 december 2000 trof u een artikel aan met
deze aanhef. Het bericht gaf het gesprek goed weer, dat de hoofdredac
teur dhr. Heijboer met ondergetekende had. Maar ik moet bij nader in
zien iets recht zetten. In mijn berichtgeving ben ik niet correct geweest.
Het is niet waar, dat dhr. A. Kersbergen zich om gezondheidsredenen
terugtrok als kandidaat-wethouder. Pas na de verkiezingen en na het
aanwijzen van de kandidaat-wethouder binnen de fractie en nadat de
nieuwe raad haar taak weer aan had gevangen, heeft dhr. Kersbergen
zich om gezondheidsredenen teruggetrokken als raadslid.
verenigingen en zendt deze tezamen
met de bovengenoemde aanbeve
ling voor de lijsttrekker aan de
plaatselijke kiesverenigingen.
4. Iedere plaatselijke kiesvereniging
stelt in een ledenvergadering een
zogenaamde groslijst op. Deze
groslijst bestaat uit de namen van de
kandidaten van de naamlijst van de
plaatselijke kiesverenigingen en de
rangschikking is volgens de voor
keur van de leden van de plaatselij
ke kiesvereniging. De groslijsten
worden tenminste drie maanden
voor de wettelijk vastgestelde dag
van de kandidaatstelling voor de ge
meenteraadsverkiezingen ingediend
bij de secretaris van de kiesvereni
ging-
5. Tenminste twee maanden voor de
wettelijk vastgestelde dag van de
kandidaatstelling voor gemeente
raadsverkiezingen belegt het be
stuur van de gemeentelijke kiesver
eniging een vertrouwensvergade-
ring met de afgevaardigden van de
plaatselijke kiesverenigingen. In de
ze vertrouwensvergadering wordt
de voorlopige kandidatenlijst vast
gesteld. Deze voorlopige kandida
tenlijst komt tot stand door toepas
sing van het puntenstelsel door de
secretaris van de kiesvereniging op
de groslijst van de plaatselijke kies
verenigingen en door besluiten van
de vertrouwensvergadering.
6. Tussen de vertrouwensvergade
ring en de ledenvergadering waar
op de voorlopige kandidatenlijst
definitief wordt vastgesteld, wordt
de kandidaten gevraagd een hand
tekening te zetten onder een ver
klaring ter bewilliging van de
plaats op de lijst, die tevens in
houdt, dat kandidaten afzien van
het innemen van een raadszetel die
op basis van voorkeurstemmen
wordt verkregen. Zonder deze
handtekening is het niet mogelijk
op de definitieve kandidatenlijst te
worden geplaatst.
7. Uiterlijk binnen 11 dagen na de
vertrouwensvergadering belegt het
bestuur een ledenvergadering
waarop de voorlopige kandidaten
lijst definitief wordt vastgesteld.
De SGP wil duidelijkheid. Vanaf de
plaatselijke kiesvereniging is er vol
ledige inbreng. We gaan met ver
trouwen de verkiezingen tegemoet.
Het SGP-beginsel is het waard om
binnen de gemeenteraad uitgedra
gen te worden. Als achterban moe
ten we onze schouders eronder zet
ten.
J.W. Duvekot,
Platteweg 12,
Scherpenisse.
In eerste instantie had hij wel inte
resse voor het kandidaat-wethou
derschap Maar er was verschil van
inzicht binnen de fractie. Dhr.
Kersbergen kon geen steun geven
aan andere wethouder(s) die de eed
weigerde(n) af te leggen. Andere
fractieleden betreurden dat ook,
maar zouden wel eventueel als
wethouder willen fungeren. Be
stuur en fractie in meerderheid wil
den toch trachten een wethouder
binnen de collegevorming van de
nieuwe gemeenteraad te verkrij
gen.
Ik hoop hiermee een verkeerde ge
dachte weg te nemen en dhr. Kers
bergen recht te doen. Hij heeft zich
jaren met al zijn kracht ingezet
voor de SGP, ja de bevolking van
Tholen. Ik heb met hem contact
gehad en we willen geen discussie
via de krant, maar de lezers en on
ze SGP-achterban moeten ook de
juiste gang van zaken lezen.
Verder wil ik nog doorgeven de pro
cedure, die de SGP in haar nieuwe
statuten heeft vastgesteld om deel te
nemen aan de komende gemeente
raadsverkiezingen en een lijst met
kandidaten te verkrijgen om een
fractie te hebben binnen de nieuwe
gemeenteraad.
Artikel 27 kandidaatstelling ge
meenteraadsverkiezingen
1Tenminste vier maanden voor de
wettelijk vastgestelde dag van de
kandidaatstelling voor de leden van
de raad van de gemeente Tholen,
verzoekt de secretaris van de ge
meentelijke kiesvereniging aan de
plaatselijke kiesverenigingen om
namen op te geven van personen die
zij beginselgetrouw en geschikt
achten om als gemeenteraadslid op
te treden. Deze aanbeveling is ge
rangschikt volgens voorkeur van de
leden van de plaatselijke kiesvereni
ging-
2. Het bestuur van de gemeentelijke
kiesvereniging kiest in overleg met
en op voordracht van de gemeente
raadsfractie de lijsttrekker voor de
aanstaande gemeenteraadsverkie
zingen. Bij de aanbieding van de
naamlijsten van de plaatselijke kies
verenigingen wordt de naam van de
lijsttrekker als aanbeveling gepre
senteerd.
3. De secretaris van de gemeentelij
ke kiesvereniging verzamelt de
naamlijsten van de plaatselijke kies-
Eigenlijk was ik wel benieuwd naar
het effect in het Thoolse van de
vuurwerkramp in Enschede?" Ram
pen die mensen via de media con
fronteren met sporen van geweld en
diep menselijk leed. Zijn we van
daag de dag zo vluchtig geworden,
dat we na de dertiende mei in En
schede nu al zijn vergeten dat er ge
zinnen zijn uiteengerukt en letterlijk
zitten op de puinhopen van hun le
ven?
In Oud-Vossemeer begon het afste
ken van vuurwerk al ongeveer vier
weken geleden. Niet zomaar een
rotje, maar soms al vrij zwaar vuur
werk. De maatregel van de plaatse
lijke overheid ten spijt om extra
controle te houden in de week voor
afgaande aan oudejaarsavond. Zon
dagmorgen was ik thuis, Je denkt
bij je zelf: 'Moeten we daar nu blij
mee zijn, met zo'n maatregel dat er
van tien uur 's avonds tot twee uur
's nachts vuurwerk geknald mag
worden?' Al ruim voor tien uur ste
gen de kruitdampen omhoog en
werden de trommelvliezen getest.
Voor de middag ging het non-stop
door. Dan raak je nog geïrriteerd
ook! Van zondagsrust kun je dan
ook niet meer spreken.
Via de media hoorde ik dat er min
der vuurwerk is verkocht. Daar zal
zeker de ramp invloed op gehad
hebben en daar ben ik blij mee.
Mijn indruk is dat het in het alge
meen ook rustiger was in Oud-Vos
semeer, het was voornamelijk sier
vuurwerk. In het centrum van het
dorp was het in tegenstelling tot an
dere jaren, waar soms grensover
schrijdend vuurwerk werd gebruikt,
ook rustig. Maar naarmate de kleine
uurtjes gingen tellen, nam het volu
me toe, onze jongeren hadden nog
iets in petto. De bekende hangplek
van onze jongeren werd het toneel
van geweld en uitspattingen. Dan
lig je echt niet meer rustig in bed; je
denkt aan brand en vernielingen. Op
een zeker moment, rond half twee,
werd de telefooncel op geblazen
met een zoveel... zoveel....zo
veel....klapper. Maar blijkbaar was
het effect nog niet groot genoeg en
bleven zij de telefooncel bestoken
met vuurwerk. Nou bij daglicht be
keken, is er ook niet veel meer van
over. Denk niet dat jongens van 16
tot 18 jaar dit doen. Nee, jongens
van 12 tot 13 jaar beleven vreselijk
veel plezier aan dit schouwspel. In
de bushokjes sta je nu ook niet meer
uit de wind!
Spelen met water en vuur, dat doen
kinderen het liefst. Veel ouders we
ten daarvan. Vuurwerk heeft op jon
geren een onweerstaanbare aantrek
kingskracht. Daarin verschillen ze
niet van volwassen mensen. Maar
stel, je vriend verliest met het afste
ken een oog of jij verliest een hand.
Of je ma of pa krijgt een hartaanval
en nu heb je net de telefooncel no
dig. Het is maar secondenwerk.
Een telefooncel is een dienstverle
ning waarvan we in normale situ
aties gebruik van kunnen maken.
Maar in noodsituaties kan het ie
mands redding zijn! Dan spreken
we nog maar niet over de kosten die
we met zijn allen moeten betalen.
Wat kinderen, jongeren, voor ons
betekenen, werd ons op 1 januari
weer eens duidelijk.Want als kinde
ren door een ramp omkomen, wordt
je hart in tweeën gescheurd. Jonge
lui, het is soms secondenwerk. We
houden van jullie en God houdt van
jullie het meest!
P.J. van Halum,
Voorstraat 8,
Oud-Vossemeer.
De brandweer van Sint-Maartens
dijk is in de nieuwjaarsnacht uitge
rukt voor een straatbrandje in de
Wilhelminastraat. Op het parkeer
terrein waren enkele pallets en
kerstbomen aangestoken om het
nieuwe jaar te begroeten.
Omstreeks kwart voor een arriveer
de de blusgroep, maar de spuitgas
ten zijn niet met water in actie ge
komen. Volgens bevelvoerder J.
Dorst van de blusgroep ging het
meer om een vreugdevuur en heeft
de brandweer het vuur 'gecontro
leerd' uit laten gaan. Na een half uur
is de blusgroep weer naar de kazer
ne teruggegaan.
De stichting Andersomuit Tholen
heeft een succes geboekt. Eén van de
opgevangen gezinnen (uitgeproce
deerde asielzoekers) hebben toe
stemming gekregen te emigreren
naar Canada (waar al familie woont).
Na een lange strijd, heeft de familie -
mede dankzij inspanningen van de
stichting - een visum gekregen. De
stichting Andersom vangt diverse
uitgeprocedeerde asielzoekers op
(waaronder een jonge minderjarige
moeder uit China) in twee woningen
en probeert hen verder te helpen.
Joke Imandt (opgegroeid in Bots
hoofd, tussen Oud-Vossemeer en
Tholen) was vijftien toen ze in het
kapperswereldje stapte. Ze begon te
werken voor een baas. Na vier jaar
in Bergen op Zoom te hebben ge
staan, werkte ze zestien jaar als zet
bazin in een kapsalon aan de Kerk
straat in Tholen. „Dat was best
moeilijk in het begin. Ik was baas
over mensen die veel ouder waren
dan ik. Zij konden dat moeilijk ac
cepteren. Maar het lukte uiteinde
lijk wel", vertelt Joke. Haar link
met Ten Anker is in die tijd al be
gonnen. „Als jong meisje had ik
echt niet de behoefte om met oudere
mensen te werken. Maar de bewo
ners van Ten Anker kwamen vaak
bij ons in de kapsalon. Ze werden
dan met een busje gebracht. Zo leer
de ik er veel kennen." Het ging niet
zo goed met de ondernemingen van
de baas van Joke. Hij moest enkele
kapsalons verkopen, waaronder die
in Tholen. „Ik ben toen voor mezelf
begonnen. Ambulant kapper zoge
zegd. Dat zag je in die tijd nog maar
nauwelijks. En het was ook al niet
gewoon dat je als vrouw bleef wer
ken nadat je getrouwd was. Maar
dat heb ik altijd gedaan. En daar
mee was mijn man ook één van de
eerste vaders die alleen met de kin
derwagen op stap ging. Nu is dat
gewoon, maar toen leverde dat nog
best veel commentaar op."
Als ambulant kapster werkte Joke
ook in Ten Anker. Ze kende er im
mers de mensen die nu ineens de
kapsalon waar ze altijd kwamen,
gesloten zagen worden. „De toen
malige directrice zei: 'Wat moeten
we nu?' En ik heb toen gezegd dat
ik wel eens naar Ten Anker wilde
komen. Maar ik kreeg het er steeds
drukker mee. En in die tijd was er
geen aparte ruimte voor. Ik knipte
bij de mensen in de badkamer of
aan het bed", vertelt de kapster.
Vele bewoners van Ten Anker zaten voor de spiegel in de 17 jaar dat Joke Imandt hier de kapsalon runde.
„Dat heb ik jarenlang volgehouden.
Toen tien jaar geleden het nieuwe
Ten Anker werd gebouwd, werd er
een aparte ruimte voor de kapsalon
gemaakt. En sindsdien heb ik daar
mijn werk in gedaan. Twintig uren
per week. De andere twintig ben ik
werkzaam in de huishoudelijke
dienst van Ten Anker. Dat blijf ik
ook na mijn afscheid als kapster
nog doen."
Zeventien jaar kapster in Ten Anker.
Een hele tijd, maar toch houdt Joke
er niet mee op omdat ze het vak niet
meer ziet zitten. „Nee, ik stop eigen
lijk op doktersadvies. Het is voor
mijn benen niet meer goed dat ik de
hele dag sta. De dokter heeft gezegd
dat ik dan beter kan lopen. Dus het
werk in de huishoudelijke dienst
gaat nog wel. Bovendien heb ik
thuis ook nog genoeg werk. En hoe
wel ik echt met pijn in mijn hart af
scheid neem van de kapsalon, moet
ik voor mijn gezondheid kiezen."
In de kapsalon van Ten Anker ko
men zowel heren als dames. Daar
voor heeft Joke Imandt ook haar pa
pieren. Ze ziet veel mensen in haar
ondoorzichtige, glazen halve cirkel
naast de receptie van het zorgcen
trum. „Oudere mensen zijn niet
minder ijdel dan jongere. Je zou dat
misschien verwachten, maar ook
ouderen willen er nog steeds ver
zorgd uitzien. Of ze moeten van fa
milie", zegt Joke. Watergolven en
permanenten zijn de meest voorko
mende behandelingen. Dat is echter
niet altijd gemakkelijk. „Als je met
dementerende mensen te maken
hebt, is het wel eens lastig. Ze wil
len dan bijvoorbeeld ineens niet
meer spoelen als de permanent
vloeistof erin zit. Maar dat zal toch
echt moeten. Dan is het wel eens
een hele toer. Ik heb sponzen waar
mee ik dan water over hun hoofd
kan laten lopen. Menige keer heb ik
hier de vloer moeten dweilen omdat
alles kletsnat was. Maar daar moet
je tegen kunnen."
Knippen in Ten Anker is dus duide
lijk anders dan in een gewone kap
salon. „Zeker weten. Je hebt veel
meer contact met de mensen. Je
gaat ze door en door kennen. En ei
genlijk ben je van alles. Maatschap
pelijk werkster, zuster en kapster.
We hebben dan ook veel samen ge
huild, maar meer nog gelachen. En
dat is belangrijk", zegt Joke. Een
minder fijn deel van haar werk is
het feit dat ze regelmatig klanten
verliest. Er overlijden immers toch
met enige regelmaat mensen uit het
verzorgings- en verpleeghuis. „Dat
is natuurlijk heel naar, maar je moet
dat van je af kunnen zetten. Geluk
kig kon ik er altijd goed mee om
gaan. Anders was dit werk niet te
doen geweest", zegt Joke die echter
met heel veel bewoners een goede
band heeft opgebouwd. „Die blijft
natuurlijk wel, vanwege mijn werk
in de huishoudelijke dienst. Maar
toch heb ik voor alle bewoners een
pen laten maken met mijn naam er
op, als aandenken."
De scheidende kapster werd vrijdag
verrast met een feestje. „Ze hadden
er niets van gezegd, alleen dat ik
moest zorgen dat ik om half drie
klaar was met werken. Ik dacht dat
het bij een kopje koffie met de col
lega's zou blijven, maar het was
veel meer", zegt een aangenaam
verraste Joke Imandt. Zij werd toe
gesproken door vestigingsleider
Mark Feleus en hoofd huishoudelij
ke dienst Addy Vos. Het personeel
verzorgde een sketch over het kap-
persbestaan van Joke en ook was er
een line-dancegroep. Receptioniste
Jopie Meerman las een gedicht voor
en er was accordeonmuziek waarbij
één van de muzikanten een voorma
lige klant van Joke was uit de kap
salon in de Kerkstraat. „Het leuke is
dat ik hier mensen weer tegenkom
die in de Kerkstraat ook klant wa
ren."
De 52-jarige Joke gaat dus nog door
met haar werk in de huishoudelijke
dienst van Ten Anker. De kapsalon
wordt qvergenomen door vier jonge
dames van De Knipperij uit Lepel
straat. Dat brengt wel veranderingen
met zich mee. „Dat was paniek on
der de bewoners. 'Kunnen we dan
kiezen wie we willen?', vroegen ze.
Maar dat weet ik natuurlijk niet. Het
zal best wennen worden. De mensen
zijn aan mij gewend. En het voor
deel van één kapper is dat je er een
vertrouwensrelatie mee opbouwt.
Verandering is altijd moeilijk. Maar
ik heb de mensen gevraagd om mijn
opvolgers de kans te geven", aldus
Joke. De nieuwe kapsters (Conny
van Oers, Suzan Nefs, Linda de
Koek en Ellen Gommers) hebben
zich in een foldertje al voorgesteld
aan de bewoners. Zij willen het aan
tal producten in de kapsalon dras
tisch uit gaan breiden. Verschillende
soorten shampoos en ook haarkleu-
ringen, hoofdmassages en haarmas-
kers worden vanaf vandaag (want
dan opent de kapsalon weer) aange
boden. De openingstijden verande
ren ook. Was Joke elke dag een aan
tal uren open, in de nieuwe situatie
zal dat op dinsdag en vrijdag een he
le dag het geval zijn.
Voor Joke is het in elk geval defini
tief afgelopen. „Bewoners hebben
me wel gevraagd of ik ze nog wilde
helpen als ze 'moeilijk' zaten. Maar
daar kan ik niet aan beginnen. Dat
zou broodnijd zijn. En er is dan al
tijd wel iemand die moeilijk zit.
Nee, nu moeten de nieuwe kapsters
het doen. Al geloof ik gerust dat de
mensen me er nog wel op aan zullen
spreken."
De eerste pogingen tot het oprich
ten van een peuterspeelzaal in het
dorp kwamen van mevrouw De
Looze, de echtgenote van de toen
malige huisarts, zo vertelt voorzit
ter M. Eversen. „Dat is haar toen
niet gelukt maar later lukten het
anderen wel. Ze zijn begonnen op
12 februari 1976. In een bouwval
lig pandje op de hoek van de Voor
straat/Raadhuisstraat met twee
groepjes van 30 kinderen. Ze wil
den daar snel weg want het huis
was eigenlijk niet geschikt. Toen
de brandweer was opgeheven,
konden de peuters terecht in de
brandweerkazerne. Daar zitten ze
nog steeds."
De mensen van het eerste uur wa
ren mevr. Gelok (overleden), E.
van Maanen (secretaris), M.
Kleiss, M. Hendrikse (penning
meester) en J. Voorhagen (voorzit
ter). De eerste leidsters waren
Maike Rijnberg en Willy de
Kreek. In 1982 namen Lia Hop
mans en Janneke Brouwer het
over. Lia Hopmans (49) is nog
steeds als juf verbonden aan De
Pluus. Ze is hoofdleidster. De an
dere twee leidsters zijn Jacqueline
Hommel (36) en Marion de Jager
(33).
Peuters verblijven maar enkele ja
ren op een peuterspeelzaal. De
jongste kinderen zitten meestal
nog in de luiers als ze binnenko
men en gaan op hun vierde al
weer naar de kleuterschool. Het
bestuur bestaat veelal uit ouders
van de kinderen die de speelzaal
bezoeken. Gaan de kinderen naar
de 'grote' school, dan verdwijnen
ook de meeste ouders weer uit het
bestuur.
Bij De Pluus is vanaf 1982 Ever
sen echter onafgebroken voorzit
ter gebleven. Toen zijn dochter El-
les naar De Pluus ging, werd
Eversen gevraagd om in het be
stuur te komen. Hij werd voorzit
ter en bleef dat tot op de dag van
vandaag. Het is voor hem zijn
tweede liefde geworden, zegt hij.
„Speelgoed was er nauwelijks. We
sukkelden wat aan met oude fiets
jes. Die namen we op vrijdag mee
naar huis om ze te maken en brach
ten ze maandag weer terug." Ever
sen herinnert zich ook nog het jaar
1986 toen De Pluus volgens hem
aan de rand van een faillissement
stond. „We moesten toen bijna een
leidster ontslaan. We hadden op dat
moment weinig kinderen. De leid
ster heeft toen zelfs een verklaring
getekend dat ze onder het mini
mumloon zou werken. De ouder
bijdrage verhogen was ook niet
doenlijk, want dan haken er weer
ouders af en kom je in een vicieuze
cirkel terecht."
De Pluus is toen allerlei acties be
gonnen om geld bij elkaar te krij
gen om de financiële positie te
verbeteren. Tijdens de wielerron
de gingen vrijwilligers met een
standje bij de katholieke kerk
staan in de Dorpsweg. „Het wie-
Iercomité heeft ons een keer weg
willen sturen, maar wij hadden
toestemming van de pastoor ge
kregen."
Later verhuisde De Pluus met de
kraam naar de Ringjaarmarkt.
Eind jaren tachtig begon het be
stuur ook met een fancy fair op
koninginnedag die volgens Ever
sen meestal tussen de 4000 en
5000 gulden oplevert. „Met het
geld konden we de leidsters weer
betalen en weer voorzichtig speel
goed aan gaan schaffen. We deden
het samen met de Oranjevereni
ging die toen ook bijna op zijn gat
lag."
Om de kinderen beter te begelei
den, maakte Eversen zich zo'n
vijftien jaar geleden sterk voor
twee betaalde leidsters. „Voor een
groep van vijftien kinderen heb je
die nodig. Samen met Peter Moer
land van peuterspeelzaal Olleke
Bolleke in Sint-Annaland heb ik
de nota '2 voor 15' geschreven.
Toen die in de gemeenteraad werd
behandeld waren er een heleboel
ouders naar de raadszaal geko
men. Dat maakte wel indruk. De
peuterspeelzaal was vooral vol
gens de christelijke partijen alleen
maar voor luie moeders. Maar nu
kun je een peuterspeelzaal echt
niet meer missen en we merken
ook dat de peuterspeelzaal steeds
meer geaccepteerd wordt." De
leidster constateert dat ook in de
praktijk. „Er zijn ouders die hun
eerste kinderen niet naar de peu
terspeelzaal brachten, maar nu het
jongste wel."
Kampte De Pluus toen met geld
gebrek, nu is de huisvesting vol
gens Eversen een struikelblok.
„We beschikken over 40 meter
vloeroppervlakte. Wettelijk is dat
nu minstens 60 vierkante meter.
Er is geen apart keukentje of een
leidsterskamertje. Maar bij het be
zoek van het college een paar
maanden geleden is het gemeente
bestuur toch wel geschrokken."
Volgens leidster Jacqueline ont
breekt het ook aan een fatsoenlij
ke tafel om de kinderen van een
schone luier te voorzien. En is de
ruimte om te fietsen beperkt.
„Ook als we iets willen bespreken
met een ouder over een kind, moet
je perse wachten tot iedereen weg
is. Er is geen aparte ruimte voor."
Volgens de voorzitter heeft De
Pluus ook te lijden van water dat
van het hoger gelegen voetbalter
rein komt. „Het gebouw heeft al
twee keer blank gestaan. Nieuw
bouw wordt echt urgent, maar tot
2005 komt het nog in geen enkele
begroting voor."
Bestuurlijk is er volgens de voor
zitter de laatste tien jaar veel ver
beterd. De oprichting van de over
koepelende organisatie Sgakel
(waar alle 8 Thoolse peuterspeel
zalen bij zijn aangesloten) zorgt
voor het stroomlijnen van de op
vang. De openingstijden, de ou
derbijdrage en de salarissen van
de leidsters zijn hetzelfde. De
leidsters worden verplicht een op
leiding te volgen. Ook krijgen alle
leidsters dezelfde cursussen aan
geboden. Zo volgt Jacqueline de
cursusen observeren en registeren.
Onder meer bedoeld om vroegtij
dige stoornissen te onderkennen.
„Dat was er landelijk al voor kleu
ters. Dat was erg goed bevallen en
nu is het ook voor peuters." Pro
blemen kunnen bij een speciaal
team gemeld worden.
Alledrie de juffrouwen zaten eerst
in het bestuur van De Pluus. Lia
was zelfs penningmeester. Toen ze
leidster konden worden, stapten ze
uit het bestuur.
De Pluus beschikt volgens Ever
sen over een 'behoorlijke reserve-
pot'. Hoe hoog die is, wil hij niet
zeggen. „Maar we kunnen ons
goed redden. Het is ook belangrijk
om wat extra's te hebben voor het
geval het aantal kinderen terug
loopt." Het bestuur van De Pluus
staat dan ook niet te trappelen om
te fuseren tot één Thoolse stich
ting voor alle peuterspeelzalen,
zegt Eversen. „Daar ben ik een
felle tegenstander van. Met zo'n
fusie krijg je overal dependances.
Dat kun je pas doen als je be
roepsbestuurders hebt. Nu kunnen
we nog zoveel vrijwilligers krij
gen in het dorp."
Volgens Eversen zal dat moeilij
ker gaan wanneer er een centraal
bestuur komt. „Nu zijn er veel
wisselingen in de besturen, maar
dat zal dan ook het geval zijn. Ik
ben ervan overtuigd dat het nu nog
niet werkt, maar het zal ooit wel
een verplichting worden want de
wijzigingen zijn talrijk. Een deel
van de administratie is al overge
nomen. Een fusie is goed als de
tijd er rijp voor is."
De kinderen krijgen elke keer dat
ze De Pluus bezoeken hetzelfde
programma aangeboden. Juf Jac
queline: „Eerst mogen ze vrij spe
len en fietsen. Om half tien gaan
we opruimen en eten. Daarna kun
nen ze weer vrij spelen, maar ha
len we er ook andere speelmateri
aal bij. Van kwart over tien tot half
elf ruimen we alles weer op en
gaan we aan tafel. Dan wordt er
gedronken en worden de namen
voorgelezen. Na vijf keer kennen
de kinderen elkaar. Bij mooi weer
gaan ze buiten spelen en als dat
niet kan kunnen ze binnen knutse
len, kleien, liedjes zingen in de
kring of lezen we voor. Om half
twaalf is het tijd om naar huis te
gaan, maar de meesten willen
niet."
Voor sommige kinderen is het
moeilijk om zonder moeder in De
Pluus te blijven spelen. „Meestal
is het moment van afscheid nemen
even moeilijk. We hebben wel
eens kinderen waarvan we denken
dat het na twee keer niet lukt,
maar de derde keer vinden ze het
prachtig. Dat zijn dan juist weer
de kinderen die niet meer mee
naar huis willen. Dat is zo mooi
om te zien."
Volgens Jacqueline is het belang
rijk dat de kinderen zich snel thuis
voelen in De Pluus. „Ze moeten
kunnen blijven wie ze zijn. Door
dingen samen te doen, leren ze
ook veel. Een peuterspeelzaal is
toch ook een voorloper van de ba
sisschool. We proberen -ze ook
warmte te geven. Sommige kinde
ren willen gewoon een uur bij je
op schoot zitten."
Voor ouders is het volgens Ever
sen belangrijk dat ze een paar uur
de handen vrij hebben. „Vroeger
had je grote gezinnen. De oudsten
zorgden voor de kleintjes. Dat is
nu veel minder."
De voorzitter denkt er wel eens
over om te stoppen, maar zou
graag de nieuwbouw of de uitbrei
ding van De Pluus nog willen mee
maken, zegt hij. Doordat hij zo
lang actief is, kent hij veel mensen
en lukt het Eversen steeds om de
vacatures van secretaris en pen
ningmeester vervuld te krijgen.
„Het is zo ontzettend leuk."
De jaarlijkse rommelmarkt is voor
Eversen een hoogtepunt. Door zijn
werk als agent van een verzeke
ringsmaatschappij bezoekt hij veel
klanten thuis. Hebben ze spullen
om op te ruimen, dan slaat Eversen
het op voor de fancy fair. „Zo
kreeg ik eens een zak met oude
klompen. Die waren allemaal ge
dragen. Er was iemand die kocht
de hele zak. Je weet nooit waar
handel in zit."
Daarnaast houdt secretaris Marie
José Nijssen een kledingbeurs van
tweede hands kleding. Jacqueline:
„Het wordt gewoon aan huis bij
haar ingeleverd en een keer per
jaar in de garage verkocht. Dat
loopt heel goed." Govert Bras is
penningmeester. En twee andere
bestuursleden poetsen elke week
het gebouw schoon. Volgens Ever
sen draagt iedereen zijn steentje
bij, maar hij benadrukt dat de leid
sters uiteindelijk het werk voor de
kinderen moeten doen.
Het bestuur en de leidsters zijn te
vreden over de plaats van De Pluus
aan de Bou Kooijmanstraat. Het
ligt in het centrum van het dorp en
volgens Eversen is er nog ruimte
om er een stukje aan te bouwen.
Voorzitter M. Eversen en de leidsters Lia Hopmans en Jacqueline Hommel.