Kringloopeffect verkleint risico op met BSE besmet rundvlees 'Ik was 'n leermiddel dat mensen een poosje mochten gebruiken' Afscheidsreünie Gelijkwaardig Telefooncel als service van de bank Zes mille uit milieufonds voor mooi Tholen Donderdag 23 november 2000 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 5 De verkoop van rundvlees zal als gevolg van de angst voor de gekke koeienziekte (BSE) flink afnemen, vreest de sector. Tholenaren hoeven hun stooflapje of runder haasje echter niet te laten staan. Thoolse slagers kopen bij Thoolse mesters. Die geven de dieren Thools eten. En mocht er worden bijgevoerd: „Tot dusverre is op het ei land geen veevoer vermengd met diermeel, de bron van de gekke koeienziekte, aangetroffen. De Thoolse kring loop zorgt er voor dat de inwoners met een gerust hart rundvlees kunnen blijven eten", stelt veearts W. Brons uit Poortvliet. Sinds 1983 heeft Brons een veeartsen praktijk op Tholen en hij komt bij vrijwel elke veemester op het erf. Veilige kringloop Zeven gevallen Mesterij erbij doen Vertrouwen Kostenvergoeding Veearts Brons: Dieren in Tholen gefokt, krijgen Thools eten en worden hier geslacht In 1986 kwam ze voor een dag invallen bij het regionaal educatief centrum in Tholen (REC). Ze was meteen weg van het stadje en het eiland. Ze werd later coördinator, gaf les aan buitenlanders, begeleidde lees- en schrijf- groepen en verzorgde cursussen voor ouderen. Gelijk waardigheid staat bij haar hoog in het vaandel. Ze maak te tegen haar zin de schaalvergroting van de instelling mee, gaat met pre-pensioen, maar blijft actief. Ze wil als gastdocent op middelbare scholen vertellen over de ge volgen van de oorlog op opgroeiende kinderen. Edje Zorgdrager (59) stopt als coördinator Tholen bij ROC Zeeland Mavo 55-plussers Tranen met tuiten Educatie verhardt Britse onderzoekers toonden vier jaar geleden aan dat de gekke koei enziekte dezelfde symptomen geeft als bij mensen de ziekte van Creutzfeld-Jakob. Koeien gaan rare bewegingen met de kop maken, zakken door de poten en verliezen de controle over vrijwel alle li chaamsdelen. Bij mensen gaan de hersenen stuk. Ze worden dement en overlijden. Het Britse onderzoek is de voornaamste aanwijzing dat het eten van vlees van besmette runderen de oorzaak van de ziekte bij de mensen is. De grootste boos doeners zijn de hersenen en het ruggenmerg van de zieke koe. Die worden, met de rest van het kada ver, gedroogd en vervolgens ver malen tot diermeel. Is er wat mis met de kop of het merg, dan komt dat in het meel terecht en kan BSE veroorzaken. De ziekte van Creutzfeld-Jakob, vergelijkbaar met BSE (bovine spongiforme encephalopathie), kan bij mensen ook veroorzaakt worden door erfelijkheid. Volgens de on derzoekers zijn bij families waarin groeistoornissen voorkwamen, le den van die families ingespoten met groeihormonen (eiwitten) uit hersenen van overledenen. Eiwit ten, prionen, die van nature in her senen voorkomen maar bij de ziek te zodanig van vorm veranderen dat ze zich ophopen. Die ophoping, versterkt door het eten van besmet vlees, veroorzaakt dementie en be wegingsstoornissen en is dodelijk. had", weet Brons. „Dat komt voor al omdat in Nederland het aantal gevonden BSE-koeien heel beperkt is. Daarnaast omdat Zeeland geen echte veeteeltprovincie is. En als er sprake is van een lagere veebezet ting, dan loop je ook minder kans op zieke dieren." Sinds 1997, zegt het ministerie van landbouw, zijn er in Nederland ze ven gevallen van gekke koeienziek te ontdekt. Later is bij vier Neder landse koeien die naar Ierland en Engeland zijn geëxporteerd, ook BSE geconstateerd. Daarbij is ech ter niet vastgesteld dat die vier beesten in Nederland zijn besmet. Wetenschappelijke adviseurs van de Europese Commissie schatten echter dat Nederland tot dusverre enige tientallen besmette koeien in de wei of in de stallen heeft gehad. Het merendeel daarvan is tot dier meel vermalen of op het bord van de consument terechtgekomen. In Nederland zijn in elk geval gek ke koeien ontdekt in Kollum, Vrie- scheloo, Heeten, Saasveld, Marke- lo, Wilp en Maartensdijk. In Nieuw Buinen was een koe verdacht, maar door toedoen van een veearts niet onderzocht doch in de voedselketen terechtgekomen. Vanuit Bennekom, Breedenbroek en Veghel zijn run deren geëxporteerd waarbij later BSE is ontdekt. Vorige week deed zich het zevende geval in ons land voor, op een bedrijf in Eibergen. Eén van de maatregelen om be smetting met BSE tegen te gaan, is het op grote schaal slachten van verdachte dieren. Wereldwijd zijn inmiddels vier miljoen runderen geslacht waarvan het vermoeden bestond dat ze BSE hadden. Hoe veel besmette dieren in 4e voedsel keten terecht zijn gekomen, weet niemand. Uit onderzoeken blijkt evenmin hoe gevaarlijk het eten van besmet rundvlees is. Dat komt om dat rekening moet worden gehou den met een incubatietijd van vier tot veertig jaar. „Op Tholen hebben we gelukkig nooit met die dieren te maken ge- Alle dieren waren volgens onder zoekers besmet door het eten van veevoeder waar diermeel doorheen was gemengd. Volgens A. van Houdt uit Poortvliet, veevoeder handelaar voor veevoederfabriek Arie Blok uit Woerden, is het in middels verboden diermeel te ge bruiken in rundervoer. „In honden voer, kattenvoer en voer voor kippen en paarden mag het nog wel worden gebruikt. Veevoederfabri kanten mogen het alleen produce ren als ze twee productielijnen heb ben. Een voor rundervoer en één voor de andere dieren." Van Houdt zegt dat het bedrijf dat hij vertegenwoordigt daarop nauw keurig controleert. „Komt er een schip met veevoer voor de wal in Woerden, dan wordt dat streng be monsterd. Ik heb al meegemaakt dat er een schip werd teruggestuurd omdat Blok de lading niet wilde hebben in verband met de aanwe zigheid van diermeel." Van Houdt beschouwt zich op het eiland als een 'kleine handelaar'. Hij levert aan kleinere mesters die hun runde ren óf zelf opeten óf verkopen aan slagers op het eiland. „Zo ontstaat er eigenlijk een veilige kringloop op het eiland", bevestigt veearts Brons. Hij wijst op slager Slager uit Sint-Annaland. „Die man koopt zijn dieren in Tholen. Hij weet pre cies wat ze eten en slacht ze zelf. Vervolgens verkoopt hij zijn pro ducten aan restaurants op het eiland en aan slagers in de andere dorpen. Op die manier is het vrijwel uitge sloten dat consumenten op Tholen BSE-besmet vlees kopen." Slager Kees Slager bevestigt die le zing. Hij slacht vrijwel elke dag. „Ik koop mijn dieren bij vleesboer derij Van 't Hof, maar ook bij Ad- die de Wilde in Sint-Annaland." Slager levert vlees aan slagerijen in Poortvliet, Oud Vossemeer en Sint- Maartensdijk en aan restaurants. Een van zijn gouden regels na het slachten is het laten verwerken van de koppen en van het ruggenmerg. „Dat materiaal wordt opgehaald door een destructiebedrijf uit Son. Dat brengt het naar de AVR in Rijn mond om te worden verbrand. Daarmee nemen we geen risico." Slager slacht vanaf zijn vijftiende jaar en zit inmiddels 45 jaar 'in het vak'. Bang dat zijn producten de gezondheid van de consument zou den benadelen, is hij nooit geweest. „We weten bij wie we de dieren ko pen. We weten wat ze te eten krij gen en daarbij zijn de rijkskeurin gen streng. De dieren worden le vend gekeurd en daarna ook ge slacht gekeurd. Als een rund BSE heeft, zie je dat direct." Volgens Slager komt de ziekte vooral voor onder melkkoeien. „Die dieren worden, als de melkproductie is af genomen, opgekocht door de vlees- warenindustrie. Maar ook daar gel den strenge keuringen." Johan Gunter, van de supermarkt Cl000 in Sint-Annaland, twijfelt niet aan zijn vlees en vleeswaren. „We kopen onze producten bij slachterij Kroot in Tilburg. Die koopt alleen in Nederland gemeste dieren. De dieren worden door al lerlei instanties gecontroleerd. De consument kan op de verpakking zien waar het vlees vandaan komt." DaJ«neemt niet weg dat Europese vleesmesters, om de resultaten van hun bedrijf te verbeteren, de verlei ding om het goede veevoeder te mengen met het risicovolle dier meel soms moeilijk kunnen weer staan. Wordt een dier ziek, dan wordt de veearts ingeschakeld. Die moet, als het dier overlijdt, de doodsoorzaak vaststellen. Nederlandse dierenartsen hebben de plicht elke verdenking van BSE te melden bij de veterinaire dienst. Dan komt het voor dat dierenartsen door de mesters onder druk worden gezet om een ziek dier toch goed te keuren. Uiteindelijk brengt een ge slachte koe meer op dan een kada ver. Uit een onlangs gehouden straf rechtzaak tegen een Nederlandse veearts die de meldingsplicht had verzaakt, bleek dat boeren dreigden een andere arts te nemen. Brons heeft dat in de 17 jaar dat hij op Tholen werkt, nooit meegemaakt. „Ik ontmoet collega's uit Bergen op Zoom die klanten op Tholen heb ben, maar dat heeft niets te maken met het wel of geen medewerking verlenen aan onwettige zaken." Brons wijst er op dat juist door de min of meer afgeschermde regio, waar iedereen iedereen kent, illega le praktijken niet aan de orde zijn. „Ook bij de onaangekondigde con troles op het gebruik van groeibe vorderaars is nog geen enkel posi tief monster aangetroffen", illustreert hij de betrouwbaarheid van de mesters. Niet alleen de beschermde omge ving of het kringloopeffect zorgt in Tholen voor minder risico. Brons: „Het aantal veebedrijven loopt te rug. Vaak is het meer een hobby van een boer om de mesterij erbij te doen. Een tweede tak van het be drijf." Hij schat dat er op het eiland tussen de vijftien en twintig van dergelijke bedrijfjes zijn. Dat geldt niet voor vleesboerderij Van 't Hof in Sint-Annaland. Daar staan gemiddeld 140 runderen lek ker mals vlees op de botten te krij gen. Van 't Hof: „Een deel van de mestdieren fok ik zelf. En wanneer ik kalveren koop, dan weet ik pre cies waar ze vandaan komen. Ik ken ook de moeders van de die ren." Van 't Hof zegt zelfs garen te spinnen bij de BSE-onrust. „Zodra er op tv weer een uitzending over is geweest, gaat bij mij de telefoon voor bestellingen. Mensen vinden het vlees in de winkel dan te ano niem en kiezen voor een product waarin ze vertrouwen hebben." Ook Van 't Hof heeft niet de indruk dat we ons in Nederland, en zeker niet op Tholen, erg druk moeten maken over besmetting met BSE. De rundermester werkte vroeger bij een grote veevoederproducent en herinnert zich hoe zorgvuldig die met materialen omging. „Het be drijf kocht alle bestanddelen voor het gemengde voer enkelvoudig in. Dus ze wisten precies wat er in het mengvoer zat. Zo'n fabriek waagt zich echt niet aan mengerijen die verkeerd kunnen uitpakken." Slager Hans Poot uit Tholen, de scharrelslager zoals hij zichzelf noemt, sluit desondanks alle risi co's uit. In zijn vitrine is geen lapje Hollands rundvlees te vinden. Hij haalt zijn producten uit Frankrijk. Uitgerekend het land waar de grootste onrust is ontstaan en zelfs het eten van kalfszwezerik (een klier in de borstholte) wordt verbo den. Maar ook het land waar in de Limogestreek het Franse Limousin- rund wordt gemest. Poot: „Daar werkt een boerenorganisatie met al leen natuurlijke voeding. De dieren grazen. Er komt geen diermeel aan te pas. Puur natuurvlees." Poot zegt met zijn product 'redelijk succes' te hebben. Slechts vijftig slagers in Nederland hebben zich in deze sector gespecialiseerd. Poot zou meer collega's willen verwel komen. „Hoe meer er van verkocht wordt, hoe goedkoper het wordt. Nu is mijn vlees ongeveer vijf pro cent duurder dan bij andere sla gers." Ook Poot heeft zijn omzet niet zien dalen. „Integendeel. Ik heb het door alle berichten juist drukker gehad." Ook in Frankrijk wint het Limou- sinrund nu aan populariteit. Het aan tal BSE-gevallen steeg dermate on rustbarend dat schoolkantines rund vlees van het menu haalden. De ver koop van rundvlees bij de super markten daalde met soms 40%. De bekende supermarktketen Carrefour haalde vorige maand al duizend kilo vleesproducten uit een kleine veertig filialen. Het vlees, zo meldde een Frans persbureau, was afkomstig van een kudde waarvan een dier besmet was met BSE. De verkoop van scharrelrundvlees in Frankrijk nam echter met 20 procent toe. Dinsdag bereikten de Europese land bouwministers een akkoord over maatregelen om BSE te bestrijden, maar Nederland gaat een stap verder. Slachthuizen moeten T-bonesteak, zwezerik en darmen van Franse run deren voortaan vernietigen. Vanaf ja nuari worden alle zieke runderen ou der dan twaalf maanden vóór de slacht op BSE getest. En vanaf juli geldt die test ook voor alle gezonde dieren ouder dan dertig maanden. De Nederlandse overheid is eerder met het Landbouwschap, banken en ondernemers overeengekomen, de schade die wordt opgelopen door het uitbreken van dierziekten te vergoe den. Daaronder vallen varkenspest en gekke koeienziekte, maar ook ziekten onder pluimvee, schapen en geiten. Met de productschappen is afgespro ken dat deze zich van het jaar 2000 tot en met 2004 garant stellen voor de kosten van dierziektenuitbraken. Daarvoor is een pot gereserveerd van ruim 1 miljard gulden. Voor runder- ziekten is een bedrag van 500 mil joen gulden uitgetrokken. Voor var kens geldt een zelfde bedrag. Voor kostenvergoedingen van pluimvee ziekten heeft het productschap 25 miljoen gulden in kas. Voor geiten en schapen is 5 miljoen gereserveerd. Met nadruk zegt het ministerie van landbouw dat het geld ook gebruikt mag worden ten aanzien van de kos ten van maatregelen die genomen worden in het kader van de preventie bij een uitbraak in andere landen. Gevolgschade voor ondernemers valt niet onder de overeenkomst. Even min bestrijdingskosten voor ziekten bij dieren in het wild, dierentuinen, particulieren en kinderboerderijen. Bij Slager in Sint-Annaland worden bijna dagelijks koeien geslacht. Koppen en ruggenmerg gaan naar een destructiebedrijf. Edje Zorgdrager stopt als coördinator, maar gaat als gastdocente op middelbare scholen vertellen over ervaringen uit de oorlog. „Ach ja, toen ik veertien jaar gele den in november over de brug reed en het stadje zag, was het al goed. Het omarmt je," zegt ze enthou siast vanuit het nieuwe huis in Mo lenhoek in Tholen. Ze heeft een zwak voor Tholen, maar ze kende het niet toen ze in kwam vallen in het noodgebouwtje van de gemeen telijke mavo aan de Molenvlietse- dijk Ze was sinds 1977 landelijk betrokken bij het proefproject van de Open School. Voor mensen die hun middelbare school niet afge maakt hadden en toch meer aan al gemene ontwikkeling en vorming wilden doen. „Het was de bedoe ling om cursisten een groter gevoel van zelfstandigheid te geven. Ze wilden zichzelf bijspijkeren. In een groep ontdekten ze dat ze met de zelfde vragen en problemen za ten." De cursussen behelsden Neder lands en het behandelen van een bepaald thema. „Het was een com binatie van vorming en onderwijs. Alleen vorming of alleen onder wijs zou niet goed zijn. Nu konden ze zelf aangeven wat ze wilden le ren. Daardoor zagen ze dat hun da gelijks leven er meteen door veran derde." Vanmiddag (23 november) zijn alle oud-deelnemers en kennissen door ROC Zeeland uitgenodigd op een afscheidre- ceptie voor Edje Zorgdrager in Hotel Zeeland in Tholen. Ze wilde geen officiële bijeen komst. „Wel met cursisten, zo als we elkaar hebben gekend in de groepen. Een soort reii- nietje. Dat lijkt me enig." Belangrijk in de groep was dat er naar elkaar geluisterd werd, zegt de scheidende coördinator. „Daar kwamen de cursisten eigenlijk niet voor. Die wilden leren hoe ze de d en de t moesten gebruiken. Dat de den we ook wel, maar taal is ook communicatie. Ik vind dat je pas goed met elkaar kan praten als je ook goed naar de ander kan luiste ren. En datje niet meteen met je ei gen verhaal komt, als de ander net is uitgepraat. Ik was daar nogal streng in." De leidster wilde bovendien laten zien dat Nederlands ook leuk kan zijn. „Op de lagere school leer je de standaardtaal. Zoals het zou moeten. Als je dan deze taal niet of onvaidoende beheerst of als ze niet bij je past, dan sta je zwak. De mensen moeten de taal gebruiken die bij hen past. Zo moet je schrij ven. En zo moet je ook praten als je iets gedaan wil krijgen van in stanties." De Open School was een voorloper van de volwasseneducatie, opgezet door het ministerie van onderwijs voor een groep mensen die net on der het mavo-niveau zaten en so ciale vaardigheden misten om voor zichzelf op te komen. Edje deed de kweekschool, maar stond nooit in het lager onderwijs voor de klas. Ze begon al in 1960 aan de huis houdschool in Noordwijk, werkte later op de opleiding voor bejaar deverzorgsters in Leiden. „Het was in de tijd dat het ervaringsleren op kwam. De verzorgsters gingen twee dagen in de week werken, de rest zaten ze op school. De lessen pasten we aan hun ervaringen in de praktijk aan." Via Rotterdam kwam ze in Willem stad terecht vanwaaruit ze in het West-Brabantse Open Schoolgroe- pen les ging geven en begeleiden. Toen ze op Tholen kennis maakte met de cursisten voelde ze zich hier meteen op haar gemak, zegt ze. Misschien omdat ze zelf van een eiland - Terschelling - komt. „Bij de mentaliteit hier voelde ik me thuis. Mensen hebben een dui delijke identiteit. Ze zijn heel ont vankelijk. Ook als je met je eigen verhaal komt dat lijnrecht tegen over hun opvattingen staat." Jarenlang deelde het REC de voor malige gemeentelijke mavo aan de Jan van Bloisstraat met het refor matorisch vormingsinstituut. In 1987 werd de basiseducatie inge voerd. De instelling werd groter. Door het vertrek van de toenmalige coördinator werd Edje gevraagd die taak over te nemen. Ze werd voor tien uur aangesteld. „Ik kreeg hier de leiding over de dagelijkse gang van zaken. Inhoudelijk werd de zaak vanuit Goes geregeld. We hadden cursussen Nederlands voor buitenlanders, een lees- en schrijf- groep, een Open Schoolgroep, ga ven Frans, Duits, Engels en soms Spaans. Het was een behoorlijk aanbod." Zelf deed ze de lees- en schrijf- groep. En gaf ze Nederlands aan buitenlanders. Ze kreeg verschil lende nationaliteiten in de groep: uit Turkije, Marokko, Indonesië, Ethiopië, China, Australië. Maar ook mensen van verschillende ni veaus en vooropleidingen. Vergele ken met nu noemt ze de situatie toen 'middeleeuws'. „Nu voorden de cursisten meteen gesplitst in ni veaus. Er wordt nu veel beter door de gemeente gekeken naar hun mo gelijkheden via het inburgerings- traject. Ik voelde me in zo'n groep soms een omroepster op een rond vaartboot. Zoveel instructies moest je geven. Analfabeten zaten er tus sen hoogopgeleiden. Iedereen haal de er uit wat hij kon. Dat is nog wel zo, maar nu zijn er prachtige computerprogramma's en wordt er veel individueler gewerkt. Toen maakten we zelf lesmateriaal." Ze merkt op dat elke cursist 'een persoonlijk plafond' heeft. „On danks alle methodes die je toepast, zal het individu zelf bepalen hoe ver hij komt. Dat heeft te maken met intelligentie, taalgevoel en vooropleiding. Tegen alle Neder landers die zeggen dat buitenlan ders hoognodig Nederlands moe ten leren, zeg ik: ga jij maar eens Thais leren. Dan merk je pas hoe moeilijk het is om een andere taal te leren." Ze heeft gemerkt dat in sommige (arme) landen de kinderen op de la gere school niet veel geleerd heb ben. „Het onderwijs is daar totaal anders. Het is er erg klassikaal, ue meesten hebben het niet leuk ge vonden en hebben nauwelijks leren lezen en schrijven. Hier moeten ze ineens met computers aan de slag. En dan verwachten wij dat ze in vier maanden vloeiend Nederlands spreken. Ze hebben vaak niet ge leerd dat leren ook leuk is." Werden de docenten in het begin voor alle soorten cursussen ge schikt geacht, later werd er een splitsing gemaakt. „Ik heb toen ge voelsmatig voor Nederlands geko zen. Voor mensen die moeite heb ben met de taal of er iets meer mee wilden doen. Vanaf 1992 ben ik met ouderen begonnen, 55-plus sers. Ik voelde me daar erg bij be trokken. Ze hadden al veel geleerd. Ze hebben levenservaring. Ze wa ren erg gretig. Vaak zeiden ze: ik heb zoveel meegemaakt dat ik er wel een boek over zou kunnen schrijven. Dan zei ik: doe dat dan." Samen bedachten ze onderwerpen zoals De grote schoonmaak of sin terklaas toen ik tien jaar was. „Je boorde een vat met prachtige verha len aan. Dat waren voor mij de hoogtepunten; dat mensen met ver halen komen. En dan vooral als ze zeggen dat ze het nooit hebben wil len vertellen." J. En door het oefenen in het schrij ven worden cursisten van hun schroom en onzekerheid verlost. Ze noemt een voorbeeld van iemand die in een kerkenraad zat en aan de beurt was om een verslag te schrij ven van een vergadering. „Dat kwam hij me laten zien. Hij was trots. Dat had hij zichzelf aange leerd. Het is heel erg praktisch ge richt. Ik ben een leermiddel ge weest. Mensen hebben me een poosje mogen gebruiken." Ze werkte niet alleen in Tholen, maar had ook groepen in Goes, Zierikzee en Kapelle. Ze probeerde ook altijd iets aan poëzie te doen. „Heel vaak leverde dat prachtige dingen op. Maar eerst moesten ze er achter zien te komen dat dichten niet iets hoogdravends hoeft te zijn. Dat iedereen wel gedichten kent, sinterklaasgedichten, dichtregels bij rouwadvertenties, spreuken op de wc. We werkten vanuit de eigen ervaring. Dat wat goed voelt." Ze bewaart ook alles wat de cursis ten hebben gemaakt. Stapels met verhalen en bundels met gedichten heeft ze. „Daaraan merk je hoe be langrijk ik het vind." Zo heeft ze een verzameling sinterklaasverha len, en gedichten over de bevrij ding. Door de cursisten zelf ge schreven of uitgezocht en van uit leg voorzien. „Het was soms tranen met tuiten. Maar de meesten vinden het vaak zelf prettig om iets dier baars te behandelen. Ik vroeg aan het begin van de cursus ook vaak een voorwerp mee te nemen waar ze iets over wilden vertellen om el kaar beter te leren kennen. Dat werkt beter dan: ik ben Pietje, ik ben getrouwd met Marietje. Dat vergeten de cursisten snel. Er was iemand bij die vroeg of ze ook iets uit de keukenla mee mocht nemen. Natuurlijk kon dat." Bij de cursussen hoorden ook ex cursies. Naar de Tweede Kamer in Den Haag bijvoorbeeld, naar het Zijdemuseum in Wouw, naar het Rien Poortvlietmuseum op Goeree- Overflakkee. Ook werden er literai re avonden bezocht: lezingen van onder meer Carolijn Visser, Marion Bloem en Yvonne Keuls. Het ont staan van een boek werd als thema behandeld. Aangedragen door een cursist. „In Zierikzee woonde een schrijfster. Die heeft dat allemaal uitgelegd. Alle cursisten zijn haar boek gaan lezen. Het fantastische van dit werk is dat mensen zelf met ideeën komen en dat ze er wat van opsteken." Ook de euro was zo'n onderwerp. „We hebben sommen gemaakt en iedereen ging naar zijn eigen bank om inlichtingen te vragen. Op die manier maak je van de euro geen instituut waartegen je blijft ageren. Na afloop van de cursus staan ze er open voor. Het moet toch, maar ze zijn wel uitgerust met kennis en in formatie." Zorgdrager is een gelukkig mens, zegt ze. „Ik kan een vrije keus ma ken. Ik kan stoppen nu ik me niet meer op mijn plaats voel bij het ROC (instelling voor middelbaar beroepsonderwijs en volwassene ducatie). Het is zó groot geworden. Bij het REC had je een familiege voel. Je wist wat kon en wat niet kon. Sinds de fusie heb ik dat ge voel niet meer. Iedereen doet zijn best hoor, maar heel praktische za ken moeten nu over drie schijven. Ik heb niet meer het begin en het eind van mijn product in handen. Ik ken de meeste collega's niet meer. Er komen voortdurend functies bij. Onze laatste verhuizing van de Vijfhoek naar De Veste werd pre cies door Vlissingen tot op de vier kante meter berekend. We hebben gezegd dat de ruimte te klein was, maar dat heeft geen effect. Dat vind ik jammer." In de basiseducatie ziet ze dat er meer gestreefd wordt naar het halen van een bepaald niveau. „Dat wat je in de cursisten stopt, moet er ook uitkomen. Het moet op een of ande re manier omgezet worden en toets baar zijn. Het verhardt, vind ik. Collega's moeten ook steeds meer formulieren invullen. Wat wij de den was niet zo meetbaar, maar door de cursussen houden we de mensen misschien uit de hulpverle ning of worden ze minder snel ziek." Docenten en begeleiders moe ten volgens Zorgdrager op ba sis van gelijkwaardigheid om gaan met de cursisten. „Ik vroeg cursisten altijd wat ze wilden doen. En altijd was het een verrassing met wat voor ideeën de mensen kwamen. Dat vind ik belangrijk. Net zo als anderen naar jou mening vragen." Jarenlang heeft ze geluisterd naar de verhalen van cursisten. Edje Zorgdrager gaat nu haar eigen ver haal vertellen. „Ik ben geboren in Indonesië, in 1941, in een Jappen kamp. Er komt een cursus voor mensen die gastlessen willen geven op middelbare scholen over hun er varingen uit de oorlog en daarna. Ik heb het kamp zelf niet bewust mee gemaakt natuurlijk - ik was een ba by - maar het kan wel iemands le ven bepalen. Ze zeggen wel: je haalt het kind wel uit de oorlog, maar hoe haal je de oorlog uit het kind? Ik las de oproep in een tijd sschrift. Er hebben zich al 67 men sen opgegeven. Ik ga lotgenoten ontmoeten. Kennelijk ben ik er nu aan toe." „Je wordt bijna verplicht om een mo biele telefoon aan te schaffen. Kan er een protestbrief naar KPN Telecom?" SGP'er J.C. Koopman was maandag in de commissie gemeentelijke ont wikkeling duidelijk niet ingenomen met het verdwijnen van alle openbare telefooncellen op één na in de ge meente. Ook VVD, CDA en D66 wa ren er niet blij mee. Vooral mensen zonder telefoon en ouderen worden er volgens hen de dupe van. Mevrouw E. Frigge-Hogesteeger vroeg zich af of de banken niet als extra service een openbare telefoon zouden kunnen plaatsen in de ruimte waar de geldau tomaat staat. J.P. Bout had de posta gentschappen in gedachten, maar wethouder K.A. Heijboer wees hem erop dat die beperkte openingstijden kennen. Een protestbrief is volgens hem zinloos. KPN Telecom handhaaft telefooncel len slechts in plaatsen met meer dan 5000 inwoners. „Dat is een afspraak die met het rijk is gemaakt als uit vloeisel van de privatisering van het staatsbedrijf", lichtte ambtenaar W.A. Blaas toe. Om rendabel te zijn, moet dagelijks tien keer gebruik gemaakt worden van een telefooncel. Gemeen ten kunnen meer cellen hebben, maar moeten dan zelf voor de kosten ervan opdraaien. En dat wil de Thoolse ge meenteraad niet, zo liet ze in een eer der stadium weten. „Dat zou jaarlijks 40 tot 50 mille kosten", zei de wet houder. Hij was het met de commissie eens dat het verdwijnen van de tele fooncellen - alleen Tholen-stad houdt er één - een gemis zal zijn. Voor het project 'Mooi Tholen, schoon Tholen' (het opruimen van zwerfvuil door leerlingen van de basisscholen) - georganiseerd door de stichting Mens, milieu en werk - draagt de provincie 5831 gulden bij uit het milieufonds. De subsidie is opgebouwd uit 2600 gulden or ganisatiekosten en drie gulden per deelnemer (er deden 942 kinderen en 135 begeleiders mee). Het pro ject valt in de categorie natuur- en milieu-educatie. De provincie kreeg 17 aanvragen voor bijdragen uit het milieufonds. Daarvan zijn er acht gehonoreerd voor een totaalbedrag van 96.431 gulden. Het Zeeuws biologisch museum krijgt 17 mille voor atmo sferische waarnemingen in verband met een expositie over de invloed die de mens door de eeuwen heen heeft uitgeoefend op het klimaat. En het centrum voor internationale samenwerking kan op 30 mille re kenen. Deze instelling wil inwo- H ners en gemeenten inzicht jjeven in het beheer van zoet water in het huishouden, de woon- en leefom geving.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2000 | | pagina 5