Kringloopeffect verkleint risico
op met BSE besmet rundvlees
'Ik was 'n leermiddel dat mensen
een poosje mochten gebruiken'
Afscheidsreünie
Gelijkwaardig
Telefooncel
als service
van de bank
Zes mille uit
milieufonds voor
mooi Tholen
Donderdag 23 november 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
5
De verkoop van rundvlees zal als gevolg van de angst
voor de gekke koeienziekte (BSE) flink afnemen, vreest
de sector. Tholenaren hoeven hun stooflapje of runder
haasje echter niet te laten staan. Thoolse slagers kopen
bij Thoolse mesters. Die geven de dieren Thools eten. En
mocht er worden bijgevoerd: „Tot dusverre is op het ei
land geen veevoer vermengd met diermeel, de bron van
de gekke koeienziekte, aangetroffen. De Thoolse kring
loop zorgt er voor dat de inwoners met een gerust hart
rundvlees kunnen blijven eten", stelt veearts W. Brons
uit Poortvliet. Sinds 1983 heeft Brons een veeartsen
praktijk op Tholen en hij komt bij vrijwel elke veemester
op het erf.
Veilige kringloop
Zeven gevallen
Mesterij erbij doen
Vertrouwen
Kostenvergoeding
Veearts Brons: Dieren in Tholen gefokt, krijgen Thools eten en worden hier geslacht
In 1986 kwam ze voor een dag invallen bij het regionaal
educatief centrum in Tholen (REC). Ze was meteen weg
van het stadje en het eiland. Ze werd later coördinator,
gaf les aan buitenlanders, begeleidde lees- en schrijf-
groepen en verzorgde cursussen voor ouderen. Gelijk
waardigheid staat bij haar hoog in het vaandel. Ze maak
te tegen haar zin de schaalvergroting van de instelling
mee, gaat met pre-pensioen, maar blijft actief. Ze wil als
gastdocent op middelbare scholen vertellen over de ge
volgen van de oorlog op opgroeiende kinderen.
Edje Zorgdrager (59) stopt als coördinator Tholen bij ROC Zeeland
Mavo
55-plussers
Tranen met tuiten
Educatie verhardt
Britse onderzoekers toonden vier
jaar geleden aan dat de gekke koei
enziekte dezelfde symptomen geeft
als bij mensen de ziekte van
Creutzfeld-Jakob. Koeien gaan rare
bewegingen met de kop maken,
zakken door de poten en verliezen
de controle over vrijwel alle li
chaamsdelen. Bij mensen gaan de
hersenen stuk. Ze worden dement
en overlijden. Het Britse onderzoek
is de voornaamste aanwijzing dat
het eten van vlees van besmette
runderen de oorzaak van de ziekte
bij de mensen is. De grootste boos
doeners zijn de hersenen en het
ruggenmerg van de zieke koe. Die
worden, met de rest van het kada
ver, gedroogd en vervolgens ver
malen tot diermeel. Is er wat mis
met de kop of het merg, dan komt
dat in het meel terecht en kan BSE
veroorzaken.
De ziekte van Creutzfeld-Jakob,
vergelijkbaar met BSE (bovine
spongiforme encephalopathie), kan
bij mensen ook veroorzaakt worden
door erfelijkheid. Volgens de on
derzoekers zijn bij families waarin
groeistoornissen voorkwamen, le
den van die families ingespoten
met groeihormonen (eiwitten) uit
hersenen van overledenen. Eiwit
ten, prionen, die van nature in her
senen voorkomen maar bij de ziek
te zodanig van vorm veranderen dat
ze zich ophopen. Die ophoping,
versterkt door het eten van besmet
vlees, veroorzaakt dementie en be
wegingsstoornissen en is dodelijk.
had", weet Brons. „Dat komt voor
al omdat in Nederland het aantal
gevonden BSE-koeien heel beperkt
is. Daarnaast omdat Zeeland geen
echte veeteeltprovincie is. En als er
sprake is van een lagere veebezet
ting, dan loop je ook minder kans
op zieke dieren."
Sinds 1997, zegt het ministerie van
landbouw, zijn er in Nederland ze
ven gevallen van gekke koeienziek
te ontdekt. Later is bij vier Neder
landse koeien die naar Ierland en
Engeland zijn geëxporteerd, ook
BSE geconstateerd. Daarbij is ech
ter niet vastgesteld dat die vier
beesten in Nederland zijn besmet.
Wetenschappelijke adviseurs van
de Europese Commissie schatten
echter dat Nederland tot dusverre
enige tientallen besmette koeien in
de wei of in de stallen heeft gehad.
Het merendeel daarvan is tot dier
meel vermalen of op het bord van
de consument terechtgekomen.
In Nederland zijn in elk geval gek
ke koeien ontdekt in Kollum, Vrie-
scheloo, Heeten, Saasveld, Marke-
lo, Wilp en Maartensdijk. In Nieuw
Buinen was een koe verdacht, maar
door toedoen van een veearts niet
onderzocht doch in de voedselketen
terechtgekomen. Vanuit Bennekom,
Breedenbroek en Veghel zijn run
deren geëxporteerd waarbij later
BSE is ontdekt. Vorige week deed
zich het zevende geval in ons land
voor, op een bedrijf in Eibergen.
Eén van de maatregelen om be
smetting met BSE tegen te gaan, is
het op grote schaal slachten van
verdachte dieren. Wereldwijd zijn
inmiddels vier miljoen runderen
geslacht waarvan het vermoeden
bestond dat ze BSE hadden. Hoe
veel besmette dieren in 4e voedsel
keten terecht zijn gekomen, weet
niemand. Uit onderzoeken blijkt
evenmin hoe gevaarlijk het eten van
besmet rundvlees is. Dat komt om
dat rekening moet worden gehou
den met een incubatietijd van vier
tot veertig jaar.
„Op Tholen hebben we gelukkig
nooit met die dieren te maken ge-
Alle dieren waren volgens onder
zoekers besmet door het eten van
veevoeder waar diermeel doorheen
was gemengd. Volgens A. van
Houdt uit Poortvliet, veevoeder
handelaar voor veevoederfabriek
Arie Blok uit Woerden, is het in
middels verboden diermeel te ge
bruiken in rundervoer. „In honden
voer, kattenvoer en voer voor
kippen en paarden mag het nog wel
worden gebruikt. Veevoederfabri
kanten mogen het alleen produce
ren als ze twee productielijnen heb
ben. Een voor rundervoer en één
voor de andere dieren."
Van Houdt zegt dat het bedrijf dat
hij vertegenwoordigt daarop nauw
keurig controleert. „Komt er een
schip met veevoer voor de wal in
Woerden, dan wordt dat streng be
monsterd. Ik heb al meegemaakt
dat er een schip werd teruggestuurd
omdat Blok de lading niet wilde
hebben in verband met de aanwe
zigheid van diermeel." Van Houdt
beschouwt zich op het eiland als
een 'kleine handelaar'. Hij levert
aan kleinere mesters die hun runde
ren óf zelf opeten óf verkopen aan
slagers op het eiland. „Zo ontstaat
er eigenlijk een veilige kringloop
op het eiland", bevestigt veearts
Brons. Hij wijst op slager Slager uit
Sint-Annaland. „Die man koopt
zijn dieren in Tholen. Hij weet pre
cies wat ze eten en slacht ze zelf.
Vervolgens verkoopt hij zijn pro
ducten aan restaurants op het eiland
en aan slagers in de andere dorpen.
Op die manier is het vrijwel uitge
sloten dat consumenten op Tholen
BSE-besmet vlees kopen."
Slager Kees Slager bevestigt die le
zing. Hij slacht vrijwel elke dag.
„Ik koop mijn dieren bij vleesboer
derij Van 't Hof, maar ook bij Ad-
die de Wilde in Sint-Annaland."
Slager levert vlees aan slagerijen in
Poortvliet, Oud Vossemeer en Sint-
Maartensdijk en aan restaurants.
Een van zijn gouden regels na het
slachten is het laten verwerken van
de koppen en van het ruggenmerg.
„Dat materiaal wordt opgehaald
door een destructiebedrijf uit Son.
Dat brengt het naar de AVR in Rijn
mond om te worden verbrand.
Daarmee nemen we geen risico."
Slager slacht vanaf zijn vijftiende
jaar en zit inmiddels 45 jaar 'in het
vak'. Bang dat zijn producten de
gezondheid van de consument zou
den benadelen, is hij nooit geweest.
„We weten bij wie we de dieren ko
pen. We weten wat ze te eten krij
gen en daarbij zijn de rijkskeurin
gen streng. De dieren worden le
vend gekeurd en daarna ook ge
slacht gekeurd. Als een rund BSE
heeft, zie je dat direct." Volgens
Slager komt de ziekte vooral voor
onder melkkoeien. „Die dieren
worden, als de melkproductie is af
genomen, opgekocht door de vlees-
warenindustrie. Maar ook daar gel
den strenge keuringen."
Johan Gunter, van de supermarkt
Cl000 in Sint-Annaland, twijfelt
niet aan zijn vlees en vleeswaren.
„We kopen onze producten bij
slachterij Kroot in Tilburg. Die
koopt alleen in Nederland gemeste
dieren. De dieren worden door al
lerlei instanties gecontroleerd. De
consument kan op de verpakking
zien waar het vlees vandaan komt."
DaJ«neemt niet weg dat Europese
vleesmesters, om de resultaten van
hun bedrijf te verbeteren, de verlei
ding om het goede veevoeder te
mengen met het risicovolle dier
meel soms moeilijk kunnen weer
staan. Wordt een dier ziek, dan
wordt de veearts ingeschakeld. Die
moet, als het dier overlijdt, de
doodsoorzaak vaststellen.
Nederlandse dierenartsen hebben
de plicht elke verdenking van BSE
te melden bij de veterinaire dienst.
Dan komt het voor dat dierenartsen
door de mesters onder druk worden
gezet om een ziek dier toch goed te
keuren. Uiteindelijk brengt een ge
slachte koe meer op dan een kada
ver.
Uit een onlangs gehouden straf
rechtzaak tegen een Nederlandse
veearts die de meldingsplicht had
verzaakt, bleek dat boeren dreigden
een andere arts te nemen. Brons
heeft dat in de 17 jaar dat hij op
Tholen werkt, nooit meegemaakt.
„Ik ontmoet collega's uit Bergen op
Zoom die klanten op Tholen heb
ben, maar dat heeft niets te maken
met het wel of geen medewerking
verlenen aan onwettige zaken."
Brons wijst er op dat juist door de
min of meer afgeschermde regio,
waar iedereen iedereen kent, illega
le praktijken niet aan de orde zijn.
„Ook bij de onaangekondigde con
troles op het gebruik van groeibe
vorderaars is nog geen enkel posi
tief monster aangetroffen",
illustreert hij de betrouwbaarheid
van de mesters.
Niet alleen de beschermde omge
ving of het kringloopeffect zorgt in
Tholen voor minder risico. Brons:
„Het aantal veebedrijven loopt te
rug. Vaak is het meer een hobby
van een boer om de mesterij erbij te
doen. Een tweede tak van het be
drijf." Hij schat dat er op het eiland
tussen de vijftien en twintig van
dergelijke bedrijfjes zijn.
Dat geldt niet voor vleesboerderij
Van 't Hof in Sint-Annaland. Daar
staan gemiddeld 140 runderen lek
ker mals vlees op de botten te krij
gen. Van 't Hof: „Een deel van de
mestdieren fok ik zelf. En wanneer
ik kalveren koop, dan weet ik pre
cies waar ze vandaan komen. Ik
ken ook de moeders van de die
ren." Van 't Hof zegt zelfs garen te
spinnen bij de BSE-onrust. „Zodra
er op tv weer een uitzending over is
geweest, gaat bij mij de telefoon
voor bestellingen. Mensen vinden
het vlees in de winkel dan te ano
niem en kiezen voor een product
waarin ze vertrouwen hebben."
Ook Van 't Hof heeft niet de indruk
dat we ons in Nederland, en zeker
niet op Tholen, erg druk moeten
maken over besmetting met BSE.
De rundermester werkte vroeger bij
een grote veevoederproducent en
herinnert zich hoe zorgvuldig die
met materialen omging. „Het be
drijf kocht alle bestanddelen voor
het gemengde voer enkelvoudig in.
Dus ze wisten precies wat er in het
mengvoer zat. Zo'n fabriek waagt
zich echt niet aan mengerijen die
verkeerd kunnen uitpakken."
Slager Hans Poot uit Tholen, de
scharrelslager zoals hij zichzelf
noemt, sluit desondanks alle risi
co's uit. In zijn vitrine is geen lapje
Hollands rundvlees te vinden. Hij
haalt zijn producten uit Frankrijk.
Uitgerekend het land waar de
grootste onrust is ontstaan en zelfs
het eten van kalfszwezerik (een
klier in de borstholte) wordt verbo
den. Maar ook het land waar in de
Limogestreek het Franse Limousin-
rund wordt gemest. Poot: „Daar
werkt een boerenorganisatie met al
leen natuurlijke voeding. De dieren
grazen. Er komt geen diermeel aan
te pas. Puur natuurvlees."
Poot zegt met zijn product 'redelijk
succes' te hebben. Slechts vijftig
slagers in Nederland hebben zich in
deze sector gespecialiseerd. Poot
zou meer collega's willen verwel
komen. „Hoe meer er van verkocht
wordt, hoe goedkoper het wordt.
Nu is mijn vlees ongeveer vijf pro
cent duurder dan bij andere sla
gers." Ook Poot heeft zijn omzet
niet zien dalen. „Integendeel. Ik
heb het door alle berichten juist
drukker gehad."
Ook in Frankrijk wint het Limou-
sinrund nu aan populariteit. Het aan
tal BSE-gevallen steeg dermate on
rustbarend dat schoolkantines rund
vlees van het menu haalden. De ver
koop van rundvlees bij de super
markten daalde met soms 40%. De
bekende supermarktketen Carrefour
haalde vorige maand al duizend kilo
vleesproducten uit een kleine veertig
filialen. Het vlees, zo meldde een
Frans persbureau, was afkomstig van
een kudde waarvan een dier besmet
was met BSE. De verkoop van
scharrelrundvlees in Frankrijk nam
echter met 20 procent toe.
Dinsdag bereikten de Europese land
bouwministers een akkoord over
maatregelen om BSE te bestrijden,
maar Nederland gaat een stap verder.
Slachthuizen moeten T-bonesteak,
zwezerik en darmen van Franse run
deren voortaan vernietigen. Vanaf ja
nuari worden alle zieke runderen ou
der dan twaalf maanden vóór de
slacht op BSE getest. En vanaf juli
geldt die test ook voor alle gezonde
dieren ouder dan dertig maanden.
De Nederlandse overheid is eerder
met het Landbouwschap, banken en
ondernemers overeengekomen, de
schade die wordt opgelopen door het
uitbreken van dierziekten te vergoe
den. Daaronder vallen varkenspest
en gekke koeienziekte, maar ook
ziekten onder pluimvee, schapen en
geiten.
Met de productschappen is afgespro
ken dat deze zich van het jaar 2000
tot en met 2004 garant stellen voor
de kosten van dierziektenuitbraken.
Daarvoor is een pot gereserveerd van
ruim 1 miljard gulden. Voor runder-
ziekten is een bedrag van 500 mil
joen gulden uitgetrokken. Voor var
kens geldt een zelfde bedrag. Voor
kostenvergoedingen van pluimvee
ziekten heeft het productschap 25
miljoen gulden in kas. Voor geiten en
schapen is 5 miljoen gereserveerd.
Met nadruk zegt het ministerie van
landbouw dat het geld ook gebruikt
mag worden ten aanzien van de kos
ten van maatregelen die genomen
worden in het kader van de preventie
bij een uitbraak in andere landen.
Gevolgschade voor ondernemers valt
niet onder de overeenkomst. Even
min bestrijdingskosten voor ziekten
bij dieren in het wild, dierentuinen,
particulieren en kinderboerderijen.
Bij Slager in Sint-Annaland worden bijna dagelijks koeien geslacht. Koppen en ruggenmerg gaan naar een destructiebedrijf.
Edje Zorgdrager stopt als coördinator, maar gaat als gastdocente op middelbare scholen vertellen over ervaringen uit de oorlog.
„Ach ja, toen ik veertien jaar gele
den in november over de brug reed
en het stadje zag, was het al goed.
Het omarmt je," zegt ze enthou
siast vanuit het nieuwe huis in Mo
lenhoek in Tholen. Ze heeft een
zwak voor Tholen, maar ze kende
het niet toen ze in kwam vallen in
het noodgebouwtje van de gemeen
telijke mavo aan de Molenvlietse-
dijk Ze was sinds 1977 landelijk
betrokken bij het proefproject van
de Open School. Voor mensen die
hun middelbare school niet afge
maakt hadden en toch meer aan al
gemene ontwikkeling en vorming
wilden doen. „Het was de bedoe
ling om cursisten een groter gevoel
van zelfstandigheid te geven. Ze
wilden zichzelf bijspijkeren. In een
groep ontdekten ze dat ze met de
zelfde vragen en problemen za
ten."
De cursussen behelsden Neder
lands en het behandelen van een
bepaald thema. „Het was een com
binatie van vorming en onderwijs.
Alleen vorming of alleen onder
wijs zou niet goed zijn. Nu konden
ze zelf aangeven wat ze wilden le
ren. Daardoor zagen ze dat hun da
gelijks leven er meteen door veran
derde."
Vanmiddag (23 november)
zijn alle oud-deelnemers en
kennissen door ROC Zeeland
uitgenodigd op een afscheidre-
ceptie voor Edje Zorgdrager in
Hotel Zeeland in Tholen. Ze
wilde geen officiële bijeen
komst. „Wel met cursisten, zo
als we elkaar hebben gekend
in de groepen. Een soort reii-
nietje. Dat lijkt me enig."
Belangrijk in de groep was dat er
naar elkaar geluisterd werd, zegt
de scheidende coördinator. „Daar
kwamen de cursisten eigenlijk niet
voor. Die wilden leren hoe ze de d
en de t moesten gebruiken. Dat de
den we ook wel, maar taal is ook
communicatie. Ik vind dat je pas
goed met elkaar kan praten als je
ook goed naar de ander kan luiste
ren. En datje niet meteen met je ei
gen verhaal komt, als de ander net
is uitgepraat. Ik was daar nogal
streng in."
De leidster wilde bovendien laten
zien dat Nederlands ook leuk kan
zijn. „Op de lagere school leer je
de standaardtaal. Zoals het zou
moeten. Als je dan deze taal niet of
onvaidoende beheerst of als ze niet
bij je past, dan sta je zwak. De
mensen moeten de taal gebruiken
die bij hen past. Zo moet je schrij
ven. En zo moet je ook praten als
je iets gedaan wil krijgen van in
stanties."
De Open School was een voorloper
van de volwasseneducatie, opgezet
door het ministerie van onderwijs
voor een groep mensen die net on
der het mavo-niveau zaten en so
ciale vaardigheden misten om voor
zichzelf op te komen. Edje deed de
kweekschool, maar stond nooit in
het lager onderwijs voor de klas.
Ze begon al in 1960 aan de huis
houdschool in Noordwijk, werkte
later op de opleiding voor bejaar
deverzorgsters in Leiden. „Het was
in de tijd dat het ervaringsleren op
kwam. De verzorgsters gingen
twee dagen in de week werken, de
rest zaten ze op school. De lessen
pasten we aan hun ervaringen in de
praktijk aan."
Via Rotterdam kwam ze in Willem
stad terecht vanwaaruit ze in het
West-Brabantse Open Schoolgroe-
pen les ging geven en begeleiden.
Toen ze op Tholen kennis maakte
met de cursisten voelde ze zich
hier meteen op haar gemak, zegt
ze. Misschien omdat ze zelf van
een eiland - Terschelling - komt.
„Bij de mentaliteit hier voelde ik
me thuis. Mensen hebben een dui
delijke identiteit. Ze zijn heel ont
vankelijk. Ook als je met je eigen
verhaal komt dat lijnrecht tegen
over hun opvattingen staat."
Jarenlang deelde het REC de voor
malige gemeentelijke mavo aan de
Jan van Bloisstraat met het refor
matorisch vormingsinstituut. In
1987 werd de basiseducatie inge
voerd. De instelling werd groter.
Door het vertrek van de toenmalige
coördinator werd Edje gevraagd
die taak over te nemen. Ze werd
voor tien uur aangesteld. „Ik kreeg
hier de leiding over de dagelijkse
gang van zaken. Inhoudelijk werd
de zaak vanuit Goes geregeld. We
hadden cursussen Nederlands voor
buitenlanders, een lees- en schrijf-
groep, een Open Schoolgroep, ga
ven Frans, Duits, Engels en soms
Spaans. Het was een behoorlijk
aanbod."
Zelf deed ze de lees- en schrijf-
groep. En gaf ze Nederlands aan
buitenlanders. Ze kreeg verschil
lende nationaliteiten in de groep:
uit Turkije, Marokko, Indonesië,
Ethiopië, China, Australië. Maar
ook mensen van verschillende ni
veaus en vooropleidingen. Vergele
ken met nu noemt ze de situatie
toen 'middeleeuws'. „Nu voorden
de cursisten meteen gesplitst in ni
veaus. Er wordt nu veel beter door
de gemeente gekeken naar hun mo
gelijkheden via het inburgerings-
traject. Ik voelde me in zo'n groep
soms een omroepster op een rond
vaartboot. Zoveel instructies moest
je geven. Analfabeten zaten er tus
sen hoogopgeleiden. Iedereen haal
de er uit wat hij kon. Dat is nog
wel zo, maar nu zijn er prachtige
computerprogramma's en wordt er
veel individueler gewerkt. Toen
maakten we zelf lesmateriaal."
Ze merkt op dat elke cursist 'een
persoonlijk plafond' heeft. „On
danks alle methodes die je toepast,
zal het individu zelf bepalen hoe
ver hij komt. Dat heeft te maken
met intelligentie, taalgevoel en
vooropleiding. Tegen alle Neder
landers die zeggen dat buitenlan
ders hoognodig Nederlands moe
ten leren, zeg ik: ga jij maar eens
Thais leren. Dan merk je pas hoe
moeilijk het is om een andere taal
te leren."
Ze heeft gemerkt dat in sommige
(arme) landen de kinderen op de la
gere school niet veel geleerd heb
ben. „Het onderwijs is daar totaal
anders. Het is er erg klassikaal, ue
meesten hebben het niet leuk ge
vonden en hebben nauwelijks leren
lezen en schrijven. Hier moeten ze
ineens met computers aan de slag.
En dan verwachten wij dat ze in
vier maanden vloeiend Nederlands
spreken. Ze hebben vaak niet ge
leerd dat leren ook leuk is."
Werden de docenten in het begin
voor alle soorten cursussen ge
schikt geacht, later werd er een
splitsing gemaakt. „Ik heb toen ge
voelsmatig voor Nederlands geko
zen. Voor mensen die moeite heb
ben met de taal of er iets meer mee
wilden doen. Vanaf 1992 ben ik
met ouderen begonnen, 55-plus
sers. Ik voelde me daar erg bij be
trokken. Ze hadden al veel geleerd.
Ze hebben levenservaring. Ze wa
ren erg gretig. Vaak zeiden ze: ik
heb zoveel meegemaakt dat ik er
wel een boek over zou kunnen
schrijven. Dan zei ik: doe dat dan."
Samen bedachten ze onderwerpen
zoals De grote schoonmaak of sin
terklaas toen ik tien jaar was. „Je
boorde een vat met prachtige verha
len aan. Dat waren voor mij de
hoogtepunten; dat mensen met ver
halen komen. En dan vooral als ze
zeggen dat ze het nooit hebben wil
len vertellen." J.
En door het oefenen in het schrij
ven worden cursisten van hun
schroom en onzekerheid verlost. Ze
noemt een voorbeeld van iemand
die in een kerkenraad zat en aan de
beurt was om een verslag te schrij
ven van een vergadering. „Dat
kwam hij me laten zien. Hij was
trots. Dat had hij zichzelf aange
leerd. Het is heel erg praktisch ge
richt. Ik ben een leermiddel ge
weest. Mensen hebben me een
poosje mogen gebruiken."
Ze werkte niet alleen in Tholen,
maar had ook groepen in Goes,
Zierikzee en Kapelle. Ze probeerde
ook altijd iets aan poëzie te doen.
„Heel vaak leverde dat prachtige
dingen op. Maar eerst moesten ze
er achter zien te komen dat dichten
niet iets hoogdravends hoeft te zijn.
Dat iedereen wel gedichten kent,
sinterklaasgedichten, dichtregels
bij rouwadvertenties, spreuken op
de wc. We werkten vanuit de eigen
ervaring. Dat wat goed voelt."
Ze bewaart ook alles wat de cursis
ten hebben gemaakt. Stapels met
verhalen en bundels met gedichten
heeft ze. „Daaraan merk je hoe be
langrijk ik het vind." Zo heeft ze
een verzameling sinterklaasverha
len, en gedichten over de bevrij
ding. Door de cursisten zelf ge
schreven of uitgezocht en van uit
leg voorzien. „Het was soms tranen
met tuiten. Maar de meesten vinden
het vaak zelf prettig om iets dier
baars te behandelen. Ik vroeg aan
het begin van de cursus ook vaak
een voorwerp mee te nemen waar
ze iets over wilden vertellen om el
kaar beter te leren kennen. Dat
werkt beter dan: ik ben Pietje, ik
ben getrouwd met Marietje. Dat
vergeten de cursisten snel. Er was
iemand bij die vroeg of ze ook iets
uit de keukenla mee mocht nemen.
Natuurlijk kon dat."
Bij de cursussen hoorden ook ex
cursies. Naar de Tweede Kamer in
Den Haag bijvoorbeeld, naar het
Zijdemuseum in Wouw, naar het
Rien Poortvlietmuseum op Goeree-
Overflakkee. Ook werden er literai
re avonden bezocht: lezingen van
onder meer Carolijn Visser, Marion
Bloem en Yvonne Keuls. Het ont
staan van een boek werd als thema
behandeld. Aangedragen door een
cursist. „In Zierikzee woonde een
schrijfster. Die heeft dat allemaal
uitgelegd. Alle cursisten zijn haar
boek gaan lezen. Het fantastische
van dit werk is dat mensen zelf met
ideeën komen en dat ze er wat van
opsteken."
Ook de euro was zo'n onderwerp.
„We hebben sommen gemaakt en
iedereen ging naar zijn eigen bank
om inlichtingen te vragen. Op die
manier maak je van de euro geen
instituut waartegen je blijft ageren.
Na afloop van de cursus staan ze er
open voor. Het moet toch, maar ze
zijn wel uitgerust met kennis en in
formatie."
Zorgdrager is een gelukkig mens,
zegt ze. „Ik kan een vrije keus ma
ken. Ik kan stoppen nu ik me niet
meer op mijn plaats voel bij het
ROC (instelling voor middelbaar
beroepsonderwijs en volwassene
ducatie). Het is zó groot geworden.
Bij het REC had je een familiege
voel. Je wist wat kon en wat niet
kon. Sinds de fusie heb ik dat ge
voel niet meer. Iedereen doet zijn
best hoor, maar heel praktische za
ken moeten nu over drie schijven.
Ik heb niet meer het begin en het
eind van mijn product in handen. Ik
ken de meeste collega's niet meer.
Er komen voortdurend functies bij.
Onze laatste verhuizing van de
Vijfhoek naar De Veste werd pre
cies door Vlissingen tot op de vier
kante meter berekend. We hebben
gezegd dat de ruimte te klein was,
maar dat heeft geen effect. Dat vind
ik jammer."
In de basiseducatie ziet ze dat er
meer gestreefd wordt naar het halen
van een bepaald niveau. „Dat wat je
in de cursisten stopt, moet er ook
uitkomen. Het moet op een of ande
re manier omgezet worden en toets
baar zijn. Het verhardt, vind ik.
Collega's moeten ook steeds meer
formulieren invullen. Wat wij de
den was niet zo meetbaar, maar
door de cursussen houden we de
mensen misschien uit de hulpverle
ning of worden ze minder snel
ziek."
Docenten en begeleiders moe
ten volgens Zorgdrager op ba
sis van gelijkwaardigheid om
gaan met de cursisten. „Ik
vroeg cursisten altijd wat ze
wilden doen. En altijd was het
een verrassing met wat voor
ideeën de mensen kwamen.
Dat vind ik belangrijk. Net zo
als anderen naar jou mening
vragen."
Jarenlang heeft ze geluisterd naar
de verhalen van cursisten. Edje
Zorgdrager gaat nu haar eigen ver
haal vertellen. „Ik ben geboren in
Indonesië, in 1941, in een Jappen
kamp. Er komt een cursus voor
mensen die gastlessen willen geven
op middelbare scholen over hun er
varingen uit de oorlog en daarna. Ik
heb het kamp zelf niet bewust mee
gemaakt natuurlijk - ik was een ba
by - maar het kan wel iemands le
ven bepalen. Ze zeggen wel: je
haalt het kind wel uit de oorlog,
maar hoe haal je de oorlog uit het
kind? Ik las de oproep in een tijd
sschrift. Er hebben zich al 67 men
sen opgegeven. Ik ga lotgenoten
ontmoeten. Kennelijk ben ik er nu
aan toe."
„Je wordt bijna verplicht om een mo
biele telefoon aan te schaffen. Kan er
een protestbrief naar KPN Telecom?"
SGP'er J.C. Koopman was maandag
in de commissie gemeentelijke ont
wikkeling duidelijk niet ingenomen
met het verdwijnen van alle openbare
telefooncellen op één na in de ge
meente. Ook VVD, CDA en D66 wa
ren er niet blij mee. Vooral mensen
zonder telefoon en ouderen worden er
volgens hen de dupe van. Mevrouw
E. Frigge-Hogesteeger vroeg zich af
of de banken niet als extra service een
openbare telefoon zouden kunnen
plaatsen in de ruimte waar de geldau
tomaat staat. J.P. Bout had de posta
gentschappen in gedachten, maar
wethouder K.A. Heijboer wees hem
erop dat die beperkte openingstijden
kennen. Een protestbrief is volgens
hem zinloos.
KPN Telecom handhaaft telefooncel
len slechts in plaatsen met meer dan
5000 inwoners. „Dat is een afspraak
die met het rijk is gemaakt als uit
vloeisel van de privatisering van het
staatsbedrijf", lichtte ambtenaar W.A.
Blaas toe. Om rendabel te zijn, moet
dagelijks tien keer gebruik gemaakt
worden van een telefooncel. Gemeen
ten kunnen meer cellen hebben, maar
moeten dan zelf voor de kosten ervan
opdraaien. En dat wil de Thoolse ge
meenteraad niet, zo liet ze in een eer
der stadium weten. „Dat zou jaarlijks
40 tot 50 mille kosten", zei de wet
houder. Hij was het met de commissie
eens dat het verdwijnen van de tele
fooncellen - alleen Tholen-stad houdt
er één - een gemis zal zijn.
Voor het project 'Mooi Tholen,
schoon Tholen' (het opruimen van
zwerfvuil door leerlingen van de
basisscholen) - georganiseerd door
de stichting Mens, milieu en werk -
draagt de provincie 5831 gulden
bij uit het milieufonds. De subsidie
is opgebouwd uit 2600 gulden or
ganisatiekosten en drie gulden per
deelnemer (er deden 942 kinderen
en 135 begeleiders mee). Het pro
ject valt in de categorie natuur- en
milieu-educatie.
De provincie kreeg 17 aanvragen
voor bijdragen uit het milieufonds.
Daarvan zijn er acht gehonoreerd
voor een totaalbedrag van 96.431
gulden. Het Zeeuws biologisch
museum krijgt 17 mille voor atmo
sferische waarnemingen in verband
met een expositie over de invloed
die de mens door de eeuwen heen
heeft uitgeoefend op het klimaat.
En het centrum voor internationale
samenwerking kan op 30 mille re
kenen. Deze instelling wil inwo-
H ners en gemeenten inzicht jjeven in
het beheer van zoet water in het
huishouden, de woon- en leefom
geving.