Crohnpatiënt kan varkensvlees
en paling maar beter laten staan
Het ambachtsgeslacht Roozemond
Henk van Dijke legt
5000 naamgenoten vast
Oorzaak van chronische darmontsteking nog altijd ongewis
Op zoek naar voorouders via het gemeentearchief Tholen
Donderdag 23 november 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
21
„Ik ben de patiënt." Kees Jansen uit Tholen geeft de ver
slaggever lachend een hand. „Ik heb de ziekte van
Crohn, maar de laatste tijd kan ik van alles weer doen.
Wel een beetje uitkijken met eten, op tijd medicijnen
slikken en soms wat ongemakken voor lief nemen."
Dieetlijst
Welvaartsziekte
Buikpijn en fistels
Chinees eten
Hogere premie
Familiewapen
Michigan en Iowa
In de ambachtsheerlijke rekening van Stavenis-
se van 1667 is de eerste vermelding te vinden
van de naam Rosemont. Het betreft de oudste
voorvader van het geslacht Roozemond dat nu
nog in Stavenisse woont. Dat wil overigens niet
zeggen dat de naam elders nooit wordt aange
troffen. Zo bestaat er in de buurt van de Franse
stad Nevers de ruïne van een middeleeuws kas
teel dat aangeduid wordt met Chateau de Rose
mont (kasteel van Rosemont). In het nabijgele
gen dorp Luthenay-Uxeloup schijnen nog
personen te wonen met de naam Rosemont.
door D. Roozemond
333 jaar
f
Jansen oogt als een gelukkig mens. zoals bloed en slijm in de ontlasting,
Hij mag als voorbeeld dienen voor de
mensen met de ziekte van Crohn of
met Colitis Ulcerosa. De landelijke
Crohn en Colitis Ulcerosavereniging
telt ongeveer 7000 leden. ,JDat zijn
dan de mensen die hun drempelvrees
hebben overwonnen. U kunt er van
uitgaan dat het werkelijke aantal pa
tiënten schommelt rond de 40.000",
zegt Marijke de Boer. Ze is maat
schappelijk werkster bij de Zeeuwse
afdeling en staat elke donderdagmid
dag aan de telefoon mensen te woord
die om informatie vragen. De afde
ling organiseert ook gespreksgroepen,
en in- formatiebijeenkomsten waar
artsen over de ziekte vertellen.
Zeeland heeft ongeveer 250 geregi
streerde leden. Daarvan wonen er
zo'n 25 in Tholen. Gelet op de lande
lijke cijfers mag ook dit aantal met
een factor vijf tot zes worden verme
nigvuldigd. De Thoolse leden en be
langstellenden worden opgevangen
en wegwijs gemaakt door vrijwillig
ster Leny Jansen-van Deelen, echtge
note van Kees. Ze weet van de hoed
en de rand. Haar man is destijds ge
holpen door de Dijkzigt-artsen, met
een echtgenoot die bloost van ge
zondheid als resultaat.
Kees, 58 jaar nu, hoorde de diagnose
ziekte van Crohn twintig jaar gele
den. „Ik had er nog nooit van ge
hoord. Goed, als kind had ik al veel
buikpijn. Later ook. Soms werd het te
erg en ging je naar de dokter. 'Het
zullen wel wormen zijn', was de eer
ste reactie. Je kreeg geen medicijnen
of wat, alleen een advies. 'Geen kaas
eten'." De waarheid later bleek van
andere orde. De ziekte van Crohn is
een chronische ontsteking van de
dunne of de dikke darm. De ziekte
openbaart zich het vaakst tussen het
15e en 30e levensjaar. De ontsteking
in het darmkanaal heeft vaak diarree
tot gevolg.
Kees: „Toen ik 38 was, werd het
steeds erger. Soms ging ik wel twin
tig keer per dag naar de wc. En nog
wist ik niet wat de oorzaak was. Tot
huisarts Mellema thuis kwam in ver
band met de geboorte van een van
mijn twee dochters. Die constateerde
dat er sprake was van een abces in de
buurt van de anus." Vanaf dat mo
ment zit Kees Jansen in het medische
circuit. „Wij naar ziekenhuis Lie-
vensberg in Bergen op Zoom."
Jansen was intussen aardig afgeval
len. „Binnen een maand van 65 kilo
naar 58 kilo. Ik maakte me zorgen."
Volgens de landelijke vereniging is
een van de meest voorkomende,
maar vaak onuitgesproken angsten
van de patiënt dat hij een kwaadaar
dige aandoening heeft. Jansen: „Ik
dacht dat ik kanker had." Die angst is
maar gedeeltelijk gegrond, stelt de
vereniging gerust. Bij langdurige en
uitgebreide ontsteking van de dikke
darm is de kans op het ontstaan van
darmkanker slechts licht verhoogd.
De artsen in Bergen op Zoom consta
teerden de ziekte van Crohn. Jansen:
„Een hele opluchting. Alle tekenen,
wezen naar mijn gevoel op darmkan
ker. Dan is het goed als je hoort dat
het dat niet is." Met de stand van de
kennis in die jaren (1980) zeiden de
Lievensbergartsen dat Jansen er maar
mee moest leren leven. „Ik kreeg een
dieetlijst mee. Wit brood eten. Geen
vet, geen zaden, alles zo zacht moge
lijk."
Ook geen varkensvlees, adviseerde
Lievensberg. „Niet zo gek", vindt
Marijke de Boer. „De ziekte van
Crohn komt onder joden en Japan
ners niet voor. Joden eten geen var
kensvlees en als ze vis eten, alleen
geschubde vis. Dus geen paling. Ja
panners eten ook vrijwel uitsluitend
geschubde vis."
De landelijke vereniging houdt het er
voorlopig op, dat er nog geen oor
zaak voor het ontstaan van de ziekte
van Crohn is gevonden. De Boer:
„Wij hebben toch de indruk dat het
een soort Westerse welvaartsziekte is.
Mogelijk gaat het om een verkeerde
eetgewoonte. Of het zijn de toevoe
gingen in ons eten. Ook bewegen we
te weinig. Beweging is goed voor de
darmen."
Het zou goed zijn als de oorzaak snel
gevonden werd. Niet alleen voor pa
tiënten, ook voor de samenleving. De
ziekte is naar haar indruk voor de
maatschappij redelijk kostbaar. „Veel
patiënten zitten volledig in de wao.
Het is uiteindelijk een ernstige kwaal
waar je je levenlang last van blijft
houden."
Jansen weet inmiddels uit ervaring
dat wat hij ook eet, de risico's van de
supersnelle stoelgang op de loer lig
gen. Voorzichtigheid is geboden.
Waar de een binnen een uur tien maal
naar de wc moet, laat een ander zich
na dezelfde prak voldaan in de fau
teuil zakken. Kees Jansen kan niet te
gen paling. Ook een nieuwe haring
werd hem teveel en is taboe. „Ik
voelde het al toen ik die haring op
had. Ik kon er als het ware op wach
ten, zo snel moest ik naar de wc."
Voor Jansen was het een groot aantal
jaren tobben. Soms leven op astro-
nautenvoedsel. Pilletjes die je wel de
noodzakelijke vitamines en minera
len leveren, maar waar je niet echt
met mes en vork voor gaat zitten.
„Het kon niet anders. Soms kreeg ik
na het eten van een boterhammetje al
fistels in de darm."
Buikpijn en de vorming van fistels
zijn de meest voorkomende klachten
bij de ziekte van Crohn. Ook afvallen
in gewicht, diarree en moeheid ko
men veel voor. Lievensberg adviseer
de Kees omstreeks 1985 zich te laten
opereren en een stoma te laten aan
leggen. Nee, dacht hij. Dat doe ik
niet. Er moeten toch andere moge
lijkheden zijn, vroeg ook zijn vrouw
zich af. Leny Jansen: ,Je moet ook
als patiëntje gezond verstand blijven
gebruiken. Voorzie jezelf van veel in
formatie. Ga naar gespreksgroepen
en wees heel voorzichtig voor je je
laat opereren."
Beiden kozen vervolgens voor verde
re behandeling in een academisch zie
kenhuis. Leny Jansen: „We hoorden
dat in Dijkzigt gespecialiseerde artsen
rondliepen. Chirurgen die zich in die
ziekte en de bestrijding ervan hadden
gespecialiseerd." Cees Jansen kwam
er in een andere wereld. Niets stoma.
Weg astronautenvoedsel. Fistels weg
halen en medicijnen ter voorkoming
van nieuwe.
Toch was het niet alles goud wat er
blonk. Jansen was veel thuis. Ging
amper de deur uit. Soms voelde hij
zich beroerd. De angst voor kanker
was dan wel weg, echt blij was hij
niet meer. En het ging slechter. Jansen
at niet meer. Nam geen drinken meer.
Had een akelig gevoel in zijn buik en
vertoonde op een bepaald moment
zelfs uitdrogingsverschijnselen.
Temg naar Rotterdam. Daar wees een
scan uit dat er sprake was van een fik
se darmontsteking. Dat betekende on
middellijk opgenomen worden en
vier weken op astronautenvoeding.
Het hielp allemaal niet. Zodra Jansen
een hap vloeibaar eten nam, nam de
pijn in de buik enorme vormen aan.
„Plotseling perforeerde de darm en
kwam het vuil in de buik. Hoe zeer
dat doet, dat wil je niet meemaken."
De enige oplossing was opereren.
Artsen haalden 40 cm darm weg. De
kunstmatige uitgang waar Kees zo
bang voor was, kwam er toch. „Een
zuster zette een paar stippen op mijn
buik en na de operatie had ik een tij
delijk stoma."
Dat betekende voor het gezin Jansen
bijna vier maanden aanpassen. Pa
was soms niet te genieten. De stoma
werkte niet goed. Dat betekende te
pas en te onpas verschonen. De sug
gestie 'éven er met z'n allen tussen
uit' werd een fiasco. Jansen: „De trek
in eten was temg, alleen je mocht
niks. Toch mik je pannenkoeken, je
mikt friet, je mikt van alles. Ik werd
zo verschrikkelijk chagrijnig. Ik had
nergens plezier in." Nee, voor moeder
en kinderen was er op die manier ook
niet veel aan. „Ach, dacht ik, het gaat
wel weer over. Het kon altijd nog er
ger", vertelt zijn vrouw.
De controle na de vakantie in het
Dijkzigtziekenhuis gaf hoop. De dar
men zagen er goed uit en als Jansen
zo leefde zoals de afgelopen maan
den, kon hij met de ziekte van Crohn
oud worden. Maar dan wel met sto
ma, was het advies. Of zonder stoma
en met terugkerende fistels. Jansen,
omstreeks 1996: „Ik voelde me goed
en waagde de gok. Dan maar de fis
tels." In april van dat jaar is bij Jansen
de laatste fistel opengesneden. „Vier
jaar geen last gehad. Goed gegokt",
vindt hij er zelf van.
Jansen weegt intussen 77 kilo. Wer
ken mag hij niet meer. Dat betekent
veel tijd voor vrouw en kinderen. Met
roken was hij al in 1994 gestopt. „Ik
wist niet dat het zo eenvoudig was",
zegt de man die gemakkelijk twee tot
drie pakjes shag in de week rookte.
„Ik heb nicotinepleisters gebmikt.
Geen centje pijn. Een van de beste
dingen die ik van mijn leven heb ge
daan." Jansen houdt van een glaasje
op zijn tijd. „Van drinken hebben de
artsen nooit iets gezegd. Het is wel af
hankelijk van welke medicijnen je ge
bmikt. Soms verdraag je door bepaal
de medicijnen geen alcohol."
Een levenswijze die voor elke Crohn
patiënt van toepassing is, bestaat vol
gens Leny Jansen niet. „Het is erg in
dividueel. Waar de een wel tegen kan,
werkt bij een ander verkeerd uit. Zo
zal ik nooit peper gebruiken."
Jansen kan het sterker vertellen. „Ik
mag graag chinees eten. Tijdens een
bezoek aan een familielid bestelde ik
een bepaald gerecht. Nergens last
van. Bij een ander familielid in een
andere stad werd hetzelfde gerecht
besteld. Binnen een kwartier was het
prijs. Je proefde geen verschil aan het
eten. Er zaten kennelijk wel andere
ingrediënten in."
Kees Jansen staat intussen vrijwel el
ke ochtend weer lachend op. Rustig
jes aan, op tijd medicijnen, geen
stress en uitkijken met wat hij verder
naar binnen werkt. Zo doet hij mee
aan de fietsvierdaagse van Assen.
Maakt wandelingen op Tholen en
gaat zonder toiletangst op bezoek bij
de kinderen, bij familie en vrienden.
Het bedrijfsleven is aanzienlijk min
der enthousiast over Crohnpatienten.
Werkgevers staan huiverig tegenover
het in dienst nemen en verzekerings
maatschappijen zien ze liever gaan
dan komen, is de ervaring van Leny
Jansen. „Het begint al als je een ver
zekering wilt afsluiten. De ziekte van
Crohn is absoluut niet levensbedrei
gend. Toch zijn er maatschappijen die
een hogere premie eisen. Soms wor
den patiënten uitgesloten van levens
verzekeringen of hebben ze moeite
met het geven van een hypotheek."
Ook studeren kan problemen opleve
ren. „Bijvoorbeeld de studiekostenfi
nanciering. Je loopt het risico dat een
vieijarige studie door de effecten van
de ziekte van Crohn vijf jaar duurt.
Maar je bent wel een lening voor vier
jaar aangegaan. Daar moeten jonge
mensen die gaan studeren erg alert op
zijn."
Jansen kan als voorbeeld dienen voor
die patiënten die het om een of andere
reden niet meer zien zitten. „Binnen
kort gaan we vijftien dagen naar
Gran Canaria. Het is dertig jaar gele
den dat ik voor het laatst heb gevlo
gen."
Wie meent dat alle Tholenaren met de achternaam Van Dijke familie
van elkaar zijn, heeft het mis. Na bijna veertig jaar familieonderzoek
heeft Henk van Dijke uit Amstelveen de gegevens van vijf geslachten
gepubliceerd in vier boeken. Drie daarvan zijn op Tholen en Sint-Phi-
lipsland geworteld, de beide andere op Schouwen-Duiveland. De onder
zoeker wil in de toekomst een familieblad gaan maken, reünies organi
seren en een familievereniging oprichten.
De in Bergen op Zoom geboren Van spronkelijk gebruikt door Michiel
Dijke heeft inmiddels zo'n 13.000
personen in zijn bestand zitten, waar
van ongeveer 5000 met de achter
naam Van Dijke. Hij begon met het
uitzoeken van zijn eigen geslacht,
maar breidde dat middenjaren tachtig
uit naar alle naamgenoten. Hoewel in
Amsterdam opgegroeid, had hij altijd
sterke banden met Tholen. Van Dijkes
moeder komt ervandaan: Maria Jan
sen, dochter van Hector Jansen en
Wïllemina Baaij. „In de zomervakan
tie mocht ik altijd bij mijn grootou
ders logeren, die aan de Singel (later
Parksingel 44) woonden. Een heus
feest, want ik mocht eten zoveel ik
wilde, vliegeren, zwemmen in de oes
terputten, op zaterdagavond rondjes
lopen om de Markt, Stoof-, Hoog- en
Kerkstraat, en samen met mijn groot
vader werken op het land om wat bij
te verdienen", vertelt de Amstelveen-
se makelaar. Minder leuk vond hij,
dat hij 's zondags drie keer mee moest
naar de kerk van de Gereformeerde
Gemeente. Van Dijke kreeg ook
vrienden in Tholen: „Onlangs heb ik
loodgieter Jo van Dijk weer eens op
gezocht."
Van Dijkes opa van vaderskant woon
de in Zierikzee, maar het voorge
slacht kwam van Tholen. De oudst
bekende stamvader, Jacob Jobssen,
leefde in het Goesse land en vestigde
zich halverwege de zeventiende eeuw
op Noord-Beveland. Enkele jaren la
ter vertrok hij met zijn gezin naar het
opnieuw ingepolderde Sint-Philips-
land. Dankzij een flinke hoeveelheid
bronnenmateriaal kon de onderzoeker
over het leven van deze voorvader een
afzonderlijk hoofdstuk opnemen in
zijn boek. Kort na 1700 verdween de
familie van 'Flupland', om neer te
strijken in Oud-Vossemeer. Frans Ja-
cobssen van Dijck kocht er al in 1683
een huis bij het veer en werd de stam
vader van heel dit geslacht. Twee na
komelingen, broers, die in de tweede
helft van de achttiende eeuw via
Poortvliet in Scherpenisse terecht
kwamen, voerden de naam Dijke, dus
zonder 'van'. Van één stamt de huidi
ge SGP-fractievoorzitter in de Thool
se gemeenteraad af. De voormalige
president-kerkvoogd van de Her
vormde Gemeente Tholen, Louis van
Dijke, de man van Tholens oudste in
woner Martha van Dijke-Verkerke
(104 jaar) en oud-commissaris van de
koningin van Utrecht mr. Pieter van
Dijke (zijn vader was geboren in
Poortvliet) horen eveneens tot dit ge
slacht. Grotere takken leven in de
Wieringermeer en in Breda, een klein
takje voert de achternaam Van Dijk.
Henk van Dijke liet elf jaar geleden
een familiewapen registreren bij het
Centraal Bureau voor Genealogie in
Den Haag. Dat mag door al zijn fami
lieleden gevoerd worden en werd oor-
Dominicus van Dijke, die in de acht
tiende eeuw deken was van het boek-
weitmaaldersgilde. De publicatie (die
14 generaties beschrijft) is rijk geïllu
streerd met familiefoto's, advertenties
en documenten.
Een tweede geslacht Van Dijke waar
aan een publicatie is gewijd, zijn de
nakomelingen van Joannes Adriaens
van Deijck - alias Jan den Herder - uit
het Belgische Kalmthout. Deze ves
tigde zich in Sint-Maartensdijk, hij
woonde in 1687 aan de Derde Dijk.
Een zoon van hem vestigde zich in
Dreischor en een kleinzoon kocht de
boerderij Bouwlust op Sint-Philips-
land. De eerste voorganger van de Af
gescheiden gemeente daar - ds. Pieter
van Dijke - stamt dan ook uit deze fa
milie. Evenals directeur Dim van Dij
ke van Van Dijke Zeeland b.v. Een an
dere 'beroemde' telg is Comelis
Adriaan van Dijke uit Rotterdam (zijn
vader kwam van Sint-Philipsland) die
in 1924 en 1928 landskampioen werd
met voetbalclub Feijenoord en in
1925 drie wedstrijden speelde in het
Nederlands elftal. In deze familie zit
ten ook nogal wat schippers.
Beide genoemde families tellen ver
der de nodige emigranten, met nage
slacht in de Verenigde Staten (vooral
de staten Michigan en Iowa). Henk
van Dijke bezocht vier jaar geleden
een aantal nazaten in de States en
noemt dat een fantastische ervaring.
Met hulp van Van Dykes bracht hij
ook het grootste deel van deze fami
lieleden in kaart.
Van Marinus Jansen die rond 1620 in
Poortvliet leefde, stamt weer een an
dere familie Van Dijke af. Nageslacht
woont op Tholen, maar ook bijvoor
beeld in Ossendrecht waar een lid van
deze familie veertig jaar wethouder
was. Een vierde publicatie beschrijft
twee geslachten op Schouwen-Duive
land. In deze werken komen onder
meer de Thoolse atleet Wim van Dij
ke voor en de uit Sint-Annaland af
komstige Mattheus Hendrik van Dij
ke die is onderscheiden met het
Verzetsherdenkingskruis. Een deel
vijf zit nog in de pen, meldt de onder
zoeker. Dit zal een aantal kleinere -
deels uitgestorven - geslachten be
schrijven met toch nog zo'n 800 Van
Dijkes. Bij de volkstelling in 1947
werden in ons land 1166 Van Dijkes
geteld, waarvan er 488 in Zeeland
woonden. Onder hen 143 op Tholen
en daarvan 54 in Oud-Vossemeer.
Henk van Dijke heeft de meeste le
vende naamgenoten van zijn publica
ties in kennis gesteld en de belang
stelling ervoor was groot. „In de
meeste gevallen moest een tweede
oplage gemaakt worden", aldus de
62-jarige genealoog die blijft zoeken
naar mogelijk gezamenlijke voorou
ders van alle geslachten Van Dijke.
Bij degenen die in 1525 Jan de
Bakker pver zijn geloof onder
vroegen, wordt verder een
'Godschalk Rosemont aange
troffen. Een theoloog uit Leu
ven, zoals in het Martelaren-
boek van Adriaen Haemstede
is te lezen. En in de 'uitspan
ningen' van ds. Jodocus van
)-odensteyn - een bundel 'stig-
telyke liederen - komen we en
kele keren als zangwijze tegen:
'Rosemont waer gy vliedt',
kennelijk een toentertijd be
kend lied. Of in bedoeld lied
met deze naam op een per
soon werd geduid, dan wel of
het een poëtische voorstelling
is, is me ten enenmale onbe
kend. In Vlissingen vestigde
zich in 1755 ene Samuel Ro-
senmund, afkomstig uit Basel,
waarvan de nakomelingen
thans nog met de naam Roze-
mond - in plaats van Rooze
mond - in Nederland voorko
men. Nimmer is het gelukt om
genoemde namen met het uit
Sint-Annaland afkomstige am
bachtsgeslacht Roozemond te
verbinden. Tenslotte meent dr.
P.J. Meertens in 'Zeeuwse Fa
milienamen' dat de naam Ro-
semond(t) mogelijk van de
voornaam Roos (met nog en
kele vervoegingen) afkomstig
-is.
Af en toe komen we in de Een-
drachtbode berichten tegen
van de beëindiging van jaren
lang bestaande zaken en be
drijven. Zo was op 6 juli te le
zen dat slachter Slager te
Scherpenisse (vierde genera
tie in zijn geslacht) zijn winkel
ging sluiten. En op 7 oktober
vorig jaar werd gemeld dat het
135 tot 140 jaar geleden be
gonnen familiebedrijf Suur-
land te Scherpenisse ermee
stopte en in andere handen
overging.
In Stavenisse bestaat echter
sinds 1700 een bedrijf dat - be
houdens een onderbreking
van drie jaar - daar steeds van
vader op zoon is overgegaan.
Wanneer op 26 september
1700 Lowijs Cornelissen (Ro
semont) met attestatie vanuit
Sint-Annaland naar de Neder
duits Gereformeerde gemeen
te in Stavenisse overkomt,
dan vangt het verblijf van deze
ambachtsman in die plaats
aan. Maar al 33 jaar daarvoor
verrichtte hij, als metselaar te
Sint-Annaland, werkzaamhe
den voor de ambachtsheerlijk
heid van Stavenisse. OrJer
andere in 1667 'strijeken soo
aende huijsen bij de kereke als
aent huijs op den dijck'.
De mogelijkheid dat Lowijs
Cornelissen Rosemont de
metselaar is geweest van de
kapel en grafkelder (in Stave
nisse) voor de te Veere op 22
april 1669 overleden am
bachtsheer Jeronimus de Tuijl
de Serooskercke, is niet on
denkbeeldig. In het verleden
verrichtte hij immers ook al
werkzaamheden voor de am
bachtsheerlijkheid. In 1669
schijnt Cornelis zich enige tijd
in Stavenisse gevestigd te
hebben, want hoewel hij op 6
april van dat jaar in Sint-Anna
land ondertrouw doet, trouwt
hij op 25 april met attestatie in
Stavenisse. Zijn eerste kind
werd echter op 24 januari
1670 in Sint-Annaland gebo
ren, zodat het gezin toen on
getwijfeld weer in die plaats
woonde. Daarom lijkt het mij
mogelijk dat hij de kapel en
grafkelder heeft gemetseld.
1. Lowijs Cornelissen Rose
mont geboren circa 1641 (hij
was in 1667 meerderjarig, dat
wil zeggen 25 jaar of ouder),
metselaar, overleden Stave
nisse vóór 10 december 1709
(Rechterlijk archief Zeeuwse
eilanden, inv.nr. 5905 folio 77
verso), kennelijk in behoeftige
omstandigheden.
Hij huwde I Stavenisse 25 april
1669 (ondertrouw Sint-Anna
land 6 april 1669) met Maeij-
I
De restanten van het Chateau de Rosemont in de buurt van Nevers.
ken Crijns (van Zierveld), ge
boren Sint-Annaland, overle
den tussen 1689 en 1697. Hij
huwde II Stavenisse 4 augus
tus 1697 met Jannetje Corne
lis Moerland, weduwe van Ja
cob van Rossum (Uit dit
tweede huwelijk geen kinde
ren).
2. Danker Lowijsse Rose
mont geboren Sint-Annaland
8 augustus 1689, deed belijde
nis Stavenisse 15 april 1713,
metselaar, overleden Stave
nisse 13 september 1734 en
begraven aldaar op 16 sep
tember.
Hij huwde I Stavenisse (onder
trouw 14 april 1713) met Leun-
tjen Izaak van Dijcke, gedoopt
Sint-Annaland 28 december
1689, overleden Stavenisse 8
augustus 1718, begraven al
daar op 10 augustus. Hij huw
de II Stavenisse 3 mei 1719
(ondertrouw 13 april 1719)
met Jannetje Paulusse Step,
gedoopt Stavenisse 19 okto
ber 1692, overleden aldaar 16
februari 1778 (begraven op 19
februari). Zij was een dochter
van Paulus Marinusse Step en
Jacomijntje Rokus Apostel.
Danker Lowijsse Rosemont
ging het kennelijk maatschap
pelijk weer wat beter dan zijn
in armoedige omstandighe
den gestorven vader. Dit blijkt
uit de dorps- en diaconiereke
ningen. Samen met de tim-
merman Jan van Sorge - en
later met Engel Geertse Pover,
eveneens timmerman - bouw
de en kocht en verkocht hij
huizen en schuren. Op 21 ok
tober 1733 lag Danker ziek op
bed en ontbood de schepenen
om zijn testament te laten ma
ken. Als zijn weduwe Jannetje
Step hertrouwt dan laat ze, ge
assisteerd door haar broer
Marinus, voor schepenen
vastleggen dat ze haar zoon
Lowijs Dankerze Rosemont zal
onderhouden en een 'ambagt
laten leren en wel Expresselijk
een timmermans'. Tenslotte
meldt de gerechtsrol van Sta
venisse dat Danker op 13 au
gustus 1733 beboet is wegens
lastering van ds. Adrianus
Broekman. In de kerkenraads-
notulen wordt hierover met
geen woord gerept.
3. Lowijs Rosemond ge
doopt Stavenisse 12 januari
1721, deed aldaar belijdenis
17 maart 1742, vertrok in 1746
naar Sint-Annaland en keerde
drie jaar later terug, overleden
Stavenisse 10 september 1777
en aldaar begraven op 13 sep
tember.
Hij huwde I Sint-Annaland 8
juli 1746 (ondertrouw Stave
nisse 18 juni 1746) met Teun-
tjen Isaksen Boer, gedoopt
Stavenisse 4 augustus 1720,
begraven aldaar 8 juni 1748.
Dit huwelijk bleef kinderloos.
Hij huwde II Stavenisse 11 ok
tober 1748 met Maria Corne-
lisse van Sorgen, gedoopt Sta
venisse 30 december 1714,
begraven aldaar 1 februari
1751. Hij huwde III Stavenisse
17 juni 1751 met Maatje Izaks
Priem, gedoopt Sint-Maar
tensdijk 9 mei 1723, overleden
aldaar 30 maart 1791. Zij was
een dochter van Izak Jacobse
Priem en Sara Cornelisse Ha-
ge.
Van beroep was Lowijs tim
merman. Hij was tevens jaren
lang pachter van de dorps-
waag, bezat 14 gemeten en
261 roeden grond op 'den
Troost' alsmede 5 gemeten en
128 roeden in de 19e cavel van
Stavenisse, en een moestuin
in de 17e cavel. Verder was hij
gezworene van de polder Sta
venisse, in 1749 diaken, ou
derling in 1766, van 1769 tot
1771 en van 1775 tot zijn over
lijden. Lowijs was schepen
van Stavenisse 1761-1777.
Evenals zijn vader bouwde,
kocht en verkocht hij huizen,
schuren en landerijen.
4. Danker Roozemond ge
doopt Stavenisse 26 maart
1752, timmerman, overleden
Stavenisse 22 april 1805 en
begraven aldaar op 26 april.
Hij huwde I Stavenisse 6 sep
tember 1781 met Lena Hen-
drikse Eerland, gedoopt Stave
nisse 20 april 1760, overleden
aldaar 24 maart 1794. Zij was
een dochter van Hendrik Eer-
land en Jacomijntje Rokusse
Step. Hij huwde II, circa 1796,
met Neeltje Suiker, uit Duive-
land, begraven Stavenisse 10
juli 1805. Zij deed als gehuw
de vrouw belijdenis Stavenis
se 13 april 1697 en had een
broer Jacob die landbouwer
was 'onder Bruinisse'.
Danker was 1783-1788 diaken,
en 1799-1801 en 1804-1805
ouderling. Verder 1782-1795
schepen en daarna raadslid.
Hij bouwde in 1791 voor zijn
zwager Huybert van Rossem
het molenaarshuis, waarvan
de gedenksteen nog aanwezig
is. Ook bouwde hij in 1796 een
nieuwe school. Danker was le
verancier van de olie voor de
straatverlichting, pachter van
de dorpswaag gedurende een
aantal jaren, weesmeester en
loco-secretaris in 1795. Met de
agrarische sector had hij ook
bemoeienis, want hij bezat
land in de 11e, 17e en 19e ka
vel van Stavenisse, had een
paard, vier melkkoeien, jong
vee, tarwe, stro en hooi, zoals
uit de registraties in de Franse
tijd blijkt. In de meestoof was
hij mede-erfgenaam van 1/16
deel. Op de Molendijk bezat
Danker twee huizen en een
schuur, en op de Stoofdijk
eveneens een huis en een
schuur. Kennelijk is hij maar
kort ziek geweest, want op 10
april 1805 deed hij samen met
ds. Burgerhoudt op het dorp
nog huisbezoek en stierf daar
na binnen veertien dagen.
5. Louis Roozemond gebo
ren Stavenisse 2 augustus
1787, timmerman, overleden
aldaar 14 oktober 1849.
Hij huwde Stavenisse 28 au
gustus 1809 met Elisabeth
Vink, geboren Stavenisse 23
maart 1787, overleden aldaar
21 november 1846. Zij was
een dochter van Mels Vink en
Geertje Klippel.
Louis kocht in 1816 het pand
aan de Voorstraat, op de
plaats waarvan later de wo
ning Bosstraat 1 is gebouwd.
Drie geslachten Roozemond
zouden hier wonen. Maar ook
van hen geldt: 'Men kent en
vindt haar standplaats zelfs
niet meer'. Louis was van
1817 tot 1819 diaken en van
1827 tot 1829 ouderling.
6. Gerardus Marinus Rooze
mond geboren Stavenisse 4
februari 1819, timmerman,
overleden aldaar 11 juni 1893.
Hij huwde Stavenisse 11 fe
bruari 1847 met Maria van
Luijk, geboren Stavenisse (op
de hoeve Eben Haëser) 31 au
gustus 1820, overleden aldaar
11 januari 1904. Zij was een
dochter van Cornelis van Luijk
en Maria Geluk.
7. Danker Roozemond ge
boren Stavenisse 6 januari
1859, timmerman, overleden
aldaar 30 maart 1946.
Hij huwde I Stavenisse 27 no
vember 1884 met Pietertje Ha-
ge, geboren Stavenisse 10
april 1861, overleden aldaar 12
augustus 1897. Zij was een
dochter van Leendert Hage en
Tannetje van Nieuwenhuijzen.
Hij huwde II Stavenisse 23 juni
1904 met Jozina Hoek, gebo
ren Stavenisse 22 januari
1897, overleden Bergen op
Zoom 24 september 1953. Zij
was een dochter van Jan Hoek
en Soetje van Zetten.
8. Leendert Roozemond ge
boren Stavenisse 12 mei 1893,
timmerman, overleden aldaar
16 december 1965.
Hij huwde I Stavenisse 14 de
cember 1916 met Maria Hele
na Potappel, geboren Stave
nisse 29 januari 1897,
overleden aldaar 16 november
1924. Zij was een dochter van
Leendert Potappel en Wilhel-
mina Hage. Hij huwde II Stave
nisse 19 januari 1928 met Ja-
coba Pieternella Kaashoek,
geboren Sint-Maartensdijk 16
december 1906, overleden
Bergen op Zoom 24 december
1972. Zij was een dochter van
Johannes Adriaan Kaashoek
en Lucretia Jozina Kaat.
9. Leendert Willem Rooze
mond geboren Stavenisse 7
april 1922, timmerman.
Hij huwde te Eethen 4 april
1952 met Rijmpje Schop, ge
boren Klaaswaal 27 april 1928,
dochter van Cornelis Schop en
Rijmpje Tukker.
10. Leendert Roozemond
geboren Stavenisse 15 augus
tus 1959, timmerman.
Hij huwde Sint-Maartensdijk
(gem. Tholen) 9 december
1983 met Pieternella Maria
van Beveren, geboren Stave
nisse 30 juni 1958, dochter
van Pieter van Beveren en
Stoffelina Neele.
In Luthenay-Uxeloupwaar nog mensen met de naam
Rosemont zouden wonen, verwijst een bord naar het kasteel.
II i
Over de darmkwalen ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa is volop foldermateriaal voorhanden, toont contactpersoon Leny Jansen.