Crohnpatiënt kan varkensvlees en paling maar beter laten staan Het ambachtsgeslacht Roozemond Henk van Dijke legt 5000 naamgenoten vast Oorzaak van chronische darmontsteking nog altijd ongewis Op zoek naar voorouders via het gemeentearchief Tholen Donderdag 23 november 2000 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 21 „Ik ben de patiënt." Kees Jansen uit Tholen geeft de ver slaggever lachend een hand. „Ik heb de ziekte van Crohn, maar de laatste tijd kan ik van alles weer doen. Wel een beetje uitkijken met eten, op tijd medicijnen slikken en soms wat ongemakken voor lief nemen." Dieetlijst Welvaartsziekte Buikpijn en fistels Chinees eten Hogere premie Familiewapen Michigan en Iowa In de ambachtsheerlijke rekening van Stavenis- se van 1667 is de eerste vermelding te vinden van de naam Rosemont. Het betreft de oudste voorvader van het geslacht Roozemond dat nu nog in Stavenisse woont. Dat wil overigens niet zeggen dat de naam elders nooit wordt aange troffen. Zo bestaat er in de buurt van de Franse stad Nevers de ruïne van een middeleeuws kas teel dat aangeduid wordt met Chateau de Rose mont (kasteel van Rosemont). In het nabijgele gen dorp Luthenay-Uxeloup schijnen nog personen te wonen met de naam Rosemont. door D. Roozemond 333 jaar f Jansen oogt als een gelukkig mens. zoals bloed en slijm in de ontlasting, Hij mag als voorbeeld dienen voor de mensen met de ziekte van Crohn of met Colitis Ulcerosa. De landelijke Crohn en Colitis Ulcerosavereniging telt ongeveer 7000 leden. ,JDat zijn dan de mensen die hun drempelvrees hebben overwonnen. U kunt er van uitgaan dat het werkelijke aantal pa tiënten schommelt rond de 40.000", zegt Marijke de Boer. Ze is maat schappelijk werkster bij de Zeeuwse afdeling en staat elke donderdagmid dag aan de telefoon mensen te woord die om informatie vragen. De afde ling organiseert ook gespreksgroepen, en in- formatiebijeenkomsten waar artsen over de ziekte vertellen. Zeeland heeft ongeveer 250 geregi streerde leden. Daarvan wonen er zo'n 25 in Tholen. Gelet op de lande lijke cijfers mag ook dit aantal met een factor vijf tot zes worden verme nigvuldigd. De Thoolse leden en be langstellenden worden opgevangen en wegwijs gemaakt door vrijwillig ster Leny Jansen-van Deelen, echtge note van Kees. Ze weet van de hoed en de rand. Haar man is destijds ge holpen door de Dijkzigt-artsen, met een echtgenoot die bloost van ge zondheid als resultaat. Kees, 58 jaar nu, hoorde de diagnose ziekte van Crohn twintig jaar gele den. „Ik had er nog nooit van ge hoord. Goed, als kind had ik al veel buikpijn. Later ook. Soms werd het te erg en ging je naar de dokter. 'Het zullen wel wormen zijn', was de eer ste reactie. Je kreeg geen medicijnen of wat, alleen een advies. 'Geen kaas eten'." De waarheid later bleek van andere orde. De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking van de dunne of de dikke darm. De ziekte openbaart zich het vaakst tussen het 15e en 30e levensjaar. De ontsteking in het darmkanaal heeft vaak diarree tot gevolg. Kees: „Toen ik 38 was, werd het steeds erger. Soms ging ik wel twin tig keer per dag naar de wc. En nog wist ik niet wat de oorzaak was. Tot huisarts Mellema thuis kwam in ver band met de geboorte van een van mijn twee dochters. Die constateerde dat er sprake was van een abces in de buurt van de anus." Vanaf dat mo ment zit Kees Jansen in het medische circuit. „Wij naar ziekenhuis Lie- vensberg in Bergen op Zoom." Jansen was intussen aardig afgeval len. „Binnen een maand van 65 kilo naar 58 kilo. Ik maakte me zorgen." Volgens de landelijke vereniging is een van de meest voorkomende, maar vaak onuitgesproken angsten van de patiënt dat hij een kwaadaar dige aandoening heeft. Jansen: „Ik dacht dat ik kanker had." Die angst is maar gedeeltelijk gegrond, stelt de vereniging gerust. Bij langdurige en uitgebreide ontsteking van de dikke darm is de kans op het ontstaan van darmkanker slechts licht verhoogd. De artsen in Bergen op Zoom consta teerden de ziekte van Crohn. Jansen: „Een hele opluchting. Alle tekenen, wezen naar mijn gevoel op darmkan ker. Dan is het goed als je hoort dat het dat niet is." Met de stand van de kennis in die jaren (1980) zeiden de Lievensbergartsen dat Jansen er maar mee moest leren leven. „Ik kreeg een dieetlijst mee. Wit brood eten. Geen vet, geen zaden, alles zo zacht moge lijk." Ook geen varkensvlees, adviseerde Lievensberg. „Niet zo gek", vindt Marijke de Boer. „De ziekte van Crohn komt onder joden en Japan ners niet voor. Joden eten geen var kensvlees en als ze vis eten, alleen geschubde vis. Dus geen paling. Ja panners eten ook vrijwel uitsluitend geschubde vis." De landelijke vereniging houdt het er voorlopig op, dat er nog geen oor zaak voor het ontstaan van de ziekte van Crohn is gevonden. De Boer: „Wij hebben toch de indruk dat het een soort Westerse welvaartsziekte is. Mogelijk gaat het om een verkeerde eetgewoonte. Of het zijn de toevoe gingen in ons eten. Ook bewegen we te weinig. Beweging is goed voor de darmen." Het zou goed zijn als de oorzaak snel gevonden werd. Niet alleen voor pa tiënten, ook voor de samenleving. De ziekte is naar haar indruk voor de maatschappij redelijk kostbaar. „Veel patiënten zitten volledig in de wao. Het is uiteindelijk een ernstige kwaal waar je je levenlang last van blijft houden." Jansen weet inmiddels uit ervaring dat wat hij ook eet, de risico's van de supersnelle stoelgang op de loer lig gen. Voorzichtigheid is geboden. Waar de een binnen een uur tien maal naar de wc moet, laat een ander zich na dezelfde prak voldaan in de fau teuil zakken. Kees Jansen kan niet te gen paling. Ook een nieuwe haring werd hem teveel en is taboe. „Ik voelde het al toen ik die haring op had. Ik kon er als het ware op wach ten, zo snel moest ik naar de wc." Voor Jansen was het een groot aantal jaren tobben. Soms leven op astro- nautenvoedsel. Pilletjes die je wel de noodzakelijke vitamines en minera len leveren, maar waar je niet echt met mes en vork voor gaat zitten. „Het kon niet anders. Soms kreeg ik na het eten van een boterhammetje al fistels in de darm." Buikpijn en de vorming van fistels zijn de meest voorkomende klachten bij de ziekte van Crohn. Ook afvallen in gewicht, diarree en moeheid ko men veel voor. Lievensberg adviseer de Kees omstreeks 1985 zich te laten opereren en een stoma te laten aan leggen. Nee, dacht hij. Dat doe ik niet. Er moeten toch andere moge lijkheden zijn, vroeg ook zijn vrouw zich af. Leny Jansen: ,Je moet ook als patiëntje gezond verstand blijven gebruiken. Voorzie jezelf van veel in formatie. Ga naar gespreksgroepen en wees heel voorzichtig voor je je laat opereren." Beiden kozen vervolgens voor verde re behandeling in een academisch zie kenhuis. Leny Jansen: „We hoorden dat in Dijkzigt gespecialiseerde artsen rondliepen. Chirurgen die zich in die ziekte en de bestrijding ervan hadden gespecialiseerd." Cees Jansen kwam er in een andere wereld. Niets stoma. Weg astronautenvoedsel. Fistels weg halen en medicijnen ter voorkoming van nieuwe. Toch was het niet alles goud wat er blonk. Jansen was veel thuis. Ging amper de deur uit. Soms voelde hij zich beroerd. De angst voor kanker was dan wel weg, echt blij was hij niet meer. En het ging slechter. Jansen at niet meer. Nam geen drinken meer. Had een akelig gevoel in zijn buik en vertoonde op een bepaald moment zelfs uitdrogingsverschijnselen. Temg naar Rotterdam. Daar wees een scan uit dat er sprake was van een fik se darmontsteking. Dat betekende on middellijk opgenomen worden en vier weken op astronautenvoeding. Het hielp allemaal niet. Zodra Jansen een hap vloeibaar eten nam, nam de pijn in de buik enorme vormen aan. „Plotseling perforeerde de darm en kwam het vuil in de buik. Hoe zeer dat doet, dat wil je niet meemaken." De enige oplossing was opereren. Artsen haalden 40 cm darm weg. De kunstmatige uitgang waar Kees zo bang voor was, kwam er toch. „Een zuster zette een paar stippen op mijn buik en na de operatie had ik een tij delijk stoma." Dat betekende voor het gezin Jansen bijna vier maanden aanpassen. Pa was soms niet te genieten. De stoma werkte niet goed. Dat betekende te pas en te onpas verschonen. De sug gestie 'éven er met z'n allen tussen uit' werd een fiasco. Jansen: „De trek in eten was temg, alleen je mocht niks. Toch mik je pannenkoeken, je mikt friet, je mikt van alles. Ik werd zo verschrikkelijk chagrijnig. Ik had nergens plezier in." Nee, voor moeder en kinderen was er op die manier ook niet veel aan. „Ach, dacht ik, het gaat wel weer over. Het kon altijd nog er ger", vertelt zijn vrouw. De controle na de vakantie in het Dijkzigtziekenhuis gaf hoop. De dar men zagen er goed uit en als Jansen zo leefde zoals de afgelopen maan den, kon hij met de ziekte van Crohn oud worden. Maar dan wel met sto ma, was het advies. Of zonder stoma en met terugkerende fistels. Jansen, omstreeks 1996: „Ik voelde me goed en waagde de gok. Dan maar de fis tels." In april van dat jaar is bij Jansen de laatste fistel opengesneden. „Vier jaar geen last gehad. Goed gegokt", vindt hij er zelf van. Jansen weegt intussen 77 kilo. Wer ken mag hij niet meer. Dat betekent veel tijd voor vrouw en kinderen. Met roken was hij al in 1994 gestopt. „Ik wist niet dat het zo eenvoudig was", zegt de man die gemakkelijk twee tot drie pakjes shag in de week rookte. „Ik heb nicotinepleisters gebmikt. Geen centje pijn. Een van de beste dingen die ik van mijn leven heb ge daan." Jansen houdt van een glaasje op zijn tijd. „Van drinken hebben de artsen nooit iets gezegd. Het is wel af hankelijk van welke medicijnen je ge bmikt. Soms verdraag je door bepaal de medicijnen geen alcohol." Een levenswijze die voor elke Crohn patiënt van toepassing is, bestaat vol gens Leny Jansen niet. „Het is erg in dividueel. Waar de een wel tegen kan, werkt bij een ander verkeerd uit. Zo zal ik nooit peper gebruiken." Jansen kan het sterker vertellen. „Ik mag graag chinees eten. Tijdens een bezoek aan een familielid bestelde ik een bepaald gerecht. Nergens last van. Bij een ander familielid in een andere stad werd hetzelfde gerecht besteld. Binnen een kwartier was het prijs. Je proefde geen verschil aan het eten. Er zaten kennelijk wel andere ingrediënten in." Kees Jansen staat intussen vrijwel el ke ochtend weer lachend op. Rustig jes aan, op tijd medicijnen, geen stress en uitkijken met wat hij verder naar binnen werkt. Zo doet hij mee aan de fietsvierdaagse van Assen. Maakt wandelingen op Tholen en gaat zonder toiletangst op bezoek bij de kinderen, bij familie en vrienden. Het bedrijfsleven is aanzienlijk min der enthousiast over Crohnpatienten. Werkgevers staan huiverig tegenover het in dienst nemen en verzekerings maatschappijen zien ze liever gaan dan komen, is de ervaring van Leny Jansen. „Het begint al als je een ver zekering wilt afsluiten. De ziekte van Crohn is absoluut niet levensbedrei gend. Toch zijn er maatschappijen die een hogere premie eisen. Soms wor den patiënten uitgesloten van levens verzekeringen of hebben ze moeite met het geven van een hypotheek." Ook studeren kan problemen opleve ren. „Bijvoorbeeld de studiekostenfi nanciering. Je loopt het risico dat een vieijarige studie door de effecten van de ziekte van Crohn vijf jaar duurt. Maar je bent wel een lening voor vier jaar aangegaan. Daar moeten jonge mensen die gaan studeren erg alert op zijn." Jansen kan als voorbeeld dienen voor die patiënten die het om een of andere reden niet meer zien zitten. „Binnen kort gaan we vijftien dagen naar Gran Canaria. Het is dertig jaar gele den dat ik voor het laatst heb gevlo gen." Wie meent dat alle Tholenaren met de achternaam Van Dijke familie van elkaar zijn, heeft het mis. Na bijna veertig jaar familieonderzoek heeft Henk van Dijke uit Amstelveen de gegevens van vijf geslachten gepubliceerd in vier boeken. Drie daarvan zijn op Tholen en Sint-Phi- lipsland geworteld, de beide andere op Schouwen-Duiveland. De onder zoeker wil in de toekomst een familieblad gaan maken, reünies organi seren en een familievereniging oprichten. De in Bergen op Zoom geboren Van spronkelijk gebruikt door Michiel Dijke heeft inmiddels zo'n 13.000 personen in zijn bestand zitten, waar van ongeveer 5000 met de achter naam Van Dijke. Hij begon met het uitzoeken van zijn eigen geslacht, maar breidde dat middenjaren tachtig uit naar alle naamgenoten. Hoewel in Amsterdam opgegroeid, had hij altijd sterke banden met Tholen. Van Dijkes moeder komt ervandaan: Maria Jan sen, dochter van Hector Jansen en Wïllemina Baaij. „In de zomervakan tie mocht ik altijd bij mijn grootou ders logeren, die aan de Singel (later Parksingel 44) woonden. Een heus feest, want ik mocht eten zoveel ik wilde, vliegeren, zwemmen in de oes terputten, op zaterdagavond rondjes lopen om de Markt, Stoof-, Hoog- en Kerkstraat, en samen met mijn groot vader werken op het land om wat bij te verdienen", vertelt de Amstelveen- se makelaar. Minder leuk vond hij, dat hij 's zondags drie keer mee moest naar de kerk van de Gereformeerde Gemeente. Van Dijke kreeg ook vrienden in Tholen: „Onlangs heb ik loodgieter Jo van Dijk weer eens op gezocht." Van Dijkes opa van vaderskant woon de in Zierikzee, maar het voorge slacht kwam van Tholen. De oudst bekende stamvader, Jacob Jobssen, leefde in het Goesse land en vestigde zich halverwege de zeventiende eeuw op Noord-Beveland. Enkele jaren la ter vertrok hij met zijn gezin naar het opnieuw ingepolderde Sint-Philips- land. Dankzij een flinke hoeveelheid bronnenmateriaal kon de onderzoeker over het leven van deze voorvader een afzonderlijk hoofdstuk opnemen in zijn boek. Kort na 1700 verdween de familie van 'Flupland', om neer te strijken in Oud-Vossemeer. Frans Ja- cobssen van Dijck kocht er al in 1683 een huis bij het veer en werd de stam vader van heel dit geslacht. Twee na komelingen, broers, die in de tweede helft van de achttiende eeuw via Poortvliet in Scherpenisse terecht kwamen, voerden de naam Dijke, dus zonder 'van'. Van één stamt de huidi ge SGP-fractievoorzitter in de Thool se gemeenteraad af. De voormalige president-kerkvoogd van de Her vormde Gemeente Tholen, Louis van Dijke, de man van Tholens oudste in woner Martha van Dijke-Verkerke (104 jaar) en oud-commissaris van de koningin van Utrecht mr. Pieter van Dijke (zijn vader was geboren in Poortvliet) horen eveneens tot dit ge slacht. Grotere takken leven in de Wieringermeer en in Breda, een klein takje voert de achternaam Van Dijk. Henk van Dijke liet elf jaar geleden een familiewapen registreren bij het Centraal Bureau voor Genealogie in Den Haag. Dat mag door al zijn fami lieleden gevoerd worden en werd oor- Dominicus van Dijke, die in de acht tiende eeuw deken was van het boek- weitmaaldersgilde. De publicatie (die 14 generaties beschrijft) is rijk geïllu streerd met familiefoto's, advertenties en documenten. Een tweede geslacht Van Dijke waar aan een publicatie is gewijd, zijn de nakomelingen van Joannes Adriaens van Deijck - alias Jan den Herder - uit het Belgische Kalmthout. Deze ves tigde zich in Sint-Maartensdijk, hij woonde in 1687 aan de Derde Dijk. Een zoon van hem vestigde zich in Dreischor en een kleinzoon kocht de boerderij Bouwlust op Sint-Philips- land. De eerste voorganger van de Af gescheiden gemeente daar - ds. Pieter van Dijke - stamt dan ook uit deze fa milie. Evenals directeur Dim van Dij ke van Van Dijke Zeeland b.v. Een an dere 'beroemde' telg is Comelis Adriaan van Dijke uit Rotterdam (zijn vader kwam van Sint-Philipsland) die in 1924 en 1928 landskampioen werd met voetbalclub Feijenoord en in 1925 drie wedstrijden speelde in het Nederlands elftal. In deze familie zit ten ook nogal wat schippers. Beide genoemde families tellen ver der de nodige emigranten, met nage slacht in de Verenigde Staten (vooral de staten Michigan en Iowa). Henk van Dijke bezocht vier jaar geleden een aantal nazaten in de States en noemt dat een fantastische ervaring. Met hulp van Van Dykes bracht hij ook het grootste deel van deze fami lieleden in kaart. Van Marinus Jansen die rond 1620 in Poortvliet leefde, stamt weer een an dere familie Van Dijke af. Nageslacht woont op Tholen, maar ook bijvoor beeld in Ossendrecht waar een lid van deze familie veertig jaar wethouder was. Een vierde publicatie beschrijft twee geslachten op Schouwen-Duive land. In deze werken komen onder meer de Thoolse atleet Wim van Dij ke voor en de uit Sint-Annaland af komstige Mattheus Hendrik van Dij ke die is onderscheiden met het Verzetsherdenkingskruis. Een deel vijf zit nog in de pen, meldt de onder zoeker. Dit zal een aantal kleinere - deels uitgestorven - geslachten be schrijven met toch nog zo'n 800 Van Dijkes. Bij de volkstelling in 1947 werden in ons land 1166 Van Dijkes geteld, waarvan er 488 in Zeeland woonden. Onder hen 143 op Tholen en daarvan 54 in Oud-Vossemeer. Henk van Dijke heeft de meeste le vende naamgenoten van zijn publica ties in kennis gesteld en de belang stelling ervoor was groot. „In de meeste gevallen moest een tweede oplage gemaakt worden", aldus de 62-jarige genealoog die blijft zoeken naar mogelijk gezamenlijke voorou ders van alle geslachten Van Dijke. Bij degenen die in 1525 Jan de Bakker pver zijn geloof onder vroegen, wordt verder een 'Godschalk Rosemont aange troffen. Een theoloog uit Leu ven, zoals in het Martelaren- boek van Adriaen Haemstede is te lezen. En in de 'uitspan ningen' van ds. Jodocus van )-odensteyn - een bundel 'stig- telyke liederen - komen we en kele keren als zangwijze tegen: 'Rosemont waer gy vliedt', kennelijk een toentertijd be kend lied. Of in bedoeld lied met deze naam op een per soon werd geduid, dan wel of het een poëtische voorstelling is, is me ten enenmale onbe kend. In Vlissingen vestigde zich in 1755 ene Samuel Ro- senmund, afkomstig uit Basel, waarvan de nakomelingen thans nog met de naam Roze- mond - in plaats van Rooze mond - in Nederland voorko men. Nimmer is het gelukt om genoemde namen met het uit Sint-Annaland afkomstige am bachtsgeslacht Roozemond te verbinden. Tenslotte meent dr. P.J. Meertens in 'Zeeuwse Fa milienamen' dat de naam Ro- semond(t) mogelijk van de voornaam Roos (met nog en kele vervoegingen) afkomstig -is. Af en toe komen we in de Een- drachtbode berichten tegen van de beëindiging van jaren lang bestaande zaken en be drijven. Zo was op 6 juli te le zen dat slachter Slager te Scherpenisse (vierde genera tie in zijn geslacht) zijn winkel ging sluiten. En op 7 oktober vorig jaar werd gemeld dat het 135 tot 140 jaar geleden be gonnen familiebedrijf Suur- land te Scherpenisse ermee stopte en in andere handen overging. In Stavenisse bestaat echter sinds 1700 een bedrijf dat - be houdens een onderbreking van drie jaar - daar steeds van vader op zoon is overgegaan. Wanneer op 26 september 1700 Lowijs Cornelissen (Ro semont) met attestatie vanuit Sint-Annaland naar de Neder duits Gereformeerde gemeen te in Stavenisse overkomt, dan vangt het verblijf van deze ambachtsman in die plaats aan. Maar al 33 jaar daarvoor verrichtte hij, als metselaar te Sint-Annaland, werkzaamhe den voor de ambachtsheerlijk heid van Stavenisse. OrJer andere in 1667 'strijeken soo aende huijsen bij de kereke als aent huijs op den dijck'. De mogelijkheid dat Lowijs Cornelissen Rosemont de metselaar is geweest van de kapel en grafkelder (in Stave nisse) voor de te Veere op 22 april 1669 overleden am bachtsheer Jeronimus de Tuijl de Serooskercke, is niet on denkbeeldig. In het verleden verrichtte hij immers ook al werkzaamheden voor de am bachtsheerlijkheid. In 1669 schijnt Cornelis zich enige tijd in Stavenisse gevestigd te hebben, want hoewel hij op 6 april van dat jaar in Sint-Anna land ondertrouw doet, trouwt hij op 25 april met attestatie in Stavenisse. Zijn eerste kind werd echter op 24 januari 1670 in Sint-Annaland gebo ren, zodat het gezin toen on getwijfeld weer in die plaats woonde. Daarom lijkt het mij mogelijk dat hij de kapel en grafkelder heeft gemetseld. 1. Lowijs Cornelissen Rose mont geboren circa 1641 (hij was in 1667 meerderjarig, dat wil zeggen 25 jaar of ouder), metselaar, overleden Stave nisse vóór 10 december 1709 (Rechterlijk archief Zeeuwse eilanden, inv.nr. 5905 folio 77 verso), kennelijk in behoeftige omstandigheden. Hij huwde I Stavenisse 25 april 1669 (ondertrouw Sint-Anna land 6 april 1669) met Maeij- I De restanten van het Chateau de Rosemont in de buurt van Nevers. ken Crijns (van Zierveld), ge boren Sint-Annaland, overle den tussen 1689 en 1697. Hij huwde II Stavenisse 4 augus tus 1697 met Jannetje Corne lis Moerland, weduwe van Ja cob van Rossum (Uit dit tweede huwelijk geen kinde ren). 2. Danker Lowijsse Rose mont geboren Sint-Annaland 8 augustus 1689, deed belijde nis Stavenisse 15 april 1713, metselaar, overleden Stave nisse 13 september 1734 en begraven aldaar op 16 sep tember. Hij huwde I Stavenisse (onder trouw 14 april 1713) met Leun- tjen Izaak van Dijcke, gedoopt Sint-Annaland 28 december 1689, overleden Stavenisse 8 augustus 1718, begraven al daar op 10 augustus. Hij huw de II Stavenisse 3 mei 1719 (ondertrouw 13 april 1719) met Jannetje Paulusse Step, gedoopt Stavenisse 19 okto ber 1692, overleden aldaar 16 februari 1778 (begraven op 19 februari). Zij was een dochter van Paulus Marinusse Step en Jacomijntje Rokus Apostel. Danker Lowijsse Rosemont ging het kennelijk maatschap pelijk weer wat beter dan zijn in armoedige omstandighe den gestorven vader. Dit blijkt uit de dorps- en diaconiereke ningen. Samen met de tim- merman Jan van Sorge - en later met Engel Geertse Pover, eveneens timmerman - bouw de en kocht en verkocht hij huizen en schuren. Op 21 ok tober 1733 lag Danker ziek op bed en ontbood de schepenen om zijn testament te laten ma ken. Als zijn weduwe Jannetje Step hertrouwt dan laat ze, ge assisteerd door haar broer Marinus, voor schepenen vastleggen dat ze haar zoon Lowijs Dankerze Rosemont zal onderhouden en een 'ambagt laten leren en wel Expresselijk een timmermans'. Tenslotte meldt de gerechtsrol van Sta venisse dat Danker op 13 au gustus 1733 beboet is wegens lastering van ds. Adrianus Broekman. In de kerkenraads- notulen wordt hierover met geen woord gerept. 3. Lowijs Rosemond ge doopt Stavenisse 12 januari 1721, deed aldaar belijdenis 17 maart 1742, vertrok in 1746 naar Sint-Annaland en keerde drie jaar later terug, overleden Stavenisse 10 september 1777 en aldaar begraven op 13 sep tember. Hij huwde I Sint-Annaland 8 juli 1746 (ondertrouw Stave nisse 18 juni 1746) met Teun- tjen Isaksen Boer, gedoopt Stavenisse 4 augustus 1720, begraven aldaar 8 juni 1748. Dit huwelijk bleef kinderloos. Hij huwde II Stavenisse 11 ok tober 1748 met Maria Corne- lisse van Sorgen, gedoopt Sta venisse 30 december 1714, begraven aldaar 1 februari 1751. Hij huwde III Stavenisse 17 juni 1751 met Maatje Izaks Priem, gedoopt Sint-Maar tensdijk 9 mei 1723, overleden aldaar 30 maart 1791. Zij was een dochter van Izak Jacobse Priem en Sara Cornelisse Ha- ge. Van beroep was Lowijs tim merman. Hij was tevens jaren lang pachter van de dorps- waag, bezat 14 gemeten en 261 roeden grond op 'den Troost' alsmede 5 gemeten en 128 roeden in de 19e cavel van Stavenisse, en een moestuin in de 17e cavel. Verder was hij gezworene van de polder Sta venisse, in 1749 diaken, ou derling in 1766, van 1769 tot 1771 en van 1775 tot zijn over lijden. Lowijs was schepen van Stavenisse 1761-1777. Evenals zijn vader bouwde, kocht en verkocht hij huizen, schuren en landerijen. 4. Danker Roozemond ge doopt Stavenisse 26 maart 1752, timmerman, overleden Stavenisse 22 april 1805 en begraven aldaar op 26 april. Hij huwde I Stavenisse 6 sep tember 1781 met Lena Hen- drikse Eerland, gedoopt Stave nisse 20 april 1760, overleden aldaar 24 maart 1794. Zij was een dochter van Hendrik Eer- land en Jacomijntje Rokusse Step. Hij huwde II, circa 1796, met Neeltje Suiker, uit Duive- land, begraven Stavenisse 10 juli 1805. Zij deed als gehuw de vrouw belijdenis Stavenis se 13 april 1697 en had een broer Jacob die landbouwer was 'onder Bruinisse'. Danker was 1783-1788 diaken, en 1799-1801 en 1804-1805 ouderling. Verder 1782-1795 schepen en daarna raadslid. Hij bouwde in 1791 voor zijn zwager Huybert van Rossem het molenaarshuis, waarvan de gedenksteen nog aanwezig is. Ook bouwde hij in 1796 een nieuwe school. Danker was le verancier van de olie voor de straatverlichting, pachter van de dorpswaag gedurende een aantal jaren, weesmeester en loco-secretaris in 1795. Met de agrarische sector had hij ook bemoeienis, want hij bezat land in de 11e, 17e en 19e ka vel van Stavenisse, had een paard, vier melkkoeien, jong vee, tarwe, stro en hooi, zoals uit de registraties in de Franse tijd blijkt. In de meestoof was hij mede-erfgenaam van 1/16 deel. Op de Molendijk bezat Danker twee huizen en een schuur, en op de Stoofdijk eveneens een huis en een schuur. Kennelijk is hij maar kort ziek geweest, want op 10 april 1805 deed hij samen met ds. Burgerhoudt op het dorp nog huisbezoek en stierf daar na binnen veertien dagen. 5. Louis Roozemond gebo ren Stavenisse 2 augustus 1787, timmerman, overleden aldaar 14 oktober 1849. Hij huwde Stavenisse 28 au gustus 1809 met Elisabeth Vink, geboren Stavenisse 23 maart 1787, overleden aldaar 21 november 1846. Zij was een dochter van Mels Vink en Geertje Klippel. Louis kocht in 1816 het pand aan de Voorstraat, op de plaats waarvan later de wo ning Bosstraat 1 is gebouwd. Drie geslachten Roozemond zouden hier wonen. Maar ook van hen geldt: 'Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer'. Louis was van 1817 tot 1819 diaken en van 1827 tot 1829 ouderling. 6. Gerardus Marinus Rooze mond geboren Stavenisse 4 februari 1819, timmerman, overleden aldaar 11 juni 1893. Hij huwde Stavenisse 11 fe bruari 1847 met Maria van Luijk, geboren Stavenisse (op de hoeve Eben Haëser) 31 au gustus 1820, overleden aldaar 11 januari 1904. Zij was een dochter van Cornelis van Luijk en Maria Geluk. 7. Danker Roozemond ge boren Stavenisse 6 januari 1859, timmerman, overleden aldaar 30 maart 1946. Hij huwde I Stavenisse 27 no vember 1884 met Pietertje Ha- ge, geboren Stavenisse 10 april 1861, overleden aldaar 12 augustus 1897. Zij was een dochter van Leendert Hage en Tannetje van Nieuwenhuijzen. Hij huwde II Stavenisse 23 juni 1904 met Jozina Hoek, gebo ren Stavenisse 22 januari 1897, overleden Bergen op Zoom 24 september 1953. Zij was een dochter van Jan Hoek en Soetje van Zetten. 8. Leendert Roozemond ge boren Stavenisse 12 mei 1893, timmerman, overleden aldaar 16 december 1965. Hij huwde I Stavenisse 14 de cember 1916 met Maria Hele na Potappel, geboren Stave nisse 29 januari 1897, overleden aldaar 16 november 1924. Zij was een dochter van Leendert Potappel en Wilhel- mina Hage. Hij huwde II Stave nisse 19 januari 1928 met Ja- coba Pieternella Kaashoek, geboren Sint-Maartensdijk 16 december 1906, overleden Bergen op Zoom 24 december 1972. Zij was een dochter van Johannes Adriaan Kaashoek en Lucretia Jozina Kaat. 9. Leendert Willem Rooze mond geboren Stavenisse 7 april 1922, timmerman. Hij huwde te Eethen 4 april 1952 met Rijmpje Schop, ge boren Klaaswaal 27 april 1928, dochter van Cornelis Schop en Rijmpje Tukker. 10. Leendert Roozemond geboren Stavenisse 15 augus tus 1959, timmerman. Hij huwde Sint-Maartensdijk (gem. Tholen) 9 december 1983 met Pieternella Maria van Beveren, geboren Stave nisse 30 juni 1958, dochter van Pieter van Beveren en Stoffelina Neele. In Luthenay-Uxeloupwaar nog mensen met de naam Rosemont zouden wonen, verwijst een bord naar het kasteel. II i Over de darmkwalen ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa is volop foldermateriaal voorhanden, toont contactpersoon Leny Jansen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2000 | | pagina 21