Duiker goed alternatief voor brug *34 V Proef flexibel waterpeil op Walcheren Strooiroutes winterseizoen 2000/2001 beschikbaar Rectificatie gemeente Tholen VERGADERING COMMISSIE MIDDELEN Vergaderingen algemeen bestuur De stand van zaken in waterschap Zeeuwse Eilanden Openstelling over twee weken Informatiebijeenkomst Wie doet wat iiit Welke wegen Markt 1-5 Sint Maartensdijk telefoon: 0166-668200/telefax: 0166-663553/e-mail: fba@tholen.nl DINSDAG 14 NOVEMBER: Op dinsdag 14 november a.s. komt de commissie Middelen om 19.30 uur voor een ver gadering bijeen in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk. Deze vergadering is openbaar. Elke belangstellende is van harte welkom en kan voorafgaand aan elk agendapunt gebruik maken van het interactieve spreekrecht. De agenda met bijbehorende voorstellen ligt voor elke belangstellende van maandag tot en met vrijdag tijdens de openingsuren van het gemeentehuis ter inzage in de publieke lees- ruimte, alsmede in de openbare bibliotheken van Tholen, Sint-Annaland en Sint-Maartens dijk. Op de agenda staan onder meer de volgende onderwerpen: - Ingekomen stukken en mededelingen: Besluit van burgemeester en wethouders om de Zalmsnip niet te verstrekken aan studenten/ kamerbewoners; Besluit van burgemeester en wethouders om de controle hondenbelasting te ver schuiven naar het tweede halfjaar 2001. - Bespreking Bestuursrapportage per 1 oktober 2000 Drie keer per jaar verschijnt er een zogenaamde Bestuursrapportgage (Berap). Deze rap portage bevat tussentijdse informatie voor de gemeenteraad over de van belang zijnde af wijkingen/aanpassingen in de voor het begrotingsjaar 2000 geplande prestaties van de or ganisatie in termen van geleverde output, gebruikt budget, enzovoorts. De commissie wordt thans advies gevraagd omtrent de tweede Berap van het begrotings jaar 2000. - Advies inzake een kredietvotering van f 100.000.- voor het maken van een In- formatie- en Automatiseringsplan. In de meerjarenraming voor 2000 is een bedrag van 75.000,- opgenomen voor de ontwik keling met behulp van een,extern adviseur van een Informatie- en Automatiseringsplan. Zo'n plan is nodig om het beleid op dit gebied voor de komende jaren vast te stellen, zodat zaken beter en planmatiger kunnen worden aangepakt en gestuurd. Gewenste en huidige situatie informatie- en automatiseringsgebied In de ideale situatie is de gemeentelijk informatievoorziening zodanig ingericht dat de ge gevens die de budgethouders nodig hebben voor het tot stand komen van de producten snel en gemakkelijk beschikbaar kunnen krijgen. Deze gegevens moeten dan een goede basis vormen voor het snel en efficiënt beschikbaar hebben van de management- en be stuursinformatie die nodig is voor bijvoorbeeld managementteam, College en gemeente raad. Die ideale situatie is in Tholen (en nog zeer vele andere gemeenten) nog lang niet bereikt. De huidige inrichting van de informatievoorziening voorziet vaak nog niet in verstrekking van de juiste informatie op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Om de situatie in de komende jaren te verbeteren en richting de gewenste (ideale) situatie te draaien is het hard nodig bij het kiezen van informatiesystemen er voor te zorgen dat een goede afstemming plaatsvindt met andere organisatie-onderdelen. Er zal steeds meer rond gegevensverzame lingen dienen te worden georganiseerd en geautomatiseerd. Hiermee kan meervoudige op slag van gegevens worden teruggedrongen, waardoor ook de bijhouding eenvoudiger en efficiënter zal worden. Alleen op die manier kan worden gekomen tot een gewenste geïnte greerde automatiseringsomgeving. De hiervoor geschetste ontwikkelingen maken het noodzakelijk over een plan te beschikken op het gebied van de gemeentelijke informatievoorziening met als afgeleide daarvan auto matisering. Dit plan moet op strategisch, tactisch en operationeel niveau een kader schep pen waarbinnen de komende jaren verantwoorde keuzes kunnen worden gemaakt door ma nagement en bestuur. Het zal ook middelen moeten aangegeven die nodig zijn binnen de planperiode (ca. 5 jaar voor de Informatie en ca.3 jaar voor de Automatisering) om het plan te kunnen uitvoeren. Het plan zal ook op regelmatige (jaarlijks) basis moeten worden bijge steld. Externe hulp bii opstellen I en A-plan Bij de totstandkoming van een volwaardig bruikbaar I en A-plan is uiteraard de gehele or ganisatie en het bestuur nauw betrokken. Dit vraagt veel extra inzet van mensen op diverse niveaus om de noodzakelijke informatie voor het samenstellen van het I en A-plan te kun nen leveren. Inhuren van een gespecialiseerd extern bureau/adviseur is naar de mening van burgemeester en wethouders zeer gewenst. Het gaat namelijk om een complex en voor de toekomstige bedrijfsvoering zeer belangrijk project, waarbij de hulp van een deskundige ex terne adviseur niet gemist kan worden. Ook is het van essentieel belang dat er voldoende draagvlak wordt gecreëerd op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau. Op basis van een aantal overwegingen (o.a het creëren van draagvlak in de organisatie en bij de politiek) hebben burgemeester en wethouders een keuze gemaakt voor een bedrijf. Met het opstellen van het gewenste informatie- en automatiseringsplan is een bedrag ge moeid van 100.000,-. Met betrekking tot het beschikbaarstellen van het benodigde krediet wordt de commissie om advies gevraagd - Advies inzake de vaststelling van de tarieven onroerende-zaakbelastingen per 1 januari 2001 De onroerende-zaakbelastingen zijn verreweg de belangrijkste gemeentelijke belastingen. De opbrengst behoort tot de algemene dekkingsmiddelen en mag vrij worden besteed. Zowel het gebruik als het eigendom van onroerende zaken wordt belast. De tarieven wor den uitgedrukt in guldens per 5.000,- economische waarde van de onroerende zaken. De gemeenten zijn geheel vrij (rekening houdend met een kleine beperking) om de tarieven vast te stellen. Met ingang van 1997 is de Gemeentewet zodanig gewijzigd dat voor woningen een ander tarief mag worden vastgesteld dan voor niet-woningen. De achtergrond voor de mogelijk heid van tariefdifferentiatie was het verschil in waarde-ontwikkeling van woningen en niet- woningen. Door voor woningen een lager tarief vast te stellen kon dit verschil in waar- deontwikkeling (gedeeltelijk) worden gecompenseerd. Ook werd indertijd aangegeven dat het instrument van tariefdifferentiatie zo gebruikt kan worden dat het tarief voor woningen hoger is dan voor niet-woningen, bijvoorbeeld ter stimulering van de economische bedrij vigheid. In 2000 passen 179 gemeenten (33% van het totaal aantal gemeenten) tariefdiffe rentiatie toe. De afgelopen jaren is de waarde van woningen sneller blijven toenemen dan die van niet- woningen. Willen gemeenten de gevolgen van de nieuwe taxatieronde (WOZ-taxatie naar waardepeildatum 1 januari 1999, geldend voor de belastingjaren 2001 tot en met 2004) op nieuw in hun belastingheffing compenseren, dan is er een wetswijziging nodig die voorziet in verruiming van de 20%-limiet. Aanvankelijk leek een verhoging tot 40% een oplossing, tot bleek dat ook dit voor veel gemeenten onvoldoende was. Gekozen is daarom voor maat werk per gemeente: de in 2000 feitelijk toegepaste tariefdifferentiatie wordt voor de periode 2001 - 2004 aangepast voor het verschil in de lokale waarde-ontwikkeling tussen woningen en niet-woningen. Een en ander betekent, zowel voor gemeenten die al tariefdifferentiatie toepasten als voor gemeenten die met ingang van 2001 voornemens zijn dit te gaan doen, dat het aandeel in de opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen van woningen en niet- woningen wordt (dus voor het komende woz-tijdvak) bevroren op het peil in 2000. Het is gemeenten, zoals dat ook thans het geval is, uiteraard toegestaan minder of in het geheel niet te differentiëren. Inmiddels zijn in de gemeente in het kader van de Wet WOZ bijna alle werkzaamheden uit gevoerd voor wat betreft het herwaarderingstraject ten behoeve van het '2e WOZ-tijdvak'. Het '2e WOZ-tijdvak' begint op 1 januari 2001 en loopt tot en met 31 december 2004. De waarde wordt bepaald op het niveau op en rond de (waarde)peildatum 1 januari 1999. De waarde van een object wordt vastgesteld door middel van een beschikking welke dient te worden genomen binnen acht weken na het begin van het tijdvak. Dit betekent dat de daar toe door het college aangewezen ambtenaar in week 7 of 8 van februari 2001 ongeveer 10.000 beschikkingen af zal geven. Het totaalresultaat van de taxaties laat zien dat er in deze (betrekkelijk) korte periode sprake is geweest van een aanzienlijke stijging van de waarde van de onroerende zaken. Dit laatste is uiteraard geen verrassing. De stijging van de waarde van het onroerend goed is een on derwerp hetgeen de laatste jaren ruim aandacht krijgt bemeten in de verschillende media. De stijging van de waarde van de onroerende zaken binnen de gemeente Tholen geduren de de periode 1 januari 1995 - 1 januari 1999 bedraagt ongeveer 32%. De gemiddelde stij ging van de woningen bedraagt 36%. Bij de niet-woningen bedraagt dit percentage 19. Berekening definitieve tarieven en mogelijkheden voor tariefdifferentiatie De herwaardering in het kader van de Wet WOZ heeft geresulteerd in een economische waarde van de onroerende zaken van in totaal 2.450.000.000,-. Op deze totale waarde dient, alvorens men het aantal heffingseenheden voor de onroerende-zaakbelastingen be rekent, een aantal correcties te worden aangebracht. Zo wordt per perceel alleen rekening gehouden met iedere volle 5000,- waarde (één heffingseenheid). Tevens dient rekening te worden gehouden met nog een aantal andere correctiefactoren. Een en ander resulteert in een getaxeerde waarde voor de heffing van onroerende-zaakbelastingen van 2.397.000.000,-. Berekening tarieven OZB 2001 wanneer geen tariefdifferentiatie wordt toegepast Het netto bedrag van 2.397.000.000,- resulteert ten behoeve van de heffing van de onroe rende-zaakbelastingen in een aantal heffingseenheden van afgerond 479.000. De opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen is in de begroting 2001 (na wijziging) ge raamd op een bedrag van 3.932.700,-. Deze raming is inclusief de tariefsverhoging van 2% waartoe inmiddels door de raad in zijn vergadering van 30 oktober jongstleden is besloten. Aan de hand van bovenstaande gegevens kunnen de tarieven 2001 als volgt worden bere kend: Men deelt de te behalen opbrengst door het aantal heffingseenheden. Men verkrijgt dan het benodigde tarief van f 8.28 per heffingseenheid van 5000",-. In artikel 220g van de Ge meentewet is bepaald dat het tarief voor de eigenarenbelasting niet uitgaat boven 125% van het tarief voor de gebruikersbelasting. Bij hantering van deze (maximale) verhouding komt van het tarief van f 8.28 ten laste van de eigenaar 5/9 deel of f 4.60 en ten laste van de fei telijk gebruiker 4/9 deel of f 3.68 per heffingseenheid. Samenvattend: Indien geen tariefdifferentiatie wordt toegepast kunnen de tarieven onroe rende-zaakbelastingen met ingang van 1 januari 2001 als volgt worden vastgesteld Eigenaar Gebruiker Totaal Tarieven OZB 2000 5,85 4,68 10,53 Tarieven OZB 2001 wanneer geen tariefdifferentiatie wordt toegepast 4,60 3,68 8,28 Berekening tarieven OZB 2001 bii toepassing van tariefdifferentiatie In de aanhef van dit artikel is reeds vermeld dat er een wetsvoorstel aanhangig is hetgeen wat betreft de tariefdifferentiatie maatwerk per gemeente mogelijk maakt. De huidige (uni forme) regeling van een maximale differentiatie van 20% komt te vervallen en wordt ver vangen door een regeling waarbij de grens van de tariefdifferentiatie per gemeente wordt bepaald. Hiervoor is in het wetsvoorstel een rekenregel opgenomen waarmee iedere indi viduele gemeente het nieuwe plafond in de tariefdifferentiatie, het tijdvakpercentage ge naamd, kan berekenen. Het wetsvoorstel komt er op neer dat voor 2001 maatgevend is de opbrengstverhouding in 2000 tussen de woningen en de niet-woningen. Essentieel bij de toepassing van tariefdifferentiatie in de OZB is de bepaling welke objecten in de categorie woningen en welke objecten in de categorie niet-woningen vallen. De de finitie valt samen met die welke gehanteerd wordt voor de bepaling van de belastingcapa citeit ten behoeve van de berekening van de Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. De Gemeentewet zegt over het begrip woningen het volgende: „Voor de toepassing van deze paragraaf dient een onroerende zaak in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden". Het begrip „in hoofdzaak" betekent dat een onroerende zaak tot de categorie woningen be hoort, wanneer minimaal 70% van de waarde Van die onroerende zaak dient tot woning dan wel volledig dienstbaar is aan woondoeleinden. Onroerende zaken waar dit niet het geval is vallen dus automatisch in de categorie niet-woningen. Binnen de categorie niet-woningen vallen dus zeer diverse objecten. Van een fabriekscomplex tot bejaardentehuis en van bibli otheek tot een boerderij of een woon-winkelpand. De mate waarin de gemeente Tholen met ingang van 2001 zou mogen differentiëren heb ben burgemeester en wethouders overeenkomstig de in behandeling zijnde wijziging van de Gemeentewet berekend op 114 (tijdvakpercentage). Samenvattend: Indien geen tariefdifferentiatie of juist wel tariefdifferentiatie wordt toege past kunnen de tarieven onroerende-zaakbelastingen met ingang van 1 januari 2001 als volgt worden vastgesteld Eigenaar Gebruiker Totaal Tarieven OZB 2000 5,85 4,68 10,53 Tarieven OZB 2001 wanneer geen tariefdifferentiatie wordt toegepast 4,60 3,68 8,28 Tarieven OZB 2001 wanneer tariefdifferentiatie wordt toegepast: Tarieven woninqen f 4,45 f 3,56 f 8,01 Tarieven niet-woningen 5,05 4,04 9,09 Wel of geen toepassing van tariefdifferentiatie. Het wetsvoorstel inzake de tariefdifferentiatie heeft tot doel grote verschuivingen in de las tendruk als gevolg van de verschillen in waarde-ontwikkeling tegen te gaan. Wanneer er geen tariefdifferentiatie wordt ingevoerd betekent het dat de eigenaren en/of gebruikers van de categorie woningen met ingang van 2001, in vergelijking met het jaar 2000, een gro ter deel van de totale opbrengst van de onroerende-zaakbelastingen voor hun rekening krijgen. Gezien echter de waarde-ontwikkeling binnen onze gemeente en het daarop gebaseerde tijdvakpercentage concluderen burgemeester en wethouders dat de verschuiving in bejas- tingdruk meevalt. Het college concludeert dat het aanbeveling verdient de tariefdifferentiatie in te voeren. Door middel hiervan worden de werkelijk te betalen onroerende-zaakbelastingen in 2001 voor de categorie woningen nagenoeg gelijk gehouden aan het niveau van 2000. De be perkte stijging van de te betalen onroerende-zaakbelastingen voor de categorie niet-wonin gen vinden burgemeester en wethouders aanvaardbaar. De toepassing van tariefdifferentiatie bewerkstelligt dat de verhouding in opbrengst tussen woningen en niet woningen blijft gehandhaafd op het niveau van het jaar 2000. Indien geen tariefdifferentiatie wordt toegepast betekent het dat er een verschuiving in de opbrengst verhoudingen plaatsvindt van niet-woningen naar woningen. Deze verschuiving kan wor den berekend op een bedrag van 90.000,- (109.200 heffingseenheden x 9,09 - 8,28). Gevolgen voor de belastingbetaler In het vorenstaande is voor wat betreft de onroerende-zaakbelastingen, in het kader van de mogelijkheden van tariefdifferentiatie, al aandacht geschonken aan de consequenties welke de uitkomst van de hertaxatie heeft voor de belastingplichtigen binnen onze gemeente. Er zijn echter ook nog consequenties voor de belastingheffing door de andere overheden, waarmee dan bedoeld wordt de heffing van de omslag gebouwd door het waterschap en het huurwaardeforfait door de Belastingdienst. Burgemeester en wethouders vragen de commissie advies uitte brengen omtrent het Voor nemen om de raad in zijn vergadering van 27 november aanstaande voor te stellen voor wat betreft de onroerende-zaakbelastingen over te gaan tot de invoering van tariefdifferen tiatie, waarbij de tarieven voor woningen worden vastgesteld op 8,01 en voor niet-wonin gen op 9,09. aterstand Drie hoofdtaken heeft het waterschap. We noemen ze nog maar even: zorg voor ster- "ke dijken en duinen, goed begaanbare en veilige polderwegen én een juist waterpeil, dat van goede kwaliteit is. Een aardig voorbeeld van een kleinschalig project waarin alle drie de taken een rol spelen is de vervanging van de brug op de Kokuits- weg bij Kattendijke op Zuid-Beveland. Deze polderweg kruist op een gegeven moment een primaire waterloop die het overtollige water van het oostelijke deel van de Wilhelminapolder en het gebied rond Kattendijke afvoert en via het polder gemaal P.J.J. Dekker loost op de Ooster- schelde. Daarna gaat de weg verder over de waterkering. De kruising bestond uit een brug, die in dermate slechte staat ver keerde dat slopen en geheel vernieuwen de beste optie was. Een kostbare aangele genheid, temeer omdat er op die plaats eigenlijk geen brug nodig is. Een grote duiker onder de weg zou ook volstaan om het water af te voeren. De enige belem mering vormde nog het feit, dat het hier om een wegkruising met een primaire watergang ging. Volgens onze eigen Keur waterbeheer moet er in zo'n situatie een brug komen. Voor een andere constructie is toestemming van het waterschapsbe stuur nodig, dat van oordeel was in dit geval geen bezwaar tegen een duiker te hebben. Inmiddels is het karwei bijna gereed. De grote betonnen koker van 2.20 m breed, 2 meter hoog en 18 meter lang ligt op zijn plaats. Uitgerekend is, dat die maten vol doende zijn om het polderwater af te voe ren. De wegbermen zijn aangevuld en aan beide kanten met 2.60 meter verbreed, zodat ook die aan de recente veiligheids normen voldoen. Boven de waterlijn zijn aan weerszijden van de koker twee eco- duikers aangelegd, buizen met een diame ter van 60 cm, zodat kleine zoogdieren als muizen en egels ook de oversteek kunnen maken. Dit laatste is gedaan, omdat het gebied onderdeel van een ecologische verbindingszone Is. Dieren waarvan we niet willen dat ze zich verspreiden zijn muskusratten. Deze kunnen grote schade aan slootkanten aanrichten door hun graaf- zuchtig gedrag. Om hen te misleiden is er een zogenaamde nepduiker aangelegd, voorzien van een klem. Binnenkort wordt de wegkruising met klinkers bestraat. Asfaltering ervan zal volgend jaar gebeu ren. Naar verwachting kan het verkeer over twee weken weer van de weg gebruik maken. Met het project is een bedrag van ongeveer 220.000,gemoeid, wat ruim een ton minder is dan wanneer er een brug gebouwd zou zijn. Waterschap Zeeuwse Eilanden gaat in de lage peiigebieden op Walcheren een proef met flexibel peilbeheer toepassen. Dit gebeurt zodra het gebied daarvoor is inge richt. In het peiibesluit voor Walcheren, dat in 1994 is vastgelegd, worden de zomer- en winterstreefpeilen voor deze gebieden ten opzichte van het oude besluit verlaagd. Dit peiibesluit is destijds genomen voor een betere waterbeheer sing en maakt deel uit van het landinrich tingsproject. De vastgestelde verlaging brengt een klein risico van eventuele zet ting aan gebouwen en wegen met zich mee. Vandaar dat het waterschap behoed zaam met de peliverlagingen omgaat; in dit geval door flexibel peilbeheer. Een bij komend voordeel is dat in de zomer de kans op verdroging van landbouw en natuur verder wordt tegengegaan. Op woensdag 22 november houdt water schap Zeeuwse Eilanden een inloopbijeen komst voor geïnteresseerden. In het dorpshuis 'Ons Huis' in Meliskerke kunnen belangstellenden tussen 15.00 en 17.30 uur en tussen 19.00 en 21.00 uur terecht met hun vragen. Om 15.30 uur en om 19.30 uur wordt er een inleiding gegeven over het onderwerp. De inspraakperiode begint op 20 novem ber en loopt tot 18 december. Het plan ligt gedurende die vier weken ter Inzage op de gemeentehulzen van Middelburg, Vlissingen en Veere, op het hoofdkantoor van waterschap Zeeuwse Eilanden (Piet Heinstraat 77) in Goes en op het districts kantoor Walcheren/Noord-Beveland (Baayenhovenseweg 4a) in Grljpskerke. iedereen kan in die periode schriftelijk op het plan reageren. Foto's Rudy Visser dinsdag 28 november 2000 commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken, aanvang 19.30 uur commissie Waterkeringen/Wegen, aanvang 19.30 uur commissie Waterbeheer, aanvang 17.00 uur woensdag 29 november 2000 commissie Middelen, aanvang 19.30 uur maandag 11 december 2000 vergadering van de algemene vergadering vhnvang 19.30 uur; op de agenda staan onder meer: begroting 2001 tarieven waterschapsbelastingen 2001 raamplan project waterbeheersing Schouwen-West verkoop woningen Prommelsluis Alle bijeenkomsten zijn voor het publiek toegankelijk en worden gehouden in het waterschapskantoor in Goes, Piet Heinstraat 77. Om het verkeer op de waterschapswegen ook tijdens gladheid in goede banen te lei den heeft het waterschap een uitvoerings plan gladheidbestrijding opgesteld. In dit plan staat precies aangegeven waar er wordt gestrooid en door wie. Want het waterschap is niet de enige wegbeheerder in Zeeland. Ook provincie Zeeland, gemeenten en het Rijk beheren een groot aantal kilometers. En om efficiënt te kun nen werken hebben alle wegbeheerders goede afspraken met elkaar gemaakt. Het Rijk en de provincie strooien hun eigen wegen en eventueel de fietspaden die erbij horen al voordat het glad zou kunnen wor den. Het waterschap heeft een andere werkwijze. Als uit de weersverwachting blijkt dat er gladheid kan ontstaan, dan inspecteert het waterschapspersoneel 's morgens vroeg de wegen. Alleen wanneer het werkelijk glad is, komen de strooiwa gens van het waterschap in actie. De plat telandswegen voor doorgaand verkeer, openbaar vervoer en vervoer van gevaarlij ke stoffen komen het eerst aan de beurt zodat die tussen 07.00 en 22.00 uur goed begaanbaar zijn. Voor de belangrijke fiets routes en minder belangrijke wegen die in het strooiprogramma zijn opgenomen, is dit tussen 07.00 en 20.00 uur. Ook op De vergadering van de gebiedscommissie Tholen is op 4 december in E>e Wimpel op Sint Philipsland en begint om 19.30 uur. De eerder aangekondigde vergadering van 30 november in Sint Anrialand komt hiermee te vervallen. hevige sneeuwval is het waterschap voor bereid. In dat geval gaan de sneeuwploe gen op pad zodat wegen naar woningen en bedrijven in het buitengebied begaan baar blijven. Het waterschap beheert zo'n 2200 kilome ter polderwegen buiten de bebouwde kom. U zult begrijpen dat het onmogelijk is om alle polderwegen te strooien. De kos ten zouden onacceptabel hoog zijn, nog los van het feit dat het milieu een enorme zoutbelasting zou krijgen. Daarom is ervoor gekozen de belangrijkste doorgaan de wegen en fietsroutes in het strooipro gramma op te nemen. Als u wilt weten of de waterschapswegen bij u in de buurt gestrooid worden, kunt u contact opne men met het bedrijfsbureau Wegen van het waterschap, telefoon (0113)241000. U kunt een kaart aanvragen waarop alle strooiroutes in het gebied waar u woont zijn aangegeven. Heeft u vragen over de gladheidbestrij ding, dan kunt u bellen met het districts hoofd van de sector Wegen van het gebied waar u woont. Voor Schouwen-Duiveland en Tholen is dit de heer H.A. Dalebout, voor Walcheren en Noord-Beveland de heer T. van Pul en voor Zuid-Beveiand de heer J.M. Quist. Zij zijn allen bereikbaar op telefoonnummer (0113)241000 of stuur een e-mail naar info@wze.nl. Waterstand is de informatierubriek van waterschap Zeeuwse Eilanden. Elke maand kunt u deze rubriek in dit blad vinden. Voor vragen over de beschreven onderwerpen kunt u terecht bij afdeling Communicatie: Mariette van Gorkum (eindred.) (0113-241209) of Sandra Minneboo (0113-241422). e-mail: communicatie@wze.nl Waterschap Zeeuwse Eilanden Hoofdkantoor Postbus 114, 4460 AC Goes Piet Heinstraat 77, 4461 GL Goes telefoon (0113)241000 telefax (0113)227528

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2000 | | pagina 11