Mantelzorgers op Tholen laten
van zich horen in Sint-Annaland
lil
Thoolse ouderen hebben maar
weinig hobby's buiten de deur
Bomvolle zaal voor bijbelverhalen
in modern jasje van Simon en Zo j
Praet Zêêuws mit je
kinders in kleinkinders
'Het zorgen voor mijn pa,
leerde me leven bij de dag'
'Ze zijn onzichtbaar en staan niet vaak op de voorgrond'
Van de blinde Bartimeüs tot een barmhartige baviaan
Ruim helft gebruikers is tevreden over openbaar vervoer
Donderdag 2 november 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
9*
Tannie den Engelsman mantelzorger
4
'Waarem nisje'
Scholenproject
Graag gedaan
Theoloog Deurloo krijgt psalmen in dialect
De gemiddelde 65-plusser op Tholen heeft niet veel be
zigheden buiten de deur. Meer dan driekwart van de ou
deren maakt geen gebruik van recreatieve voorzieningen
als clubs, sozen, ouderenbonden of kerkelijke activitei
ten. Ook muziek of sport worden niet vaak beoefend.
Dat blijkt uit het gemeentelijke onderzoek naar de leef
baarheid voor 65-plussers op Tholen.
Niet leuk
Meer bussen en haltes
De voorstelling van Simon en Zo die zaterdag in Meul-
vliet werd georganiseerd, is een groot succes geworden.
De feestzaal van het gemeenschapscentrum zat bomvol
kinderen en ouders die luisterden, maar vooral ook mee
deden met Simon en zusje Zo. Bijbelverhalen in een ver
rassend nieuw jasje.
Als je voor een ander zorgt...Iaat van je horen. Met die oproep wordt op
vrijdag 10 november vanaf half twee in De Wellevaete in Sint-Annaland
de dag van de mantelzorg gehouden. Het is de eerste keer dat deze dag
op Tholen plaatsvindt. Bedoeld voor mensen die zich inzetten voor hun
naaste; gehandicapt, ouder of chronisch ziek. Dat gebeurt belangeloos
en anoniem. Het zijn ook geen vrijwilligers. Ze voelen zich betrokken bij
hun naaste die hulpbehoevend is en worden mantelzorgers genoemd.
De middag in De Wellevaete wordt te lang. Van half twee tot vier uur. Dat
aangeboden door stichting netwerk
vrijwilligers in de zorgsector Tholen.
Coördinator Jacqueline Heijboer van
het netwerk: „Velen staan er niet bij
stil dat ze mantelzorgers zijn. Het
wordt gedaan uit liefde of uit een mo
rele verplichting die kinderen bijvoor
beeld voor hun ouders hebben. Ze
zijn onzichtbaar en staan niet vaak op
de voorgrond. Met zo'n dag willen
we laten zien dat een mantelzorger
niet alleen in de zorg staat." Het pro
gramma is daarop gericht. Het is in
formatief, maar ook komisch en niet
is niet zomaar. „De mantelzorger kan
juist moeilijk van huis weg. Daarom
hebben we het niet te lang willen ma
ken. Mensen kunnen ook een gedeel
te van de middag bijwonen. Met de
wijkverpleging hebben we zelfs afge
sproken dat die wat extra zorg ver
leent, zodat de mensen makkelijker
kunnen komen", zegt mevr. Heijboer.
Volgens de coördinator zet elf procent
van de Nederlanders zich in voor de
naaste. „Reken maar uit wat dat voor
Tholen betekent. De mantelzorg is
hier nog vrij sterk, maar dat verandert
m$M
toch langzaamaan. Via de wijkverple
ging (waarin ze zelf als parttimer ac
tief is - red.) krijgen we die signalen.
Er zijn meer mensen die van buiten
Tholen hier zijn komen wonen. Zon
der kinderen of van wie de kinderen
veraf wonen en waar ze minder be
roep op kunnen doen."
Als nieuw netwerk op Tholen, wil de
stichting de mantelzorgers ondersteu
nen. „Een dochter die haar zieke
moeder verzorgt, rolt daar vanzelf in.
Het zijn meestal familieleden of men
sen uit de naaste omgeving. Een vrij
williger die zich bij ons aanmeldt,
staat er anders tegenover. Die wil
voor een paar uren per week wat
doen. Bijvoorbeeld koffieschenken in
een verzorgingshuis, boodschappen
doen voor iemand of samen met een
zieke de krant lezen. Een kind voelt
het vaak als een morele verplichting
Ültt!
om voor zijn ouders te zorgen. Dat is
verder ook goed, maar het kan voor
sommigen ook heel zwaar wegen.
Een vrijwilliger doet het meer uit so
ciale bewogenheid. Die kan de man
telzorg ontlasten."
Coördinator Jacqueline Heijboer van de stichting netwerk vrijwilligers in de zorgsector Tholen houdt
kantoor in het centrum Thuiszorg in Sint-Maartensdijk.
Mantelzorgers treden niet graag
op de voorgrond, dat geldt ook
voor Tannie den Engelsman- Fase
uit Sint-Annaland. Als we haar
vragen voor een interview naar
aanleiding van de dag van de
Mantelzorg, zegt ze dat dan ook
meteen. Maar toch twijfelt ze ook
niet lang om er aan mee te wer
ken, ze heeft wel een boodschap
uit te dragen.
Tijdens de periode van de intensieve
zorg voor haar vader, kreeg Tannie af
en toe reacties als: 'Wat investeer je
toch veel, hoe kun je het allemaal
doen?' „Ik moest voor mijn gevoel
wel eens in de verdediging. Maar
voor mij is de zorg voor mijn vader
beslist niet alleen geven. Ik krijg er
zoveel voor terug; het is een stuk zorg
geven in een liefdevolle omgeving."
De zorg voor vader begon vorig na
jaar, hij werd moelijker ter been en er
moest op toe worden gezien dat hij
veilig beneden kwam. Geleidelijk
aan had Tannies moeder meer onder
steuning nodig bij de zorg voor haar
man. Helpen bij het opstaan en naar
bed brengen
Dit voorjaar werd Tannies vader een
paar weken opgenomen in het zie
kenhuis. „Pa had vreselijk veel heim
wee en de opname bracht hem dan
ook helemaal van streek." Maar dat
niet alleen, het ziekenhuis had hem
kennelijk niet de zorg kunnen geven
die hij nodig had en Tannies vader
kwam thuis met verschillende won
den van het doorliggen. De zorg door
de wijkverpleging, die tot zijn zie
kenhuisopname slechts bestond uit
een dagelijkse wasbeurt, moest flink
worden uitgebreid. „Het RIO gaf pa
een verpleeghuisindicatie. Dat bete
kende intensieve verpleging aan huis
of een opname. We hebben het geza
menlijk besproken, mijn ouders, mijn
vier broers en ik. Mijn ouders wilden
uiteraard graag thuis blijven en voor
Reacties van lezers op de
rubriek zijn welkom bij de
dialectgroep Tholen,
tel. 0166-602226
Om d'r wêêr 'n bitje in te
kommen, is d' êêste bie-
draehe vö Werèntug 'n ver
slag van de Zêêuwse dia
lectdag die g'ouwe wier
in De Vroone in Kapelle.
Ontvangst mee koffie in 'n
Zêêuwse bolus is volhes ons
nog 'n êêl hoed behin. De ver-
haederienge öör g'opend deur
de voorzitter, Kees Martens, in
behin mee 't uusouweluk
hedêêlte. Je ken tat wè: jaer-
verslag, verantwoording van
de penningmêêster, in deze
kêêr hoedkeuring zonder op- of
anmerkiengen. In dat hae aol-
lemael in 't Zêêuws, in daerom
stik leuk eiheluk.
Varder óór je oalles wat a t'r
zoal an verêênehiengsactivitei-
ten hebeurt. Wat dienk je van
ing. J.l. de Ff egt, voorzitter van
de stichting De Zeeuwse Taele?
De voorzitter oa anhaele de
verkriehing van 'n bepaelde
subsidie van de provincie. De
Regt pakten de microfoon, ie
keek na commesoares Van Gel
der, in toen zei t'n: „Comme
soares, de voorzitter is 'n êêle
mij heeft daar ook nooit enige twijfel
over bestaan. Dat pa in zijn eigen
vertrouwde omgeving kon blijven,
was belangrijk voor me. Het was
voor mij geen verplichting. Voor el
kaar zorgen, dat is voor mij de bedoe
ling geweest van deze wereld", zegt
Tannie.
Een drukke tijd brak aan voor de fa
milie Fase. De wijkverpleging kwam
driemaal per dag voor de lichamelij
ke verzorging en de wondbehande-
ling van vader. Tannie assisteerde de
wijkverpleegkundigen bij de verzor
ging en ondersteunde haar moeder
bij de verdere verzorging van haar
vader als er geen verpleegkundige
zorg aanwezig was. „Ik kwam 6 keer
per dag bij pa en moe. Als ik er niet
was, had ik altijd mijn mobiele tele
foon bij me. Ik kon mijn zieke vader
niet uit mijn gedachten bannen, voor
al niet toen zijn situatie een week of 5
erg zorgwekkend was." Intussen had
Tannie thuis haar gezin met man en 3
kinderen, ze behoort daarmee zoals
ze het zelf ook noemt tot de 'sand
wich generatie': aan de ene kant de
zorg voor je kinderen, aan de andere
kant de zorg voor je ouders en zelf zit
je daar tussenin." Ik wilde mijn kin
deren niet belasten met huishoudelij
ke taken. Ik vond dat ik hen door
mijn afwezigheid al genoeg belastte
en ik wilde dat ze aan deze situatie
een goed gevoel zouden overhouden.
Het bezwaarde me wel, totdat mijn
dochter op een dag tegen me zei:
'Ma, zo zou ik dat nou ook later wil-
hoeie man in a t'n wat vraegt
an joe, dan mö jie dat geve. In
zeker a t'n om held vraegt.'t
Bleef even stille netuurluk in
toen zei De Regt: „Nou maan-
sen j' èn 't gööre. Die a zwiegt,
stemt toe. Dus bie deze anhe-
nome in inêêns notulere; 't gae
vee vluhher as 't poldermedel
van premier Kok.
Vervolgens kwam prof. dr. R.
van Hout aan de beurt over de
erkenning van streektalen in
het algemeen. Het Nedersak-
sisch en het Limburgs zijn al
erkend door de Europese
Commissie. Dat probeert men
voor het Zeeuws eveneens ge
daan te krijgen, hetgeen subsi
die kan opleveren ter onder
steuning van de activiteiten
om ons dialect te bevorderen.
(Mocht u hier meer van willen
weten, bel ons dan gerust op).
Daarna 'Psalmen in het
Zeeuws' - dat wil zeggen de
streektaal van Nieuw- en Sint-
Joosland - door Wim Joosse,
nu 85 jaar oud, die daar twintig
jaar aan heeft gewerkt. Het
boek is uitgegeven in samen
werking met het Nederlands
Bijbelgenootschap, waarvan
len'. Toen viel er een hele last van me
af."
Tannie is eigenlijk de spil van een
team mantelzorgers, haar broers dra
gen allevier hun steentje bij. Thijs
helpt bijvoorbeeld iedere doorde
weekse dag om kwart voor één samen
met Tannie vader in bed. "Als we pa
dan moeten verleggen, slaan we let
terlijk en figuurlijk de handen in één.
Het geeft een geweldig gevoel om sa
men onze pa zo te kunnen helpen!"
De anderen helpen weer op andere
momenten van de dag, zoals Ewoud
regelmatig s'avonds helpt om vader
naar bed te brengen. De band met
haar broers en haar ouders is door de
situatie nog sterker geworden." Want
we kwamen al 'uut 'n êêl waarem nis
je'", lacht Tannie. Heel de familie- en
de kennissenkring leeft mee en zij
zijn door hun bezoekjes en hand- en
spandiensten vader en moeder Fase
en hun kinderen ook tot steun. Zonder
de professionele hulp van de Ooster-
schelde thuiszorg had dhr. Fase niet
thuis kunnen blijven. Tannie en haar
broers hebben veel van de wijkver
pleegkundigen geleerd; van tiltech-
niek tot wondverzorging. En ze kun
nen hun zorgen aan hen kwijt. Er is
ook altijd goed overleg geweest over
de afstemming van de te verlenen
zorg door de wijkverpleging en de
mogelijkheden die de familie had.
„Als mantelzorger staat je gevoel bo
venaan en het was moeilijk te zien
hoe pijnlijk en vermoeiend de behan
deling vaak was. De wijkverpleeg
kundigen dSden wat het beste was
voor pa en hielpen mij daarbij door
moeilijke momenten heen." Zonder
twee personen in Kapelle aan
wezig waren. Bij het Bijbelge
nootschap is de gedachte dat
iedereen de Bijbel in zijn eigen
taal moet kunnen lezen; dus
ook in streektalen als het
Zeeuws. Het eerste exemplaar
werd overhandigd aan com
missaris van de koningin Van
Gelder, het tweede aan de
heer Joosse zelf die zijn werk
daarmee voor het eerst in
boekvorm in handen kreeg. De
theoloog die hem al die jaren
geholpen heeft om aan de
grondteksten van de Bijbel
recht te doen, prof. dr. K. Deur-
loo, was ook aanwezig en
kreeg eveneens een exem
plaar. Hij zei: „Ik komme van 't
land van d' oahe boamen (van
Poortvliet) in dae bin 'k hröös
op." Je snapt, die kon bie ons
hin kwaed mêê doen.
Eêst nog 'n optraejen van
Kantööi mee 'n paer liedjes in
de streektaele van Schouwen
in daenae hezaemeluk 'n
Zêêuwse koffietaefel. 't Gieng
'r hoed in. 'k Zag iemand die
Vooral bij mensen die op sterven lig
gen, kan het voor kinderen of part
ners heel zwaar zijn om weken of
maanden achtereen in touw te zijn
om de zorg aan de zieke te verlenen.
„Bij terminale zorg wordt er steeds
meer een beroep gedaan op een
meldpunt. Dat wordt nu nog ver
zorgd vanuit Schouwen, maar op den
duur willen we dat vanuit Tholen
gaan regelen", zegt mevr. Heijboer.
Over het werk van het meldpunt zal
zij op de dag van de mantelzorg een
inleiding houden. Daarnaast zal Ank
Verschoor uit Tholen vertellen over
haar ervaringen als vrijwilligster en
coördinator van Graag Gedaan waar
ze al 20 jaar bij betrokken is. „Zij zal
vertellen over haar drijfveren; waar
om ze dat werk voor een ander wil
doen."
Een voorbeeld uit de praktijk wordt
door Ans Schilders en Ineke de Man
ten tonele gebracht. Ze spelen twee
zussen die hun dementerende moeder
naar het verzorgingshuis hebben ge
bracht. Ze beelden twee verschillen
de types uit: „De een is emotioneel
en neemt veel van de zorg op zich.
De ander is zakelijker. Wil wel wat
doen, maar kiest meer voor haar ei
gen leven. Het is een optreden met
een lach en een traan. Eenvoudig en
voor iedereen begrijpelijk."
Burgemeester W. Nuis opent de mid
dag. „We hebben bewust iemand van
de lokale overheid gevraagd, want het
heeft ook aandacht van de gemeente
nodig. Ze mag er best op gewezen
worden dat de mantelzorg een onmis
baar deel van de gezondheidszorg is.
Als die er niet zou zijn, dan zouden er
meer mensen in een verpleeghuis
worden opgenomen. Dat durf ik stel
lig te beweren", zegt de coördinator.
Ze weet dat uit de praktijk als wijk
verpleegkundige. „Ik heb voor de in
zet van partners voor hun zieke man
of vrouw heel veel bewondering.
Vaak hebben ze er een heel netwerk
van familie omheen, anders kunnen
ze het niet volhouden."
de thuiszorg had dhr. Fase niet thuis
kunnen blijven, maar ook zonder de
ze mantelzorgers had dat niet gekund.
Bovendien zegt Tannie veel onder
steuning te hebben ontvangen van de
pastorale begeleiding vanuit de kerk.
Zo heeft alles zijn plaats in het ge
heel. Neem nou de doktersassistente;
Tannie kwam soms bijna dagelijks
bij haar over de vloer. Er vond veel
vuldig overleg plaats over de te be
stellen materialen voor de verpleging
van Tannies vader. Gelukkig gaat het
nu beter met hem en is er ruimte voor
leuke dingen, zoals een veijaardags-
visite of een wandeling door het
dorp. „Toen ik met pa door de Voor
straat reed, kwamen we de doktersas
sistente tegen. Het was voor beiden
leuk om met elkaar kennis te maken;
ze hadden al zo veel van elkaar ge
hoord!"
De zorgmomenten, zoals Tannie ze
noemt, zijn een stuk minder gewor
den. De wijkverpleging kan haar va
der nu alleen verzorgen. „Dat was
even slikken toen ik terug kwam van
vakantie en de thuisblijvers dat had
den geregeld." Maar ze vindt het nu
goed zo. Terugkijkend zijn haar veel
vuldige bezoeken aan haar ouders
haar nooit te veel geweest. „Nee, ik
ging liever op bezoek bij vader dan
dat ik instanties moest bellen voor
het aanvragen van voorzieningen. En
ik heb ervan geleerd te leven bij de
dag. Ik kon in die drukke periode niet
anders. Ik probeerde een paar dagen
vooruit te plannen, maar meer kon ik
niet overzien."
Tannie kijkt uit naar de dag van de
Mantelzorg. Ze hoopt 10 november
ervaringen met anderen uit te kunnen
wisselen. Zoiets van: 'Heb jij dat
ook?' Bijvoorbeeld de eerste drie da
gen van je vakantie een ziek gevoel
hebben van de vermoeidheid die eruit
komt en het niet op je horloge hoeven
kijken. Wie kan zich dat voorstellen?
Andere mantelzorgers vast wel.
d'r wiehe at in Indonesië he-
staen oa, stroopvet smaere. In
oak de spekkosten gienge grif
van d' and.
's Middags het zogenaamde
scholenproject: een schoolles
in het openbaar over het
Zeeuws, onder leiding van le
raar Piet Scheerders. Daarin
werd getest welke dialect
woorden bij de kinderen be
kend waren. Het bleek dat ze
heel wat van deze woorden
niet kenden, hoewel hun ou
ders allemaal uit Zeeland kwa
men. Daerom is 't êêl belan-
griek om mit je kinders in
kleinkinders Zêêuws te bluve
praeten, want 't is 'n stikje van
d'r eihe cultuur. In wat a weg
is, kom nie trug. Laet je nie
wiesmaeke a ze daedeur min
der hoed ABN zouwe praete.
Want d'r is hebleke at vö d'
uutspraek van 't Nederlands
hêên inkel verschil uutmaekt
of a je as kind dialect hepraet
eit of nie.
Er volgde nog een prachtig op
treden, met zang en gitaarmu
ziek, van Anja Kopmels en En
gel Reinhoudt in dialect. En
een verhaal in de streektaal
van Zuid-Beveland door Ber-
tus Limonard. Waarna de mid
dag werd afgesloten met het
zingen van drie coupletten van
het Zeeuwse volkslied. Je oa
d'r bie motte weze.
Jacob en Tonny Duijzer.
i
Het voorzieningenniveau voor oude
ren is op Tholen redelijk op peil, maar
wordt er ook gebruik van gemaakt?
Die vraag stond ondermeer centraal
in het rapport met de conclusies van
het onderzoek. Ten eerste de recre
atieve voorzieningen. Opvallend is
dat driekwart van de ouderen niet
meedoet aan voor hen georganiseerde
activiteiten. De reden is meestal dat
men de activiteiten niet interessant
vindt of dat aan de gewenste activitei
ten niet in de eigen woonplaats kan
worden deelgenomen. De klankbord
groep die zich heeft gebogen over de
resultaten van het onderzoek, heeft
dan ook aan de gemeente de aanbeve
ling gedaan om met de betrokken or
ganisaties per plaats te onderzoeken
wat onder ouderen de behoefte is aan
activiteiten. In het kader van het on
derzoek hebben zich 26 vrijwilligers
gemeld die mee willen helpen met het
organiseren van activiteiten voor ou
deren. Zeven vrijwilligers wonen in
Tholen, drie in Poortvliet, één in
Scherpenisse, vijf in Sint-Maartens
dijk, twee in Stavenisse, drie in Sint-
Annaland, één in Oud-Vossemeer,
drie in Sint-Philipsland en één in An
na Jacobapolder. Een aanbeveling is,
dat er zo snel mogelijk contact wordt
gezocht met deze mensen om te zien
hoe zij zich verdienstelijk kunnen
maken.
Met de deelname aan sociale bezighe
den is het niet geweldig gesteld onder
de ouderen. Driekwart doet niet mee
aan clubs of kerkelijke activiteiten.
Bijna 85 procent doet niet aan sport
en bezoekt ook geen bijeenkomsten
van een ouderenbond. En meer dan
90 procent bezoekt geen soos, speelt
geen muziek en volgt- geen cursus.
Een deel van deze mensen (ongeveer
een kwart) geeft aan dat de gezond
heid hen niet toestaat zulke dingen te
doen. Maar bijna de helft vindt de ge
boden activiteiten gewoon niet leuk
en nog eens één op de tien zegt de
sfeer niet prettig te vinden. Opvallend
genoeg geeft ook bijna 22 procent
van de ondervraagden aan helemaal
geen tijd te hebben voor dergelijke
zaken, vanwege drukke bezigheden
op ander gebied.
Het aanbod stemt dus niet overeen
met de vraag. Vandaar de aanbeveling
om eens te kijken naar de werkelijke
behoefte onder ouderen. Wie de cij
fers bekijkt, ziet dat er ook per kern
nogal verschillen zijn. Zo blijkt in
Poortvliet bijvoorbeeld geen enkele
van de ondervraagde 65-plussers re
gelmatig (ongeveer wekelijks) naar
een club te gaan. Dik 84 procent komt
er zelfs nooit. In Sint-Maartensdijk en
Oud-Vossemeer ligt dat echter toch
heel wat anders. In de smalstad be
zoekt 9,2 procent van de ouderen we
kelijks een club en in Oud-Vossemeer
is dat 6,7 procent. In deze laatste
plaats zit 'slechts' iets meer dan de
helft van de ouderen niet op een club.
De rest komt er af en toe. In Stavenis
se bezoeken de minste mensen een
vereniging.
Sozen en ouderenbonden blijken
eveneens niet bijster populair. Over
de hele gemeente gezien, bezoekt
slechts 1,6 procent van de 65-plussers
regelmatig bijeenkomsten van oude
renbonden en 2,5 procent komt regel
matig bij de soos. In Stavenisse en
Poortvliet komt niemand met regel
maat bij de soos of ouderenbond. Ei
genlijk blijken clubs nog het meest
populair. Een kwart van de ouderen
gaat daamaartoe, variërend van zo nu
en dan tot vaak. Daarnaast scoren ook
kerkelijke activiteiten iets beter. Iets
minder dan een kwart van de 65-plus-
sers bezoekt deze bijeenkomsten wel
eens. Nummer drie is een bezoekje
aan een restaurant of café. Krap 22
procent van de ondervraagden komt
wel een paar keer per maand in zo'n
gelegenheid en 2,2 procent verkeert
daar zelfs regelmatig. In Oud-Vosse
meer en Sint-Maartensdijk is dat per
centage het hoogste met respectieve
lijk 3,6 en 3,1 procent. In Poortvliet,
Scherpenisse en Stavenisse zijn er
volgens het onderzoek geen ouderen
die regelmatig het café in duiken.
Het minst populair onder de ouderen
zijn cursussen. Slechts 6,1 procent
volgt een cursus. Ook muziekbeoefe
ning is niet zo in trek met slechts 7,4
procent van de ouderen die hier iets
aan doen. Derde is de soos waar bijna
één op de tien 65-plussers wel eens
komt.
Degenenen die wél meedoen aan een
activiteit buitenshuis, geven voor het
merendeel aan dat ze dit doen omdat
de activiteit leuk is en voor de gezel
ligheid. Maar ruim een derde zegt het
ook te doen om in beweging te blij
ven. Zestien procent wil op deze ma
nier eenzaamheid voorkomen en 4,5
procent doet mee op doktersvoor
schrift.
Als één van de redenen om niet aan
een bezigheid buitenshuis mee te
doen, werd het ontbreken van ver
voer aangegeven. In 6,7 procent van
de gevallen was dat een reden. Van
alle ondervraagde ouderen geeft bij
na 80 procent aan nooit gebruik te
maken van collectief vervoer (bel
bussen, WVG-vervoer, teletaxi etc.).
Veruit de meesten hebben het naar ei
gen zeggen niet nodig. Ruim 9 pro
cent zegt regelmatig van deze dien
sten gebruik te maken. Van degenen
die dat nooit doen, zegt één op de
twintig dat hij of zij niet op de hoogte
is van het bestaan van collectief ver-
voer. Nog eens 1,8 procent weet wel
dat het bestaat, maar meent dat hét in i
Tholen niet beschikbaar is. De klank-
bordgroep die het onderzoek bege- i
leidde, adviseert de gemeente dan
ook alle ouderen persoonlijk een
brief te sturen met daarin de informa-
tie over alle aanwezige voorzienin-
gen in de gemeente.
Afgezien van het collectieve vervoer, t
gaat dik 80 procent van de ouderen
nooit met het normale openbaar ver- J
voer mee. De rest stapt wel regelma- -
tig in bus of trein. Opvallend is dat 5
van degenen die er wel gebruik ma-.
ken, gemiddeld ruim de helft tevre
den is over het openbaar vervoer-
Overigens verschilt dat sterk per
kern. In Poortvliet is 76,5 procent van J
de oudere gebruikers tevreden overt
het openbaar vervoer. In Scherpenis-
se is dat 66,7 procent, in Tholen 63,2 i
procent, in Sint-Maartensdijk 60 pro-
cent, in Sint-Philipsland en Anna Ja-
cobapolder 52,2 procent en in Stave-1
nisse exact de helft. Negatieve
uitschieters zijn Oud-Vossemeer J
waar maar 37 procent van de ouderen 1
tevreden is over het openbaar vervoer y
en in Sint-Annaland is dat zelfs nog
minder, namelijk 28,6 procent.
De ouderen die nooit met het open-
baar vervoer reizen, geven meestal
als reden aan dat ze zelf vervoer heb-
ben of het via familieleden hebben
geregeld. Daarnaast zijn er klachten j
over de slechte verbindingen en aan-
sluitingen en bushaltes die te ver jj
weg liggen. Meest genoemde moge-
lijke verbeterpunten voor het open-1
baar vervoer zijn meer bushaltes en
meer bussen. Maar dat lijkt een uto-
pie, want de BBA heeft juist vele J
haltes op de tocht gezet om sneller te j
kunnen rijden. Nu komt er alleen i
nog een halte aan de rand van een
dorp.
D-
Het Smalstads Mannenkoor (hier optredend in Ten Anker) telt ook enkele 65-plussers, maar de meeste ouderen doen niets aan muziek.
Bij het verhaal over de blinde Bartimeüs krijgen de deelnemende kinderen allemaal een blinddoek voor. Even later zullen ze achter Simon
(die Bartimeüs speelt) aanlopen om te leren bedelen.
Het podium van Meulvliet wordt niet
gebruikt voor de twee uur durende
voorstelling (onderbroken door een
half uur pauze). Het publiek (meer
dan 330 kinderen) zit met de mg
naar het podium op de grond en de
twee toneelspelers Simon (Harry
Nijhof) en zusje Zo (Fredie Nijhof)
staan op de parketvloer met een
kleurig en fantasierijk decor van pa
nelen en netten.
Het programma heet 'Ergens in de
verte' en het echtpaar Nijhof speelt
hierin verhalen uit, rond het leven,
sterven en de opstanding van Jezus
Christus. Ook worden er liedjes ge
zongen. Nadat Irma Piet (één van de
initiatiefnemers) de middag heeft ge
opend met een gebed, gaan Simon
en zijn zusje Zo van start. De ge
boorte van Jezus wordt onder meer
uitgebeeld, maar ook de genezing
van de blinde Bartimeüs. En het ver
haal van de barmhartige Samaritaan,
wordt in een eigentijds jasje gegoten-
met een politieman, een dominee en
een 'barmhartige baviaan', waarvan
sommige kinderen toch wel even
schrikken. Diverse kinderen worden
uitgenodigd om mee te doen. Aan
vankelijk worden vijf jarigen (die
hier hun partijtje houden) gevraagd,
maar die durven nog niet. Aan ande
re vrijwilligers is echter geen gebrek,
want de kinderen waarderen de voor
stelling duidelijk.
-t- -1